9.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 550

Grapperhaus: ambtenaar mocht zich uitlaten over extreemrechts

0

Van minister Ferd Grapperhaus van Justitie & Veiligheid mocht onderzoeker Nikki Sterkenburg zich – hoewel ze ambtenaar is op zijn ministerie – publiekelijk uitlaten over extreemrechts, het onderwerp van haar recentelijk verschenen proefschrift. Dit schrijft Binnenlands Bestuur.

Grapperhaus (foto, rechts): ‘Ik hecht veel waarde aan vrijheid van meningsuiting én aan academische vrijheid.’ De minister gaf een reactie op de Kamervragen van Gideon van Meijeren (Forum voor Democratie), die felle kritiek had op Sterkenburg.

In haar boek Maar dat mag je niet zeggen doet Sterkenburg verslag van een nieuwe generatie extreemrechtse activisten in Nederland, waaronder de wit-nationalistische studiegroep Erkenbrand. Enkele leden daarvan betuigen openhartig hun interesse in Forum voor Democratie.

FvD-Kamerlid Van Meijeren (foto, links) leverde tijdens een Tweede Kamerdebat in juni felle kritiek op Nikki Sterkenburg, die hij betitelde als extreemlinkse activist. Hij zei het een schande te vinden dat zij werkzaam was bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Zijn kritiek komt ook terug in Kamervragen. Volgens Van Meijeren is Sterkenburg werkzaam als ambtenaar onder de verantwoordelijkheid van Grapperhaus.

De minister antwoordt dat Sterkenburg haar uitspraken heeft gedaan in de rol van onderzoeker. ‘Om onduidelijkheid hierover te voorkomen is eveneens vermeld dat deze onderzoeker binnen het departement niet betrokken is bij dit onderwerp, om zo nogmaals te expliciteren dat de rollen als ambtenaar en onderzoeker gescheiden zijn’, aldus de minister.

Haar optreden in de media had Sterkenburg vooraf gemeld, zegt Grapperhaus. En omdat ze zich in het interview als onderzoeker presenteert houdt ze zich ook aan de Ambtenarenwet.

Grapperhaus voegt toe dat de conclusies uit het onderzoek van Sterkenburg bevestigen het beeld bevestigen dat de NTCV al langere tijd heeft over het gevaar van extreemrechts.

Halfvol of halfleeg

0

Net toen ik bedacht of ik nou wel een goede keuze heb gemaakt door mijn halfjaarlijkse abonnement op de Groene Amsterdammer te verlengen voor 69 euro, las ik het intrigerende artikel ‘We kunnen meer dan we denken’ door Rasit Elibol. Is het glas nou halfvol of halfleeg als het gaat om racisme, gelijkheid en ons Nederland?

Moeten we blij zijn met wat we hebben, of juist harder ons best doen voor de have-nots?

De auteur is optimistisch en ziet vooruitgang, onder meer in hoe er voor Olympisch kampioene Sifan Hassan wordt opgekomen als ze door witte pers typische vragen krijgt over haar afkomst en andere witte medelanders haar manier van spreken hekelen. ‘Het is maar een kleine groep, en moeten we die aandacht geven?’, vraagt Elibol zich af.

Een gewaagde uitspraak. Al helemaal als je kijkt naar de verkiezingsuitslag waarin extreemrechtse partijen in Nederland gezamenlijk groter dan ooit zijn geworden. En is de massale steun voor Hassan juist niet een bevestiging dat alleen succesvolle Nederlanders met een migratieachtergrond worden omarmd? Die warme deken – om het ongemak maar gelijk op te voeren – hoeven onze Syriëgangers én hun kinderen nou bepaald niet te verwachten.

Daarom houd ik nog wat slagen om de arm. Toch is er de hoopgevende theorie van de ‘contacthypothese’, die Elibol ook aan de orde stelt:

‘In het kort komt het erop neer dat als mensen uit verschillende (etnische) groepen contact met elkaar hebben, het zorgt voor minder vooroordelen en meer empathie. Daardoor neemt de angst voor ‘de ander’ af en helpt het om de dingen vanuit het perspectief van iemand uit een andere groep te zien. Er zijn wel een aantal voorwaarden. Zo moet er een gezamenlijk doel zijn, de omstandigheden vergelijkbaar en een min of meer gelijke status.’

Een voorbeeld: voetballers met verschillende etniciteiten die gezamenlijk moeten winnen. Je zou ook een inclusieve redactievloer als voorbeeld kunnen nemen, of mensen die zich verenigen in een wooncoöperatie om sociale huur weer betaalbaar te maken in Amsterdam.  Uit verschillende empirische onderzoeken blijkt dat vooroordelen dan inderdaad verminderen.

Contact werkt dus. Is het dan niet extra zuur als de contacthypothese vooralsnog voor te weinig mensen werkt? Puur en alleen maar omdat het op tal van verschillende plekken nooit is uitgeprobeerd, of omdat er te snel de brui aan is gegeven? Rasit Elibol van de Groene Amsterdammer bekijkt het opnieuw van de zonnige kant:

‘Er zijn steeds meer Nederlanders, en zeker de jongere generaties, die de contacthypothese dagelijks in de praktijk brengen op school, het werk, de sportclub waar dan ook. Kijk naar de protesten vorig jaar tegen racisme en voor zwarte levens. Het heeft iets veranderd.’

De vraag is dus nogmaals: moeten we blij zijn met wat we hebben, of juist harder ons best doen voor de have-nots? Schrijver Babs Gons wijst in de Volkskrant ook naar de antiracistische protesten van vorig jaar, maar is sceptischer over de werkelijke uitkomst.

‘Na de moord op George Floyd hebben veel uitgeverijen zich uitgesproken tegen racisme en uitsluiting. Ze deden beloftes door boekenlijsten te maken van auteurs met andere en biculturele achtergronden, die ze op sociale media deelden om daarmee te zeggen: kijk maar, we hebben alle intentie om inclusiever te worden. Maar ik vraag me af hoeveel boekcontracten er in het afgelopen jaar naar een auteur van kleur zijn gegaan. Hoeveel moeite er is gedaan, hoeveel energie erin is gestoken. Dat is het punt.’

Goede punten. We kregen in ieder geval Lale Gül.

Afghaanse vrouwelijke burgemeester (29) ‘wacht tot ze me komen doden’

0

Zarifa Ghafari, in Afghanistan bekend geworden als eerste vrouwelijke burgemeester, zegt dat ze weinig hoop meer heeft over haar eigen situatie. Ze wacht totdat de Taliban komen om haar te vermoorden.

Ghafari werd in 2018 verkozen tot burgemeester van de stad Maidan Sharh in Centraal-Afghanistan. Daarmee was ze de eerste vrouwelijke burgemeester in het land. Ze is ook piepjong: 29 jaar nog maar.

Aan iNews vertelt ze dat ze niet eens geprobeerd heeft om het land te ontvluchten toen de Taliban het land veroverden, want ze kan toch nergens heen.

‘Ik zit hier te wachten tot ze komen. Er is niemand om mij of mijn familie te helpen. Ik zit gewoon met hen en mijn man. En ze zullen mensen zoals ik komen halen en me vermoorden.’

De Taliban heeft in het verleden meerdere keren gedreigd haar te doden nadat ze bekendheid kreeg. Ze overleefde verschillende aanslagen. Nadat haar vader eind 2020 door gewapende mannen was vermoord, zei ze: ‘Het zijn de Taliban. Ze willen me niet in Maidan Shar. Daarom hebben ze mijn vader vermoord.’

Zarifa werd in 2019 door BBC vermeld in een lijst van honderd inspirerende en invloedrijke vrouwen van over de hele wereld. Ze werd vorig jaar gekozen als International Woman of Courage door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken (foto).

Duizenden Afghanen hebben geprobeerd te vluchten nadat de Taliban de controle overnam na een aanval van een week in het hele land. Eergisteren vielen de Taliban de Afghaanse hoofdstad Kabul binnen.

De Taliban hebben beloofd niet aan wraak te zullen doen en vrouwenrechten in ere te laten, maar veel commentatoren zijn sceptisch gezien het uiterst gewelddadige en repressieve verleden van de groepering. Ook zijn in de voorbije dagen al gevallen gemeld van wraakmoorden en bruut geweld door Talibanstrijders.

Utrecht: salafistische alFitrah-moskee vecht tegen gedwongen vertrek

0

De salafistische stichting alFitrah verzet zich tegen een gedwongen vertrek uit de Utrechtse wijk Overvecht. AlFitrah moet weg uit het voormalige schoolgebouw waar het nu zit, maar zegt nog geen alternatieve locatie te hebben gevonden dankzij alle negatieve beeldvorming. Dit bericht RTV Utrecht.

We Do Projects, de eigenaar van het voormalige schoolgebouw, wil het complex slopen om er huizen neer te zetten. De ING-bank wil niet in zee gaan met We Do Projects zolang alFitrah in het schoolgebouw zit.

AlFitrah is niet onomstreden. De Tweede Kamer deed vorige zomer aangifte tegen alFitrah. De Kamercommissie tegen ‘ongewenste invloed uit het buitenland’, waarvoor alFitrah-voorzitter en imam Suhayb Salam begin 2020 moest opdagen (foto), vermoedt dat hij meineed pleegde tijdens dit verhoor onder ede. Het Verwey-Jonker Instituut bracht in 2019 een rapport uit over koranlessen aan kinderen in de moskee, waarbij het melding maakte over lijfstraffen en het leren van kinderen om zich af te keren van de Nederlandse samenleving.

Omdat alFitrah niet duidelijk maakte of ze voor eind deze maand zouden vertrekken – op 1 september is de oplevering gepland –, besloot We Do Projects een kort geding tegen de salafistische stichting aan te spannen. Gisteren vond de rechtszaak plaats, die nogal chaotisch verliep.

Twee bestuursleden van alFitrah verdedigden hun stichting, in plaats van een advocaat. Ze probeerden de rechter te overtuigen van het maatschappelijke belang van hun moskee voor de wijk. De rechter probeerde beide partijen nader tot elkaar te brengen, maar de bestuursleden van alFitrah beschouwden dat als rechterlijke partijdigheid en besloten een wrakingsverzoek in te dienen. Verdere behandeling van de zaak is hiermee uitgesteld.

De wrakingskamer gaat kijken of het wrakingsverzoek terecht is. Het is onbekend wanneer de rechtszaak zal worden voortgezet.

 

Een ode aan mijn Afghaanse mensen

0

Gedesillusioneerd kijk ik toe hoe mijn mensen weer een hoop ellende te wachten staat. De ontwikkelingen in Afghanistan beïnvloeden ook mijn leven hier in Nederland. Ik voel hun pijn, hun verdriet, hun wanhoop en hun onzekerheid. Ik voel de ontzieling, de machteloosheid. Het zijn mijn mensen. Deze mensen lijken op mij en ik op hen.

Ze spreken mijn moedertaal. We hebben dezelfde wortels. Door onze aderen stroomt hetzelfde Aziatische bloed. Afghanistan is bovendien mijn geboortegrond. Een geboortegrond die nu een wiegendood ondergaat.

Ook ik had daar kunnen zijn. Maar ik was hier. Ik ben hier en veilig. Al 27 jaar lang.

Als ik naar de beelden kijk, dan bekruipt mij ook een gevoel van onbehagen om hoe politiek incompetent en wanorderijk mijn geboorteland anno 2021 is – of beter gezegd: nog altijd is. Ellende, wanhoop en eeuwige instabiliteit. De pers in Nederland spreekt over ‘chaos’. Maar dat dekt de lading niet. Er is sprake van chaos wanneer wij in Nederland massaal hamsteren op wc-papier omdat we in de lockdown gaan. Dat was chaos. Nee, dit is iets anders.

Dit is de wanhoop nabij zijn. Het is overleven. En desnoods sterven. Niemand had de Afghanen gevraagd of ze bereid waren hun mensen- en kinderrechten op te offeren in ruil voor veiligheid. Als dat laatste tenminste nog waar blijkt.

Mijn mensen zijn keer op keer de grote verliezers. Ze verliezen en blijven verliezen

Het gaat mij niet om de Taliban. Het gaat mij niet om de Europese en/of Amerikaanse mogendheden, of zij er wel of niet een belang bij hebben, of zij zich wel of niet hadden moeten mengen, of zij daar wel of niet twintig jaar hadden moeten zitten. Het gaat mij niet om China en zijn commerciële belangen, Rusland of de broedplaats van terrorisme in Pakistan. Al die geopolitieke complexiteit kan mij gestolen worden. Eeuwige politieke analyses hebben ons niets gebracht. De geschiedenis blijft gevangen in een vicieuze cirkel. Zaten wij twintig jaar geleden immers niet op precies hetzelfde punt?

Nee, het gaat mij om mijn mensen. Zij zijn keer op keer de grote verliezers. Ze verliezen en blijven verliezen. Hun bestaansrecht, hun menselijkheid, hun waardigheid en hun trots wordt van hen afgepakt bij iedere politieke omwenteling. Ze gaan door de zoveelste worsteling tussen lijden en dood. Tussen opgeven en de moed bij elkaar rapen om met vrees voor eigen leven het land te ontvluchten, desnoods zich uit wanhoop vast te klampen aan vliegtuigwielen om halverwege dood uit de lucht vallen, terwijl wij hier nog strakker de poorten dichttrekken.

Hoe triest en mensonterend is dit? Beseffen wij dit eigenlijk wel? Horen wij de schreeuw van de Afghanen en hun onvermogen om uit deze eeuwige cocon van misère te komen? Hebben wij eigenlijk wel door wat dit met hun eigenwaarde doet?

Ik hoor ze. Ik erken hun pijn, maar ik zie tegelijkertijd ook hun moed en strijdlust. Dit is mijn uiting van lof aan mijn mensen.

Weliswaar ben ik machteloos, sta ik aan de zijlijn, ben ik geprivilegieerd, veilig en comfortabel. Maar ik sta naast jullie en ik sta achter jullie. Jullie zijn niet verloren, jullie staan er niet alleen voor. Dit is onze gezamenlijke strijd voor menselijkheid.

Oostenrijk wil ‘deportatiecentra’ rond Afghanistan om vluchtelingen te weren

0

Oostenrijk wil zogeheten ‘deportatiecentra’ opzetten in de buurlanden van Afghanistan. Het land vreest voor een nieuwe vluchtelingenstroom.

Vorige week waarschuwde Oostenrijk als een van zes EU-landen de Europese Commissie nog dat het deporteren van illegale migranten moet doorgaan, ook in het geval van Afghanen. Inmiddels zijn drie van de zes landen  – Nederland, Duitsland en Denemarken – van hun schreden teruggekeerd.

Oostenrijk blijft standvastig en zoekt naar nieuwe mogelijkheden om vluchtelingen te weren. Bondskanselier Sebastian Kurz staat een harde lijn voor inzake het vluchtelingenbeleid. Ook al vrezen veel Afghanen sinds de komst van de Taliban voor hun leven, Oostenrijk wil simpelweg geen nieuwe vluchtelingen opvangen.

‘Als uitzettingen niet langer mogelijk zijn vanwege de beperkingen die ons worden opgelegd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, moeten alternatieven worden overwogen’, aldus de Oostenrijkse minister Karl Nehammer (Binnenlandse Zaken).

‘Deportatiecentra in de regio rond Afghanistan zou een mogelijkheid zijn. Dat vereist de kracht en steun van de Europese Commissie. Ik zal het voorstellen aan de raad van ministers van Binnenlandse Zaken’, zei Nehammer. Woensdag vindt een online bijeenkomst van de EU-ministers van Binnenlandse Zaken plaats.

De conservatieve partij van Kurz zit een coalitie met de Groenen, die voor een ruimhartiger opvangbeleid zijn. De partij van Kurz voelt tegelijkertijd de hete adem van de uiterst rechtse FPÖ in de nek. De FPÖ verwijt de conservatieven slapheid, door te stellen dat Oostenrijk al twee maanden geen Afghanen heeft uitgezet.

‘Turkije dropt beveiligingsplan Kabul Airport, zal mogelijk Taliban helpen’

0

Turkije heeft zijn plannen laten vallen om de beveiliging van de luchthaven van Kabul over te nemen na de terugtrekking van de NAVO. Dit, vanwege de chaos in de Afghaanse hoofdstad die door de Taliban in rap tempo is veroverd, meldt internationaal persbureau Reuters.

Turkije kwam enkele weken geleden met het idee om Turkse troepen de luchthaven van Kabul te laten beveiligen. De Turkse president Erdogan stelde dit aan Amerika voor, om zo de ernstig bekoelde betrekkingen tussen beide landen te verbeteren.

Met de Taliban wil Turkije graag geen vijandige verstandhouding. De Turkse regering staat klaar om technische ondersteuning te bieden aan de Taliban op de luchthaven van Kabul als de groep daarom verzoekt, bericht Reuters op basis van Turkse bronnen.

Eerder al zei Erdogan geen problemen met de overtuigingen van de Taliban te hebben. Ook noemde de Turkse president zijn westerse NAVO-partners ‘imperialistische machten’.

De Taliban op hun beurt zeggen dat ze goede betrekkingen met Turkije willen. ‘Turkije is een groot, islamitisch, broederlijk land’, zei Taliban-woordvoerder Suhail Shaheen gisteren in een interview met de regeringsgezinde omroep AHaber.

Turkije heeft, terwijl er nog evacuaties aan de gang zijn, nog zo’n vijfhonderd troepen rond het vliegveld gestationeerd.

Hoewel de Taliban de overeenkomsten met Turkije benadrukken, heeft de groep herhaaldelijk gezegd dat Turkije zijn gehele leger uit Afghanistan moet terugtrekken. Anders zou Turkije een mogelijk doelwit worden, dreigden de Taliban vorige maand nog.

Krijgt Desi Bouterse ooit een eigen standbeeld?

0

Heeft de Surinaams-Nederlandse gemeenschap nu haar eigen Céline? Een auteur die goede boeken schrijft maar foute politieke opvattingen huldigt? ‘Besmette’ auteurs: daar kan inmiddels postuum ook Dante over meepraten, nu in een recente editie zijn Hel van huidige helden gezuiverd is.

Louis-Ferdinand Céline (1894-1961), die dezer dagen de kranten haalde omdat een reeks gestolen manuscripten van zijn hand is teruggevonden, geldt als een van de grootste Franse romanschrijvers uit de twintigste eeuw. Alleen had hij als uitgesproken antisemiet zijn sympathie voor de nazi’s niet onder stoelen of banken gestoken. Kon na Auschwitz zo iemand nog wel worden gelezen? Kon zo iemand nog wel met staatsprijzen worden gelauwerd?

Hij moet, vanwege dat soort vragen, na 1945 menig Frans bibliothecaris en menig Frans prijscomité op gezette tijden buikpijn hebben bezorgd.

Buikpijn: dat moet ook de jury hebben gekregen die de Prijs der Nederlandse Letteren aan Astrid Roemer had toegekend, nadat zij van de opvattingen van de beoogde laureaat over de verdiensten van Desi Bouterse kennis had genomen. Voor alle duidelijkheid: Bouterse is uiteraard geen Hitler – en zelfs geen Assad.

Dat maakt het voor de nabestaanden van de Novembermoorden niet minder pijnlijk, en daarmee ook voor de jury van de toegekende prijs. Temeer daar een en ander, gezien Roemers leeftijd – 74 – niet op het conto van jeugdige onbezonnenheid en onwetendheid (de meerderheid van de Surinamers was nog niet geboren toen Bouterse zijn coup pleegde) geschreven kan worden.

De ‘oplossing’ die nu in België gekozen is, is in elk geval van typisch Nederlands poldermodel. Bij onverkort doorgaan van de feestelijkheden, inclusief uitreiking door de koning van België, vreest men voor een rel.

Onder het ook in de sportwereld populaire motto dat men kunst en moraal scheiden moet, wordt de prijs niet ingetrokken: die is voor Roemers literaire werk. Maar ze wordt niet aan haar uitgereikt, want dan komt ook automatisch Roemer zélf in beeld, en dat is niet meer de bedoeling.

Hoe zal men over een halve eeuw tegen Bouterse aankijken?

Misschien is het zinnig toch eens nader op haar opvattingen in te gaan, de reden waarom zij Bouterse als ‘onvergetelijk moedig’ heeft betiteld en hij volgens haar ooit een standbeeld zal krijgen. Ik laat dan even buiten beschouwing dat zij ten onrechte de betrokkenheid van Bouterse bij de Novembermoorden ontkent.

Afgaande op het stuk van Kees Broere in de Volkskrant van 6 augustus is voor Roemer de kern van Bouterses standbeeldwaardigheid dat het hem gelukt is ‘ondanks massieve tegenwerking een dekolonisatieproces op gang te krijgen dat helaas mijn geboorteland nog meer heeft verarmd, maar het bewustzijn van onze burgers enorm heeft verrijkt’. Daarbij speelt ook de angst een rol dat de zwarte Surinamers nu met president Chan Santokhi tegen de Hindoestanen het onderspit zullen delven.

Waar gehakt wordt, vallen spaanders – dat zegt Roemer weliswaar net niet, omdat zij de rol van Bouterse bij het hakwerk ontkent. Maar het is wel de kern van de langdurige verering van veel antikoloniale zwarte vrijheidsstrijders – denk aan Mobutu in Zaïre of Mugabe in Zimbabwe – en Bouterse is er inderdaad in geslaagd om zichzelf als zodanig neer te zetten. En hoe harder Den Haag hem bekritiseerde, hoe meer hij die rol met verve spelen kon.

Met dat toekomstige standbeeld kaart Roemer een interessant punt aan. Zo’n standbeeld komt er meestal pas (ver) na iemands dood. Hoe zal men over een halve eeuw tegen Bouterse aankijken? Zeker is dat veel van de sacrosancte stamvaders van Europese naties, die zich ooit van een buitenlandse overheerser wisten te bevrijden, ook bloed aan hun handen hebben. Ook Willem van Oranje, ja. Later was dat geen bezwaar voor een standbeeld: de verdienste voor ’s lands vrijheid telde zwaarder.

Andere tijden, andere zeden. Stel dat Bouterse twee eeuwen geleden met geweld aan de macht was gekomen, en vervolgens Suriname zich in die twee eeuwen tot een stabiel land had ontwikkeld. Dan was er inderdaad best kans geweest dat hij, omdat hij zich als eerste Surinaamse heerser niet door de ex-kolonisator had laten kisten, nu als vader des vaderlands zou zijn geëerd. De Novembermoorden zouden tot een klein smetje op zijn blazoen zijn gereduceerd.

Zijn en Roemers pech: hij leeft nu.

VS: zwarte professor hekelt ‘cancel culture’ en idee van ‘witte schuld’

0

Is een scheuring binnen Black Lives Matter-minnend Amerika op komst? De prominente zwarte hoogleraar en burgerrechtenactivist Cornel West bekritiseert in een interview in het Amerikaanse tijdschrift the Atlantic enkele antiracistische noties die sinds de opkomst van de Black Lives Matter-beweging populair zijn geraakt.

Zo bekritiseert West, hoogleraar Theologie en Afro-Amerikaanse Studies, het idee van ‘cancel culture’, ofwel het cancellen van mensen met ‘foute’, bijvoorbeeld racistische, opvattingen. Cancelling miskent volgens de zwarte theoloog dat mensen nu eenmaal zondig zijn en hun leven kunnen beteren. ‘Witte broeders en zussen, bruin, rood of geel – ze zijn in staat tot transformatie’.

‘Cancel culture’ wordt in een recente studie van mediaprofessor Richard Rogers (Universiteit van Amsterdam) gedefinieerd als ‘het publiekelijk belasteren (van mensen, red.) vanwege aanstootgevende spraak of actie, grotendeels in sociale media, maar ook via andere vormen van deplatforming, zoals het annuleren van een lezing’.

Deplatforming, dat vaak als synoniem wordt gebruikt voor cancellen, is het ontnemen van iemands (virtuele) podium, bijvoorbeeld bij bepaalde (social) media. Volgens critici wordt door het weren van ‘foute’ meningen het vrije woord beknot.

Professor West hekelt naast cancelling het in radicaal-linkse kringen en universiteiten opstomende idee van ‘witte schuld’, het idee dat je al wit persoon in zekere mate een verantwoordelijkheid hebt voor wat zwarte mensen is en wordt aangedaan.

West: ‘Wanneer mensen je vertellen niet van anderen te houden (…) dan is dat precies voor christenen een teken van de noodzaak om hen te omarmen.’ Hij benadrukt dat witte mensen ook ten strijde kunnen trekken tegen racisme.

Ook voor racisten – zoals de witte relschoppers in Charlottesville, 2017 – voelt West een zekere compassie. ‘Mensen zeggen: ‘O, je bent als persoon zo veel anders dan deze gangsters.’ Ik zeg: ‘Nee, ik heb een gangster in mij. Ik was een gangster voordat ik Jezus ontmoette. Nu ben ik een verloste zondaar met gangster-neigingen.’ Het is een heel andere manier om naar de dingen te kijken dan veel van mijn seculiere kameraden doen.’

De 68-jarige West werd een bekende Amerikaan door zijn boek Race Matters (1993) over de rassenrellen in Los Angeles van een jaar eerder. Hij laat zich inspireren door radicale christenen en het marxisme en schuwt de controverse niet. Onlangs nam hij met veel kabaal afscheid van van Harvard. In een brief hekelde West het ‘narcisme’ binnen de prestigieuze Amerikaanse universiteit, die zich tevens zou laten leiden door ‘anti-Palestijnse vooroordelen’.

Boze tongen beschuldigen West van heimelijk antisemitisme, ook omdat hij het goed kan vinden met Louis Farrakhan, de leider van de Nation of Islam die antisemitische opvattingen verkondigt. Maar hier is volgens West helemaal niets van waar. En dat Farrakhan andere opvattingen heeft dan West, is volgens West nog geen reden hem te cancellen als vriend.

In Nederland is West minder bekend, al heeft hij ook hier fans. Neem historicus voormalig GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil, net als West een intellectueel van kleur die zich regelmatig afzet tegen de ‘cancel culture’, waarbij mensen met ‘foute’ standpunten in linkse kringen worden geboycot.

In een interview op de website van de Erasmus Universiteit vertelt de tegendraadse historicus dat hij als droom heeft om ‘de eerste allochtone minister-president van Nederland’ te worden – óf de Nederlandse Cornel West.

Nog een opmerkelijke overeenkomst tussen beide heren: na West heeft ook Özdil Jezus gevonden. ‘Mijn hersens zeggen dat God kan niet bestaan, maar ik merk in mezelf een behoefte om mijn hart te openen voor Jezus’, aldus Özdil in gesprek met de EO eerder dit jaar.

In een recent gesprek met Forum-Kamerlid Pepijn van Houwelingen in zijn podcast Zihnigasten komt alles samen. Met op de achtergrond een portret van GroenLinks-coryfee Femke Halsema én een kruis fulmineert Özdil over een zekere ideologische starheid die hij in progressieve kringen – bij zijn baan aan de universiteit, bij GroenLinks en als columnist voor NRC en Vrij Nederland – tegenkwam.

Op Twitter wordt Özdil nu fel bekritiseerd vanwege deze podcastaflevering, niet alleen om zijn stellingnames, maar vooral omdat hij met een FvD’er in gesprek gaat. In reactie daarop twittert Özdil:

‘Twee bedreigingen, meer dan honderd scheldpartijen en tientallen moralistische afwijzingen. De oogst dusver vanuit de witte ‘progressieve’ hoek omdat ik Pepijn heb geïnterviewd. Ik heb nieuws voor jullie: ik laat me niet voorschrijven met wie ik praat.’

Inheemse Surinamers willen excuses Nederland om ‘misdaden en onrecht’

0

Tijd voor excuses van Nederland aan Suriname. Niet alleen vanwege de slavernij, maar ook vanwege de misdaden tegen de inheemse bevolking. Dit bepleit de Surinaamse activist Audrey Christiaan (foto) namens het Network of Indigenous and Tribal Peoples of the Caribbean Region. Eerder werkte zij voor de Vereniging Inheemse Dorpshoofden Suriname.

Aanleiding voor Christiaans pleidooi is de recente ontdekking van graven van inheemse kinderen in Canada. Veel inheemse kinderen werden daar naar internaten gestuurd, waar zij leden onder een keihard regime en gedwongen assimilatie tot de christelijke westerse cultuur. Veel kinderen overleefden dit niet.

‘Er was een beleid van overheden, die erop was gericht om de ‘Indiaan’ te doden’, zegt Christiaan. ‘Het was een koloniaal systeem in samenwerking met de katholieke kerk en internaten.’

Nederland maakte zich volgens Christiaan ook aan misdaden schuldig: ‘Dit koloniale systeem is niet alleen in Canada toegepast, maar in verschillende landen die in bezit werden genomen door Europese mogendheden.’

Nederland kreeg in 1667 Suriname in handen, dat met de Engelsen geruild werd voor Nieuw Amsterdam (het huidige New York). Nederland deed volgens Christiaan alsof het land leeg was en dus gekoloniseerd mocht worden, waarbij de inheemse volkeren als inferieur en onbeschaafd werden weggezet, wat hun onderwerping en de exploitatie van het land legitimeerde.

‘De misdaden en onrecht tegen de Inheemse volken noemen de voormalige kolonisatoren niet graag bij naam’, aldus Christiaan. Het leed van de inheemse Surinamers wordt volgens haar nog onvoldoende onderkend.

Op de Keti Koti-herdenking van 1 juli bood de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema excuses aan voor de betrokkenheid van het stadsbestuur aan de slavernij in Suriname. Maar Halsema repte volgens Audrey niet over het eerste historische onrecht dat Nederland beging: namelijk tegen de oorspronkelijke bewoners.

Audrey stelt namens het Network of Indigenous and Tribal Peoples of the Caribbean Region: ‘Wij doen een beroep op de regering van Nederland en het koningshuis om ook aan de Inheemsen van Suriname excuses aan te bieden voor hun aandeel in de slaverij, landonteigening en een opgelegd Westers systeem, die al de rechten van de Inheemsen hebben ontnomen, en dat verzuimd is om deze rechten weer te verankeren in de grondwet van Suriname bij de totstandkoming van de onafhankelijkheid.’

De activist heeft ook kritiek op Suriname zelf, dat nog steeds zou verzuimen om de rechtspositie van inheemsen en hun woon- en leefgebieden veilig te stellen. ‘Een gelijkwaardige en respectvolle bejegening ontbreekt volledig, doordat wij niet als zodanig zijn betrokken bij het tot stand komen van de wetgeving.’