De vakantieperiode breekt aan, hopelijk voor het eerst in twee jaar zonder corona-restricties. Maar los van corona ervaren sommige vakantiegangers bij bepaalde landen, zoals Israël, Turkije of Saoedi-Arabië, een politieke grens. We vroegen onze panelleden: zijn er landen die jij mijdt, of waar je wel twee keer over zou nadenken, vanwege de politieke situatie?
‘Landen waar ik beslist niet naartoe wil zijn de Verenigde Arabische Emiraten en Israël. In Dubai mogen alleen westerse mensen alcohol drinken op bepaalde plekken. Dat is niet mijn vakantieland. Ook is de manier waarop de VAE gastarbeiders uitbuiten schandalig. Die komen dikwijls om, bij het bouwen van die torenhoge flats. Israël is voor mij een no-go vanwege de manier waarop ze de Palestijnen behandelen. Israël heeft het over terroristen, maar je zou hen ook verzetsstrijders kunnen noemen. What’s in a name?
‘Israël is voor mij een no-go’
‘In 2008 ben ik in India geweest, maar daar wil ik nooit meer heen vanwege de enorme verschillen tussen arm en rijk – ik heb een dood iemand op straat gezien – en de wijze waarop ze daar met vrouwen omgaan. Uiteraard is ook Rusland op dit moment een land waar ik zeker niet naartoe wil, vanwege de oorlog in Oekraïne.
‘Heel graag zou ik dit jaar mijn vriendin Monique opzoeken in Los Angeles. Ik heb haar al tien jaar niet in het echt gezien en ze wordt al oud. Ook zou ik graag naar Curaçao gaan vanwege de blauwe zee en de witte stranden. Maar het zijn hele dure tickets. Dus ik weet het niet. Of naar Atlanta, de zwarte hoofdstad van de Verenigde Staten. Dat moet een soort Rotterdam zijn, waar iedereen van kleur kan zijn wie hij of zij is en waar zwarte mensen CEO zijn. Ja, daar wil ik heel graag een keer heen om het zelf te zien.’
Anushka Soekhradj (28), sociaal werker
‘China is voor mij beslist geen optie, vanwege de zeer strenge coronaregels in dat land. China zit praktisch op slot nu. Je moet vier weken in quarantaine. Alle Oost-Aziatische landen gaan nogal hysterisch met corona om. Dat schrikt mij af. Ik ben niet gevaccineerd. Reizen met het vliegtuig is bijna onmogelijk nu. Eerder dit jaar ben ik op vakantie in Dubai geweest. Daar werd ook met een hysterische manier met de coronapandemie omgegaan. Overal was er mondkapjesplicht. Dat vond ik erg onaangenaam.
‘Sowieso wil ik niet naar landen waar het onveilig is, bijvoorbeeld omdat er oorlog is of omdat het een dictatuur is. Sommige landen in Afrika vallen daarom af, bijvoorbeeld Congo, maar ook landen als Noord-Korea. Turkije lijkt mij prachtig, maar ik twijfel vanwege de politieke situatie.
‘Turkije? ik twijfel vanwege de politiek’
‘India vind ik lastig. Het is daar gevaarlijk voor vrouwen. Ik las laatst over een dertienjarig meisje dat aangifte deed omdat ze was verkracht, maar vervolgens ook nog eens door de politieagent werd verkracht. Verschrikkelijk.
‘Ik heb getwijfeld over Frankrijk. Het lijkt mij heel leuk om naar Parijs te gaan dit jaar. Maar ik kom Euro Disney niet binnen, omdat ik niet gevaccineerd ben en je een vaccinatiepaspoort nodig hebt. Voor het eerst sinds jaren weet ik eigenlijk niet waar we deze zomer heen zullen gaan op vakantie.’
‘Oei, moeilijk onderwerp! Ik houd namelijk van reizen. En van mensenrechten. Dus voor mij is het een beetje dubbel. Ik vermijd zeker sommige landen, zoals de rijkere landen van het Midden-Oosten: Saoedië-Arabië en Qatar. Daar zal ik waarschijnlijk nooit heen gaan, omdat ze misselijkmakend rijk en corrupt zijn, de mensenrechten schenden en met oliedollars een extremistische ideologie de wereld in smijten. Kijk ook hoe ze omgaan met buitenlandse werknemers, de Aziatische huisslaven – walgelijk! Het welbekende argument tegen boycots, dat de bevolking inkomsten mist uit toerisme, gaat hier niet op: de eigen Arabische bevolking heeft het goed, dus daarom ga ik niet naar deze Golfstaten.
‘Bij andere corrupte en onderdrukkende landen, maar waar de bevolking hartstikke arm is, wordt het voor mij al lastiger. Als je als toerist wegblijft, dan lijden ze daar als het ware dubbel. Sommige mensen zeggen dat je daarom juist niet moet gaan, maar daar ben ik het niet mee eens. Als je gaat moet je niet naar die dure regeringshotels gaan, maar lokale industrieën ondersteunen.
‘Ik knijp hem wel bij de Marokkaanse douane’
‘Ik kom normaliter graag in Marokko, maar na de grote Rif-opstand van een aantal jaar terug – die ik vanuit Nederland nauwlettend heb gevolgd en waar ik in artikelen verslag van deed – knijp ik hem eerlijk gezegd wanneer ik bij de douane sta. Ik ga dus nog wel, maar steeds met het gevoel van ‘Oké, wat gaat er nu gebeuren?’ Ze hebben me nooit lastiggevallen, maar ze laten zeker op hun eigen, sluwe manier merken dat ze me in de gaten houden.
‘Ik ken overigens genoeg uitgesproken Rif-activisten die dus niet meer naar Marokko gaan. Aan de ene kant omdat ze nooit naar een dictatoriaal regime willen gaan dat mensenrechten schendt en discrimineert, zoals de Riffijnen in het noorden van Marokko. Tegelijk durven ze er ook niet heen omdat ze dan wellicht opgepakt zullen worden.’
Dimple Sokartara (29), communicatieadviseur
‘Waar ik mijn geld of tijd aan wil spenderen, probeer ik altijd in lijn te brengen met waar ik achter sta. Soms is dit moeilijker dan andere keren. Uiteindelijk ben ik hier heel dubbel in. Ik probeer te begrijpen dat de mensen in een land niets te maken hebben met wat de overheid doet, maar ook denk ik na over wat gebeurt in die landen en hoe de overheden te werk gaan.
‘Af en toe ga ik toch naar plekken omdat ik het land heel graag wil zien. Zoals China, dat een mooie natuur en cultuur heeft. Ik heb een reis geboekt naar New York, wat ik een heel leuke bestemming vind. Tegelijkertijd gaan de overheid van de VS en de oorlogen die zij beginnen en onderhouden tegen mijn idealen in. Neem ook hoe ze nu weer met abortus omgaan.
‘Ik ga makkelijker naar de VS dan naar Israël’
‘Wel ga ik makkelijker naar de VS, omdat in dat land geen grootschalige conflicten zijn, dan naar een bestemming als Israël. In Israël worden continue, recentelijk ook weer, mensen vermoord die daar eigenlijk al woonden: de Palestijnen, dus.’
Ibrahim Özgül (38), finance- en project professional
‘Ik heb niet echt een land dat ik boycot of vermijd voor de vakantie. Mensen die Israël, China of een ander land boycotten vanwege mensenrechtenschendingen kan ik uiteraard wel begrijpen. Daar hebben ze ook alle recht op. Alleen heb ik wel mijn twijfels of het enig effect heeft. Dat gebeurt pas als veel mensen, grote internationale bedrijven en landen hun volle gewicht erin zetten, zoals met Rusland nu gebeurt.
‘Ik ga sowieso niet meer zo snel op verre reizen. Dat heeft met corona net achter de rug – laten we blijven duimen! – en vooral met de economische instabiele situatie per land te maken.
‘Boycot? Ik twijfel of dat enig effect heeft’
‘Ik weet ook niet waar ik naartoe ga. Ik weet wel dat ik met de auto wil reizen, omdat ik niet afhankelijk wil zijn van vliegtuigen en allerlei regels. Gewoon: hup, de auto in. En dan zou ik desnoods op diezelfde avond of nacht weer terug moeten kunnen rijden naar Nederland, of naar ergens anders dichtbij in Europa. Aan de andere kant: ik heb genoeg werk te doen hier in de zomer. Voorlopig geen lange vakantie voor mij…’
Een islamitische middelbare scholiere in Frankrijk kwam te laat voor een belangrijke toets op school, nadat ze volgens de beveiliging te laat haar hijab had afgedaan. Dat meldt de linkse Franse website Révolution Permanente.
Het moslimmeisje zegt normaal altijd een hoofddoek te dragen, maar niet op school: dat is verboden in Frankrijk. Op weg naar het examenlokaal werd ze tegengehouden, zegt ze, omdat ze volgens de beveiliging haar hijab te laat had afgedaan.
Tegen Révolution Permanente getuigt het meisje dat ze, hoewel ze daarna meteen haar hijab had afgedaan, werd afgeblaft door de beveiliging en naar een apart kantoortje werd gebracht.
‘Ik werd behandeld als een vies persoon, als een beest, niemand wilde mij de situatie uitleggen. Ik kreeg geen excuses. (…) Het was vernederend. Ik was direct het doelwit, gereduceerd tot mijn religieuze overtuigingen en mijn Noord-Afrikaanse afkomst.’
Ze moest daar een tijd wachten en kwam daarom laat voor haar examen, vertelt ze. Om die reden en omdat ze nog overstuur was, zegt ze dat ze haar hoofd niet bij de toets kon houden.
Volgens het moslimmeisje staat dit incident niet op zichzelf, maar zijn moslima’s vaker slachtoffer van zulke ‘islamofobe’ aanvallen. Ze ziet dit incident ook niet los van het ‘islamofobe’ beleid van de Franse staat, die de laïcité – een radicale scheiding tussen kerk en staat – voorstaat.
Het zijn drukke tijden voor de Turkse diplomatie, schrijft de Turkse nieuwssite Duvar.
Turkije is erop gebrand om de relatie met ‘oude bondgenoten’ weer als vanouds van de grond te krijgen. Deze week staan ontmoetingen gepland met hoge vertegenwoordigers van Israël en Saoedi-Arabië.
De Israëlische president, die eerder dit jaar bij Erdogan op bezoek was, belt volgens Duvar geregeld met Erdogan, waarin ‘bilaterale relaties’ worden besproken. Ook is er behoefte aan ‘dialoog over regionale zaken’, zoals de bestrijding van terreur.
Dat mag verder ingevuld worden door de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, die vorige maand in Israël – voor de eerste keer weer in vijftien jaar – in Israël was en deze week zijn Israëlische collega Yair Lapid (foto, rechtsboven) ontvangt in Ankara.
Ook staat deze week een bezoek van kroonprins van Saoedi-Arabië gepland. Het zal de eerste keer sinds vier jaar zijn voor Mohammad bin Salman (foto, rechtsonder). In 2018 verstoorde toen de brute moord op de journalist Jamal Khashoggi de relatie tussen Turkije en Saoedi-Arabië ernstig, tot boycots van Turkse producten aan toe.
De regering maakte zaterdag excuses aan honderden oud-Dutchbatters. Maar sommige Bosniërs en Bosnische Nederlanders hekelen dat excuses aan Dutchbat prioriteit lijkt te hebben boven excuses aan de Bosniërs.
‘Wij, de overlevenden van Srebrenica, wachten nog steeds op excuses van de Nederlandse regering’, reageerde directeur Emir Suljagic van het Srebrenica Memorial Center op Twitter.
De Bosnisch-Nederlandse Srebrenica-overlever en nabestaande Alma Mustafic zegt tegen de Kanttekening dat ze het vooral ‘pijnlijk’ vindt. ‘Begrijp me niet verkeerd, ik gun die Dutchbatters ook hun erkenning voor het feit dat ze in de steek zijn gelaten. Maar wij zijn vermoord. En daar zijn nooit excuses voor gemaakt.’
Deze volgorde is ‘onverantwoord’, zegt ze. ‘Het gaat nu weer over de Dutchbatters en het voelt als ‘eigen mensen eerst’. Maar er zijn 60.000 Bosnische Nederlanders. Zijn zij niet onze mensen? Er zou op zijn minst gelijktijdige excuses moeten plaatsvinden. Dit zorgt alleen maar voor meer verdeeldheid tussen de Dutchbatters en de Bosniërs.’
Volgens premier Mark Rutte stonden de Nederlandse militairen voor een onuitvoerbare missie, die leidde tot een ‘gekmakende machteloosheid’. Hij maakte daarom namens de regering excuses voor hoe deze veteranen zijn behandeld tijdens en na de mislukte missie in Bosnië in 1995, waarbij ruim achtduizend Bosnische moslims zijn vermoord. Dutchbat III kwam ‘in de beeldvorming onterecht in het beklaagdenbankje’ terecht, aldus de premier.
Ook vindt dat Mustafic dat de feiten verdraaid worden. Het klopt volgens haar niet dat de Dutchbatters niks konden doen.
‘We hebben meerdere arresten (rechterlijke uitspraken waarin de Nederlandse staat verantwoordelijk wordt gesteld voor de moord op de Bosniërs op de compound, red.) waarin staat dat de Nederlandse staat aansprakelijk is voor de dood van Bosniërs. Ze wisten wél dat er mensen buiten de compound werden vermoord, en toch hebben ze Bosniërs laten vertrekken. Waaronder mijn vader Rizo Mustafic, hij werkte voor de Dutchbatters.’
Mustafic is niet te spreken over de organisatie en hoe het ministerie van Defensie haar buiten de plechtigheid heeft gehouden. Zelf was ze niet welkom, zegt ze.
‘Ik was ongewenst. Toen ik expliciet vroeg of ik niet welkom was, zei een woordvoerder van Defensie: dat heeft u goed begrepen. Maar ze doen alsof dit allemaal in samenwerking en goedkeuring van de Bosnische gemeenschap is gebeurd. Dat is niet het geval, buiten die twee excuus-Bosniërs zaterdag. Waarschijnlijk omdat ze dachten dat er te weinig Bosniërs waren. Dit is kwalijk.’
Met ‘die twee excuus-Bosniërs’ bedoelt Mustafic leden van het Comité Pleinherdenking 11 juli, dat de genocideherdenking in Den Haag organiseert, en van de Monumentwerkgroep, die zich buigt over een nog neer te zetten Srebrenicamonument dat in Den Haag komt te staan. Ook de Bosnische ambassadeur was aanwezig.
Een woordvoerder van het ministerie van Defensie reageert: ‘Het ging hier om een bijeenkomst in het kader van erkenning en waardering voor Dutchbat III. Om tot deze bijeenkomst te komen is er samengewerkt met de Vereniging Dutchbat III. In overleg met de Dutchbat III vereniging is afgesproken de twee Bosnische(-Nederlandse) organisaties waarmee contact bestaat uit te nodigen voor deze bijeenkomst. Zodoende zijn de heer Hajdarević, voorzitter van de Monumentwerkgroep, en mevrouw Avdić, lid Comité Pleinherdenking 11 juli uitgenodigd. Daarnaast heeft de Bosnische ambassadeur een uitnodiging gekregen. Omdat de voorzitter van de Monumentwerkgroep vertegenwoordigd was, was er geen aanleiding om ook andere leden uit te nodigen. Dit is haar ook door een ambtenaar van het ministerie medegedeeld.’
Tot slot wil Mustafic zeggen ‘dat als Mark Rutte de Bosnische gemeenschap tegemoet wil komen, dat hij maar eens naar de herdenking van 11 juli moet komen, hier in Den Haag’.
Defensieminister Kajsa Ollongren, die net als Rutte zaterdag de Dutchbatters toesprak, zei in haar speech dat ze op 11 juli namens de Nederlandse regering de genocideherdenking in Srebrenica zelf wil bijwonen.
BIJ1 Den Haag wil niet dat JFVD, de jongerenbeweging van Forum voor Democratie, een congres houdt in een Scheveningse strandclub. BIJ1 vraagt mensen de club een mail te sturen om het congres af te blazen.
Komende zondag wil JFVD haar eerste lustrum organiseren in een strandclub in Scheveningen. Maar BIJ1 Den Haag wil dit feestje voorkomen, omdat JFVD zich volgens BIJ1 schuldig maakt aan ‘racisme en fascisme’. Als het evenement niet wordt gecanceld, is de strandtent ‘medeplichtig’.
Kandidaat-bestuurslid Yuval Gal van BIJ1 Denk Haag vindt dat de JFVD-bijeenkomst niet past bij een inclusieve stad die veilig is voor minderheden. Deze bijeenkomst brengt minderheden in gevaar’, zegt Gal tegen Omroep West.
‘Die bijeenkomst brengt mensen in gevaar. Mensen die er openlijk uitzien als moslim of jood zouden zich niet veilig kunnen voelen als daar honderden aanhangers voor Forum voor Democratie zijn’, aldus Gal. En ‘plekken als een strand moeten veilig zijn’.
JFVD-bestuurslid Tom Russcher vindt het kwalijk dat BIJ1 een ‘hardwerkende ondernemer’ lastigvalt. ‘Deze oproep is onderdeel van de cancelcultuur. Het gebeurt steeds vaker dat locaties die wij huren mails krijgen met een oproep om het af te zeggen. Heel jammer.’
De 37-jarige Nikki Caroline S. is aangehouden op verdenking naar Syrië te zijn gereisd om de terreurbeweging IS te steunen. Dit meldt RTV Rijnmond.
Dinsdag kwam S. met het vliegtuig vanuit Turkije aan in ons land. Ze werd op Schiphol direct opgepakt door de Marechaussee. Vrijdag maakte justitie bekend dat ze voorlopig in hechtenis blijft.
S. woonde tot 2012 in Berkel en Rodenrijs. Dat jaar reisde ze naar Turkije, waarna ze in 2013 naar Syrië is doorgereisd en zich daar hebben aangesloten bij IS. In 2017 kwam S. op de nationale terroristenlijst. Nadat IS werd verslagen, kwam ze in verschillende kampen terecht.
Het klimaatprotest gisteren in Rotterdam werd door sommigen intersectioneel aangevlogen. Er werd ‘Black Lives Matter’ gescandeerd en enkelen zwaaiden met vlaggen van Palestina en BIJ1. Ook hekelden sommigen organisaties als het Wereld Natuur Fonds, die racistisch zouden zijn.
Duizenden mensen demonstreerden gisteren tijdens een klimaatmars in Rotterdam. ‘Het decolonise & anti racism-blok loopt voorop’, twitterde een van de aanwezigen verheugd.
Demonstranten scandeerden ‘Black Lives Matter’ en droegen een spandoek met de tekst ‘White supremacy kills people & the planet’. Ze beschuldigden groene NGO’s als het Wereld Natuur Fonds van racisme, omdat deze organisaties te ‘wit’ zouden zijn.
Ook de Verenigde Naties, de VVD en groene media kregen ervan langs. De VN zou zich schuldig maken aan koloniale klimaatpolitiek, de VVD zou een oorlog voeren tegen gelijkheid en de groene media zouden zich schuldig maken aan het witwassen van klimaatverandering.
Er waren ook vlaggen te zien van Palestina, BIJ1 en West-Papua. Met die laatste vlag toonden activisten solidariteit met inheemse volken die slachtoffer zijn van de klimaatverandering, zoals de Papoea’s in Westelijk Nieuw-Guinea.
Rechtse twitteraars hebben stevige kritiek op de klimaatdemonstratie, omdat die door antiracisme-activisten zou zijn ‘gekaapt’. Maar ook vanuit linkerzijde klinkt kritiek vanwege de steunbetuiging aan West-Papua: die is ‘niet dekoloniaal’, volgens een linkse twitteraar. Het separatisme van de Papoea’s gaat ten koste van Indonesië. ‘Dit zorgt alleen maar voor schadelijke chaos.’
Een historische studie over een witte man, bovendien een Nederlandse kolonisator. Is zoiets nog van toegevoegde waarde in een tijd waarin het principe decolonization of the mind de academische en intellectuele wereld verovert? Wel volgens historicus Hans van der Jagt, die vorig jaar promoveerde op een uitvoerige studie naar A.W.F. Idenburg (1861-1935), minister van Koloniën, gouverneur van Suriname en gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Idenburg was drie decennia lang de personificatie van het Nederlandse kolonialisme. Onlangs verscheen de handelseditie van zijn proefschrift: Engelen uit Europa: A.W.F. Idenburg en de moraal van het Nederlands imperialisme. ‘Mijn boek biedt een kritisch perspectief op de zogenoemde ethische politiek die tot doel had de ‘inlander’ te verheffen. Koloniale politiek was – ook in de periode 1900-1940 – onlosmakelijk verbonden met militair geweld.’
Beeld: Ellen Frederique
Je boek is getiteld Engelen uit Europa. Maar de Nederlandse kolonisatoren waren helemaal geen engelen. Denk aan de bloedige verovering van Bali, de Atjehoorlog en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, waarover onlangs lijvige studies zijn verschenen. Waarom toch deze titel?
‘De titel is ontleend aan de Indonesische schrijver Pramoedya Ananta Toer (1925-2006, red.), die Idenburg ‘het engelengezicht uit Europa’ noemde. Het Nederlandse kolonialisme had twee gezichten. Nederlanders waren er stellig van overtuigd dat ze iets goeds aan het doen waren. Ze zouden vrede en recht brengen. Rond 1900 ontstond een nieuw idee: de ethische politiek. We gaan een nieuwe moraliteit in de koloniale politiek brengen, was de gedachte. Nederland wilde scholen en ziekenhuizen bouwen, Indië ‘verheffen’. Idenburg was een van deze ‘engelen’, die vrede en welvaart zei te willen brengen. Maar in werkelijkheid waren de Nederlandse kolonisatoren helemaal geen engelen uit Europa. Hun ethische politiek werd overwoekert door militairen, door machtspolitiek denken. Het is geen toeval dat het Vredespaleis in Den Haag werd gebouwd in precies dezelfde tijd dat Nederland in Atjeh een bloedige oorlog uitvocht om dit gebied aan het Nederlandse gezag te onderwerpen.’
Je hebt in je boek gekozen voor het perspectief van een witte man, een kolonisator. Opmerkelijk, want juist in deze tijd is er behoefte aan niet-westerse perspectieven. Waarom deze keuze? En hoe sta jij in dit historische debat?
‘Mijn boek is geen biografie over Idenburg, maar via hem onderzoeken we het Nederlandse koloniale beleid. Wat stelde dat beleid nou voor? Hoe kun je idealen toepassen in de praktijk? Ik kijk in detail naar hoe dit beleid werkte, hoe het er daadwerkelijk aan toeging in de koloniën, hoe het beleid tot stand kwam, hoe Indonesiërs maar ook Chinezen en Japanse en Arabische kranten op dit beleid reageerden, enzovoort. Ik heb honderden verschillende soorten archieven bekeken, waaronder Indonesische, Surinaamse en Antilliaanse. Ik gebruikte meer dan zevenhonderd secundaire publicaties en talloze niet-Europese tijdschriften. Mijn onderwerp – Idenburg en zijn koloniale beleid – is weliswaar Eurocentrisch, maar mijn benadering juist niet.
‘Dus ja, een witte man kan best promoveren op een witte man, een witte kolonisator met een koloniaal perspectief. Maar dit moet je tegenwoordig wel goed kunnen uitleggen. Daarom heb ik gekozen voor een brede benadering, waarin ook al die andere perspectieven worden meegenomen. Ik had een traditioneel boek kunnen schrijven, vanuit het Nederlandse perspectief, waarin ook Idenburgs positie in de Antirevolutionaire Partij (de ARP, één van de voorlopers van het CDA, red.) uitgebreid aan bod komt. Maar dat heb ik opzettelijk niet gedaan. Feitelijk schrijf ik een microgeschiedenis en een macrogeschiedenis in één: het gaat zowel over het koloniale beleid van een bestuurder als ook de opkomst en ondergang van het Nederlandse imperium.
‘Nieuwe perspectieven brengen ons verstaan van de geschiedenis verder. Denk bijvoorbeeld aan het boek Wij slaven van Suriname van Anton de Kom (uit 1934, red.), dat de geschiedenis van Suriname vanuit het perspectief van de gekoloniseerden beschrijft. Maar wil je in het historische palet alle verschillende kleuren tot hun recht laten komen, dan is ook het koloniale perspectief belangrijk. Want als je wilt weten waartegen antikoloniale verzetsmensen als De Kom, Hatta, Soekarno of Tjokroaminoto zich verzetten, dan is het handig te begrijpen hoe het koloniale bestuur functioneerde. Curieus detail: Anton de Kom werd Suriname uitgezet in 1933 door gouverneur Rutgers, de schoonzoon van Idenburg.’
Die brede benadering, wat heeft die opgeleverd voor je boek?
‘Interessant is het Aziatische ontwaken. Begin twintigste eeuw werden Aziatische volkeren zelfbewuster. Sun Yat-sen, de leider van de Chinese revolutie, maakte een reis door Azië, waarbij hij ook Indonesië aandeed. De grote Chinese diaspora in Indonesië raakte in vervoering toen ze hem hoorden. Het gouvernement moest hiermee dealen. Ook met de onrust. Idenburg heeft in 1912 grote Chinese demonstraties hard neergeslagen. Het eerste diplomatieke conflict van de Republiek China was met Idenburg. Een leuk feitje, waar ik niet achter zou zijn gekomen als ik het onderwerp benaderd zou hebben vanuit de kleine wereld van de Antirevolutionaire Partij.’
Zouden we de ethische politiek van Nederland en Idenburg tegenwoordig ‘betuttelracisme’ noemen?
‘Mijn boek laat zien op welke manier de koloniale ethiek verweven was met toenmalige opvattingen over racisme en discriminatie. Ook rond 1900 speelde ‘rassendiscriminatie’ – de term ‘racisme’ werd nog niet gebruikt – een rol. Sowieso was racisme natuurlijk een wezenlijk onderdeel van het koloniale systeem. Er werd openlijk gedelibereerd over botsingen tussen verschillende volken, wat werd uitgelegd als een rassenstrijd. Interessant is dan op welke manier deze discussie ingang krijgt in het Nederlandse bestuur, waar men juist aangeeft dat Nederland een ‘ethische’ koers wil varen. Idenburg – die door en door christelijk was – geloofde dat het de taak van het christelijke Nederland was om Suriname en ‘ons Indië’ te verheffen.
‘Racisme was essentieel in het koloniale denken, ook bij een ‘ethicus’ als Idenburg’
‘Met openlijke vormen van discriminatie had Idenburg moeite, zoals de gewoonte dat het Indonesische personeel voor de gouverneur-generaal moest knielen, hurken, de hand kussen en bij vertrek achteruit de kamer uitlopen. Deze zogenaamde ‘hormat’ (eerbewijzen, red.) wilde hij afschaffen. Ook vond hij dat Javanen toegelaten moesten worden tot juridisch onderwijs, probeerde hij het droeve lot van Chinese en Javaanse contractmigranten te verbeteren en hekelde hij de discriminatie die de koloniale liberaal-conservatieve wereld zo tekende. Tegelijkertijd was racisme een essentieel onderdeel van het koloniale denken, ook bij een ‘ethicus’ als Idenburg. Idenburg had te maken met de racistische structuur, die hij niet kon en wilde veranderen. Javanen wilde hij geen gelijke rechten geven als Europeanen, omdat dit het einde zou inluiden van het koloniale systeem. En de Javanen waren nog niet zo ver, vond hij.’
Vond Idenburg de Javanen en andere Indonesiërs minderwaardig? En hoe zat dat in zijn Surinaamse tijd?
‘Idenburg was een groot liefhebber van Indonesië en Suriname en de bevolking. Hij droeg de mensen op het hart, zo schreef hij vaak. Hij verwonderde zich over de benepen opvattingen in Nederland en hun grote onwetendheid. Tegelijkertijd verdedigde hij tegenover Abraham Kuyper, de leider van de ARP, de praktijk van gescheiden kerkdiensten. Witte Europeanen zaten niet met christelijke Javanen en Chinezen in dezelfde kerkdiensten. Kuyper vond dat verkeerd, want iedereen was voor God gelijk, maar volgens Idenburg waren niet-westerse christenen nog niet zo ver ontwikkeld en snapten zij de ingewikkelde Westerse theologie nog niet. Zij waren als kinderen die gevoed moesten worden met ‘melk’.
‘Over de Afro-Surinaamse Marrons dacht Idenburg in negatieve raciale stereotypes, die we tegenwoordig als racistisch zouden typeren. Hij vond hen dom en lui. Idenburg voorspelde ook dat de Hindoestanen, die als contractarbeiders naar Suriname waren gekomen, uiteindelijk de economische en politieke macht in het land in handen zouden krijgen. Toch ging hij als gouverneur niet naar de kerk bij de protestantse gemeente van de Europeanen, zoals gewoon was, maar juist bij de Surinaamse Hernhutters in Paramaribo. Als stijve protestant werd hij geraakt door hun geloofsbeleving.
‘Eigenlijk is alles ambivalent en verwarrend bij Idenburg. Dat blijkt ook uit dat hij enerzijds inzette op het militair uitbouwen van het imperium, maar anderzijds al vroegtijdig het einde van het koloniale stelsel inzag. Idenburg zag al vroeg de betekenis van het Aziatische ontwaken en besefte dat het huidige koloniale systeem onhoudbaar was. Hij dacht al vroeg na over alternatieven: een rijksverband met gelijkwaardige rijksdelen.’
Idenburg was een groot voorstander van de ‘Volksraad’ om Indonesiërs meer zeggenschap te geven. Maar later was hij tegen het vergroten van de invloed van deze raad was, zodat het een adviesorgaan bleef. In hoeverre was Idenburg voorstander van de emancipatie van de Indonesiërs?
‘Idenburg is sterk beïnvloed door de negentiende-eeuwse politiek filosoof Alexis de Tocqueville, die democratie van onderop wilde stimuleren. Dat is het vernieuwde aan mijn studie. Idenburg wilde meer inspraak van Indonesiërs. Al rond 1905 experimenteerde hij met lokale bestuursraden op Java (een soort gemeenteraden, red.), hij investeerde in landbouw, infrastructuur, meisjesonderwijs. De inspraak van de bevolking vond hij belangrijk. Het bestuur van Indië en Suriname moest met medewerking van de bevolking gebeuren, zo sprak hij geregeld. Mede hierom ontwierp hij plannen voor de Koloniale Raad in Suriname en in Indië.
‘Uiteindelijk werd in 1918 de Volksraad opgericht onder Idenburgs opvolger. Maar toen die Volksraad er eenmaal was, stapte Idenburg op de rem. Meer zelfbeschikking vond hij goed, maar het regeringsreglement stond niet toe dat de Volksraad meer was dan louter een adviesorgaan. Dit reglement moest in Nederland veranderd worden, door de Raad van State. En in die raad zaten mensen die geen feeling hadden met de Indonesische context, en alles precies volgens de juridische regeltjes wilden doen. Feitelijk was dit ook obstructie, die bij Indonesiërs tot frustratie leidde.
‘Tegelijkertijd was Idenburg, omdat hij voor meer lokale autonomie was, niet geliefd bij conservatieve Nederlanders in de kolonie. Zij vonden hem veel te slap. Idenburg is vanuit die hoek bedreigd, net als zijn vrouw.’
Terwijl Nederland begin twintigste eeuw ziekenhuizen en scholen bouwde op Java, vocht het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger op Sumatra een bloedige oorlog uit om Atjeh met geweld te onderwerpen. Hoe kon Idenburg, een christen-politicus, dit ethisch voor hemzelf verantwoorden?
‘Net als generaal Jo van Heutsz en islamoloog Christiaan Snouck Hurgronje was Idenburg van mening dat Nederland de oorlog in Atjeh alleen met krachtig militair optreden naar een goed einde kon brengen. Nederland kon pas echt ethische politiek bedrijven als het gebied was gepacificeerd. Nederland voerde in Indonesië talloze oorlogen. Het beeld is dat Nederland Indonesië stevig in bezit had, maar dat was helemaal niet zo. Er waren tientallen militaire campagnes. Het is bovendien een fabeltje om te denken dat de koloniale oorlog van 1945-1949 op zichzelf stond. Er was altijd oorlog.’
‘Wilhelmina beschouwde Frits van Daalen, ‘de beul van Atjeh’, als een held’
Wist Idenburg van de burgerslachtoffers in Atjeh, waar ook vrouwen en kinderen werden afgeslacht door het Nederlandse leger?
‘Ja, en koningin Wilhelmina wist hier ook van. In haar geheime aantekeningen verzucht ze over ‘hard optreden daar waar de bevolking rustig is’ en over de onschuldige slachtoffers. De koningin vond dit vervelend, maar haar ambitie om een wereldrijk te scheppen was belangrijker. Ze wilde ook niet dat bepaalde excessen bekend werden bij het grote publiek. Ethiek werd door machtsdenken overruled. Wilhelmina beschouwde Frits van Daalen, ‘de beul van Atjeh’, als een held en wilde hem commandant van het Nederlandse leger maken. Het Nederlandse koningshuis liep aan de leiband van de koloniale, militaire elite.’
Je schrijft dat Idenburg negatief stond tegenover de politieke islam in Indonesië. Waarom? Zou je hem, tegenwoordig kunnen omschrijven als een ‘islamofoob’?
‘Dat was hij niet. Dat zou ook moeilijk zijn in een eilandenrijk waar 45 miljoen moslims woonden. Idenburg had islamitische ambtenaren, was op West-Sumatra in de leer gegaan bij een imam om de islam beter te begrijpen en taalles te krijgen. Waar Idenburg moeite mee had was het islamisme, dat door Arabische migranten en door Indonesiërs die op hadj naar Mekka waren geweest werd gepropageerd. Ook met het panislamisme van de Turkse sultan – een wereldkalifaat onder Turkse leiding – had Idenburg problemen.
‘De traditionele Indonesische islam houdt rekening met voorouderverering en heeft hindoeïstische en boeddhistische elementen; het islamisme was radicaler. Idenburg wilde een verbod op migratie van Arabische moslims, om op die manier de invloed van het islamisme tegen te gaan. Uiteindelijk kwam het daar niet van, omdat het islamisme weer wegebde. Dat kwam mede door de coup van de Jong-Turken in 1908, waardoor in het Ottomaanse Rijk een seculier regime aan de macht kwam.’
Hoe reageerde Idenburg op het ontluikende Indonesische nationalisme?
‘Idenburg had begrip voor het Aziatische ontwaken en wilde Indonesiërs meer zelfbestuur tegen. Maar tegelijkertijd wilde hij dat dit ontwaken beheersbaar zou blijven. Hij was tegen centrale organisaties die het Nederlandse gezag bedreigden, decentrale organisaties mochten wel. Met Mohammed Hatta en Soekarno had Idenburg niet te maken, wel met Oemar Saïd Tjokroaminoto van de Sarekat Islam (een grote islamitisch-nationalistische vereniging in Indonesië, red.). Die prees Idenburg om zijn coöperatieve houding. Andere Indonesische nationalisten waren kritischer, zoals Ernest Douwes Dekker (verre familie van Eduard Douwes Dekker, de schrijver Multatuli, red.). Zij vonden Idenburg te conservatief.’
‘Idenburg wilde meer zelfbestuur, maar ook dat het Aziatische ontwaken beheersbaar bleef’
Wat vonden de ‘gewone’ Indonesiërs van het koloniale beleid van Idenburg?
‘Dat is moeilijk om goed te achterhalen. De geschreven bronnen zijn van intellectuelen, die hun meningen gaven in kranten. Het analfabetisme was in Indonesië in de vroege twintigste eeuw nog wijd en zijd verspreid. Uit de bronnen die ik heb bestudeerd bleek dat Idenburg aanvankelijk werd gewaardeerd als een progressievere bestuurder, die een nieuwe wind wilde laten waaien. Maar uiteindelijk bleek het met die vernieuwing tegen te vallen. Japanse kranten benadrukten het christelijke van Idenburg, die als stiekeme doel zou hebben om Indonesië te kerstenen. Arabische kranten waren ook kritisch over Idenburg na een incident in de Arabische havenstad Jeddah, waar het Nederlands-Indische consulaat door boze Indonesische pelgrims werd bestormd.’
In de jaren dertig voerde Nederland – aangevoerd door de Antirevolutionaire minister-president Hendrikus Colijn – een reactionair en repressief Indië-beleid, en werd het onafhankelijkheidsstreven van Soekarno en de zijnen keihard de kop ingedrukt. In hoeverre stond dit haaks op de ‘ethische politiek’ van Idenburg?
‘Idenburg volgde in de jaren dertig in grote lijnen het beleid van Colijn. Hij vond dat de muiterij op het oorlogsschip De Zeven Provinciën, dat was gekaapt door opstandige Indonesische matrozen, de kop in gedrukt moest worden. Tegelijkertijd vond Idenburg Colijn wel te reactionair, te hard, te economisch, te militair. Bij Idenburg ging het ook om moraal. Nederland had een ethische missie te vervullen. Idenburg was niet van mening veranderd en ingekapseld door Colijn, wat sommige historici beweren. Hij had een eigen mening, en bleef soms ook kritiek uitoefenen op Colijn.’
Geloofde Idenburg dat onafhankelijkheid van Indonesië onvermijdelijk was?
‘Het was onvermijdelijk. Idenburg zag dat ook. Hij vond dit ook niet erg. Maar Idenburg zag de onafhankelijk anders. Hij dacht aan een Nederlandse wereldrijk, waarin de verschillende delen zelfstandig waren. In 1907 en 1908 sprak Idenburg over de financiële onafhankelijkheid van Suriname. Naar dit zogenoemde ‘Plan Idenburg’ werd in 1974, aan de vooravond van de Surinaamse onafhankelijkheid, verwezen door de VN-rapporteur. Hij zag dit plan als de eerste opmaat naar onafhankelijkheid van Suriname.
‘Maar woorden betekenen nog geen daden. Idenburg kwam continu in een worsteling terecht met hoe je dit bestuurlijk goed moest regelen. Bovendien had hij te maken met de koloniale praktijk van discriminatie, waar hij moeite mee had maar te weinig tegen deed. De houding van Idenburg had ten slotte iets dubbels. Hij stond welwillend tegenover het Aziatische ontwaken, maar was tegelijkertijd bevreesd voor de ondergang van het Avondland, het christelijke Europa, en was beïnvloed door de ideeën van de Duitse schrijver Oswald Spengler (auteur van het tweedelige werk Der Untergang des Abendlandes van 1918-1922, red.).’
Het beeld dat we tegenwoordig hebben van Jan Pieterszoon Coen, Jo van Heutsz en Hendrikus Colijn is erg negatief, terwijl zij vroeger als helden werden vereerd. Hoe kijk jij, als historicus, naar het op een sokkel plaatsen en er weer vanaf trekken van historische helden en schurken?
‘Idenburg heeft geen standbeeld gekregen, maar naar hem zijn wel straten en scholen vernoemd. Monumenten zeggen veel over tijd waarin ze geplaatst worden, en ook over de tijd wanneer ze worden weggehaald. Dat is natuurlijk op zichzelf al erg interessant. Een herinneringscultuur zegt meer iets over de tijd waarin die herinnering is, dan over de tijd waar de herinnering over gaat. Maar in wezen heb ik vrij weinig met het eren van mensen. Als historicus moet je de dingen contextualiseren, naar meerdere perspectieven kijken. Iedereen ziet iets anders in een schilderij. Dat maakt het juist boeiend. Geschiedenis draait niet alleen om waarheidsvinding, maar ook om perspectiefvinding.
Beeld: Prometheus
In bepaalde tijden komen bepaalde perspectieven meer naar voren. Idenburg werd eerst bewonderd, maar nu is er vooral oog voor de donkere kanten van het koloniale bewind in Indonesië. Denk aan de tentoonstelling Revolusi in het Rijksmuseum, waar de lege portretlijsten van gouverneurs-generaal op de grond liggen. Als symbool voor de bezoekers. Ook Idenburg ligt daar. Maar niemand kent hem. Als historicus vind ik dat de studie naar zo’n bestuurder belangrijk is, om de kern van het imperialisme van Nederland beter te begrijpen. Daar ligt mijn taak.’
Een Marokkaans-Nederlandse moslima (32) zegt dat ze in een Haags winkelcentrum is geslagen en dat haar hoofddoek is afgetrokken. Ooggetuigen bevestigen haar verhaal.
Het slachtoffer vertelt aan de Kanttekening dat zij in winkelcentrum Leyweg op de lift aan het wachten was. Uit de lift kwamen twee oudere vrouwen, waarvan één in een scootmobiel zat.
Eén van de vrouwen vond dat het slachtoffer in de weg stond en begon te schelden, zegt ze. ‘Ze zei dat ik weg moest gaan met mijn kind en dat ik bezig was op mijn ‘kut-telefoon’.’
Het slachtoffer zegt dat ze ruimte probeerde te maken om de vrouwen te laten passeren. Maar die zouden hebben geweigerd de lift uit te stappen en hebben geroepen dat ze moest ‘oprotten’ naar haar ‘eigen land’.
Een ooggetuige, een 45-jarige vrouw die boodschappen aan het doen was, zag dat tijdens de scheldpartij de vrouw in de scootmobiel ineens opstond en het slachtoffer begon te slaan en te krabben.
‘Ze werd heel agressief en ze trok haar hoofddoek af. Eén van de omstanders, een man, kwam ertussen en hield de oudere vrouw tegen.’
Even later kwam deze ooggetuige het slachtoffer tegen in de Xenos. ‘Ze trilde en haar armen zaten onder de schrammen. Ze was heel emotioneel en ik vroeg haar of ze aangifte wilde doen. Ze vertelde dat ze op dat moment nog te angstig was om naar de politie te gaan.’
Het voorval vond vorige week donderdag plaats. Het slachtoffer vertelt dat ze eerst geen aangifte durfde te doen uit angst en omdat ze moest bijkomen van de schrik.
Eergisteren belde ze naar politiebureau Zuiderpark om een melding van mishandeling te maken. Maar er werd volgens het slachtoffer door de medewerker gezegd dat de politie geen capaciteit had voor deze aangifte.
‘De medewerker zei dat ik niks had gebroken en geen medisch dossier had. Ook zei ze dat het toch een wilde wijk is, met mensen met ‘rugzakjes’.’
De politie-eenheid Den Haag zegt nog geen uitspraak te kunnen doen over het voorval en of het telefoongesprek echt zo gebeurd is. Wel zegt een woordvoerder dat de medewerker goede intenties had en dat het vervelend is dat het slachtoffer dit anders heeft ervaren.
Uiteindelijk heeft het slachtoffer toch nog een afspraak kunnen maken bij het politiebureau.
Zuid-Holland, Zuid-Limburg, Drenthe en Gelderland kennen sinds deze week natuurbegraafplaatsen met mogelijkheid tot eeuwigdurende grafrust. Dit meldt het AD Hoeksche Waard.
Het gaat speciale zones binnen de natuurbegraafplaatsen van Natuurbegraafplaatsen van Waarde. Directeur Chris Schreve noemt het een ‘heuglijk moment voor Nederlandse moslims’.
Dierbaren kunnen er volgens de regels van islam afscheid nemen van hun overledenen, die met het gezicht richting Mekka komen te liggen.
Op dit moment wordt op verschillende plekken in Nederland gekeken om de mogelijkheid tot islamitisch begraven te verruimen. Islamitisch begraven vereist eeuwigdurende grafrechten, wat in Nederland niet vanzelfsprekend is.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.