11.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 636

Burgemeester Urk heeft twijfels bij coronavaccin

0

Burgemeester Cees van den Bos (SGP) van Urk twijfelt of hij de inwoners van het vissersdorp gaat oproepen om zich te laten vaccineren tegen corona. Hij gaat zich hierop bezinnen, vertelt hij in een interview met Binnenlands Bestuur.

‘Ik snap dat ik iets uitstraal als ik dat zou doen, maar zolang ik voor mijzelf geen standpunt heb ingenomen ga ik daar niet over communiceren’, aldus Van den Bos. ‘Het gaat je hele gezin aan. Zoiets beslis je niet op een achternamiddag.’

De vaccinatiegraad op het grotendeels orthodox-christelijke Urk is om religieuze redenen relatief laag. Veel Urkers willen zichzelf en hun kinderen niet vaccineren, omdat volgens hen God bepaalt of je ziek wordt of niet en niet een vaccin.

In het interview met Binnenlands Bestuur vertelt de burgemeester ook dat het landelijke vuurwerkverbod niet te handhaven is in het vissersdorp. Een week geleden schoten jongeren op Urk met vuurwerk richting medewerkers van een lokale coronatestbus.

Migrantenvrouwen maken inhaalslag op de Hollandse huisvrouw

0

Nederlandse vrouwen staan Europees gezien niet bekend om hun carrières en financiële onafhankelijkheid. Migrantenvrouwen in Nederland timmeren harder aan de weg, maar niet zonder slag of stoot.

De cijfers uit de nieuwe Emancipatiemonitor van het CBS en het SCP liegen er niet om. Het aantal ‘economisch zelfstandige vrouwen’ – zij verdienen minsten 990 euro per maand – zonder migratieachtergrond steeg verder naar 68 procent. Maar vrouwen met een migratieachtergrond lopen hen gestaag in. Marokkaans-Nederlandse vrouwen lopen vaker achter qua inkomen, maar de economische zelfstandigheid van de tweede generatie is al ruimschoots verdubbeld ten opzichte van de eerste generatie.

Als het gaat om het aantal uren dat vrouwen werken, is de autochtone vrouw minder geëmancipeerd dan andere vrouwen in dit land. Zij haalt wekelijks gemiddeld 28 uur, terwijl vrouwen met Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse en Aziatische (met uitzondering van Japanse en Indonesische) afkomst gemiddeld ruim 29 uur werken. Surinaams- en Antilliaans-Nederlandse vrouwen halen zelfs 31 uur. Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen werken nu nog gemiddeld minder, namelijk 27 en 28 uur. Wanneer we alleen kijken naar de tweede generatie, dan werken zij allebei ongeveer 29 uur per week.

Een terugkerende Nederlandse discussie is de wens van vrouwen om parttime te werken. Vrouwen zonder migratieachtergrond laten deze vaker in vervulling laten gaan. 68 procent van de vrouwen werkt liever deeltijd, om tijd te besteden aan andere dingen. Van de hoogopgeleide vrouwen met een Nederlandse achtergrond werkt 45 procent voltijds tien jaar nadat zij het onderwijs hebben verlaten, blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2020 van het CBS. Onder hoogopgeleide vrouwen met een Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse migratieachtergrond ligt dit percentage op 55 tot 60.

De vrouwelijke werkweek is één van de graadmeters van emancipatie. Hoe kan het dat vrouwen met verschillende afkomst zo uiteen lopen? Helga de Valk, hoogleraar Migratie en de levensloop aan de Rijksuniversiteit Groningen, en directeur van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) verklaart: ‘De cultuur van het land van herkomst is één van de pijlers die de arbeidsparticipatie beïnvloedt. Dat is goed te zien bij vrouwen uit Suriname en de Antillen, waar de vrouw aan het hoofd staat van het gezin. Ook na de geboorte van kinderen is zij vaker de kostwinner.’

Niet zonder slag of stoot

De cijfers laten niet alleen een voorsprong zien onder migranten. De eerste generatie blijft achter: slechts 37 procent van de eerste generatie Marokkaans-Nederlandse vrouwen werkt en 44 procent van de Turks-Nederlandse vrouwen. ‘Veel van hen kwamen in de jaren zeventig naar Nederland voor gezinshereniging’, zegt De Valk. ‘Wanneer zij eerder een kind kregen dan een baan, dan werd het lastig om die werkachterstand later in te halen – als ze juridisch al móchten werken van de overheid. Ook Nederlandse vrouwen, of misschien wel juist Nederlandse vrouwen, stoppen met werken wanneer er kinderen komen.’

Het gezinsleven is niet de enige factor van belang. De Valk: ‘We hebben dit jaar allemaal gemerkt hoe moeilijk het is om stappen te zetten als je niet weet wat de toekomst brengt. Dat geldt ook voor vluchtelingen. Terwijl het juist belangrijk is om gelijk aan de slag te gaan als je hier komt.’

Nenita la Rose, voorzitter van de Nederlandse Vrouwen Raad, beaamt dit: ‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel Europeanen naar Amerika. Daar kregen ze de kans om een bestaan op te bouwen. Dat is hier niet het geval, alleen al de taal leren wordt hen lastig gemaakt. De samenleving moet wel open staan om de eerste generatie een kans te geven.’

Kijkend naar de tweede generatie, die het stukken beter doet qua arbeidsparticipatie, blijken ook hier problemen te zitten die de vrouw zonder migratieachtergrond niet kent. Zo verschilt de werkloosheid behoorlijk van het vrouwelijk gemiddelde (2 procent), variërend van 5 procent (Surinaams) tot 8 procent (Turks). En bijna een kwart van de Surinaamse vrouwen, die vaak op kop lopen qua werk, krijgt een uitkering. Van alle Nederlandse vrouwen is zestien procent van een uitkering afhankelijk.

Het Jaarrapport Integratie 2020 laat zien dat een opleiding niet voor iedereen garantie biedt op werk. Na een jaar heeft 43 procent van de vrouwen met Surinaamse achtergrond nog geen betaald werk, terwijl dit percentage onder vrouwen met een Nederlandse achtergrond en hetzelfde diploma op slechts de helft daarvan ligt. Tien jaar na de opleiding hebben hoogopgeleide migranten significant minder vaak betaald werk, met een uitzondering voor Antilliaanse Nederlanders. Onder de eerste generatie voelt vier procent van de Marokkaans- en Surinaams-Nederlandse vrouwen zich zelfs ‘ontmoedigd’ in hun zoektocht naar werk.

‘Qua kansengelijkheid en inkomen hebben migrantenvrouwen een achterstand ten opzichte van Nederlandse vrouwen’

‘Het zijn twee stukjes van de puzzel’, zegt De Valk. ‘Ze werken veel uren of ze zijn werkloos. Voor een deel van hen is voltijds werk noodzakelijk om rond te komen. Misschien hebben ze ook lager betaalde banen. Dan is er nog discriminatie op de arbeidsmarkt, dat zich lastig laat onderzoeken, maar niet valt weg te wuiven.’

La Rose vertelt hier over: ‘Qua kansengelijkheid en inkomen hebben migrantenvrouwen een achterstand ten opzichte van Nederlandse vrouwen. Ik wil institutioneel racisme er eigenlijk niet bijhalen, maar je kunt er niet omheen.’

La Rose kwam zelf uit Suriname naar Nederland om te studeren en heeft ervaren hoe het er voor een Surinaamse vrouw aan toe gaat op de werkvloer: ‘Twintig jaar geleden werkte ik bij de gemeente Amsterdam als één van de weinige vrouwen in schaal 12. Eén van de hogere schalen, maar de mannen die ik leiding gaf verdienden meer dan ik. Nog steeds komen weinig migrantenvrouwen hoger dan schaal 10. Iemand met een andere naam moet al blij zijn als ze de eerste sollicitatieronde haalt. Daar valt een wereld te winnen.’

De mannelijke rol

Hebben mannen ook nog een rol in het emancipatieverhaal van al deze vrouwen? Uit onderzoek van het CBS in 2005 blijkt dat zij in ieder geval een afremmende werking kunnen hebben, bijvoorbeeld op Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen. Terwijl deze tweede generatie jonge vrouwen modernere opvattingen hebben op de rolverdeling dan niet-migrantenvrouwen, zijn het de Turks- en Marokkaans-Nederlandse mannen die geen voorstander zijn van het tweeverdienersmodel zodra er kinderen komen. Zowel de mannen als vrouwen vinden de vrouw geschikter om voor de kinderen te zorgen, waardoor de moeder waarschijnlijk met een dubbele last wordt opgezadeld, aldus het rapport.

La Rose kijkt hier niet zo zwart-wit naar: ‘Het onderscheid tussen Turkse en andere vrouwen is handig voor de statistieken, maar ik zie iets heel anders gebeuren. Kijk hoeveel Turkse en Marokkaanse meiden hun vleugels uitslaan. In de cultuursector, in de media, in praatgroepen en op tv. Alle vrouwen willen vooruitgang en zelfstandigheid, als ze maar de kans krijgen. Ze kunnen tegelijkertijd respect koesteren voor hun hun culturele opvoeding. Dat is een verrijking, ook als ze er dan voor kiezen om thuis te blijven.’

Ook De Valk wil het emancipatievraagstuk breder trekken. ‘Relevanter is dat de participatie van álle vrouwen omhoog gaat. Hoe zorgen we dat vrouwen blijven werken in de toekomst? Betere kinderopvang en naschoolse opvang maken het mogelijk om werk en kinderen te combineren, kijk maar naar Scandinavië. En uiteraard moeten we juridische obstakels wegnemen voor nieuwkomers om te werken.’

‘Kijk hoeveel Turkse en Marokkaanse meiden hun vleugels uitslaan. In de cultuursector, in de media, in praatgroepen en op tv’

En de Turks-Nederlandse mannen die hun vrouwen liever thuis zien zitten zodra er kinderen zijn, dan? De Valk onderzocht in haar proefschrift in 2006 jongeren tussen dertien en vijftien jaar en de verdeling van taken in het huishouden en betaald werk. Haar conclusie: niet-migrantenkinderen houden er vaak conservatievere denkbeelden op na dan kinderen van migranten.

‘Tijdens de jeugd zijn mensen het meest progressief. Toch wil het merendeel van de jongens later fulltime werken met een partner die de zorg voor de kinderen op zich neemt. De meisjes willen liever parttime werken en het huishouden deels zelf doen. Die kinderen in 2006 zijn de dertigers van nu.’

De autochtone vrouw

Gezien discriminatie, gezinsomstandigheden en obstakels van de inburgering, verwacht je een grotere achterstand op de arbeidsmarkt van migrantenvrouwen in Nederland. Wat zegt hun ontwikkeling over de Nederlandse, autochtone vrouw? Is zij het sukkeltje van de klas, ook in eigen land?

La Rose breekt een lans voor haar: ‘Als Nederlandse vrouwen een partner met een goede baan hebben, kunnen zij zich het eerder veroorloven om minder te werken. Dat kan een verklaring zijn voor deze cijfers. Maar laten we niet generaliseren. Veel Nederlandse vrouwen moeten bikkelen, zijn gescheiden en knopen de eindjes aan elkaar.’

De Valk nodigt iedereen wel uit om breder te kijken dan de Nederlandse gewoonten: ‘In andere landen is het gebruikelijker om meer te werken als vrouw. Integratie zou voor hen eerder betekenen dat ze hier minder moeten werken. Laten we onze Nederlandse bril eens afzetten. Het spectrum van onze levensloop kan zoveel breder zijn als je je laat inspireren door bijvoorbeeld de Surinaamse en Antilliaanse vrouwen, die vaak het hoofd zijn van het gezin.’

Afsluitend concludeert De Valk dat vrouwen met een migratieverleden vaak extra obstakels weten te overwinnen, van discriminatie tot regelgeving. Dat zegt iets over hun vasthoudendheid, stelt zij. ‘Zij zijn de rolmodellen voor een volgende generatie. Daar kunnen wij iets van leren.’

De kleinburgerlijke jaloezie van rechts Nederland

0

Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven probeerde onlangs de diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs te bevorderen, onder meer door een instituut in het leven te roepen en diversiteit te registeren. Dit stuitte op hevig verzet bij rechtse partijen. Zij gaven een duidelijke boodschap aan de minister: er komt geen registratie van afkomst en geen ‘barometer’ voor diversiteit in het hoger onderwijs.

Maar omgekeerd valt op dat in discussies over de criminaliteit gepleegd door personen met een migratieachtergrond plotseling allerlei cijfers opduiken. Niemand voert dan aan dat die cijfermatige detaillering moet stoppen. Rechtse partijen voeren elkaar met uitspraken over ‘allochtonen’ die oververtegenwoordigd zijn in de gevangenissen, in achterstandswijken en in de bijstand. Op grond van dergelijke cijfers baseren deze partijen hun oordeel dat de multiculturele samenleving is mislukt. En juist aan die boodschap heb ik geen boodschap.

Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw blinkt de tweede generatie migranten uit in het hoger onderwijs. Maar dit succes wordt niet genoemd in de debatten over de multiculturele samenleving. Hoe zou dat nou komen, als er geen cijfers zijn over de behaalde successen? De afgelopen tien jaar is het aantal studenten van kleur in het hoger onderwijs exponentieel gegroeid. Deze toename is vooral te zien op de hogescholen en universiteiten in grote steden. Tegelijkertijd valt op dat zeer weinig hoogleraren, lectoren, docenten en onderzoekers van kleur zijn. Het succes van de tweede generatie heeft zich dus niet vertaald naar de academische werkvloer.

Abram de Swaan, de bekende Amsterdamse socioloog, wees jaren geleden op het verschijnsel ‘opwaartse jaloezie’. Dat is een groepsjaloezie waarbij sociale stijging van een minderbedeelde groep wordt getolereerd door de bevoordeelde groep. Maar deze ’tolerantie’ slaat om in afgunst wanneer de minderbedeelde groep de bevoordeelde groep overstijgt, zelfs al betekent dat geen verslechtering voor de positie van de bevoordeelde groep. Andermans vooruitgang wordt ervaren als de eigen achteruitgang.

De Swaan stelt dat een goede positie op zichzelf in de samenleving geen bevrediging brengt. Die bevrediging ontleent men aan het sociaal prestige van de sociale positie. Om in de woorden van De Swaan te spreken: ‘Prestigeverhoudingen zijn noodzakelijkerwijs verbonden met jaloerse verhoudingen, ze zijn altijd competitief en altijd conflictueus.’

De afgelopen tien jaar is het aantal studenten van kleur in het hoger onderwijs exponentieel gegroeid

Dat men de afkomst van gedetineerden bijhoudt leidt niet tot competitie en conflict, omdat het niet prestigieus is. Het wordt gebruikt in het debat om etnische groepen te vernederen en te degraderen.

Dat men gender wil bijhouden in bestuursfuncties leidde aanvankelijk wel tot competitie en conflict, maar we zijn op een punt beland dat de politiek verplicht is de emancipatie van vrouwen te bevorderen. Deze ontwikkeling is mede afgedwongen door vrouwen in bestuurlijke posities, ondersteund door een select gezelschap van mannen. Een Kamermeerderheid heeft geen problemen met de registratie van vrouwen in hogere functies en is zelfs bereid om een quotum in te stellen. Maar als het gaat om het registeren van etnische afkomst in het hoger onderwijs, om daarmee de diversiteit en de inclusie te bevorderen, dan is dat een probleem.

Anders dan bij de sociale stijging van (witte) vrouwen is de onwil om de emancipatie van etnische groepen te bevorderen op de politieke rechterflank sterk. Liefst van al zien de rechtse politieke partijen etnische minderheden een mindere plaats innemen. Dat levert hen politieke argumenten op om de immigratie zoveel mogelijk dicht te knijpen, om te klagen dat immigranten de samenleving belasten en om de superioriteit van boreaal Europa te onderstrepen. De behoefte om etnische groepen op hun plaats te wijzen is in dit deel van het politieke spectrum opvallend groot. De opvattingen van de rechtse partijen komen niet alleen voort uit wereldlijke ideologieën, maar vooral uit een kleinburgerlijke opwaartse jaloezie. Vraag het aan Abram de Swaan. Die wist het jaren geleden al.

Twijfel in islamitische wereld: is het coronavaccin wel halal?

0

Bij sommige moslims is twijfel ontstaan over de coronavaccins. Om ervoor te zorgen dat de vaccins veilig kunnen worden opgeslagen en vervoerd, wordt vaak gelatine gebruikt dat afkomstig is van varkens. Volgens de islamitische wet zijn varkens niet halal.

Er zijn bedrijven die gelatine-vrije vaccins produceren, maar op dit moment zijn zulke vaccins nog schaars. En dat is een probleem voor moslims en orthodoxe joden, die varkensproducten onrein vinden.

Volgens Salman Waqar van de Islamitische Medische Vereniging in Groot-Brittannië verschillen islamitische geleerden van mening over dit ethische vraagstuk, zo vertelt hij aan persbureau Associated Press.

De meerderheid vindt dat het gebruik van vaccins met varkensgelatine is toegestaan als hiermee een ‘erger kwaad’ kan worden voorkomen, zegt Harunor Rashid, epidemioloog aan de Universiteit van Sydney. Het is een ethische afweging. Ook orthodoxe joden komen tot een soortgelijke conclusie.

Toch zijn er ook islamitische geleerden die vaccins met varkensgelatine afwijzen. In 2018 besloot de Indonesische Raad van Geleerden dat de mazelen- en rubellavaccins haram zijn vanwege de gelatine. Religieuze leiders spoorden ouders aan hun kinderen niet te laten vaccineren, waardoor er een mazelenepidemie uitbrak. Later besloot de Raad van Geleerden dat het toegestaan is om kinderen te vaccineren. Toch is onder veel Indonesische moslims vaccinatie nog steeds een taboe.

In Maleisië en Pakistan wordt doorgaans hard opgetreden tegen vaccinatieweigeraars. In Maleisië krijgen weigerouders een boete of moeten ze de cel in. Pakistan heeft daadwerkelijk moslims in de gevangenis gegooid die weigerden om hun kinderen in te enten tegen polio.

Deskundigen vrezen dat er onder gewone moslims verzet zal zijn tegen verplichte vaccinaties. De Indonesische overheid vreest dit ook, en heeft daarom besloten de Raad van Geleerden te betrekken bij het inentingsproces, om op die manier een humanitaire ramp te voorkomen.

Rel in VK: uitgever weert boek over ‘cancel culture’ vanwege ‘islamofobie’

0

De Britse journaliste Julie Burchill houdt de gemoederen bezig in het Verenigd Koninkrijk. De uitgave van een boek van haar over ‘cancel culture’ is afgeblazen. Critici beschuldigen Burchill van ‘islamofobie’.

Burchill is een fel tegenstander van ‘cancel culture’. Ze ergert zich aan linkse ‘woke-brigades’ die volgens haar de vrijheid van meningsuiting beknotten en besloot er een boek over te schrijven: Welcome to the Woke Trials, dat in april 2021 uitgegeven zou worden door uitgever  Little, Brown and Company.

De Amerikaanse uitgeverij heeft Burchill vorige week laten vallen, omdat critici haar van moslimhaat en racisme hebben beschuldigd. Dit, nadat Burchill op Twitter kritische opmerkingen maakte over de leeftijd van een van de vrouwen van de profeet Mohammed.

Little, Brown and Company vindt dat Burchills ‘opmerkingen over de islam niet verdedigbaar zijn vanuit moreel of intellectueel oogpunt, dat ze een grens hebben overschreden met betrekking tot ras en religie, en dat haar boek nu onlosmakelijk verbonden is met die opvattingen.’

Op die beslissing klinkt nu veel kritiek. Zo verwijt journalist Jimmy Nicholls in een stuk van afgelopen weekend de uitgeverij ‘morele lafheid’: ‘Moslims moeten niet komen te verwachten dat kritiek op hun geloof of profeet boven elke kritiek verheven is.’

Journaliste Caitlin Logan heeft dan weer weinig medelijden met Burchill. Ze wijst erop dat ‘cancel culture’ een concept is dat zou worden misbruikt door door rechtse ‘provocateurs’ als Burchill, die verder al genoeg podium zouden krijgen. ‘De mensen die echt bedreigd worden, kunnen zich niet laten horen.’

Cancel culture wordt door mediaprofessor Richard Rogers omschreven als het belasteren en/of deplatformen van mensen met een ‘foute’ mening. In Nederland bijvoorbeeld ijverde twitteractivist en voormalig GroenLinks-strateeg Sybren Kooistra voor het ontslag van Arthur van Amerongen bij de Volkskrant, vanwege zijn ‘seksistische’ en ‘racistische’ columns. Ook riep Kooistra vanwege een soortgelijke ‘foute’ opmerking de redactie van Op1 op om presentatrice Fidan Ekiz te ontslaan.

Duitsland en Finland halen vrouwen en kinderen IS-strijders terug

0

Duitsland en Finland hebben vijf vrouwen en achttien kinderen van IS-strijders teruggehaald.

De vrouwen en kinderen zijn gerepatrieerd uit humanitaire overwegingen. Tegen drie vrouwen loopt een onderzoek op verdenking van aansluiting bij een terreurorganisatie.

In het noorden van Syrië zitten honderden Europeanen gevangen die van hetzelfde worden verdacht. Zij zitten daar nu ruim anderhalf jaar, na de nederlaag van IS in maart 2019.

De Nederlandse staat voelt er niets voor om IS-strijders en hun familieleden te repatriëren, vanwege het gevaar van terrorisme. Mensenrechtendeskundigen zijn het hier niet mee eens. Kinderen zijn onschuldig en de rechter moet beslissen of IS-vrouwen en -strijders schuldig zijn, vinden zij.

Inmiddels zijn IS-vrouwen Laura H. en Angela B. teruggekeerd naar Nederland.

Docent Universiteit Utrecht: ‘Ik durf geen Mohammed-cartoons te tonen’

0

Filosoof en universitair docent Floris van den Berg doet aan zelfcensuur, vertelde hij zaterdag op de jaarvergadering van ‘vrijdenkersvereniging’ De Vrije Gedachte. ‘Ik moet bekennen: ik durf in mijn lessen geen Mohammed-cartoons te laten zien.’

Afgelopen zaterdag hield De Vrije Gedachte een Zoom-bijeenkomst, samen met het Atheïstisch Verbond. Beide verenigingen maken zich zorgen over de vrijheid van meningsuiting in ons land, die volgens hen door reactionaire gelovigen en door een zogenoemde ‘cancel culture’ bedreigd wordt.

‘Je kunt en mag Zwarte Piet racisme vinden en de grappen van Johan Derksen veroordelen, maar het is een slechte zaak als zijn mond wordt gesnoerd’, zei een van de deelnemers aan de Zoom-meeting. De grens van de vrijheid van meningsuiting liggen pas bij het oproepen tot geweld, vonden de deelnemers.

Classicus Anton van Hooff zei het oneens te zijn met Parool-columnist Theodor Holman, die de vrijheid van meningsuiting onlangs omschreef als de vrijheid om te kunnen beledigen. ‘Als ik Theodor Holman voor pedofiele SS’er uitmaak, zou hij dan tegen mij zeggen: ‘Dat is ook maar een mening?’’

Filosoof en universitair docent Floris van den Berg (Universiteit Utrecht) vertelde dat hij in zijn werk niet alles meer durft te zeggen. ‘Ik moet bekennen, ik durf in mijn lessen geen Mohammed-cartoons te laten zien. Straks verschijnt er een filmpje van mijn les op internet en word ik ook onthoofd door een fundamentalist. Helaas, het dreigen met geweld helpt. Ik doe aan zelfcensuur.’

Tijdens de Zoom-meeting werden ook enkele stellingen voorgelegd. 94 procent van de aanwezigen beaamde dat Mohammed-cartoons op school getoond moeten mogen worden. 67 procent reageerde instemmend op de stelling: ‘Wie vindt dat deze niet vrij getoond mogen worden past niet in onze samenleving.’

Acteur Mimoun Ouled Radi: ‘Voor mij is geloof belangrijker dan carrière’

0

Hoe valt het moslim-zijn te verenigen met een top carrière in bijvoorbeeld sport of showbizz? Acteur Mimoun Ouled Radi gaat in een nieuwe tv-serie op zoek naar antwoorden. ‘Nu vraag ik mij bij alles wat ik doe af of het islamitisch wel verantwoord is.’

Als acteur brak Mimoun Ouled Radi (foto, links) in 2004 door met de populaire film Shouf Shouf Habibi, over de perikelen van een Marokkaanse familie in Nederland. De Amsterdammer was daarnaast te zien in meerdere films, series en theaterstukken. Maar in zijn eigen leven speelt zijn geloof de hoofdrol. Deze andere Mimoun is praktiserend moslim en stelt de islam centraal in zijn leven. De laatste jaren stelt hij zichzelf steeds vaker de vraag: wat vindt het geloof hiervan en past alles wat ik doe wel binnen de kaders van de islam?

Dat resulteert nu in de NTR-serie Mimouns Gevecht, gemaakt met zijn eigen productiebedrijf. De nieuwe vierdelige serie is van 21 tot en met 24 december om 20.00 uur te zien op NPO2. Daarin vraagt hij, aan onder meer profvoetballer Anwar el Ghazi, comedian Mohcine Dahri en rapper Appa: hoe moet je als moslim de spanningen tussen je geloof en je carrière overbruggen?

Waarom deze serie?

‘Naarmate je ouder wordt, krijgt het geloof een prominentere rol in je leven. Dat is zo persoonlijk, dat ik mij af ging vragen of dit alleen bij mij zo was of dat er ook andere mensen zijn die dit zo ervaren. Ik maak een bepaalde verandering mee. Vroeger dacht ik makkelijker over de dingen. Nu vraag ik mij bij alles wat ik doe af of het islamitisch wel verantwoord is. Vaak als ik denk dat ik het weet, kom ik erachter dat ik helemaal niets weet. Dat is voor mij een zoektocht en daar ben ik mee bezig. Maar ik neem mijn geloof nu veel serieuzer dan voorheen. Dat is al een begin.’

Welke veranderingen?

‘Het zijn veranderingen die mij meer na laten denken over bepaalde zaken, zoals het spelen van rollen. Ik kom uit de film- en televisiewereld, een wereld vol glitter en glamour. Geloof lijkt daar niet te bestaan. Voor mij zijn er best wel wat remmingen in mijn werk. Ik doe geen zoenscènes en geen seksscènes, niet met vrouwen en niet met mannen. Dat gaat tegen mijn principes in. Ik kom uit een praktiserend moslimgezin en ben opgegroeid met hshoema, een schaamtecultuur. Voor mij is geloof belangrijker dan mijn carrière.’

Ik doe geen zoenscènes en geen seksscènes, niet met vrouwen en niet met mannen’

Is een succesvolle televisiecarrière te combineren met het zijn van een goede moslim?

‘Ik denk persoonlijk dat dit heel goed samen kan gaan. Bij alle mensen die ik gesproken heb voor de serie gaat hun werk goed samen met het geloof. Ze doen het op hun eigen manier, maar houden zich wel aan de regels. Ik heb daar ook met imams over gesproken. Zaken zijn niet zo zwart-wit. Het gaat om het doel wat je ermee wilt bereiken. Een imam zei dat je je daden moet spiritualiseren, dus betekenis moet geven aan wat je doet. Zolang je jezelf respecteert kan er best veel, vindt hij. De meesten proberen echt wel een goede moslim te zijn en dat doen ze op hun eigen manier. Ik denk dat je zelf kunt bepalen wat toelaatbaar is. Ik heb van een strenggelovige gehoord dat als je alles goed wilt doen volgens het geloof, je beter niet op televisie kunt komen. Daar gebeuren toch dingen die misschien niet goed zijn. Sommigen zeggen dat je televisie alleen mag gebruiken voor het overbrengen van je boodschap. Ik denk daar anders over. Er zijn veel verschillende meningen. De ene imam zegt dit en de andere weer dat. Daarom wilde ik dit programma ook maken, om erachter te komen wat de echte waarheid is.’

En wat is die echte waarheid?

‘Die ligt toch wat in het midden. De imams die ik gesproken heb, zeggen allemaal dat mijn werk en mijn geloof prima samengaan. Waarom niet zelfs? Voor mijzelf gaat het om een gevoel dat ik ergens bij moet hebben. Het voelt voor mij niet meer goed om een rol te spelen waarbij je bepaalde dingen moet doen met je tegenspeler, zoals met iemand het bed induiken. Veel mensen gaan heel ver om bekend te worden. Ik heb die drang niet. Begrijp me niet verkeerd, ik wil nog steeds veel mooie dingen maken in mijn leven, maar niet ten koste van alles en zeker niet ten koste van mijn geloof. Ik zal nooit iets doen dat mijn geloof in een kwaad daglicht stelt. Maar dat geldt trouwens ook voor Mimoun als persoon, want naast moslim ben ik ook gewoon een mens. Ik wil nooit iets verkeerds doen, wat mij als persoon kan schaden. Ik wil mijn naam niet te grabbel gooien.’

Hoe belangrijk is het geloof voor je?

‘Heel belangrijk, het speelt de hoofdrol in mijn leven. Ik heb al een kleine bedevaart (umrah, red.) naar Mekka gedaan en wil ook de grote (hadj, red.) gaan doen. Dat heb ik van huis uit meegekregen, wij zijn echt overtuigd moslim. Voor ons is de islam het ware geloof. Dat geef ik ook weer door aan mijn kinderen, maar ik probeer zelfs aan niet-islamitische vrienden uit te leggen dat de islam een mooi geloof is. Toch moet ik het vaak verdedigen wanneer er ergens een aanslag is geweest, bijvoorbeeld. Dat iemand een aanslag pleegt is geen reden om de hele islam erop aan te spreken. Maar geloof is moeilijk uit te leggen, zeker aan mensen die er niks van willen weten.’

Wat zeggen de mensen daarover die je voor je programma gesproken hebt?

‘Ik heb tijdens het maken van deze serie gemerkt dat geloof iets persoonlijks is. Dat iedereen het op zijn eigen manier doet en daar ook gelukkig bij is. De manier waarop ik gelovig ben, is niet beter of slechter dan anderen het doen. De enige die daarover kan oordelen is Allah, God. Ik probeer in Zijn ogen goed te zijn en niet in die van mijn buurman. Maar ook in het werk heeft iedereen eigen regels. Er zijn moslimacteurs die wel zoenscènes doen, die drinken en er zijn ook moslims die niet bidden. Maar iedereen maakt zijn eigen keuzes en zal zich tegenover God moeten verantwoorden. Ik heb mijn gasten wel gevraagd of ze tegen dezelfde problemen aanlopen als ik. Sommigen wel en sommigen niet.’

Mimoun Ouled Radi (links) met profvoetballer Anwar El Ghazi in een aflevering van de NTR-serie ‘Mimouns Gevecht’ (Beeld: Mimoun Ouled Radi)

Zijn er mensen die het lastig hebben in hun werk vanwege hun geloof?

‘Niet in mijn programma. Er zijn wel moslims die in het openbaar niet durven te praten over het geloof, zover is het al in Nederland. Wat bepaalde dingen betreft, zoals een sollicitatie, denk ik dat mensen niet eens last hebben van het feit dat ze moslim zijn, maar er meer last van hebben dat ze Marokkaans zijn. Een autochtone Nederlander kan ook moslim zijn – dat zie je niet per se – maar een Marokkaan heeft het bijvoorbeeld vaak moeilijker bij een sollicitatiegesprek dan een autochtone Nederlander. Het gaat dan niet om het geloof, maar om je culturele achtergrond.’

Is het geloof een verrijking van jouw carrière?

‘Voor mij wel, al doe ik dus bepaalde dingen niet. Ik ben weleens gevraagd om in een komedie over Jezus te spelen. Dat heb ik niet gedaan, want ik wil een geloof niet belachelijk maken. Er zijn dus beperkingen. Ik ben zelf mijn ergste vijand en zeker ook niet representatief voor de hele islamitische gemeenschap. Ik praat altijd op persoonlijke titel.’

Hoe heb je zelf je geloof een plek in je carrière kunnen geven?

‘Drie jaar geleden is mijn vader overleden en toen ben ik nog geloviger geworden. Toen kwam de dood zo dichtbij, dat ik mezelf echt afvroeg of ik wel een goede moslim en mens was. Zou ik naar de hemel gaan als ik vandaag de dag dood zou gaan? Toen ben ik gaan twijfelen over mezelf en wilde ik een nog betere moslim worden. Dat gaat met vallen en opstaan. Verleidingen zijn er altijd en je moet sterk in je schoenen staan om die verleidingen te weerstaan. Uiteindelijk wil je toch in het paradijs terechtkomen. Daarom ben ik nog bewuster met het geloof omgegaan, ook in mijn werk.’ 

‘Ik hoop dat ik kan laten zien dat moslim zijn iets moois en niet iets ergs is’

In een onderzoek uit februari blijkt dat twaalf procent van de Nederlanders liever geen islamitische collega heeft. Hoe ervaar jij dit?

‘Dat vind ik lastig. Het komt omdat veel mensen denken dat alleen Marokkanen moslims zijn, terwijl Nederlanders dat dus ook kunnen zijn. Mijn buurman is moslim, heeft een goede baan, maar loopt niet met zijn geloof te koop. Geloof en afkomst hebben niks met elkaar te maken. Ik denk dat die mensen vooral uit onwetendheid praten. Maar het doet míj wel pijn. Ik wil dat de toekomstige generatie met minder pijn leeft dan onze generatie, volledig geaccepteerd wordt.’

Heb je daarom dit programma gemaakt?

‘Ik hoop dat ik kan laten zien dat moslim zijn iets moois en niet iets ergs is. Dat de kijker erachter komt dat veel moslims hun leven gewoon serieus nemen, op een eerlijke manier hun brood verdienen en zover mogelijk wegblijven van terrorisme of wat dan ook. Want het lijkt er nu op dat iemand met het stempel moslim ook gelijk als terrorist gezien wordt. De islam wordt vaak geassocieerd met negativiteit en het is aan mij, aan ons, om te laten zien dat dit niet zo is.’

Afscheid van de Volkskrant

0

Na dertien jaar heb ik mijn abonnement bij de Volkskrant opgezegd. Tot 31 januari krijg ik hem nog, maar daarna is het klaar. Finito. Een tijdperk komt ten einde. En natuurlijk doet dat pijn. Zoals elk afscheid van ‘goed gezelschap’ pijn doet. Het is jammer om Sheila Sitalsing, Toine Heijmans, Olaf Tempelman, Ana van Es, Bas van der Schot en niet te vergeten De Speld te verlaten. Maar afgezien van deze parels, voelt dit afscheid ook als een punt achter een relatie die te lang heeft geduurd. Wat voor nut heeft samenzijn nog als je alleen maar ruzie zit te maken?

En ja, je hoeft alleen maar een blik te wagen op social media om die ruzie in zijn totaliteit te kunnen ontwaren. Bijna elke dag is er wat, waardoor je uiteindelijk denkt: is dit nog wel gezond? Het venijn begon met de wens van de redactie om de harde Franse lijn na de moord op Samuel Paty door te trekken naar Nederland. Geen oog meer voor nuances, islamisten zouden per definitie fout zijn. Niet lang daarna volgde de hetze tegen GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht, waarin zelfs haar luttele aanwezigheid bij een demonstratie tegen oorlogsmisdaden van Israël werd verweten.

Vervolgens alle berichtgeving over de machtsstrijd bij de racisten van Forum voor Democratie. Het leidde tot een implosie, waarin zogenaamd de ‘fatsoenlijken’ zich van de antisemieten hebben afgescheiden. Zoals vaker is gezegd: geen woord over islamofobie en anti-zwart racisme. Baudet en co zijn betrapt op antisemitisme, maar hun islamofobie en anti-zwarte uitspraken zijn geen reden om ze te kielhalen, of de afscheiders over te bevragen.

Ten slotte de recente berichten over de kinderopvangtoeslagaffaire. Terwijl RTL, Trouw en NOS een paar maanden terug nog ongefilterd spraken over institutioneel racisme, discriminatie en etnische profilering, horen we helemaal niks daarover bij de Volkskrant. ‘Iedereen heeft het gedaan’, zo opende de krant afgelopen vrijdag, met op de foto allemaal witte mannen en vrouwen die verantwoordelijk waren.

Waarom zou ik 40 euro per maand betalen aan een instituut dat vijandigheid tegenover moslims aanwakkert?

Ja, ja. Als iedereen een beetje schuldig is, dan zou iedereen moeten hangen. En aangezien niemand dat uit eigen beweging gaat doen, komt het er uiteindelijk op neer dat niemand schuldig is. ‘En voor wat eigenlijk?’, hoor ik de verantwoordelijken al denken. ‘Voor mensen met een dubbele nationaliteit. Ben je gek geworden?’

Dit is de arrogantie van de macht op haar best. Om maar geen koppen te zien rollen, wordt de schuld verspreid en wil het kabinet zich vooral concentreren op schadevergoeding. Maar slachtoffers afkopen is geen gerechtigheid. Racisme is bij wet verboden en strafbaar. Een regering die dit systeem op poten heeft gezet moet aangeklaagd worden en aftreden. Punt uit.

Een zichzelf respecterend ‘kwaliteitskrant’ spreekt niet met de mond van de regering. Die huilt niet met de wolven in het bos. Maakt van minderheden geen zondebok. Als deze principes allemaal worden vergeten, wanneer het over moslims en zwarte Nederlanders gaat, ja, wat voor journalistiek bedrijf je dan? Ik heb lang mijn abonnement uitgezeten, puur om te weten wat de overkant dacht. Ik zeg ‘overkant’, omdat ik geloof in een Nederland dat beter kan worden, maar de vijandigheid die ik voel dekt de lading al lang niet meer.

Een maand terug werd ik aan het denken gezet door historicus en theoloog Matthea Westerduin. Ze zei: ‘Ik ben ook wel nieuwsgierig naar wat er wordt gezegd, maar wil slechte journalistiek ook niet financieren.’ En inderdaad, waarom zou ik 40 euro per maand betalen aan een instituut dat vijandigheid tegenover moslims en andere minderheden aanwakkert, en/of onvoldoende ontkracht? Dan besteed ik mijn geld wel aan iets beters uit. İk heb nu een proefabonnement lopen bij de Groene Amsterdammer. Wordt vervolgd!

Chinese techgigant bedenkt systeem dat gezichten Oeigoeren identificeert

0

De Chinese technologiegigant Alibaba heeft gezichtsherkenningstechnologie ontwikkeld, Cloud Shield genaamd, die etnische Oeigoeren kan identificeren. Dit meldt persbureau Reuters.

Het persbureau baseert zich op een rapport van IPVM, een waakhond op het gebied van videosurveillance-technologie. Een woordvoerder van Alibaba claimt dat de technologie alleen gebruikt is binnen een ‘testomgeving’, niet daarbuiten.

Een gearchiveerd verslag van de technologie toont aan dat het taken kan uitvoeren zoals ‘brilinspectie’ en ’glimlachdetectie’. Ook kan het etniciteiten detecteren, waaronder, en dat staat er ook specifiek, de ‘Oeigoerse’ identiteit.

Bijvoorbeeld: als een Oeigoer een video livestreamt op een YouTube, dan kan Cloud Shield-software dit detecteren en de video verwijderen, aldus IPVM.

In de westelijke Chinese provincie Xinjiang zitten meer dan een miljoen Oeigoeren in heropvoedingskampen opgesloten. Daar worden ze ideologisch gehersenspoeld, zodat ze hun islamitische achtergrond vergeten en ‘goede Chinese burgers’ worden. Ook worden veel Oeigoerse vrouwen verplicht gesteriliseerd. Sommige analisten spreken daarom van een genocide.