14.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 214

Beraber: verhuizing van een Rotterdamse tiener naar Istanbul

In Beraber verhuist een Turks-Nederlandse tiener met zijn vader van Rotterdam naar Istanbul. ‘Voor mij is het gewoon een Turkse film.’

De 14-jarige Zeki (Alihan Sahin) verhuist samen met zijn vader van Rotterdam naar Istanbul, die daar een goede baan heeft gekregen. De verandering van land en cultuur valt de tiener, geboren en getogen in Nederland, zwaar. De nieuwe woning die vader en zoon in Istanbul betrekken is van alle gemakken voorzien, maar ligt in een dure ommuurde wijk. Vóór de poort staat een beveiliger die erop toeziet dat kinderen de wijk niet zonder begeleider verlaten. Maar Zeki klimt stiekem elke dag over de muur.  Al rennend ontdekt hij Istanbul en raakt hij bevriend met een groep jongeren uit een arme buurt in de stad.

‘Het idee voor de film ontstond toen ik in 2013 in Turkije de documentaire Young Wrestlers aan het draaien was’, vertelt regisseur Mete Gümürhan. ‘We kwamen toen in een gated community terecht. Ik was daar zelf nooit eerder geweest. Het verschil tussen arm en rijk is groot in Turkije. We draaiden eerst in Anatolië in een verlaten suikerfabriek, waar nauwelijks water en elektriciteit was. Vervolgens werkten we in een ommuurde wijk met een zwembad. Die situatie heeft het idee voor Beraber (Turks voor ‘samen’) aangewakkerd.’

Gated communities bestaan al best lang in Turkije, maar de laatste jaren komen er steeds meer bij, vertelt Gümürhan. Het concept komt uit de Verenigde Staten. ‘Turkije wordt een mini-Amerika. In Israël en Zuid-Afrika zie je de wijken ook veel. Landen nemen het concept van elkaar over. Iedereen wil iedereen buiten houden.’

In films migreren mensen doorgaans van oost naar west, maar in Beraber gebeurt dat andersom. Waarom heb je die keuze gemaakt?

‘Eenmaal terug in Nederland las ik toevallig een artikel in de krant over eerste en tweede generatie Turken die naar Turkije verhuizen omdat ze daar een betere baan aangeboden krijgen. Die mooie kansen zouden ze hier moeten krijgen, maar dat gebeurt niet. Neem fotograaf Ahmet Polat. Hij is hoofdredacteur bij omroep HUMAN en werkt voor grote bladen als Bazaar en Vogue. Maar eigenlijk is zijn carrière in Turkije begonnen. Hij werd daar bekend. Pas daarna is hij hier groot geworden. Zo is het ook gegaan met de acteur Sinan Eroglu, die de rol van vader in Beraber vertolkt. Hij brak eerst door in Turkije. Zo zijn er meer BN’er met een biculturele achtergrond die eerst in het buitenland succesvol werden, en daarna pas in Nederland. Dit gegeven verbaasde mij. Het is eigenlijk bizar dat je kansen daar groter zijn. Beraber gaat niet per se om de verhuizing van west naar oost. Het had net zo goed van oost naar west kunnen zijn. De vraag is waarom iemand zijn eigen land moet verlaten, en in dit geval een kind moet meesleuren, om een betere kans te krijgen.’

‘We zijn altijd op zoek naar onze identiteit’

Beraber is de eerste Turks-Nederlandse film. Waarom heeft het zolang geduurd voordat die er kwam?

‘Ja, dat weet ik niet. Dat is meer een vraag aan de omroepen en fondsen. Het hangt er sowieso vanaf hoe je ernaar kijkt. Mijn vorige film was feitelijk ook een Turks-Nederlandse productie, maar dat was een documentaire en dit is fictie. Voor mij is Beraber gewoon een Turkse film. Zo’n 99 procent van de film is in Turkije opgenomen. Toch hoorde ik in Turkije opmerkingen als: ‘Hoezo doet hij mee in de competitie van een Turks filmfestival’. Daar zien ze mij als Nederlander, hier is dat andersom. Die strijd houdt nooit op. Als filmmaker gaat het mij om wat ik wil vertellen. Een film is een film. Als daar een label opgeplakt wordt, vind ik dat ook prima.’  

Over labels gesproken, de wereld van Zeki lijkt erg op die van een tiener in Nederland.

‘Beraber gaat om wat er gebeurt met zo’n jongen die geboren en getogen Nederlander is, al heeft hij een Turkse achtergrond. Het verhaal had zich net zo goed in een ander land kunnen afspelen. Eigenlijk passen we ons allemaal constant aan. Aan het begin van de film gaat dat Zeki niet zo makkelijk af. Wanneer hij zijn nieuwe vrienden ontmoet, moet hij zichzelf bewijzen, laten zien dat hij bij de groep hoort.’

Je groeide zelf op in Rotterdam in een familie van Turkse afkomst. Is het biculturele aspect in al je werk aanwezig?

‘Ja, ik ben in Rotterdam geboren en getogen. Ik ben een echte Rotterdammer, maar er is aldoor het label: ‘maar jij hebt een Turkse achtergrond’. Dat zie je ook terug in de berichtgeving over mijn werk. Als ik er zelf niet mee bezig ben, is er wel een ander die dat aanhaalt. Identiteit en keuzes maken over waar je bij hoort, zijn een constante in mijn werk. Ook weer in mijn volgende film. Die zal gaan over jongeren met een biculturele achtergrond. Ik cast en kijk of een acteur geschikt is voor de rol. Het maakt mij niet uit of hij Turks of Portugees is of welke nationaliteit dan ook heeft. Ik wil gewoon een verhaal vertellen. Volgens mij zijn we altijd op zoek naar onze identiteit, ongeacht onze achtergrond. Als kind, als tiener en als je dertig bent ook weer. Je identiteit verandert constant. En in mijn volgende film is dat nog duidelijker te zien.’

Je volgende film gaat dus weer over een maatschappelijk vraagstuk.

‘Jazeker, altijd. Ik vind dat maatschappelijke aspect heel belangrijk. Waarom is voor de derde generatie nieuwkomers de binding met hun grootouders zo sterk? Ik ben in een periode opgegroeid zonder mobiele telefoons en internet. Tegenwoordig wordt heel veel verwacht van de jeugd, de druk ligt nog hoger dan voorheen. Hoe komt het dat sommige biculturele jongeren meer binding voelen met het land van hun grootouders dan met het land waarin ze wonen? Dat fascineert mij, waar die band vandaan komt. Dat heeft, denk ik, toch te maken met gevoel ergens niet bij te horen, of nergens bij te horen.’

Amsterdams stadsdeel gaat mannenemancipatie stimuleren

0

Het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost en platform Mannen aan Zet gaan samenwerken om mannenemancipatie en vaderlijke betrokkenheid te versterken. Dit bericht Afro Magazine.

Drijvende kracht achter dit plan is GroenLinkspoliticus en stadsdeelbestuurder Raoul White, nummer 21 op de gezamenlijke GroenLinks-PvdA-lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. De bedoeling is dat platform Mannen aan Zet samen met het stadsdeel de komende vier jaar intensief aan de slag gaan met mannenemancipatie, vaderbetrokkenheid en vaderlijke rolmodellen.

Uit cijfers blijkt dat er in Amsterdam Zuidoost relatief veel eenoudergezinnen zijn, waarbij de moeder de alleenstaande ouder is. Maar betrokkenheid van vaders bij hun kinderen, of het nu gaat om getrouwde of gescheiden vaders, is heel belangrijk voor de ontwikkeling van en kind, aldus veel wetenschappelijke onderzoeken. Vaderlijke betrokkenheid heeft positieve effecten op de cognitieve, emotionele, sociale en fysieke ontwikkeling van kinderen. Als de vader niet aanwezig is is de kans groter dat kinderen slechter presteren op school en crimineel gedrag vertonen. Bovendien hebben kinderen met betrokken vaders minder seksestereotype vooroordelen.

Grens Gaza open voor Palestijnen met dubbele nationaliteit

0

Egypte heeft voor het eerst sinds de geweldsescalatie in Gaza op 7 oktober de grens in Rafah voor een ‘beperkt aantal Palestijnen’ geopend. Sommige Palestijnen met een dubbele nationaliteit mogen de Gazastraak uit, schrijft de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

De Palestijnen die de grens over mogen, zou een groep van 500 mensen betreffen met een dubbel paspoort. Ze komen onder meer uit Japan, Oostenrijk, Bulgarije, Indonesië, Jordanië, Italië, Griekenland, Australië en Tsjechië, meldt Al Jazeera.

De Turkse staatsgezinde krant Daily Sabah zegt dat de golfstaat Qatar heeft bemiddeld voor de opening van de grens en dat naast mensen met een dubbele nationaliteit, ook zwaargewonden de grens over kunnen. Het is niet bekend hoe lang de grens open blijft, aldus Daily Sabah.

De Arabische nieuwssite Middle East Eye meldt dat Israël aan het begin van de oorlog een ‘geheime deal’ aan Egypte heeft voorgesteld. Voor de kwijtschelding van alle Egyptische schulden aan Israël, zou Egypte de meer dan twee miljoen Palestijnen in Gaza moeten opvangen in de Sinaïwoestijn over de grens.

Egypte wierp dat voorstel verre van zich, meldt de website The New Arab. De premier van Egypte Mostafa Madbouly herhaalde gisteren de oproep van president Sisi en zei dat ‘miljoenen Egyptenaren’ bereid zijn om hun leven te geven ‘zodat niemand zelfs een korreltje zand van de Sinaïwoestijn kan naderen’.

In de VN schreeuwde Riyad Mansur, afgevaardigde van de Palestijnse vertegenwoordiging, moord en brand over de oorlog. Volgens hem is Gaza op dit moment ‘de hel op aarde’.

‘Bijna de gehele bevolking in Gaza is op de vlucht geslagen. De mensen slapen op straat. Waar ze ook naartoe gaan, vinden ze de dood’, aldus Mansur die zegt dat dit allemaal volgens een geheim Israëlisch oorlogsplan verloopt. ‘Om hun allemaal Gaza uit te jagen’.

Hoe het Israëldiscours in Nederland veranderde

0

Toen ik in 1987 aan het onderzoek van mijn masterscriptie over het Midden-Oosten begon, kreeg ik een beurs om aan de Hebrew University te gaan studeren. In de studentenflat werd ik vrienden met Amerikanen, Israëli’s en in mijn vrije tijd met Palestijnen uit bezet gebied waar de universiteit was gebouwd maar niet naartoe gingen, want ze mochten er niet studeren. Voor mijn vrienden en familie was vriendschap met die laatsten verre vanzelfsprekend, het waren toch allemaal vliegtuigkapers, terroristen, primitieve Arabieren, moslims bovendien. Ons wezensvreemd.

Ik kom uit een christelijk nest, waar de geschiedenis van het joodse volk net zo eigen was als die van het Nederlandse. Mijn oudtante had in het verzet had gezeten en joodse kinderen in veiligheid gebracht. Een kunstzinnige oom meldde zich aan om te vechten aan de zijde van Israël in de oorlog van 1967. Familieleden werkten in de zomer heel hip op een kibboets.

Nederland stond pal achter Israël, ook door de handelsbelangen en de erfschuld van de Holocaust. Het narratief dat Israël verspreidde, over een geavanceerd land dat vrede en welvaart bracht aan iedereen, ook aan die simpele Arabieren, werd soepel naar binnen gelepeld.

Dat beeld kantelde volledig in het jaar van mijn aankomst door de Palestijnse opstand, de eerste Intifadah. De kinderen en jongeren die en masse stenen gooiden naar het Israëlische leger en beschoten werden met scherp bezorgden de wereld een schok. Ineens waren de rollen van David en Goliath omgedraaid. Het Palestijnse volk bleek te bestaan. Het was verdrukt. Het werd een volk met een menselijk gezicht. Een volk dat onrecht niet meer pikte. Voor het eerst kon het op grote sympathie rekenen.

Israël probeerde verantwoordelijkheid voor de vele doden af te schuiven op de ouders, moslims met een doodswens, die niet om het leven van hun nageslacht gaven. Ze riepen namelijk allemaal dat ze blij waren als hun kind bij Allah was.

In Ramallah woonde ik persconferenties bij van moeders wier kind was doodgeschoten en vertelden dat ze eerst hadden geprobeerd hen op te sluiten om te verhinderen dat ze stenen zouden gooien. Maar uiteindelijk wisten ze toch te ontsnappen. ‘Zijn wij minder dan beesten?’ vroeg een van de moeders. ‘Zelfs een kat beschermt haar jongen.’

Uit de Intifadah kwamen de Oslo-vredesakkoorden voort, waaraan Europa, de VS en Rusland en de VN zich hadden verbonden. Door de vestiging van diplomatieke vertegenwoordigingen ontstond een nieuwe informatiestroom uit het gebied.

Steeds meer raakte bekend over hoe Palestijnen moesten leven onder de bezetting, hoe Israël niet alleen hun rechten schond, maar ook voortdurend bezig was met het torpederen van westerse pogingen hulp te bieden voor de vestiging van een Palestijnse staat. Bijvoorbeeld door de vernietiging van de premature Gazahaven (met Nederlands belastinggeld) en de luchthaven (Nederland schonk twee bejaarde Fokkervliegtuigen).

‘De onvoorwaardelijke steun aan Israël die Nederland zo lang koesterde is voorgoed verdwenen’

Ook door globalisering, migratie, reizen, en niet te vergeten het internet, werden contacten met de Arabische wereld niet meer zo vreemd. De taalbarrière werd opgeheven door de introductie van tv-zenders als Al Jazeera Engels en sociale media. En door de mondige tweede en derde generatie Nederlands-Marokkaanse migranten van wie velen Arabisch beheersten. De migranten brachten hun verwantschap met de Palestijnse broeders mee. Een logische identificatie door geloof, cultuur en een lotsverbondenheid door kolonialisme die helaas in Nederland snel als antisemitisme werd weggezet.

Wat ook bijdroeg aan een nieuw licht op Palestina was dat de nazaten van geknechte mensen uit oost en west de westerse dominantie en het discours over hun verleden, heden en toekomst niet meer pikten. Een nieuwe stem eiste zeggenschap en inspraak in de eenzijdige Nederlandse pro-Israëlpolitiek.

De schokgolf die nu plaatsvindt na het huidige geweld gaat gepaard met een realisatie dat de onvoorwaardelijke steun aan Israël die Nederland zo lang koesterde voorgoed is verdwenen door veranderde verhoudingen. Opiniepeilingen laten zien dat die steun aan Israël in het seculiere Nederland nog slechts vooral bij de oudere generatie aanwezig is en aanzienlijk is teruggelopen tot onder de 10 procent. Dat leidt tot begrijpelijke gevoelens van angst aan de kant van Joden en Israëlsympathisanten. Het is van groot belang dat tegen vormen van antisemitisme luid en hard wordt opgetreden. Joden moeten veilig zijn in Nederland.

Maar ook dient ons land te waken voor islamofobie en racisme als reactie op die nieuwe stemmen. Er zijn groepen Nederlanders opgestaan die anders denken over Israël. Ook met hun standpunt dient rekening worden gehouden. De pro-Israëlische pavlovreactie van het kabinet geeft daarom geen pas.

Er zijn weinig bittere conflicten als Palestina en Israël waarbij zoveel mensen zich betrokken voelen vanuit hun achtergrond. Laten we die identificatie en compassie aan beide kanten erkennen. De regering hoort beide kanten te vertegenwoordigen. Zo moeilijk is het toch niet om het gebruik van weerzinwekkend geweld tegen burgers aan beide kanten te veroordelen. We hoeven het conflict hier niet nog vreselijker te maken.

BBB stemt in met behandelen spreidingswet

0

Senatoren van de BoerBurgerBeweging (BBB) hebben dinsdag op de valreep toch ingestemd met de omstreden spreidingswet. De wet komt daardoor niet op de lijst met controversiële onderwerpen, de behandeling ervan wordt niet uitgesteld tot na de verkiezingen. Zo meldt Trouw.

De BBB blijft verrassen als het gaat om de spreidingswet. De partij heeft eerder verklaard tegen de wet te zijn die asielzoekers eerlijker over het land zou moeten verdelen. En nu stemmen de BBB-senatoren toch tegen het voorstel uit de rechterhoek om de behandeling van de wet uit te stellen tot na de verkiezingen.

‘BBB is zeer kritisch op deze wet, maar controversieel verklaren lost de impasse niet op. Wij zijn daarom voor snellere behandeling van de wet’, aldus fractievoorzitter Ilona Lagas bij de toelichting op het besluit in de Eerste Kamer.

In de Tweede Kamer sprak fractievoorzitter Caroline van der Plas eerder haar steun uit, omdat ze vond dat plattelandsgemeenten onevenredig asielzoekers zouden opvangen. Daarna veranderde ze toch van mening, omdat er te veel dwang uit de wet zou spreken. Door de spreidingswet kan het rijk gemeenten dwingen asielzoekers op te vangen. Sommige gemeenten vangen geen enkele asielzoeker op.

Duitse president vraagt vergiffenis voor koloniale wandaden in Tanzania

0

De Duitse president Frank-Walter Steinmeier heeft tijdens zijn bezoek aan Tanzania vergiffenis gevraagd voor de Duitse koloniale misdaden. ‘Ik schaam me voor wat Duitse koloniale soldaten uw voorvader en zijn medestrijders hebben aangedaan.’

Vandaag bezoekt Steinmeier de stad Songea in het zuiden van Tanzania. In de jaren 1905-1907 was Songea het centrum van de zogenoemde Maji-Maji-opstand tegen de Duitse koloniale overheersers. Die onderdrukten de opstand op brute wijze de kop in.

Maandag had Steinmeier een ontmoeting met de Tanziaanse president Samia Suluhu Hassan. Ze spraken ook over hoe Duitsland en Tanzania samen in het reine kunnen komen met het koloniale verleden. Duitsland is bereid om roofkunst en ook menselijke resten terug te geven aan Tanzania. ‘Het is belangrijk voor mij dat we in het reine komen met dit donkere hoofdstuk’, zei Steinmeier.

Tanzania was van 1885 tot 1918 onderdeel van de Duitse kolonie Oost-Afrika, toen Duitsland een keizerrijk was. Het Duitse koloniale bewind in Tanzania heeft tot dusverre veel minder aandacht gekregen dan het bewind in Namibië, waar begin twintigste eeuw grote wreedheden tegen de lokale bevolking plaatsvonden die Duitsland nu als genocide erkend.

Een diepe zucht

0

Een diepe zucht. Zo diep dat ik mij deze na meer dan dertig jaar nog goed herinner. Het was midden in de Eerste Intifada. De volksopstand van vaak jonge en armere Palestijnen tegenover Israëlische soldaten was een feit. De zucht ontsnapt uit de mond van de toenmalige burgemeester van Bethlehem.

‘Rabbijn Lody, de waarheid is dat de oorlog te lang heeft geduurd. Deze knullen die nu hun stenen gooien, die de rubberkogels van onze vijand trotseren, waren in 1967 toen de Jordaanse bezetting van onze steden en dorpen op de Westbank veranderde in een Israëlische bezetting nog niet eens geboren. Deze jonge boze kerels hebben geen ander beeld van Israël en haar Joodse landgenoten dan dat het bezetters zijn en ons alleen maar kunnen onderdrukken. Een andere Jood hebben zij nog nooit meegemaakt. Voor hen is de Jood de loop van het geweer dat op hen gericht staat. Ja, de lengte van de oorlog schept alleen maar trauma’s die niet kunnen helen. En trauma’s scheppen mensen die soms tot het onmenselijke in staat zijn. Het heeft al veel te lang geduurd.’

Binnen onze kleine Joodse gemeenschap in het naoorlogse Enschede van de jaren vijftig hoorden we vaak van grotere of kleine ruzies en conflicten. Binnen families, gezinnen en vriendenkringen. Dit hoorde kennelijk bij ons leven. Eigenlijk wisten wij als kinderen niet beter.

Het kwam voor dat familieleden die samen in die oorlog vaak samen de meest vreselijke dingen hadden meegemaakt en hadden overleefd ineens voor langere tijd geen contact meer met elkaar hadden. Zij gingen niet meer met elkaar om en vochten soms ook in het openbaar, ten overstaan van iedereen en alles, hun ruzies uit. Kinderen met ouders, broers en zusters.

Pas later begonnen wij de oorzaak daarvan te begrijpen. Zo’n naoorlogse gemeenschap, allemaal overlevenden van de onderduik of de concentratie- en vernietigingskampen, bestond voor een goed deel uit weduwes en weduwnaars, weeskinderen, opnieuw samengestelde gezinnen met ieder hun eigen traumatische ervaringen. Trauma’s die nooit werden opgelost. Kinderen die nauwelijks of geen andere herinnering hadden aan het leven dan aan wat er gebeurde achter het prikkeldraad, of gescheiden van andere familieleden op een ver afgelegen boerderijtje.

Jongeren en volwassenen die die dood in de ogen hadden gekeken op een manier die alleen maar vreselijke psychische schade heeft kunnen veroorzaken. En dan ineens geacht worden de overstap te maken naar het gewone leven van de schoolbanken, een baan, het gezin. Ook nog eens met een nieuwe vader of een nieuwe moeder. Natuurlijk werkte dat veelal niet.

‘Trauma’s scheppen mensen die soms tot het onmenselijke in staat zijn’

Het is niet voor niets dat er ook tachtig jaar na die tijd sprake is van een erkende ‘tweede’ en inmiddels ook een ‘derde’ generatieproblematiek.

Zuchtend kwam het uit de mond van die burgermeester. ‘Rabbijn Lody, de oorlog heeft te lang geduurd.’ Dat was dertig jaar geleden.

Inmiddels is er een nieuwe generatie opgegroeid. Aan Israëlische kant een derde generatie van jonge mensen die drie jaar van hun leven in militaire dienst moeten. Een dienstplicht tegenover vijanden. Drie generaties leven met vijandsbeelden over hen, aan de andere kant van de grens.

Op de Westbank en in Gaza is er ook weer een nieuwe generatie die alleen maar terreur, bombardementen, onderdrukking, armoede en ellende kent. Deze generatie beschouwt zich erfgenaam van de ouders en grootouders in het verzet tegen Israël.

7 oktober, bommen, rakketten, doden, gewonden, ontheemden, slechts van elkaar gescheiden door een hekwerk of een muur. Maar verenigd in onnoemelijke en onbeschrijfelijke ellende, leed en verdriet.

De tijd gaat verder. De wapens zullen weer rusten. De kanonnen en de tanks zullen zwijgen. Maar de pijn blijft. Het leed blijft. De woede en de haat kunnen niet verdwijnen. Getraumatiseerde generaties worden opgezadeld met nieuwe trauma’s. Nieuwe woede, onmacht, verzet en terreur zijn zojuist geboren.

Dit is de oorlog van vandaag. Drie decennia na die diepe zucht.

Ik heb Chalid goed gekend. Deze beveiliger in Oost-Jeruzalem en op de Westbank sprong na het horen van de klap altijd meteen in zijn jeep op weg naar de volgende plaats van onheil. Waar een bomgordel tot ontploffing was gebracht. Waar terreur had plaatsgevonden. Waar opnieuw levens waren verwoest.

Chalid wist ook van zuchten. Hij was even in Nederland. Om op adem te komen. Het was in de tijd van de zelfmoordaanslagen in en rond de Heilige Stad. Zijn verhaal liet zich over ons kopje koffie moeilijk beschrijven. Ook hij slaakte de mij inmiddels bekende zucht. ‘In een oorlog sneuvelen? Bij een aanslag omkomen? Het is niet anders. Maar zoiets overleven? Dat is werkelijk niet te beschrijven.’ Zucht.

Het zijn afschuwelijke tijden. Nieuwe trauma’s worden elke dag geboren. Trauma’s die niet geheeld worden. Laat het deze wetenschap zijn, die tenminste de gedachten gaat beheersen in onze onopgeefbare zoektocht naar de vrede van morgen. Een morgen die gaat komen, met G’ds hulp, Im Yirtse Hashem, Insh’Allah. Een morgen waarin wij ondanks ons menselijk onvermogen geen nieuwe trauma’s geboren laten worden.

Onderzoek: institutioneel racisme komt ook bij gemeente voor

0

Uit onderzoek van het Kennisplatform Inclusief Samenleven blijkt dat bij zes Nederlandse gemeenten ‘processen van institutioneel racisme’ spelen en dat de ontkenning daarvan hardnekkig is bij witte leidinggevenden.

‘Een Nederlandse man heeft een positie bij ons gekregen hier. Zonder dat er een vacature was vrijgekomen. Wij [mensen van kleur en/of met een migratieachtergrond] hebben weer niet de kans gekregen om hierop te solliciteren’, zegt een van de respondenten van kleur in het onderzoeksrapport.

Het is een van de vele voorbeelden en citaten die in het onderzoek zijn opgenomen, en die blijk geven van ‘oneerlijke processen’ tegenover Nederlanders met een migratieachtergrond.

‘Je merkt ook heel vaak’, staat er vervolgens, ‘als er vacatures worden uitgezet, dan is het een formaliteit. Intern hebben ze dan al besloten wie het gaat worden. Wij [mensen van kleur en/of met een migratieachtergrond] krijgen niet de kans om te solliciteren. Ze hebben die persoon al aangewezen.’

In totaal zijn voor het onderzoek 51 respondenten gesproken. Van deze ambtenaren hebben 30 een migratieachtergrond buiten Europa. De overige 21 zijn leidinggevenden, ‘overwegend witte mensen’.

Leidinggevenden blijken het bestaan van racisme in hun organisatie vaak niet op te merken.

‘Wat leidinggevenden vaak als bewijs opvoeren dat er geen racisme speelt, is dat ze zelf een collega van kleur en/of met een migratieachtergrond binnen het team hebben of dat ze zien dat er collega’s van kleur en/of met een migratieachtergrond stappen maken naar hogere functies. Wat opvalt is de mate van zekerheid waarmee leidinggevenden menen dat er geen racisme speelt in hun omgeving’, staat in het rapport.

Concluderend, schrijven de onderzoekers, dat er ‘meerdere signalen van institutioneel racisme zijn’ bij de gemeenten als werkgever, zowel vanuit ambtenaren die daardoor gedupeerd zijn als van ambtenaren die een verantwoordelijkheid dragen voor de sociale veiligheid op de werkvloer. Ook zouden er objectieve procedures ontbreken voor de in- en doorstroom van werknemers.

Israëlier draagt Jodenster bij VN-vergadering

0

De Israëlische afgevaardigde voor de VN, Gilad Erdan, woonde de vergadering bij met een Jodenster waar ‘nooit meer’ op stond, een Holocaustvergelijking die in het huidige conflict met Hamas vaker (aan beide kanten) te horen is. 

De afgevaardigde zei dat de ster een herinnering was voor ‘de stilte ten aanzien van kwaadaardigheid’ en dat hij de ster ook droeg als een ‘symbool van trots’. ‘Zoals mijn grootouders, en de grootouders van miljoenen Joden, zullen mijn team en ik vanaf nu gele sterren dragen’, aldus Erdan. Dat meldt de nieuwszender Deutsche Welle.

De Israëliër zei de ster te blijven dragen totdat andere leden van de Veiligheidsraad Hamas veroordelen voor de ‘misdaden’ die ze hebben begaan. Erdan was een furieus: ‘Sommigen onder jullie hebben niks geleerd in de afgelopen tachtig jaar. Sommigen zijn vergeten waarom de VN is opgericht’, zei hij.

Het valt op dat in de huidige geweldsescalatie vaker Holocaustvergelijkingen opduiken. Dit tegen de zere been van sommigen. Zo maakte Jaap Hamburger van Een ander Joods Geluid zich kwaad over de Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding (NCAB), die de aanval op Joden in Dagestan vergeleek met de Kristallnacht. Hamburger vindt dat de NCAB hiermee de Holocaust bagatelliseert.

Ook in het pro-Palestijnse kamp wordt de huidige oorlogssituatie in Gaza vaak vergeleken met de Holocaust, zoals bij de Palestinademonstratie in Amsterdam. Toen was onder meer op een bordje de retorische vraag ‘Who is the Anne Frank now’ te zien.

‘Een tunnel naar Jan Pieterszoon Coen noemen is gek’

0

Lang was onze koloniale geschiedenis een ondergeschoven kindje. Bovendien werd dit verhaal eenzijdig verteld. De laatste jaren is ons beeld van die tijd drastisch gekanteld. De bundel Ons koloniale verleden in 50 voorwerpen laat dit heel duidelijk zien. 

In dit boek vertellen vijftig auteurs – van jonge historici tot bekende journalisten en schrijvers – verhalen over ons koloniale verleden, aan de hand van vijftig voorwerpen. Het gaat onder andere om het eerste aandeel van de VOC, een skelet van de dodo, een ansichtkaart waarop de afschaffing van de slavernij in 1863 wordt gevierd, het ambtskostuum van Hendrikus Colijn en de bamischijf. We spraken met twee samenstellers van de bundel, de Volkskrant-journalisten Sheila Sitalsing en Tjerk Gualthérie van Weezel.

‘Toen ik begon te werken bij de Volkskrant was ik betrokken bij een serie van vijftig afleveringen over wat iedereen eigenlijk moet weten van de natuurwetenschappen’, herinnert Gualthérie van Weezel zich. ‘Aan die serie moest ik steeds denken als ik de laatste jaren wat las over ons koloniale verleden. Vaak dingen waarvan je denkt: waarom heb ik dat nooit op school geleerd?’

‘We hebben als de Volkskrant toen een groep experts benaderd, die een lijst van vijftig voorwerpen hebben samengesteld die een verrassende blik werpen op onze koloniale geschiedenis. Elk lemma is door een andere auteur geschreven. In onze bundel kijken we naar de tijd voor het kolonialisme, het kolonialisme zelf, waaronder ook het verzet, en naar de postkoloniale periode.

‘We behandelen lichte thema’s, maar ook hele zwarte, zoals de slachtingen op de Banda-eilanden in opdracht van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen. Toen ik dat verhaal voor het eerst las, was ik echt geschokt. Toen besefte ik dat het inderdaad heel gek is dat we een tunnel naar die man hebben vernoemd.’

‘Het gaat niet om goed of fout, maar over een nieuwe manier van kijken’

Deze bundel kun je zien als een zoektocht om ons bewustzijn te voeden, vult Sitalsing aan. ‘De geschiedenis van Nederland werd altijd verteld als twee verhalen. De vaderlandse geschiedenis over Nederland en de koloniale geschiedenis over wat er elders gebeurde. Maar het zijn geen twee aparte verhalen, het is één verhaal.

‘In de Nederlandse musea zie je dit ook terug. Er is een Rijksmuseum waarin de Nederlandse kunst en cultuur centraal staan, en er is een Museum voor Volkenkunde. Het Rijksmuseum is hoe Nederland zichzelf toont, koloniale collecties vertellen hoe Nederland de ander zag. Aan dit boek werkten we in nauwe samenwerking met beide musea, met Valika Smeulders, hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum en met Wayne Modest van het Wereldmuseum. We willen één verhaal vertellen over de gedeelde geschiedenis.’

Sitalsing ziet de bundel niet als ‘woke’. ‘Ik vind dat een idiote vraag. We proberen de geschiedenis vollediger te maken. Veel verhalen over de koloniale geschiedenis zijn niet verteld vanuit het perspectief van de gekoloniseerden, omdat zij vaak geen bezit hadden. Ze hadden geen mooie spullen of schilderijen nagelaten die je in een museum kan terugvinden, er zijn geen dagboeken. Toch konden we bij deze nieuwe verhalen wel degelijk objecten vinden. Soms door anders te kijken naar objecten uit musea. Soms aan de hand van alledaagse gebruiksvoorwerpen. Het verhaal van de hindoestaanse contractarbeiders in Suriname wordt bijvoorbeeld verteld aan de hand van een kapmes. Dat hadden ze wel.’

‘We waren wel een beetje bang in het begin om in de woke-discussie te belanden’, zegt Gualthérie van Weezel. ‘Maar de toon van ons boek is niet beschuldigend. Ik geloof ook dat de maatschappelijke discussie nu een stap verder is. Het gaat ook om nieuwsgierigheid.’ Sitalsing beaamt dit: ‘Het gaat niet om goed of fout, maar over een nieuwe manier van kijken naar bestaande archieven én naar nieuwe vondsten. Waardoor de verhalen veranderen. We populariseren veel nieuwe inzichten uit de wetenschap.’

Sitalsing en Gualthérie van Weezel hebben zelf ook allebei een lemma geschreven: Stitalsing over het eerste aandeel ter wereld en Gualthérie van Weezel over de dodo. ‘Dat ik het lemma schrijven over het eerste aandeel lag voor de hand, want ik ben van huis uit econoom’, vertelt Sitalsing. ‘De  Vereenigde Oostindische Compagnie was ’s werelds eerste multinational. Met de VOC begon het aandeelhouderskapitalisme. Het is een eenvoudig maar revolutionair idee, waarmee je voor de financiering van een onderneming niet langer afhankelijk was van het vermogen van koningen of kooplieden, maar krankzinnig veel geld kon ophalen bij heel veel mensen. Door het eigenaarschap in talloos veel kleine stukjes te hakken, hak je ook het risico in talloos veel kleine stukjes en kun je enorme risico’s nemen. Het verhaal over het eerste aandeel laat zien dat hebzucht, winst, expansie, geld verdienen, belangrijke drijfveren waren achter het kolonialisme. Het ging niet alleen om nieuwsgierigheid, andere culturen ontdekken. De VOC was wel een bijzondere multinational, want ze had ook nog het recht om oorlog te voeren.’

Sitalsing ziet ook lessen voor nu: ‘Aandeelhouderschap impliceert ook medeverantwoordelijkheid. De aandeelhouders van toen wisten niet wat de VOC allemaal uitspookte aan de andere kant van de wereld, maar aandeelhouders van nu weten dat wel, bijvoorbeeld wanneer ze een aandeel van Shell kopen.’

‘Zeelieden hebben naar hartenlust dieren doodgeknuppeld’

Het skelet van de dodo, dat zich in museum Naturalis bevindt, staat in het verhaal van Gualthérie van Weezel symbool voor de ongerepte ecosystemen die er waren maar die inmiddels niet meer zo ongerept zijn. ‘Er zijn veel dieren uitgestorven, de dodo is wel het beroemdste voorbeeld. Ik las voor mijn artikel oude scheepsjournalen, waarin de dodo’s werden beschreven. Ik kreeg er een dubbel gevoel bij. De Nederlandse kolonisten waren avontuurlijk, het was spannend om te lezen. En dankzij de wetenschappers die op dit soort reizen meegingen is de kennis over soorten en evolutie ontstaan. Maar de zeelieden waren ook heel wreed, hebben naar hartenlust dieren doodgeknuppeld en hele ecosystemen verwoest door ratten, varkens en andere exotische soorten te introduceren. De curieuze skeletten van uitgestorven dieren zijn daar de tragische resten van.’

Sitalsing en Gualthérie van Weezel vinden dat westerse landen gestolen erfgoed moeten teruggeven aan de landen waarvan deze museumstukken gestolen zijn. Sitalsing: ‘Het kan dat een regering zegt: laat maar daar, want hier kunnen we er niet voor zorgen. Maar dat is aan de ontvanger. Het is niet aan Nederland om te zeggen dat het geen stukken teruggeeft omdat de eigenaar daar niet voor kan zorgen. Dat is nou net het paternalisme waar we vanaf hoopten te zijn. Overigens heeft een commissie daar net een dik advies over gegeven, en is de regering dat aan het opvolgen. Er gaan nu dingen terug, zoals het kanon van Kandy (gestolen van Sri Lanka), dat ook in ons boek staat.’

Gualthérie van Weezel is het daarmee eens: ‘Het is een beetje alsof iemand je fiets steelt en die niet wil teruggeven, met het argument dat hij zuiniger is op je fiets dan jij. Dat kan echt niet.’ Toch blijven er zich dilemma’s voordoen. ‘Geef je het Krimgoud terug aan Rusland, dat nu over de Krim heerst, of aan Oekraïne? En moet je kunstschatten wel geven aan een regering die deze verpatst? En wat als de regering kunstschatten niet terug wil, maar de lokale bevolking van een gebied wel?’

De belangrijkste vraag van dit boek is hoe je het koloniale verleden van Nederland vangt, zegt Gualthérie van Weezel. ‘Dit boek is een aanvulling op het huidige geschiedbeeld. We proberen iets toe te voegen aan de verhalen. Het perspectief te veranderen. Vroeger was het koloniale verleden het verhaal van witte Nederlanders, maar dat perspectief kan niet meer. Het koloniale verleden moet het verleden van ons allemaal worden, meerdere perspectieven recht doen.’

Maar hoe zit het dan met Turkse en Marokkaanse Nederlanders? Hun landen van herkomst zijn niet door Nederland gekoloniseerd. ‘Dat is inderdaad een ander verhaal’, zegt Sitalsing. Turkije, toen nog het Ottomaanse Rijk geheten, was zelf een koloniserend rijk dat regeerde over vele andere volkeren, aldus de journaliste. ‘Maar Nederland is wel het land waar ze nu wonen’, zegt Gualthérie van Weezel. ‘Ook voor hen is de koloniale geschiedenis relevant. Bovendien, tijdens de Conferentie van Berlijn in 1884, werd Afrika verdeeld door de Europese machten. Waaronder dus Marokko. En mede vanwege de onhandige grenzen die toen werden getrokken en nu nog steeds bestaan hebben we de vluchtelingencrisis.’