De Amerikaanse investeerder en miljardair Chamath Palihapitiya ligt onder vuur, omdat hij heeft verklaard dat het lot van de Oeigoeren in China hem en de meeste Amerikanen ‘niets kunnen schelen’.
‘Laten we eerlijk zijn, niemand, niemand geeft om wat er met de Oeigoeren gebeurt, oké?’, zei hij in een recente podcast-discussie.
Zijn gespreksgenoot had net daarvoor ter sprake gebracht dat president Joe Biden, ondanks zijn harde woorden over China en diens behandeling van de Oeigoeren, hem niet hadden geholpen in de peilingen.
Palihapitiya antwoordde als verklaring: ‘Je brengt het ter sprake omdat je er echt om geeft. En ik denk dat dat heel aardig is dat je erom geeft, maar… De rest van ons kan het niets schelen. Ik vertel je gewoon een heel harde waarheid.’
Zijn opmerkingen leidden tot een storm van verontwaardiging op social media. Basketballer Enes Kanter, die zich hard maakt voor de Oeigoeren, twitterde: ‘Als er genocides plaatsvinden, zijn het dit soort mensen die het laten gebeuren.’
Palihapitiya gaf gisteren op Twitter toe dat zijn uitlatingen ‘empathie misten’. Hij zei dat mensenrechten ertoe doen, of het nu in de Verenigde Staten, China of elders is.
China voert een repressief beleid in de westelijke regio Xinjiang, waar de meeste Oeigoerse moslims wonen. Meer dan een miljoen Oeigoeren en andere moslims worden in zogenoemde heropvoedingskampen vastgehouden, waar ze worden onderworpen aan een streng regime.
Ook maakt China gebruik van Oeigoerse dwangarbeiders en wordt de uitoefening van de islamitische godsdienst onderdrukt. Onlangs is een Oeigoerse vrouw die Koranlessen gaf door de Chinese autoriteiten tot veertien jaar gevangenisstraf veroordeeld, bericht IslamOmroep.
De Verenigde Staten hebben het Chinese beleid tegenover de Oeigoeren als ‘genocide’ bestempeld, evenals het Nederlandse parlement. Dit komt mede door berichten over gedwongen sterilisatie bij Oeigoerse vrouwen.
De Turkse president Erdogan zegt een Russische invasie in Oekraïne, ondanks de hoog oplopende spanningen tussen die landen, niet realistisch te achten. Oekraïne is namelijk een ‘machtig land’ met ‘internationale vrienden’, zo meldt de Turkse nieuwssite Habertürk.
Erdogan zegt fel tegenstander te zijn van een oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Hij haalt ook uit naar het Kremlin: ‘Wat heeft Rusland nou gedaan in Oekraïne? Een invasie gepleegd op de Krim. Ik vertel meneer Poetin altijd dat we tegen de invasie van de Krim zijn geweest.’
In 2014 is de Krim na een omstreden referendum geannexeerd door Rusland. Ook steunt Rusland de rebellen in het Oostelijke Donbas-regio, waar relatief veel etnische Russen wonen.
Turkije heeft, zoals het Westen en de NAVO, de annexatie van de Krim nooit erkend en altijd diplomatieke steun uitgeroepen voor de soevereiniteit van Oekraïne. De laatste jaren uit die steun zich ook ook militair, bijvoorbeeld via het verkoop van de Turkse drones aan Oekraïne. Het Kremlin is daar beschuldigde Turkije daarom vorig jaar met het aanwakkeren van ‘militair sentiment’ in Oekraïne’.
Volgens een Frans onderzoek geven Franse media van alle presidentskandidaten vooral aandacht aan de uiterst rechtse Éric Zemmour.
Volgens het Franse Institut National de l’Audiovisuel blijkt dat alle grote tv-zenders in Frankrijk veel zendtijd geven aan Zemmour, soms zelfs meer dan aan zittend president Emmanuel Macron.
BFMTV, de grootste zender van Frankrijk, wijdde 35 procent van de verslaggeving over de presidentsverkiezingen aan Zemmour, Macron kreeg slecht 15 procent van de aandacht, Marine le Pen van de radicaal-rechtse partij Rassemblement National ook.
Televisiezender TPMP wijdde zelfs 55 procent van de berichtgeving over de Franse presidentsverkiezingen aan Zemmour gewijd. Zemmour en Le Pen krijgen samen 70 procent van de aandacht.
In april worden in Frankrijk de presidentsverkiezingen gehouden. Zemmour, een felle criticus van de islam en moslims, werd maandag nog veroordeeld tot een boete van 10.000 euro vanwege aanzetten tot rassenhaat. Hij noemde in 2020 alleenstaande asielzoekers ‘dieven, verkrachters en moordenaars’ die ‘hier niets te zoeken’ hebben.
De Turkse president Erdogan wil samen met de Servische president Aleksandar Vucic optreden als bemiddelaar in de Bosnische crisis. De Servische deelrepubliek zinspeelt al langere tijd op afscheiding van Bosnië-Herzegovina.
Het Servische separatisme ontstond nadat wetgevers vorig jaar een ‘niet-bindende’ motie hadden aangenomen die de semiautonome Servische entiteit uiteindelijk moet laten afscheiden. Dat is ook wat de Bosnisch-Servische leider Milorad Dodik wil.
Turkije ziet dat als een ‘slechte en gevaarlijke’ stap en wil bemiddelen in de crisis, samen met Servië dat juist de separatisten in de Servische deelrepubliek steunt.
Na de oorlog van de jaren negentig ontstond Bosnië-Herzegovina, een rompstaat tussen Kroatië en Servië die onderverdeeld is in een Servische en Bosnisch-Kroatische deelrepubliek die bijeen worden gehouden door een centrale regering.
Erdogan zei in de persconferentie met Vucic dat Serven, Kroaten en Bosniërs moeten terugdeinzen voor stappen die de ‘territoriale integriteit’ in gevaar kunnen brengen en ‘verantwoordelijk’ moeten handelen.
‘Na de Servische verkiezingen (in april, red.) willen we deze groepen bij elkaar brengen en een vergadering met hun leiders organiseren’, zei hij. De gesprekken kunnen in Istanbul of Belgrado worden gehouden, voegde hij daaraan toe.
Het Amsterdamse debatcentrum De Balie wordt een gebedshuis. Op deze manier protesteert directeur Yoeri Albrecht tegen de coronaregels. Kerken, moskeeën en synagogen mogen immers wél open zijn tijdens de lockdown, in tegenstelling tot debatcentra.
‘Gedreven door een diepgeworteld geloof in de open samenleving richtten wij het Levensbeschouwelijke Genootschap de Gemeenschap der Rede op’, schrijft de Balie in een statement. En Albrecht twittert: ‘In regelmatige bijeenkomsten vieren we de eredienst van democratie en rechtsstaat, van rede en troost.’
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers is kritisch. Hij is ‘positief’ over de oprichting en noemt dit sarcastisch een ‘mooie en dappere stap’, maar zegt ook dat De Balie in het vervolg nul euro overheidssubsidie krijgt en het geld dat het debatcentrum wel krijgt moet weggeven aan de mensen die het minder hebben.
Volgens Teunis van Kooten, gepromoveerd op de positie van het kerkgenootschap binnen de Nederlandse rechtsorde, is de kans klein dat de rechter De Balie als kerkgenootschap zal beschouwen.
‘Nederland kent geen formele erkenningsprocedure van kerkgenootschappen, waardoor vooraf niet juridisch zeker is of werkelijk sprake is van een kerkgenootschap’, vertelt hij aan het Reformatorisch Dagblad. De wettelijke uitzonderingsmogelijkheid geldt voor kerkdiensten en dus niet voor allerhande andere activiteiten die een kerkgenootschap organiseert, merkt hij ook op.
Van Kooten ziet parallellen met de rechterlijke uitspraak over de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. ‘De rechter merkte de daarin aangehangen opvattingen niet aan als een serieus geloof of godsdienst.’
Vandaag precies vijftien jaar geleden werd de Armeens-Turkse journalist en vredesactivist Hrant Dink voor zijn eigen kantoor vermoord. Duizenden mensen gingen de straat op en riepen: ‘Wij zijn allemaal Hrant, wij zijn allemaal Armeniërs!’ Wat is er nog over van dat vredesgeluid? De Kanttekening sprak met Armeniërs uit Nederland, Turkije en Armenië.
‘Wij zijn mensen met een levensmissie, om de hel waarin we leven, te veranderen in een paradijs.’ Als er één uitspraak is die de oneindige hoop en energie van Hrant Dink het best vangt, dan is het wel deze. Er zit realisme in over de aard van de Armeense kwestie tussen Turkije en de Armeniërs – de enorme opgave van de Turkse erkenning van de Armeense Genocide én dus Armeniërs erkennen als gelijkwaardige burgers in Turkije – maar ook een zekere utopie. Het was de enorme kracht van Dink, die duizenden mensen mobiliseerde om de verandering te zijn die ze op de wereld willen zien.
En toen, op 19 januari 2007, werd hij vermoord. Doodgeschoten voor zijn eigen kantoor van de Armeens-Turkse krant Agos die hij mede heeft opgericht. Mist Turkije met hem een unieke kans voor erkenning en gerechtigheid voor de Armeense bevolking en de democratisering van Turkije? De Turkse staat heeft sinds de Gezi-protesten van 2013, en vooral na 2015, honderd jaar na de Armeense Genocide, bijna alle initiatieven voor verzoening tussen Turken, Armeniërs en andere minderheden vermorzeld.
Ook de Armeens-Nederlandse Suna Floret, docent Burgerschap aan het Rotterdamse Albeda College, is pessimistisch. Ze beschrijft de situatie in Turkije als ‘deprimerend’. Floret gelooft ook wel dat er ‘democratisch denkende’ mensen zijn in Turkije, ‘maar dan moeten de huidige machthebbers wel van hun troon af’, zegt ze. ‘Hoewel het niet te ontkennen valt dat de afkeer van Armeniërs ook al bestond vóór Erdogan, gebruikt Erdogan het woord ‘Armeniër’ nog nét niet als scheldwoord.’
Beeld: Suna Floret
Volgens Floret heerst in Turkije angst om de straat op te gaan voor Armeens-Turkse verzoening, een angst die ook eind vorig jaar gerechtvaardigd bleek toen mensen in de grote steden de straat op gingen vanwege de slechte economie. ‘Helaas zijn de demonstraties, al is het een democratisch recht van ieder individu, niet vreedzaam verlopen, omdat de overheid vond dat ze met geweld moesten ingrijpen.’
Dat wil niet zeggen dat er geen slogans voor Hrant Dink meer worden gescandeerd, alleen gebeurt dat nu in de woonkamers van ‘heel veel Turken en Armeniërs’, aldus Floret.
Dink maakte in zijn zoektocht naar gerechtigheid en gelijkheid eigenlijk ‘geen enkele partij onverdeeld gelukkig of ongelukkig’. Dat benadrukt Varduhi Balyan, een journaliste en programmamaakster uit Armenië die in Turkije leeft.
Varduhi Balyan (Beeld: Ishan Erdinc)
Balyan: ‘De waarheden die hij te berde bracht, dus dat hij Turkije als zijn vaderland zag en ook zo beleefde, viel zwaar voor Armenië. Dink werd ook niet met open armen ontvangen door de Armeense diaspora toen hij ze aansprak op dat ze als politiek instrument worden gebruikt in de landen waar ze leven (zoals Nederland en Frankrijk, red.), en dat dit geen enkel effect zou hebben voor de erkenning van de Armeense Genocide door Turkije.’ Het is dan ook zo dat de mainstream in Armenië pas over Dink en zijn gedachten sprak ná zijn moord, zegt zij.
Dink vond dat Armeniërs en Turken met elkaar moeten práten. Balyan: ‘Dat alleen al was voor Turkije te zwaar, dat hij opkwam voor gelijke rechten voor Armeniërs in Turkije (zoals religieuze vrijheid om kerken te restaureren en op te richten, uitzondering van verplicht islamitisch onderwijs, onderwijs in eigen taal, vrijheid van vereniging, red.) omdat ze al eeuwenlang op deze Turkse gronden hebben geleefd en als Armeense burgers van Turkije’.
Balyan denkt dat Dinks toespraken over verzoening, dialoog en liefde voor Anatolië nog steeds een veranderende kracht hebben. En toch: ‘Een Armeniër zijn in Turkije, dat is constant vertellen hoe het is om een Armeniër te zijn in Turkije, terwijl niemand dit begrijpt, niet wil begrijpen en ook niet wil horen’, zo citeert ze een recente tweet van de Armeens-Turkse journalist Rober Koptas. ‘Je vertelt het ze dan nog eens, maar weer zullen ze het niet horen of begrijpen, omdat ze dat niet willen. Dit is ontkenning, en daar is alles op gebouwd.’
Dit is wat veel Armeniërs die in Turkije wonen, voelen en ervaren, zegt Balyan. ‘Maar toch blijft het belangrijk om te blijven praten’, vindt ze.
Voor haar persoonlijk speelt ook een zekere dubbele uitsluiting. Als Armeen in Turkije sowieso, maar ook door Armeniërs uit Turkije die haar een Hayastanli (‘uit Armenië’) noemen. Ze voelt zich soms een ‘verwarde koorddanser die over het vagevuur’ moet lopen. Dit gold vooral toen eind 2020 de kogels vlogen in Nagorno-Karabach en Armeniërs in Turkije die geen Turkse staatsburgers zijn, ongeveer 60.000 mensen, bedreigd werden met deportatie naar Armenië.
‘Wat Koptas zegt is gewoon waar: als je probeert uit te leggen hoe het voelt om een Armeniër in Turkije te zijn, hoort de andere kant het toch niet.’ En die andere kant is volgens Balyan niet alleen de brede samenleving in Turkije, maar ook de Armeense gemeenschap in Turkije. ‘Zij zijn ook niet zo enthousiast om te luisteren.’
Voor Vartan Estukyan, redacteur bij het Armeens-Turkse weekblad Agos, de krant van Dink, is het totaal geen wonder dat er weinig tot niks is veranderd na de moord op Dink en dat er nu veel minder aandacht is voor hem. ‘De Armeense kwestie houdt in een land van 80 miljoen mensen maximaal tussen de twee- en driehonderdduizend mensen bezig. Turkije heeft zelf al zoveel problemen, in de eerste plaats de economie. Dus ja, wat is er overgebleven van Hrants missie na vijftien jaar? Het is niet mogelijk om te zeggen dat daar veel van over is.’
Beeld: Vartan Estukyan
Estukyan zegt dat hij en zijn collega’s bij Agos nog steeds in de fase zitten om de meest basale waarheden over Armeniërs over te brengen in Turkije. ‘Miljoenen mensen weten er nog helemaal niks van. En zoals Hrant heeft getracht, doen we dat zonder iemand te kwetsen. We zijn natuurlijk niet zo succesvol als hem, maar proberen wel onze stem te laten horen en te laten zien dat ons bestaan hier onderdeel is van een grotere geschiedenis. Met andere woorden: we zijn helaas niet eens twee stappen verder gekomen dan de sprint die Hrant heeft afgelegd en die gruwelijk tot staan werd gebracht.’
Floret onderschrijft de volharding van Dink, en denkt hij toch iets heeft bereikt: ‘De realisatie dat er meerdere afkomsten leven binnen de grenzen van Turkije. Er hoeft geen schaamte gevoeld te worden wanneer iemand zegt dat hij of zij een Armeniër is uit Turkije. Het is de geschiedenis, het is erkenning. Dát is de nalatenschap van Hrant Dink, dat je met opgeheven hoofd Armeniër mag zijn, waar dan ook.’
Balyan ziet in Turkije dat minder mensen Dink herdenken dan de voorgaande jaren. Maar dat verklaart zij vooral vanuit de turbulente politieke situatie en de coronapandemie. En het valt niet te ontkennen ‘dat duizenden mensen de opvattingen van Dink omarmen’, zegt ze. ‘Het klopt dat de Turkse staat alle vredesinitiatieven heeft verpletterd. Maar als er geen hoop was, dan zouden miljoenen mensen hun strijd voor vrede en democratie niet kunnen voortzetten.’
Toch is hoop niet voldoende, volgens Balyan. ‘Voor een democratischer en vreedzamer land, waar iedereen gelijk is, waar geen discriminatie is onder de burgers, moeten we blijven praten, en onze stem laten horen. Dink zelf moet als voorbeeld worden genomen. Niet alleen in de hoop op vrede en gelijkheid, maar ook in de activistische strijd die hij heeft geleverd.’
‘De nalatenschap van Dink: dat je met opgeheven hoofd Armeniër mag zijn – waar dan ook’
Estukyan is even stil op de vraag of er nog hoop is voor Armeniërs en op vrede in Turkije. ‘Eerlijk gezegd verwacht ik helemaal niks van dit land. Ik heb geen hoop. Dit zeg ik altijd met luide stem. Ik ben sowieso best wel pessimistisch, ook over de wereldpolitiek. Maar over Turkije ben ik extra pessimistisch. Ik ben er vrijwel zeker van dat er in Turkije in de nabije toekomst geen enkele positieve verandering gaat komen. Mensen denken dat als de huidige regering, de politieke islam, weg is, dat alles dan prachtig wordt. Zo denk ik er niet over, want het is nog steeds niet mogelijk om te zeggen dat er een ideaal alternatief is.’
‘Zelfs als vandaag in Turkije alles verandert’, vervolgt Estukyan, ‘en de Armeense Genocide en ook wat er met de Koerden is gebeurd wordt erkend – de pogroms, enzovoort – dan is er pas over zeventig à tachtig jaar een generatie die in dit ideale Turkije zou kunnen leven.’ Een verstandig mens zou eigenlijk zo snel mogelijk Turkije moeten verlaten, denkt dat hij. ‘En dan kunnen alle fascisten hier overblijven om elkaars leven zuur te maken. Dit land moet eerst zijn eigen Renaissance tot stand brengen.’
Balyan ziet ‘in deze hopeloze politieke sfeer’ toch een sprankje hoop, vanwege recente diplomatieke stappen die zijn genomen in de normalisering van de betrekkingen tussen Turkije en Armenië.
‘De mislukkingen in het verleden en de instabiliteit in de richting van een oplossing wijzen erop dat het nog te vroeg is om ons over deze ontwikkelingen te verheugen. Toch denk ik dat we de hoop niet mogen verliezen. Laten we hopen dat deze stappen nu wel tot een dialoog zullen leiden, en dat de op dit moment gesloten grenzen tussen ‘twee nabije volkeren, twee verre buren’, zoals Dink het zei, open gaan.’
‘Wat moet je nou in die grote zandbak? Vergeet je emmertje en schepje niet mee te nemen.’
Uitkijkend op de skyline van de Emiraten vol wolkenkrabbers, kantoorgiganten van vijfentachtig verdiepingen hoog of meer en oneindig grote onder- en bovengrondse winkelcentra en hotels, lees ik dit berichtje op mijn telefoon. Ik voel meteen een soort meewarigheid. Het leven thuis achter de dijk wordt door velen nog steeds beheerst door beeldvorming.
In smetteloos witte kaftans, die alles vertellen over de religieuze en culturele tradities van de Emiraten, doen de heren samen met hun in donkere gewaden geklede echtgenotes keuvelend hun boodschappen. In de supermarkt, bij de modewinkels van H&M, Guess of andere voor de Europeaan bekende merken. Zitten op een bankje aanschouw ik deze beelden. Vrolijk samen lachend op het terrasje hebben onze gastheren en -dames er geen idee van hoeveel Hollands medelijden over hun ‘onderdrukking’ en ‘achterstelling’ wordt uitgestort.
Zijn het nu deze mensen die door hun leefstijl worden onderdrukt? Of zijn wij Hollanders het die door onze beeldvorming worden onderdrukt, zonder de feiten te kennen?
Natuurlijk zijn er in deze landen aan de Perzische Golf ook misstanden. Waarom niet? Zo goed als die er in ieder deel van de wereld bestaan. De Nederlandse gevangenissen zijn al eeuwenoud. En het huiselijk geweld dateert net als misbruik en ontucht al van ver vóór de Middeleeuwen. Toch beoordelen wij ons eigen landje terecht als beschaafd en ontwikkeld. Ondanks misstanden. Waarom dan toch zo een scheef oog naar wat ons vreemd is en die gemeenschappen die wij niet kennen?
‘Ik reis niet naar die enge landen’, krijg ik vlak voor mijn vertrek van Schiphol nog even toegefluisterd. Enge landen? De Emiraten, Tunesië, Marokko? Aan boord van het toestel van Emirate Airways worden ons de koosjere maaltijden uitgereikt, helemaal volgens de Thora-regels. Vergezeld van het certificaat van de rabbijn van Dubai. Op straat, in de winkelcentra, in de hotels worden wij voorkomend en vriendelijk bejegend, ook met onze keppeltjes op ons hoofd.
‘Bestrijder van antisemitisme? In wat voor een land wonen jullie dan, dat dit nodig is?’
Tijdens de rondleiding in de grote moskee van Abu Dhabi vertellen we terloops dat ons Nederland een ‘Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding’ kent. De in zijn traditionele kledij gehulde geestelijke, met zijn rood-wit geblokte keffiyeh als hoofdbedekking, opent zijn mond van verbazing. ‘Bestrijder van antisemitisme? In wat voor een land wonen jullie dan, dat dit nodig is?’
De duinen en dijken waar wij ons in Nederland achter verschansen, beschermen ons al heel lang tegen het hoge zeewater. De ellende is dat zij ons ook het uitzicht belemmeren op de werkelijkheid in de wereld om ons heen. En dan moeten wij het maar doen met de ideeën en de beelden die wij in ons eigen hoofd met ons meedragen.
Op de sjabbat gaan wij natuurlijk naar de sjoel, de synagoge in het hart van de grote stad Dubai. Vrijdagavond, zaterdagochtend en daarna voor de middag- en avonddienst.
In Nederland spreken wij als onderdeel van de liturgie tijdens deze synagogediensten iedere week de zegewens uit voor Hunne Koninklijke Hoogheden koning Willem Alexander en koningin Maxima. Zoals dat wereldwijd gebeurt voor de overheden en het leiderschap.
En in de Emiraten? Ja, precies hetzelfde. De zegenwens voor de H.H. Sheikh Khalifa Bin Zayed al Nahyan, president van de Verenigde Arabische Emiraten en ook voor de andere leiders van de zeven deelstaten en hun kroonprinsen.
Een weekje in dat deel van de globe, de Arabische wereld, schudt ons wakker. Het zijn niet de mensen die daar wonen die primitief, onderdrukkend of vijandig zijn. Het is de beeldvorming die ons altijd weer knus en veilig laat wegkruipen achter de hoge dijken om ons heen. Onder het zeeniveau is het gemakkelijk om beelden te scheppen waarmee de ander zo negatief kan worden beoordeeld.
De 67-jarige Turkse zangeres Sezen Aksu ligt nationaal onder vuur, omdat ze volgens sommige moslims de profeet Adam heeft beledigd.
Ze zingt onder meer: ‘Doe de groeten van mij aan de onwetende Adam en Eva’. Daarmee verwijst ze naar de zondeval en de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. Adam wordt in de islam beschouwd als de eerste profeet op aarde.
De klachten gaan over haar song Sahane Bir Sey Yasamak (Het Is Geweldig Om te Leven) uit 2017, waarvan ze twee weken geleden een nieuwe clip lanceerde.
Aksu zou de waarden van Turkije aanvallen onder het mom van kunst en muziek. ‘Onze mensen hebben genoeg van mensen zoals jij’, twittert een parlementariër van president Erdogans regeringspartij AKP. Coalitiepartner MHP noemt het een ‘buitenissig lied’.
‘Deze zorgeloze houding ten opzichte van religieuze figuren is op zijn zachtst gezegd respectloos‘, reageert Diyanet, het Turkse staatsgodsdienstorgaan.
Sommigen stonden gisteravond voor Aksu’s deur te protesteren. Een groep burgers heeft zelfs een klacht ingediend bij het Openbaar Ministerie voor godslastering.
‘Deze situatie heeft terechte woede gewekt onder degenen die in de islam geloven’, aldus de aanklager die deze groep leidt.
De burgemeester van Istanbul, lid van de seculier-nationalistische oppositiepartij CHP, betuigt juist zijn steun aan Aksu, die zich volgens hem als kunstenaar vrij moet kunnen uiten. Ook politici van andere oppositiepartijen springen op de bres voor de zangeres, die wordt gezien als de grondlegger van de Turkse popmuziek in de jaren zeventig.
Sommige Turkse popsterren hebben nu besloten om voor Aksu in de bres te springen. Elif Safak, de best verkopende vrouwelijke schrijfster, twittert:
‘We zijn een samenleving geworden die haar artiesten uitput met beledigingen, lynchpartijen en laster en ze heel, heel eenzaam maakt. Het is zo gemakkelijk om mensen aan te vallen. Sezen Aksu is een van de meest waardevolle artiesten van dit land. Haar liedjes en stem zijn in de harten van vele generaties.’
Morgenavond gaan verontruste Utrechters protesteren op de Maliebaan in de Domstad, meldt AD Utrecht. Ze vrezen voor opkomend fascisme.
Directe aanleiding voor hun protest: een fakkeloptocht van vorige week (foto), waarbij extreemrechtse demonstranten de beruchte Prinsenvlag droegen, een symbool van de NSB.
De fakkeloptocht van vorige week werd georganiseerd door Etienne van Basten, voorzitter van de Germaanse Jeugd Nederland, de jeugdbeweging van de neonazistische NVU. ‘Pijnlijk na tachtig jaar weer een NSB-vlag op de Maliebaan te zien’, vinden de verontruste Utrechters.
De Kanttekening sprak vorige week met de Utrechtse advocate Sacha Jansen, die per ongeluk in de demonstratie in haar wijk terechtkwam. ‘Eerst sprak ik nog mensen aan: ‘Weten jullie wel waar jullie achteraan lopen? Achter een Prinsenvlag?”, aldus Jansen.
Jansen werd emotioneel toen de demonstranten ook langs de Maliebaan liepen, waar tijdens de oorlog het hoofdkwartier van de NSB was gevestigd. ‘Nul historisch besef.’
Ook afgelopen zondag, bij het grootschalige coronaprotest in Amsterdam, werd de Prinsenvlag getoond. Deze vlag werd in de zeventiende eeuw gebruikt, maar dus ook door de NSB en tegenwoordig door extreemrechtse groeperingen.
De islamitische Partij van de Eenheid van Arnoud van Doorn ziet uiteindelijk toch af van deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen in Den Haag. De nieuwe partij Haags Belang is volgens Van Doorn een prima alternatief, meldt AD Den Haag.
Arnoud van Doorn is in gesprek geweest met Abdoel Haryouli en Ahmed el Hadioui van Haags Belang, die na een conflict Denk moesten verlaten. Na dit gesprek concludeerden Van Doorn Haags Belang te gaan steunen.
Van Doorn: ‘Na twaalf jaar heb ik het wel gezien in de politiek. We hebben er vertrouwen in dat Haags Belang de kwaliteit, integriteit en het draagvlak heeft om de Haagse bevolking goed te vertegenwoordigen. Ze hebben daar al mensen met ervaring en jonge mensen. Natuurlijk zijn we bereid om advies te geven, als daarom gevraagd wordt. De Partij van de Eenheid wordt per 16 maart opgeheven.’
Vanwege de ruzie binnen Denk, waar Abdoel Haryouli en Ahmed el Hadiou na een conflict werden geroyeerd, overwoog Van Doorn in december om alsnog weer mee te doen met de Partij van de Eenheid. Hij heeft nu dus alsnog besloten om dit niet te doen.
In Den Haag zitten nu drie islamitische partijen: de IslamDemocraten, de Partij van de Eenheid en Nida. De IslamDemocraten zijn samengegaan met Denk en Nida heeft zichzelf opgeheven. Dit, nadat Nida er vorig jaar niet in slaagde om in de Tweede Kamer terecht te komen.
Aan de gemeenteraadsverkiezingen van maart dit jaar in Den Haag zullen zowel Denk als Haags Belang meedoen.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.