20.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 706

Excuses voor het verleden zijn altijd te laat

1

Excuses voor politiek falen in een ver verleden: ze staan tegenwoordig steeds vaker op de agenda. Rutte deed dat in januari voor de Nederlandse nalatigheid bij de Jodenvervolging in ‘40-‘45. Willem-Alexander in maart voor de zogeheten politionele acties even later. Zijn Belgische collega Filip in juni voor Congo. Van Den Haag worden ze nu ook voor het slavernijverleden van anderhalve eeuw terug verlangd.

Daarbij maken de juridisch fijnbesnaarden steeds graag een onderscheid tussen excuses aanbieden en spijt betuigen, omdat aan het ene een prijskaartje van herstelbetalingen schijnt te hangen, en aan het andere niet. Voor betalen voelt zeker Den Haag weinig, zoals de moeizame vergoedingen aan de weduwe van Rawagede in Indonesië illustreerde. ‘Geen cent te veel’, om dat reclamespotje voor het iconische margarinemerk Zeeuws Meisje te citeren. Vanwege dat laatste krijgen excuses meteen ook iets gratuits.

Maar niet alleen om die reden krijgen ze inmiddels iets gratuits – dat is ook omdat ze, om echt betekenisvol te zijn, veel eerder gemaakt hadden moeten worden.

Zeker in het geval van eventuele herstelbetalingen wordt het ingewikkeld. Dat is bij de vermoorde Joden en de Javanen nog overzichtelijk, omdat daar nog kinderen in leven zijn. Maar bij de slaven van weleer zijn we al vele generaties verder, en het genealogisch ingewikkelde van de slavenmaatschappij was dat blanke slavenhouders ook op grote schaal zwarte slavinnen bezwangerden. De nakomelingen daarvan zijn dus zowel nazaat van de daders als van de slachtoffers.

Was die complexiteit niet mede een van de redenen dat Obama – weliswaar niet een van de krachtigste maar wel een van de verstandigste presidenten van de VS – bij zijn aantreden in 2008, over de toen in zwarte kring gekoesterde verwachtingen omtrent het snel ‘goedmaken’ van de geschiedenis verkondigde: het verleden is jammer? In dezelfde dagen dat Griekenland en Macedonië elkaar weer eens voor een VN-tribunaal in de haren vlogen over de vraag: van wie is Alexander de Grote eigenlijk – 2332 jaar na de dood van?

Het bekritiseren van de doden is makkelijker dan van de levenden, want de doden zeggen niets terug

Die excuses: ik ben er niet per se tegen, zo is het niet. En die van Rutte werden in Joodse kring ook zeker op prijs gesteld, nadat men er jaren vergeefs op had gewacht.

Maar juist dát maakt ze nu dus politiek tegelijk ook gratuit. Na zo lange tijd excuus aanbieden wordt namelijk makkelijk omdat de indertijd verantwoordelijken niet meer kunnen reageren en protesteren. Een minister die voor Nederlandse wandaden uit 1945 zijn excuses aanbiedt hoeft niet meer met zijn voorganger in debat, terwijl hij dat risico in pakweg 1970 nog wel had gelopen. Het bekritiseren van de doden is makkelijker dan van de levenden, want de doden zeggen niets terug. Dat is het tijdsverschil met die knieval van Willy Brandt in Warschau.

Het is niet toevallig dat Den Haag eerdere kansen voor excuses heeft laten lopen, omdat men zo’n confrontatie nog niet aandurfde. Beatrix mocht in 1995 van de VVD niet bij de vijftigjarige viering van de Indonesische onafhankelijkheid zijn, voormalig overloper Poncke Princen mocht Nederland niet binnen: doodsbang voor met geweld dreigende Oudindischgasten gingen de liberalen door de knieën.

En dan nu die gasten zelf dood zijn, plots heel nobel zelfkritiek etaleren? Waarbij de vraag rijst of de huidige politici bijvoorbeeld tijdens de bezetting werkelijk veel moediger en standvastiger zouden hebben geopereerd. Die vraag zou een toenmalige topambtenaar indien nog in leven nu vast zijn beter wetende opvolgers hebben gesteld. Wie ziet hoe men tegenwoordig al vanwege veel kleiner bestuurlijk ongemak – Brabantse bestuurders ten overstaan van agressieve boeren – snel door de knieën gaat en zich aan de vermeende tijdgeest aanpast om economische belangen te waarborgen, krijgt twijfels.

Wat daarom pas écht moedig zou zijn: excuses voor het Nederlandse falen in Srebrenica. Want de dáárvoor politiek en militair verantwoordelijken zijn deels nog in leven, en kunnen (en zullen dus ook) nog luidkeels protesteren. En oef!: die Dutchbatters, dat zijn kiezers – de weduwen van Srebrenica zijn dat niet. En kiezers, die stoot men, net als tijdens de Poncke Princenaffaire, liever niet voor het hoofd.

Deze radicaal-rechtse denkers zien juist een bondgenoot in de islam

1

Uiterst rechtse mensen zijn niet per definitie anti-islam, laten wetenschappers Julian Göpffarth Esra Özyürek (London School of Economics) zien. Dat doen zij op de website van Open Democracy, de mensenrechtenorganisatie die wordt gefinancierd door multimiljardair en filantroop George Soros.

De twee schrijven dat sommige uiterst rechtse denkers de islam juist als bondgenoot zien. Moslims zouden een spirituele bezieling hebben die de ‘decadente’ Europeanen zouden hebben verloren.

Als voorbeeld noemen de auteurs de radicaal-rechtse Franse publicist Alain Soral (foto). Hij beschouwt de islam niet als een bedreiging, maar vindt dat de islam Europa juist helpt om terug te keren naar de oude spirituele en traditionele wortels. De waarden van de islam passen heel goed bij de waarden van het katholicisme, stelt hij.

Sommige rechtse denkers geloven dat de islam wellicht een tegengif kan zijn om het ‘Angelsaksische liberale kapitalisme en rationalisme’ tegen te gaan. Een van deze stemmen is kunstenaar Mushin Sebastian Hennig, die samen met Björn Höcke van Alternative für Deutschland een boek schreef. Hij bekeerde zich in de jaren negentig van de vorige eeuw tot de islam en heeft sterke banden met de kringen rond maandblad Islamitische Zeitung.

Hennig staat niet alleen, maar is duidelijk in de minderheid, betogen Göpffarth en Özyürek op Open Democracy. De meeste uiterst rechtse denkers die voor spirituele vernieuwing pleiten zien de islam niet als een bondgenoot, maar als een concurrent. Europa moet zich spiritueel vernieuwen, juist als tegenactie tegen ‘islamisering’, vinden zij. Onder deze groep bevinden zich ook niet weinig ex-moslims, zoals Youtube-influencer Feroz Khan en de tot het katholicisme bekeerde ex-moslima Sabatina James.

Ook vroeger waren sommige uiterst rechtse denker positief over de islam, schrijven de auteurs. In de jaren twintig was de islam heel populair in de Duitse Weimarrepubliek. Nationalisten beschouwden de islam als een middel om Duitsland spiritueel te vernieuwen. Ook het nationaalsocialisme zag de islam als bondgenoot, namelijk tegen een zogenaamd decadente, liberale, door Joden beheerste Westerse wereld.

Turkije-analist: opgedoken video Joe Biden ‘godsgeschenk’ voor Erdogan

0

In Turkije werd onlangs verontwaardigd gereageerd op uitlatingen van de Amerikaanse presidentskandidaat Joe Biden. De Democraat leverde in een onlangs opgedoken video felle kritiek op de Turkse president Erdogan en zei de Turkse oppositie te zullen steunen.

Volgens Turkije-analist en voormalig oppositiepoliticus Aykan Erdemir is de video een godsgeschenk voor de Turkse president Erdogan. De video zou Erdogan, die worstelt met een slechte economie, dito opiniepeilingen en daarbovenop de coronapandemie, in staat stellen de aandacht hiervan af te leiden.

De transformatie van de Haga Sofia in een moskee leverde Erdogan een beetje extra populariteit op, maar dat is volgens Erdemir niet genoeg. Ook het conflict met Griekenland over Turkse activiteiten in de Middellandse Zee is niet voldoende om populair te blijven, denkt Erdemir.

De video van Biden stelt Erdogan in staat om de Verenigde Staten te bekritiseren. Regeringsfunctionarissen beschuldigen de VS van betrokkenheid bij de mislukte coup van 2016.

Ezdemir: ‘Elke keer dat de regering-Erdogan een discussie oproept over een buitenlands debat rond een antiwesters of anti-NAVO-sentiment, blijft de oppositie in dat kader – met gebruikmaking van de terminologie die de regering gebruikt.’

De oppositie blijft in dit kader, zegt Erdemir, uit angst om in de gevangenis te belanden of als verraders bestempeld te worden. De situatie lijkt volgens hem een beetje op die in nazi-Duitsland. ‘Ook veel Duitsers waren tijdens het Derde Rijk stil en hielden zich aan de regeringslijn hielden’.

‘Rutte heeft Zwarte Piet-brief Jesse Jackson nooit beantwoord’

1

Minister-president Mark Rutte heeft de open brief van Jesse Jackson over Zwarte Piet nooit beantwoord. Dit schrijft Afro Magazine.

De organisatie Rainbow/Push, de mensenrechtenorganisatie van Jesse Jackson, laat weten alleen een bevestiging te hebben ontvangen van het kantoor van de Nederlandse ambassadeur in Washington DC, die de brief heeft doorgestuurd naar de premier.

‘Dat was onze laatste communicatie met een Nederlandse ambtenaar. We ontvingen geen bericht terug van de premier of zijn vertegenwoordiging’, aldus Rainbow/Push.

In juni stuurde Jesse Jackson een brief naar Rutte, waarin hij betoogde dat Zwarte Piet niet meer van deze tijd is en dat het tijd is voor Rutte om moreel leiderschap te tonen. De Kanttekening publiceerde deze brief.

Tijd voor een genuanceerd gesprek over herstelbetalingen

4

In 2013 presenteerde een commissie van vijftien Caribische landen, verenigd in Caricom, een tienpuntenplan voor de herstel van gerechtigheid. Eén van deze tien punten had betrekking op financiële herstelbetalingen aan de rechtmatige nazaten van tot slaaf gemaakte Afrikanen die vervolgens naar Caribische (ei)landen zijn verscheept.

De Nederlandse media hadden alleen maar oog voor dit ene punt, ook omdat oud-kolonie Suriname een van de Caricom-landen was die dit plan steunde. Daarmee werden de overige punten van de commissie compleet genegeerd en ontstond er een gepolariseerd debat over geld, niet over het herstel van de grootschalige mensenrechtenschending die eeuwen heeft geduurd. Een volwassen, postkoloniaal gesprek over het gezamenlijke slavernijverleden is hierdoor (opnieuw) uitgebleven.

Dit onderwerp is niet nieuw. Zo presenteerde Armand Zunder in 2010 zijn boek Herstelbetalingen: De ‘Wiedergutmachung’ voor de schade die Suriname en haar bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme. Hierin berekent Zunder dat Nederland in totaal 50 miljard euro aan Suriname zou moeten betalen voor ‘het menselijke leed dat ze heeft veroorzaakt tijdens het kolonialisme en de bedragen die betaald hadden moeten worden als compensatie voor het werk dat is verricht’.

Eind juli voegde schrijver Arnon Grunberg zich in NRC achter deze gedachte van Zunder. Daags na zijn pleidooi in het NRC wist Grunberg ook de Belgische publieke opinie te beïnvloeden met een vergelijkbaar opinieartikel. Zowel in Nederland als in België kreeg Grunberg de nodige reacties op zijn pleidooi, maar de Belgische reacties bevatten meer diepgang, nuance en constructieve gedachten om het onderliggende gesprek naar een hoger niveau te tillen. Zo reageerden drie Belgische hoogleraren dat een waarheids- en verzoeningscommissie nodig is als aanvulling op de in België ingestelde Bijzondere parlementaire commissie over het koloniale verleden (‘Congocommissie’): ‘Een van de oplossingen is het niet te hebben over ‘herstelbetalingen’ voor zaken in het verleden, maar over toekomstgerichte investeringen.’

Dergelijke commissies bestaan in Nederland, met uitzondering voor het koloniale verleden in Indonesië, niet. Hierdoor ontbreekt een onafhankelijke schets van de historische gebeurtenissen rondom het slavernijverleden en blijft er discussie bestaan over wat historische feiten zijn en wat fictie is. Zonder zo’n objectief vertrekpunt is een gesprek over oprechte excuses van de Nederlandse staat aan andere staten en/of aan nakomelingen van tot slaaf gemaakte Afrikanen bij voorbaat gedoemd te mislukken. Spreken over financiële compensatie is dan hetzelfde lot beschoren: er ontstaat dan snel discussie over wie geld moet geven aan wie, waarom, hoeveel en dergelijke. Deze oppervlakkigheid leidt onnodig af van de inhoud van het wezenlijke, mensenrechtelijke en emancipatoire vraagstuk dat het slavernijverleden én zijn gevolgen voor het hedendaagse, multiculturele Nederland is.

Onder Nederlandse politici is nog veel onwetendheid en onbewust verzet tegen open gesprekken over het koloniale en slavernijverleden

Dat brengt me weer bij de Caribische Caricom-commissie en hun tienpuntenplan. Dit plan is gebaseerd op een historische schets van het slavernijverleden met betrekking tot de betreffende Caribische landen en voormalige, Europese kolonisatoren. Europese landen zijn niet bij de commissie betrokken geweest. Een gemengde commissie met zowel Caribische als Europese commissieleden en een gezamenlijke onderzoeksopdracht vanuit alle betrokken landen was effectiever geweest. Dan had bijvoorbeeld de Nederlandse regering de Nederlandse bevolking kunnen betrekken bij dit proces, zodat er maatschappelijk draagvlak ontstaat om het resultaat van de commissie serieus te nemen. En niet alleen onder de Nederlandse bevolking.

Ook onder Nederlandse politici is nog veel onwetendheid en onbewust verzet tegen open gesprekken over het koloniale en slavernijverleden. Binnen mijn eigen CDA merk ik dat geregeld. Alhoewel ik zelf geen voorstander ben van een plat instrument als herstelbetalingen als een simplistische afkoopsom voor een complex en dodelijk mensenrechten schendend systeem, vind ik dat we hier een open gesprek over moet kunnen voeren. Voor verschillende rechts-conservatieve partijgenoten is alles dat met het koloniaal verleden en slavernijverleden te maken heeft echter al snel ‘gezeur’ of ‘slachtoffergedrag’.

We hebben als land richting een meer inclusieve samenleving nog een lange weg te gaan en het CDA is daarin helaas geen uitzondering. Laten we samen dit delicate onderwerp serieus nemen, daarin de nuance zoeken die het alleen al historisch gezien verdient en, naar Belgisch voorbeeld, een stevige commissie in het leven roepen. Deze moeten we laten volgen door een aparte verzoeningscommissie, die vooruitkijkt naar het herstellen van de onmiskenbare wonden die het verleden nog altijd slaat in het heden. Zo kunnen we zorgen voor een gelijkwaardige, rechtvaardige en menswaardige toekomst voor alle (ex-)Rijksgenoten.

Hoe Kuifje de nieuwe posterboy van extreemrechtse Fransen werd

0

De kikker Pepe the Frog was aanvankelijk apolitiek, maar werd daarna geannexeerd door extreemrechtse internetters. Kuifje dreigt nu hetzelfde te overkomen: de Belgische stripheld wordt door Frans extreemrechts als posterboy omarmd, schrijft het Britse online medium Wired.

In 2019 verscheen op een Franse extreemrechtse website een hommage aan Kuifje-tekenaar Hergé, honderd jaar na de schepping van de strip. In dit bizarre artikel werden 24 nieuwe titels voorgesteld voor de Kuifje-albums.

Kuifje en het Zwarte Goud (Tintin au pays de l’or noir) heette Kuifje en de zwarte chador (Tintin au Pays du Tchador Noir), De Zwarte Rotsen (L’Île Noire) werd Kleine zwarten met boerka’s (Lille Noir de Burqas). Lille verwijst naar de Noord-Franse stad waar veel immigranten verblijven. Kuifje in Afrika werd Afrika komt naar Kuifje, met een boot vol Afrikaanse migranten die de Middellandse Zee oversteken.

Uiterst rechts ging al eerder met Kuifje aan de haal. Op internet is een fake Kuifje-verhaal te vinden, dat in de jaren negentig is gemaakt door Front National: De dag zal komen. Hierin zien Kuifje en zijn beste vriend kapitein Haddock met lede ogen Frankrijk transformeren in een islamitische kolonie. Als Arabieren Kasteel Molensloot bezetten, besluit de kapitein om lid te worden van Front National.

Dat Kuifje zo gemakkelijk voor het karretje wordt gespannen door extreemrechtse figuren, ligt volgens de Franse stripkenner Vincent Bernière ook aan het karakter van de Belgische stripheld zelf. Kuifje is een onbeschreven blad, zonder psychologisch profiel. Je kan heel gemakkelijk jouw wensen en dromen op hem projecteren. ‘Het is een van de redenen van zijn succes.’

Aanvankelijk was Kuifje-maker Hergé zelf ook behoorlijk rechts, blijkens albums als Kuifje in het land van de Sovjets (anticommunistisch), Kuifje in Afrika (racistisch) en De geheimzinnige ster (antisemitisch) getuigen hiervan. Na de Tweede Wereldoorlog sloeg Hergé een milder pad in. Cokes in voorraad is een aanklacht tegen illegale slavenhandel in Oost-Afrika en in Kuifje en de Picaro’s gaat Kuifje de strijd aan met een Latijns-Amerikaanse dictator. Er circuleren ook linkse memes van Kuifje.

Israëlische soldaten schieten dove Palestijnse man neer

0

Een dove Palestijnse man (60) werd gisteren neergeschoten door Israëlische militairen bij een checkpoint. Palestijnen en mensenrechtenorganisaties zijn woedend, bericht de Arabische nieuwszender al Jazeera.

Volgens een woordvoerder van de Israëlische politie liep de man in een gebied ten noorden van Jeruzalem, waar alleen voortuigen zijn toegestaan. Veiligheidstroepen zouden de man hebben gewaarschuwd, maar hij zou zijn doorgelopen. Pas nadat ze hem neerschoten in zijn benen, kwamen de militairen erachter dat hij doof was.

Dit incident en de recente tragische dood van een 32-jarige Palestijnse autist, die werd gedood omdat hij voor een terrorist werd aangezien, hebben tot een storm van kritiek geleid. Israël zou excessief geweld gebruiken en geen rekening houden met mensen met een beperking.

‘Eerst schieten ze, dan pas checken ze’, zegt de Arabisch-Israëlische oppositiepolitica Heba Yazbak. ‘Het neerschieten van een onschuldige dove Palestijn is slechts nog een voorbeeld van het gemak waarmee Israëlische veiligheidstroepen mensenlevens kunnen beschadigen.’

Moslim krijgt christelijke begrafenis, Nida boos: ‘Grove schending rechten’

1

De dakloze moslim Madi Soh uit Haarlem heeft een christelijke begrafenis gekregen. Nida Rotterdam heeft met afschuw gereageerd.

Nida-raadslid Bas van Noppen spreekt van ‘een grove schending van mensenrechten’, aldus Dagblad 010 : ‘Geen islamitische uitvaart. Dat betekent: geen eeuwige grafrust, geen rituele wassing en geen dodengebed. De pastoor in kwestie was op de hoogte van de wens voor islamitisch begraven en heeft deze willens en wetens naast zich neergelegd.’

Het NIDA-raadslid heeft VVD-wethouder Bert Wijbenga gevraagd of dit soort situaties zich ook in Rotterdam en omgeving voordoen. Ook wil hij weten of er in Rotterdam en de regio Rijnmond een beleid bestaat voor het begraven van moslims zonder familie of sociaal netwerk, zoals in het geval van Madi Soh.

In Haarlem worden zulke begrafenissen verzorgd door de lokale christelijke hulpstichting Stem in de Stad. De uitvaart wel geleid door een katholieke pastoor. Volgens de Islamitische Raad Haarlem is vooral deze pastoor de schuldige: zij zou Madi Soh expres geen islamitische begrafenis hebben gegeven.

Marokko worstelt met aanhoudend racisme: ‘Marokkanen zijn in ontkenning’

1

De dood van de Amerikaan George Floyd leidde eind mei tot een golf aan protesten tegen politiegeweld en racisme. Mensen over de hele wereld gingen de straat op, maar niet in Marokko. En dat is niet omdat daar geen racisme is.

Mohamed Brahimi groeide op in de Marokkaanse stad Casablanca. 31 jaar geleden verhuisde hij naar Amerika, waar hij nu als hoogleraar werkt aan de Worcester State University in Massachusetts. Toen hij een aantal jaren na zijn verhuizing naar de Verenigde Staten met een witte vrouw wilde trouwen, vonden zijn Marokkaanse ouders dat geen enkel probleem. ‘Maar als het een zwarte vrouw was geweest, dan was hun reactie wel anders geweest’, zegt Brahimi.

De dood van Floyd maakte wereldwijd een grote indruk. Ook in Nederlandse steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht protesteerden mensen tegen racisme. Dat soortgelijke protesten in Marokko uitbleven, kan gedeeltelijk komen door de corona-uitbraak, maar Brahimi denkt dat ook zonder pandemie de reactie binnen Marokko niet groot was geweest. ‘Er is racisme in Marokko, maar we hebben het er niet over.’

Brahimi vertelt verder over zijn huwelijk: ‘Marokkanen willen geen interraciale huwelijken. Ze zeggen dan: ‘We willen dat onze mannen met onze vrouwen trouwen, maar we hebben verder niets tegen zwarte mensen. Ik wil gewoon niet dat onze kinderen met cultuurverschillen opgroeien.’ Maar wat ze eigenlijk bedoelen, is dat ze geen zwarte kinderen en kleinkinderen willen, want een Marokkaanse man en een Amerikaanse, witte vrouw hebben natuurlijk ook cultuurverschillen. Dus het gaat niet over cultuur, het gaat over huidskleur.’

Verenigde Staten vs. Marokko

Volgens Brahimi is de meerderheid van de Marokkanen in ontkenning: ‘Ze doen alsof discriminatie in Marokko niet bestaat.’ De hoogleraar legt uit dat de Marokkaanse geschiedenis anders is dan die van de Verenigde Staten. Zo had Marokko nooit gesegregeerde scholen, restaurants of bussen. ‘Maar dat betekent niet dat Marokko een racisme-vrije staat heeft gecreëerd.’

Een deel van de ontkenning komt door het geloof, vertelt hij. ‘De islam is heel duidelijk over racisme: er is geen verschil tussen wit, zwart, rood of geel. De mensen die het dichtst bij God staan, zijn de mensen die goed doen, niet degenen die wit of zwart zijn. Marokkanen denken daarom dat ze absoluut niet racistisch zijn, omdat ze moslim zijn.’

‘Er is racisme in Marokko, maar we hebben het er niet over’

Maar in de praktijk gaat het anders. Brahimi schrok toen hij erachter kwam dat komieken op nationale platformen zwarte mensen belachelijk maken, vooral migranten uit sub-Sahara Afrika zijn daar het slachtoffer van. ‘Marokkaanse komieken demoniseren zo een hele groep mensen’, zegt Brahimi.

Ook kent Marokko geen beleidsmaatregelen, zoals in de Verenigde Staten affirmative action bestaat en positieve discriminatie in Nederland, waarbij actief wordt gestreefd naar diversiteit onder bijvoorbeeld werknemers en studenten. Brahimi: ‘Marokko doet niets om dit probleem aan te pakken of te verkleinen.’

Migranten uit sub-Sahara Afrika

In Marokko kun je spreken van verschillende groepen donkere inwoners. In het zuiden van Marokko heb je bijvoorbeeld de Haratin, een inheemse bevolkingsgroep waarvan de meerderheid in Mauritanië (ten zuiden van Marokko) woont. Ook zijn de Marokkanen uit het Saharagebied vaak donkerder dan de Marokkanen die bijvoorbeeld in het noorden van het land wonen. Als laatste heb je nog de migranten uit sub-Sahara Afrika. Zij vormen volgens Brahimi hun eigen categorie en worden het zwaarst gediscrimineerd.

‘Migranten uit sub-Sahara Afrika worden behandeld als derderangs inwoners. Net als de racisten in Amerika en Europa, zeggen ook Marokkanen: ‘De migranten komen onze banen afpakken.’

Naar schatting wonen ongeveer 700.000 sub-Sahara-Afrikanen in Marokko. De migranten komen uit landen als Mali, Ivoorkust en Senegal en zijn vaak gevlucht vanwege geweld of slechte economische omstandigheden. Vaak wordt Marokko gezien als een tijdelijke verblijfplaats en hopen de vluchtelingen op een later moment door te kunnen reizen naar Europa.

De Nederlander Wouter IJzerman woonde zes maanden in Marokko en deed daar onderzoek naar de sub-Sahara Afrikaanse migranten. Voor zijn onderzoek en artikelen voor de Engelstalige nieuwswebsite Morocco World News sprak hij met twintig migranten. ‘Eigenlijk heeft iedereen dezelfde ervaring: er wordt niet naar hen omgekeken. Er is een stilzwijgend superioriteitsdenken onder Marokkanen en dat is diep verankerd in het dagelijks leven.’

Veel van de migranten werken als prostituee, schoonmaker of ze bedelen op straat. Een betere baan kunnen zij vaak niet krijgen, een verblijfsgunning evenmin. ‘Ik sprak een vrouw uit Kameroen die drie kinderen had achtergelaten. Een tijd lang verkoos ze het bestaan van prostituee boven dat van huiselijk werker. Ze kon het niet verdragen om gekoeioneerd en gepest te worden door de Marokkaanse vrouwen en kinderen.’

‘Er is een stilzwijgend superioriteitsdenken onder Marokkanen, diep verankerd in het dagelijks leven’

Ook buiten het werk om worden de migranten vaak onheus bejegend en gediscrimineerd. Een van de grootste problemen is volgens IJzerman het opdrijven van de prijzen. ‘Migranten kunnen al heel lang in een bepaalde wijk wonen, maar toch worden er voor hen hogere prijzen gehanteerd op de markt of in winkels. Marokkanen denken gewoon: jij hoort hier niet.’

Een ander groot probleem is het huren van woningen. Tijdens zijn onderzoek ontdekte IJzerman dat het heel normaal is voor huisbazen om te zeggen dat zij niet aan ‘Afrikanen’ verhuren. Het is daarom moeilijk voor de vluchtelingen om huurcontracten te krijgen en te behouden. Daarnaast krijgen de migranten vaak te maken met geweld, zegt IJzerman.

‘Veel van de migranten waren verbaasd over hoe slecht ze worden behandeld. Sommige migranten zijn moslims, maar ze krijgen meer steun van christelijke organisaties dan van de islamitische Marokkanen. Dat toont wel aan hoe diep racisme in deze maatschappij is verankerd.’

Mijn naam is niet zwarte’

Zes jaar geleden ontstond door de slechte behandeling van migranten in Marokko een beweging die zich uitsprak tegen racisme. Onder de titel ‘Massmytich Azzi’ (‘Mijn naam is niet zwarte’ in het Marokkaans-Arabisch) startte de beweging een campagne op sociale media, er werden foto’s en banners verspreid en T-shirts gemaakt.

‘Deze groep verdient absoluut waardering. Ze hebben een campagne gevormd en zich uitgesproken tegen de huidige situatie’, zegt hoogleraar Brahimi. ‘Toch was het geen significante beweging, zeker als je het vergelijkt met een beweging als Black Lives Matter, die wereldwijd invloed heeft gehad.’

Volgens Brahimi bemoeilijkt de Marokkaanse overheid het vormen van een solide protestgroep. Het is daarom niet gek dat ook de ‘Massmytich Azzi’-beweging uiteindelijk ophield te bestaan. ‘Je kunt als organisatie alleen geld krijgen van de overheid als je informatie verspreidt die voor haar gunstig is. Dus een actiegroep als deze krijgt geen subsidie en moet gedragen worden op de schouders van mensen die simpelweg iets goeds willen doen, maar dat blijkt vaak niet genoeg te zijn. Ze maken even geluid, dan gaat het licht uit en verdwijnen ze van het toneel.’

Brahimi verwacht in de nabije toekomst dan ook geen protestbeweging of systematische verandering binnen de overheid op het gebied van discriminatie. ‘Binnen de regering is geen aandacht voor dit onderwerp. Zodra je erover begint, zeggen anderen: ‘Maar hoe zit het met de Marokkanen zelf? Die hebben het ook niet goed.’ Daar hebben ze natuurlijk wel een punt, want veel jonge Marokkanen proberen het land te verlaten en sterven soms zelfs in de zee onderweg naar Spanje. Toch hebben racisme en economische tegenslagen niets met elkaar te maken. Het is een excuus om racistisch te zijn.’

IJzerman sluit zich daarbij aan: ‘De migranten kunnen niet zelf voor hun rechten opkomen, omdat ze vaak illegaal in Marokko zijn. Marokkanen zullen hen niet verdedigen en maken juist steeds opnieuw duidelijk dat ze ‘hun plek moeten kennen’ en de slechte omstandigheden moeten accepteren.’

Tommy Hilfiger lanceert eigen hoofddoek

0

Kledinglabel Tommy Hilfiger heeft zijn eerste hoofddoek gelanceerd. Dit schrijft het Arabische medium the National.

Het kledingstuk is gemaakt van een lichte jacquarddoek in zacht grijs, versierd met de initialen TH (Tommy Hilfiger).

Het is niet de eerste keer dat Tommy Hilfiger de moslima-consument op het oog heeft. Onlangs droeg hijabi-model Halima Aden (foto, rechts) een op maat gemaakte boerkini van Tommy Hilfiger.

Het is geen verrassing dat Tommy Hilfiger zich aansluit bij de groeiende lijst van modehuizen die graag op de markt willen inspelen. Volgens het Global Islamic Economy-rapport is de mode-industrie voor islamitische vrouwen die zich ‘zedig’ willen kleden wereldwijd naar schatting £ 250 miljard euro waard.

Een aantal grote namen, zoals Giorgio Armani, Dolce & Gabbana, Burberry en DKNY, hebben allemaal kleding voor de islamitische markt uitgebracht, net als modehuizen H&M en Mango.