9.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 595

Prominente imam mocht petitie ‘Laat Lale Vrij’ niet ondertekenen

0

Yassin Elforkani, voormalig hoofdimam van de Blauwe Moskee in Amsterdam, mocht de petitie ‘Laat Lale Vrij’ niet ondertekenen. De islamitische geestelijke wilde zijn solidariteit betuigen aan de bedreigde schrijfster en ex-moslima Lale Gül, maar de initiatiefnemers wilden zijn naam er niet bij.

Dit initiatief van voormalig D66-Kamerlid Bert Bakker heeft inmiddels zo’n achtduizend ondertekenaars, waaronder D66-leider Sigrid Kaag en actrice Anna Drijver.

‘Er zijn geen prominente Nederlandse moslims in de lijst opgenomen. Als ik het manifest onderteken, dan zou het de boodschap versterken, ook naar de Nederlandse moslimgemeenschap toe’, vertelt Elforkani aan de Kanttekening. ‘Lale had me nog een bericht gestuurd waarin ze me bedankte voor mijn steun. Maar uiteindelijk mocht ik de petitie niet ondertekenen van de initiatiefnemers.’

Elforkani merkt op dat hij, als bekendste imam van Nederland, er de afgelopen twee weken vaak op is aangesproken dat hij de petitie niet heeft ondertekend. Dit knaagt aan hem, omdat hij dit wel wilde maar niet mocht.

In een reactie noemt voormalig D66-Kamerlid Bert Bakker, initiatiefnemer van de petitie, het weigeren van Elforkani een bewuste keus. ‘In zijn tijd als imam bij de Amsterdamse moskee werd hij weleens beschuldigd van salafistische en radicale opvattingen’, antwoordt Bakker. ‘Dat is toegestaan binnen de religie, daar wil ik me verder niet over uitlaten. Wij konden onvoldoende inschatten wat zijn steunbetuiging aan Lale Gül zou betekenen als hij in de lijst van prominente ondertekenaars werd opgenomen.’

Om diezelfde reden zijn Thierry Baudet en Geert Wilders ook niet in de lijst opgenomen, aldus de oud-politicus. ‘Dat zou ook weer een discussie oproepen die we niet willen.’

Elforkani reageert op zijn beurt ontzet op Bakkers bewoordingen. ‘Ik ben vijf jaar lang beveiligd geweest door mijn uitspraken over radicaal salafisme. Als je mij googlet, dan zie je dat ik bedreigd word en dat ik opkom voor mensen met andere geloofsovertuigingen. Ik heb jarenlang met de Blauwe Moskee gestreden tegen radicaal salafisme. Ik ben geen voorstander van het salafisme, in het islamdebat ben ik het vaak oneens met deze stroming, maar hun vrijheid zal ik blijven verdedigen. Bakker beperkt hiermee de vrijheid in plaats van dat hij daarvoor strijdt. Ze hebben mijn bewoordingen meegenomen in het manifest, maar ik mag het niet ondertekenen. Ik ben er boos om. Het klopt niet. Hij moet zijn beweringen over mij intrekken.’

Elforkani heeft Reinier van Dantzig, fractievoorzitter van D66 Amsterdam, op de woorden van diens partijgenoot Bakker aangesproken. Tegen de Kanttekening reageert Van Dantzig dat D66 geen initiatiefnemer van de petitie is en hij dus niet als partijman kan reageren.

Van Dantzig: ‘Ik wil er wel persoonlijk op reageren. Ik ken Yassin als iemand die altijd wil staan voor zijn zaak, iemand die allerlei bedreigingen heeft gehad en veel heeft meegemaakt. Ik vind zo’n vergelijking absoluut niet goed. Wat mij betreft zou je juist mensen ook uit de moslimgemeenschap die voor de rechten van Lale Gül willen staan moeten waarderen en omarmen.’

Begin dit jaar kwam de debuutroman Ik ga leven uit van Lale Gül. Ze kreeg veel bijval, maar ook bakken met kritiek en doodsbedreigingen.

Voorbij de politisering: ‘Moslims, ga het gesprek aan met ex-moslims’

0

Het boek Ik ga leven van de Turks-Nederlandse Lale Gül ontketent een verhitte discussie. Gül vertelt daarin over haar streng-islamitische opvoeding en hoe zij besloot moslim-af te zijn. Ze kreeg veel bijval, maar ook bakken met kritiek en doodsbedreigingen. Imam Yassin Elforkani ziet het met lede ogen aan: ‘De moslimgemeenschap zou met ex-moslims een beschaafd gesprek moeten voeren.’

‘Lale Gül verdient onze steun. Hardop en zonder compromis. Ze verdient veiligheid en het recht om zich uit te spreken. In haar eigen verrassende woorden. Wie haar dat ontzegt, verdient een duidelijk signaal: zo doen we dat hier niet’, aldus het manifest ‘Laat Lale Vrij’. Dit initiatief van voormalig D66-Kamerlid Bert Bakker heeft inmiddels zo’n achtduizend ondertekenaars, waaronder D66-leider Sigrid Kaag en actrice Anna Drijver. Ook Yassin Elforkani, voormalig imam van de Amsterdamse Blauwe Moskee, wilde de petitie ondertekenen.

‘Er zijn geen prominente Nederlandse moslims in de lijst opgenomen. Als ik het manifest onderteken, dan zou het de boodschap versterken, ook naar de Nederlandse moslimgemeenschap toe’, zegt Elforkani tegen de Kanttekening. ‘Lale had me nog een bericht gestuurd waarin ze me bedankte voor mijn steun. Maar uiteindelijk mocht ik de petitie niet ondertekenen van de initiatiefnemers.’

Initiatiefnemer Bert Bakker verklaart: ‘In zijn tijd als imam bij de Amsterdamse moskee werd hij weleens beschuldigd van salafistische en radicale opvattingen. Dat is toegestaan binnen de religie, daar wil ik me verder niet over uitlaten. Wij konden onvoldoende inschatten wat zijn steunbetuiging aan Lale Gül zou betekenen als hij in de lijst van prominente ondertekenaars werd opgenomen.’ Om diezelfde reden zijn Thierry Baudet en Geert Wilders ook niet in de lijst opgenomen, zegt Bakker. ‘Dat zou ook weer een discussie oproepen die we niet willen.’

Yassin Elforkani (Beeld: YouTube)

Elforkani vindt de discussie rond Güls debuutroman te gepolitiseerd. ‘Er zijn kampen die hun gelijk proberen te halen met haar verhaal. Bijvoorbeeld het ‘gelijk’ dat de islam niet deugt, want kijk maar naar wat Lale heeft meegemaakt.’ Tegelijkertijd vindt hij dat er binnen moslimgemeenschappen in Nederland niet genoeg ruimte is om het gesprek aan te gaan met mensen die het geloof willen of hebben verlaten.

‘Wat je ziet is dat moslims heel snel in de verdediging schieten. Dat zegt iets over hun geloofsbeleving. De islam heeft geen persoon nodig om het goed of slecht te maken. Dat iemand een slechte ervaring heeft met de islam maakt mijn islam er daarom niet meer of minder door. Vanuit die overtuiging zouden we juist als moslims het gesprek met ex-moslims aan moeten gaan.’

Begrip voor je ouders

Het taboe op afvalligheid moet worden doorbroken, vindt ook de Egyptisch-Nederlandse Hanen* (26). Net als Lale Gül groeide ze op binnen een islamitisch gezin. Op vijftienjarige leeftijd ontdekte ze dat zij zich niet langer kon vinden in de islam en niet meer in God geloofde.

‘Het is belangrijk dat mijn verhaal en soortgelijke verhalen van mensen die zichzelf niet langer moslim noemen, naar buiten komen’, zegt zij. Ze deed voor het eerst haar verhaal in het boek ‘Nieuwe vrijdenkers’ (2018) van journalist Rachid Benhammou en voormalig D66-Kamerlid Boris van der Ham, waarin twaalf ex-moslims hun verhaal doen. Maar aan haar ouders en andere familieleden heeft Hanen nooit verteld dat ze niet meer gelooft in de islam.

‘Als ik het hen vertel, dan zouden ze mij niet verstoten. Maar het zou wel leiden tot commotie’, zegt zij. ‘Ik denk dat mijn ouders vooral teleurgesteld zullen zijn en het erg gaan vinden, omdat ze niet willen dat ik in de hel beland. Daar zit de gevoeligheid in.’

Ook vreest Hanen dat haar ouders hierop afgerekend worden door sommige moslims, die dan zouden vinden dat haar breuk met de islam ook hun schuld is. ‘Dat wil ik ze niet aandoen. Ik wil ze niet het gevoel geven dat ze als ouders hebben gefaald, want dat hebben ze niet.’

Mede hierdoor heeft het lang geduurd voor ze vrede kon vinden met het idee dat ze niet langer moslim is. Zij voelde zich eenzaam. ‘Ik had altijd gedacht dat ik raar was, en dat ik de enige was die zo denkt. Waarom kan ik niet zijn zoals mijn ouders? Dat zou het leven zoveel gemakkelijker maken.’

Later begon Hanen in te zien dat haar ouders haar met de geloofsregels vanuit de islam wilden beschermen. ‘Mijn vader was begin dertig toen hij naar Nederland kwam, mijn moeder 25. Als je jarenlang in een bepaalde cultuur opgroeit met bepaalde normen en waarden, dan is dat heel moeilijk om te veranderen,’ zegt ze. ‘Stel je voor dat ik nu naar een ander land zou moeten emigreren, dan zou ik ook heel erg proberen vast te houden aan mijn Nederlandse identiteit, omdat ik hier ben opgegroeid. Ik zou mijn kinderen ook op een bepaalde manier willen opvoeden, waar zij het misschien niet mee eens zullen zijn.’

Zo kon ze meer begrip opbrengen voor haar ouders. Het gaf haar rust. ‘Ik heb nu nog geen behoefte om mijn ouders te vertellen dat ik geen moslim ben, later misschien wel. Voor nu accepteer ik de situatie zoals die is.’

Niet representatief

Hanen is ervan overtuigd dat het voor het overgrote deel van de moslims niets uitmaakt of iemand gelooft. ‘Ze vinden respect voor elkaar veel belangrijker. Maar deze moslims spreken zich niet altijd uit, of krijgen daar niet de kans voor’, zegt zij. ‘Het zou daarom heel mooi zijn als er een genuanceerd verhaal over een ex-moslim wordt verteld, dat ook door de moslimgemeenschap wordt toegejuicht. Daarnaast zou ik een dialoog aan willen gaan met moslims om elkaar te begrijpen, maar ook om elkaar te versterken.’

Belangrijk is om de diversiteit in de ervaringen van ex-moslims te belichten, vindt Hanen. Om het taboe te doorbreken, maar ook om de discussie over (on)geloofsvrijheid te nuanceren.

‘Als je op internet op zoek gaat naar verhalen van ex-moslims, dan kom je snel bij uitgesproken islamcritici als Ayaan Hirsi Ali terecht. Daar wil ik niet mee geassocieerd worden, ook omdat mijn ervaring niet vergelijkbaar is met die van haar. Bovendien is haar verhaal niet representatief voor andere mensen die zichzelf niet langer moslim noemen.’

Het boek van Lale Gül heeft Hanen nog niet gelezen. Wel heeft zij de ophef eromheen gevolgd. ‘Haar verhaal heeft veel aandacht gevestigd op ex-moslims, en dat het niet makkelijk is om ervoor uit te komen’, zegt zij. ‘We wonen in Nederland, we zijn vrij om te geloven in wat we willen, en moeten elkaar daarin respecteren. Maar als je uitspreekt dat je niet meer in de islam gelooft, dan krijg je doodsbedreigingen. Voor Lale is het nu zelfs zo erg dat ze het huis uit moet. Daarom is het goed dat hier meer aandacht voor is gekomen.’

‘Zo slecht als de moslim-/MENA-gemeenschap (MENA is het Midden-Oosten en Noord-Afrika, red.) omgaat met de schreeuw om hulp van Lale, zo hard kicken rechtse Nederlanders op deze bevestiging van het stereotype van de moslima’, schrijft de Marokkaans-Nederlandse studente journalistiek Youssra Oulad Messaoud (19) in een column voor Trajectum, de krant van de Hogeschool Utrecht. ‘Lale heeft inderdaad hulp nodig, maar dan op een positieve, minder gretige manier. Door mensen die haar situatie daadwerkelijk kennen en begrijpen waar ze vandaan komt.’

‘Zo slecht als de moslimgemeenschap omgaat met Lale’s schreeuw om hulp, zo hard kicken rechtse Nederlanders op deze bevestiging van het stereotype van de moslima’

De media die over Lale Gül en de bijbehorende discussies berichten doen weinig aan wederhoor, zegt Oulad Messaoud tegen de Kanttekening. ‘Als er moslimvrouwen op redacties zouden rondlopen, dan zouden veel programma’s een hele andere inhoud hebben.’ Ook de manier waarop het verhaal van Gül in de media wordt gebracht zou er dan heel anders hebben uitgezien, vertelt zij. ‘Het is prima dat haar verhaal veel aandacht krijgt, maar als je alleen haar verhaal vertelt en verhalen die daarop lijken, dan doe je als media de ervaringen van honderdduizenden Nederlandse moslima’s, die zich absoluut niet in haar verhaal herkennen, teniet.’

Youssra Oulad Messaoud (Beeld: YouTube)

Net als ex-moslims zijn moslima’s geen homogene groep, zegt Oulad Messaoud. ‘Er zijn genoeg moslima’s die zich prettig voelen bij de islam, niet onderdrukt worden en niet passen bij het stereotypebeeld dat Lale schetst. Nodig deze moslima’s dan ook uit in de talkshow, om in gesprek te gaan met haar. Niet om haar aan te vallen, maar om het verhaal van haar aan te vullen. Dat is wat veel Nederlandse moslima’s willen: als gelijkwaardige gesprekspartners worden gezien, die vanuit hun perspectief het verhaal vertellen. Dat er niet alleen over hen wordt gesproken, maar ook met hen.’

Hoe gaat het met je?

Yassin Elforkani vindt het irrelevant of moslims zich herkennen Lale Güls verhaal. ‘Belangrijker is dat moslims vanuit hun religieuze plicht van barmhartigheid oog hebben voor de ervaring van de ander. We praten langs elkaar heen, we oordelen veel over elkaar. Niemand vraagt zich af: ‘Hoe gaat het met je? Waarom heb je deze keuze gemaakt? Waar komt dit vandaan? Hoe zit dat? Wat hadden we moeten doen om jou te helpen? Wanneer ben je gelukkig?’ Jouw geluk is voor ons belangrijker dan wat dan ook.’

‘Eigenlijk zou een van de Nederlandse moskeeën Lale’s boekpresentatie moeten organiseren’

Dat sommige moslims hem bekritiseren omdat hij opkomt voor Lale Gül, daar trekt hij zich niets van aan. ‘Ik vind het heftig wat Lale nu meemaakt. Ik voel mij hier deels verantwoordelijk voor en wil haar helpen. Zo heb ik haar uitgenodigd voor een gesprek. Zij ging erover nadenken.’

De voormalige hoofdimam pleit voor begeleiding vanuit de moslimgemeenschap voor moslims die het geloof willen verlaten, maar ook voor mensen die zich tot de islam willen bekeren. ‘Wat ex-moslims meemaken, maken moslims ook mee. Wanneer je van overtuiging verandert of een nieuwe overtuiging omarmt, dan vindt jouw omgeving daar wat van. Daarom is het belangrijk om met elkaar het gesprek aan te gaan, desnoods in de moskee. Eigenlijk zou een van de Nederlandse moskeeën Lale’s boekpresentatie moeten organiseren.’

*Gefingeerde naam. Echte naam bij de redactie bekend.

Gevluchte Riffijnen blijven bevreesd: ‘De lange arm van Rabat reikt ver’

0

Veel van de vroegere ‘gastarbeiders’ uit het Marokkaanse Rifgebied trokken primair vanwege onderdrukking door toenmalig koning Hassan II naar Europa. Nu de huidige koning Mohammed VI de teugels in de Rif weer stevig aantrekt, is er wederom een vluchtelingenstroom op gang gekomen.

Als we het over vluchtelingen hebben, dan gaat het vooral over Syriërs en de situatie op de Griekse eilanden. Maar ook in Spanje komen veel mensen aan, uit Sub-Sahara Afrika, Algerije en Marokko. In 2020 waren dat er 40.000, aldus VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, bijna het dubbele van 2019. Naar schatting 1.800 Riffijnse migranten zitten hierbij. Ze ontvluchten niet enkel de corruptie en de uitzichtloosheid, maar ook de repressie vanuit Rabat.

Een van die politieke vluchtelingen is Jamal Mouna (37), die begin dit jaar per boot aankwam in Spanje. Mouna deed in 2016 mee aan wijdverspreide anti-overheidsprotesten in de Rif, gericht op het verbeteren van de leefomstandigheden aldaar. Die opstand werd met harde hand de kop in gedrukt, waarna de meeste opstandelingenleiders tot twintig jaar celstraf kregen. Demonstreren tegen het regime is nu verboden, en wie verslag doet over de situatie in de Rif wordt vroeg of laat opgepakt. Ook Mouna belandde voor twee jaar in de cel. Na zijn vrijlating ging hij door met zijn activisme, omdat veel vrienden nog in de gevangenis zaten. Daarom werd hij opnieuw opgepakt.

‘De autoriteiten bleven mij bedreigen, met als doel dat ik zou zwijgen’, zegt hij tegen de Kanttekening. ‘Op een gegeven moment had ik geen uitweg meer. Ik voelde dat mijn leven in gevaar was, dus besloot ik de Rif te ontvluchten richting Europa.’

De Middellandse Zee oversteken is levensgevaarlijk. ‘Als je in zo’n migrantenbootje stapt, dan weet je van tevoren al dat je je leven op het spel zet’, vertelt Mouna. ‘Wij hebben het heel moeilijk gehad. Het water begon in onze boot te komen, en de stroming dreef ons naar het onbekende. Op zo’n moment denk je aan alle vrienden die vermist zijn geraakt tijdens de oversteek. Ik heb veel vrienden die nooit terug zijn gevonden na een poging over te steken naar Spanje.’

De Riffijns-Spaanse mensenrechtenactiviste Salua Elomari (28) vertelt dat dit jaar tenminste vijf Riffijnse bootvluchtelingen omkwamen. ‘Een boot met achttien Riffijnen werd vermist, maar deze mensen zijn gelukkig teruggevonden. Eerder verdronken er wel drie Riffijnen voor de kust van Al Hoceima, naast twee anderen.’ De activiste zet zich in voor Riffijnse bootvluchtelingen zoals Mouna. Ze is actief voor de mensenrechtenorganisatie Freedom and Human Rights Organisation, die ook opkomt voor de Rif. Haar basis is de Zuid-Spaanse havenstad Almería.

Bijna vijf jaar geleden begon Elomari met haar werk als vrijwilliger, toen ze meermaals gebeld werd door bekenden dat er jongeren vertrokken waren met een bootje en spoorloos waren verdwenen. ‘Ik belde met de Spaanse kustwacht, die dan naar hen ging zoeken. Ik vertelde wanneer die jongeren waren vertrokken, en vanaf welke plaats, zodat ze een idee hadden waar ze zouden kunnen zijn.’

Daarna kreeg ze via social media berichten van mensen die wilden weten of hun gevluchte familieleden nog leefden. ‘Zo kreeg ik een bericht van een moeder, wiens zoon vermist was. Ik ging ze dan doorwijzen naar de Spaanse politie, het Rode Kruis, Amnesty International, die hen verder konden helpen. Maar op een gegeven ogenblik waren er zoveel mensen die mij berichten stuurden, dat ik een Facebookpagina maakte met verwijzingen naar de juiste instanties.’

Elomari wordt ook wel eens gebeld door Riffijnen die van plan zijn om de oversteek te maken. Dan vertelt ze hen ook wat ze moeten doen als ze in Spanje aankomen. Daarnaast zijn er Spaanse activisten die vluchtelingen helpen en hen op social media van belangrijke informatie voorzien. Bijvoorbeeld wat hun rechten zijn bij de asielaanvraag. Want de moeilijkheden zijn niet voorbij nadat de Riffijnen de gevaarlijke overtocht over de zee hebben overleefd.

‘Ik ben ervan overtuigd dat onze tolk werkt voor de Marokkaanse inlichtingendienst’

Mouna wilde in Nederland asiel vragen, maar besloot dat in Spanje te doen vanwege de moeilijkheden waarmee ze werden geconfronteerd.

‘We waren geschokt door de behandeling die wij kregen toen wij in Spanje arriveerden. We brachten drie moeilijke dagen in het politiebureau. We hadden het daar koud en hadden honger. De dossiers die wij kregen, bleken niet te kloppen. Deze problemen werden verergerd door een racistische Marokkaanse tolk die de vertaling deed. Wij ondertekenden de verhoren, erop vertrouwend dat de tolk ons verhaal eerlijk vertaalde. Deze tolk waarschuwde ons ook om geen asiel aan te vragen, en vertelde ons dat als we asiel zouden aanvragen in Spanje we direct geweigerd zouden worden en teruggestuurd naar Marokko.’

De tolk bleek een leugenaar, aldus Mouna. ‘Ik ben ervan overtuigd dat hij werkt voor de Marokkaanse inlichtingendienst. De lange arm van Rabat reikt ver. Deze tolk heeft problemen veroorzaakt voor veel Riffijnse migranten. Er zijn organisaties die zich nu inzetten om hem daar weg te halen.’

Of die tolk daadwerkelijk een spion was? Mensenrechtenactiviste Elomari durft het niet te zeggen. ‘Het komt vaak voor dat tolken zich niet professioneel opstellen’, vertelt ze. ‘Ze mengen hun eigen politieke overtuiging dan met hun houding tegenover migranten. Dat is laakbaar. Maar dit zijn niet per se spionnen.’

De mensenrechtenactiviste ontkent echter niet dat er Marokkaanse spionnen in Spanje actief zijn, die Riffijnse activisten een voet dwars willen zetten. Ze heeft er zelf ook last van gehad.

‘Enkele jaren terug, toen ik nog op de universiteit zat, had ik een bijeenkomst georganiseerd over de Rif-beweging. Een Marokkaanse medewerker van de universiteit besloot mij daarop te verklikken bij de autoriteiten in Marokko. Toen ik in de Rif was om mijn familie te bezoeken, werd mijn paspoort afgepakt. Ik kon daardoor niet terug naar Spanje om mijn scriptie af te schrijven. Toen ik terugkwam hoorde ik van mijn Spaanse professoren dat ik wellicht was verlinkt.’

Racistische politie

Elomari’s werk voor de Riffijnse vluchtelingen doet ze pro deo. ‘Wat ik doe is vaak heel praktisch’, vertelt ze. ‘Veel Riffijnse vluchtelingen verdwalen in de doolhof van de Spaanse bureaucratie. Daarom breng ik vluchtelingen in contact met officiële instanties, hulporganisaties en experts. Die kunnen hen helpen bij hun vragen.’

Veel Riffijnse vluchtelingen zijn zich niet bewust van hun rechten. Ze vragen geen asiel aan, omdat ze niet weten dat dat kan, zegt Elomari. ‘En de politie van Almería gaat hen uiteraard echt niet vertellen wat hun rechten zijn. Vluchtelingen zijn bang. Bang om te worden teruggestuurd, dat ze in de Marokkaanse gevangenis komen. Ze weten niet dat hun asielaanvragen vertrouwelijk zijn.’

Als Riffijn in Almería is de politie niet je beste vriend. Elomari: ‘De politie is ontzettend racistisch. Dat zijn ze niet alleen tegenover Riffijnen, maar tegenover alle vluchtelingen. Politieke vluchtelingen uit de Rif worden niet gezien als echte vluchtelingen, maar als economische migranten. ‘Waarom willen jullie uit Marokko weg? Dat is toch een veilig land?’, zeggen agenten dan.’

Activisten, advocaten en journalisten zijn een stuk begripvoller. ‘Dat komt ook door de voorlichting over de Rif die wij als Riffijnse activisten hebben gegeven’, legt Elomari uit. ‘Hierdoor weten meer mensen wat er echt aan de hand is, en snappen ze ook dat er mensen om politieke redenen vluchten uit de Rif.’

Er moet wel nog veel gelobbyd worden bij de politiek. ‘In Spanje worden vluchtelingen uit de Westelijke Sahara (een gebied dat sinds 1975 door Marokko is geannexeerd, red.) als echte vluchtelingen erkend, Riffijnen nog niet.’ Daarnaast is er de opkomende radicaal-rechtse partij Vox, die zich keert tegen alle vluchtelingen. ‘Dankzij Vox is het klimaat in Spanje racistischer geworden. Het is nu veel moeilijker om als statushouder een huis te huren’, vertelt Elomari.

‘Er bestaat kans dat ik word teruggestuurd, ook al weet Spanje dat ik dan in grote problemen raak’

Sinds maart vorig jaar heeft iedereen te maken de coronapandemie, ook de Riffijnse vluchtelingen in Spanje. ‘Onlangs zijn vier mensen die besmet waren met COVID-19 in een asielzoekerscentrum opgevangen in een aparte woning, maar pas nadat de media hiervoor campagne heeft gevoerd.’ Het grootste probleem is volgens Elomari dat opvangcentra in Spanje overvol zijn.

‘Het zijn een soort gevangenissen, met meerdere mensen in een cel. Logisch dat corona zich hier snel verspreidt. Tegelijkertijd zijn de omstandigheden in de opvangcentra zo erbarmelijk, dat sommige vluchtelingen stiekem hopen dat ze corona oplopen, opdat ze ook in een woning zullen worden geplaatst.’

Bovendien heeft de coronacrisis ook de migratie vanuit de Rif bevorderd, vertelt Elomari. ‘Tot 2019 gingen alleen de jongeren weg, nu vertrekken hele gezinnen. De vluchtelingencrisis is nog lang niet afgelopen.’

En Nederland?

Sinds het begin van de Rif-beweging in 2016 zijn er tientallen Riffijnen naar Nederland gevlucht, schat Amazigh Ayaou van de Riffijns-Nederlandse website Arif News. Een van deze vluchtelingen is Abdelali Houdoe (32), die samen met Jamal Mouna naar Spanje is overgestoken. Houdoe is doorgereisd naar Nederland en heeft hier asiel aangevraagd, vertelt Ayaou. ‘Hij was vanwege zijn aandeel in de Rif-protesten tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij kreeg gratie van de koning, maar dat betekende echter niet dat hij zijn normale leven kon voortzetten. Houdoe was bang om opnieuw gearresteerd te worden en besloot de oversteek te wagen.’

‘Ik heb altijd gedacht om asiel aan te vragen in Nederland of België omdat ik daar veel vrienden heb’, zegt Mouna, ‘maar nu ben ik verplicht in Spanje te blijven. Er bestaat nog steeds een kans dat ze mijn asielaanvraag weigeren en dat ik word teruggestuurd, ook al weten de Spaanse autoriteiten dat ik in grote problemen raak als ik in de handen van het regime val. Vooral omdat ik nu de vertegenwoordigers bij naam noem en de media en het publiek vertel over hun misdaden in de Rif.’

Uiteindelijk wil Mouna terug naar zijn Heimat. ‘Maar pas als het regime stopt met de repressie in het gebied. Wij willen vrij leven in ons land. Dat zal voorlopig niet het geval zijn. Maar ik hoop vanuit Spanje meer te kunnen doen en bij te dragen aan de verandering.’

Elomari: ‘Wat Nederlandse activisten, journalisten en anderen kunnen doen, is de Riffijnse zaak blijven agenderen. Zodat het publiek en jullie politici weten wat er aan de hand is in de Rif. Dat de Riffijnen in hetzelfde schuitje zitten als de Koerden en de mensen uit de Westelijke Sahara. We zijn een volk dat wordt onderdrukt door een repressief regime.’

‘Oeigoerse activist in Turkije opgepakt, wordt uitgeleverd aan China’

0

Oeigoeren in Turkije vrezen deportatie naar China. Ze zijn bang dat Turkije – in ruil voor economische investeringen – akkoord gaat met het uitleveringsverdrag met China.

De Oeigoerse activist Abduweli Ayup vertelt op Twitter dat de Turkse politie gisteren de Oeigoerse activist Mahemuti Anayeti in Istanbul heeft gearresteerd. De politie zou hem gezegd hebben dat hij wordt gedeporteerd naar China.

‘Erdogan bleef de kwestie van de Oeigoeren gebruiken voor zijn propaganda tegen de moslimwereld, en nu deporteert hij Oeigoerse moslims naar China omdat hij een politieke deal heeft gesloten met de Chinese regering’, reageert de Amerikaanse onderzoeker naar cyberveiligheid Dishad Othman cynisch.

De Oeigoeren zijn een van oorsprong Turks volk. In Turkije leven ongeveer 50.000 Oeigoerse vluchtelingen, waarvan een deel nog geen Turks staatsburger is. Deze Oeigoeren vrezen te worden gedeporteerd naar China.

Activist Abdullah Abdulrahman, die twee maanden voor het Chinese consulaat in Istanbul heeft gedemonstreerd om op te komen voor de Oeigoeren in China, zegt dat de Oeigoeren in Turkije niet meer veilig zijn. ‘Als Turkije mij terugstuurt dan zullen de Chinezen mij niet in leven laten.’

Turkije, dat kampt met een belabberde economische situatie, wordt steeds meer afhankelijk van China. Deze economische steun is niet gratis: China oefent druk uit op Turkije om Oeigoeren uit te leveren. Hoewel de Oeigoeren – als islamitisch en Turks broedervolk – de sympathie hebben van veel Turkse burgers, bestaat de vrees dat president Erdogan Chinese investeringen belangrijker vindt.

Vorige maand beschuldigden oppositieleden in Turkije het regime ervan gevluchte Oeigoeren aan China uit te willen leveren in ruil voor extra coronavaccins. Ondertussen heeft de Turkse politie de laatste maanden ongeveer vijftig Oeigoeren opgepakt en vastgezet in uitzettingscentra, zeggen advocaten. Dit is een sterke stijging ten opzichte van vorig jaar.

In de internationale media zijn nog geen berichten verschenen dat Turkije daadwerkelijk massaal Oeigoeren terugstuurt naar China.

China heeft minimaal een miljoen Oeigoeren in zogenoemde heropvoedingskampen opgesloten, waar ze zijn onderworpen aan een streng regime. Ook worden moskeeën gesloopt en vinden er gedwongen sterilisaties plaats. Vanwege deze doelbewuste poging de Oeigoerse gemeenschap te vernietigen spreekt onder andere het Nederlandse parlement over een genocide.

Chinezen hekelen H&M en Nike om weigeren katoen uit Xinjiang

0

Kledingketen H&M en sportmerk Nike liggen onder vuur in China, omdat de bedrijven weigeren katoen in te kopen uit Xinjiang. De organisaties hebben zorgen over dwangarbeid door de islamitische Oeigoeren in die regio.

Op Chinese social media wordt opgeroepen beide merken in de ban te doen. Chinese jongerenorganisaties zijn met actie tegen de twee westerse bedrijven begonnen.

‘Wil je geld verdienen in China terwijl je valse geruchten verspreidt en Xinjiang-katoen boycot? Wishful thinking’, schrijft de politieke jongerenorganisatie van de Communistisxhe Partij. Dat H&M geen katoen meer wil importeren uit Xinjiang wordt ‘onwetend en arrogant’ genoemd.

De actie lijkt effect te sorteren. Zo is H&M opeens niet meer terug te vinden op de Chinese webwinkel Alibaba. Ook heeft Wang Yibo, een beroemde Chinese acteur, zijn sponsorcontract met Nike opgezegd. De aandelen van het merk zakten vandaag met 10 procent, terwijl die van Chinese sportmerken juist uit het dak schieten.

H&M en Nike halen al langer hun katoen niet meer uit Xinjiang. Dat China hier nu opeens een punt van maakt is waarschijnlijk een reactie op recente internationale ontwikkelingen.

Begin deze week legden de Verenigde Staten en de Europese Unie sancties op aan China vanwege mensenrechtenschendingen in Xinjiang. Eerder deze maand erkenden de parlementen van Nederland en Canada, in navolging van de Amerikaanse regering, dat China genocide pleegt op de Oeigoeren.

Minister Blok veroordeelt verbranden vlag Marokko door Rif-activisten

0

Riffijnse activisten verbrandden onlangs de Marokkaanse vlag voor de Marokkaanse consulaten in Den Bosch (foto) en Utrecht. Buitenlandminister Stef Blok veroordeelt deze daden, meldt de Marokkaanse website Map Expresse.

Ze demonstreerden tegen het Marokkaanse regime, vanwege de onderdrukking van het Rif-gebied en de hoge gevangenisstraffen voor de leiders van de Riffijnse volksopstand van 2016-2017.

In antwoord op vragen van Kamerlid Martijn van Helvert (CDA) zegt minister Blok nu dat deze daden ‘onaanvaardbaar’ zijn.

Blok zei ook te begrijpen dat dit soort acties tot verontwaardiging kunnen leiden binnen de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap. De minister verzekerde dat de Nederland maatregelen zullen nemen om de veiligheid van Marokkaanse diplomaten in Nederland te versterken.

Rotterdam: PVV doet aangifte tegen medewerkster stembureau

0

Maurice Meeuwissen van de PVV in Rotterdam heeft aangifte gedaan tegen een medewerkster van een stembureau in de havenstad. Zij had op Instagram aangekondigd alle stembiljetten te zullen verscheuren van mensen die PVV of Forum voor Democratie hadden gestemd.

Dit leidde tot grote commotie. Hoewel ze vertelde dat ze niet echt stembiljetten ging verscheuren maar een grapje had gemaakt, werd ze ontslagen als medewerkster van het stembureau.

De vrouw werd tevens op social media bedreigd. Het Twitteraccount van Forum voor Democratie had een screenshot van haar Instagrampost gemaakt, met daarop ook haar naam. FvD-leider Thierry Baudet zei niet te geloven dat het om een grap ging en vroeg zich op Twitter af hoeveel stembiljetten ze verscheurd had.

Ook Meeuwissen (foto) zei geschokt te zijn. ‘Als je in Schiphol het vliegtuig instapt en voor de grap zegt dat je een bom bij je hebt, ga je de cel in. Dat vind ik vergelijkbaar met wat hier gebeurt’, zei hij vorige week tegen het AD. Nu heeft hij besloten om aangifte te doen.

Tijd voor #vizieropstop

0

Op de deur van mijn eenvoudige bovenwoning op de grens van de Haagse Schilderswijk en Transvaal prijkt slechts één sticker: Nee/Nee. De welbekende sticker die voorkomt dat je reclamedrukwerk en ongewenste huis-aan-huisbladen in de bus krijgt. Een sticker die, net als de Nee/Ja-sticker, op zoveel deuren in Nederland prijkt.

Op sommige andere deuren in Nederland was recentelijk een andere sticker terug te vinden. Onder meer de Leidse historica Nadia Bouras, GroenLinks-politicus Huub Bellemakers, Cordaid-adviseur Paul van den Berg en kunstenaar Yuri Veerman kregen een sticker van ‘Vizier op Links’. Op deze sticker valt te lezen dat hun huis een door volgers van Vizier op Links geobserveerde locatie is, waarmee ‘linkse activisten’ in de gaten gehouden worden.

Voor wie het heeft gemist: Vizier Op Links is een radicaal-rechts Twitteraccount dat zich vrijwel dagelijks bezighoudt met schimmige zaken. Een belangrijk wapen in zijn arsenaal is ‘doxing’: het online plaatsen van namen, adressen en profielen van vermeend linkse actievoerders. Daarnaast maakt Vizier Op Links zich schuldig aan laster, haatcampagnes en intimidatiecampagnes.

Doel van Vizier Op Links is om ‘de linkse hegemonie te ontmaskeren en te doorbreken’. Hierbij worden de grenzen van de wet opgezocht, maar nog niet overschreden. Wie er achter het platform schuilgaan is nog niet bekend. Het kan een persoon zijn, maar misschien gaat het om een collectief.

De strategie achter de stickers lijkt een slimme te zijn: de stickers zijn te koop op de website van Vizier Op Links, en zijn volgens Vizier Op Links ‘ludiek’ bedoeld. Iedereen kan ze dus bestellen. Ook het opplakken van stickers bij je slachtoffer is gemakkelijk. Vizier Op Links deelt de adressen van ‘linkse’ personen – maar je kunt de adressen ook gemakkelijk opzoeken bij de Kamer van Koophandel.

De reactie van Vizier Op Links op de commotie over de geplakte stickers laat zien hoe doorzichtig de strategie is van de persoon/personen achter het platform: ‘De stickers van Vizier Op Links zijn ludiek en vrij verkrijgbaar. Er zijn er al duizenden van verstuurd, letterlijk. Beetje ingewikkeld om ons ieder individueel stickertje aan te rekenen.’

Solidariteit met de slachtoffers van en verzet tegen deze intimidatie is nu broodnodig

Met andere woorden: ‘Wij kunnen er niks aan doen, want wij plakken de stickers niet op.’ Vizier Op Links pretendeert hiermee niet verantwoordelijk te zijn voor de intimidatie van politieke tegenstanders. Maar dat is natuurlijk onzin. Het verkopen van zulke stickers mag misschien juridisch gezien toelaatbaar zijn, het leidt echter wel tot een maatschappelijk onaanvaardbaar fenomeen.

Het twitteraccount Vizier Op Links maakt zich nu boos over de hashtag #vizieropstop. Deze hashtag staat voor de hetze die links zou voeren tegen Vizier Op Links. Maar dat is de omgekeerde wereld. Want in vergelijking met de hetzes die Vizier Op Links voert tegen ‘linkse’ personen valt de hetze tegen Vizier Op Links reuze mee. Bovendien weten we nog steeds niet wie achter dit account zit(ten).

Met deze stickerintimidatie is een duidelijke morele grens overschreden. Het is daarom hoog tijd dat Vizier Op Links zelf aangepakt wordt. De nodige aangiftes zijn al gedaan tegen het platform, maar daar zou het niet bij mogen blijven. Dat Vizier Op Links nog vrij op Twitter kan opereren, vrijuit kan doxen en intimiderende stickers mag verkopen, is ontoelaatbaar.

Het wordt tijd dat onze autoriteiten – in een tijd waarin de polarisatie onder druk van de coronacrisis steeds meer ontoelaatbare vormen aanneemt – hiertegen gaan optreden en het Vizier Op Links platleggen.

Laten we #vizieropstop met zijn allen trending maken, om zo Vizier Op Links een koekje van eigen deeg te geven. Want wanneer we met zoveel zijn, kan niet langer de enkeling uitgekozen worden om te intimideren. Solidariteit met de slachtoffers van en verzet tegen deze intimidatie is nu broodnodig. Tijd voor #vizieropstop.

Hoogleraar: UvA intimideerde onderzoekers FvD-migratierapport

0

De Maastrichtse hoogleraar Wim Groot (Gezondheidseconomie) heeft felle kritiek op de Universiteit van Amsterdam. De UvA zou onderzoekers die meewerkten aan een rapport van Forum voor Democratie over immigratie hebben geïntimideerd.

Twee weken geleden publiceerden vier wetenschappers een rapport waarin ze concludeerden dat de kosten van immigratie veel hoger zijn dan de baten ervan. Een van de auteurs van het rapport is de promotor van Wim Groot.

In Observant, de krant van de Universiteit Maastricht, schrijft Groot: ‘De data voor het onderzoek waren betaald door het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie. Het contract voor het gebruik van de data was getekend door de Universiteit van Amsterdam. Hoewel het onderzoek onder de vlag van de UvA werd uitgevoerd, eiste de UvA dat het UvA-logo van het rapport verwijderd moest worden. Het bestuur van de Amsterdamse universiteit dreigde ook de gastaanstelling van mijn promotor te beëindigen omdat volgens de UvA-bestuurders het onderzoek niet was gemeld. Gelukkig bleef het bij dreigementen want dit zou een ongekende aantasting van de academische vrijheid zijn geweest. De intimidatiepoging van het UvA-bestuur schrikt wel onderzoekers af om in de toekomst onderzoek te doen naar dergelijke controversiële onderwerpen.’

Volgens Groot is het optreden van het UvA-bestuur koren op de molen van mensen die denken dat aan universiteiten een cancel culture bestaat, waarbij mensen met een ‘onaanvaardbare’ mening mogen worden uitgesloten van het maatschappelijk debat.

‘PvdA- en SP-Kamerleden kunnen jarenlang ongestoord hun politieke werk combineren met een baan aan de UvA, maar tegen onderzoekers waarvan het onderzoek deels door FvD wordt gefinancierd, wordt meteen met maatregelen gedreigd.’

In 2017 vroeger VVD-parlementariërs Karin Strauss en Pieter Duisenberg om een onderzoek naar ‘zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven in de wetenschap’. De KNAW voerde dit onderzoek uit en kwam met de aanbeveling om de academische vrijheid beter te omschrijven in een gedragscode. Die gedragscode kwam er echter niet. Groot vindt dat die gedragscode er alsnog moet komen, omdat de academische vrijheid in gevaar zou zijn.

Politiek geograaf Josse de Voogd is het helemaal eens met Groot, laat hij in een reactie weten: ‘Er is inderdaad reden tot zorg. (…) De uitsluiting op universiteiten is vaak wat meer subtiel. En raakt ook mensen die helemaal niet uitgesproken rechts zijn maar die wel net even te kritisch zijn rondom bepaalde dogma’s. Dus niet meteen ontslagen of logo’s intrekken en dat soort fratsen, maar wel dat er een extra vergrootglas op je komt na je ‘coming out’ qua meningen en dat er pesterijen beginnen. Dat ze je onderzoek kritisch gaan bevragen (wat op zich prima is), maar altijd maar vanuit één hoek, de sociaal-wenselijke. Wat mede komt omdat de medewerkers vaak gewoon zo eenzijdig zijn qua politieke voorkeur en sociale afkomst. En zo blijven sociaal-onwenselijke thema’s onderbelicht, en zo sluipen er fouten in onderzoeken en artikelen, omdat het ongewenst is die te benoemen.’

Europese primeur: zwarte acteur speelt Jezus

0

Volgende week komt The New Gospel uit van de Zwitserse regisseur Milo Rau. Deze film is een moderne bewerking van het evangelieverhaal, met de Kameroense activist Yvan Sagnet als Jezus.

The New Gospel is opgenomen in Zuid-Italiaanse stadje Matera. Hier hebben ook regisseurs Pier Paolo Pasolini en  Mel Gibson hun Jezusfilms geschoten. Met zijn witte grotwoningen en smalle straatjes lijkt Matera een beetje op het Jeruzalem van tweeduizend jaar geleden.

In deze film vraag Rau zich af: Wat als Jezus in de 21ste eeuw zou leven? Wat zou hij prediken en wie zouden zijn volgelingen zijn?  Hij voert Jezus op als een sociale activist die opkomt voor de rechten van de illegale arbeiders, waaronder veel vluchtelingen uit Afrika die nergens heen kunnen.

Veel echte vluchtelingen, activisten en burgers van Matera spelen mee in de film, die 1 april in première gaat.

‘Wat mij het meest gelukkig maakt, is dat de film effect heeft’, zegt Rau. Inmiddels zijn rond Matera de eerste huizen opgericht waar de hoofdrolspelers die dakloos waren nu in waardigheid leven. Rau: ‘En dat met steun van de katholieke kerk!’

Het is de eerste keer dat een zwarte Jezus in een Europese film speelt. In de Verenigde Staten is een zwarte Jezus echter geen nieuw fenomeen. Zo is vanaf 2014 de Amerikaanse sitcom Black Jesus te zien. Deze serie speelt zich af in de huidige tijd. Jezus woont in Compton, een stad in de rook van Los Angeles, en probeert met zijn kleine schare discipelen liefde en compassie te verspreiden in de buurt.