18.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 315

COA eist dat gezin vertrekt uit azc – ‘unieke rechtszaak’

0

Een Afghaans gezin moet misschien binnenkort een asielzoekerscentrum in Almelo verlaten. Het gaat om een vader, moeder en hun acht kinderen. Vorig jaar bood de overheid hen een woning aan. Die weigerden ze echter. Daarom mogen ze niet in het azc blijven, vindt het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).

Het gezin woont in het Theaterhotel. Daar vangt het COA asielzoekers en statushouders op meldt RTV Oost. In augustus 2022 kregen de Afghanen een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Maar ze hadden nog geen woning en moesten dus in het azc blijven wonen.

In november bood de overheid het gezin een woning aan in Tholen, in de provincie Zeeland. Het gezin weigerde die woning. Het COA vindt die weigering onterecht. Via de rechter wil het COA dit gezin dwingen het azc te verlaten.

In de rechtszaal vertelden de Afghanen dat de woning in Tholen aan alle eisen voldeed. Een van hun kinderen moet echter regelmatig naar het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Daar wordt hij behandeld voor schisis. De afstand is vanuit Tholen te groot, vindt het gezin.

Het gezin heeft acht jonge kinderen, vertelt de advocaat van het gezin. Als de rechtbank het COA gelijk heeft, komen zij op straat te staan. ‘De vraag is of het gezin bij elkaar kan blijven.’

Het COA houdt voet bij stuk. Het is volgens dat orgaan een unieke zaak. Voor het eerst probeert het COA via de rechter asielzoekers weg te sturen uit een azc. De rechter doet op 16 mei uitspraak.

Drie moskeeën in België riskeren schorsing wegens Turkse inmenging

0

De Vlaamse regering start een schorsingsprocedure tegen drie erkende Turkse moskeeën. Ze zouden zich politiek te veel laten leiden door het Erdogan-regime en moeten hun ‘banden met Turkije doorknippen’.

De moskeeën zijn verbonden aan Diyanet, het Turkse overheidsorgaan voor religieuze zaken. Van negen andere moskeeën wordt dat ook verwacht. Zij hebben tot 15 november tijd om ‘orde op zaken stellen’ wat betreft ‘negatieve invloeden uit Turkije’.  Zo meldt de Belgische krant De Morgen.

‘Buitenlandse inmenging of financiering is ten strengste verboden’, schrijft De Morgen. ‘Alle financiële giften moeten worden geregistreerd in de boekhouding’. Hierbij kijken de Belgische autoriteiten vooral naar de Turkse Diyanet-moskeeën. Geen enkele Diyanet-moskee zou op dit moment voldoen aan het verbod op beïnvloeding uit het buitenland.

De Selimiye-moskeeën in Lommel en Heusden-Zolder en de Kesver-moskee in Aalst krijgen een maand tijd om te reageren, waarna de minister Bart Somers (Binnenlandse Zaken) de knoop over hun erkenning definitief zal doorhakken. Zo’n intrekking zou grote gevolgen hebben. Zo zouden de moskeeën hun financiële steun vanuit de overheid in rook zien opgaan, waaronder hun vrijstelling op de onroerende voorheffing op hun gebouwen. Bovendien zouden de imams hun werk- en verblijfsvergunning in ons land kunnen verliezen.

Volgens Somers kiest Vlaanderen bewust voor een getrapt systeem van sanctionering, zodat er nog een verbetertraject mogelijk is. ‘Anders dreigt de afstand tussen de overheid en de moskeeën alleen maar toe te nemen. We geven lokale geloofsgemeenschappen de mogelijkheid om los te komen van buitenlandse financiering”, zegt hij.

Hindoes in India bang voor ‘omvolking’ door toename aantal moslims

0

Hindoe-nationalisten geloven dat de bevolkingstoename in India wordt veroorzaakt door moslims, die meer kinderen krijgen dan hindoes. Zo verspreiden ze de hindoe-variant op de beruchte extreemrechtse omvolkingstheorie.

Een belangrijke hindoe-influencer die deze spookverhalen verspreidt is Amit Upadhyay, een apotheker uit Uttar Pradesh die op Facebook bijna 40.000 volgers heeft. In april verspreidde Upadhyay de complottheorie dat Indiase moslims doelbewust veel kinderen krijgen, met als doel om de macht in India in handen te krijgen. ‘Ik vertel al mijn hindoeklanten dat ze meer kinderen moeten krijgen, om zo moslims tegen te gaan’, vertelde hij het Franse persbureau AFP. ‘Anders zullen ze een bedreiging worden en uiteindelijk het hindoeïstische geloof uit India wegvagen.’

Moslims krijgen gemiddeld meer kinderen dan hindoes. Volgens het Pew Research Center, een Amerikaanse denktank die demografisch onderzoek doet, zal de islamitische bevolking van India groeien naar 311 miljoen in 2050. Maar ook dan blijven moslims een relatief kleine minderheid in het land, dat dan 1,7 miljard inwoners zal hebben.

Hindoe-extremisten negeren deze feiten echter en vrezen een islamitische overname van India. Ze verspreiden nepnieuws via Facebook, WhatsApp en andere sociale media. Op Facebook begroette een internetgebruiker het nieuws dat er India nu meer mensen wonen dan in China sarcastisch, door de moslims in het land te feliciteren die vijf tot tien kinderen zouden krijgen. Een andere twitteraar vreesde dat India straks verandert in een islamitische staat die de sharia invoert. De haat wordt ook offline verspreid. Zo beweerde hindoepriester Ravindra Puri op een massabijeenkomst in Haridwar dat hindoes tegenwoordig maar een kind krijgen, in plaats van twee. Om de balans te herstellen moesten vrome hindoes drie kinderen krijgen. ‘Een om de natie te dienen, een voor de huishouding en een om de religie te dienen en priester te worden.’

Egypte zet oppositiepolitici op de terreurlijst

0

Egypte heeft veel prominente leden van de Moslimbroederschap opnieuw op de terreurlijst gezet, waar ze voor vijf jaar op zullen blijven staan.

Het gaat om journalisten en andere mensen die werken in de media, mensenrechtenactivisten, artsen, voormalige parlementsleden, zakenlieden en andere tegenstanders van het regime. De meesten wonen in het buitenland.

Een prominent lid op de terreurlijst is bijvoorbeeld Ayman Nour, een voormalige presidentskandidaat. Ook de vooraanstaande journalisten Moataz Matar, Mohamed Nasser en Hamza Zawbaa staan op de lijst, net als 32 journalisten die werken voor de Arabische nieuwszender Al Jazeera, Al Sharq, Mekameleen, Watan, Rassd Network en enkele andere platforms die kritisch zijn over het Egyptische regime.

Mensen die op de terreurlijst staan krijgen een reisverbod, hun paspoort wordt ingetrokken en ze kunnen geen nieuwe aanvragen. Ook kunnen mensen die op de terreurlijst staan geen werk in Egypte meer krijgen en worden hun vermogen bevroren.

President Abdel Fatah al-Sisi regeert Egypte al bijna een decennium met harde hand en vervolgt politieke tegenstanders rücksichtslos. Hij is in 2013 aan de macht gekomen door middel van een militaire staatsgreep, die een einde maakte aan de democratisch gekozen regering van president Mohammed Morsi van de Moslimbroederschap. Leden van de Moslimbroederschap worden keihard vervolgd door het nieuwe regime.

Opmerkelijk is dat de terreurlijst niet helemaal op to date is en dat er enkele mensen op de lijst staan die reeds zijn overleden, waaronder Mohammed Morsi.

‘Turkije gaf IS’ers groen paspoort, waardoor ze de EU konden inreizen’

0

De gepensioneerde Turkse kolonel Ümit Öztürk beweert in een video dat Turkije groene paspoorten afgeeft aan in Syrië getrainde IS-strijders. Dat stelt hen in staat om zonder visum de Schengenzone in te reizen.

Öztürk kwam daar per abuis achter, zegt hij in de video. ‘In mei 2022 was ik op doorreis in Duitsland om een vliegbeurs in Zwitserland te bezoeken. Door de Duitse luchthavenbeveiliging werd ik aangehouden en meegenomen naar een privéruimte. Na 45 minuten werd ik weer vrijgelaten, toen de ambtenaren alle nodige controles hadden afgerond.’

Öztürk kreeg te horen dat zulke groene paspoorten onder verscherpt toezicht stonden, omdat was gesignaleerd dat ze door Syrië-gangers van Oezbeekse en Turkmeense afkomst in Duitsland werden gebruikt. Ook mensen die Jezidi’s tot seksslaven hadden gemaakt.

Öztürk reageert verbolgen: “Dit [groene] paspoort wordt uitgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het wordt gegeven aan de hoogste ambtenaren van de staat. Hoe kan het dat dit paspoort wordt gegeven aan onbekende mensen zoals die van de Islamitische Staat?’

De Turkse regering wordt al lange tijd beschuldigd van steun aan jihadisten in Noord-Syrië. Met het Assad-regime wil de Turkse regering, na jaren van vijandigheid, weer gesprekken voeren, vooral om de miljoenen Syrische vluchtelingen in Turkije terug te sturen.

Verkiezingsnieuws Turkije: opkomst al hoger dan in 2018

0

Uit gegevens van de Hoge Kiesraad in Turkije blijkt dat ruim 713.000 Turken in het buitenland al hebben gestemd. Dat is een fors hogere opkomst dan de verkiezingen in 2018. Zo meldt de Turkse nieuwssite Son Haber.

Vooral in Oostenrijk en Frankrijk stemmen Turken meer. De opkomst is daar respectievelijk 72 procent en 60 procent hoger dan in 2018. Ook in Duitsland wordt er vaker gestemd. Daar is een stijging van 37 procent.

In Nederland staat de teller na drie dagen op ruim 67.000 Turken die hebben gestemd, op ongeveer 260.000 stemgerechtigden. In 2018 brachten ongeveer 120.000 daadwerkelijk hun stem uit.

Dat ging op de tweede dag niet geheel vlekkeloos. Zo braken er vechtpartijen uit tussen sympathisanten van Erdogan en de oppositie, in Amsterdam en Antwerpen. Ook in de Franse stad Marseille zou de stembusgang onrustig verlopen, volgens de islamistische krant Yeni Safak.

In Turkije is de verkiezingscampagne ondertussen in volle gang. Zo heeft de Turkse oppositie een enthousiasmerende video naar buiten gebracht. De verenigde oppositie, de Tafel van Zes, wil de verkiezingen in één ronde winnen. Dat wordt nog knap lastig. Ook omdat de Turkse oppositie in april slechts 32 minuten zendtijd kreeg van de Turkse staatszender TRT, en de AK-partij van Erdogan ‘maar liefst 32 uur’, schrijft de Turkse nieuwssite Duvar.

Maar het kan nog altijd erger in Turkije. Zo werden vorige week meer dan honderd Koerdische journalisten en activisten opgepakt. De Koerdische journalisten Dicle Müftüoglu en Sedat Yilmaz zijn daar vandaag aan toegevoegd. Zij zijn ook achter de tralies gezet, meldt de Turks-Armeense krant Agos.

Rabbijn Soetendorp: ‘Wie niet in wonderen gelooft, is geen realist’

In Levenslessen van een rabbijn blikt Awraham Soetendorp terug op de 80 jaar die achter hem liggen. ‘Een mens beleeft veel in een leven – maar herbeleeft nog meer.’

Op 4 mei spreekt rabbijn Awraham Soetendorp (1943) tijdens de herdenkingsdienst in de Grote Kerk in Den Haag. Een verhaal houden voor een zaal met mensen is anders dan een boek schrijven, vindt hij. ‘Als ik voor een groep sta, klein of groot, dan gebeurt er iets met de gezichten van mensen, er ontstaat een bepaalde sfeer.’

Onlangs verscheen Levenslessen van een rabbijn, waarin lessen zijn opgetekend die Soetendorp terugkijkend op zijn leven heeft geleerd. Soetendorp was van 1968 tot 2008 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag en actief bij tal van internationale clubs die zich inzetten voor dialoog en contacten tussen verschillende religies. Het boek is geschreven door journalist Annemiek Leclaire, die hem hiervoor meerdere malen interviewde.

In het boek vertelt Soetendorp over zijn ouders en tante Trees, die door aan ‘baby Sjalommetje’ te denken – Sjalom is de tweede naam van Soetendorp – Auschwitz overleefde. Maar hij verloor in de oorlog ook talloze familieleden. Hij vertelt in het boek ook over spanningen in het gezin toen hij opgroeide en ontmoetingen met mensen die de oorlog hadden overleefd maar worstelden met schuldgevoelens.

Een aangrijpende scène gaat over zijn ouders, die samen met baby Awraham in Amsterdam-Oost woonden. Er was een razzia in de wijk. De voordeur werd opengebroken door een SS-officier. De man kwam binnen, keek in de wieg en zei tegen de drie maanden oude baby: ‘Schade dass du ein Jude bist.’ Vervolgens zei hij: ‘Jullie zijn te vies, ga je wassen, we komen morgen terug.’ Hij wist dat ze dan zouden ontsnappen. De vader van Soetendorp zei altijd tegen zijn zoon dat hij nooit moest vergeten dat een SS’er zijn leven had gered.

U heeft zoveel verdriet meegemaakt. Uw familie onderging uitzonderlijk leed. Hoe kunnen mensen die dit niet hebben meegemaakt daar levenslessen uit halen?

‘Iedereen die in vrede leeft, beleeft ook momenten van vreugde en vormen van leed. In mijn boek vertel ik openhartig over mijn tante Trees, die op hoge leeftijd na een beroerte besluit euthanasie te plegen. Ik was erbij aanwezig. Wij hadden een diepe band.

Het boek gaat ook over mij. We woonden in Israël toen ik als negenjarig jongetje met een speelgoedpijltje mijn zusje verwondde aan haar oog. Het oog kon niet meer gered worden. Ik deed het niet expres, maar ik heb het wel gedaan. Het is meer dan zeventig jaar geleden gebeurd, maar het is iets waar ik bijna dagelijks nog aan denk. Een mens beleeft veel, maar herbeleeft nog veel meer.’

In het boek vertelt u dat u geïnspireerd bent door de Joods-Franse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995). Wat boeit u aan hem?

‘Ik herken me in Levinas, die ik overigens nooit heb ontmoet. Hij dacht na over hoe we elkaar in gelijkwaardigheid kunnen ontmoeten: door het naakte aangezicht van de ander te zien. Of zoals mijn vader, die ook rabbijn was, tegen mij zei: ‘Je ontmoet God in de pupillen van de ander.’

Ik zal je vertellen over het toppunt van vreugde. Ik was op het huwelijk van mijn kleindochter en daar was een dochtertje van acht maanden van de andere kleindochter. Het was een zonovergoten dag, ze zat op mijn schoot. Ik keek in haar ogen. Het is ongelooflijk hoe haar blik helemaal door mij heen ging. Plotseling dacht ik: zou zo’n blik de blik zijn geweest waarmee ik die SS-officier vertederde, die zich in 1943 over de wieg boog en mij gespaard heeft? De oorlog heeft in mijn leven grote invloed. Maar mijn boek is geen verhaal over de oorlog. Het is het verhaal van iemand die geboren is in de oorlog en die de weg aflegt van overleven naar leven. In wezen legt iedereen diezelfde weg af. Overleven van dingen die gebeuren in je leven en in de levens van anderen waarbij je betrokken bent.’

In onze tijd zijn er ook mensen die in de verdrukking leven. In Amsterdam ligt bijvoorbeeld op een desolate plek, tussen de fabrieken en bedrijven, een cruiseschip met honderden asielzoekers. Velen wachten al maanden op een eerste gesprek met immigratiedienst IND. Hoe kijkt u tegen dat soort schrijnende situaties aan?

‘Daadwerkelijk oog hebben voor mensen in verdrukking is een enorme opgave. Je moet helpen zonder er zelf aan onderdoor te gaan. In 1979 waren er bootvluchtelingen uit Vietnam. Zij kwamen toen in het nieuws, maar ik vond net als zovelen dat ze niet voldoende geholpen werden.

Toen ben ik naar het Rode Kruis gegaan. Het was vijf uur ’s middags, het kantoor ging bijna dicht, maar ik werd wel binnengelaten. Ik zei: ‘Hoe kan dat nou, dat jullie kantoor dichtgaat terwijl de wereld brandt? Die mensen verdrinken.’ Toen zeiden ze tegen mij: ‘Wij maken dit elke dag mee. U bent nu in beweging gekomen, maar wij komen vierentwintig uur per dag, jaar in jaar uit, in beweging. Hoe kun je die betrokkenheid volhouden als je geen rust neemt?’

We zijn niet altijd in staat om het leed van asielzoekers tot ons door te laten dringen. Onze samenleving ziet daar maar een klein beetje van, dat is hoe we ermee omgaan. Maar zo zien we de belangrijke contouren van wat veranderen moet.

Ik heb mij aan het begin van de oorlog in de Oekraïne gericht tot de leiding van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Ik heb gezegd dat het heilloos is om die oorlog te voeren en het belang van oplossingen benadrukt, de mogelijkheid van vrede.

‘We zijn niet altijd in staat om het leed van asielzoekers tot ons door te laten dringen’

Ik kan het nog sterker zeggen, Israël bestaat nu vijfenzeventig jaar. Ik ben in alle vezels van mijn bestaan met Israël verbonden. Ik heb door de jaren heen zoveel mensen ontmoet aan Israëlische kant maar ook aan Palestijnse kant die met heel hun wezen vrede willen.’

Maar waarom is dat dan nog niet gelukt?

‘Omdat het niet eenvoudig is. Het is een conflict tussen rechten. Wie heeft het grootste recht en wie het minste? Mijn Israëlische broeders en zusters hebben alle recht om eindelijk in een land te leven waar rust is en vrede, waar kinderen zich kunnen ontwikkelen. Mijn Palestijnse broeders en zusters hebben alle recht om een bestaan te hebben waarin kinderen kunnen opgroeien, een perspectief. Ze komen niet tot elkaar.’

Denkt u dat het ermee te maken heeft, dat ze de glans in elkaar ogen nooit hebben gezien?

‘Ja, te weinig. Sommigen hebben dat wel. Avishai Margalit, een ethicus uit Israël, zegt dat de weg naar een rechtvaardige samenleving te lang is. Streven naar een fatsoenlijke samenleving is realistischer. Dat is een samenleving waarin niemand meer vernederd wordt. En die vernedering, het willen toebrengen van vernedering, dat is er nog te veel in de wereld.

Zo’n twintig jaar geleden was ik op bezoek in een Palestijns dorp. Er was een gebouw vernietigd omdat volgens Israël van daaruit terrorisme was gepleegd. Ik werd voorgesteld aan de Palestijnse burgemeester en er werd verteld dat ik in de oorlog was geboren. Toen zei de burgmeester tegen mij dat hij het bijzonder op prijs zou stellen als ik vertelde wat het betekende om als Joodse baby in de oorlog te leven. Het was zo ontroerend, want ik had helemaal niet verwacht dat iemand in dat Palestijnse dorp open stond voor een verhaal van de Jood als slachtoffer in een oorlog.’

Vindt u het belangrijk dat nieuwkomers in ons land zich ook verbinden met de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog?

‘Heel belangrijk. Zij moeten weten dat er honderdduizend Nederlandse Joden zijn vermoord. Zij werden er in de oorlog mee geconfronteerd dat je honderden jaren in een land kunt leven – ik geloof dat mijn voorouders al in de zeventiende eeuw hier woonden – en dan plots wordt alles afgenomen, omdat je eigenlijk die buitenstaander zou zijn, die ander. Hoe kan dat? Is dat van buiten gekomen? Ja, er was de bezetting, er waren ideologieën die zich meester maakten van het land. Het is belangrijk dat je dat weet, en dat dit nooit meer mag gebeuren.

Ik ben aan de ene kant optimistisch. Ik heb aan de wieg gestaan van respecteducatie. Dat gaat over geworteld zijn in dit land en gelijkwaardigheid, fatsoen. Ik was in een klas op een islamitische school in Den Haag en daar vertelde ik dat ik een rabbijn ben. ‘Dat is net zoiets als een imam. Mijn naam is Abraham’, zei ik. ‘Weten jullie wie Abraham is?’ Ze antwoordden: ‘Ja, een profeet.’ ‘En weten jullie wie zijn kinderen waren?’ ‘Ja, dat zijn Ismael en Izaäk.’ ‘Wat betekent dat?’, vroeg ik. Een jongen in de klas, die onderuitgezakt zat, zei: ‘Dat is cool, dan zijn we familie.’

Dat ‘we zijn familie’, dat is z’n oerbesef. Dat probeer ik eigenlijk uit te drukken. Dat kijken in de ogen van de ander, dat lichtje. Er is nooit iemand in de geschiedenis geweest die precies hetzelfde was als iemand anders en er zal nooit iemand zijn die precies hetzelfde is als een ander. Wat betekent dat? We zijn in de eerste plaats een uniek mens – een broeder – en pas daarna onderdeel van een volk, geloof of etnische groep.

In Soedan is weer een oorlog uitgebroken. Dat land heeft al zoveel oorlogen meegemaakt en er is honger. Over het World Economic Forum wordt heel smalend gedaan. Maar ik was van 2001 tot 2010 jaarlijks in Davos, als medeoprichter van een organisatie die de dialoog tussen de islam en het Westen stimuleerde. Ik sprak er een man van de Verenigde Naties die met bepaalde apparatuur water opspoorde, onder de oppervlakte van de aarde. Op bepaalde plekken is een concentratie van water, maar die is vaak onzichtbaar.

Hij vertelde dat hij in Soedan was om water op te pompen. Maar hulpverleners als hij werden zo bedreigd, dat ze zijn weggegaan. Dan zie je de waanzin die steeds opkomt. In de Bijbel wordt gesproken over de zoon van Abraham, Izaäk, die groef naar waterbronnen die onder het zand lagen. Maar wat deden de Kanaänieten? Ze hadden dorst, maar hielden het zoeken naar de bronnen tegen. Ze zorgden ervoor dat de kinderen van Izaäk geen water hadden. Ze wilden liever dat iedereen dorst had, dan dat ze de ander wat water gaven. Dat is nog steeds iets wat doorgaat.

In Soedan bevecht men elkaar nu van straat tot straat. We zagen op televisie die vliegtuigen weer, die mensen kwamen ophalen, terwijl al die anderen moeten blijven. Net als in Afghanistan. Het blijft maar doorgaan.

In het paradijsverhaal in de Thora roept God naar Adam: ‘Ajeka?’ Dat betekent: ‘Waar ben je?’ Adam roept terug naar God: ‘Waar ben jij?’ Ze kunnen elkaar niet vinden, terwijl ze elkaar zo bitterhard nodig hebben.

Wat zou er gebeuren als alle gelovigen uit islam, jodendom, christendom, hindoeïsme en boeddhisme, en alle mensen die een spirituele vonk voelen buiten die religies, samen die roep vertalen en alle krachten bundelen tot één reddende, helende kracht? Dat klinkt nu ver weg, abstract en onmogelijk. Er is echter een spreuk die toegeschreven wordt aan leiders in Israël, maar in wezen door zoveel mensen is uitgedrukt: ‘Hij die niet in wonderen gelooft is geen realist.’ En dat wonder is in onszelf. Dat wonder is de ontmoeting met jezelf in de ander.’

Awraham Soetendorp en Annemiek Leclaire, Levenslessen van een rabbijn (Balans, 2023), 160 pp, 15 euro.

Cartoonisten spreken over vrijheid. ‘Als woke de overhand krijgt, stop ik ermee’

0

In het kader van de Internationale Dag voor de Persvrijheid interviewt de Kanttekening de cartoonisten Jos Collignon en Ruben Oppenheimer. Zij liggen steeds vaker onder vuur, vertellen ze. ‘Ik word al jarenlang voor antisemiet uitgemaakt, maar ik ben nu ook een racist en een seksist.’

In het bijzonder cartoonisten maken zich hard voor het vrije woord, maar dat leidt ook tot spanningen. Collignon (de Volkskrant) en Oppenheimer (NRC, Algemeen Dagblad en De Limburger) hebben veel fans, maar ook veel vijanden gemaakt.

Jos Collignon (73) is al meer dan veertig jaar spotprenttekenaar. Sinds 1980 werkt hij voor de Volkskrant, waar hij na zijn pensionering nog steeds voor tekent. ‘Ik maak nu echter twee cartoons per week, in plaats van drie. Voor de Volkskrant heb ik in totaal tussen de zesduizend en zevenduizend tekeningen gemaakt. Toen ik bij de krant ging werken zat cartoonist Opland er nog. De krant was zijn speeltuintje en hij wilde mij wegwerken. Later kregen we wel een goede band.’

Collignon tekende daarnaast voor het satirische blad De Opstoot, waarvan maar dertien nummers verschenen, en voor de FNV. ‘Ik maakte zelfs een stripverhaal over CDA-kroonprins Elco Brinkman, die Ruud Lubbers zou moeten opvolgen als premier. Maar toen het CDA in 1994 dramatisch verloor en in de oppositie belandde, kwam er hier niets meer van terecht.’

Colligon houdt van satire, maar neemt zijn werk heel serieus. ‘De tekening maken is een flinke uitdaging. Ik vind de ambachtelijkheid belangrijk. Dat is voor mij ook de lol. De details die deze cartoon zo sprekend maken. Elke ochtend ga ik er goed voor zitten. Wat wil ik zeggen? Hoe wil ik het zeggen? Hoe maak ik mijn prent interessant? Soms is de cartoon heel snel af, soms duurt het wat langer.’

Jos Collignon (beeld: Jos Collignon)

Antisemitismebeschuldiging

Collignon won in 2009 de Inktspotprijs en in 2012 de Grote Prijs van Press Cartoon Europe. Dit neemt echter niet weg dat hij gedurende zijn carrière ook vijanden heeft gemaakt. Vooral zijn Israëlkritische cartoons hebben kwaad bloed gezet. Zo was er in maart 2012 veel commotie over een cartoon waarop een arm is te zien die een pak geld in de binnenzak van Geert Wilders stopt. In een tekstballon bedankt de PVV-leider de gulle gever in het Hebreeuws. Toenmalig PVV-Kamerlid Hero Brinkman, rechtsonder in beeld, vertaalt: ‘Dank u beleefd en maakt u zich geen zorgen.’

Collignons tegenstanders vonden deze cartoon antisemitisch, omdat Joden hier met heimelijke praktijken en geld zouden worden geassocieerd. Publicist Joost Niemöller zag in de cartoon zelfs bijna de opmaat tot een nieuwe Holocaust, en Robert Kopuit van de Joodse Omroep deed aangifte tegen de tekenaar. Nergens op de cartoon is echter een Joodse man of vrouw te zien, alleen maar een arm. De officier van justitie besloot mede daarom dat de cartoon niet strafbaar is, en de zaak werd geseponeerd.

In 2019 haalde Collignon opnieuw de woede van Israëlminnend Nederland over zich heen, met een cartoon waarin hij de Britse Labourpoliticus Jeremy Corbyn verdedigde die door zijn tegenstanders ervan werd beschuldigd te weinig tegen antisemitisme in zijn partij te doen. Collignon zou antisemitisme bagatelliseren en Corbyn voorstellen als een Messias, aldus het Nieuw Israëlietisch Weekblad.

Soms verkijk ik mij wel op situaties, en schat ik het toch net een beetje verkeerd in

De cartoonist zit er niet mee, vertelt hij. ‘De antisemitismebeschuldiging is vaste prik, zolang ik als cartoonist werk. Het is een hele valse truc, maar wel een die werkt. Ze willen Israëlcritici monddood maken door hen van antisemitisme te beschuldigingen en te linken aan de oorlog. Veel mensen zijn hier gevoelig voor, en gaan in dit valse narratief mee. Gelukkig is er nog nooit een cartoon van mij over Israël teruggetrokken.’

Marokkanen op scooter

Een cartoon van Collignon over Marokkaanse jongeren op een scooter die de wereldcup jatten daarentegen werd na ophef op Twitter wel van de Volkskrant-website gehaald, omdat die stigmatiserend zou zijn voor Marokkaanse Nederlanders. Maar de cartoon stond toen al wel in de papieren versie van die krant.

Spijt van deze cartoon heeft Collignon niet. ‘Soms verkijk ik mij wel op situaties, en schat ik het toch net een beetje verkeerd in. Maar dat overkomt iedereen. Ik ben blij dat ik cartoons maak voor een voldoende liberaal dagblad, dat mij uitingsvrijheid biedt.’ Dat de Volkskrant de gewraakte prent van de site haalde vindt hij overbodig. ‘Het terugtrekken van een cartoon door een krant is sowieso lastig, vanwege sociale media. Nu blijven alle cartoons online te vinden.’

Een cartoon in februari dit jaar over columnist Aaf Brandt Corstius leidde tot seksismeverwijten. Collignon: ‘Ik word al jarenlang voor antisemiet uitgemaakt, maar ik ben nu ook een racist en een seksist.’

Ook ziet Collignon kentering wat betreft zijn Israëlcartoons: ‘Nu premier Benjamin Netanyahu een fascistische koers inslaat vinden veel meer mensen hem fascistisch, ook mensen die vroeger heel kritisch waren over mijn Israëlkritische cartoons. Antisemitismeschreeuwers zijn nu in de verdediging, want in Israël zelf zijn er nu demonstraties tegen de regering. Dat bevalt mij wel.’

Conflict met Benali

Ruben L. Oppenheimer (48) maakt zich meer zorgen over de vrijheid van expressie dan Collignon, vooral naar aanleiding van het intrekken van de cartoon over Marokkaanse jongeren. ‘Dat de Volkskrant, zijn eigen krant, de stekker uit die cartoon trok, vind ik kwalijkere censuur dan wat overheden doen.’

Zelf heeft Oppenheimer meerdere keren meegemaakt dat cartoons van zijn hand zijn ingetrokken. Eerst door De Limburger, waarop hij besloot zijn samenwerking met de krant op te zeggen. ‘Pas toen er een nieuwe hoofdredacteur kwam, ben ik weer voor hen gaan tekenen.’

Ook NRC schrapte een keer een cartoon van Oppenheimer, toen hij de Libanees-Vlaamse schrijver en politicus Dyab Abou Jahjah tekende als de Disney-wolf Midas in een kostuum van een van de drie biggetjes. Van islamitische zijde kwam er kritiek op het feit dat Abou Jahjah was afgebeeld als varken. Dat zou islamofoob zijn, omdat varkens in de islam onrein zijn. ‘Nu is Abou Jahjah geen moslim’, stelt Oppenheimer droogjes vast, ‘maar die nuance werd in het kabaal overschreeuwd.’

De Marokkaans-Nederlandse schrijver Abdelkader Benali mengde zich ook in het koor der critici. ‘Die cartoonist zou in de Nazi-tijd zich werkelijk hebben uitgeleefd’, twitterde hij. Dit stak Oppenheimer bijzonder, omdat hij Joods is, en Benali volgens hem kon weten dat Oppenheimer een Joodse naam is. ‘Toen Benali in 2016 toetrad tot de jury van de Inktspotprijs maakte ik bezwaar. Of Benali werd uit de jury gezet, of ik deed niet mee als deelnemer aan deze wedstrijd. Benali werd uit de jury gezet.’

In 2021 legden Oppenheimer en Benali hun ruzie bij in een dubbelinterview in de Belgische krant De Standaard. De cartoonist gelooft niet dat Benali kwaad in de zin heeft, vertelt hij terugkijkend, maar vindt wel dat de schrijver zich ‘intellectueel beperkt’ uit.

Kaag als heks

In 2021 tekende Oppenheimer een cartoon waarin te zien is hoe D66-leider Sigrid Kaag als ‘heks’ op een bezemsteel de Twin Towers in vliegt. D66’ers en feministen reageerden verontwaardigd, maar NRC bleef achter de spotprent staan. ‘De hoofdredacteur belde mij die avond en vroeg mij wat hij voor mij kon doen.’ Oppenheimer vindt de kritiek van D66 hypocriet. ‘Ze vonden kritische cartoons over hun tegenstanders fantastisch, maar stonden op hun achterste benen toen Kaag aan de beurt was. Terwijl het helemaal geen negatieve cartoon was. Ik speelde met de heks-opmerkingen die tegen haar werden gemaakt, en tekende Kaag als een hele zelfbewuste heks. Maar opeens was ik de seksist.’

Cartoonist Ruben L. Oppenheimer over zijn cartoon van Sigrid Kaag en Mark Rutte bij Op1 (beeld: Youtube)

Ook advocaat Theo Hiddema, die toen nog geen Kamerlid was voor Forum voor Democratie, deed in 2014 aangifte tegen de cartoonist. Oppenheimer had hem getekend als ‘louche advocaat’. ‘Eerst was dat wel leuk, lekker extra aandacht voor je werk’, blikt hij terug. ‘Maar toen de rechter Hiddema in gelijk stelde, was dat heel vervelend. Gelukkig ben ik in hoger beroep vrijgesproken. Journalistenvakbond NVJ stond mij juridisch bij. Het heeft mij geen geld gekost, wel veel tijd en energie.’

‘In mijn tekeningen neem ik altijd heldere posities in, maar in het echte leven ben ik heel gebalanceerd’

Oppenheimer vindt zijn eigen politieke voorkeur niet zo interessant. ‘Die is fluïde geworden’, zegt hij. Wel heeft hij vrijheid en democratie hoog in het vaandel staan. ‘Ik vrees extreemlinks meer dan extreemrechts. Aan de extreemrechtse kant roepen ze wel over tribunalen enzo, maar dit is vaak grootspraak van anonieme toetsenbordenhelden. Bij extreemlinks menen ze wel wat ze zeggen. Ook is het antisemitisme aan de extreemlinkse kant venijniger. Omdat ik Joods ben word ik door hen automatisch als een moslimbasher gezien. Terwijl ik bijvoorbeeld de Turkse president Recep Tayyip Erdogan bekritiseer omdat hij van Turkije een autoritaire staat heeft gemaakt en de persvrijheid de nek omdraait, niet omdat hij moslim is.’

Scheldpartijen

De cartoonist heeft een Turkse ex en kent daardoor Turkije goed, vertelt hij. Daarom gaan de gebeurtenissen in dit land hem aan het hart. De strijd tegen Erdogan heeft Oppenheimer veel problemen opgeleverd, zoals scheldpartijen en bedreigingen, maar ook heeft Facebook zijn account opgeschort na veel boze meldingen door Turken. ‘Gelukkig is dit snel weer teruggedraaid.’ Van dissidente Turken kreeg Oppenheimer na de aardbeving van 6 februari juist complimenten, vertelt hij. ‘Ik tekende wat Turkse cartoonisten niet meer durfden te tekenen.’

‘In mijn tekeningen neem ik altijd heldere posities in, maar in het echte leven ben ik heel gebalanceerd’, besluit Oppenheimer. ‘Ik kan mij heel goed inleven in andere meningen, in andere mensen. Daarom maak ik mij ook zorgen over ‘woke’. Zij veroordelen alles wat afwijkt van hun eigen standpunten, verketteren iedereen die ook maar een beetje anders denkt. Ik vind het goed dat we meer empathie opbrengen voor bijvoorbeeld transpersonen en ik wil best kennisnemen van andere wereldbeelden. Maar ze dringen het op. Een repliek is niet mogelijk. Een andere mening is meteen fout, meteen haat. Vroeger was je fout als de ander je voor antisemiet of racist uitmaakte, nu ben je dat als je voor islamofoob of transfoob wordt versleten. Mocht woke de overhand krijgen, dan houd ik – als Joodse witte man van middelbare leeftijd, en een kapitalist bovendien – de eer aan mijzelf en stop ik bij de krant.’

Moslims rouwen om koranreciteur (21) die overlijdt na motorongeluk

0

Zakaria el-Aissati, die onder moslims bekendheid genoot als reciteur van de Koran, is zondag overleden na een motorongeluk in Frankrijk. De neef van imam Mourad el-Aissati van Moskee Roosendaal is 21 jaar oud geworden.

‘Middels dit bericht wil ik u melden dat op 21-jarige leeftijd mijn geliefde neef Zakaria el-Aissati is overleden’, meldde de imam zondag op Facebook. De jongeman was zaterdag op weg naar huis, na een korte vakantie, toen hij bij de Franse plaats Guignicourt-sur-Vence betrokken raakte bij een ongeval. Na diverse operaties overleed hij in de hierop volgende nacht.

De moskee vraagt moslims om Zakaria el-Aissati te gedenken in smeekbeden (dua‘s). Ook roept de gemeenschap mensen op te luisteren naar een recente koranrecitatie door El-Aissati. Op YouTube is onder andere nog zijn taraweeh-recitatie uit 2015 terug te vinden.

De IslamOmroep meldt dat El-Aissati bekendheid genoot vanwege ‘zijn koranmemorisatie, zijn verbondenheid met de islam en zijn voorgang in het gebed, waaronder de taraweeh-gebeden’. Ook sprak de omroep met de familie van de overledene. Zij omschrijven Zakaria als ‘een zeer vrolijke jongeman die erg geliefd was’.

Er komt nog een janazah-gebed, het islamitische gebed voor overledenen. Dat dergelijke gebeden tot een hoge opkomst kunnen leiden, bleek vorige week bij de Blauwe Moskee in Amsterdam. Voor de eveneens onverwacht overleden Younes Daia (19), leerling van het Caland Lyceum in Nieuw-West, zaten er zo veel mensen in de moskee dat een groot aantal bezoekers in de buitenlucht moest staan. De lokale zender AT5 meldt dat Daia om het leven kwam bij een scooterongeluk nabij de Vrije Universiteit, aan De Boelelaan.

(beeld: Blauwe Moskee)

Discriminatierapport: racisme nam in 2022 toe

0

De politie registreert voor het derde jaar op rij meer discriminatie. Racisme heeft het grootste aandeel hierin, en het aantal meldingen van racisme neemt ook toe. Dat meldt discriminatie.nl in haar nieuwe rapport Discriminatiecijfers 2022.

In discriminatie.nl werken antidiscriminatiebureaus (ADV’s) samen. Zij boden dinsdag hun rapportage aan minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) aan. ‘Helaas laten de cijfers zien dat er nog een lange weg te gaan is’, reageert de minister. ‘Dat vraagt inzet en betrokkenheid vanuit de samenleving en het Rijk om discriminatie te bestrijden. Ook moeten we de drempels wegnemen om discriminatie te melden. Samen met collega-bewindspersonen en de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme werk ik daar hard aan.’

De politie registreerde 6738 klachten wegens discriminatie, een toename van 2 procent ten opzichte van 2021. Bij ADV’s nam het aantal klachten ten opzichte van 2021 juist met een kwart af, om uit te komen op 5281. Dat komt voor het grootste deel doordat er in voorgaande jaren veel klachten waren over discriminatie vanwege coronamaatregelen.

Herkomst (huidskleur, afkomst, etniciteit) is bij alle instanties de meest gemelde grond voor discriminatie: 43 procent van de meldingen gaat hierover. En deze vorm van discriminatie – racisme – neemt toe. Na herkomst zijn ook geaardheid (32 procent) en antisemitisme (8 procent) veel voorkomende vormen van discriminatie.

Islamkenner Martijn de Koning reageert kritisch, vooral richting de politie: ‘Opnieuw valt op dat de politie discriminatie jegens moslims niet apart registreert’, twittert hij. ‘Een grove nalatigheid, zeker als je discriminatie jegens joden wel apart meeneemt en bij de ADV’s blijkt dat discriminatie jegens moslims het hoogst is op het gebied van levensbeschouwing.’