Als het aan de Tunesische president Kais Saied ligt, zal de nieuwe grondwet de islam niet langer erkennen als staatsgodsdienst. De president zal naar verwachting deze week het nieuwe grondwetsontwerp ter referendum indienen.
‘De volgende grondwet van Tunesië zal het land geen staat noemen met de islam als religie, maar spreken over het behoren tot een umma (gemeenschap, red.) die de islam als religie heeft’, zei de president.
De islam was eerder wel de staatsgodsdienst van Tunesië, hoewel het land niet de sharia onderschrijft.
Het eerste artikel van de Tunesische grondwet van 2014, die werd aangenomen na de revolutie van 2011, stelt dat het land ‘een vrije, onafhankelijke en soevereine staat is, met de islam als zijn religie en met Arabisch als zijn taal’.
Saied nam vorig jaar de controle over de regering en ontbond het parlement. De oppositie spreekt van een coup.
De Franse stad Grenoble wilde de boerkini toestaan in het zwembad, maar de Raad van State heeft het boerkiniverbod in openbare zwembaden bevestigd.
Een maand geleden stemde de gemeenteraad van Grenoble voor een motie die stelde dat boerkini’s in het zwembad toegestaan zijn. De linkse burgemeester van Grenoble, Eric Piolle, verdedigde het toestaan van de boerkini als een overwinning op de laïcité, de scherpe scheiding tussen kerk en staat in Frankrijk. Maar het besluit leidde tot grote onrust in Frankrijk, waar de laïcité heilig is.
De rechtbank van Grenoble floot het besluit, vlak nadat het werd genomen, terug. Daartegen tekende de stad vervolgens beroep aan. En nu heeft de Raad van State, het hoogste administratieve rechtscollege van Frankrijk, de uitspraak bevestigd. De raad zegt dat het gemeentelijke reglement in Grenoble ‘het beginsel van neutraliteit van openbare diensten ondermijnt’.
Voor de radicaal-linkse website Révolution Permanente is de uitspraak eem zoveelste bewijs dat Frankrijk door en door ‘islamofoob’ is, een mening die door veel moslims wordt gedeeld.
Minister Gérard Darmanin (Binnenlandse Zaken) juicht het besluit van de Raad van State op Twitter toe als ‘overwinning voor de wet van het separatisme (een onlangs aangenomen wet die ‘religieus separatisme’ de kop in wil drukken, red), voor het secularisme – en verder voor de hele Republiek.’
De slavernij was niet alleen een Hollandse en Zeeuwse aangelegenheid. Ook Groningen profiteerde ervan en investeerde erin. Dat laat een nieuwe expositie in het Museum aan de A te Groningen zien, die ook focust op de nog altijd zichtbare gevolgen van slavernij.
Bij het Nederlandse slavernijverleden wordt snel gedacht aan steden als Amsterdam, Middelburg of Rotterdam. Het zijn plaatsen die een Kamer – afdeling – van de VOC en de WIC huisden, plaatsen ook die de geschiedenislessen over slavernij halen. Amsterdam, Rotterdam en Utrecht maakten inmiddels hun excuses voor hun slavernijverleden. Maar de slavernij was zó ingeburgerd dat meer delen van het land ervan profiteerden en er actief aan meededen. Ook Groningen.
Dat verhaal wordt verteld in de tentoonstelling Slavernij. En de Groningers?, die te bezoeken is in het Museum aan de A, het voormalig Noordelijk Scheepvaartmuseum. De expositie staat niet op zichzelf. De stad en provincie zijn gedurende 2022 toneel van Bitterzoet Erfgoed, een culturele manifestatie die het slavernijverleden van de stad en provincie onderzoekt. Door heel Groningen besteden musea, erfgoedinstellingen en culturele en educatieve organisaties aan het thema.
‘Groningers waren op veel manieren betrokken bij de slavernij’, zegt Annet van der Meer, gastconservator van de tentoonstelling in het Museum aan de A. Het begint bij de VOC, waarvan geen Groningse vertakking was – tot teleurstelling van de elite destijds, zegt Van der Meer. ‘Maar’, vertelt ze, ‘er zijn veel aanwijzingen om aan te nemen dat Groningen alsnog in de VOC investeerde en zelfs zeggenschap had via Zeeland.’ Daarnaast werkten duizenden Groningers aan boord van de VOC-boten, waarvan zeevaarder Abel Tasman – het Australische eiland Tasmanië is naar hem vernoemd – wellicht het bekendste voorbeeld is.
Zo had de provincie alsnog profijt van de VOC, ook al bleek een eigen Kamer onbereikbaar. Het lukte de Groningse elite vervolgens wél om een WIC-Kamer naar de noordelijke provincie te halen, nadat er genoeg geld bij elkaar was gesprokkeld. In 1622 zag de Kamer ‘Stad en Lande’ het levenslicht, waarmee Groningen een flink aandeel in de West-Indische Compagnie kreeg. Na jarenlange oorlog met Portugal en Spanje om Braziliaans territorium en een daaropvolgend faillissement, ging de WIC zich vanaf 1675 volledig op de handel concentreren. De beruchte WIC-driehoek ontstond: vanuit Nederland gingen schepen met goedkope handelswaar naar West-Afrika, die werd geruild voor tot slaaf gemaakten, waarna de boot Suriname en het Caraïbisch gebied aandeed, om vervolgens met koloniale waar terug te keren naar Nederland.
Van die dynamiek profiteerde niet alleen de Groningse elite die daadwerkelijk in de WIC investeerde, maar ook de gewone Groninger. ‘Er moest namelijk van alles mee aan boord van de schepen,’ legt Van der Meer uit. Denk aan producten zoals bier, handboeien, textiel en ruilmiddelen die nodig waren bij aankomst in West-Afrika. Goederen die door lokale handelaren en marktkooplui konden worden geleverd. ‘Groningse kruideniers verkochten bijvoorbeeld azijn. Zodra tot slaaf gemaakten aan boord waren, werd dat gebruikt om de ruimtes waar zij verbleven mee schoon te maken.’
Boeien voor het vastmaken van tot slaaf gemaakten. (Beeld: Collectie Kura Hulanda Museum Curacao / Arjen Verschoor)
Sporen op straat
Dat collectieve profijt speelt een significante rol in de tentoonstelling. Maar ook de keerzijde: het lijden en perspectief van de tot slaaf gemaakten. Zo wordt er samengewerkt met het Curaçaose museum Kura Hulanda, dat volgens Van der Meer de meest macabere objecten in bruikleen gaf. ‘Bijvoorbeeld handboeien, maar ook een soort halsband die verhinderde dat mensen konden weglopen of rusten. Het is gruwelijk om naar te kijken, maar zonder die gruwelijkheid is het verhaal niet compleet.’
Ook het verzet tegen slavernij komt aan bod, vertelt ze. ‘Er is lange tijd gedacht dat tot slaaf gemaakten het allemaal over zich heen lieten komen. De afschaffing van de slavernij wordt vaak toegeschreven aan Nederlanders en Europeanen die tot inkeer kwamen, terwijl in wezen op één op de vijf slavenschepen mensen in opstand kwamen. Dat gebeurde meestal aan het begin van de reis, want dan was het land nog in zicht, dan kon je nog terug.’
In totaal verhandelden de Nederlanders minstens 600.000 mensen, waarvan een aanzienlijk deel de oversteek naar de Amerika’s niet overleefde. De slavenschepen werden daarom ook wel ‘drijvende kerkers’ genoemd.
‘Een halsband tegen weglopen: zonder die gruwelijkheid is het verhaal niet compleet’
Het slavernijverleden van Groningen is behalve in Museum aan de A ook op straat zichtbaar. Barbara Henkes, universitair docent Eigentijdse Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, schreef hierover het boek Sporen van het slavernijverleden in Groningen (2016). Er zijn tal van gebouwen, huizen of kunstwerken waarin het Groningse slavernijverleden tot uitdrukking komt, mits je op de hoogte bent van de achterliggende context.
‘Aan een straatnaam zoals Bocht van Guinea kan je ongemerkt voorbijlopen, of het als vanzelfsprekend accepteren’, zegt Henkes. ‘Totdat je weet dat het gaat over de West-Afrikaanse kust en die vernoeming alles te maken heeft met de tot slaaf gemaakten die daar werden opgepikt en op een schip gestopt.’
De Bocht van Guinea is slechts een voorbeeld in een lange reeks, legt Henkes uit. Een ander is het Sichtermanhuis aan de Ossenmarkt in de stad Groningen. ‘Het Sichtermanhuis kan je zien als duidelijk symbool voor het profijt wat iemand in Zuidoost-Azië wist te vergaren.’ Het pand werd bewoond door Jan Albert Sichterman, een excentriek figuur die, nadat hij een liefdesrivaal had gedood, naar Batavia vluchtte. Na een huwelijk belandde hij in de oligarchie van de Bengalen (ongeveer het huidige Calcutta, een stad in India, red.), vergaarde rijkdom en keerde in 1745 terug naar Groningen. ‘Hij reed rond als een koning, had een borg (landhuis, red.) buiten de stad, hield exotische dieren en had twee bedienden vanuit de Bengalen naar Groningen overgebracht.’
Een ander opvallend personage in Henkes’ boek is Thomas van Seeratt, die in het Calmershuis aan de Oude Boteringstraat woonachtig was. Van Seeratt staat in de Canon van Groningen en wordt gezien als een held, vanwege zijn optreden bij de Kerstvloed in 1717. In de nacht van 24 op 25 december braken de Groningse dijken, waardoor in de provincie 2.200 mensen omkwamen. Van Seeratt overzag de reddingsoperatie en dankzij zijn inspanningen werden de dijken nadien versterkt. Alleen: daarvoor was hij jarenlang in dienst van WIC-Kamer Stad en Lande en betrokken bij de slavenhandel.
‘Zoals eigenlijk overal zitten er ook dubbele lagen achter menselijke activiteiten’, zegt Henkes. ‘Van Seeratt is op alle mogelijke manieren op het schild gehesen vanwege de stormvloed en zijn optreden. Die kunde had hij te danken aan zijn ervaring als kapitein op slavenschepen, zo ironisch is het.’
Dus wat moet er dan gebeuren met een Thomas van Seeratt en een Calmershuis? De geschiedenis moet niet opnieuw geschreven worden, ze moet worden aangevuld, zegt Henkes. Ze pleit voor een bordje bij het Calmershuis, waarop ook zijn wandaden en niet enkel zijn heldendaden worden uitgelicht. ‘Een actiegroep had er een geweldig extra bord bijgeplakt’, zegt ze, ‘maar helaas heeft de gemeente die in al haar wijsheid weggehaald.’
Hedendaagse gevolgen
Extra duiding van het Nederlandse – en Groningse – slavernijverleden wordt steeds belangrijker, ziet Henkes. De afgelopen tijd hebben we te maken gekregen met systematisch racisme, denk aan de toeslagenaffaire en racisme bij de politie. ‘Dat kan niet ontkend worden. Zelfs de premier kan het niet langer ontkennen. Dan is het van belang om terug te kijken: hoe is het mogelijk dat dit zich zo heeft ingevreten in onze samenleving? Met welke vooronderstellingen is dat gepaard gegaan? Die zijn ontstaan vanuit de praktijk. Het feit dat Nederland aan slavernij deed.’
De slavernij in Nederland werd pas 160 jaar geleden afgeschaft, in 1863. De impact op nazaten van tot slaaf gemaakten is nog altijd zichtbaar, vertelt Henkes. Kijk eens rond in je kasten of op zolder, raadt ze aan: wat staat daar aan erfgoed? Hoe is dat verkregen? ‘Niet om mensen zich schuldig te laten voelen, maar om te doen beseffen: er is iets gebeurd waar ik, of mijn naasten, nu nog van profiteren. Hoe kan het dat er in mijn familie geld is om mij te laten studeren? Of om een huis te kopen? En hoe komt het dat anderen met niets zitten?’
‘Onze vooroordelen zijn ontstaan vanuit de praktijk, uit dat Nederland aan slavernij deed’
Die hedendaagse gevolgen van de slavernij, die onder meer uitmonden in hedendaags racisme en stereotypen, worden ook besproken in de tentoonstelling. Zo worden de verhalen van vier Groningse studenten van kleur verteld en hoe zij structureel racisme ervaren. ‘Dat waren indrukwekkende gesprekken’, zegt Annet van der Meer. ‘Eén van hen, een jonge vrouw, vertelde dat ze in winkels achtervolgd wordt door beveiligers om hoe zij eruitziet. Ze zegt: ‘Ik ervaar het zo stelselmatig, ik weet waarom het gebeurt – maar het wordt me nooit verteld.’’
Om dergelijke vooroordelen te bestrijden, is representatie belangrijk, aldus de conservator. Als Van der Meer in musea rondloopt of door geschiedenisboeken bladert, valt haar iets op: ‘Je ziet óveral witte mannen.’ Daarom kon iedereen zijn of haar Groningse rolmodel van kleur aandragen bij Museum aan de A. Zo zijn er behalve schilderijen en historische objecten ook portretten van ingezonden Groningers te aanschouwen. Dit zijn zowel bekende als onbekende personen, het draait er vooral om dat zij een belangrijke rol in een gemeenschap vervullen. Zo zijn er bijvoorbeeld een acteur, zangeres, dichter, sportpsychiater en dansschoolhouder geportretteerd. ‘De bedoeling is om te zeggen: er zijn méér Groningers.’
Het gaat om bewustwording, bevestigt Henkes. De geschiedenis dient als een soort ‘peper in de reet’, lacht ze, die prikkelt tot nadenken en bewustwording cultiveert. ‘De geschiedenis gaat daarover. Dat je kijkt naar hoe mensen in de wereld staan, wat je in de samenleving aantreft en waardoor dat komt.’
De expositie ‘Slavernij. En de Groningers?’ is van 24 juni tot en met 8 januari te bezichtigen in het Museum aan de A te Groningen.
België heeft zes IS-vrouwen en zestien kinderen gerepatrieerd uit Syrië. Dit bevestigt de Belgische regering.
De vrouwen zijn rechtstreeks naar de gevangenis gegaan, vanwege hun banden met de genocidale terreurorganisatie. De kinderen, allen jonger dan twaalf jaar, worden opgevangen door het Jeugdparket.
Parlementariër Koen Metsu van de rechtse NV-A is kritisch over de repatriëring van IS-vrouwen. ‘Deze regering speelt met onze veiligheid’, zegt hij.
Het is niet de eerste keer dat België IS-vrouwen en -kinderen terughaalt. Vorig jaar repatrieerde België zes moeders en tien kinderen uit Syrië.
De Verenigde Staten boycotten sinds gisteren alle goederen uit de Chinese regio Xinjiang, waar Oeigoerse moslims in kampen opgesloten zitten. Tenzij bewezen wordt dat de goederen niet met dwangarbeid zijn gemaakt, mogen ze niet naar de VS geëxporteerd worden.
De Amerikaanse douane- en grensbescherming is dinsdag begonnen met het afdwingen van de ‘Uyghur Forced Labor Prevention Act’, die de Amerikaanse president Joe Biden in december ondertekende. De VS willen op deze manier Oeigoerse dwangarbeid bestrijden.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken riep gisteren de Amerikaanse bondgenoten op de toeleveringsketens vrij te maken van Oeigoerse dwangarbeid en zich uit te spreken tegen de mensenrechtenschendingen in Xinjiang.
China ontkent dat er sprake is van Oeigoerse dwangarbeid en spreekt over een ‘grote leugen’. Peking ontkende aanvankelijk ook het bestaan van detentiekampen, maar gaf later toe dat het ‘centra voor beroepsopleiding’ heeft opgezet in Xinjiang, die nodig zouden zijn om terrorisme, separatisme en religieus radicalisme in de regio te beteugelen.
Er worden naar schatting meer dan een miljoen Oeigoeren en andere moslims vastgehouden in kampen. Ook vernietigt China Oeigoerse moskeeën en worden Oeigoerse vrouwen soms gesteriliseerd. Het Nederlandse parlement noemt de misdaden van het Chinese communistische regime tegen de Oeigoeren genocide.
Turkije en Rusland zullen doorgaan met het bespreken van een veilige zeecorridor vanuit Oekraïne naar de rest van de wereld.Dat bevestigen beide landen, meldt persbureau Reuters.
Zo’n zeecorridor is nodig voor de export van graan vanuit Oekraïne via de Zwarte Zee. Maar Rusland blokkeert of bezet de havens sinds de oorlog. Ook is de Zwarte Zee bezaaid met zeemijnen. De Volkskrant meldt dat het geconfisqueerde graan heimelijk naar Ruslands bondgenoot Syrië wordt verscheept.
Door de Russische blokkade dreigt een wereldwijd graantekort. EU-buitenlandchef Josep Borrell spreekt van een ‘echte oorlogsmisdaad’ omdat in arme plekken in de wereld hongersnood dreigt.
Als het aan NAVO-lid Turkije ligt, worden er drie zeeroutes uitgestippeld vanuit de enige zeehaven die Oekraïne nog wel in bezit heeft: die van Odessa. Van hieruit zouden zowel Oekraïense en Russische voedselwaren verscheept kunnen worden.
Het Turkse initiatief wordt gesteund door de Europese Unie, maar de Oekraïners hebben behoedzaam gereageerd. Zij zijn naarstig op zoek naar manieren om het graan via een landroute – dus onafhankelijk van de Russen – weg te krijgen.
Turkije heeft al gesprekken gevoerd met Rusland en de VN over de corridor, maar zei dat meer gesprekken nodig zijn voor een deal.
Om de export van Oekraïens graan weer op gang te krijgen, zou Turkije ook een ‘graantop’ willen plannen tussen Oekraïne, Rusland en de Verenigde Naties. Dat meldt de Arabische nieuwszenderal Jazeera.
De Iraanse overheid beweert drie spionnen te hebben opgepakt, die plannen zouden hebben om Iraanse atoomgeleerden te vermoorden. Dit meldt de website al Monitor.
Iraanse media berichtten gisteren dat sinds april drie personen worden vastgehouden, die werken voor de Israëlische inlichtingendienst Mossad. Volgens de Iraanse aanklager wilden zij Iraanse atoomwetenschappers vermoorden.
Sinds 2010 zijn er tenminste vijf Iraanse atoomwetenschappers vermoord. Iran vermoedt dat Israël hierachter zit. Israël wil voorkomen dat Iran atoomwapens ontwikkelt.
In 2012 arresteerde Iran twaalf onderdanen, die voor Israël zouden hebben gespioneerd. Zij werden ter dood veroordeeld. Slechts één belandde daadwerkelijk aan de galg, de andere elf werden in het geheim vrijgelaten omdat ze volgens Iran toch onschuldig bleken te zijn.
Nederlandse boeren moeten plaatsmaken voor migranten. Dat beweerde rechtsfilosoof Raisa Blommestijn gisteren bij Ongehoord Nieuws, waar ze regulier te gast is.
De stikstofcrisis is volgens Blommestijn een ‘gecreëerd probleem’. Het ware probleem is volgens haar dat er decennialang een beleid is gevoerd waarbij veel migranten ons land binnenkwamen en Nederland nu ‘letterlijk vol’ is.
‘En wat gebeurt er dan? Dan wordt er gekeken naar ‘Waar is er nog wél ruimte?’ – en dan moeten de boeren plaatsmaken. Dat is gewoon wat hier aan de hand is.’
Forum voor Democratie-Kamerlid Gideon van Meijeren beweert iets soortgelijks in een recente video, namelijk dat het ‘overduidelijk’ is ‘dat het in werkelijkheid te doen is om de grond van de boeren af te pakken’, onder meer ‘om woningen te bouwen voor immigranten’.
Uitspraken die worden gedaan bij Ongehoord Nieuws wekken vaker de nationale belangstelling. De NPO wil een sanctie opleggen aan Ongehoord Nederland, nadat de NPO-ombudsman stelde dat de omroep de journalistieke code heeft geschonden door gasten zonder weerwoord ongefundeerde uitspraken te laten doen.
Vorige maand stelden negen fracties Kamervragen over omroep Ongehoord Nederland. Zij vrezen voor de nationale veiligheid vanwege het onweersproken uitzenden van het idee van ‘omvolking’, zoals gebeurde in een uitzending waarin Vlaams Belang-politicus Filip Dewinter waarschuwde dat ‘ons en onze cultuur [zal] vervangen. Dat is de omvolking’.
Blommestijn, die tijdens die uitspraak van Dewinter ook aan tafel zat bij Ongehoord Nieuws, brengt met haar uitspraken de Universiteit Leiden, haar oude werkgever, in verlegenheid. Vorige week distantieerde de universiteit zich van haar uitlatingen.
De Leidse universitair docent Miko Flohr twitterde gisteren: ‘Ik schaam me echt kapot dat zij een doctorstitel voert van de universiteit waar ik werk.’
Hoogleraar Wim Voermans schrijft zelfs dat Blommestijn een ‘schandvlek’ is voor zijn universiteit. Voermans stelt ook dat Blommestijn dit jaar terecht is ‘ontslagen’ van de universiteit.
Blommestijn zelf bestrijdt dat ze ontslagen is en dreigt met aangifte wegens laster en een officiele klacht bij de universiteit wegens ‘ongewenst gedrag’.
De Servatiuskerk in Rutten in de Noordoostpolder sluit in de komende maanden haar deuren. De kerkgemeenschap is de laatste jaren alleen maar geslonken. Hetzelfde lot is de R.K-kerk in Heemstede beschoren. En de al eerder opgeheven Antonius Abt-kerk in Lunteren op de Veluwe wordt binnenkort gesloopt om plaats te maken voor woningen.
Dit zijn drie gebedshuizen van de velen die moeten worden toegevoegd aan al die andere honderden die de afgelopen jaren een andere, niet-religieuze, bestemming hebben gekregen. Als ze al niet gesloopt werden.
Dat het geloof in ons land hard achteruit holt, blijkt trouwens niet alleen aan het overbodig raken van kerken, synagogen, moskeeën of tempels. Het is ook te zien aan een schrikbarende afname van dat beetje kennis over religie dat een of twee generaties geleden nog gemeengoed was in de samenleving.
Bij een bezoekje aan het museum kan de gids niet meer volstaan met het verhaal over het leven van de schilder en wat hem of haar bracht om dit Bijbelse tafereel op het doek te vereeuwigen. Nee, eerst moet het Bijbelverhaal zelf worden verteld, een verhaal dat onze opa’s en oma’s allemaal gewoon nog kenden. Pas daarna kan het echte verhaal over het kunstwerk beginnen.
Een goed deel van de maatschappij met al haar moderniteiten heeft ervoor gekozen om seculier te gaan leven. Die vrije keuze die aan iedereen gegund wordt, kent echter zijn weerslagen op het niveau van de algemene ontwikkeling.
Als diverse burgers onder elkaar is juist dat beetje extra kennis over die ander noodzakelijk. Tenminste, als we willen vasthouden aan wezenlijke vormen van respect en fatsoen jegens hen die ervoor kiezen om wél met religieuze normen door het leven te gaan. De bekende vraag tijdens de ramadan – ‘Zelfs geen glaasje water?’ – is vast goed bedoeld, maar toont naast een gebrek aan inlevingsvermogen ook een gebrek aan kennis over geloof en geloofsleven.
Het ene geloof begrijpt het ander. In seculiere kringen gaat dat inmiddels helaas vaak anders
Ook de afgelopen ramadan werd ik als jood bij meerdere gelegenheden vereerd om aan te schuiven bij de iftar. Iedere keer werd de halal-tafel gesierd door ook één doosje waarin mijn koosjere maaltijd klaar stond. Deze voorziening werd elke keer door mijn gastvrouw of gastheer gezien als een eer om te kunnen regelen. Het ene geloof begrijpt het ander.
In seculiere kringen gaat dat inmiddels helaas vaak anders. Zo werd ik uitgenodigd door een Amsterdams debatcentrum om te spreken over ‘Je thuis voelen in de grote stad’. De avond begon met een gezamenlijke maaltijd. Zoals altijd had ik van tevoren aangegeven dat ik koosjer eet. ‘Meneer Van de Kamp, dit gaan we verzorgen.’ Maar op de avond zelf? ‘Nee, het is niet gelukt. Logistiek was dit voor ons niet te regelen.’
Mijn mond viel open van verbazing. Niet over de afwezigheid van een hapje eten. De avond kom ik wel door. ‘Niet te regelen?’, zei ik. ‘Op nog geen kilometer afstand van hier in de grote stad bevindt zich een koosjere cateraar die overal in de stad zijn maaltijd bezorgt!’
Toen ik iets later op de avond aan het publiek werd geïntroduceerd aan de hand van de vraag ‘Voelt rabbijn Van de Kamp zich thuis in de grote stad?’, kon ik niet nalaten mijn openingszin als volgt te formuleren: ‘Er zijn momenten waarop rabbijn Van de Kamp zich soms eventjes niet echt thuis voelt in de grote stad.’
Ja, dit is de prijs die wij betalen voor de doorgeschoten secularisatie.
Keti Koti, de slavernijherdenking die elk jaar op 1 juli plaatsvindt, verdient officiële erkenning als nationale dag. Dat vindenThe Black Archives, NPO-radiostationFunX en stichting Nederland Wordt Beter van Jerry Afriyie. Zij starten nu de actie ‘Ik neem 1 juli vrij, totdat we allemaal vrij zijn’, met steun van onder meer BIJ1 en Greenpeace.
Het koloniale verleden werkt door in institutioneel racisme, aldus de initiatiefnemers. Ook daarom zou volgens hen een jaarlijkse officiële Keti Koti-dag een goed idee zijn.
Vorig jaar werden al 62.000 handtekeningen onder een petitie met deze strekking overhandigd aan de Tweede Kamer. Maar de petitie is daar nog niet aan bod gekomen.
‘Daarom besloten we wederom in actie te komen door bedrijven en werkgevers op te roepen om vrij te geven of, in geval van werknemers, vrij te nemen’, vertelt Mitchell Esajas, medeoprichter van The Black Archives, aan de Kanttekening.
Esajas: ‘We vinden het belangrijk dat 1 juli, net als 4 en 5 mei, nationale erkenning krijgt, omdat we helaas nog veel institutioneel racisme in de Nederlandse samenleving zien. Door gezamenlijk stil te staan op 1 juli, kunnen we bijdragen aan ons historisch besef van de slavernijgeschiedenis.’
Op deze website kunnen deelnemers een voorbeeldbrief vinden om naar hun werkgever te sturen. In de voorbeeldbrief staat de mededeling dat de werknemer 1 juli als vrije dag opneemt.
Onder meer cosmeticaketen Lush en chocolademerk Tony’s Chocolonely steunen de actie. Zij merken 1 juli al automatisch aan als vrije dag voor hun werknemers.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.