Een Koerdische man die naar verluidt uit een Turkse legerhelikopter is gegooid, is gisteren aan zijn verwondingen overleden. Dit meldt het Duitse internetmedium Deutsche Welle.
Het gaat om de 55-jarige Servet Turgut (foto). Hij werd drie weken geleden samen met een ander man in Oost-Turkije gearresteerd. Dit gebeurde tijdens een zogenoemde ‘contraterreuroperatie’ van het Turkse leger.
De twee werden verdacht van banden met de Koerdische onafhankelijkheidsstrijders van de PKK, een organisatie die ook in Europa en Amerika op de terreurlijst staat.
Ze zijn daarna allebei uit een helikopter gevallen, bevestigde een medisch rapport aan de hand van hun verwondingen.
Amnesty International en de pro-Koerdische HDP-partij willen een onafhankelijk onderzoek naar het incident.
Osman Siban (50), de andere man die uit het vliegtuig werd gegooid, is weer ontslagen uit het ziekenhuis. Wel lijdt hij aan geheugenverlies, aldus zijn advocaten.
Afro-activist Mwazulu Diyabanza Siwa Lemba liep 10 september het Afrika Museum in Berg en Dal binnen, om daar ‘gestolen’ Afrikaanse kunst terug te stelen. Hij streamde de actie live op Facebook.
Mwazulu is gekleed in een militair uniform waarop de letters UDC staan. Dit staat voor Unité Dignité Courage (Eenheid, Waarheid, Moed), de naam van de actiegroep van Mwazulu. Ook heeft hij een ivoren ketting om en draagt hij een fez, met daarop een button met de landkaart van Afrika. De Afro-activist vindt dat Afrikaanse kunst niet in Europese musea thuishoort, zo vertelt hij nu aan Afro Magazine:
‘Overal in het Westen prijken er in musea voorwerpen die een diepe significantie hebben voor Afrikaanse volkeren. Dit zijn geen gewone kunstvoorwerpen, maar culturele uitingen van onze voorvaderen die een rol spelen in wie wij zijn. Ze horen niet in musea tentoongesteld te zijn, want bij ons hebben ze spirituele en sociaal antropologische waarde; en zeker ook economische waarde. Denk maar aan de landbouw en veeteelt; iets met spirituele waarde genereert een heleboel; het beïnvloedt de visvangst, bevrucht de grond. Dat is alleen maar goed voor de mensheid. Daarom moet het terug.’
De diefstal uit het Afrika Museum in Berg en Dal was niet de eerste actie van Mwazulu. In juni dit jaar pakte hij ook een beeld uit het Quai Branly Museum in Parijs. Dit leverde hem twee dagen celstraf op.
In oktober moet hij in Parijs voor de rechter verschijnen voor diefstal. in januari 2021 staat hij in Nijmegen ook voor de rechter voor zijn actie bij het Afrika Museum.
Mwazulu beschouwt zichzelf niet als een dief: ‘Het is geen diefstal wanneer je terugpakt wat van je afgepakt is.’
Mwazulu vertelt Afro Magazine dat hij de beweging om Europese musea te ‘dekoloniseren’ steunt. ‘Maar het is voor ons van nog groter belang dat zij – de Europeanen, het Westen – accepteren dat ze in de fout zaten en gewoon alles teruggeven dat ze gestolen hebben’, zegt hij. ‘Ondertussen gaan wij gewoon door met het terugpakken van onze spullen. Ze zijn nog lang niet van ons af.’
De volkeren van hun voorouders strijden tegen elkaar, maar zelf hopen Tato Martirossian en Fatma Bulaz dat Armenië en Azerbeidzjan de strijd om Nagorno-Karabach zo snel mogelijk beëindigen. ‘Ik zal pas juichen als we vreedzaam met elkaar kunnen samenleven.’
Opnieuw is er oorlog in Nagorno-Karabach, een regio in de Zuidelijke Kaukasus die officieel bij Azerbeidzjan hoort, maar sinds de jaren negentig de facto in handen is van de internationaal niet-erkende Armeense Republiek Artsach. Azerbeidzjan wil de regio heroveren en wordt in dit streven gesteund door de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die honderden pro-Turkse Syrische jihadisten naar het strijdtoneel heeft gestuurd.
Hoe ervaren Nederlanders met een Armeense en een Azeri-achtergrond dit conflict? En hoe kan er misschien een duurzame vrede komen? De Kanttekening sprak hierover met de Armeens-Nederlandse Tato Martirossian en de Turks-Koerdische Nederlander Fatma Bulaz, die via moederskant ook een Azeri-achtergrond heeft. Zij moeten niets van de oorlog hebben en willen juist verzoening tussen beide volkeren. Enkele jaren geleden bezochten ze samen het Armeense Genocidemonument in Yerevan.
‘Mijn hart scheurt in duizend stukken’
‘Op dit moment heerst er onder Armeniërs, in Armenië maar ook in de diaspora, een bepaalde sfeer’, vertelt Tato. ‘Wat ik merk is dat jongeren zich zeer betrokken voelen bij de strijd en zich geroepen voelen om deze strijd te steunen. Het toejuichen van het leger wordt gezien als goed, dapper en rechtvaardig en de oorlog wordt gezien als een noodzakelijke strijd voor vrede. Er is geen ruimte voor een pacifistische boodschap. Tegelijkertijd heb ik op social media oproepen voorbij zien komen om mensen die tegen de oorlog zijn niet als landverrader of lafaard weg te zetten.’
Volgens Tato lijken Armeniërs en Azerbeidzjanen meer op elkaar dan ze wellicht willen toegeven. ‘De Armeniërs zeggen te vechten om zichzelf te verdedigen en de kwetsbaren te beschermen, hun vrouwen en kinderen. Maar in Azerbeidzjan zeggen ze precies hetzelfde. De Azerbeidzjanen zeggen echt niet dat ze naar Nagorno-Karabach gaan om te moorden en te verkrachten. Dus, even los van de waarheid en de schuldvraag, de Armeniërs en de Azerbeidzjanen trekken met precies dezelfde overtuigingen en emoties ten strijde.’
Zelfs de Armeense en Azerbeidzjaanse kranten zijn, in hun berichtgeving, een spiegel van elkaar, vertelt Tato. ‘In de Armeense kranten staat dat er een jong meisje gedood is als gevolg van het oplaaiende geweld. De Armeniërs strijden voor kinderen zoals haar. Maar op een Azerbeidzjaanse nieuwssite lees ik ook dat er een Azerbeidzjaans kind is omgekomen.’
Tato kan niet juichen als ze leest over doden aan de andere kant. ‘Op dit moment zijn er alleen maar verliezers. Ik zal pas juichen als we vreedzaam met elkaar kunnen samenleven.’ Ook bekenden van Tato lopen kans om te sneuvelen, vertelt ze. ‘Iemand die ik goed ken in Armenië, een vader van twee kleintjes, is opgeroepen om naar het front te gaan. Een andere goede bekende van mij heeft zich als vrijwilliger aangemeld om te vechten. Ze willen met opgeheven hoofd gaan en dat vind ik moedig van ze, hoewel het mij verdriet doet dat ze geen andere keuze hebben, of lijken te hebben.’
Ze vindt het echt verschrikkelijk wat er nu allemaal gebeurt. ‘Op social media wordt massaal een foto gedeeld van een achttienjarige jongen, die zijn moeder vaarwel kust voordat hij naar het front vertrekt. Hij kan de strijd niet overleven. Deze moeder kan haar zoon kwijtraken. Ik ben zelf moeder. Mijn hart scheurt in duizend stukken als ik deze foto zie. Ik voel eerder verdriet dan trots. Ik houd mijn hart vast, want hoeveel meer bloed moet er nog vloeien voordat dit eindelijk voorbij is?’
Een van Tato’s beste vriendinnen is een nationalistische Armeense, die dinsdag 29 september is gaan protesteren tegen Azerbeidzjan en Turkije. Tato heeft ook vriendinnen die Azeri zijn. De oorlog heeft echter ‘nul gevolgen’ voor haar vriendschappen, benadrukt ze. ‘Ik hoop natuurlijk ook dat er een oplossing voor dit vreselijke conflict komt, maar ik heb geen flauw idee hoe dat zou moeten. In ieder geval moeten we het menselijke in de ander weer gaan zien. De emoties van de oorlog beletten het zicht daarop.’
Beeld: Tato Martirossian (links) en Fatma Bulaz (rechts) bij het genocidemonument in Yerevan, Armenië, 2018
‘We moeten meer oog hebben voor wat ons bindt’
Fatma is Turks-Koerdisch, maar van haar moederskant is ze een Turkse Azeri, vertelt ze. ’In Iran wonen de meeste Azeri, die ‘Tork’ – Turk – worden genoemd. De Azerbeidzjanen zijn over verschillende landen verspreid. Een kleine groep woont in Turkije, de meeste Azeri wonen in Iran en daarna in Azerbeidzjan zelf.’
De Azeri voelen zich etnisch en linguïstisch verbonden met de Turken. Ook delen ze met de Turken de islam, hoewel veel Azeri de sjiitische islam aanhangen, terwijl de meeste Turken soennitische moslims zijn. Tegen de Armeniërs voelen de Azeri een sterke antipathie. ‘Omdat ik ook in Armenië ben geweest en daar samen met Tato het Armeense Genocidemonument in Jerevan heb bezocht, ben ik een beetje de rebel in de familie.’
‘Nationalisme is een heel groot probleem, niet alleen voor de Azerbeidzjanen die Turkije achter zich hebben, maar ook voor de Armeniërs’, zegt Fatma. Toen ze twee jaar geleden in Armenië was kwam de kwestie Nagorno-Karabach ter sprake. ‘Ik werd meteen verbeterd door een oudere Armeense vrouw, die zei dat ik ‘Artsach’ moest zeggen. ‘Nagorno’ is een Russisch woord en betekent ‘gebergte’. ‘Karabakh’ is een Azeri-woord dat betekent ‘zwarte tuin’. Zelfs de namen worden gepolitiseerd.’
Dat beide landen nu weer in oorlog zijn om Nagorno-Karabach doet Fatma veel pijn. ‘Armeniërs en Azerbeidzjanen sturen jonge mensen naar het front, om te vechten, om te sterven. Kinderen overlijden als gevolg van een politiek spel.’ Haar familie is niet blij met de oorlog, vertelt ze. ‘Mijn vader zei tegen mij dat hij het echt verschrikkelijk vond dat er jonge mensen doodgaan. Andere familieleden heb ik evenmin op oorlogsenthousiasme kunnen betrappen. Maar misschien is mijn familie minder fel omdat we uit Turkije komen. We hebben geen familie in Azerbeidzjan zelf.’
Fatma weet net als Tato niet precies wat er moet gebeuren om de vrede tussen beide landen te herstellen. Hoewel Nagorno-Karabach officieel bij Azerbeidzjan hoort, vindt Fatma niet dat het gebied aan de Azerbeidzjanen toebehoort. Maar de Armeniërs hebben ook geen exclusief recht op deze regio, zegt ze. ‘Nationalistische Armeniërs beweren dat de regio historisch Armeens was, en dat er later Turken en Azerbeidzjanen zijn gaan wonen. Met deze redenering ben ik het niet eens, want mensen migreren nu eenmaal. Je kunt niet een land exclusief voor jezelf claimen. Er moet een vreedzame co-existentie zijn.’
Sowieso lijken Armeniërs en Azerbeidzjanen in heel veel opzichten op elkaar, legt Fatma uit. ‘We hebben honderden jaren samen met elkaar geleefd. We hebben dezelfde geschiedenis. We moeten meer oog hebben voor wat ons bindt, dan voor wat ons onderscheidt.’
Rusland en Frankrijk doen een beroep op Turkije om de gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan te stoppen. Rusland is een bondgenoot van Armenië, terwijl Azerbeidzjan binnen de invloedssfeer van Turkije valt. Frankrijk is een NAVO-partner van Turkije, maar die twee landen staan al langer op gespannen voet met elkaar.
Dit weekend laaiden de vijandelijkheden tussen Armenië en Azerbeidzjan weer op. Mogelijk zijn Syrische jihadisten betrokken, die vanuit de Turkse hoofdstad Ankara naar de Azerbeidjaanse hoofdstad Baku zouden zijn ingevlogen.
Ook zegt Armenië dat een Turkse F-16 een Armeens oorlogsvliegtuig heeft neergehaald, waarbij de piloot zou zijn overleden. Turkije ontkent alle aantijgingen.
De Turkse president Erdogan verklaarde maandag ‘met alle middelen en heel mijn hart’ aan Azerbeidzjans kant te staan. Ook zei hij dat het einde van de Armeense ‘bezetting’ van Nagorno-Karabach de enige uitweg uit het conflict is.
Dit gebied hoort officieel bij Azerbeidzjan, maar is na de val van de Sovjet-Unie in 1991 door de Armeniërs bezet tijdens een bloedige oorlog. Azerbeidzjan wil het gebied terug. Volgens Armenië is het gebied historisch gezien Armeens.
Rusland vindt dat Turkije door deze steunbetuiging aan Azerbeidzjan en de mogelijke inzet van legereenheden alleen maar olie op het vuur gooit. ‘We zijn hier categorisch op tegen’, aldus een woordvoerder van het Kremlin gisteren. Vandaag laat Rusland weten dat zijn militaire apparaat de ontwikkelingen in Nagorno-Karabach nauwgezet volgt.
Ook de Democratische presidentskandidaat Joe Biden roept Erdogan op ‘weg te blijven’ van inmenging in het conflict. Biden wil dat zijn tegenstrever Donald Trump zijn macht als Amerikaanse president gebruikt om de leiders van Armenie en Azerbeidzjan aan te sporen tot de-escalatie, tweette hij gisteren.
Biden is bepaald geen fan van Erdogan: eerder noemde hij hem een autocraat, bekritiseerde hij diens anti-Koerdische politiek en zei hij de Turkse oppositie te willen steunen.
Zowel Armenië als Azerbeidzjan weigeren tot nu toe een wapenstilstand en gesprekken om het conflict over Nagorno-Karabach te beslechten.
De Franse president Emmanuel Macron sluit zich vandaag bij Biden aan en noemt de steun van Turkije aan Azerbeidzjan ‘gevaarlijk en onbezonnen’. Hij vindt dat Erdogans ‘oorlogsachtige’ retoriek heeft bijgedragen aan de inspanningen van Azerbeidzjan opnieuw in handen te krijgen.
Macron had al een paar appeltjes te schillen met Erdogan. Hij komt op voor de Griekse en Cypriotische belangen in de Middellandse Zee. Turkije zou daar wateren claimen waar recentelijk aardgas is ontdekt maar die officieel bij Griekenland en Cyprus horen. Frankrijk en Turkije zijn ook tegenpolen wat betreft de burgeroorlog in Libië: Frankrijk steunt daar de Arabische krijgsheer maarschalk Haftar, Turkije steunt de voorlopige regering van Libië.
Dolkan Isa, president van het Wereldcongres van Oeigoeren, zegt dat Oeigoeren in China gedwongen werden om te eten tijdens de heilige vastenmaand ramadan.
Er waren hier in mei dit jaar ook al berichten over: Oeigoeren zouden tijdens de ramadan zelfs gedwongen worden om varkensvlees te eten.
Isa, die tegenwoordig in Duitsland woont, nam deel aan een webinar over de mensenrechtenschendingen in China. ‘De Chinese Communistische Partij ontzegt de leden van de Oeigoerse moslimminderheid alle mensenrechten’, zei Isa daar. ‘Ze mogen hun kinderen zelfs geen religieuze namen geven.’ We moeten China economisch boycotten om dit te stoppen, vindt hij.
Ook sprak Isa over het lastigvallen van Oeigoerse activisten in het Westen, waarvoor de Chinese overheid zelfs Interpol inzet. Aan de Kanttekening vertelde activist Abdurehim Gheni vorig jaar dat hij in Amsterdam soms wordt lastiggevallen door Chinezen. ‘Zij zeggen dat ik allemaal onwaarheden verkondig. Ook is er wel eens een foto gemaakt van mijn auto, inclusief het kenteken.’
Er worden minstens een miljoen Oeigoeren vastgehouden in zogenoemde heropvoedingskampen, waar ze onderworpen zijn aan een streng regime, ideologisch gehersenspoeld worden en dwangarbeid moeten verrichten. Ook vernietigt de Chinese overheid moskeeën in het gebied en worden veel Oeigoerse vrouwen verkracht door Han-Chinezen of gesteriliseerd. Critici vrezen een genocide.
In navolging van veel andere gemeenteeeft de gemeente Den Haag besloten niet langer evenementen te financieren waar Zwarte Piet aan meedoet, meldt Omroep West.
Het stadsbestuur antwoordde PvdA-raadslid Mikal Tseggai, die hierover een motie had ingediend, dat Den Haag Zwarte Piet ook heeft uitgezwaaid. Den Haag volgt hiermee het beleid van veel andere gemeentes en de NTR, die de landelijke intocht uiitzendt.
De motie van Tseggai kreeg steun van de Haagse Stadspartij, GroenLinks, SP en Nida.
‘Den Haag zegt Zwarte Piet officieel vaarwel en geeft geen publieksgeld meer aan activiteiten waar Zwarte Piet gebruikt wordt. Trots op mijn stad’, twitterde Tseggai toen ze het nieuws hoorde.
In 2019 was Den Haag de enige van de vier grote steden waar Zwarte Piet nog zwart was. Onder meer Nijmegen, Amersfoort, Haarlem en Eindhoven deden Zwarte Piet eerder dit jaar in de ban
Kan een Turk wel begrijpen wat een Koerd voelt? Het is een vraag die de laatste jaren steeds meer door mijn hoofd spookt. Bijna in alles dat over de ‘Koerdische kwestie’ gaat, wat eigenlijk veel meer een Turkistische kwestie is waarbij Turken zich vastklampen aan hun racisme en fascisme, neem ik nu eerst een moment van rust om een ‘ommetje langs Koerdistan’ te maken: hoe zou een Koerd dit zien?
Het is een aangeleerde oefening, die ook onder druk van de zwart-witdiscussie in Nederland is ontstaan. Hier wordt dikwijls de vraag geopperd of een ‘witmang’ zwarte pijn kan voelen. Het überhaupt stellen van deze vraag en daarover schrijven is mijlenver verwijderd van het verbale en non-verbale geweld dat Koerden en zwarte mensen dagelijks ondergaan.
De vernietigende impact van vernederende grapjes, minachtende opmerkingen en criminalisering in de media neemt geen ‘moment van rust’. Dit zijn koloniale handelingen die in een split second worden begrepen door de slachtoffers, zonder dat ze daarbij een moer zouden moeten uitleggen aan Turken of witte mensen.
Alleen na jarenlange studie, gesprekken en associatie met mensen die een geproblematiseerde afkomst hun leven lang dragen, begin ik een beetje achter hun pijn te komen. Identiteitspijn bestaat, en voelt soms als een uitgegumde naam, soms als een afgehakte ledemaat.
Ik moet hierbij denken aan wat onlangs is gebeurd in Turkije. Ruim tachtig politici van de Koerdische HDP zijn gearresteerd vanwege ‘banden met de PKK’ en ‘het aanzetten van mensen tot protesten’ tijdens de ISIS-aanval op Kobane in 2014. Het is niet vreemd als u hier niks over heeft vernomen. De NOS heeft er niet over bericht, de Volkskrant ook niet. Bij de Turkse staatstelevisie was sowieso niets hierover te vinden. Moet je nagaan als in Nederland meer dan tachtig gekozen volksvertegenwoordigers allemaal gelijktijdig worden opgepakt door arrestatieteams.
Identiteitspijn bestaat, en het voelt soms als een uitgegumde naam, soms als een afgehakte ledemaat
‘Banden met de PKK’, het ‘aanzetten tot protesten’: als dat de ware aanklachten zijn, zouden Erdogan en zijn handlangers al lang gearresteerd moeten zijn. In 2014 onderhandelde Turkije met de PKK voor een vredesakkoord: zonder ‘banden met de PKK’ is dat moeilijk te doen. En in 2016 riep Erdogan tijdens de couppoging hoogstpersoonlijk mensen op de straten op te gaan. De arrestaties zijn andermaal een poging om de Koerdische beweging politiek te liquideren. Sinds 2016 zitten al meer dan duizenden mensen vast, waaronder voormalig HDP-leiders Selahattin Demirtas en Figen Yüksekdag. Al vier jaar van hun vrijheid beroofd, alleen maar omdat ze een meningsverschil hebben met het eenpersoonsregime van Erdogan.
Voor Turken is het T-woord – ‘terrorisme’ – genoeg om het allemaal goed te praten. Of het K-woord: ‘Koerd’. Onlangs zag ik een filmpje van een man met een Koerdisch voetbalshirt, die wilde laten zien hoe hij in het dagelijks leven door Turken wordt bejegend als hij met Koerdische parafernalia rondloopt. En dus ging-ie op de Turkse versie van Chatroulette, een website die willekeurige personen koppelt via de webcam. Het werd een aaneenschakeling van gescheld op Koerden, symptomatisch voor de alledaagse Koerdische pijn in Turkse contexten.
Die pijn zit bijna overal: in de Turkse geschiedenis, de Turkse taal, het vermijden van onderwerpen. Het is overweldigend en traumatisch, zo erg dat ik heel goed kan begrijpen dat mensen er liever nooit meer over willen praten. Dat ze er gevoelloos voor worden, wegstoppen, verdringen. En uiteindelijk hun Koerdische identiteit moeten verbergen.
Ik hoor in Nederland mijn hele leven dat ‘allochtonen’ moeten ‘integreren’, terwijl met de nadruk op ‘onze normen en waarden’ eigenlijk assimilatie wordt verwacht. Een Turk met een grote bek is niet geïntegreerd, een witte man met een grote bek is een bezorgde burger. We hebben hier last van, ik als Turkse Nederlander en moslim ook, en dit dient aangepakt te worden. Maar het is niet te vergelijken met de bulldozerpolitiek in Turkije.
Je zou denken dat Turkse Nederlanders door hun ervaring hier meer empathie zouden voelen met het Koerdische onbehagen. Helaas. De Turkse haat is sterker gebleken.
Alleen een leven lang het Turkistische denken wegwassen schept ruimte voor meer liefde voor Koerden. Als we het niet proberen, zal het nooit gebeuren ook.
Abduherim Gheni hoorde gisteren van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken hoe het met zijn Oeigoerse familie in China gaat. De Chinese ambassade in Nederland heeft nu, een jaar na het indienen van zijn vraag, eindelijk antwoord gegeven.
Gheni demonstreert nu al ruim twee jaar voor de Oeigoeren in China, in het bijzonder voor zijn achtergebleven familieleden. Na zijn vlucht uit China, dertien jaar geleden, heeft hij ze niet meer gesproken. Alleen zijn broer belde hem begin september – na zes jaar stilte – plotseling op. Dit gesprek werd door de Chinese inlichtingendienst afgeluisterd, denkt hij, en het was niet bepaald een vrij en open gesprek.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft slecht nieuws voor Gheni. ‘Tot mijn grote spijt blijkt uit deze informatie dat een aantal van uw familieleden is veroordeeld tot gevangenisstraffen uiteenlopend van drie tot 16.5 jaar. Verder staat er tot mijn onsteltenis ook dat uw moeder in 2014 zou zijn overleden’, aldus Karen Mössenlechner, directeur Azië en Oceanië bij het ministerie.
Gheni’s familieleden zijn veroordeeld voor ‘het verzamelen van mensen om de openbare orde te verstoren’. Tegen de Kanttekening vertelt Gheni dat hij kapot is van dit nieuws. Maar hij blijft doorgaan met demonstreren, om zo aandacht te vragen voor de mensenrechtensituatie in de Chinese regio Xinjiang.
Gheni: ‘Het is niet moeilijk om te bedenken dat deze ridicule verdenkingen tegen mijn familie dienen als excuses van de Chinese overheid om alle Oeigoeren uit te roeien, alle Oeigoerse families te verwoesten en uiteindelijk Oost-Turkestan (de Oeigoerse benaming voor Xinjiang, red.) volledig te bezetten. China moet weten dat het ooit zal boeten voor de genocide tegen de Oeigoeren, voor de verachtelijke misdaden die het heeft gepleegd.’
Er worden minstens een miljoen Oeigoeren vastgehouden in zogenoemde heropvoedingskampen, waar ze onderworpen zijn aan een streng regime, ideologisch gehersenspoeld worden en dwangarbeid moeten verrichten. Ook vernietigt de Chinese overheid moskeeën in het gebied en worden veel Oeigoerse vrouwen verkracht door Han-Chinezen of gesteriliseerd. Critici vrezen een genocide.
De Nederlandse speelfilm De Oost, waarvan de trailer onlangs is verschenen, heeft bij de Federatie Indische Nederlanders (FIN) voor grote beroering gezorgd. Voorzitter Hans Moll eist dat het bijbehorende lespakket voor middelbare scholieren wordt geschrapt.
De film De Oost gaat over de beruchte kapitein Raymond Westerling en zijn depot speciale troepen, die verantwoordelijk waren voor massamoorden op Indonesische burgers op Zuid-Sulawesi. De film zou deze maand hebben moeten uitkomen, maar vanwege de coronacrisis wordt dit begin volgend jaar.
Wel is de trailer onlangs verschenen. Daarop heeft FIN felle kritiek. Nederlanders worden, aldus FIN, afgebeeld als oorlogsmisdadigers en een officier (foto) – vermoedelijk Westerling – heeft een ‘Hitler-snorretje’. Moll: ‘De geschiedenis wordt verkracht. Dit is een puur anti-Nederlandse propagandafilm.’
Volgens de producent biedt De Oost een ‘multiperspectieve benadering op de koloniale geschiedenis’ en is de film geschikt om te draaien in geschiedenislessen in het middelbaar onderwijs. Moll maakt zich hier kwaad om: ‘Dit moet een grap zijn’, reageert hij.
FIN vertegenwoordigt Indische Nederlanders die zich emotioneel en cultureel met de voormalige kolonie Nederlands-Indië verbonden voelen. De organisatie deed deze zomer tot twee keer toe aangifte tegen actiegroep Aliansi Merah Putih, vanwege het bekladden van het standbeeld van Johan van Oldenbarnvelt en het Indiëmonument in Den Haag.
Een campagnevideo met daarin rapper Insayno is door de Rotterdamse gemeente offline gehaald. De rapper kwam vorige week negatief in het nieuws vanwege antisemitische en gewelddadige uitspraken die hij in het verleden heeft gedaan.
Insayno riep voor de campagne #Hartvoor010 de jeugd op de anticoronamaatregelen te respecteren. Maar nadat de rapper vorige week tot stadsdichter van Haarlem was uitverkoren, kwamen controversiële uitspraken van hem uit het verleden naar boven.
De rapper had in het nummer Zwarte Bladzijde de concentratiekampen een lachertje genoemd in vergelijking met de slavenhandel. Ook zei Insayno dat 9/11 en de aanslag op het Parijse muziektheater Bataclan niet door islamitische terroristen zaten, maar westerse overheden zijn uitgevoerd. Tevens wenste hij FvD-prominent Yernaz Ramautarsing een kogel toe.
Een woordvoerder van de Rotterdamse gemeente betreurt de ophef: ‘Wij zijn geschrokken van alle dingen die naar boven zijn gekomen. Die campagne was positief bedoeld, maar er is een discussie op gang gekomen die je op zo’n moment niet wilt.’
Leefbaar Rotterdam had bij monde van raadslid Tanya Hoogwerf vragen gesteld over Insayno aan burgemeester Ahmed Aboutaleb.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.