Twaalf Koerdische, Armeense, Assyrische en linkse Turkse organisaties in Nederland zijn bezorgd geraakt door de gelekte NCVT-nota‘Ontwikkeling van het salafisme onder Turken – de invloed in Nederland’. Dat zeggen ze in een brief aan politici in de Tweede Kamer.
In de nota staat dat de Turkse president Erdogan doelbewust salafistische en jihadistische organisaties in Nederland en daarbuiten ondersteund. ‘Het NCTV-rapport maakt het duidelijk dat dit onze eigen veiligheid ondermijnt. Erdogan bedreigt dus doelbewust de veiligheid van Nederland’, aldus de organisaties.
Onder de ondertekenaars van de brief bevinden zich onder meer de Armeens-Nedwerlandse Sociale Culturele Vereniging Yerevan en de Raad van Demokratische Gemeenschappen uit Koerdistan (DemNed).
Ze stellen dat landen om ons heen tonen dat het gaat om een groter probleem dan alleen in Nederland. Vorig jaar stelde de Duitse regering dat Turkije Turks-Duitse organisaties ingezet om Turkse Duitsers te beïnvloeden, in samenwerking met de Moslimbroederschap. Zwitserse en Franse geheime diensten wezen vorig vorig jaar op een soortgelijke strategie.
De twaalf organisaties brengen in herinnering dat Turkije nog steeds de Armeense en Assyrische genocides ontkent en de Koerdische minderheid onderdrukt. De twaalf organisaties vinden de Nederlandse opstelling tegenover Turkije te slap, onder meer door economische motieven.
Ze hopen dat het NCTV-rapport, waar Den Haag geschokt op reageerde, voor een kentering zorgt. ‘Nu kunnen politieke partijen de daad bij het woord voegen en een einde maken aan de vanzelfsprekendheid waarmee we Turkije en Erdogan de hand boven het hoofd houden.’
Nederland moet Turkije niet meer als een bondgenoot beschouwen, vinden de organisaties. Niet alleen vanwege de militaire interventies in Syrie, Noord-Irak en Nagorno-Karabach, maar ook vanwege de verspreiding van het islamisme in Europa.
In hun brandbrief aan Nederlandse politici betogen ze dat artikel 5 van het NAVO-verdrag voor Turkije moet worden opgeschort. Artikel 5 is het sleutelartikel van het Noord-Atlantische bondgenootschap, dat een aanval op één lidstaat beschouwt als een aanval op alle lidstaten.
‘Dient ons leger onze veiligheid of moeten onze soldaten de belangen van aandeelhouders veilig stellen als Turkije aangevallen wordt als gevolg van haar eigen agressieve extremistische islamistische agenda? (…) Nu is het moment gekomen dat partijen duidelijk kunnen maken waar ze staan: aan de kant van gewone mensen en mensenrechten of aan de kant van Erdogan en de aandeelhouders.’
De door HP/de Tijd geopenbaarde NCTV-nota sloeg in als een bom. Erdogan hanteert een islamiseringsstrategie en ondersteunt salafistische organisaties, die op hun beurt Turks-Nederlandse organisaties en jongeren beïnvloeden, aldus de nota.
Den Haag reageerde geschokt, Turkije ontkennend en boos. Politici van Denk en Nida, journalisten en Midden-Oostenexperts leverden harde kritiek. Er zou een hemelsbreed verschil zijn tussen het Turkse islamisme, verwant aan dat van de Moslimbroederschap, en het uit het rivaliserend Saoedi-Arabië afkomstige salafisme.
De geschokte en afkeurende reacties op de nota zijn nog opmerkelijker dan het rapport zelf.
Dat onder Erdogan het salafisme definitief voet aan de grond kreeg, betogen wetenschappers al langer. De Turkse politie meldde in 2016 tien– tot twintigduizend ‘radicale salafisten’. Erdogan stuurde jihadisten naar Nagorno-Karabach en Syrië, waar ze vuile klusjes tegen Armenen en Koerden opknapten. Turkije gebruikte IS tegen de Koerden, concludeerde terrorisme-onderzoeker Anne Speckhard in 2019.
Natuurlijk: de Turkse politie spreekt niet lovend over ‘radicale salafisten’ en Turkije nam actie tegen IS. Toch laat Erdogans omgang met de radicale, salafistische islam ook zien: als hij deze kan gebruiken, zal hij dat niet nalaten.
Het maakt pragmaticus Erdogan niet uit of het islamisme uit de Moslimbroederschap komt, of uit het salafisme
Al in 2017 concludeerde de NCTV dat ‘salafistische tendensen’ groeien onder Turkse Nederlanders, mogelijk vanwege ‘de meer islamistische koers’ die de 150 Turks-Nederlandse Diyanet-moskeeën opgingen. Onderzoek laat zien dat de toon van Diyanet, een Turks staatsorgaan, is omgeslagen in regelrechte demonisering van ‘de ander’.
Die ‘ander’ is niet-Turk, niet-moslim, Erdogans critici. Een giftige cocktail van nationalisme en islamisme. Het maakt pragmaticus Erdogan niet uit of het islamisme uit de Moslimbroederschap komt, of uit het salafisme. Hij gebruikt de verschillende stromingen om zijn eigen Erdoganisme te introduceren onder moslims wereldwijd. Dagelijks pompt Turkije hen het idee in dat zij worden achtergesteld, dat Erdogan de kalief is die voor hen opkomt.
Neem Frankrijk, waar de inlichtingendiensten een groeiende Turkse invloed meldden, ook bij niet-Turkse organisaties. ‘Franse moslims staan onder mijn bescherming’, zei Erdogan al in 2018 op bezoek bij de Franse moslimraad. ‘Franse moslims kunnen rekenen op Turkije’, herhaalde hij onlangs, nadat Macron zijn aangescherpte anti-radicalismebeleid aankondigde. Duizenden Europese moslims honoreerden zijn oproep tot boycot van Franse producten, blijkens hashtag #BoycottFrance op social media. Idriss Sihamedi, de salafistische leider van een door Macron verboden instelling, vroeg asiel aan bij Erdogan.
Veelzeggend was ook de reactie van de Nederlandse politicus Nourdin el Ouali op het door de NCTV geschetste verband tussen een speech van Erdogan en de tramaanslag in Utrecht. De Nida-voorman dankte ‘bashkan’ – ‘leider’ – Erdogan voor deze ‘goede speech’ en stelde dat de Turkse president zich ‘superterecht’ zorgen maakte over de positie van moslims in Europa.
Oprukkende discriminatie richting Europese moslims en toenemende gevoelens van achterstelling zijn een wezenlijk probleem, waarover ook de Kanttekening veelvuldig bericht. Maar Erdogan zet dit in als brandstof voor eigen gewin en haat tegen het Westen.
Erdogans jarenlange antiwesterse retoriek en haattaal jegens critici heeft zichtbaar effect op wie zulke taal wil horen. Niet Rutte maar Erdogan regeert inmiddels in Rotterdam-Zuid. In 2017 riep Erdogan Turks-Nederlandse jongeren op te demonstreren tegen Nederland. Dat deden velen, net als in 2016 na de coup. Spionage en geweld ten behoeve van het Erdoganisme? Geen probleem: zie de omgang met critici in Nederland en Europa.
De NCTV noemde in 2017 zelfs de oprichting van een Turkse knokploeg in Nederland. Deze paramilitaire dreiging zien we meer in Europa. Europese journalisten worden door zulke knokploegen in elkaar geslagen. In 2018 werd de Turks-Duitse motorclub Osmanen Germania ontmanteld, na het beramen van moorden op Koerdische Duitsers. Een inlichtingenexpert beweerde in 2020 dat er achtduizend Turkse spionnen in Duitsland zijn. En in Oostenrijk bekende een Turkse spion dat hij een lokale Koerdische politica moest vermoorden.
Tot nu toe was Erdoganistisch geweld in Europa gericht tot mensen met Turkse of Koerdische achtergronden. Maar toen Nederland en andere landen bij het Turkse referendum van 2017 campagnevoerders uit Turkije weigerden, dreigde Erdogan dat ‘geen Europeaan waar ook ter wereld nog veilig op straat’ zou kunnen.
Onder de banier van het Erdoganisme veroverde hij een enorm mobiliseringspotentieel aan Turkse nationalisten, islamisten, salafisten en andere moslims in Europa. Ondertussen matigt Erdogan zich niet en zal hij zich niet democratisch laten afzetten.
Een nieuwe vraag voor de NCTV: wat zijn alle actoren en tools die Erdogan voorhanden heeft om zich met dwang en geweld tegen Nederlanders te richten? Kan hij ons chanteren – zie de vluchtelingendeal – met alle Turks-Nederlandse en andere moslimjongeren die hem adoreren?
Turkse advocaten zijn steeds vaker het doelwit van onrechtmatige strafrechtelijke onderzoeken en oneerlijke vervolgingen, terwijl ze beschuldigd worden van de vermeende misdaden van hun cliënten, meldde Amnesty International onlangs.
Zo werden drie advocaten veroordeeld omdat ze leden van de Gülenbeweging juridisch hebben bijgestaan. De Gülenbeweging is volgens de Turkse overheid een terroristische organisatie en verantwoordelijk voor de mislukte coup van 15 juli 2016, een beschuldiging die door Gülen-sympathisanten stellig wordt ontkend.
Volgens Amnesty zijn deze zaken geen uitzondering. ‘Vermoedelijk zitten er nu honderden advocaten in voorlopige hechtenis of zitten zij een gevangenisstraf uit in de overvolle Turkse gevangenissen.’ Het vasthouden van advocaten is in Turkije een routinepraktijk geworden, aldus Amnesty.
De Britse mensenrechtenadvocaat Michael Polak, actief voor de NGO Arrested Lawyers, onderschrijft deze sombere analyse. ‘President Recep Tayyip Erdogan heeft de civil society de oorlog verklaard. Iedereen die kritiek op de regering heeft is nu verdacht. Journalisten, oppositiepolitici, noem maar op.’ Advocaten vormen volgens Polak een speciale categorie tegenstanders, omdat ze zo ‘vervelend’ zijn.
‘Autoriteiten ergeren zich onder meer aan het feit dat advocaten hun cliënten adviseren zich te beroepen op hun zwijgrecht. Dan sommeren ze een advocaat naar het politiebureau en vragen ze hem: ‘Waarom praat jouw cliënt niet?’ Het komt dan voor dat de advocaat vervolgens zelf wordt gearresteerd en gemarteld. Ze worden dus gestraft voor wat hun cliënten doen. Er is ook een advocaat overleden als gevolg van de harde behandeling die hij heeft ondergaan.’
Volgens het nieuwste rapport van Arrested Lawyers zijn sinds de couppoging van 2016 meer dan 1.600 advocaten gearresteerd en vervolgd, terwijl 615 advocaten in voorlopige hechtenis zijn genomen. Tot nu toe zijn 450 advocaten veroordeeld tot in totaal 2.786 jaar gevangenisstraf, op grond van ‘lidmaatschap van een gewapende terroristische organisatie’ of van het ‘verspreiden van terroristische propaganda’.
‘Advocaten vrezen terecht de regering. Ze zullen niet snel een cliënt accepteren die van terrorisme wordt beschuldigd’
Vorig jaar alleen al zijn meer dan honderd advocaten opgepakt en vastgehouden in zaken die betrekking hadden op de Gülenbeweging, en zo’n honderd advocaten die Koerden verdedigden. Dat vertelt Mert*, een Turkse advocaat die sinds 2015 in Nederland woont. De regering beschuldigt advocaten er lid te zijn van de Gülenbeweging of de Koerdische Arbeiderspartij PKK, of dat ze door hun werk deze terreurorganisaties feitelijk steunen. ‘Advocaten in Turkije vrezen terecht de toorn van de Turkse regering. Ze zullen daarom niet snel een cliënt accepteren die van terrorisme wordt beschuldigd.’
Hoewel Turkije nooit een perfecte rechtsstaat is geweest, is de situatie nu bijzonder slecht, aldus Mert. ‘Mensen die verdacht worden van terroristische misdrijven hebben geen goede toegang tot advocaten. In tegenstelling tot gewone criminelen kunnen ze zelden in contact komen met hun familie. Ze ‘verdwijnen’ soms voor een tijdje en worden dan in het geheim gemarteld op een ‘boerderij’ van de Turkse geheime dienst MIT, feitelijk een miniconcentratiekamp, en de bekentenissen van verdachten zijn gefabriceerd.’
Platform van Justitiële Eenheid
De aanval op advocaten staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een ontwikkeling die nu zo’n acht jaar aan de gang is. Dat vertelt Erdal*, een rechter die na de mislukte coup asiel heeft aangevraagd in België. Advocaten, rechters een aanklagers kunnen hun werk niet meer onafhankelijk doen, omdat het regime vanaf 2013 de rechtsstaat beetje bij beetje afbrak. Een cruciaal jaar was 2014, omdat er dat jaar weer verkiezingen waren voor de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege Turkije.
‘Deze keer deed het ‘Platform van Justitiële Eenheid’ (YBP – Yargida Birlik Platformu, red.) mee, dat door de regering werd gesteund. Wie niet op deze kandidaten van dit platform stemde, werd weggepromoveerd naar de provincie en kwam op een zwarte lijst te staan. Na de coup werden de rechters en aanklagers die tegen YBP waren allemaal ontslagen, omdat ze lid zouden zijn van de Gülenbeweging. Ik ben geen Gülenist, maar toch werd ik ontslagen omdat ik mijn onafhankelijkheid wenste te behouden.’
‘Die zwarte lijst van zogenaamde Gülenisten is ruim twee jaar voor de coup opgesteld’, vertelt openbaar aanklager Murat*, die na de coup in België asiel heeft gekregen. ‘Het was wel heel toevallig dat de regering zo snel na de staatsgreep met zo’n lange lijst kwam, van ongeveer drieduizend mensen. De lijst bevatte ook veel fouten. Enkele vrouwen op de lijst staan er nog op met hun meisjesnaam, omdat ze in 2014 nog niet getrouwd waren. En enkele andere vrouwen staan er nog op met de naam van hun man, terwijl ze na 2014 zijn gescheiden. Ze zijn vergeten de lijst tussentijds te actualiseren.’
Volgens Murat oefende de Turkse regering in 2014 op rechters en aanklagers grote druk uit om voor de regeringsgezinde YBP-kandidaten te stemmen. ‘Als je regeringskandidaten steunde, dan werd je hiervoor beloond met een hoger salaris en een promotie. Maar wie zich verzette werd weggepromoveerd. Sommige rechters en aanklagers hebben zich laten verleiden door het regime, maar niet iedereen wilde hierin meegaan. Dat er iets in de lucht hing wisten we al in 2015. Ambtenaren van het ministerie Justitie zeiden in 2015 al dat het justitiële apparaat moest worden gezuiverd, ruim voor de coup.’
De hel
Met de coup noch met de Gülenbeweging had Murat iets te maken, maar hij en andere rechters en aanklagers werden in de nacht van 16 op 17 juli 2016 van hun bed gelicht en naar het politiebureau gebracht.
‘De aanklagers die ons aanklaagden en de rechters die ons veroordeelden waren collega’s van ons’
‘Het was een rare situatie, omdat we alle politiemensen kenden. We werkten immers al jaren met ze samen. Maar nu opeens waren wij de verdachten. De aanklagers die ons aanklaagden en de rechters die ons veroordeelden waren collega’s van ons. Ik begreep dat ze ons moesten veroordelen, omdat ze onder enorme druk van Ankara stonden om ons schuldig te verklaren. Ze waren bang, ze zagen er bleekjes uit. Ik verdedigde mijzelf. Ik vroeg: ‘Waar is het concrete bewijs tegen ons ?’ Maar bewijs hadden ze niet, gaven ze toe. Hoewel ik hun gedrag niet goedkeur, had ik op dat moment medelijden met hen. Ze schaamden zich enorm voor wat ze aan het doen waren. Maar ze durfden geen nee aan Ankara te verkopen.’
Murat was ergens opgelucht dat hij na zijn veroordeling meteen naar de gevangenis werd gestuurd. ‘Ik was bang voor marteling, maar we waren al op 21 juli veroordeeld, voordat de noodtoestand was afgekondigd. We mochten daarom niet gemarteld worden.’ Wel werden Murat en de andere gevangenen onderworpen aan psychologische terreur en kregen ze dagenlang geen eten en nauwelijks water. Ook mochten ze zich niet scheren, wassen, tanden poetsen of schoon ondergoed aantrekken.
‘We zaten met dertig, veertig mannen in een stinkende cel in de zomer. Het was, laat ik het zo zeggen, een erg moeilijke tijd.’ Daar kwam nog bij dat de cipiers, die ze natuurlijk ook allemaal kenden, erg wreed tegen de politieke gevangenen waren. ‘Het was een beetje als het beruchte Stanford-gevangenisexperiment. Een week geleden gaven wij hen opdrachten, nu waren zij opeens onze bazen geworden. En ze lieten ook merken dat zij de baas waren.’
Omdat Murat en zijn collega’s in de gevangenis door de Turkse staat als terroristen werden beschouwd, hadden ze niet dezelfde rechten als gewone gevangenen. ‘Pas na twee maanden mochten we met onze familie bellen, en elke keer als je met je familie wilde praten moest je je tot je onderbroek uitkleden, zogenaamd ter controle. Helemaal niet nodig natuurlijk, en erg vernederend.’
Na tweeënhalf jaar kwam Murat vrij. Omdat de situatie in Turkije niet normaliseerde, hij als ‘terrorist’ geen baan meer kon vinden en vreesde opnieuw te worden gearresteerd, besloot hij om met zijn gezin naar het buitenland te vluchten. Het geld om de mensensmokkelaars te betalen leende hij van zijn vrienden. ‘Zelf had ik niets meer. De reis naar België heeft ons in totaal 15.000 euro gekost. Ik ben door een hel gegaan. Maar in Turkije leven nog steeds heel veel mensen in die hel.’
Eyüp**, een voormalige aanklager die nu in Zwitserland woont, zat ‘slechts’ 16 maanden in de gevangenis. ‘Ik ben met mijn vrouw en kind naar Griekenland gevlucht, en daarna naar Zwitserland, nadat ik opnieuw werd veroordeeld door een rechtbank. Ik had het geluk dat ze mij na die zitting niet meteen hebben gearresteerd, zodat we plannen konden maken om het land te ontvluchten. Anders zat ik nu voor jaren achter slot en grendel.’
‘Ik ben door een hel gegaan. Maar in Turkije leven nog steeds heel veel mensen in die hel’
In tegenstelling tot Murat besloot Eyüp zich te laten verdedigen door een advocaat. ‘Maar veel gewone advocaten durfden mij en mijn collega’s die van terrorisme waren beschuldigd niet te verdedigen, vanwege de intimiderende sfeer die er heerste. We kregen daarom een advocaat aangewezen door het hof zelf. Hij was er alleen om zichzelf voor te stellen, maar deed niets voor ons. Niet in de rechtbank, althans. Gelukkig was hij geen slecht mens en heeft hij informatie over mij doorgespeeld naar mijn vrouw en mijn kind, waarvoor ik hem echt heel erg dankbaar ben. Het is hoopgevend dat mensen in dit soort moeilijke situaties, terwijl ze enorm onder druk staan, tot zulke goede daden in staat zijn. Ook lijkt het misschien maar zo klein, zijn daad heeft mij geholpen om deze hel te overleven.’
In actie
Wat kan er voor Turkse advocaten, rechters en aanklagers die worden vervolgd gedaan worden? De Nederlandse advocaat Hans Gaasbeek, die zich al meer dan dertig jaar inzet voor vervolgde advocaten over de hele wereld, is betrokken bij de Day of the Endangered Lawyer, die elk jaar op 24 januari plaatsvindt. Dit jaar stond Azerbeidzjan centraal. Turkije is vanwege de allerbelabberdste situatie twee keer de focus van de organisatie geweest, de laatste keer was in 2019.
‘Op 24 januari dit jaar zijn veel advocaten in Turkije de straat opgegaan, ondanks de coronapandemie, om te demonstreren voor hun collega’s in Azerbeidzjan’, vertelt Gaasbeek. ‘Maar eigenlijk demonstreerden ze ook voor hun eigen situatie.’
Gaasbeek en andere advocaten proberen de situatie van bedreigde advocaten op de politieke agenda te krijgen. Dat doen ze door aandacht te vragen voor vervolgde advocaten, en te demonstreren voor ambassades, consulaten en Europese instellingen als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). ‘We hebben in 2017 samen met andere organisaties een congres in Turkije georganiseerd, vanwege onze grote zorgen over de arrestaties van honderden vakbroeders en andere juristen. Ook wonen we al vanaf 2013 heel veel processen bij tegen advocaten, om ze zo te steunen.’
Het aanpakken van Turkije is moeilijk. Lobbyorganisaties van internationale advocaten en rechters proberen het EHRM te bewegen tot een hardere opstelling tegenover Turkije, maar voorlopig nog met weinig succes. Zo wees het EHRM begin februari twee van zulke organisaties geen status van amicus curiae – een ‘vriend van de rechtbank’, die zonder partij te zijn in een zaak gevraagd en ongevraagd advies mag uitbrengen – toe in een zaak over Turkije. Advies van deze twee NGO’s werd niet op prijs gesteld.
De gevluchte advocaat Mert zegt dat mensenrechtenorganisaties mensenrechtenschendingen moeten documenteren en hierover moeten informeren, om het publiek en de politiek bewust te maken van wat er in Turkije plaatsvindt. ‘Human Rights Watch bracht niet zo lang geleden een rapport over martelingen uit. Dat is heel belangrijk, want zo weten we wat er gebeurt. Natuurlijk was dit rapport incompleet en is het slechts het topje van de ijsberg, want er wordt op grote schaal gemarteld in Turkije, maar het geeft een goede indicatie van wat er aan de hand is.’
Dat de EU en EU-instellingen onvoldoende kritisch zijn over de mensenrechtensituatie in Turkije komt door de vluchtelingendeal, zegt Mert. Hij hoopt dat de EU en de Verenigde Staten hun rug recht houden en opkomen voor de mensenrechten in Turkije. ‘Alleen dan is er hoop voor vervolgde Turkse advocaten, aanklagers en rechters, en ook voor journalisten, oppositiepolitici en anderen, hoop voor het Turkse volk.’
Lobbygroep Arrested Lawyers richt zijn hoop vooral op het Verenigd Koninkrijk, omdat daar de EU-regels nu niet meer gelden, legt mensenrechtenadvocaat Polak uit. ‘We hadden jarenlang geen eigen sanctieregime, want alles verliep via de EU. Nu moeten we zelf weer met eigen wetten en regels komen.’
Vorig jaar zijn er in het Verenigd Koninkrijk veel nieuwe wetten aangenomen die het mogelijk maken om staten en individuen aan te pakken die verantwoordelijk zijn voor grove mensenrechtenschendingen. Dan gaat het over zaken als martelen en slavernij, vertelt de Britse advocaat.
‘Als er goede redenen zijn om mensen strafrechtelijk te vervolgen, dan bouwen we aan een zaak. Tegen politiechefs die verantwoordelijk zijn voor de martelingen op hun politiebureau bijvoorbeeld, maar ook belangrijke aanklagers. In Turkije zijn aanklagers juridisch verantwoordelijk voor wat er met gevangenen onder hun jurisdictie gebeurt. Dit geeft ons de mogelijkheid om een zaak tegen hen te bouwen.’
Sancties en rechtszaken zijn belangrijk om Turkije een signaal af te geven, aldus Polak. ‘Wat we nodig hebben zijn journalistieke verhalen, juridische stappen en politieke actie.’
*Gefingeerd. Echte naam bekend bij de redactie.
**Achternaam bekend bij de redactie.
Beeld: Day of the Endagered Lawyer
Ahmet Mandaci
Ahmet Mandaci was pas net advocaat toen hij werd gearresteerd. In 2015 studeerde hij af aan de Marmara Universiteit; hij begon in 2017 als advocaat in Istanbul. Hij was een van de advocaten die de zaken van Hasan Ferit Gedik en Dilek Dogan onderzocht, twee mannen die zouden zijn vermoord door de Istanbulse politie. Hij werd gearresteerd en weer vrijgelaten, maar is nog steeds onder huisarrest geplaatst.
Ayan Cicek
Advocate Aycan Cicek werd in 2019 veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf. Zij en andere progressieve pro-Koerdische advocaten werden veroordeeld voor terreuraanklachten. Ebru Timtik, een vriendin van Cicek, overleed vorig jaar nadat ze maandenlang in hongerstaking was gegaan, uit protest tegen de oneerlijke rechtsgang. Cicek heeft haar eigen vinger moeten verbinden, nadat die door een Turkse cipier was gebroken.
Beeld: YouTube
Engin Gökoglu
Engin Gökoglu is een mensenrechtenadvocaat van het Volksadvocatenkantoor en vertegenwoordigt slachtoffers van politiegeweld en ander staatsgeweld. Hij vertegenwoordigt ook de onderwijzers Nuriye Gülmen en Semih Özakca, die na de mislukte couppoging op 15 juli 2016 werden ontslagen. Gökoglu werd in hetzelfde proces als Cicek veroordeeld en zit nog steeds in de gevangenis.
Beeld: YouTube
Eren Keskin
De 61-jarige Eren Keskin is de vicevoorzitter van de Turkse Mensenrechten Vereniging IHD. Keskin heeft voor haar inzet voor vrouwenrechten en de Koerdische minderheid in Turkije vaker in de gevangenis gezeten. Ze zit nu een gevangenisstraf van zeven jaar en zes maanden uit, voor het beledigen van de president, ‘Turksheid’, de Republiek en de instituties en de organen van de staat.
Er zijn verkiezingsflyers opgedoken in het Arabisch, Turks en Tamazight, de taal van de Berbers. Het gaat om flyers van het grassroots campagne-initiatief ‘Team Kaag’, dat aangeeft onafhankelijk van D66 te opereren.
‘In campagnetijd spreken ze elke taal die je maar wilt’, reageert de Riffijns-Nederlandse journalist Rachid Benhammou op Facebook. Sommige andere Riffijnse Nederlanders laten op datzelfde medium de actie wel sympathiek te vinden, als ‘erkenning en symbolisch’.
Team Kaag beheert tevens verkiezingsfolders in onder meer het Chinees, Drents, Duits, Farsi, Frans, Fries, Hebreeuws, Hongaars, Papiamento, Pools, Somalisch, Spaans, Sranangtongo, zo blijkt op de website.
Volgens Eva van Wijngaarden, D66-raadslid in Tilburg en coördinator bij Team Kaag, is het doel van de posters om uit te stralen dat Nederlanders die een andere taal kennen ‘er gewoon bij horen: we zijn er ook voor jou.’
Talen en dialecten als Arabisch, Pools of Drents zijn voor veel Nederlanders ‘de taal waarin je ruzie maakt, koosnaampjes aan je kinderen geeft, of soms de taal van je ouders’, legt Van Wijngaarden uit aan de Kanttekening. Ze wil mensen bereiken ‘met het hart’.
Mochten er veroordelende reacties komen, dan kan Van Wijngaarden ‘dat oprecht alleen maar heel verdrietig en small-minded vinden’.
In een eerdere versie stond vermeld dat de Berberse flyers een primeur waren. We zijn erop geattendeerd dat dit niet zo is en hebben dit daarom aangepast.
De hoogste geestelijke leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei, heeft gezegd dat alle vrouwelijke personages in cartoons op tv ook een hijab moeten dragen.
Khamenei stelt dat het dragen van een hijab vereist is, meldt het Iraanse persbureau Tasnim, ‘vanwege de gevolgen van het niet dragen van hijab.’
Deze regel gold sinds de revolutie van 1979 al voor vrouwen van vlees en bloed. Vrouwen die toch een plukje haar laten zien, worden regelmatig bejegend door de zedenpolitie.
Het Saoedische ministerie van Defensie heeft besloten dat vrouwen nu ook gerekruteerd mogen worden en dienstnemen in het leger. Dit meldt Arab News.
Vrouwen zijn welkom als soldaat, korporaal of sergeant. Officiersfuncties zijn wel nog steeds alleen voor mannen.
Alle kandidaten moeten volgens bepaalde voorwaarden slagen voor de toelatingsprocedures, een blanco strafblad hebben en medisch geschikt zijn voor de dienst.
Voor vrouwelijke kandidaten zijn echter enkele aanvullende criteria toegevoegd door het ministerie. Zij moeten tussen 21 en 40 jaar oud zijn, 155 centimeter of langer zijn en mogen geen overheidsambtenaar zijn.
Daarnaast moeten ze in het bezit zijn van een onafhankelijke nationale identiteitskaart en moeten ze minimaal een middelbare schoolopleiding hebben genoten. Kandidaten die getrouwd zijn met niet-Saudische burgers worden niet aanvaard.
Forum voor Democratie-lijsttrekker Thierry Baudet zei tijdens een privé-conversatie te vrezen voor de zogenaamde macht van Joden in de ‘wereldorde’. Dat beweren anonieme voormalige FvD-leden in de Israëlische krant Haaretz.
De anonieme bronnen melden dat het specifiek om Asjkenazische Joden gaat. Baudet zou hen erg intelligent achten, waardoor hij zowel veel respect voor hen zou hebben als angst voor hun positie in de ‘wereldorde’.
De FvD-leider ontkent deze beschuldigingen in een e-mail aan Haaretz. ‘Het idee dat ik ‘bang’ zou zijn voor Joden is idioot. Veel mensen in zowel mijn professionele als intieme privé-omgeving hebben een Joodse afkomst en koesteren actief de Joodse tradities.’
De beschuldiging is een nieuwe in een reeks die al maanden geleden begon. In november vorig jaar lag FvD onder vuur vanwege antisemitische appjes in app-groepen van jongerenorganisatie JFVD. Ook zeiden opgestapte oud-partijleden dat Baudet tijdens een diner had opgeschept dat al zijn vrienden antisemiet zijn.
‘Dat heb ik nooit gezegd’, antwoordt Baudet tegen Haaretz, die deze rel opnieuw opdiende.
Baudet: ‘Ik herinner mij wel dat ik ooit gekscherend heb opgemerkt dat ‘als kritiek op (de Joodse filantroop, red.) George Soros antisemitisch is, dan is iedereen die ik ken een antisemiet!’ – waarbij de betekenis duidelijk was dat bijna iedereen die ik ken kritiek heeft op Soros, maar dat ze duidelijk geen antisemieten zijn. Daarom is de stelling dat kritiek op Soros antisemitisme zou zijn belachelijk.’
Gisteren lag Thierry Baudet wederom onder vuur, omdat hij tijdens een toespraak zei dat de Processen van Neurenberg (1945-1946) tegen overgebleven nazi-kopstukken onwettig zijn. Reden: men is toen gestraft voor misdaden die op het moment dat ze werden gepleegd geen misdaden waren volgens de Duitse wet.
‘De onbeschrijflijke genocidale misdaden van de Duitsers hadden onder regulier nationaal recht bestraft kunnen en moeten worden’, voegt Baudet toe op Twitter.
Begin deze maand nam Thierry Baudet het nog op voor ‘die bloeiende etnostaat Israël’. Hij ondertekende een petitie die Nederland oproept om niet langer VN-moties te ondersteunen die Israël negatief uitlichten.
Op Facebook zei hij: ‘Wij willen (…) géén schijnheilige veroordelingen van die bloeiende etnostaat in het Midden-Oosten, de enige democratie in de Arabische wereld, onze bondgenoot en historisch-religieus verbonden vriend!’
In aanloop naar de verkiezingen geeft de Kanttekening wekelijks een podium aan biculturele kandidaten voor de Tweede Kamer. Vandaag: Sylvana Simons, lijsttrekker van BIJ1.
Wie zich afvraagt hoe het kon dat tussen 1941 en 1945 meer dan 100.000 van de 140.000 Joden uit Nederland werden afgevoerd, zonder dat de bevolking en de media daar iets aan deden, kan zichzelf allerlei vragen stellen over het waarom. Maar je kunt je ook proberen in te leven in het brute geweld van de Duitse bezetter – iets wat wij onszelf gelukkig bijna niet kunnen voorstellen. Toch denk ik deze dagen veel aan de dappere Nederlanders die wel in verzet kwamen tegen de nazi’s – bijvoorbeeld aan de februaristakers die wij deze maand herdenken.
Wie is een held in oorlogstijd, wanneer vreedzaam verzet serieuze gevolgen heeft voor je eigen veiligheid en die van je kinderen? Ik denk ook aan Nederland in 2021. We zijn niet bezet. Er is vrijheid van meningsuiting. Maar er zijn nog maar weinig Joden over in Nederland. Hitler en zijn vrienden, ze zijn verslagen, maar hun missie is geslaagd. In vier jaar tijd.
De vraag blijft: hoe kon dat zo komen? En dan is de moorddadige onderdrukking niet het enige antwoord. Hitler kwam namelijk democratisch aan de macht en het vervolgen van de Joden begon niet pas in 1941 – en ook niet in 1933, toen rechtse Duitse partijen ‘niet anders konden’ dan Hitler de absolute politieke macht in handen geven, al stemde ‘slechts’ 43,9 procent van de Duitsers op de NSDAP.
Al vroeg in de jaren twintig, nog voordat de moorddadige moordmachine van Hitler was geïnstitutionaliseerd in allerlei ministeries, was het duidelijk wat Hitler van plan was met Joodse landgenoten. Duitsland – en eigenlijk heel Europa – moest worden ontdaan van alles wat met Joden te maken had. De hele blauwdruk voor de ont-Joding van Duitsland valt letterlijk terug te lezen in Hitlers bestseller Mein Kampf, die door miljoenen ‘bezorgde burgers’ werd gelezen. Het vervolgen van de Joden begon dan ook al veel eerder dan het moment waarop de eerste treinen naar de ‘werkkampen’ reden. De demonisering van Joodse burgers was aan de orde van de dag in Duitsland, op alle mogelijke niveaus.
Nu wij deze maand de dappere februaristakers herdenken die – ondanks het militaire geweld dat als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hing – wel in verzet kwamen tegen de anti-Joodse maatregelen die werden afgekondigd door de Duitse bezetters, kan ik niet anders dan denken aan het Nederland van nu – en de manier waarop er over moslims wordt gedacht en gesproken door veel mensen. Verbijsterend veel mensen.
Vervang het woordje ‘moslim’ door ‘Jood’, en je hoeft jezelf nooit meer af te vragen hoe Hitlers haatmachine aan de macht kwam in 1933
Uit recent onderzoek blijkt dat een op de drie Nederlanders negatief denkt over moslims. Na 25 jaar non-stop moslim-bashen en het ‘mislukt’ verklaren van ‘de multiculturele samenleving’ – lees: de fysieke en culturele aanwezigheid in Nederland van mensen met een biculturele achtergrond is ‘een mislukking’ volgens alle grote politieke partijen, van de SP tot aan de PVV – is dit ‘nieuws’ geen ophef of analyse in de media meer waard.
Inmiddels is de haat jegens moslims in Nederland zo gewoon geworden dat de PVV, de op een na grootste politieke partij in de peilingen, klaar staat om een heel ministerie op te tuigen om dit land te ontdoen van haar moslims. En Nederland? We staan erbij en we kijken ernaar.
Iedereen die denkt dat het ‘niet zo’n vaart zal lopen, omdat we zoiets nooit meer zouden laten gebeuren in deze tijd’, of ‘omdat we nu overal media-coverage hebben in de vrije wereld’, die raad ik het volgend aan: lees de komende weken eens extra goed de kranten en volg het nieuws op de televisie, op de tijdlijn van je Facebook, of op Twitter. Vervang het woordje ‘moslim’ door ‘Jood’, en je hoeft jezelf nooit meer af te vragen hoe Hitlers haatmachine aan de macht kwam in 1933.
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt noemt de problemen van de Nederlandse rechtsstaat ‘groot en diep’. Aanleiding voor deze typering is de dramatische toeslagenaffaire, waarmee tienduizenden ouders jarenlang door de Nederlandse overheid onrechtmatig zijn behandeld en rechtstreeks de vernieling in zijn geholpen. Omtzigt heeft gelukkig een oplossing: een sociaal contract.
Zijn recent gepubliceerde boek draagt zelfs de titel Een nieuw sociaal contract. Al eerder liet Omtzigt in interviews en lezingen weten dat een sociaal contract tussen overheid en burger helpt om de macht van de overheid te verkleinen en die van de burger te vergroten. Maar een nieuw sociaal contract is geen panacee voor alle problemen.
‘Het sociaal contract zorgt ervoor dat die macht ook alleen voor dit doel wordt aangewend, en niet voor iets anders. De overheidsmacht is immers zo groot dat zij een leven of een bedrijf met een enkele pennenstreek kapot kan maken’, zei Omtzigt afgelopen oktober in een lezing. ‘Een nieuw sociaal contract, een nieuwe manier waarop overheid, bedrijfsleven en samenleving zich tot elkaar verhouden, is essentieel voor het behoud van de maatschappelijke vrede. We moeten de onvrede wegnemen door onze instituties te herbouwen, door checks and balances te herstellen.’ Eens, maar naar mijn idee is zijn oplossing nog ontoereikend.
Wat hebben de ouders van de inmiddels tienjarige Nadia, die op grond van hun Marokkaanse roots door de Belastingdienst zijn gediscrimineerd en ten onrechte als fraudeurs zijn bestempeld, eigenlijk aan zo’n sociaal contract? Helpt zo’n sociaal contract ook tegen het institutioneel racisme dat in diverse delen van de overheid onmiskenbaar aanwezig is? Een sociaal contract zal op korte termijn voor hen niets opleveren, al is het maar omdat de waarde van contracten afhankelijk is van het gedrag van contractpartners.
Anders gezegd: racisme en onrechtmatig handelen zit niet alleen ingebakken in overheidssystemen, maar veel meer nog in menselijk gedrag. In de mens- en maatschappijvisie van politici en ambtenaren. Zolang hun beeld van de multiculturele samenleving dominant negatief van aard en toon is wordt het lastig hen tot een ander ‘discours’ te verleiden. Sociaal contract of niet: het gaat om menselijk gedrag en om het leiderschap. De toon vanuit de politieke en ambtelijke top is doorslaggevend voor hoe ambtenaren op uitvoerend niveau met burgers omgaan.
Racisme en onrechtmatig handelen zit niet alleen ingebakken in overheidssystemen, maar veel meer nog in menselijk gedrag
Ik heb geen bezwaar tegen een nieuw sociaal contract, maar daar mag het niet bij blijven. De giftige retoriek van politici over de multiculturele samenleving en over specifieke groepen, zoals Marokkaanse Nederlanders, vluchtelingen of islamitische Nederlanders, is de wortel van het kwaad. Dit is wat bestuurskundigen ‘framing’ noemen.
Het frame bij de toeslagenaffaire was, simpel gesteld, dat Nederlanders met een migratieachtergrond vaker frauderen en bij voorbaat moeten worden gewantrouwd. ‘Fraudeurs moeten keihard worden aangepakt!’ Dat frame bepaalt vervolgens bewust en onbewust hoe ambtenaren met mensen omgaan. Zeker als de druk op het leveren van politieke prestaties groot is. Een nieuw sociaal contract tussen burgers en overheid is bij voorbaat gedoemd te mislukken zolang dit soort negatieve frames blijven bestaan.
Het is de toon die de muziek bepaalt. Binnenkort mag de Nederlandse kiezers de toon kiezen: kiezen we voor boodschappen van haat of van liefde? Kiezen we voor partijen en politici die hebben bewezen vooral tweespalt te zaaien, óf kiezen we voor partijen en politici die staan voor een inclusieve samenleving van en voor alle Nederlanders? Dat is een wezenlijke vraag die voorafgaat aan het wel of niet symbolisch ondertekenen van een nieuw sociaal contract.
De Turkse regering komt met een ‘factcheck-platform’ genaamd ‘Dogru Mu?’ (Is Het Waar?). De ‘factchecker’ zal ‘een sterk instrument worden in onze strijd voor de waarheid’, aldus een regeringswoordvoerder.
Dit, in reactie op een Turkse journaliste van staatsmedium TRT, die eergistren tweette dat de regering iets moet doen tegen ‘nepnieuws’ vanuit de oppositie. Ze doelde op oppositiepoliticus Ömer Faruk Gergerlioglu van de pro-Koerdische partij HDP, die ageerde tegen de vermeende opsluiting van een blinde en gehandicapte man.
Gergerlioglu strijdt al langer tegen het Turkse gevangenisregime. Dit, vanwege de kans die de vele politieke gevangenen lopen op een coronabesmetting. Sinds Gergerlioglu vorig jaar aandacht vroeg voor jonge vrouwen die op het politiebureau slachtoffer zijn geworden van strip searches – een manier van fouilleren waarbij de verdachte wordt uitgekleed – wordt hij van terrorisme beschuldigd.
Het Turkse hof bevestigde vrijdag in hoger beroep een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden voor Gergerlioglu. Turkije verdenkt hem van propaganda voor de PKK, de gewapende Koerdische groepering die door Turkije, de VS en de EU op de lijst van terroristische organisaties is geplaatst.
Wereldwijd is er veel solidariteit met Gergerlioglu. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch spreek over een ‘onzin-veroordeling’. Een groep Europarlementariërs, intellectuelen en NGO’s riep eind vorige week Erdogan per brief op om een einde te maken aan de ‘intimidatie’ van de HDP-politicus.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.