13.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 640

Zihni Özdil geen GroenLinks-lid meer, mede vanwege kwestie-Kauthar

0

Publicist Zihni Özdil heeft zijn lidmaatschap van GroenLinks opgezegd. Dit komt onder meer door hoe de partij omgaat met de kwestie rond GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht. Dit kondigde de oud-parlementariër vanochtend aan op Twitter.

‘Mijn grootste wens op links was ideologische consistentie’, aldus Özdil. ‘Van schuldenstelsels tot het moslimbroederschap: een politieke partij die niet waakzaam is voor dat soort zaken, en er ook nog oneerlijk over communiceert, is niet progressief maar regressief. Dat mag, maar ik hoor daar niet thuis’.

Met ‘regressief’ doelt Özdil op het idee dat een deel van ‘links’ het tegenovergestelde van progressief is, namelijk door de politieke islam als bondsgenoot te zien en kritiek op islamisme te veroordelen als ‘islamofobie’.

Kauthar Bouchallikht is volgens Özdil en andere tegenstanders een representante van de politieke islam. De kandidaat-parlementariër was tot 1 december vicevoorzitter van de islamitische studentenorganisatie FEMYSO. Die zou gelieerd zou zijn aan de Moslimbroederschap, een wereldwijde islamistische organisatie.

Özdil verwijst in zijn tweets ook naar een column van journalist Chris Aalberts in het Noordhollands Dagblad van afgelopen weekend. ‘Waarom is een bewezen progressief Kamerlid als Nevin Özütuk, die ongeveer alle Gay Prides in Turkije afliep, niet meer verkiesbaar en Bouchallikht wel?’, vraagt Aalberts zich daarin af. Bouchallikht staat negende op de lijst, Nevin Özütuk zeventiende.

Özdil was Kamerlid van GroenLinks van 2017 tot 2019 en was woordvoerder op het gebied van onder meer onderwijs. In juni 2019 verliet hij het parlement na een vertrouwensbreuk tussen hem en de rest van de fractie, volgens Jesse Klaver ontstaan vanwege een te solistisch optreden van Özdil. Hij herpakte daarna zijn werkzaamheden als columnist voor NRC Handelsblad en Vrij Nederland.

Waarom krijgt Laura H. wel aandacht, maar de Yezidi’s nauwelijks?

0

Zes jaar na de genocide op de Yezidi’s in Irak lijkt de aandacht voor hen af te nemen. Terwijl de belangstelling aan het begin naar de slachtoffers uitging, nemen de verhalen over de daders nu een dominante rol in het debat in Nederland in.

Toen de ‘Islamitische Staat’ (IS) in augustus 2014 de Sinjar-regio in Irak begon aan te vallen, rukten journalisten uit de hele wereld uit om uitgebreid verslag te doen. Zes jaar later is de aandacht nagenoeg verdwenen. De Yezidi-gemeenschap die in het conflict bijzondere aandacht kreeg, haalt nauwelijks meer het nieuws.

Uit een onderzoek naar de berichtgeving in zes grote Britse kranten bleek dat de meeste artikelen over de Yezidi’s in 2014, 2015 en 2016 zijn verschenen. Daarna werd er elk jaar significant minder vaak over hen geschreven, voordat er in 2019 weer een lichte stijging in het aantal artikelen te zien was. Over de hele periode tussen begin 2017 en eind 2018 verschenen er zelfs minder artikelen dan in het jaar 2016.

De aandacht voor de Yezidi’s bleef volgens onderzoeker Busra Nisa Sarac echter beperkt tot vaak dezelfde onderwerpen. Meer dan 80 van de 190 in het onderzoek geanalyseerde artikelen tussen 2014 en 2019 gingen over Yezidi-vrouwen en daarbij in het bijzonder over hun rol als ‘slachtoffer’. Het woord ‘sex slave’ werd in 130 van de 190 artikelen in totaal 323 keer gebruikt. Aandacht voor verhalen over vrouwen die hun levens weer oppakken was er nauwelijks, schrijft Sarac.

Ook andere deskundigen zijn over het algemeen kritisch over berichtgeving. Westerse media zouden de nadruk te sterk hebben gelegd op de verkrachting van vrouwen, schreven Veronica Buffon en Christine Allison van de Britse Universiteit van Exeter. Het aspect van seksueel geweld werd dominant in de berichtgeving over het conflict en heeft weliswaar geholpen de aandacht van de internationale gemeenschap op de Yezidi’s te vestigen. De Yezidi-activiste Nadia Murad heeft voor haar strijd tegen seksueel geweld in 2018 zelfs de Nobelprijs voor de Vrede ontvangen. Daardoor zouden echter andere verhalen, bijvoorbeeld van Yezidi-mannen, niet gehoord en het bredere slachtofferschap van de Yezidi-gemeenschap genegeerd worden, aldus Buffon en Allison.

Journalist Brenda Stoter Boscolo, die veel over het Midden-Oosten schrijft, herkent een soortgelijk patroon ook in de Nederlandse media. Volgens haar ontbrak er vaak belangrijke context over het conflict en de regio. ‘Niet de verkrachtingen hadden het verhaal moeten zijn, maar wat het volk is overkomen’, zegt Stoter Boscolo. Het seksuele geweld was onderdeel van de genocide en van een lange geschiedenis van geweld. De Yezidi’s zijn in de afgelopen eeuwen steeds weer slachtoffer van aanvallen door verschillende groepen geworden.

‘Niet de verkrachtingen hadden het verhaal moeten zijn, maar wat het volk is overkomen’

De grote media-aandacht in het begin heeft bovendien bij sommige Yezidi’s verwachtingen gecreëerd die achteraf niet gerealiseerd werden. De Amerikaanse onderzoekers Sherizaan Minwalla en Johanna E. Foster intervieweden 26 Yezidi-vrouwen die internationale media te woord hadden gestaan over hun ervaringen. Meer dan de helft van hen was verontwaardigd omdat de aandacht zich niet vertaald heeft in concrete hulp, bijvoorbeeld om ontvoerde familieleden te redden of naar Sinjar terug te kunnen keren.

Veel vrouwen voelden zich door de ‘oneerlijke ruil’ bedrogen, schrijven Minwalla en Foster: niet alleen kregen zij persoonlijk niets voor het vertellen van hun pijnlijke verhalen terug, maar de aandacht die door hun verhalen ontstond heeft ook de bredere Yezidi-gemeenschap in gevangenschap of de vluchtelingenkampen niet geholpen.

Belangstelling voor daders

In Nederlandse media is na de grote aandacht van 2014 nog een bijzondere dynamiek ontstaan. In de periode na 2016, toen de de Yezidi’s en andere slachtoffers van het conflict steeds minder aandacht kregen, begonnen de verhalen over de daders een dominante plek in de berichtgeving in te nemen. De aandacht in de media en het publieke debat verschoof naar de rol van buitenlandse IS-strijders en in het bijzonder naar Nederlanders die zich bij de terreurgroep hadden aangesloten.

Het boegbeeld van deze groep werd Laura H. uit Zoetermeer. Zij was met haar man naar Irak gereisd, maar wist in de zomer van 2016 uit het door IS gecontroleerde gebied te ontsnappen, waarop ze naar Nederland terugkeerde. Ze werd 2017 tot 24 maanden cel veroordeeld, waarvan dertien maanden voorwaardelijk, voor haar bijdrage aan het voorbereiden van terroristische misdrijven.

Het verhaal van Laura H. werd het onderwerp van een boek, een toneelstuk (waar onder andere voormalig GroenLinks-politicus Tofik Dibi aan meedeed) en een podcast. Ze was te gast in een talkshow, en de verfilmingsrechten van het boek zijn inmiddels verkocht. De aandacht maakte van haar een BN’er die zelfs door het behalen van haar havodiploma de media haalde. Lieten Laura H. en Nederlandse IS-strijders een schaduw ontstaan waardoor de verhalen van slachtoffers en overlevenden onderbelicht bleven?

Journalist Thomas Rueb, die het boek Laura H. heeft geschreven, erkent dat er in Nederland ‘buitensporig veel aandacht’ is voor de daders en in het bijzonder voor Laura H., en niet genoeg voor de Yezidi’s en andere slachtoffers van het geweld in het Midden-Oosten. Rueb gaat echter niet ervan uit dat de gebrekkige aandacht voor slachtoffers een direct gevolg is van de belangstelling voor dader-verhalen.

Deze veronderstelling zou een schijntegenstelling creëren – een soort nulsomspel waarbij aandacht voor de een direct ten kosten gaat van de ander – en de dynamiek te sterk simplificeren, zegt Rueb. Hij verklaart de grote belangstelling vooral door een fundamenteel beginsel: ‘Media hebben de neiging om verhalen die dichtbij gebeuren uit te vergroten’, zegt hij. Toen er in 2016 Laura H. opdook maakte haar persoon het mogelijk om het complexe conflict te ‘lokaliseren’.

Haar verhaal is niet eens representatief voor Nederlandse uitreizigers, zegt Rueb. Maar het is voor veel Nederlanders grijpbaarder dan dat van een overlevende uit een land waar ze geen duidelijk beeld over hebben. Nederlandse IS-strijders vormen een directe bedreiging voor de maatschappij hier, wat voor maatschappelijke onrust en aandacht zorgt, terwijl de rol van slachtoffers en overlevenden minder ingrijpend is voor de eigen levenssfeer dan een terrorist die terugkeert, zegt Rueb. ‘Media zijn helaas vaak gevoelig voor die dynamiek.’

‘Media hebben de neiging om verhalen die dichtbij gebeuren uit te vergroten’

Ugur Ümit Üngör, hoogleraar Holocaust- en Genocidestudies en verbonden aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), legt uit dat er naast de media, die Holland-centrisch georiënteerd zijn, ook bredere maatschappelijke factoren meespelen. ‘In Duitsland is door de ervaring van de Holocaust veel meer bewustzijn voor het feit dat niet het eigen verhaal in het middelpunt moet staan, maar dat van de slachtoffers.’ Daardoor hoeft een conflict niet aan de hand van de eigen opa die bij de nazi’s zat verteld te worden, en krijgen daders niet onevenredig veel aandacht, legt Üngör uit.

In Nederland daarentegen overheerst het gevoel zelf slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog te zijn geweest. Ook voor wat betreft de koloniale geschiedenis groeit het besef over eigen wandaden pas langzaam. ‘Nederland heeft een veel positiever zelfbeeld dan Duitsland’, zegt Üngör. ‘Dat heeft invloed erop wat Nederlanders zich kunnen voorstellen.’ Daardoor kan er een bijzondere morbide fascinatie voor het schijnbaar onverklaarbare geweld ontstaan.

Aandacht voor daders van geweld is niet per se slecht en zelfs nodig, vindt Üngör, die ook redacteur is van het Journal of Perpetrator Research. Belangrijk is echter de manier waarop er aandacht aan hen wordt besteedt. De media zouden niet het fascinerende, mystieke en ‘onverklaarbare’ moeten benadrukken, maar juist uitleg moeten bieden over hoe het geweld ontstaat en waarom mensen in staat zijn zware misdrijven te plegen.

Erkenning van de genocide

De afname van de aandacht leidt niet alleen tot verontwaardiging bij overlevenden maar heeft ook politieke gevolgen, denkt journalist Brenda Stoter Boscolo. Dat Nederland bijvoorbeeld Yezidi’s die geen verblijfsvergunning hebben gekregen weer terug naar tentenkampen in Irak wilde sturen is volgens haar te wijten aan een gebrek aan belangstelling en kennis over de situatie ter plekke. ‘Als er meer aandacht was geweest zou zo’n besluit niet kunnen worden genomen, of zou er tenminste ophef over ontstaan’, zegt Stoter Boscolo.

De Yezidi’s zijn sinds het begin van de genocide 2014 internationaal relatief goed georganiseerd. Meerdere organisaties proberen invloed te nemen op het politieke en publieke debat. Naast humanitaire hulp voor gezinnen die nog steeds in tentenkampen zitten, blijft de formele erkenning van de genocide een prioriteit, zegt Hope Rikkelman van het Yazidi Legal Network. De organisatie ondersteunt niet alleen onderzoeken en rechtszaken tegen vermeende daders, maar zet zich ook ervoor in dat landen – waaronder Nederland – het geweld als genocide erkennen.

Meerdere instituties, waaronder de parlementen van Canada, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, hebben deze stap al gezet. Met de afname van de aandacht in de afgelopen jaren lijkt echter ook hier de bereidheid en de druk af te nemen. Tussen 2014 en 2016 hebben volgens de hulp- en lobbyorganisatie Yazda elf landen en instituties tot de erkenning van de genocide besloten. Sinds 2017 kwamen er slechts vier bij.

Met de erkenning benadrukken zij de ernst van het geweld. Een formele erkenning creëert bovendien een verplichting onder het Genocideverdrag om de daders te vervolgen en is daarom een belangrijke stap voor de overlevenden. Het Yazidi Legal Network dringt bij het Openbaar Ministerie erop aan vermeende daders waar mogelijk voor genocide te vervolgen. Tot nu toe werd vaak vooral het terrorisme-aspect onderzocht, wat als minder zwaar misdrijf geldt en daarom vaak tot lagere straffen leidt.

‘We proberen een bewustzijnsverandering teweeg te brengen’, zegt Rikkelman. Er moet worden voorkomen dat de verhalen over Nederlandse uitreizigers een bagatelliserende werking hebben. De berichtgeving in de media speelt daarbij ook een rol. Het Network wil daarom door publicaties van verhalen van overlevenden een groter bewustzijn voor de ernst van het geweld creëren.

‘Het is belangrijk om duidelijk te maken dat niet iedereen in het ‘kalifaat’ slechts koekjes kan hebben gebakken’, vindt Rikkelman. ‘Iemand die zich bij IS heeft aangesloten kon weten dat dit een organisatie is die hele zware misdrijven pleegt.’

‘Europese én Amerikaanse sancties tegen Turkije in aantocht’

0

Zowel Europa als de Verenigde Staten staan klaar om sancties op te leggen aan Turkije, meldt het internationale persbureau Reuters.

De verhoudingen tussen de Verenigde Staten en Turkije zijn verslechterd, mede omdat Turkije besloten heeft om het Russische S-400 luchtafweersysteem aan te schaffen. Dit brengt de defensie van de NAVO in gevaar. Vanuit het Congres klinkt al langer de roep om Turkije te bestraffen, maar president Donald Trump heeft maatregelen tegen ‘vriend’ Erdogan altijd tegengehouden.

Nu Joe Biden president-elect is komen sancties dichterbij, zegt Reuters op basis van basis van vijf anonieme bronnen, waaronder drie Amerikaanse ambtenaren. Trump zelf zou goedkeuring hebben gegeven aan de sanctie, die de Turkse defensie-industrie zou treffen. Dit is schadelijk voor de Turkse economie, maar minder schadelijk dan een bredere boycot.

‘Sancties zullen niet tot resultaten leiden, maar zijn contraproductief’, aldus een Turkse ambtenaar waar Reuters mee sprak. ‘Turkije is voorstander van het oplossen van deze problemen via diplomatie en onderhandelingen. We accepteren geen eenzijdige verordeningen.’

Het lijkt er bovendien op dat ook de Europese Unie sancties aan Turkije gaat opleggen, schrijft Reuters, dat inzage heeft gehad in een conceptverklaring van de EU-landen. De leiders van de Europese Unie zijn gisteren in Brussel overeengekomen om beperkte sancties tegen Turkse personen voor te bereiden, als reactie op een zeeconflict met Griekenland en Cyprus.

Hardere stappen tegen Turkije zullen echter worden uitgesteld tot maart, aldus het persbureau. Griekenland, schrijft Reuters. Europarlementariër Kati Piri (PvdA) is ook kritisch op de conceptverklaring, zo laat ze weten via Twitter. ‘Geen woord over de situatie van de mensenrechten en de rechtsstaat in het land.’

Franse publicist voor de rechter, zei dat WOII-collaborateur Pétain Joden redde

0

Het Franse Openbaar Ministerie eist 10.000 euro boete tegen de geruchtmakende rechtse polemist Éric Zemmour voor het ‘betwisten van een misdaad tegen de menselijkheid’. Op 4 februari zal de rechter een uitspraak doen.

De polemist zei vorig jaar tijdens een tv-debat dat maarschalk Philippe Pétain de Franse Joden had gered. Pétain stond tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het hoofd van het Zuidelijke Vichy-Frankrijk, dat met de nazi’s collaboreerde.

‘In essentie beweert hij dat Pétain de Franse Joden heeft gered, dus deze zin betekent dat er geen Joden zijn gedeporteerd en daardoor zijn gestorven’, aldus het Franse OM. ‘Met deze woorden worden 24.000 mensen weer van de aardbodem gewist.’

Het debat over Vichy en de Joden is een zaak van historici en niet van de rechter, verdedigt Zemmour zich. Hij ontkent een Holocaust-ontkenner te zijn. ‘Ik geef toe dat we kunnen betwisten wat ik heb gezegd, maar ik zie niet in hoe wat ik zeg ontkent dat Joden door Duitsers zijn uitgeroeid.’

Drie maanden geleden werd Zemmour al tot een boete van 10.000 euro veroordeeld wegens radicale uitspraken over moslims.

Barometer voor ongedocumenteerden: ‘BIJ1 het humaanst, VVD het minst’

0

Diverse vluchtelingenorganisaties hebben een ‘verkiezingsbarometer’ gemaakt om te kijken welke politieke partij zich het meeste inzet voor ongedocumenteerde asielzoekers. BIJ1 is het meest humaan, aldus de barometer, VVD het minst.

Denk, ChristenUnie, D66 en GroenLinks komen er nog redelijk vanaf in de barometer. Na de VVD zijn FvD (‘schadelijk’) en CDA, SGP en 50Plus (‘kwalijk’) het minst humaan, aldus de vluchtelingenorganisaties.

De barometer toetste de programma’s aan een aantal criteria, zoals opvang voor iedereen in Nederland, toegankelijkheid van medische zorg, participatie in de maatschappij, erkenning van stateloosheid als grond voor verblijf, erkenning van onuitzetbaarheid met groeiende rechten en het recht om misstanden te melden zonder risico.

Initiatiefnemers van de barometer voor ongedocumenteerden zijn ASKV/Steunpunt Vluchtelingen, Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt, Vluchtelingen in de Knel, Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt, Defence for Children, Vrouwen tegen Uitzetting en de Pauluskerk Rotterdam.

De programma’s van Code Oranje, Nida en andere partijen die aan de Tweede Kamerverkiezingen meedoen zijn niet onderzocht. De PVV ontbreekt ook, omdat de partij van Geert Wilders nog geen concept-verkiezingsprogramma heeft uitgebracht.

Is een kerstboom wel halal? Dit vinden moslims zelf

4

Neem je als moslim wel of geen kerstboom? We vroegen het aan moslims op straat.

Dat de meningen van moslims over de kerstboom nogal uiteen kunnen lopen, kwam in 2018 goed tot uiting toen acteur Nasrdin Dchar een foto op Instagram plaatste van zichzelf naast een kerstboom. Er waren positieve reacties, maar hij kreeg ook stevige kritiek van mede-moslims.

De één vindt dat het hebben van een kerstboom niets met religie te maken heeft, de ander ziet de kerstboom als een christelijk symbool. ‘Ik heb bewust geen kerstboom, maar mijn zus wel. Weg ermee!’ reageert iemand afkeurend.

Veel moslims zijn principieel tegen de kerstboom. ‘Nee, zo’n ding komt mijn huis niet in’, zegt een islamitische vrouw die we in een Rotterdamse winkelstraat tegenkomen. Ze is alweer weg voordat we naar haar naam kunnen vragen. Ook bij Gulsum (19 jaar) staat thuis geen kerstboom. ‘We vieren ook geen kerst.’

‘Ik heb bewust geen kerstboom, maar mijn zus wel. Weg ermee!’

Fatima (35) heeft geen kerstboom, tot ergernis van haar kinderen. Die zouden heel graag een kerstboom willen. Maar Fatima wil haar kinderen juist leren dat Kerstmis een feest is dat niet bij moslims past.

Ook bij de tieners Imane en Sila staat thuis geen kerstboom. ‘Het is vast leuk en gezellig, maar het hoort thuis bij een ander geloof. Tijdens de Ramadan versieren we ons huis met lichtjes. Dat doen christenen toch ook niet?’

Haar vriendin Sila vindt dat moslims hun eigen cultuur hebben. ‘Wij geloven in Jezus, maar dan als profeet.’ Beide dames benadrukken dat ze respect hebben voor mensen die thuis wel kerst vieren. En ze vieren kerst op school.

‘Ik wil graag een kerstboom, maar mijn man niet’, zucht een teleurgestelde moslima. Maar je hebt ook de pragmatische moslima’s, die een kerstboom niet mooi vinden of te veel werk om die boom op te tuigen. Ze bewaren hun energie liever voor islamitische feestdagen. ‘Dat is al genoeg gedoe.’

Kinderen

‘Toen ik nog jong was en mijn kinderen klein waren, had ik geen bezwaren tegen een kleine kerstboom,’ vertelt Sukran (54 jaar). ‘Maar ik zei tegen mijn kinderen dat het ons feest niet was en legde ook goed uit waarom.’

Ze vond en vindt het belangrijk dat we elkaars religieuze feesten kennen. ‘Maar dat betekent niet dat we bij de kerstboom gaan zingen of onder de kerstboom cadeaus leggen. Het zijn donkere dagen en je kunt je huis versieren met lichtjes of kaarsjes – als je het maar niet te bont maakt.’

De kinderen van Sukran zijn inmiddels volwassen en hebben nu zelf ook kinderen. ‘Zij hebben geen kerstboom, maar met islamitische feestdagen worden mijn kleinkinderen extra verwend met aandacht en cadeaus.’

‘Het maakt mij niet zoveel uit, eigenlijk’

Een andere vrouw, die liever anoniem wil blijven, werkt bij een winkel waar kerstspullen worden verkocht. Zij kan bevestigen dat sommige moslimouders inderdaad strijd met hun kinderen voeren.

‘Als kind vond ik het heel jammer dat we thuis geen kerstboom hadden’, vertelt ze. ‘Ook al vierden we geen kerst, daarom kon je toch wel een boom hebben? Toen ik ouder werd, begreep ik het beter en was ik ook tegen de kerstboom.’

Dankzij haar kinderen is ze pragmatischer geworden. ‘Bij vriendjes en vriendinnetjes staat een kerstboom en mijn kinderen willen ook zo’n mooi lichtjesding. Ik zag in de winkel waar ik werk een paar jaar geleden heel leuke kerstspullen en ik had zoiets van: waarom ook niet?’

Haar kinderen genieten er enorm van, zegt ze, én ze helpen braaf met optuigen en afhalen. ‘Dat was de afspraak en daar houden ze zich aan. In de winkel zie ik trouwens steeds meer moslims die kerstspullen kopen. Niet altijd een boom, maar bijvoorbeeld versiering voor hun raam. Soms is het een compromis met de kinderen. Niet zeuren om een boom? Dan mogen de ramen verlicht worden.’

Volgens haar is er een groot verschil tussen kinderen die op een islamitische school zitten en kinderen die naar een andere school gaan. ‘Op islamitische scholen wordt kerst natuurlijk niet gevierd, dus beginnen deze kinderen minder snel over een kerstboom.’

Done (35 jaar) voert weer op een heel andere manier strijd met haar kleine kinderen. ‘Ik heb een kerstboom gehad. Het is leuk en het brengt gezelligheid met zich mee. Maar ik heb kleine kinderen en eentje wil iedere keer aan de boom trekken. Ik wacht daarom nog even met een kerstboom, totdat ze wat groter zijn.’

Dol op kerstspullen

Toch zijn er ook moslims die bewust wel een kerstboom optuigen. Aya (28) is dol op kerstmis. Ze straalt helemaal als we erover beginnen. ‘Nou en of! Ik ben dol op kerstspullen, want het zijn van die leuke dingen. Ik geniet er beslist van om mijn huis gezellig te maken met kerstdecoraties én ik heb een kerstboom.’

Ook Mo (58 jaar) heeft een kerstboom. ‘Ik ben met een Hollandse getrouwd. Ze is bekeerd tot de islam, maar we hebben altijd een kerstboom. Het maakt mij niet zoveel uit, eigenlijk.’

‘Als kind vond ik het heel jammer dat we thuis geen kerstboom hadden’

Net als moslims vieren joden ook geen kerst. Een kerstboom is voor joden daarom allerminst vanzelfsprekend. Aan het woord is Benji, die in de vrieskou op het Rotterdamse Binnenwegplein aan het collecteren is voor de inwoners van Gaza.

‘Inderdaad, ik ben joods. Bij mij thuis stond er vroeger geen kerstboom en we vierden evenmin kerst. Wel deden we aan de joodse feestdagen en niet te vergeten aan Sinterklaas.’

Benji’s vrouw komt uit het voormalige Oost-Duitsland en is atheïst, maar zij hadden wel altijd een kerstboom. ‘Bovendien hecht ze heel erg aan het kerstfeest. De boom, de cadeaus, alles.’ Met andere woorden, bij Benji thuis staat nu ook een kerstboom.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 25 december 2019.

Sri Lanka zet crematie islamitische coronadoden door, ondanks protest

0

De autoriteiten in Sri Lanka hebben aangegeven de stoffelijke overschotten te zullen cremeren van negentien moslims die aan het coronavirus zijn overleden. Nabestaanden hadden om religieuze redenen bezwaar aangetekend, maar daar heeft de overheid geen boodschap aan.

Sinds oktober zit Sri Lanka in de tweede golf van de coronapandemie. Er zijn sindsdien meer dan 29.300 mensen besmet met het virus; tenminste 142 mensen zijn eraan overleden.

Het beleid van Sri Lanka is dat mensen die als gevolg van het coronavirus zijn overleden worden gecremeerd. Dit geldt ook voor de moslims die aan corona zijn overleden, terwijl crematie verboden is volgens de islamitische wet.

Ook tijdens de eerste coronagolf werden moslims die als gevolg van het coronavirus waren overleden gecremeerd. Het overheidsbeleid werd door moslims aangevochten bij het Hooggerechtshof zijn ingediend. Maar het hof heeft nu besloten deze geluiden naast zich neer te leggen.

Amnesty International vindt het cremeren van moslims onrechtvaardig. Sri Lanka gebruikt de coronapandemie om moslims nog meer te marginaliseren, stelt de organisatie.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie maakt het voor de verspreiding van het virus niet uit of de lichamen van coronadoden worden verbrand of begraven.

Moslims maken zo’n tien procent van de bevolking van Sri Lanka uit, waar ruim twee derde boeddhist is. Ook wonen er hindoe- en christenminderheden.

Vorig jaar pleegden moslimextremisten op paaszondag aanslagen op christelijke kerken in Sri Lanka. De Verenigde Naties zagen daarna een stijging in moslimhaat op het eiland.

Marokko: gevangen Rif-voorman Nasser Zefzafi in hongerstaking

0

Nasser Zefzafi en andere Riffijnse gevangenen zijn vandaag in hongerstaking om te protesteren tegen ‘politieke detentie in Marokko’.

Ze geven hiermee gehoor aan de oproep van journalisten Omar Radi en Soulaiman Raissouni, die allebei in voorarrest zitten. Ze kondigden eerder deze week aan vandaag 24 uur in hongerstaking te gaan, ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Mensenrechten.

Zefzafi zit een gevangenisstraf van twintig jaar uit vanwege zijn aandeel in de Rif-protestbeweging van 2016-2017. Vorig jaar smokkelde Zefzafi een audiobericht naar buiten, waarin hij verslag deed van arrestatie, inclusief gruwelijke details over martelingen.

Zefzafi beweerde toen onder meer dat hij door de politie werd ondergeplast en dat agenten hun genitaliën tegen zijn gezicht hielden. Bovendien stopten ze een stok in zijn anus, terwijl ze ‘Leve de koning!’ riepen, daarmee verwijzend naar de Marokkaanse koning Mohammed VI.

Franse regering jaagt critici op de kast met wetsvoorstel tegen radicale islam

0

Het Franse kabinet heeft ingestemd met een nieuw wetsvoorstel dat als oogmerk heeft de radicale islam te bestrijden. Moslimlanden, Turkije voorop, hebben felle kritiek.

De Franse regering wil na de moord op geschiedenisleraar Samuel Paty, die in oktober werd vermoord door een islamistische extremist, radicaal-islamistische invloeden in het land terugdringen.

Aanvankelijk zou de wet de ‘anti-seperatismewet’ heten, omdat president Emmanuel Macron van mening is dat islamisten zich terugtrekken uit de samenleving. Maar nadat er kritiek op die term is gekomen, heet het nu de wet ‘ter versterking van de waarden van de Republiek’. De waarden die moeten versterkt zijn secularisme en de vrijheid van meningsuiting.

Een van de belangrijkste maatregelen is dat kinderen vanaf drie jaar naar school moeten. Alleen in speciale gevallen is thuisonderwijs toegestaan. De Franse regering wil hiermee een einde maken aan  de zogenaamde ‘clandestiene’ scholen die door hardliners worden gerund, schrijft de Arabische nieuwszender al Jazeera.

Een ander artikel moedigt moskeeën aan om zich te registreren als gebedsplaatsen, zodat ze beter kunnen worden geïdentificeerd. Veel van de meer dan 2.600 moskeeën in het land werken momenteel volgens de regels voor verenigingen. Buitenlandse financiering voor moskeeën wordt weliswaar niet verboden, maar als er meer dan 10.000 euro aan donaties wordt uitgegeven moet dit worden verantwoord.

Ten slotte wil het wetsvoorstel een einde maken aan de maagdelijkheidsattesten, die soms voor het huwelijk worden geëist. Als een arts een vrouw toch zo’n attest verleent dan moet hij voor een jaar de gevangenis in, aldus het wetsvoorstel.

Volgens premier Jean Castex wil de Franse regering de godsdienstvrijheid niet aantasten, maar de ‘snode ideologie van radicaal islamisme’. Maar moslimlanden veroordelen dit ‘islamofobe’ wetsvoorstel. De Turkse president Erdogan spreekt van een ‘provocatie’. Ook de Verenigde Staten hebben kritiek. Zij noemen het wetsvoorstel ‘zwaar op de hand’ en mogelijk contraproductief.

Forum mag wellicht verdwijnen, maar de dorst naar een groot verhaal blijft

0

De recente implosie van Forum voor Democratie heeft zowel linkse als rechtse mensen opgelucht adem doen halen. Eindelijk lijkt de partij, die in veel opzichten een problematische koers vaart maar tegelijkertijd een formidabele uitdager van het politieke establishment leek, als een kaartenhuis in elkaar te storten, zonder veel hoop op herstel voor de aankomende verkiezingen.

Maar zullen zij die nu staan te juichen straks niet van een koude kermis thuiskomen? Forum voor Democratie mag dan misschien verdwijnen, maar dat geldt niet voor de ruim een miljoen mensen die vorig jaar op Thierry Baudet gestemd hebben. Hun dorst naar een partij die hún verhaal vertelt blijft.

Los van wat we van Baudet vinden, we kunnen niet ontkennen dat hij in staat was om zijn kiezers een groot verhaal voor te spiegelen. Hoe problematisch dat verhaal soms ook was. En het waren juist rechtse politici die in de afgelopen decennia duidelijke idealen wisten te formuleren, die grote groepen in de samenleving aan wisten te spreken en wisten te inspireren.

Maar niet alleen op rechts leeft de behoefte aan een groot verhaal. Dit is iets wat we samenlevingsbreed zien. Mensen hebben behoefte aan gemeenschap en aan identiteit. Ze zoeken naar inspirerende, idealistische politiek, ze willen politici die een groter verhaal kunnen vertellen, zoals Barack Obama en de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern.

Deze inspirerende politiek gaat dan op links vooral over inclusie, over verbinding en het doorbreken van polarisatie. Op rechts gaat het eerder over nationalisme, over het behoud van identiteit, en normen en waarden in de samenleving. Maar geen enkele partij in Nederland weet tot nu toe een verhaal te formuleren dat beide perspectieven met elkaar verzoent. Het verhaal van een inclusief nationalisme, wat elementen kent die zowel kiezers op rechts als op links kunnen inspireren.

In mijn onlangs verschenen boek Ik hou van Holland: Pleidooi voor patriottisme ga ik in op dit vraagstuk. Ook kijk ik naar hoe deze behoefte aan zowel inclusie als het koesteren van het nationale te verzoenen. Ik zie een inclusieve, liberale vorm van nationalisme, die ik definieer als ‘patriottisme’ als uitkomst. Patriottisme staat voor verbondenheid met een natie die niet gebaseerd is op afkomst, maar waar iedereen los van etniciteit, culturele achtergrond of religie bij kan horen.

Juist hier lijkt in Nederland op dit moment behoefte te zijn. We zien enerzijds de behoefte aan erkenning van het belang van en waardering van het nationale, van traditie en van gemeenschapsleven, anderzijds het verlangen naar inclusie, erkenning van Nederlanderschap en het omhelzen van diversiteit. Een inclusief nationalisme zou aan beide perspectieven in de samenleving tegemoet komen. Sterker nog, juist een inclusief nationalisme is in staat om burgers met hele verschillende opvattingen en achtergronden op basis van een gezamenlijke identiteit toch met elkaar te verbinden.

Op links lijkt nationalisme nog te veel een taboe te zijn

De politieke partij die bij de aankomende verkiezingen hiervoor kiest, zal wellicht in staat zijn om de dorst naar dat grote verhaal onder veel kiezers te lessen. Dit zal niet Forum zijn. Niet alleen omdat de partij nu in scherven uiteen is gevallen, maar ook omdat het nationalisme wat deze partij propageerde allesbehalve inclusief is. Ook de meeste andere rechtse partijen laten het na een inclusief nationalisme te formuleren. En op links lijkt nationalisme nog teveel een taboe te zijn. Voorzichtige flirts van politici als Lodewijk Asscher en Jesse Klaver met een progressief patriottisme hebben nog weinig concreets opgeleverd.

Er blijft dus een onvervulde behoefte bestaan in de samenleving. Thierry Baudet zal deze behoefte niet gaan vervullen. De grote vraag is nu: wie wel?