Maurice Meeuwissen van de PVV in Rotterdam heeft aangifte gedaan tegen een medewerkster van een stembureau in de havenstad. Zij had op Instagram aangekondigd alle stembiljetten te zullen verscheuren van mensen die PVV of Forum voor Democratie hadden gestemd.
Dit leidde tot grote commotie. Hoewel ze vertelde dat ze niet echt stembiljetten ging verscheuren maar een grapje had gemaakt, werd ze ontslagen als medewerkster van het stembureau.
De vrouw werd tevens op social media bedreigd. Het Twitteraccount van Forum voor Democratie had een screenshot van haar Instagrampost gemaakt, met daarop ook haar naam. FvD-leider Thierry Baudet zei niet te geloven dat het om een grap ging en vroeg zich op Twitter af hoeveel stembiljetten ze verscheurd had.
Ook Meeuwissen (foto) zei geschokt te zijn. ‘Als je in Schiphol het vliegtuig instapt en voor de grap zegt dat je een bom bij je hebt, ga je de cel in. Dat vind ik vergelijkbaar met wat hier gebeurt’, zei hij vorige week tegen het AD. Nu heeft hij besloten om aangifte te doen.
Op de deur van mijn eenvoudige bovenwoning op de grens van de Haagse Schilderswijk en Transvaal prijkt slechts één sticker: Nee/Nee. De welbekende sticker die voorkomt dat je reclamedrukwerk en ongewenste huis-aan-huisbladen in de bus krijgt. Een sticker die, net als de Nee/Ja-sticker, op zoveel deuren in Nederland prijkt.
Op sommige andere deuren in Nederland was recentelijk een andere sticker terug te vinden. Onder meer de Leidse historica Nadia Bouras, GroenLinks-politicus Huub Bellemakers, Cordaid-adviseur Paul van den Berg en kunstenaar Yuri Veerman kregen een sticker van ‘Vizier op Links’. Op deze sticker valt te lezen dat hun huis een door volgers van Vizier op Links geobserveerde locatie is, waarmee ‘linkse activisten’ in de gaten gehouden worden.
Voor wie het heeft gemist: Vizier Op Links is een radicaal-rechts Twitteraccount dat zich vrijwel dagelijks bezighoudt met schimmige zaken. Een belangrijk wapen in zijn arsenaal is ‘doxing’: het online plaatsen van namen, adressen en profielen van vermeend linkse actievoerders. Daarnaast maakt Vizier Op Links zich schuldig aan laster, haatcampagnes en intimidatiecampagnes.
Doel van Vizier Op Links is om ‘de linkse hegemonie te ontmaskeren en te doorbreken’. Hierbij worden de grenzen van de wet opgezocht, maar nog niet overschreden. Wie er achter het platform schuilgaan is nog niet bekend. Het kan een persoon zijn, maar misschien gaat het om een collectief.
De strategie achter de stickers lijkt een slimme te zijn: de stickers zijn te koop op de website van Vizier Op Links, en zijn volgens Vizier Op Links ‘ludiek’ bedoeld. Iedereen kan ze dus bestellen. Ook het opplakken van stickers bij je slachtoffer is gemakkelijk. Vizier Op Links deelt de adressen van ‘linkse’ personen – maar je kunt de adressen ook gemakkelijk opzoeken bij de Kamer van Koophandel.
De reactie van Vizier Op Links op de commotie over de geplakte stickers laat zien hoe doorzichtig de strategie is van de persoon/personen achter het platform: ‘De stickers van Vizier Op Links zijn ludiek en vrij verkrijgbaar. Er zijn er al duizenden van verstuurd, letterlijk. Beetje ingewikkeld om ons ieder individueel stickertje aan te rekenen.’
Solidariteit met de slachtoffers van en verzet tegen deze intimidatie is nu broodnodig
Met andere woorden: ‘Wij kunnen er niks aan doen, want wij plakken de stickers niet op.’ Vizier Op Links pretendeert hiermee niet verantwoordelijk te zijn voor de intimidatie van politieke tegenstanders. Maar dat is natuurlijk onzin. Het verkopen van zulke stickers mag misschien juridisch gezien toelaatbaar zijn, het leidt echter wel tot een maatschappelijk onaanvaardbaar fenomeen.
Het twitteraccount Vizier Op Links maakt zich nu boos over de hashtag #vizieropstop. Deze hashtag staat voor de hetze die links zou voeren tegen Vizier Op Links. Maar dat is de omgekeerde wereld. Want in vergelijking met de hetzes die Vizier Op Links voert tegen ‘linkse’ personen valt de hetze tegen Vizier Op Links reuze mee. Bovendien weten we nog steeds niet wie achter dit account zit(ten).
Met deze stickerintimidatie is een duidelijke morele grens overschreden. Het is daarom hoog tijd dat Vizier Op Links zelf aangepakt wordt. De nodige aangiftes zijn al gedaan tegen het platform, maar daar zou het niet bij mogen blijven. Dat Vizier Op Links nog vrij op Twitter kan opereren, vrijuit kan doxen en intimiderende stickers mag verkopen, is ontoelaatbaar.
Het wordt tijd dat onze autoriteiten – in een tijd waarin de polarisatie onder druk van de coronacrisis steeds meer ontoelaatbare vormen aanneemt – hiertegen gaan optreden en het Vizier Op Links platleggen.
Laten we #vizieropstop met zijn allen trending maken, om zo Vizier Op Links een koekje van eigen deeg te geven. Want wanneer we met zoveel zijn, kan niet langer de enkeling uitgekozen worden om te intimideren. Solidariteit met de slachtoffers van en verzet tegen deze intimidatie is nu broodnodig. Tijd voor #vizieropstop.
De Maastrichtse hoogleraar Wim Groot (Gezondheidseconomie) heeft felle kritiek op de Universiteit van Amsterdam. De UvA zou onderzoekers die meewerkten aan een rapport van Forum voor Democratie over immigratie hebben geïntimideerd.
Twee weken geleden publiceerden vier wetenschappers een rapport waarin ze concludeerden dat de kosten van immigratie veel hoger zijn dan de baten ervan. Een van de auteurs van het rapport is de promotor van Wim Groot.
In Observant, de krant van de Universiteit Maastricht, schrijft Groot: ‘De data voor het onderzoek waren betaald door het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie. Het contract voor het gebruik van de data was getekend door de Universiteit van Amsterdam. Hoewel het onderzoek onder de vlag van de UvA werd uitgevoerd, eiste de UvA dat het UvA-logo van het rapport verwijderd moest worden. Het bestuur van de Amsterdamse universiteit dreigde ook de gastaanstelling van mijn promotor te beëindigen omdat volgens de UvA-bestuurders het onderzoek niet was gemeld. Gelukkig bleef het bij dreigementen want dit zou een ongekende aantasting van de academische vrijheid zijn geweest. De intimidatiepoging van het UvA-bestuur schrikt wel onderzoekers af om in de toekomst onderzoek te doen naar dergelijke controversiële onderwerpen.’
Volgens Groot is het optreden van het UvA-bestuur koren op de molen van mensen die denken dat aan universiteiten een cancel culture bestaat, waarbij mensen met een ‘onaanvaardbare’ mening mogen worden uitgesloten van het maatschappelijk debat.
‘PvdA- en SP-Kamerleden kunnen jarenlang ongestoord hun politieke werk combineren met een baan aan de UvA, maar tegen onderzoekers waarvan het onderzoek deels door FvD wordt gefinancierd, wordt meteen met maatregelen gedreigd.’
In 2017 vroeger VVD-parlementariërs Karin Strauss en Pieter Duisenberg om een onderzoek naar ‘zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven in de wetenschap’. De KNAW voerde dit onderzoek uit en kwam met de aanbeveling om de academische vrijheid beter te omschrijven in een gedragscode. Die gedragscode kwam er echter niet. Groot vindt dat die gedragscode er alsnog moet komen, omdat de academische vrijheid in gevaar zou zijn.
Politiek geograaf Josse de Voogd is het helemaal eens met Groot, laat hij in een reactie weten: ‘Er is inderdaad reden tot zorg. (…) De uitsluiting op universiteiten is vaak wat meer subtiel. En raakt ook mensen die helemaal niet uitgesproken rechts zijn maar die wel net even te kritisch zijn rondom bepaalde dogma’s. Dus niet meteen ontslagen of logo’s intrekken en dat soort fratsen, maar wel dat er een extra vergrootglas op je komt na je ‘coming out’ qua meningen en dat er pesterijen beginnen. Dat ze je onderzoek kritisch gaan bevragen (wat op zich prima is), maar altijd maar vanuit één hoek, de sociaal-wenselijke. Wat mede komt omdat de medewerkers vaak gewoon zo eenzijdig zijn qua politieke voorkeur en sociale afkomst. En zo blijven sociaal-onwenselijke thema’s onderbelicht, en zo sluipen er fouten in onderzoeken en artikelen, omdat het ongewenst is die te benoemen.’
Volgende week komtThe New Gospel uit van de Zwitserse regisseur Milo Rau. Deze film is een moderne bewerking van het evangelieverhaal, met de Kameroense activist Yvan Sagnet als Jezus.
The New Gospel is opgenomen in Zuid-Italiaanse stadje Matera. Hier hebben ook regisseurs Pier Paolo Pasolini en Mel Gibson hun Jezusfilms geschoten. Met zijn witte grotwoningen en smalle straatjes lijkt Matera een beetje op het Jeruzalem van tweeduizend jaar geleden.
In deze film vraag Rau zich af: Wat als Jezus in de 21ste eeuw zou leven? Wat zou hij prediken en wie zouden zijn volgelingen zijn? Hij voert Jezus op als een sociale activist die opkomt voor de rechten van de illegale arbeiders, waaronder veel vluchtelingen uit Afrika die nergens heen kunnen.
Veel echte vluchtelingen, activisten en burgers van Matera spelen mee in de film, die 1 april in première gaat.
‘Wat mij het meest gelukkig maakt, is dat de film effect heeft’, zegt Rau. Inmiddels zijn rond Matera de eerste huizen opgericht waar de hoofdrolspelers die dakloos waren nu in waardigheid leven. Rau: ‘En dat met steun van de katholieke kerk!’
Het is de eerste keer dat een zwarte Jezus in een Europese film speelt. In de Verenigde Staten is een zwarte Jezus echter geen nieuw fenomeen. Zo is vanaf 2014 de Amerikaanse sitcom Black Jesus te zien. Deze serie speelt zich af in de huidige tijd. Jezus woont in Compton, een stad in de rook van Los Angeles, en probeert met zijn kleine schare discipelen liefde en compassie te verspreiden in de buurt.
De Turkse journaliste Banu Güven is een Twitteractie begonnen tegen het groeiende geweld tegen vrouwen in Turkije. Ook Nederlandse prominenten en vrouwenactivisten spreken zich hierover uit.
‘Afgelopen 20 uur 6 vrouwen vermoord in #turkije’, twitteren onder meer SP-Kamerlid Sadet Karabulut, GroenLinks-Kamerlid Nevin Özütok, journalist Chris Aalberts en PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius.
Ook organiseren schrijfster Stella Bergsma en de Nederlands-Turkse columniste Yesim Candan een solidariteitsdemonstratie voor vrouwen in Turkije, 10 april in Amsterdam.
Aanleiding is het opzeggen door Turkije van de IstanbulConventie. Dat is een verdrag van de Raad van Europa om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te bestrijden.
Islamistische geestelijken in Turkije wilden al langer van dit ‘westerse’ verdrag af en president Erdogan heeft besloten hen hun zin te geven. Tegelijkertijd kampt Turkije met veel geweld tegen vrouwen.
Waar vrouwenrechtenactivisten zich het meeste zorgen over maken is femicide: de moord op vrouwen door mannen. De Turkse mensenrechtenorganisatie Anit Sayac ontwaart een verontrustende stijgende lijn. Waar in 2008 66 Turkse vrouwen werden vermoord, steeg dit naar 293 in 2014 en 409 in 2020. Dit jaar staat de teller alweer op 85.
Edwin Wagensveld van de extreemrechtse politieke beweging Pegida gaat op 31 maart demonstreren tegen Kauthar Bouchallikht.
Op die dag wordt zij beëdigd als Kamerlid voor GroenLinks. De demonstratie vindt als het aan Wagensveld ligt plaats op het Plein in Den Haag, vlak voor het Kamergebouw.
De demonstratie draagt de leus ‘Zeg nee tegen deze wolf in schaapskleren’. ‘We mogen het niet zonder slag of stoot toelaten, dat de politieke islam plaats neemt in ONS parlement!’, aldus Wagensveld.
In het hoofdredactioneel commentaar van de Telegraaf eergisteren werd Bouchallikht ook al een ‘wolf in schaapskleren’ genoemd. De Telegraaf verdenkt haar van banden met de Moslimbroederschap.
Een anonieme twitteraar vraagt Wagensveld of hij de demonstratie gaat ‘opleuken’ met confettisnippers afkomstig van de Koran’. Wagensveld: ‘Goed idee, gaan we regelen…….ballonen [sic] gevuld met koransnippers, ook leuk.’
Wagensveld is de leider van de Nederlandse tak van Pegida, dat in 2014 in het oosten van Duitsland is opgericht. Pegida-activisten keren zich tegen de ‘islamisering van het Avondland’ en zijn berucht om hun provocerende acties. Zo hield Wagensveld in 2019 een barbeque voor een moskee in Gouda, waarbij varkensvlees – onrein voor moslims – werd gebraden.
GroenLinks-leider Jesse Klaver maakt zich intussen grote zorgen over de veiligheid van Kauthar Bouchallikht.
Zo’n vijf jaar geleden was er een piek in de vluchtelingenstroom. Vooral Syriërs en Eritreeërs klopten hier aan voor bescherming. De statushouders leren ons land kennen als gastvrij, maar tegelijkertijd ervaren ze onze samenleving als gesloten en afstandelijk.
Een groot aantal statushouders heeft nu een leven opgebouwd in Nederland, maar ze missen de verbondenheid met de Nederlanders. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau, uitgevoerd door wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam en onderzoeksbureau Labyrinth.
Beeld: Floris Vermeulen
Met name het inburgeren is voor deze Syriërs en Eritreeërs lastig. Ze hebben moeite om de taal te beheersen, om goed werk te vinden en om een band met Nederlanders op te bouwen. De Nederlandse samenleving moet daarom meer openstaan voor statushouders, zegt Floris Vermeulen (Universiteit van Amsterdam), een van de onderzoekers.
Hoe leerden de statushouders Nederland kennen?
‘Vluchtelingen komen hier en zijn blij dat ze veilig zijn en een huis hebben. Vaak hebben ze een trauma. Men heeft tijd nodig om daar overheen te komen. Ze hebben Nederland leren kennen als een gastvrij land, zijn positief over het maatschappelijke klimaat. Ook de vrijheid wordt gewaardeerd, want hier kunnen ze zelf keuzes maken. Dat is een openbaring. Naast de gastvrije Nederlanders is er een groep die niet echt openstaat voor mensen van buitenaf en die minder positief is tegenover hen als vluchtelingen.’
Hoe komt het dat ze die verbondenheid missen?
‘Ze missen vooral de sociale verbondenheid en stuiten hier op gesloten sociale netwerken. Dat zien we ook bij andere migrantengroepen. Nederlanders zijn vriendelijk, maar vaak ook gesloten, afstandelijk en koud. Contact leggen en echte relaties opbouwen is dan moeilijk. Dat idee heeft men in ieder geval. Hierbij ziet men het beeld van de dichte deur van de buren als iets typisch Nederlands, terwijl de deur in hun land van herkomst voor iedereen openstaat. Ze merken dat die verbondenheid niet automatisch gaat en langer duurt dan ze hadden verwacht. Als die verbondenheid er niet is, kunnen ze zich meer gaan afsluiten van de Nederlandse samenleving en richten ze zich meer op de vertrouwde Syrische of Eritrese gemeenschap, bewust of onbewust.’
Geldt dit alleen voor Syriërs en Eritreeërs?
‘Dit zijn de groepen die wij onderzocht hebben en dat zijn ook de twee grootste groepen statushouders, al zijn er overeenkomsten met andere vluchtelingen. Voor deze groepen geldt dat de situatie in het land van herkomst nog steeds onzeker en onveilig is en dat ze zich zorgen maken om de mensen die achtergebleven zijn. Ook dat maakt het moeilijk om hier een nieuw leven op te bouwen.’
Bestaan er verschillen in hoe de twee groepen de Nederlandse cultuur ervaren?
‘Ik had grotere verschillen verwacht. De Eritrese groep is christelijk en de Syrische groep vluchtelingen is gemengder, maar overwegend moslim. De manier hoe beide groepen naar Nederland kijken komt desalniettemin sterk overeen. Eritrese statushouders geven aan, met name als ze van het platteland komen, dat de overgang groot is. Niet alleen cultureel, maar ook economisch. Alle problemen, zoals de taal, het opleidingsniveau, ongeldige diploma’s en discriminatie, komen tegelijk bij elkaar. Dat kan het moeilijk maken om verbondenheid met Nederland te voelen. Je ziet hierbij wel verschillen tussen statushouders die uit de stad of van het platteland afkomstig zijn. Hoogopgeleiden en mensen uit de grote steden geven aan dat het verschil met Nederland minder groot is. Zij leefden al in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van een westers land.’
Om wat voor discriminatie gaat het dan? En zorgt dat voor minder verbondenheid?
‘De discriminatie die ze hier ervaren werkt gevoelens van verbondenheid sterk tegen. Veel statushouders ervaren op stages, school of werk het nodige onbegrip en weinig bereidheid vanuit de Nederlandse kant om zich in hun situatie in te leven. Er is niet veel interesse. Nederlanders weten niet waar deze mensen vandaan komen. Ze hebben geen begrip voor de vaak gevaarlijke en traumatische vluchtroutes die velen hebben moeten doorstaan. Maar er waren ook genoeg voorbeelden van uitsluiting op basis van herkomst, afkomst en kleur. Allemaal zaken waardoor deze statushouders zich minder snel thuis voelen hier.’
Genoeg beren op de weg, dus?
‘Ja, nog wel. Er zijn ook veel kansen, maar die obstakels zijn er en hun kinderen zullen daar ook mee te maken krijgen. Dat besef zorgt ervoor dat mensen continue aan het reflecteren zijn. Ze voelen zich veilig en thuis, maar tegelijkertijd kunnen ze zich nog geen voorstelling maken van hun toekomst hier. Een deel denkt er ook aan om weer terug te keren, maar weet dat hun kinderen dat niet meer kunnen of willen. Daardoor weten ze dat hun toekomst toch in Nederland ligt.’
Zorgt het idee om misschien terug te gaan ook niet voor een bepaalde gereserveerdheid bij de statushouders?
‘Dat zie je inderdaad terug in de wetenschappelijke literatuur. Als je de intentie hebt om weer te vertrekken, dan heeft dat invloed op jouw verbondenheid. Al is het besef er bij de meesten wel dat ze naar alle waarschijnlijkheid niet meer teruggaan. Vooral jonge mensen met een laag opleidingsniveau worstelen om hun plek te vinden. Een taalachterstand, laag opleidingsniveau en nauwelijks geld maakt het lastiger om verder te komen. Tegelijk zien statushouders ook mogelijkheden. Maar ze beseffen dat het geen makkelijke weg gaat worden. Soms komen de statushouders in gesprek met andere mensen met een migratieachtergrond, die hier al langer wonen. Ze horen van deze groep dat men wel probeert te integreren in de Nederlandse samenleving, maar dat men het gevoel blijft houden hier niet volledig geaccepteerd te worden. Dat kan ervoor zorgen dat statushouders anders naar Nederland gaan kijken. Het is voor velen van hen zeker geen rozengeur en maneschijn.’
‘Nederlanders zijn vriendelijk, maar vaak ook afstandelijk en koud. echte relaties opbouwen is dan moeilijk. Dat idee heeft men in ieder geval’
Tegen welke problemen lopen ze aan?
‘Het gaat deels om het missen van een sociaal netwerk, wat ze thuis wel hadden. Ze zouden graag meer met Nederlanders omgaan en ook Nederlandse vrienden willen hebben. Dat vinden ze niet alleen prettig voor zichzelf, maar ook voor hun kinderen. Maar dat gaat vaak moeizaam. Ook de culturele kant kan lastig zijn. Veel statushouders zijn religieus en dan komen ze hier in een van de meest seculiere landen ter wereld terecht. Dat doet wat met ze. Tegelijkertijd zien we in de antwoorden van veel religieuze statushouders dat men daarop reflecteert en bereid is zich tot op zekere hoogte aan te passen. Dat is echter een langdurig en complex proces.’
Is er wat betreft die verbondenheid of ontwikkeling een verschil tussen mannen en vrouwen?
‘Zeker. Veel vrouwen en meisjes onder de Syrische en Eritrese statushouders in Nederland maken een sneller emancipatieproces door dan mannen. Mannen hebben thuis vaak een andere maatschappelijke positie dan vrouwen en er is meer ongelijkheid. Het emancipatieproces gaat sneller, omdat vrouwen meer gebruik maken van de mogelijkheden hier en dat zorgt voor meer verbinding. Bij mannen zie je het tegenovergestelde, en is er vaak meer sprake van statusverlies. Voor hen is het wat ingewikkelder en sommigen kunnen daar moeilijk mee omgaan. Vrouwen leren vaak ook sneller de taal en mogelijkheden zien, terwijl mannen blijven steken in heimwee en nostalgie.’
Hoe ervaren ze het gemis van die verbondenheid?
‘Gunstige ervaringen met Nederlanders en Nederlandse instanties dragen bij aan de identificatie met Nederland en Nederlanders en dat is belangrijk. Langzaam komt het besef dat ze hier zullen blijven en dat hun kinderen hier op zullen groeien. Maar het is niet alleen dat die statushouders zich moeten aanpassen. Het zou eigenlijk tweerichtingsverkeer moeten zijn en van beide kanten moeten komen. Het valt statushouders op dat Nederlanders over het algemeen niet staan te trappelen om met hen contact te leggen. Op zich hebben ze daar verder geen oordeel over, maar dat maakt het wel moeilijker om te integreren. De sociaal culturele normen kunnen ook best verschillen en dat speelt een rol. Voor sommigen is dat onoverkomelijk en die trekken zich terug, anderen maken graag gebruik van de mogelijkheden die hier liggen. Maar als mensen zich niet verbonden voelen met de ontvangende samenleving, dan kan dat uiteindelijk nadelige gevolgen hebben, voor werk, onderwijs of de politiek.’
Hier ligt een verantwoordelijkheid bij Nederlanders?
‘Het moet echt van twee kanten komen. Je kunt niet aan mensen opleggen dat ze zich met iemand verbonden moeten voelen, zonder dat mensen in Nederland dat ook doen. Het inburgeringsbeleid moet dus meer gezien worden als algemeen beleid. We zijn een meer diverse samenleving geworden en iedereen moet zich daartoe verhouden. Je kunt je daar niet aan onttrekken omdat je een Nederlander zonder migratieachtergrond bent.’
Zou die verbondenheid dan beter worden?
‘Ja, ik denk het wel. Nederlanders zouden wat meer inlevingsvermogen kunnen tonen en meer naar statushouders kunnen luisteren, in plaats van zich ervoor af te sluiten. Het inburgeringsbeleid is nu te veel gericht op het idee: nieuwkomers moeten eerst maar eens Nederlander worden en dan kijken we wel verder. Beleidsmakers zouden meer rekening kunnen houden met het feit dat zaken als verbondenheid uiteindelijke van twee kanten moet komen. Als je merkt dat het van één kant niet komt, dan moet daar over nagedacht worden en moet gekeken worden hoe dat komt.’
Wat kan er nog meer gedaan worden om ze meer verbonden te laten voelen met Nederland?
‘Veel statushouders hebben het over hun buren. Daar zijn niet altijd spanningen, maar warme contacten zijn het meestal ook niet. Daar kunnen gemeenten een rol in spelen, en zo kijken hoe dat beter kan. Ook hier zie je dat relationele aspect, dat tweerichtingsverkeer, weer terug komen. Wat verder opvalt, is dat Nederlanders met een migratieachtergrond meer open staan voor contact met statushouders dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Dat heeft deels met herkenning te maken, maar ook met een gezamenlijk gevoel van uitsluiting. Misschien is het ook een culturele kwestie, omdat ze van origine eenzelfde soort achtergrond hebben. Het zou misschien goed zijn om ook daar van te leren.’
De Koerdisch-Nederlandse politica Serpil Ates, die op nummer 24 stond van de kandidatenlijst van GroenLinks, voelt zich door haar partijtop in de steek gelaten. Dit schreef ze vanochtend op Twitter.
Ates, al enkele jaren actief als raadslid in Den Haag, is vaak doelwit van Turkse nationalisten. Zij hekelen Ates omdat ze opkomt voor de mensenrechten in Turkije, in het bijzonder die van Koerden, Alevieten, Armeniërs, Arameeërs en Assyriërs.
Een rol spelen Turks-nationalistische websites als Dutch Turks en Turks.nl, die haar neerzetten als PKK-aanhanger. Zo beweerde de website Turks.nl onterecht dat Ates in een toespraak PKK-leider Abdullah Öcalan had geprezen.
De Koerdisch-Nederlandse Kamerkandidaat heeft de afgelopen maanden ‘duizenden bedreigingen gekregen’, gaf ze vorige week aan. Ook haar familieleden zijn met de dood bedreigd.
Maar tot een openlijke steunverklaring vanuit GroenLinks kwam het niet. Van haar partijtop moest Ates het dan ook niet hebben, twittert ze:
‘In mijn case was de partijtop er nog niet over uit wat ze moeten vinden van dreigementen van Turkse nationalisten op een Koerdische activist. Wel waren er moedige Kamerleden die openlijk zich uitspraken.’
‘Dit is onacceptabel’, reageert GroenLinks-Kamerlid Nevin Özütok op Ates’ verhaal. Özütok stond ook op de kandidatenlijst voor 17 maart, maar net als Ates op een onverkiesbare plaats.
GroenLinks nam het wel openlijk op voor kandidaat Kauthar Bouchallikht nadat zij onder vuur lag vanwege vermeende banden met de Moslimbroederschap. Bouchallikht zelf ontkent deze link en ontkent ook een aanhanger te zijn van de Moslimbroederschap.
Ates meent te weten waarom de partijtop er niet voor haar was: ze is ‘te wit om onder racisme gezet te worden’ en ‘te vrijgevochten om onder islamofobie gezet te worden’, zegt ze op Twitter.
De Kanttekening vroeg een woordvoerder van partijleider Jesse Klaver om een reactie. Maar die zegt in overleg met Ates te hebben besloten om niet te reageren.
Het standbeeld van de Argentijns-Cubaanse strijder Ernesto Che Guevara zorgt opnieuw voor ophef in de gemeente Utrecht.
De PVV wil bij het standbeeld een bordje plaatsen met daarop wat de Argentijns-Cubaanse revolutionair allemaal op zijn kerfstok heeft, meldt het AD Utrecht.
Sinds 2019 staat er een bronzen standbeeld van Che in de Croeselaan, vlakbij het Centraal Station. De PVV pleitte er toen onmiddellijk al voor om het standbeeld verwijderen. Maar het stadsbestuur liet het staan omdat het gaat ‘om een beeltenis van een straatartiest (…) die Guevara probeert uit te beelden’.
Het college zegde wel toe een bordje bij het standbeeld te plaatsen, waarop wordt uitgelegd wat de intentie van de kunstenaar was. Maar zo’n bordje is na twee jaar nog steeds niet geplaatst, stelt de PVV vast.
‘Dit is gewoon verering van een homofobe, vrouwonvriendelijke moordenaar en mensenrechtenschender die vaak in linkse kringen als held aanbeden wordt’, schrijft de partij in vragen aan het stadsbestuur. ‘En dat allemaal in de inclusieve LHTBI+ stad Utrecht.’
Eerder noemde PVV-fractievoorzitter Henk van Deún Guevara een ‘psychopathische moordenaar’.
Ook Cubaanse ballingen die voor de communistische dictatuur en zijn erfenis zijn gevlucht hebben moeite met het beeld. ‘Ernesto Guevara was een terrorist. Een van de grondleggers van een bewind dat in zestig jaar bijna tienduizend personen ombracht,’ vertelde het Comité ter ondersteuning aan Cuba in 2019 aan de Kanttekening.
PvdA en GroenLinks Rotterdam willen weten hoe burgemeester Ahmed Aboutaleb de veiligheid garandeert van het Koerdische culturele centrum dat afgelopen weekend is vernield. Dit schrijft Dagblad 010.
Afgelopen weekend werden bij de Koerdische Volksstichting Rotterdam in Overschie de ruiten ingegooid (foto). Ook kreeg het Koerdische centrum een dreigbrief, waarin stond dat als de Koerden het pand niet binnen een maand verlaten het gebouw in de brand wordt gestoken.
De brief is ondertekend door ‘de jongeren van de Grijze Wolven in Utrecht’. De Grijze Wolven vormen een ultranationalistische etno-Turkse groepering en vinden dat Koerden een bedreiging vormen voor het Turkse volk.
‘We maken ons ernstig zorgen om de toenemende verdeeldheid in de maatschappij en de inmenging van buitenlandse invloeden op het welzijn van de inwoners van Rotterdam’, stellen PvdA en GroenLinks. ‘Het is beangstigend en ontoelaatbaar dat lokale, Europese groeperingen door middel van bedreigingen en intimidatie socio-politieke druk uitoefenen op bewoners van onze stad.’
Aboutaleb heeft in het verleden gepoogd om de spanningen tussen Koerdische Nederlanders en Turkse Nederlanders te verminderen door het organiseren van een dialoog. PvdA en GroenLinks vinden dat die dialoog weer moet worden hervat.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.