20.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 774

Een stevig weerwoord? Een dupliek

3

Mijn laatste column, waarin ik betoogde dat Nederland zijn IS-vrouwen en -kinderen moet terughalen, zorgde op social media voor nogal wat ophef.

Ik schreef dat Nederland zich wel inzet voor Nederlanders die in buitenlandse gevangenissen zitten, maar de vrouwen en kinderen van IS-strijders in de kou laat staan. Een opmerkelijke rechtsongelijkheid. Ik besloot mijn column met de suggestie dat de terughoudendheid van de Nederlandse staat zou kunnen liggen aan de afkomst (huidskleur) of het geloof (de islam) van deze vrouwen.

Opvallend was de emotionaliteit van de reacties hierop, die grotendeels van populisten kwamen en voornamelijk uit gescheld bestonden. Aan dat laatste wil ik pertinent niet meedoen.

Daarom was de reactie van Gert Jan Geling een verademing. Ik ben het met hem eens dat de publieke discussie via het vrije woord en met argumenten moet worden gevoerd. Ook ben ik het met hem eens dat een column moet prikkelen en aanzetten tot nadenken. Maar gelet op het laatste, valt de behoefte van Gert Jan aan een ‘stevig weerwoord’ op. Zijn mening hierover was al bekend vanuit een eerder gepubliceerd stuk over dit onderwerp in Trouw.

Maar goed, laten we zijn argumenten nader bekijken. Hij vertrekt vanuit de veronderstelling van een islamitisch gevaar. Dat zou bijzonder groot zijn bij terugkeerders uit IS-gebied. Ik begrijp deze vrees wel, maar vindt die wel opgeblazen. Want gevaar geldt voor iedereen die uit oorlogsgebied komt, zoals teruggekeerde Nederlandse militairen en dat geldt ook voor veroordeelde criminelen die naar Nederland terugkeren.

Belangrijker nog: mijn column ging over de rechtsongelijkheid tussen Nederlandse onderdanen in het buitenland. Dat het islamitisch gevaar vooral in Nederland vergroot wordt, is af te lezen aan het feit dat andere landen wél hun burgers uit IS-gebied terughalen. Dit punt negeerde Gert Jan.

Tegenstanders kunnen aanvoeren dat er wel degelijk aanslagen zijn gepleegd door moslims, maar niet door teruggekeerde militairen. In de VS is dat anders, maar laat mij meegaan met dit argument. Enkele tegenwerpingen zijn dan op hun plaats.

Ten eerste: de meeste bomaanslagen zijn niet in Nederland gepleegd, maar in omliggende landen. Deze aanslagen werden grotendeels gepleegd door homegrown geradicaliseerden in eigen land, niet door terugkeerders.

Daarbij is het type aanslagen verschoven van terroristische netwerken die bommen tot ontploffingen brengen naar individuen die met messen insteken op voorbijgangers. Dat heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid kort geleden ertoe bewogen om het dreigingsniveau te verlagen van 4 naar 3.

Maar het belangrijkste punt is dat de aanslagplegers gefrustreerde mannen zijn en geen vrouwen of moeders. Waarom dan de vrouwen en de kinderen de dupe laten worden van de individuele acties van enkele mannen? Ook dit aspect is onder het online gescheld bedolven. Dit laat wel zien hoezeer het gevaar van IS-vrouwen wordt uitvergroot.

Je moet heilige witte huisjes aan de kaak kunnen stellen

Gert Jan Geling meent dat ik de racismekaart trek. Zou hij dat ook vinden als het ging om blanke vrouwen, homo’s en Joden? Door de suggestie dat de Nederlandse staat niet vrij is van raciale voorkeuren en door anti-moslim-sentimenten op deze manier af te doen, smoort hij het vrije woord dat hij zegt te verdedigen. Je mag het er eigenlijk niet over hebben. Maar we moeten het er juist wel met elkaar over hebben. Je moet heilige witte huisjes aan de kaak kunnen stellen.

Gert Jan schrijft dat de Nederlanders in buitenlandse gevangenissen en in IS-gebieden uit zowel kleurlingen als blanken bestaan. Dat is zeker waar. De etnische afkomst van de Nederlandse Syriëgangers varieert van Marokkaans, Somalisch, Antilliaans, Turks, Turks-Koerdisch tot Nederlands-autochtoon. Maar in de buitenlandse gevangenissen overheersen blanken (die waar mogelijk teruggehaald worden) en in de IS-gebieden zijn het kleurlingen (die niet teruggehaald worden). Deze nuances veranderen het beeld én de conclusies.

Nederland klopt zich op de borst als het om de mensenrechten gaat, maar moet ook de daad bij het woord voegen. Je kunt wel heel kritisch zijn over de situatie in bijvoorbeeld Iran of Saoedi-Arabië, maar als je tegelijkertijd de in Syrië opgesloten IS-vrouwen en -kinderen aan hun lot overlaat, dan zijn je met de mond beleden principes weinig waard.

Ten slotte valt mij op dat er in Nederland nauwelijks kritisch wordt gereflecteerd op de islamkwestie. Deze kwestie gaat terug tot de economische crisis van de jaren tachtig en is langzaam vernauwd tot een terrorismevraagstuk. Aanvankelijk waren het vooral de populisten die in deze pot roerden – Pim Fortuyn en Geert Wilders – maar met hun politieke opmars werd islamkritiek gemeengoed in Nederland.

Het allertreurigste is dat ook de Nederlandse staat steeds vaker dit geluid verkondigt, zoals ik in mijn vorige column al betoogde. Daarom is het de intellectuele plicht van columnisten om kritisch tegenover clichés over de islam te staan. En die kritische houding tegenover machthebbers mis ik bij Gert Jan Geling.

Peiling: driekwart Duitsers ziet Erdogan als bedreiging

0

75 procent van de Duitsers ziet de Turkse president Recep Tayyip Erdogan als een bedreiging voor de stabiliteit en de veiligheid in de wereld.

Dit blijkt uit een opiniepeiling door het onderzoeksinstituut Institut für Neue Soziale Antworten, schrijft de Duitse website Focus Online.

Erdogan ligt in het buitenland onder vuur vanwege zijn autoritaire politiek. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is in het geding, de vrije pers is gesmoord en duizenden vermeende tegenstanders van het regime zitten in de gevangenis. Toch is Erdogan in de ogen van het Duitse publiek niet de gevaarlijkste politicus.

Dat is Donald Trump, die door 80 procent van de respondenten als een gevaar voor de stabiliteit in de wereld wordt gezien. Erdogan staat met 75 procent op nummer twee. De Turkse president wordt gevolgd door de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un (73 procent) en de Russische president Vladimir Poetin (63 procent).

Duitsers maken zich ook zorgen over klimaatverandering (42 procent), islamistisch terrorisme (38 procent) en de vluchtelingencrisis (33 procent).

Egyptische anti-islamofobiemonitor woedend op Wilders

1

De aankondiging van Geert Wilders van afgelopen zaterdag om alsnog een Mohammed-cartoonwedstrijd te organiseren haalde het wereldnieuws. Hoewel dit een ‘grap’ bleek te zijn en Wilders zondagochtend al opeens een ‘winnaar’ bekendmaakte, zorgde de cartoonwedstrijd voor enige ophef in de islamitische wereld. Het in Egypte gevestigde Observatorium tegen Islamofobie heeft maandag in een persbericht het initiatief van de Nederlandse politicus veroordeeld.

In zijn reactie benadrukte het Observatorium tegen islamofobie dat de vrijheid van meningsuiting nooit zo ver mag gaan dat ”heilige religies” bespot mogen worden, maar dat het de plicht is van regeringen en overheden om ervoor te zorgen dat religieuze symbolen worden beschermd tegen aanvallen en opzettelijke karikaturen.

‘Het is een regelrechte provocatie van moslimgevoelens in Nederland en over de hele wereld, waarvan extremistische groeperingen profiteren.’

Het Observatorium stelde bovendien dat Geert Wilders een rechtsextremist is, die zich voedt met gevoelens van haat, discriminatie en onderdrukking. Wilders zou zich schuldig maken aan rassendiscriminatie tegen moslims, omdat hij moslims de schuld geeft van alle problemen waarmee Nederland kampt.

Jordanië wil dat Netflix ‘anti-islamitische’ serie Messiah offline haalt

1

Het koninkrijk Jordanië wil dat Netflix de serie Messiah offline haalt, omdat deze anti-islamitisch zou zijn.

De serie gaat over CIA-agente Eva Geller (Michelle Monaghan) die een man genaamd Al-Massih (Mehdi Dehbi) onderzoekt, die claimt dat hij de teruggekeerde Isa (Jezus) is.

De serie is deels opgenomen in Jordanië, maar de Koninklijke Commissie van Jordanië heeft de serie nu in de ban gedaan, omdat die de islam zou bespotten. Jordanië wil dat Netflix de serie offline haalt.

De pijn zit hem vooral in de naam van het karakter Al-Massih, de Messias in het Arabisch. Niet alleen Jezus (Isa al-Masih) wordt zo genoemd, maar ook Al-Massih ad-Dajjal, letterlijk de bedrieger. Hij is de Antichrist in de islam.

Het is niet duidelijk of de Al-Massih van Netflix echt Isa/Jezus is, of een bedrieger. Will he con or convert you?(Wil hij je bedriegen of bekeren?) is de vraag die in de serie wordt gesteld.

Een petitie tegen Messiah op de website Change.org is nu door meer dan 4.000 mensen ondertekend, vooral door moslims. Ook onder orthodoxe christenen is de serie echter omstreden, omdat de serie niet het verhaal over Jezus’ wederkomst vertelt zoals dat in de Bijbel staat.

Het ‘dekoloniseren’ van Suriname is vooral campagneretoriek

0

De politieke partij BIJ1, geleid door het Amsterdamse raadslid Sylvana Simons, spreekt geregeld over het belang van ‘dekolonisatie’. Dit doet zij in de context van het stimuleren van gelijkwaardigheid tussen Nederlanders. Zo pleitte deze partij onlangs, met steun van GroenLinks, voor dekolonisatie van het vak wiskunde op Amsterdamse middelbare scholen.

‘Nu wordt het vooroordeel in stand gehouden dat alleen de westerse beschaving relevante ontwikkelingen in de wiskunde en de natuurwetenschappen heeft gemaakt. Dat voedt het – vaak onbewuste – beeld dat witte mensen slimmer en beschaafder zijn dan niet-witte mensen.’

Het pleidooi van BIJ1 is ook in de voormalige kolonie Suriname geregeld in de politieke arena te horen. President Desi Bouterse is hiervan overigens de grootste pleitbezorger. Sterker nog: hij ziet het vonnis dat hem onlangs veroordeelde tot twintig jaar celstraf als een Haagse neokoloniale truc en wil Suriname voor eens en voor altijd dekoloniseren.

Altijd interessant hoe dezelfde woorden op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd. BIJ1 omschrijft dekolonisatie als ‘het terugvinden van een identiteit en trots op de eigen cultuur, want die heeft gedurende de periode van kolonisatie onder druk gestaan. In de minst zware gevallen werden cultuur en identiteit als primitief en minderwaardig gezien; in de meest heftige gevallen is de oorspronkelijke cultuur actief vernietigd.’

Bouterse, op zijn beurt, zei in februari 2019 bij de herdenking van zijn eigen militaire staatsgreep in 1980 dat ‘de dekolonisatiestrijd van Suriname nog in volle gang is’. En ook na het vonnis van de Krijgsraad refereerde hij hiernaar. Het proces zou een ‘door Nederland georkestreerd, politiek proces’ zijn. Zijn advocaat sprak van een ‘achterwaarts dekolonisatieproces’, waarvan het strafproces de ‘laatste horde’ is.

Al jaren heeft Bouterse politiek en electoraal gezien baat bij zijn pleidooi van dekolonisatie. Hij gaat in mei 2020 op voor zijn derde, achtereenvolgende termijn als president en ondanks het vernietigende vonnis ziet het er rooskleurig voor hem uit. In de opiniepeilingen blijft de NDP nog altijd de grootste partij. Mijn verwachting is dat Bouterses verkiezingscampagne de nodige dekolonisatieretoriek zal bevatten. Harder dan ooit tevoren.

 

‘Al jaren heeft Bouterse politiek en electoraal gezien baat bij zijn pleidooi van dekolonisatie’

In de eindfase van deze campagne krijgt Bouterse steun uit onverwachte hoek, in de persoon van auteur en NIOD-onderzoeker dr. Ellen de Vries. Zij komt daags voor de verkiezingen met een nieuw boek, waarin ze beschrijft hoe de Nederlandse kolonel Hans Valk toenmalig militair Bouterse in 1980 aan de macht hielp. Dit deed Valk door Bouterse te helpen bij het plegen van de militaire staatsgreep op 25 februari van dat jaar. De rol van Nederland in de aanloop naar deze staatsgreep, en daarmee indirect rondom de Decembermoorden, blijft tot op de dag van vandaag boven de Surinaamse markt hangen.

Wat die rol exact is geweest, is vastgelegd in de ‘geheime Suriname-dossiers’. De Tweede Kamer heeft besloten deze dossiers tot 2060 achter slot en grendel te bewaren in het Nationaal Archief in Den Haag. In 2017 riep ik de Tweede Kamer in de Volkskrant op om deze dossiers alsnog openbaar te maken. Tot die tijd blijft Bouterse baat hebben bij de vele geruchten in de Surinaamse samenleving over de rol van Nederland bij de militaire staatsgreep.

‘Als zulke geruchten kloppen, betekent het impliciet dat de Nederlandse Staat in 1980 het internationaal recht heeft overtreden door de soevereiniteit van een bevriende, democratische natie willens en wetens te schenden. Des te belangrijker om eens de waarheid te vertellen’, schreef ik toen. Ik blijf daar ook twee jaar later bij.

Als de geruchten kloppen, krijgt Bouterse gelijk over de kwalijke rol die Nederland in de jaren tachtig in Suriname heeft gespeeld. Tegelijkertijd was het Bouterse zelf die heulde met de neokoloniale vijand en die zijn plek op het Surinaamse pluche toentertijd te danken had aan zijn vrienden uit Den Haag.

Maar als de geruchten niet kloppen, krijgt Bouterse ongelijk en staat hij politiek behoorlijk in zijn hemd. Zijn campagne van ‘dekolonisatie’ wordt dan meteen uitgehold. En zijn politieke opponenten zullen garen spinnen via hun (dis)kwalificatie van Bouterse als goedkope charlatan, die constant flirt met de werkelijkheid om er vervolgens met de leugen vandoor te gaan.

Ik vind het echter niet aan een individuele, Nederlandse auteur om, te midden van de hitte van de Surinaamse verkiezingsstrijd, de verkiezingen behoorlijk te beïnvloeden – ook als het onbedoeld is. Zeker niet als Ellen de Vries voor haar onderzoek géén beroep kan doen op geheime dossiers met cruciale informatie.

Idealiter zouden historici van het Nationaal Archief uit Nederland én uit Suriname gezamenlijk de ‘geheime Suriname-dossiers’ bestuderen. Vanuit hun onafhankelijke rol en positie kunnen ze deze dossiers dan gezamenlijk openbaren en duiden. Het groene licht daarvoor kan enkel worden gegeven door de Nederlandse Tweede Kamer.

Zou BIJ1 vanuit de Amsterdamse gemeenteraad niet alleen durven pleiten voor dekolonisatie van het wiskundeonderwijs, maar ook voor dekolonisatie van de gedeelde geschiedenis van Suriname en Nederland? En zal GroenLinks daarbij opnieuw als haar partner fungeren in politiek Den Haag? De bal ligt bij hun buitenlandwoordvoerder Bram van Ojik, en de tijd zal het leren. Maar wachten tot 2060 zou een neokoloniale schande zijn.

Britse perswaakhond: moslims worden in kranten slechter behandeld

2

‘Ik vermoed dat er over moslims soms op een manier wordt geschreven waarop kranten simpelweg niet over Joden of katholieken zullen schrijven.’ Dit zegt Alan Moses, voorzitter van de Britse perswaakhond Independent Press Standards Organisation (Ipso), tegen de krant Financial Times.

De observatie van Moses komt twee maanden voor de publicatie van een richtlijn van Ipso voor journalisten, over hoe ze genuanceerd over moslims moeten schrijven. Volgens een hoorzitting, die afgelopen jaar is gehouden, staan de gedrukte media vol vooroordelen over moslims.

Ipso zou daar als perswaakhond te weinig tegen doen. Ipso heeft zich deze kritiek aangetrokken en komt daarom met een richtlijn.

Tendentieuze verhalen op de voorpagina, waarin moslims een negatieve rol spelen, doen de verkoop van kranten stijgen, zegt Moses. Ook geeft hij aan dat er soms nepnieuws over moslims wordt verspreid.

Ipso is een organisatie die door journalisten zelf is opgezet. De organisatie kan rectificaties afdwingen bij kranten en op termijn er zelfs toe overgaan de krant te laten sluiten.

‘Kans bestaat dat Erdogan vervroegde verkiezingen inlast’

3

Volgens Ömer Taspinar van de Amerikaanse denktank Brookings Institution kan de Turkse president Recep Tayyip Erdogan maar beter opteren voor vervroegde verkiezingen. Dit schreef de Turkije-deskundige maandag in Asia Times.

Naast de economische problemen kampt Erdogan met de vluchtelingencrisis, de groeiende politieke crisis met de Verenigde Staten en de nieuwe politieke partijen van voormalig AKP-kopstukken Ali Babacan en Ahmet Davutoglu. Taspinar vermoedt dat Erdogan wel eens vervroegde verkiezingen zou kunnen inlassen, zodat hij nog grip op Turkije blijft houden.

De verkiezingen zullen, als er tussentijds niets gebeurt, pas in 2023 plaatsvinden. ‘Zijn kansen om te winnen zijn niet sterk’, zegt Taspinar, ‘maar moeilijke tijden vragen om straffe maatregelen.’

CBS: islam afgelopen 10 jaar niet gegroeid in Nederland

3

Uit de publicatie De jaren tien in cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de islam tussen 2010 en 2019 met 0 procent is gegroeid in ons land.

Moslims maakten in 2010 5 procent van de Nederlandse bevolking uit. Hoewel er nu meer moslims in Nederland wonen dan in 2010, zijn ze relatief gezien even groot gebleven als groep. Dit komt doordat de Nederlandse bevolking in deze periode ook is gegroeid.

Het christendom kampte in het afgelopen decennium met krimp. De katholieken verloren 5 procent van hun aanhang, de hervormden 2 procent en de gereformeerden 1 procent. Het aantal onkerkelijken nam toe met 8 procent. Voor het eerst in een meerderheid (53 procent) van de Nederlanders onkerkelijk.

Vrouwen met beenhaar, mannen met nagellak: gender wereldwijd in het Tropenmuseum

3

Vorig jaar kreeg de eerste Nederlander een ‘X’ in het paspoort. Toch wordt een derde van de Nederlandse transgenders maandelijks beledigd om wie ze zijn. In vele andere culturen bestaan er echter allang meer genders dan twee. Het Tropenmuseum in Amsterdam zocht uit hoe er over de hele wereld naar gender wordt gekeken.

Er komt steeds meer aandacht voor mensen die zich niet thuis voelen in de binaire gendercategorieën ‘man’ en ‘vrouw’. Niet alleen mensen die een geslachtsverandering (willen) ondergaan of op een andere manier buiten de gebaande genderpaden treden zien de normen graag versoepelen. Ook mannen en vrouwen die zich niet per se van hun categorie hoeven te ontdoen hebben behoefte aan meer ruimte voor speling. Waarom zouden we nog moeilijk doen over vrouwen met beenhaar en mannen met nagellak?, denken zij.

Dat dacht het Tropenmuseum ook. De tentoonstelling What a genderful world tast de gendernormen in culturen over de hele wereld af, zodat bezoekers worden aangespoord tot nadenken: welke normen houd ik er zelf op na? En wat betekent het nou eigenlijk, zo’n norm?

‘Wereldwijd is er een duizelingwekkende veelheid aan ideeën over mannelijkheid, vrouwelijkheid en vele andere mogelijkheden,’ staat op het bordje bij de ingang van de tentoonstelling. ‘De omgeving waarin je opgroeit en leeft, heeft hierop invloed. Zoals op Samoa, waar mannen rokken dragen. Of India, waar een derde gender in je paspoort bestaat.’

In het Westen worden jurken en make-up door de meeste mensen gezien als iets vrouwelijks en is het tonen van spierkracht iets mannelijks. Het Tropenmuseum laat zien dat dat niet vanzelfsprekend is. Kijk maar naar andere culturen. Bij de Wajana, een inheemse groep in Suriname, zijn het bijvoorbeeld juist de mannen die hun gezicht beschilderen en zich uitdossen. En bij de Wodaabe, onderdeel van de Fulani in Niger, behoren eyeliner en lippenstift tot het mannelijke schoonheidsideaal. Mannen van de Songhai in Mali krijgen een tuniek als bruidsschat van hun vrouw, en versieren deze tijdens hun leven met borduursels.

De wil om het lichaam te versieren is dus niet inherent aan vrouwelijkheid. Sterker nog, die sterke tweedeling tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid is ook niet in alle culturen even aanwezig. Native Americans kennen naast mannen en vrouwen ook two-spirit-mensen. Two-spirit is de benaming voor het derde gender, dat een traditionele, ceremoniële rol vervult. Ook de Zapoteken, een inheemse Mexicaans volk, kennen een derde gender: muxe, mannen die vrouwelijke rollen aannemen.

Gender betekent dus in allerlei culturen iets anders, terwijl we veel dingen als vanzelfsprekend beschouwen. Waarom is het noodzakelijk deze vanzelfsprekendheid uit te dagen? Volgens Dragana Stojmenovska, researcher gender en sociale structuren aan de Universiteit van Amsterdam, zijn er twee redenen om bij gendernormativiteit stil te staan.

‘Ten eerste: genderuitingen zijn niet bij de geboorte aanwezig. Ze ontstaan door continue socialisatie en het dagelijks controleren van elkaars uitingen. Ten tweede: omdat dit vaak negatieve consequenties heeft. Denk bijvoorbeeld aan de uitdrukking ‘Boys don’t cry’. Mannen zijn niet ‘van nature’ niet in staat om te huilen, ze zijn gesocialiseerd om huilen als niet-mannelijk te beschouwen. Dit heeft veel negatieve psychosociale gevolgen voor mannen en de manier waarop ze met zichzelf en met andere mensen omgaan.’

Dingen zijn niet ‘gewoon zoals ze zijn’ volgens Stojmenovska, en dat idee maakt nu dan ook plaats voor andere denkbeelden. ‘Stel je voor dat we jongens zouden toestaan ​​en zelfs aanmoedigen om te huilen. Dat zou zo geweldig zijn voor hun geestelijke gezondheid.’

De consequenties van ideeën over wat natuurlijkerwijs vrouwelijk of mannelijk zou zijn, vinden hun hun oorsprong in beeld en taal, suggereert het Tropenmuseum. Bouquetreeksromannetjes bevestigen keer op keer het stereotype beeld van de smachtende vrouw die gered of veroverd moet worden, sprookjes gaan vaak over prinsessen die prinsen nodig hebben. Niet bepaald promotiemateriaal voor de zelfredzaamheid van de vrouw.

‘Gender is een sociaal construct, maar de gevolgen zijn zeer reëel’

Volgens Stojmenovska kan het wel waar zijn dat vrouwen gemiddeld meer van specifiek ‘vrouwelijke’ dingen houden dan mannen en omgekeerd, maar heeft dit niets met een natuurlijke neiging te maken.

‘Er is veel wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat er geen ondersteuning is voor deze biologische hypothese. Een voorbeeld is dat mannen gemiddeld beter zijn dan vrouwen in ruimtelijke oriëntatie. De reden hiervoor is dat jongens worden aangemoedigd om verkenners te zijn vanaf jonge leeftijd, waardoor ze hun gevoel voor oriëntatie beter ontwikkelen. Het belangrijkste punt om te onthouden is dus dat gender een sociaal construct is, maar dat de gevolgen ervan wel zeer reëel zijn.’

Dat ‘de natuur’ niet zoveel doet, suggereert ook de video die aan het begin van de tentoonstelling in het Tropenmuseum wordt getoond. Courtney Act, popzanger, reality tv-persoonlijkheid en drag queen, legt daarin het verschil tussen gender en geslacht als volgt uit: ‘Gender zit tussen je oren, en geslacht zit tussen je benen.’ Daartussen spelen zich nog wat biochemische processen af, maar daar gaat het hier niet over. Wat belangrijker is, is dat de gedachteloze vermenging van gender en geslacht voor onnodige normen en hokjes zorgt, met alle gevolgen van dien.

En toch: zijn die biochemische processen niet enigszins bepalend voor hoe we ons gedragen? Iemand die wil dat we meer rekening houden met biologische factoren in sociale discussies rondom gender en geslacht, is de Vlaamse filosofe Griet Vandermassen. Op het Brainwash festival pleitte zij afgelopen zomer voor een nieuw feminisme, en kaartte daarbij een beladen onderwerp aan: de biologie. Verschillen tussen mannen en vrouwen zijn biologisch geworteld, zegt zij juist, en dat moet worden erkend.

Lange tijd was ook Vandermassen overtuigd dat meisjes meer van zorgtaken hielden omdat ze van kinds af aan steeds met poppen moesten spelen. Gaandeweg raakte ze echter meer geïnteresseerd in evolutiepsychologie, iets dat door velen als pseudowetenschap werd bestempeld. Kort gezegd verwijst ze daarmee wél naar die ‘menselijke natuur’.

Vrouwelijke schoonheid is volgens haar bijvoorbeeld helemaal geen culturele constructie. Volle lippen, grote borsten en een gave huid zijn universele tekenen van schoonheid, omdat ze op vruchtbaarheid duiden. Dat mannen deze voorkeur hebben is dus een integraal onderdeel van hun seksuele psychologie, en dat vrouwen deze uiterlijkheden nastreven is nuttig voor de voortplanting.

Dit soort ideeën zijn ook gewoon common sense, maar worden vertroebeld door ideologie, zegt Vandermassen. Volgens haar is er juist een overweldigende hoeveelheid bewijs dat de biologie een grote rol speelt in genderkwesties en sekseongelijkheid. Dat vrouwen meer geïnteresseerd zijn in ‘vrouwelijke’ activiteiten, is volgens haar evolutionair voorspelbaar.

‘Gender zit tussen je oren, en geslacht zit tussen je benen’

We vragen Stojmenovska hoe zij over het biologie-verhaal denkt. Bepaalt je geslacht je gender? ‘Ik zou eigenlijk zeggen dat het andersom is,’ zegt zij. ‘Namelijk dat gender je geslacht bepaalt. De bepaling van ‘biologische sekse’ is enorm complex. Mensen worden niet alleen geboren met XX- of XY-chromosomen, maar ook met X, XXX, XXY, XXXX, XXXY, enzovoort. Naast chromosomen zijn de factoren die geslacht bepalen hormonen, interne en externe geslachtsorganen en secundaire geslachtskenmerken. Als we naar de variaties en combinaties van al deze elementen kijken, komen we niet bij twee verschillende groepen mensen, maar eerder bij een geslachtsspectrum.’

Er zijn dan ook geen genetische tests die sekse ondubbelzinnig kunnen definiëren, zegt Stojmenokska. ‘De relatie tussen geslachtschromosomen, geslachtsdelen en genderidentiteit is complex en wordt niet volledig begrepen. Waarom hebben we dan, gezien deze complexiteit, het idee van twee geslachten?’

Tussen de evolutiepsychologie en sociologie lijkt op dit moment weinig overlap, en ergens is dat jammer. Wat niet helpt is dat er van beide kanten wordt verwezen naar ‘een grote hoeveelheid bewijs’. Een ingewikkelde kwestie, en het Tropenmuseum legt die dan ook vooral weer neer bij de bezoeker zelf. Een grote bak met verschillende soorten speelgoed is bedoeld als experiment: als kinderen zelf mogen kiezen, wat pakken ze dan? Het lijkt erop dat veel kinderen toch voor de voorspelbare auto’s en poppen gaan. Hun socialisatie is wellicht al begonnen.

De tentoonstelling What a genderful world is nog te zien tot 23 augustus 2020 in het Tropenmuseum te Amsterdam.

Turkse rechter: liken van PKK-leden op social media is vrijheid van meningsuiting

1

Iemand die op Facebook een foto van PKK-leden heeft geliked, is door een Turkse rechtbank vrijgesproken op grond van de vrijheid van meningsuiting. Dit meldt de website Turkish Minute.

Nadat Mürvet Aslan een foto met daarop PKK-leden had geliked, kreeg hij een strafzaak aan zijn broek. De aanklacht: ‘het verspreiden van propaganda namens terroristische organisaties’.

De Koerdische PKK voert in het zuidoosten van Turkije een gewapende opstand tegen de Turkse staat. De organisatie is door Turkije, de EU en de VS bestempeld als terroristische organisatie.

Aslan mag dan wel een foto met daarop PKK-leden hebben geliked, maar er was geen sprake van het publiceren of delen van dit bericht – en dus ook niet van het verspreiden van propaganda. Dit is het oordeel van de rechtbank in het zuidoostelijke Mardin.

Ook merkte de rechtbank op dat de vrijheid van meningsuiting de meest geschonden vrijheid is in ‘de strijd tegen terrorisme’.