Er zit een bepaalde rusteloosheid in mij. Die wordt constant gevoed door ‘westerse’ vijandschap en achterdocht tegenover moslims en andere minderheden in de media en een gebrekkige representatie van hen.
Het kan om kleine dingen gaan. Zoals de stukjes van Sylvia Witteman in de Volkskrant, waar Turken en Marokkanen negen van de tien keer verschijnen als bakker, groenteman of ‘islamitische slager’. Maar ook woede om serieuze dingen, zoals het wél benoemen van 58.320 gestorven Amerikanen in de Vietnamoorlog of 25 Nederlandse soldaten in Afghanistan, en dan het onvermeld laten van het aantal Vietnamezen of Afghanen die per honderduizenden zijn kapotgemaakt door westers geweld in exact diezelfde oorlogen.
Achteraf is het misschien ook wel makkelijker om dat onvermeld te laten. Wie heeft immers al die naamloze niet-westerse slachtoffers bijgehouden?
Dat laatste is waarschijnlijk ook de oorzaak van mijn rusteloze verbetenheid. De constante drang om jezelf als ‘niet-westerse allochtoon’ of ‘geracialiseerde moslim’ te moeten humaniseren tegenover racistische machtssystemen die je van het ene moment kunnen optuigen tot een geslaagd product van Nederland als ‘verbinder’, ‘een toonbeeld van integratie’, en daarna als een baksteen laat vallen als ‘Moslimbroeder’ of ‘infiltrant’.
Natuurlijk heb ik het over GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht. Echter gaat dit niet alleen over haar. Dit overkomt bijna alle niet-witte Nederlanders op dagelijkse wijze. Dat jij dit niet ziet, witte Nederlander, betekent niet dat het niet bestaat. Het laat alleen maar zien aan welke kant van de door witte suprematisten getrokken lijn men staat.
Een voorbeeld. Ik las onlangs op Twitter een draadje over de extreemrechtse uitspraken en affiliaties van Thierry Baudet met Front National-kopstuk Julien Rochedy (vriend van Forum-kandiaat nummer vijf Eva Vlaardingerbroek). Het is te misselijkmakend wat voorbij kwam. Sommige vrouwen zouden verkrachting verdienen omdat ze pro-immigratie zijn volgens Rochedy, schaamteloos antisemitisme binnen de FvD en JFVD en een foto van Rochedy samen met de massamoordenaar Assad – het hield niet op.
Aan witte mensen die openlijk Assad steunen blijft geen term als ‘Assad-aanhanger’ kleven
Ik app een vriend: ‘Erdogan-aanhanger is een gevleugelde term geworden en wordt te pas en te onpas geplakt op Turkse Nederlanders of zelfs mensen die zich met Turkse Nederlanders een keer hebben geassocieerd. Het kan hun hele leven achtervolgen. Dit terwijl deze mensen Assad openlijk steunen, en toch kleeft een term als ‘Assad-aanhanger’ niet aan hun witte lichamen.’
Inderdaad, het glijdt er zo makkelijk af als een gladde aal tussen je handen. Geen NOS-journalist die zegt: ‘Het ontkennen van liefde voor nazi’s is juist een kenmerk van nazi’s’, zoals over de Moslimbroederschap wel wordt gezegd. Het gaat hier dan ook om wat Zoë Papaikonomou en Annebregt Dijkman ‘definitiemacht’ hebben genoemd in hun boek Heb je een boze moslim voor mij? Wie bepaalt het gesprek? Wie heeft het vermogen om te beslissen welke betekenis wordt gegeven aan een verschijnsel?
Is dat een Zihni Özdil, een Erdal Balci, een Aylin Bilic? Allemaal niet-westerse ‘seculiere’ namen die zich vijandig hebben opgesteld tegen Bouchallikht en ‘de islam’ in het algemeen. Hoezeer zij ook overtuigd zijn van hun eigen gelijk, lijkt mij hun geschreeuw juist een teken van niet-witte onmacht die alleen zo hard klinkt vanwege witte facilitatie in een islamofobe context. Deze stemmen worden gretiger opgepikt in een mediastelsel dat wordt gedomineerd door witheid. Ik heb er zelf ook ‘baat’ bij als ik over de Armeense Genocide of onderdrukking van de Koerden in Turkije spreek.
Maar zo hoeft niet voor altijd te gaan. Er zijn nieuwe initiatieven gaande. Omroep Zwart heeft de grens van 50.000 leden bereikt en hiermee een horde genomen naar het Mediapark in Hilversum. Toch maakt één zwarte zwaluw nog geen zwarte zomer, en daarbij bedoel ik zwart in de positieve zin van het woord. Ik hoop van harte dat alle stemmen die structureel ongehoord blijven de 50.000 leden halen. Succes, Omroep X, M24, IslamOmroep, Groen en PAC. Tijd voor een eindsprint tot 31 december!
Dan blijft nog mijn rusteloosheid. Ja, die ebt alleen weg in het aanzien van de pure onschuld en onbevangenheid in de ogen van mijn neefjes. Ik vind troost in de hoop dat deze nieuwe generatie Amsterdammers niet zo onbeholpen zullen staan, zoals mijn generatie stond voor en na 9/11. En ik vind rust in de mooie dingen. Een moslima achter een kanun die losgaat op een nummer van Metallica. Sheer perfection!
De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft begrip voor de Franse aanpak van islamitische organisaties.
Dit schrijft hij in antwoord op raadsvragen van de islamitische partij Nida, die de Organisatie Tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF) en de islamitische NGO BarakaCity asiel in Rotterdam wil verlenen. Dit meldt Dagblad 010.
Frankrijk heeft deze twee organisaties verboden, omdat ze zich schuldig zouden maken aan islamiistisch ‘separatisme’. Volgens Nida voert de Franse overheid een heksenjacht tegen het islamisme, waarbij de regering achter elke boom een terrorist ziet.
Aboutaleb antwoordt dat het College van Burgemeester en Wethouders geen oordeel heeft over de maatregelen die een buitenlandse overheid neemt die geen directe gevolgen hebben voor de Rotterdamse situatie.
Wel zegt hij dit: ‘Wij hebben er begrip voor dat overheden organisaties onderzoeken die ervan worden verdacht aan te zetten tot haat, of de democratische rechtsorde ondermijnen en deze organisaties waar nodig verbiedt. Alleen al in 2020 zijn in Frankrijk zeven aanslagen gepleegd waarbij zeven mensen werden vermoord en elf zijn verwond.’
Ook schrijft de burgemeester dat het college Franse islamitische organisaties voorlopig geen onderdak wil verlenen, een vurige wens van Nida.
Aboutaleb: ‘Het CCIF en Baraka City hebben ons niet verzocht hen een toevluchtsoord te bieden. Wanneer zij dat doen zullen wij hen hierop een antwoord geven.’ De burgemeester liet in het midden of dat antwoord positief zal zijn.
Kauthar Bouchallikht staat ferm achter haar betrokkenheid bij de veelbesproken islamitische jongerenorganisatie FEMYSO. Wel zal ze als GroenLinkser geen evenementen bezoeken van de conservatief-Turkse stichting Milli Görüs, een van de bij FEMYSO aangesloten organisaties. Dat zegt ze in gesprek met Trouw.
De 26-jarige Bouchallikht staat op plaats negen van de concept-kandidatenlijst voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Tot december is ze vicevoorzitter van FEMYSO, een islamitische studentenorganisatie die volgens sommige deskundigen banden heeft met de Moslimbroederschap.
In dagblad Trouw reageert Bouchallikht voor het eerst uitgebreid op de ontstane ophef. Ze verdedigt in het interview haar lidmaatschap van de studentenorganisatie FEMYSO.
‘FEMYSO is een legitieme organisatie’, zegt ze. ‘Ik sta zelf voor radicale gelijkwaardigheid. Het maakt mij niet uit wat iemands gender, seksuele geaardheid of kleur is. Ik heb zelf ook nooit iets gemerkt van enige verbondenheid met de Moslimbroederschap. Ik wil ook niets te maken hebben met dat gedachtengoed.’
Als lid van Femyso heeft Bouchallikht ook een workshop gegeven voor de conservatief-Turkse organisatie Milli Görüs. Over die club zegt ze: ‘Ik heb daar zelf niets mee. Zolang zij onze principes onderschrijven, komen we daar namens FEMYSO langs. Maar hoe Milli Görüs bijvoorbeeld bijeenkomsten organiseert, mannen en vrouwen apart, dat vind ik niks.’ Als GroenLinkser zou ze er dan ook niet meer langsgaan, zegt ze.
Bouchallikht vond de controverse over haar kandidatuur heftig, maar is blij met alle steun die ze van linkse en islamitische organisaties heeft gekregen. ‘Meer dan honderd organisaties hebben een publieke steunverklaring ondertekend. Van Queers for Climate, tot feministische organisaties tot Kick Out Zwarte Piet. Omdat die mensen mij kennen en weten dat onze strijd tegen onrecht met elkaar verbonden is.’
UPDATE: In een reactie laat Milli Görüs weten de uitlatingen van Bouchallikht ‘zeer teleurstellend’ te vinden en zich ‘voor de bus gegooid’ te voelen door de GroenLinks-kandidaat. Ze ‘werkt willens en wetens aan de demonisering van de moslimgemeenschap in Nederland’, schrijft Milli Görüs in een persbericht. Volgens Milli Görüs komen politici van GroenLinks zelf wel eens langs bij sprekersavonden van Milli Görüs. ‘Dat mevrouw Bouchallikht kiest om afstand te houden van onze moskeeën strookt dan ook weer niet in de lijn van haar partijgenoten.’
Het Moskeeën Platform Leiden is boos op de godsdienstleraar van het Visser ’t Hooft-Lyceum in Leiden, bericht Omroep West. De docent had leerlingen de opdracht gegeven een krantenartikel over moslimextremisme te schrijven.
Leerlingen van 3VWO moesten hun krantenartikel moesten schrijven aan de hand van vijf vragen (foto). Voordat hij deze vragen op het scherm projecteerde, liet de docent enkele video’s van aanslagen zien.
Volgens het Moskeeën Platform Leiden heeft de godsdienstles ‘een behoorlijk negatieve emotionele impact’ op een aantal leerlingen gemaakt en was de opdracht ‘grensoverschrijdend en pedagogisch onverantwoord’. Het platform vraagt welke maatregelen de school gaat nemen tegen de docent.
De zaak kwam aan het rollen toen een leerling een foto maakte van de schrijfopdracht en deze foto op social media werd gedeeld. Dit leidde tot felle discussies. Ook de politieke partij Denk bemoeide zich met de zaak. Het Visser ’t Hooft-Lyceum nam in een korte verklaring vlug afstand van de controversiële godsdienstles.
UPDATE: De docent zit op dit moment thuis, meldtOmroep West, dat niet weet of dit is vanwege een schorsing of uit veiligheidsredenen. Op Instagram werden doodsbedreigingen geuit richting de docent. De politie wil niet zeggen of er aangifte is gedaan.
Nederlandse en Europese rechters oefenen hun macht op onredelijke wijze uit, stelt de VVD in haar concept-verkiezingsprogramma. De grootste regeringspartij doet voorstellen die gericht zijn op het beperken van de rol van de rechter en de doorwerking van het Europees recht. Binnen de partij klinkt gemor over deze ideeën, waaronder door oud-Kamerlid Arend Jan Boekestijn. Ook juristen trekken aan de bel: de VVD verzwakt hiermee de Nederlandse rechtsstaat, betogen zij.
In Nederland is grondwettelijke toetsing van wetten aan de grondwet grondwettelijk verboden. Wel toetsen we wetten aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en aan VN-verdragen. De VVD wil deze toetsing beperken, omdat rechters volgens de partij steeds verregaandere uitspraken doen op basis van deze verdragen. Hierdoor krijgen rechters teveel macht en komt de trias politica in gevaar, meent de partij.
De Amsterdamse advocaat Sidney Smeets, nummer 18 op de concept-kandidatenlijst van D66 voor de Tweede Kamerverkiezingen, is het daar volstrekt mee oneens. Hij vindt dat de VVD met haar voorstellen de rechtsstaat bedreigt. ‘De VVD stelt de positie van de rechter ter discussie. Waarom de VVD dit doet? Omdat de partij kennelijk wetgeving wil maken die in strijd is met internationale verdragen. Onder juristen bestaat een brede consensus dat dit een heel slecht idee is.’
Christina Eckes, hoogleraar Europees Recht aan de Universiteit van Amsterdam, onderschrijft dit. Het is ‘een stap die de Nederlandse rechtsstaat verzwakt’, zo betoogde ze in een opinieartikel in NRC-Handelsblad. ‘Overal in de wereld staan democratieën onder druk. De schade die regeringen de democratische rechtsstaat toebrengen, zoals in de VS onder Trump, in Hongarije onder Orbán en in Turkije onder Erdogan, is groot. Ze maken politiek zonder zich aan de grenzen van de rechtsstaat te houden, ondermijnen daarmee de legitimiteit van de mechanismen die hun macht beperken en laten mensen het geloof in de instellingen van onze samenleving verliezen.’
Aan de telefoon verduidelijkt Eckes haar standpunt. ‘Ik zeg niet dat de VVD op hetzelfde pad is als Orbán en Erdogan. Maar de voorstellen van de partij gaan wel in tegen de democratische rechtsstaat. Orbán en Erdogan zijn al jaren aan de macht. Ze begonnen democratisch, maar zijn een autoritair pad ingeslagen. En de veranderingen kwamen geleidelijk. Daarom moet je waakzaam zijn. De VVD zaait in haar verkiezingsprogramma wantrouwen tegen rechters. Dat vind ik schokkend.’
‘Orbán en Erdogan begonnen democratisch, maar zijn geleidelijk een autoritair pad ingeslagen. Daarom moet je waakzaam zijn’
Historicus Patrick van Schie, directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, verdedigt het standpunt van zijn partij. ‘De onafhankelijkheid van rechters is een groot goed. Maar ze moeten niet op de stoel van de politiek gaan zitten’, zegt hij. ‘Fundamentele grondrechten moet je niet opzijschuiven, maar tegelijkertijd moeten we ook niet willen dat de democratie in het gedrang komt, doordat activistische rechters opeens allemaal besluiten nemen, op basis van hun interpretatie van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens – het EVRM – en andere internationale verdragen als het VN-Vluchtelingenverdrag. Want Den Haag kan deze verdragen niet in haar eentje veranderen. En als activistische rechters, die een bepaalde uitleg aan deze verdragen geven, verregaande uitspraken doen, bepalen zij en niet de politiek de politiek.’
Maar wat bedoelt Van Schie precies met activistische rechters? ‘Die term komt uit de Verenigde Staten’, legt hij uit. ‘Daar heb je de tegenstelling tussen originalists en activists. De eerste groep rechters kijkt naar wat de opstellers van de Amerikaanse constitutie bedoelden toen ze de grondwet schreven, hun intentie is heel belangrijk. Activistische rechters daarentegen kijken alleen naar de tekst, en hoe die tegenwoordig geïnterpreteerd kan worden. Ze geven er vaak een linkse uitleg aan. Maar met de oorspronkelijke geest van de constitutie heeft die uitleg vaak weinig te maken.’
Volgens Van Schie kunnen Nederlandse rechters zich ook tot activisten ontpoppen. Als voorbeeld noemt hij de Urgenda-zaak, die ook in het VVD-verkiezingsprogramma wordt genoemd. De Nederlandse staat verloor bij de Hoge Raad de Urgenda-zaak en werd gedwongen om extra maatregelen te nemen om de uitstoot van CO2 te verminderen. De rechters baseerden zich onder meer op het EVRM en het VN-Klimaatverdrag en oordeelden dat dat Nederlandse staat zich verplicht had gesteld het (gezins-)leven van burgers in Nederland te beschermen. Minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) ging hier vervolgens tegen in cassatie, vanwege het principe. ‘We willen in hoogste instantie weten of de rechter op de stoel van de politiek kan gaan zitten.’
Belangrijk is dat activistische rechters geen onderscheid maken tussen klassieke en sociale grondrechten, vindt Van Schie. ‘Zo kan een rechter opeens besluiten, op basis van het VN-Vluchtelingenverdrag, dat migranten in Nederland een heleboel sociale rechten hebben: permanente toegangsrechten, recht op huisvesting, enzovoort. En bedenk ook dat het VN-Vluchtelingenverdrag met een hele andere intentie is opgesteld. Het ging erom gewetensvervolgden te beschermen, niet om honderdduizenden economische migranten op te nemen die hier aanspraak kunnen maken op de sociale voorzieningen.’
‘De onafhankelijkheid van rechters is een groot goed. Maar ze moeten niet op de stoel van de politiek gaan zitten’
Volgens hoogleraar Christina Eckes zijn het EVRM en andere internationale verdragen voor Nederland heel belangrijk, omdat Nederland geen Constitutioneel Hof kent. In Duitsland bestaat zo’n hof wel: het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe. Het EVRM weegt voor Duitse rechters daarom minder zwaar.
‘In theorie kun je dus ook een democratische rechtsstaat zijn zonder je te committeren aan internationale verdragen’, stelt Eckes. ‘Maar er moet een vorm van toetsing aan fundamentele rechten bestaan. Of aan het EVRM. Of aan grondwettelijke bepalingen. Dat is de kern van de rechtsstaat. Een democratie moet namelijk binnen een bepaalde bandbreedte blijven, kan niet over alles beslissen. De fundamenten van de rechtsstaat mogen niet worden aangetast.’
Sidney Smeets beaamt dit. ‘Klassieke én sociale grondrechten zijn er om burgers te beschermen tegen de waan van de dag. We hebben grondrechten om minderheden te beschermen tegen de democratische willekeur van wisselende meerderheden.’ Hij is daarom blij met het EVRM en andere internationale verdragen. ‘Juist in deze tijd met het opkomende populisme, het wantrouwen tegen de rechtspraak, in een tijd waarin de Kamer met kwalitatief slechte wetgeving komt, zijn die checks and balances des te belangrijker.’
Het verwijt van activistische rechters wordt door Smeets verworpen. ‘Bij de Urgenda-zaak zat helemaal geen activistische rechter. Het probleem was een onbetrouwbare overheid, die zich niet aan gemaakte afspraken hield en daarop werd aangesproken.’ Smeets legt uit dat in de Nederlandse rechtspraak jurisprudentie een belangrijke plaats inneemt. ‘Rechters zijn geen activisten, maar kijken wel de ontwikkelingen in de maatschappij. Daarom kunnen ze soms van mening veranderen, en gaat de Hoge Raad opeens om. Dat is niet erg. Het laat zien dat rechters midden in de samenleving staan.’
Concurreren met radicaal-rechts
Op Twitter werden de VVD-voorstellen over rechtsstaat en democratie meteen in verband gebracht met de kruistocht van Forum voor Democratie tegen de zogenoemde ‘dikastocratie’, ofwel ‘de regering van de rechters’. De VVD heeft echter geen idee van Thierry Baudet gestolen, maar een oud voorstel uit de kast getrokken. Het plan om de invloed van het EVRM en andere internationale verdragen te beperken werd in 2012 voor het eerst bepleit in de studie Onbetwistbaar Recht? van de Teldersstichting. Datzelfde jaar diende VVD-Kamerlid Joost Taverne een wetsvoorstel in om internationale wetten door het parlement te laten toetsen in plaats van door de rechter. Hij trok dit voorstel echter in toen bleek dat er onvoldoende parlementaire steun voor was. Ook het CDA zag niets in het voorstel.
Toch mikt de VVD met dit plan wel op de achterbannen van PVV en FvD, analyseert politiek wetenschapper Matthijs Rooduijn, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Volgens verschillende media was het nieuwe verkiezingsprogramma van de VVD linkser, maar het was alleen linkser op sociaaleconomisch vlak. Op cultureel vlak is de VVD nog steeds heel rechts en concurreert de partij met PVV en FvD. In dat licht moet je ook de voorstellen van de VVD bezien, die schuren met de rechtsstaat.’
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 was het niet veel anders, vertelt Rooduijn. ‘De Nederlandse Orde van Advocaten bekeek alle verkiezingsprogramma’s toen kritisch, en concludeerde dat verschillende voorstellen van de VVD op gespannen voet stonden met de rechtsstaat (foto, red.). Dan moet je denken aan het stateloos maken van terroristen, wat de VVD bepleitte, of een verbod op buitenlandse financiering van moskeeën, waar het CDA voorstander van was. De meeste antirechtstatelijke plannen hadden betrekking op migratie en islam.’
Beeld: Orde van Advocaten
Volgens Rooduijn zijn de rechtse middenpartijen sinds de jaren zestig meer naar rechts opgeschoven op cultureel vlak. Hierdoor is de Overton window, het spectrum van gedachtegoed dat het grote publiek accepteert, ook naar rechts verschoven. Als voorbeelden van centrumrechtse politici die flink naar rechts zijn opgeschoven noemt Rooduijn de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz, de Britse minister-president Boris Johnson en oud-president Nicholas Sarkozy van Frankrijk.
‘Toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein, die in de jaren negentig van de vorige eeuw de multiculturele samenleving ter discussie stelde, was dus een vroege vogel. Wel hebben populisten als Pim Fortuyn, die het discriminatieverbod uit artikel 1 van onze grondwet ter discussie stelde, dit proces in een stroomversnelling gebracht.’
Maar hoewel rechtse politieke partijen steeds meer naar rechts bewegen, denken kiezers niet rechtser over immigratie, vertelt Rooduijn. ‘Uit onderzoek blijkt dat ze niet positiever of negatiever hierover zijn gaan denken. Maar bij rechtse partijen leeft dit idee wel sterk. Ik denk dat kiezers die heel rechts zijn hun weg naar radicaal-rechtse partijen nu beter hebben gevonden. Die mensen stemden vroeger op centrumrechtse partijen of helemaal niet, maar nu PVV of FvD. De VVD is steeds meer in hun richting opgeschoven.’
Een werkgroep van de Verenigde Naties eist de vrijlating van zes Turkse docenten. Zij werden in 2018 in Kosovo door de Turkse geheime dienst ontvoerd, in samenwerking met de lokale autoriteiten. Een schending van het internationaal recht, aldus de VN-werkgroep.
De docenten werden op verzoek van Turkije door de Kosovaarse autoriteiten gearresteerd. Vervolgens werden de zes door de Turkse geheime dienst tijdens een speciale nachtelijke operatie naar Turkije overgebracht. Ze zitten nu in Turkije een gevangenisstraf uit.
Volgens het VN-rapport handelden de Kosovaarse autoriteiten in strijd met internationale mensenrechtenwetgeving, maar ook met hun eigen grondwet. De werkgroep wil dat dat de regeringen in Ankara en Pristina onafhankelijk onderzoek toelaten en dat de verantwoordelijken worden gestraft.
Vanwege de coronapandemie zijn de Turkse gevangenissen een gevaarlijke plek, voor de VN-werkgroep een extra reden om te eisen dat de zes docenten onmiddellijk worden vrijgelaten. De werkgroep stelt bovendien dat de slachtoffers gecompenseerd moeten worden door zowel de Turkse als de Kosovaarse regering.
Turkije pakte de docenten op omdat ze gelieerd zouden zijn aan de Gülenbeweging. De in Amerika woonachtige islamitische geestelijke Fethullah Gülen en zijn volgelingen zitten achter de mislukte couppoging van 2016, zegt president Erdogan. Turkije voert sindsdien een klopjacht tegen vermeende Gülenisten en heeft de rechterlijke macht, de ambtenarij, het onderwijs en het leger gezuiverd van politieke tegenstanders.
De Turkse geheime dienst heeft sinds 2016 ruim dertig tegenstanders van Erdogan in het buitenland ontvoerd, aldus een rapport van een Zwitserse, aan de Gülenbeweging gelinkte stichting. Dat rapport noemt Maleisië, Pakistan, Kazachstan, Kosovo, Moldavië, Azerbeidzjan, Oekraïne, Gabon en Myanmar. In Mongolië zou een ontvoeringspoging zijn mislukt dankzij tussenkomst van de politie.
Istanbul heeft een park in het Aziatische deel van de stad vernoemd naar de controversiële Turkse nationalist, rassentheoreticus en nazi-sympathisant Nihal Atsiz. Dit bericht het onafhankelijke Turkse medium Duvar.
Het idee om het park in het district Maltepe naar Atsiz te vernoemen kwam uit de koker van nationalistische Goede Partij (IYI-parti). Deze partij, die zich in 2017 afsplitste van de extreemrechtse Partij van de Nationalistische Beweging MHP, beschouwt Atsiz als een van haar grote voorbeelden. Burgemeester Ekrem Imamoglu van de seculier-nationalistische CHP steunde de motie van de Goede Partij.
Nihal Atsiz (1905-1975) was een Turkse schrijver, dichter en filosoof en geloofde heilig in de Panturkistische ideologie dat alle etnisch-Turkse volken broeders zijn en één natie vormen. Atsiz vond Mustafa Kemal Atatürk en slappeling en keerde zich tegen de kemalistische visie op het Turkse staatsburgerschap, omdat hij die te inclusief vond. Alleen etnische Turken konden echte Turken zijn, vond hij.
Atsiz inspireerde Alpaslan Türkes, de oprichter van de MHP, maar in tegenstelling tot Türkes vond Atsiz de islam maar niets en noemde hij deze godsdienst denigrerend de ‘Arabische religie’. Atsiz, die atheïst was, had wel sympathie voor de heidense gebruiken en rituelen van de oude Turkse volkeren, voordat zij zich tot de islam bekeerden.
In de jaren dertig en veertig sympathiseerde Atsiz openlijk met het nazisme en het Italiaanse fascisme. In 1944 werd hij daarvoor gearresteerd door de Turkse staat, toen de nazi’s de oorlog aan het verliezen waren. Atsiz werd veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf, waarvan hij er anderhalf jaar hoefde uit te zitten.
Atsiz haatte Joden. ‘Het eerste land dat het Joodse vraagstuk heeft opgelost is Duitsland. Andere naties zullen daar lessen uit trekken’, schreef hij in de jaren dertig. Atsiz dacht ook aan een genocide om Turkije van de Joden te ontdoen: ‘De beste behandelmethode om het Turkse lichaam te ontdoen van bacteriën is een bloedbad.’
Mede dankzij uitlatingen van Atsiz, die begin jaren dertig docent was aan een jongenslyceum in Edirne, brak in deze Turkse stad een anti-Joodse pogrom uit. ‘Joden werden daarbij mishandeld, hun woningen en winkels geplunderd en Joodse vrouwen verkracht. Er viel één dode: een militair die tevergeefs probeerde een groep Joden te beschermen. 15.000 Joden verlieten daarop deze gebieden en trokken voornamelijk naar Istanbul’, schrijft de website Doorbraak.
Ook in Nederland is Nihal Atsiz populair onder Turkse nationalisten, schrijft Doorbraak. Lokale afdelingen van de Turkse Federatie Nederland, gelieerd aan de extreemrechtse Grijze Wolven en de MHP, organiseerden in 2013 en 2018 bijeenkomsten waar Atsiz werd verheerlijkt. De Turkse Federatie Nederland is lid van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), een samenwerkingsverband van verschillende moslimorganisaties dat door de Nederlandse overheid wordt erkend als formele gesprekspartner.
Nederland Wordt Beter, de antiracistische stichting van Kick Out Zwarte Piet-activist Jerry Afriyie, heeft een chatbot gelanceerd voor ‘constructieve gesprekken over Zwarte Piet’.
Jerry Afriyie kondigde dit gisteren aan op zijn Facebookpagina. De chatbot helpt tegenstanders van Zwarte Piet om tegenwerpingen te formuleren tegen de argumenten van de ooms en tantes, opa’s en oma’s, vrienden, collega’s, buren en ouders die nog wel vinden dat Piet zwart moet blijven.
Gebruikers kunnen op de chatbot hun argumenten voor het behoud van Zwarte Piet invoeren en krijgen dan een kort en informatief antwoord, eventueel aangevuld met links naar bronnen of meer informatie.
‘Zo steunt de bot gebruikers bij het lastige gesprekken en verschaft de bot informatie’, schrijft Afriyie. De chatbot zit op de Messenger-functie van de Facebookpagina Zwarte Piet is Racisme, die onderdeel uitmaakt van de Stichting Nederland Wordt Beter.
Jerry Afriyie is blij met deze chatbot, zo laat hij weten: ‘Omdat veel mensen die voor verandering van zwarte piet zijn de drogredenen van pro-zwarte pieters vrezen, is het soms moeilijk het gesprek aan te gaan. Dit initiatief is er om die mensen te helpen een inhoudelijk gesprek aan te gaan én natuurlijk voor de nieuwsgierige en geïnteresseerde tegenstanders van verandering. Wij hopen dat voorstanders van verandering zich met hulp van deze tool niet langer afzijdig houden van het debat en de dialoog aangaan met hun dierbaren en omgeving.’
Er is ook een praktische reden geweest om de tool te ontwikkelen, vertelt de KOZP-activist. Het helpt de moderators van Nederland Wordt Beter te ontlasten van de vele gesprekken die ze dag en nacht voeren.
Dat petities vaak sneuvelen door gebrek aan politieke wil is een bekend gegeven, zelfs al is de petitie ondertekend door 200.000 personen, zei politicoloog Menno Hurenkamp onlangs nog in het Parool. Een debat over godslastering naar aanleiding van de petitie over het strafbaar stellen van het beledigen van de profeet – zelfs van álle profeten, zoals in de petitie stond te lezen – viel dan ook niet te verwachten.
Toch kwam deze petitie zelf wel ter sprake bij het afgelopen Kamerdebat over de vrijheid van meningsuiting – althans, dat wat een debat had moeten voorstellen. Wat we zagen was een schouwspel van verontwaardigde, stampende Kamerleden, geleid door het schreeuwende Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA) en Farid Azarkan (Denk) als een zich kranig verdedigend lijdend voorwerp.
Azarkan had tijdens het debat begrip getoond voor de moslimgemeenschap om de petitie te starten. Dit veroorzaakte een storm van woede, waarin Kamerleden zich beriepen op de onbeschaamde ‘timing’ om de petitie te starten en aan de orde te stellen. Over de redenen van de petitie werd niet gedebatteerd, maar het was duidelijk dat het initiatief was ingegeven door aanhoudende kwetsingen van moslims in de samenleving. Hoe haaks deze ongelijke behandeling ook staat op de kernwaarden van de democratie, de petitie werd door de hele Kamer afgeserveerd met als argument dat de ‘timing’ niet goed was.
De timing-kaart is niets minder dan een morele terechtwijzing
Deze timing-kaart is niet nieuw en wordt vaker ingezet om discussies te smoren over ongelijkheid. Het meest bekende voorbeeld is de discussie over Zwarte Piet. Er is nooit een ‘goed’ moment om het erover te hebben of om acties op te zetten. De zomer en de herfst worden beschouwd als te vroeg, en in december mag men het er niet over hebben omdat anders het kinderfeest wordt verpest. Demonstraties worden al helemaal veroordeeld. De timing-kaart is niets minder dan een morele terechtwijzing.
Wie wijst terecht? Degene die boven je staat: je ouders, de schoolmeester, de politieagent, je baas, dus iemand die jou beoordeelt en niet zelf wordt beoordeeld. Over morele superioriteit is bekend dat die voortkomt uit het zelfbeeld erg rechtvaardig, deugdzaam en moreel hoogstaand te zijn. Kenmerkend is ook dat mensen die zich moreel superieur voelen weinig empathisch vermogen hebben. Althans, ze vinden het meestal niet nodig om die te tonen. Daardoor staat morele superioriteit elk debat in de weg: het staat haaks op gelijkwaardigheid, het kernbeginsel van de democratische rechtsstaat.
Deze attitude van morele superioriteit was zichtbaar bij een blaffende Van Toorenburg, gedrag dat overigens opvallend genoeg door de Kamervoorzitter Khadija Arib werd toegestaan. In de uitzending van Buitenhof van afgelopen zondag werd Arib op deze opmerkelijke tolerantie aangesproken. Ze probeerde haar permissiviteit uit te leggen met het argument dat de emotie in de samenleving ook in Kamer moet worden toegelaten. Zou dat ook gelden voor racisme, vernederingen en andere ongelijkheden?
Een democratie dient gelijkwaardigheid als belangrijkste principe te hebben. De Tweede Kamer zou de plek moeten zijn waar men dit grondbeginsel hoog houdt. De Kamer is een politieke arena waarin mensen uit verschillende werelden, met verschillende perspectieven, en verschillende achtergronden elkaar ontmoeten. Juist dáár zou men moeten proberen elkaar te begrijpen en sámen bekijken wat er speelt en welke kant we op moeten gaan. Maar het ‘debat’ in de Kamer liet wederom zien dat juist daar bijna niemand bereid is om het op democratische wijze te voeren.
Zolang morele superioriteit overheerst en laatdunkendheid een geaccepteerde norm is, wordt het principe van gelijkwaardigheid aangetast. Juist nu de polarisatie in de samenleving sterk is toegenomen, is het belangrijk dat niet vanuit morele superioriteit, maar vanuit principes van gelijkwaardigheid en empathie van gedachten wordt gewisseld en gehandeld.
Eerlijk is eerlijk: de zichtbare ontlading van Van Toorenburg is een spotprent waard die ‘zelfs’ bij moslims niet verkeerd zou vallen.
Sommige Nederlanders zullen sterven zonder ooit een voet op Amerikaanse bodem te hebben gezet. Toch vertoonden wij deze maand een collectieve obsessie met de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Volgens Thomas Erdbrink, chef Noord-Europa van The New York Times, komt dat omdat wij Amerikanen zien als het volk dat ons 75 jaar geleden uit het Nazi-moeras heeft bevrijd. Daarnaast zijn Amerikaanse presidentsverkiezingen heel gemakkelijk te volgen. Je hebt na afloop een duidelijke winnaar en een verliezer. Dit contrasteert met de Europese politiek, waar het draait om coalities en onderhandelingen.
Een derde, culturele verklaring lijkt mij nodig om onze collectieve verslaving aan de Verenigde Staten en de presidentsverkiezingen in dat land te begrijpen. Wij Nederlanders, maar ook anderen, nemen de Amerikaanse culturele praktijken over. Netflix, McDonalds, Hollywood, Sillicon Valey, de iPhone in jouw broekzak en de muziek die op de radio draait. Wij consumeren Amerikaanse cultuur alsof het ons dagelijkse brood is. Daarom kunnen we zonder ooit in de Verenigde Staten te zijn geweest ons toch wel verwant voelen met de Amerikaanse samenleving.
Dat cultuur onze houding ten opzichte van de wereld om ons heen mede bepaalt, blijkt ook uit de recente nationale debatten. De discussie over Zwarte Piet legde afgelopen week voor de zoveelste keer bloot hoe ver mensen bereid zijn om voor een eigen cultuur en traditie te vechten. Rapper Akwasi werd bij zijn eigen woning door als Zwarte Pieten vermomde burgers geïntimideerd. En in Maastricht moesten activisten van Kick Out Zwarte Piet door de politie en de ME worden beschermd tegen pro-Pieten. Zwarte Piet, zo lieten deze terroriserende pro-Pieten wederom weten, is onderdeel van de Nederlandse cultuur en moet tegen elke prijs worden verdedigd. Ook als daar geweld aan te pas komt.
Cultuur laat zich, anders dan mensen, niet door landsgrenzen en paspoorten tegenhouden
In diezelfde week debatteerde politiek Den Haag hevig over fundamentele grondrechten. Arie Slob, onze minister van onderwijs, kreeg een storm van kritiek over zich heen toen hij het recht van orthodox-christelijke scholen verdedigde om homoseksualiteit te weren. De vrijheid van onderwijs was niet absoluut in de ogen van de progressieve Kamerleden. Een paar dagen later viel bijna de hele Tweede kamer over Denk-fractievoorzitter Farid Azarkan heen, omdat hij vond dat er serieus moest worden geluisterd naar islamitische Nederlanders die via een petitie de belediging van hun profeet strafbaar willen stellen. Vrijheid van godsdienst mag niet ten koste gaan van de vrijheid van meningsuiting, kreeg Azarkan van zijn seculiere collega’s te horen.
In Nederland woedt een cultuuroorlog. Deskundigen spreken over ‘culturalisering’. Dat betekent dat Nederlandse burgers – die met elkaar gemeen hebben dat ze een Nederlands paspoort delen – hun identiteit laten bepalen door cultuur en religie. En dit komt weer omdat het land waarin je woont steeds minder bepaalt welke cultuur jij als burger consumeert. Culturen zijn – als we even dure woorden gebruiken – ‘grensoverschrijdend’ en ‘deterritoriaal’ geworden. Ze zijn dus niet gebonden aan een vast geografisch grondgebied.
Technologie maakt deze loskoppeling van cultuur en geografie mogelijk. Via televisie, de telefoon en social media worden mensen in het ene land makkelijker verbonden met culturele ontwikkelingen in een ander land. Zo krijg je dus te maken met mensen die nooit in de Verenigde Staten zijn geweest, maar zich gedragen alsof ze Amerikanen zijn. Met hun lichaam zitten ze in Nederland, maar met hun hoofd in de VS. Maar tegelijkertijd heb je hier ook mensen wonen die in Nederland zijn geboren en getogen, maar zich in eerste instantie Marokkaan, Surinamer of Turk voelen. Cultuur laat zich, anders dan mensen, niet door landsgrenzen en paspoorten tegenhouden.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.