17.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 815

China: ‘Raad van Europa steunt terrorisme’

1

China beschuldigt de Raad van Europa van steun aan terrorisme. Ilham Tohti, een tot levenslang veroordeelde Oeigoerse intellectueel, is namelijk genomineerd voor de Vàclav Havel mensenrechtenaward, een prijs die wordt toegekend door de Raad van Europa.

De islamitische hoogleraar economie Ilhan Tohti (49) komt uit Xinjiang in het noordwesten van China, waar Oeigoerse moslims in de meerderheid zijn. Tohti werd in 2014 gevangengenomen en veroordeeld tot levenslang voor ‘separatisme en steun aan terrorisme’.

De Raad van Europa verklaart Tohti’s voordracht doordat hij ‘al meer dan twintig jaar gewerkt heeft aan het verbeteren van de situatie van de Oeigoerse minderheid en het bevorderen van de interetnische dialoog en het begrip in China.’

Het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat Tohti ‘een separatist was die terrorisme ondersteunt’. ‘We roepen de betrokken instelling op om deze nominatie in te trekken en te stoppen met het ondersteunen van separatistische activiteiten en terrorisme.’

Mensenrechtenorganisaties verdenken China ervan een miljoen mensen, voornamelijk Oeigoerse moslims, in internaten en heropvoedingskampen te hebben ondergebracht.

Het CIDI: gebalanceerde informatiestrekking over Israël of rechtse propagandaclub?

3

Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) staat bij veel mensen bekend als een degelijke, betrouwbare organisatie. Dit komt mede door de goed onderbouwde Monitor Antisemitische Incidenten die het CIDI elk jaar uitbrengt. Toch groeit de kritiek op de organisatie, vooral vanuit de zijde van pro-Palestijnse activisten.

Jaap Hamburger van Een Ander Joods Geluid, een Joodse stichting die kritisch is op Israël, kan niet aan de indruk ontkomen dat het CIDI is geradicaliseerd. ‘Het debat verhardt, ook internationaal. Israël is een lakmoesproef, om te kijken waar je politiek staat. Het CIDI is onderdeel van de polarisatie geworden. De organisatie heeft nu alle schijn laten varen objectief te zijn. Het CIDI presenteert zich als onafhankelijk, maar is tegenwoordig een verlengstuk van Israël geworden.’

‘Het CIDI is inderdaad niet neutraal, ons doel is om goed over Israël te informeren’, vertelt Hanna Luden, die sinds 2015 de organisatie leidt. Volgens haar is CIDI niet links of rechts. ‘Het beeld is nu dat als je Israël steunt je rechts bent, en als je de Palestijnen steunt je links bent, maar dat is onzin. In Israël wonen mensen met verschillende politieke opvattingen en dit geldt ook voor Joden in Nederland. Israël heeft ook linkse regeringen gehad. In Israël is er nu een rechtse regering aan de macht, in Nederland ook. Men probeert het CIDI in de rechtse hoek te duwen, maar dat is niet terecht; de tegenstelling links-rechts, zeker in verband met Israël, is onjuist.’

‘Het CIDI heeft geen goede argumenten meer, dus kiest het voor persoonlijke aanvallen’

Hamburger ziet dit anders. ‘Je hebt nu uitgesproken rechtse mensen rondlopen bij het CIDI, die flink polariseren, zoals medewerker en FvD-lid Paul van der Bas en medewerker Hidde van Koningsveld. Dat zijn jonge honden met een uitgesproken mening. In hun jongheid zijn ze ongeremd, ze zoeken de grenzen op. Dat lijkt te gebeuren met instemming van de directie en het bestuur.’ Volgens Hamburger is het CIDI, in vergelijking met vroeger, veel rechtser. ‘Het CIDI heeft eigenlijk geen goede argumenten meer. Daarom kiest de organisatie nu voor persoonlijke aanvallen.’

Als voorbeeld noemt Hamburger de aanval op de Nederlandse diplomate Angélique Eijpe van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die in een artikel van CIDI-jongerenvoorzitter Van Koningsveld verweten wordt een pro-Palestijnse activiste te zijn omdat ze oprichter is van de One State Foundation, in de woorden van Van Koningsveld ‘een organisatie die de éénstaatoplossing en een boycot van Israël promoot’. Hamburger: ‘PVV, ChristenUnie en SGP hebben hier in de Tweede Kamer kritische vragen over gesteld, daarbij gesouffleerd door het CIDI. Doel was om Eijpe de mond te snoeren.’

Luden verdedigt Van Koningsvelds kritiek op Eijpe: ‘Onze kritiek is simpel: we vinden dat een diplomaat geen activist mag zijn, zeker niet in een ander land. Stel dat een Israëlische diplomaat een NGO zou oprichten om het Nederlandse boerkaverbod aan te vechten.’

Volgens Ronny Naftaniel, die van 1980 tot 2013 CIDI-directeur was, is het CIDI niet veranderd, maar de rest van de wereld. Dit komt mede door de polarisatie in de samenleving. ‘Meningen worden dankzij de opkomst van sociale media nu heel compact en hard geuit. Alles is zwart-wit, er zijn geen grijstinten meer.’

Als Naftaniel op Twitter aangeeft dat hij iets wat Israël doet verkeerd vindt, krijgt hij nauwelijks retweets. ‘Het past niet in het straatje van de ene groep. En de andere groep vindt mij sowieso al fout, omdat ik volgens deze mensen in het foute kamp zit. Ik ben lid van de Partij van de Arbeid. Je hebt aan de ene kant mensen die mij vragen waarom ik nog steeds de PvdA steun, omdat die partij links is en dus anti-Israël zou zijn. Maar laatst was er ook iemand die vond dat de PvdA mij maar moest royeren, omdat hij vond dat ik van de Israëllobby was.’

Hanna Luden en Jaap Hamburger (Foto’s: YouTube)

Antisemitisme en Israëlkritiek

Volgens Hamburger heeft de polarisatie er ook toe geleid dat de antisemitismebeschuldiging wordt gepolitiseerd, met als doel alle kritiek op Israël te smoren. Het CIDI is volgens Hamburger vooral kritisch op antisemitisme en vermeend antisemitisme uit linkse en islamitische hoek, iets wat Luden en Naftaniel ontkennen.

Hamburger: ‘Rechts is veel antisemitischer dan links, denk hierbij vooral aan de alt-right. Maar Israël is dikke maatjes met Donald Trump en de Hongaarse premier Viktor Orbán, omdat zij de bezetting van de Westbank en de nederzettingenpolitiek steunen. Zij doen dat niet omdat zij zo gek op Joden zijn, maar omdat Israël wordt gezien als het perfecte voorbeeld van een etnostaat. Dat willen Trump en Orban in eigen land ook.’

Sommigen vinden dat je Israëlkritiek en antisemitisme moet loskoppelen. Het CIDI hield zich aanvankelijk alleen bezig met het verstrekken van informatie over Israel, vertelt historicus Bart Wallet. ‘De organisatie werd in 1974 opgericht, vlak na de Jom Kippoeroorlog en de oliecrisis. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bereidde een resolutie voor die in 1975 werd aangenomen, waarin zionisme als racisme werd veroordeeld. Voor Nederlandse Joden was dit schrikken, omdat ze zich als slachtoffers van racisme beschouwden. Nu werden ze opeens als daders aangewezen. Het CIDI werd in het leven geroepen om een weerwoord te bieden, om goede, betrouwbare informatie over Israël te verstrekken. Pas in jaren negentig is het CIDI antisemitismebestrijding erbij gaan doen. In de jaren tachtig was hier een andere organisatie voor, de Stichting Bestrijding Antisemitisme, oftewel Stiba. Nadat de Stiba ter ziele ging heeft het CIDI deze taak overgenomen.’

Hamburger is voor loskoppeling. ‘De teneur is nu dat je antisemiet bent als je niet voor 100 procent achter Israël staat. Maar dat zorgt voor inflatie van het begrip, waardoor mensen onverschillig worden. ‘Het zal wel.’ En dan heb je geen oog meer voor het echte antisemitisme. Dat is het risico van zulke gepolitiseerde antisemitismeverwijten.’

‘Dat je 100 procent ‘achter Israël’ moet staan om geen antisemiet te zijn is een platitude’

Luden is het niet met Hamburger eens. ‘Soms wordt ons wel eens gevraagd of het wel goed is én over Israël te informeren én antisemitisme te monitoren, maar Israëlkritiek en antisemitisme vloeien vaak in elkaar over en kun je moeilijk uit elkaar trekken. De grens is vaag. Niet weinig Israëlcritici zijn antisemitisch. Als mensen kritisch zijn op mij, omdat ik iets over Israël heb gezegd wat ze niet aanstaat, beginnen ze soms ook over mijn neus (volgens een oud antisemitisch stereotype hebben Joden een haakneus, red.). Helaas zijn veel mensen onzuiver in hun kritiek.’

Luden is het daarnaast absoluut niet eens met Hamburger, die het CIDI verwijt vooral de pijlen op links te richten en rechts te ontzien. ‘We moeten alle vormen van antisemitisme aanpakken. Ik sluit ook niet uit dat een persoon met extreemrechtse ideeën een aanslag pleegt op een synagoge, net als in Pittsburgh.’

Ook met het verwijt van Hamburger, die stelt dat het CIDI Israëlkritiek in de ban probeert te doen, is Luden het niet eens. ‘Dat je volgens ons 100 procent ‘achter Israël’ moet staan om geen antisemiet te zijn is ook zo’n platitude. De term ‘achter Israël staan’ is op zichzelf op zijn minst verwarrend te noemen. Laat ik het zo stellen: wij staan achter het bestaansrecht van de staat Israël, voor 100 procent, maar niet per definitie achter regeringsbesluiten- en handelingen. Deze beoordelen wij per geval, en inderdaad niet altijd is iedereen bij ons op kantoor eens. Dat niet iedereen in Israël, maar ook niet bij CIDI achter Trump staat, achter Orban of iets dergelijks is ook duidelijk’.

Luden vertelt dat in de commotie over Orbáns aanval op George Soros, de Hongaars-Amerikaanse miljardair en filantroop met een joodse achtergrond die door uiterst rechts verantwoordelijk wordt gehouden voor de vluchtelingencrisis, het CIDI duidelijk stelling heeft genomen. En ook tegen Netanyahu, die graag vriendjes met de Hongaarse premier wil blijven ondanks diens flirt met antisemitische complottheorieën.

Bart Wallet en Ronny Naftaniel (Foto’s: YouTube)

Wim en Sam van Rooy

En hoe zit het met Wim en Sam van Rooy, de vader en zoon uit Vlaanderen die bekend staan om hun stevige kritiek op de islam en door de pro-Palestijnse activisten van het Nederlandse The Rights Forum als ‘extreemrechts’ worden omschreven?

Ronny Naftaniel is niet blij met het feit dat Wim en Sam van Rooy meegedaan hebben aan de laatste Israëlreis van het CIDI. ‘Ik vind het niet heel gelukkig dat ze zijn meegegaan. Maar dat politici meegingen, dat is niet zo bijzonder. Vroeger gingen er SP-politici mee, je kon er op wachten dat ook rechtse politici aan de reis zouden deelnemen.’

Dat hierover ophef was, dat verbaast Naftaniel niet. ‘Israëlcritici zijn al langer kritisch over onze reis. Dat de Van Rooy’s dit jaar meegingen werd natuurlijk met beide handen aangegrepen.’ Maar dat de CIDI-reis een propagandareis zou zijn, dat bestrijdt Naftaniel. ‘Dat was het niet in mijn tijd als CIDI-directeur en dat is de reis nog steeds niet. Het CIDI wil mensen informeren. We spreken dus ook met Palestijnse vertegenwoordigers van Fatah (de regeringspartij in de Palestijnse gebieden, red.) en ook van Hamas, en ook met linkse Joodse politici. Doel is om een afgewogen beeld te schetsen, nuance aan te brengen. Er gaan ook linkse journalisten mee met de reis.’

Hanna Luden vertelt dat Wim en Sam van Rooy het CIDI zelf hebben benaderd. ‘We nodigen elk jaar journalisten van diverse media uit, ook fotografen en beleidsmakers trouwens, maar we zijn terughoudend als het gaat over politici. Wim van Rooy is geen politicus, maar treedt veel op in de media, ook de Nederlandse. Vlaanderen heeft geen organisatie als het CIDI en we wilden graag ook dat het Vlaamse publiek over Israël wordt geïnformeerd. Ook in dit geval hopen we op nuances. En zo kunnen ze bijvoorbeeld zien hoe moslims – ook mét hoofddoek – geïntegreerd zijn in de Israëlische samenleving. Ze hebben bovendien de reis helemaal zelf betaald.’

Luden is niet bang dat het uitnodigen van de Van Rooy’s schadelijk is voor het imago van het CIDI. ‘Tegenstanders proberen ons altijd zwart te maken en te framen. Daar zijn die twee nu het vehicle voor. Ik zou, als ik in België zou wonen, niet op het Vlaams Belang stemmen. Maar we willen het hele spectrum informeren.’

‘Het CIDI schurkt nu aan tegen vertegenwoordigers van Vlaams Belang’

Historicus Bart Wallet noemt de Israëlreis ‘één van de instrumenten die het CIDI tot beschikking staat’. Andere organisaties organiseren soortgelijke activiteiten. Dat mag, zegt Wallet. Het is volgens hem niet waar dat de CIDI-reis alleen voor ‘rechts’ bestemd is. Wel beaamt hij dat de CIDI-reis ‘onder linkse journalisten steeds meer een taboe lijkt te worden’. Maar hij vindt het desalniettemin een ‘legitieme manier’ om mensen te informeren. ‘De Palestijnen zouden eigenlijk ook zo’n soortgelijke reis moeten organiseren, voor hun kant van het verhaal.’

Hamburger is ook positief over het feit dat Wim en Sam van Rooy zijn meegegaan, maar om heel andere redenen: ‘Ik ben zeer verheugd dat het CIDI vader en zoon Van Rooy op reis heeft meegenomen, om nog enig volume te geven aan het gezelschap, waar ook Arie van Amerongen (beter bekend als columnist Arthur van Amerongen, red.) deel van uitmaakte. Kennelijk is de animo in Nederland om deel te nemen aan dit hasbara-bad (hasbara is de Israëlische vorm van propaganda. Het woord wordt vertaald met ‘verklaring, verduidelijking’, red.) gering tot nihil. Het gaat hier om deelnemers van de tweede en derde garnituur. Dat is winst.’

De Een Ander Joods Geluid-voorman vervolgt: ‘Tegelijkertijd is het natuurlijk zeer verontrustend dat het CIDI er geen been in ziet Vlaams Belang voor zijn karretje te spannen; de heren de Rooy staan in een lange, rijke, xenofobe, bij wijlen fascistische Vlaamse politieke traditie, waar Jodenhaat niet vreemd aan is. Wie welwillend is, kan het nog zien als grenzeloze politiek-historische onbenulligheid van het CIDI, maar ik houd het voor een provocatie, een gotspe ingegeven door rechtse overmoed. Het CIDI schurkt nu aan tegen vertegenwoordigers van Vlaams Belang, met islamofobe geloofspapieren. Ook hier volgt het weer slaafs de politieke koers van Benjamin Netanyahu en Donald Trump. Leve de ‘onafhankelijkheid’ die het zo graag predikt.’

Turkije: nieuwe burgemeester Istanbul draait geldkraan dicht, pro-regeringsmedia in problemen

1

TürkMedya, eigenaar van de staatsgezinde kranten Aksam en Günes en zender 24 TV, is zwaar in de problemen gekomen. Ekrem Imamoglu, sinds deze zomer de nieuwe burgemeester van Istanbul en lid van de linkse CHP, heeft namelijk besloten niet meer maandelijks geld te storen aan deze media.

Toen Istanbul nog stevig in handen was van Erdogans AKP, betaalde de stad Istanbul maandelijks 2 miljoen euro om te ‘adverteren’ in deze regeringsgezinde media. Deze inkomsten zijn ze nu kwijt. CHP’er Imamoglu had eerder al aangegeven dat hij ‘verspilling’ van overheidsuitgaven wil tegengaan.

TürkMedya moet nu flink snijden. 24 TV heeft vorige week een aantal journalisten moeten ontslaan, Aksam heeft zijn magazine-afdeling gesloten en Günes is helemaal gestopt met de printeditie en concentreert zich nu alleen nog maar op de website.

Hasan Yesildag, de grote man van TürkMedya, is al jaren een goede vriend van Recep Tayyip Erdogan. Toen Erdogan in 1998 tot toen maanden gevangenisstraf werd veroordeeld vanwege het citeren van een ‘religieus discriminerend gedicht’, besloot Yesildag om een klein misdrijf te begaan zodat hij hem kon beschermen in de gevangenis. Erdogan was van 1994 tot zijn arrestatie in 1998 burgemeester van Istanbul.

Studie: ‘Rechtse denkers als Jordan Peterson vormen ‘gateway drug’ naar extreemrechts’

6

Hoe radicaliseert iemand tot de extreemrechtse, wit-nationalistische alt-right? Braziliaanse wetenschappers werpen een nieuw licht hierop. Volgens hen spelen YouTube en de ‘gematigdere’ alt-light en het ‘intellectual dark web’, met bekende namen als Jordan Peterson en Ben Shapiro, een voorname rol in het radicaliseringsproces.

Met het ‘intellectual dark web’ duiden de onderzoekers een groep Angelsaksische denkers aan die zichzelf niet als conservatief presenteren maar er wel uitgesproken rechtse opvattingen op nahouden. Ze zijn veel op YouTube te vinden, zoals de Amerikaanse podcast-presentator Ben Shapiro, die zich afzet tegen ‘linkse politieke correctheid’ en de Canadese publieke intellectueel Jordan Peterson, bekend van zijn strijd tegen ‘cultuurmarxisme’ en de concepten van ‘white privilege’ en ‘genderneutraliteit’.

Ook identificeerden de onderzoekers een radicalere rechtse stroming, die desalniettemin ‘gematigder’ is dan de alt-right: de ‘alt-light’. Dit zijn YouTubers die zichzelf niet expliciet aanduiden als ‘white supremacists’, maar die wel degelijk zouden flirten met dergelijk extreemrechts gedachtegoed. Een bekende naam die hier volgens de onderzoekers bij hoort is de Canadees Stefan Molyneux, die gelooft in de ‘white genocide’-complottheorie en witte supremacisten als de rassentheoreticus Jared Taylor in zijn YouTube-show ontving.

Na het analyseren van 79 miljoen reacties op honderdduizenden YouTube-video’s, komen de onderzoekers tot de conclusie dat gebruikers in hun opvattingen radicaliseren ‘vanuit de alt light en het intellectual dark web naar de alt-right’. Aldus wijzen ze erop dat relatief minder rechtse types als Jordan Peterson en Stefan Molyneux kunnen dienen als ‘gateway drug’ richting de alt-light en zelfs richting YouTubers met expliciet extreemrechts, wit-nationalistisch gedachtegoed, dat de onderzoekers onder ‘alt-right’ scharen.

Zij noemen als voorbeeld van alt-right de Canadese vlogger Faith Goldy, die zich onder andere zorgen zegt te maken over ‘een toekomst voor witte kinderen’ en plaatsnam in de podcast van de neonazi-site the Daily Stormer. Een ander voorbeeld: James Allsup, een Amerikaanse politiek commentator die lid is van de neonazistische American Identity Movement.

Opvallend is dat de onderzoekers voor het radicaliseringsproces op YouTube een kwalijke rol toewijzen aan de algoritmes van YouTube. Die verwijzen soms automatisch door naar alt-right-video’s en -kanalen en doen dat nog veel vaker richting YouTubers die verbonden zijn aan de alt-light en het intellectual dark web.

Er klinkt al langer kritiek op de algoritmes van YouTube. Zo onthulden de Volkskrant en de Correspondent in februari nog dat de algoritmes van YouTube mensen automatisch naar rechts-radicale video’s leiden – zelfs wanneer je er niet naar op zoek bent.

De techgigant heeft daarom begin juni aangekondigd extreemrechtse video’s te zullen verwijderen. Wie op YouTube ‘discriminatie, segregatie of uitsluiting op basis van ras, geslacht of seksualiteit’ bepleit, die zal worden berispt. Zo heeft het bedrijf eerder deze maand het YouTube-kanaal van alt-right-commentator James Allsup, die 450.000 abonnees had, verwijderd.

Moslimhaat bij Indiase politie: ‘Moslims hebben meer aanleg om misdaden te begaan’

0

Uit onderzoek blijkt dat de helft van het Indiase politiepersoneel gelooft dat moslims van nature meer geneigd zijn om misdaden te plegen.

De onderzoeksresultaten staan in het Status of Policing in India Report 2019, opgesteld door het Indiase Centre for the Study of Developing Societies. Het onderzoek is uitgevoerd onder twaalfduizend politiemensen in 21 Indiase staten.

Uit dit rapport blijkt tevens dat 43 procent van het politiepersoneel het normaal vindt als een boze menigte het recht in eigen handen neemt om iemand te straffen die van verkrachting wordt beschuldigd. 35 procent is bovendien van mening dat de menigte dit recht ook heeft als iemand een koe slacht.

Moslimhaat in India komt steeds meer op de agenda te staan. In juli stelde het Amerikaanse congres bezorgd te zijn over de positie van moslims in het land, omdat in India het geweld tegen moslims de laatste tijd flink is opgelaaid.

Ook worden volgens een onderzoek van mensenrechtenorganisatie Equality Labs op sociale media in India veel haatberichten tegen moslims gedeeld. De Indiase onderzoeksjournalist Soma Basu stelt in een ander onderzoek dat de nationalistische BJP-partij van president Narendra Modi negatieve berichten verspreidt over moslims.

Geld kun je niet ademen

1

Het Amazonegebied staat in brand. Dit roept vragen op over het menselijke vermogen om met vrijheid om te gaan. In Brazilië, waar zestig procent van het Amazoneregenwoud zich bevindt, hebben de bewoners Jair Bolsonaro als president gekozen. Dat is een man die tijdens de presidentverkiezingen beloofde dat hij bedrijven toestemming zou geven om economische activiteiten in het beschermde natuurgebied te verrichten, zoals mijnbouw en houtkap. Met alle gevolgen van dien.

Deze zomer verloor het Amazonegebied twee voetbalvelden per minuut als gevolg van menselijke economische activiteiten. Vorige week telde het Braziliaanse agentschap voor ruimteonderzoek INPE zo’n tachtigduizend branden. Het zorgde voor beelden waar de wereld van schrok. De Franse president Emanuel Macron sprak over een internationale crisis. De longen van de aarde stonden in de fik.

Maar volgens Bolsonaro hebben Europeanen als Macron niets over deze Braziliaanse aangelegenheid te zeggen. Dat zou koloniaal gedrag zijn. Toen Europeanen hun eigen natuur kapot maakten om economische groei te genereren protesteerde er niemand, aldus de ultrarechtse president. Maar Brazilië heeft, net als Europa, het recht om de eigen economie te ontwikkelen, vindt Bolsonaro. Het is een kwestie van nationale soevereiniteit.

Een grote vraag die nu speelt is of het kapitalisme over zijn houdbaarheidsdatum heen is. Is het kapitalistische model, dat zich primair baseert op maximale uitbuiting van de natuur, de enige manier om economische welvaart te bevorderen? En zo ja, wat is dan eigenlijk de waarde van economische welvaart als het leven van de toekomstige generaties hierdoor in het geding raakt?

De productie van vlees en soja zijn verantwoordelijk voor de massale houtkap en het verbranden van bossen in de Amazonegebied. Onder het mom van economische vrijheid vernietigt de mens de flora en fauna in alle hoeken van de wereld. Ook wordt er te veel CO2 de lucht in geslingerd. Je vraagt je af wat belangrijker is: economische groei en materiële welvaart of een gezonde relatie van de mens met de natuur?

Wij hebben onze natuur keihard nodig om werkelijk vrij te zijn

Veel te vaak wordt het begrip vrijheid gebruikt zonder de waarde ervan écht te doorgronden. Maar nu de longen van onze aarde in brand staan is het van belang om het idee van vrijheid eens goed onder de loep te nemen.

Politieke filosofen onderscheiden twee soorten van vrijheden:  positieve en negatieve vrijheid. Negatieve vrijheid betekent dat je als persoon vrij bent in je doen en laten, zonder dat iemand (bijvoorbeeld de overheid) je tegenhoudt. Positieve vrijheid daarentegen bekent dat er condities worden gecreëerd die het mogelijk maken dat je jezelf kunt ontplooien. Als je een kind gratis onderwijs en gezondheidszorg biedt en het andere kind helemaal niets, dan is de kans groot dat het eerste kind maatschappelijk succesvoller wordt en ook langer leeft.

Vrijheid draait dus altijd om een balans. Je wilt aan de ene kant niet al te veel beperkt worden in je handelingen, maar je hebt aan de andere kant juist andere mensen nodig om jezelf te kunnen ontwikkelen.

De bosbranden in het Amazoneregenwoud, doelbewust aangesticht door bedrijven, laten pijnlijk zien hoe het begrip vrijheid in onbalans is geraakt. Bolsonaro en het kapitalistische systeem willen ons doen geloven dat we alles kunnen doen, zonder dat de natuur ons tegenhoudt. Ze lijken te zijn vergeten dat wij onze natuur keihard nodig hebben om werkelijk vrij te zijn.

Zoals een gezegde van de Cree, een inheemse stam uit Noord-Amerika, luidt: ‘Only when the last tree has died and the last river been poisoned and the last fish been caught will we realise we cannot eat money.’ We hebben nog even, maar niet zo lang meer.

Belgische studente vast in Turkije vanwege Facebookberichten over Koerdische kwestie

1

De 27-jarige Turks-Belgische studente Gülsüm Cetinkaya mag Turkije niet verlaten. Ze werd in juli gearresteerd vanwege berichten over de Koerdische kwestie die zij vier jaar geleden op Facebook had geplaatst.

Ze werd aangehouden bij de Turks-Bulgaarse grens en onmiddellijk vastgezet, vertelt haar oom aan de Belgische krant het Nieuwsblad.

Cetinkaya, die rechten studeert in Brussel, is inmiddels vrijgelaten uit de gevangenis. Maar ze mag het land nog niet verlaten.

België wil Cetinkaya graag helpen om terug te keren, maar kan vanwege haar dubbele nationaliteit niet veel voor haar doen. De Belgische overheid beschouwt iemand met een dubbele nationaliteit niet als onderdaan wanneer diegene in de problemen zit in zijn of haar tweede land.

VN tikt Sri Lanka op de vingers: ‘Bestrijd haatpropaganda tegen moslims’

1

De Verenigde Naties maken zich zorgen over de mensenrechtensituatie in Sri Lanka. Moslims zijn er het slachtoffer van haatpropaganda, stelt de organisatie. De VN roept Sri Lanka op om hier onmiddellijk actie tegen te ondernemen.

Ahmed Shaheed, de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de godsdienstvrijheid, was voor een fact-finding mission twaalf dagen op bezoek in Sri Lanka. Volgens Shaheed is het gevoel van onveiligheid groot bij moslims in Sri Lanka, omdat extremistische boeddhisten er haat en geweld propageren.

In april dit jaar, tijdens Pasen, vonden er in Sri Lanka bloedige aanslagen plaats op christelijke kerkgangers en westerse toeristen, waarbij meer dan 250 mensen werden gedood. Deze aanslagen werd opgeëist door IS, maar extremistische boeddhisten geven de moslimminderheid in Sri Lanka de schuld.

Sinds die aanslag laait de vijandigheid tegenover de moslimminderheid in het land op. Zo vonden er in mei anti-islamitische rellen plaats, waarvoor extremistische boeddhistische groepen verantwoordelijk waren. Ook verspreiden deze extremistische boeddhisten nepnieuws, bijvoorbeeld van een islamitische dokter die boeddhistische vrouwen stiekem zou steriliseren.

Van de 22 miljoen Sri Lankanen is zo’n tien procent moslim.

De Vlaamse IJzerwake: opvallend veel jongeren, SS-vlag wappert vrijelijk rond

2

Tijdens de IJzerwake, een rechts-radicale manifestatie in Vlaanderen, wapperde afgelopen zondag ook een SS-vlag. Hiermee herdachten de Vlaamse rechtsextremisten de SS-Freiwilligen-Sturmbrigade ‘Langemarck’, een Vlaamse SS-brigade die aan het Oostfront tegen het Rode Leger vocht.

De IJzerwake is een manifestatie van reactionair Vlaanderen. Behalve door de populistische partij Vlaams Belang wordt de IJzerwake ook gesteund door rechtsradicale organisaties als Voorpost, het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ) en de Nationalistische Studentenvereniging.

Ook radicaal-rechts Nederland weet de IJzerwake te vinden. In 2014 hield Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet, op dat moment nog geen politicus, als gastspreker er een toespraak.

De afgelopen jaren waren de meeste bezoekers van de IJzerwake boven de vijftig. Dit jaar kwamen er echter opvallend veel jongeren op de manifestatie af, wat mede te danken was aan de aanwezigheid van Dries van Langenhove en zijn alt-rechtse actiegroep Schild & Vrienden.

Jongeren van het radicale VNJ zorgden er voor een neonazistisch tintje, door met een vlag rond te lopen waarop SS-Freiwilligen-Sturmbrigade ‘Langemarck’ werd herdacht. Deze Vlaamse SS-brigade vocht aan het Oostfront tegen de Russen, onder andere in de Slag bij Narva (1944). Tijdens de Tweede Wereldoorlog sympathiseerden veel Vlaamse nationalisten met de nazi’s. Die bruine traditie wordt tijdens de IJzerwake voortgezet.

De IJzerwake ontstond in 2003 in reactie op de IJzerbedevaart. Radicale nationalisten hadden grote moeite met de anti-oorlogsboodschap van deze herdenking en wilden meer aandacht voor Vlaams-nationale thema’s. De IJzerbedevaart en de IJzerwake herdenken de Slag om de IJzer van 1914, toen het Belgische leger door de sluizen open te zetten het Duitse leger tot staande wist te brengen aan het West-Vlaamse riviertje de IJzer.

De laatste christelijke zuil: ‘refo’s’ en hun strijd tegen wereldgelijkvormigheid

2

In het Museum Catharijneconvent in Utrecht is deze zomer de tentoonstelling ‘Bij ons in de Biblebelt’ te zien, over het leven van reformatorische christenen in de Bijbelgordel, die loopt van Zeeland tot Staphorst in Overijssel. Maar ook in andere steden van Nederland zie je ‘refo’-vrouwen in rok of in jurk, die op zondag naar de kerk lopen en die geen televisie in huis hebben. Hoe is het mogelijk dat één groepje mensen nog altijd deze regels volgt?

Onderzoeker en journalist Jan Zwemer deed voor zijn proefschrift onderzoek naar de geschiedenis van de reformatorische kerken of ‘zwartekousenkerken’. De leden van deze kerken worden reformatorischen of bevindelijk-gereformeerden genoemd. Ze onderscheiden zich van andere gereformeerden, zoals bijvoorbeeld de vrijgemaakt-gereformeerden, door sterk de nadruk te leggen op het belang van persoonlijke toepassing van het heil, de verlossing door Jezus Christus.

Zwemer ontdekte dat veel reformatorische gebruiken al uit de middeleeuwen stammen. ‘Toen deden de mensen aan zelfkastijding als reactie op de pestepidemie, toen een derde van de Europese bevolking overleed. De mensen dachten dat het nodig was om boete te doen, hoewel dat helemaal niet Bijbels is.’

Nergens in de Bijbel staat iets over jezelf pijnigen, maar dat weten ze zelf niet, vertelt Zwemer. ‘Het is een heidens principe, het staat dus juist van het geloof af. Jezelf tuchtigen, zodat God jou niet met de pest ‘straft’, is geen Bijbels principe. Integendeel zelfs. Maar mensen willen graag zelf iets kunnen doen om hun lot te veranderen. Daar komt het vandaan.’

Die boetetraditie uit de Middeleeuwen bestaat nog steeds. Die specifieke kledingstijl en andere gebruiken hebben reformatorischen nodig, zij het indirect, om God gunstig te stemmen. Maar gaat dat dan niet tegen de christelijke traditie, waarin de liefde en genade van God centraal staat? Zwemer heeft een culturele verklaring: ‘In het derde kwart van de negentiende eeuw gingen de boeren zich steeds mooier kleden, want het ging goed met de landbouw. Dat wilden ze laten zien door met de mode mee te gaan en versierselen te dragen. Als reactie op die luxe bleven de reformatorische gelovigen zich op de ouderwetse manier kleden, zij bleven ‘gewoon’. Daardoor zijn ze eigenlijk altijd wat achtergebleven.’

Aan het begin van de negentiende eeuw stonden er veel predikanten op de kansels die minder over genade en bekering preekten. In reactie op die ‘vrijzinnigheid’ ontstonden afsplitsingen, maar deze afgescheidenen hadden nog geen dominees – dus gingen mannen preken die daar geen opleiding voor hadden gedaan. ‘In die tijd ging veel mis’, beschrijft Zwemer. ‘Mensen hielden er hun eigen ideeën op na, de zogenoemde ‘volkstheologie’.’

Eén zo’n overtuiging was dat mensen zich moeten bekeren in fases. Eerst moet er het schuldgevoel komen, pas daarna kon je tot bekering komen. In de twintigste eeuw kwam er wel een heuse opleiding voor reformatorische christenen, maar we blijven zien dat er enige nuanceverschillen zijn ontstaan tussen kerken en streken. Bij de ene is het calvinisme groter en bij de andere de volkstheologie.’

‘De zuil blijft in stand doordat er veel kinderen geboren worden’

Eigen partij, eigen krant, eigen scholen

Tot de jaren zestig van de twintigste eeuw was de Nederlandse samenleving sterk verzuild. De protestanten, de katholieken en de socialisten hadden elk hun eigen zuil, waarin het grootste deel van hun sociale leven zich afspeelde. Reformatorische christenen begonnen zich pas goed te organiseren rond 1970, toen de grote zuilen aan het afbrokkelen waren. De belangrijkste zuilorganisaties zijn de Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP), die sinds 1918 bestaat, en het in 1971 opgerichte Reformatorisch Dagblad.

In de jaren zeventig kwamen er ook eigen scholen, die deze mensen meer samenbonden, vertelt Zwemer. ‘Daardoor hebben ze zich helemaal apart gezet van de rest van de samenleving, eigenlijk pas sinds vijftig jaar. Dat is langzaam zo gegroeid. De zuil blijft in stand doordat er veel kinderen geboren worden. Dan hindert het niet dat veel mensen vertrekken naar andere geloofsgemeenschappen, want er blijven genoeg over.’

De reformatorische zuil is nu de laatste overgebleven christelijke zuil: in 2000 verdween de vrijgemaakt-gereformeerde zuil toen het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) opging in de ChristenUnie. Inmiddels worden de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) niet meer als orthodox-protestants beschouwd, omdat vrouwen op ook predikant mogen worden en homoseksuele relaties worden gedoogd. Het Reformatorisch Dagblad wijst tegenwoordig graag naar de ontwikkelingen in bij de vrijgemaakten, als voorbeeld van hoe het niet moet.

De reformatorische zuil houdt de wereldse invloeden nog steeds tegen, maar moderniseert ondertussen wel. ‘Ze moeten soms ook wel’, stelt Zwemer. ‘In SGP-kringen deed men altijd nogal lacherig over de klimaatdoelen, maar nu doen opinieleiders hier ook aan mee en promoten ze ‘het rentmeesterschap over de aarde’.’

Ook vaccinatie is zo’n punt. Vroeger waren de kerken daar heel sterk op tegen, nu worden ouders meer vrijgelaten in hun keuze. Een deel van de predikanten geeft nog wel een signaal af door te zeggen dat ze zelf tegen zijn. ‘Inenten wordt door hen gezien als ingrijpen in Gods schepping, waarmee je God de kans ontneemt om je de ziekte wel of niet als straf te geven’, legt Zwemer uit. ‘Als een kind dan ziek is, mag er soms wel ingegrepen worden. Maar ook hierin verschillen de kerken met elkaar van mening. Alleen binnen families wordt het geloof op dezelfde manier beleeft.’

Foto’s: Jan Zwemer en Josine Droogendijk

Máxima als stijlicoon

Het hebben van een eigen zuil gaat gepaard met afstand tot de reguliere maatschappij. Lange tijd is de reformatorische wereld erg gesloten geweest, maar wat klederdracht betreft is dat aan het veranderen. Dit stelt Josine Droogendijk, die de lezing ‘Mode op de Biblebelt’ geeft op het Catharijneconvent. ‘Koningin Máxima is hét stijlicoon voor reformatorisch Nederland. Zij draagt bij officiële gelegenheden altijd een rok of jurk tot over de knie en van mooie materialen. Dat is reformatorisch bij uitstek. Op zondag dragen vrouwen vaak zwart, maar door de week kunnen ze Máxima best nadoen.’

‘De modewereld staat nu dichter bij de reformatorische wereld dan ooit’

Binnen reformatorische kringen zijn er veel ongeschreven regels. Het verschilt bijna per gezin welke regels er gelden. Buitenstaanders vinden het maar een strenge bedoeling. ‘Zo kun je dat opvatten’, zegt Droogendijk. ‘Ik ben opgevoed in de reformatorische zuil en ik heb mij daar altijd thuis en geborgen gevoeld. De mensen in deze kerken houden van God en daar is alles op gegrond. Rebellie mag wel, maar dat willen ze niet. In de jaren zestig was het dragen van een broek rebellie en daar deden ze niet aan mee.’

Voor de oudere mensen staat het dragen van een broek als vrouw daarom nog steeds gelijk aan rebellie en dus doen ze dat niet, vertelt Droogendijk. Bij jongeren ziet ze echter een kentering ontstaan: ‘Daar wordt een broek niet meer geassocieerd met rebellie en daarom mondjesmaat toegestaan. In de Bijbel staat niets over de trends van 2019, dus daarin moeten ze zelf hun weg zoeken.’

Hoedjes en rokjes

Toch staat er binnen de Bijbel wel iets over de bekende hoedjes en rokjes. In de reformatorische kerken wordt het Bijbelboek Korintiërs steevast aangehaald als het over hoeden gaat. Daarin staat dat ‘iedere vrouw die bidt of profeteert met onbedekt hoofd, haar eigen hoofd onteert’ en even verderop: ‘de vrouw moet een teken van gezag op het hoofd hebben, omwille van de engelen’. Droogendijk: ‘Binnen de kerken heb je dan de discussie of dat alleen om de kerkdienst gaat of om alle bijeenkomsten, zoals vergaderingen en catechisatie’.

Vrouwen dragen dan ook heel verschillende hoeden, zegt ze. ‘Een dame van een hoedenwinkel vertelde mij eens dat ze op basis van de bestelling weet waar die persoon vandaan komt. In Genemuiden mag het heel uitbundig en opvallend zijn, terwijl in Urk juist de sobere hoeden gebruikt worden – maar daar mag het wel veel geld kosten.’

En dan die rok. Volgens Droogendijk is dit kledingstuk exemplarisch voor de onderscheidingsdrang van reformatorischen. ‘Als jij je kunt onderscheiden van de wereld is dat een goed teken. Zo zien ze dat. De wereld is zondig, die volgt de brede weg, die van het kwaad, niet de smalle weg van God. Dus als jij daar heel erg op gaat lijken, ‘wereldgelijkvormig’ wordt, dan is dat niet direct een compliment. Als jij tegen reformatorischen zegt dat zij steeds verder af komen te staan van de seculiere wereld, dan zullen zij dat niet zien als een belediging of iets negatiefs. Ze zijn er eerder trots op.’

Toch belet dat reformatorische christenen niet om deel te nemen aan de wereld buien de zuil, zegt Drooendijk. ‘Als iemand altijd een rok wil dragen, heb jij daar dan last van?’, vraagt ze zich retorisch af.’ Twee broers en twee zussen van mij zijn reformatorisch gebleven, maar zij staan niet anders in hun werk dan ik. Mijn broer draagt altijd een nette broek en dito blouse. Hij bedient zijn klanten netjes en zij vinden juist dat hij er verzorgd uitziet. Zijn reformatorische roots zijn juist een pre. Op het moment dat zo’n bedrijf dan een bedrijfsfeest met keiharde popmuziek houdt, dan zal hij daar niet naartoe gaan. Je kunt als reformatorisch christen prima in deze wereld functioneren, zonder je eigen identiteit op te geven.’

Retroschoentjes en blote voeten

Droogendijk is in het dagelijks leven Máxima-volger en blogt over de kleding van onze koningin. Ze is ook regelmatig te gast in showbizzprogramma’s om haar mening over kleding te geven, vooral wanneer Máxima ter sprake komt. ‘De modewereld staat nu dichter bij de reformatorische wereld dan ooit’, legt ze uit. ‘Het modebeeld is nu midi-jurken met sneakers. Nou, dat is ontzettend reformatorisch. Komend seizoen zijn de retroschoentjes in de mode, van die tuttige platte schoentjes. Daar loopt half reformatorisch Nederland al mee. Maar als de mode dicteert dat vrouwen een naveltruitje moeten dragen, dan komt er weer een grote scheiding tussen de wereld en de reformatorische wereld. Dat zullen de reformatorische mensen overigens geen probleem vinden: dan komen er misschien weer aparte merken en winkels voor deze kleding, omdat die in gewone winkels minder te vinden is.’

‘Mijn broer draagt altijd een nette broek en dito blouse’

De reformatorische wereld lijkt een gesloten wereld en een ver-van-mijn-bed-show voor veel mensen. Toch is ze dichterbij dan je denkt – zeker nu deze mensen ook gaan evangeliseren en op andere manieren wat meer naar buiten treden. Droogendijk: ‘In Veenendaal hebben ze een winkel voor tweedehandse spullen geopend, waar iedereen welkom is. Het wordt gerund door vrijwilligers uit de kerk. Mijn vader is daarvoor een dag minder gaan werken. In die winkel staat een grote koffietafel waar ontmoetingen plaatsvinden en waar regelmatig Bijbelstudies worden georganiseerd. Er worden daar spullen voor bodemprijsjes verkocht, want reformatorische mensen hebben over het algemeen mooie spullen.’

Toch is het doel niet geld verdienen, maar mensen over God vertellen, nuanceert Droogendijk. ‘Er komen asielzoekers en andere vluchtelingen, bijvoorbeeld christenen die uit Syrië gevlucht zijn en die daar een warm bad vinden. Laatst kwam een er dakloze binnen op blote voeten. Hij bleek al maanden zo rond te lopen en toen zijn ze met hem schoenen gaan kopen. Op die manier dragen ze zorg aan de maatschappij. Reformatorische christenen zijn dan wel niet wereldgelijkvormig, maar zijn wel op een positievere manier betrokken bij de wereld geworden.’

Er wonen, naar schatting, ruim een half miljoen reformatorische of bevindelijk-gereformeerde christenen in Nederland. Net als reguliere orthodox-protestanten geloven reformatorischen in de letterlijkheid van de Bijbel, veroordelen ze homoseksualiteit en zijn ze tegen vrouwen op de kansel, maar reformatorischen leggen sterk de nadruk op de toeëigening des heils, de vraag of je wel echt persoonlijk bekeerd bent.

Onderstaande kerkelijke groeperingen zijn reformatorisch:

  • de Gereformeerde Gemeenten (1907). Deze kerk, gesticht door SGP-oprichter Gerrit Hendrik Kersten, verenigde de kruisgemeenten en de gemeenten die ontstonden dankzij het optreden van dominee Lambertus Ledenboer.
  • de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (1953), een afsplitsing van de Gereformeerde Gemeenten.
  • de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) (1980), een afsplitsing van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
  • de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (1948), een fusie van de Federatie van Oud Gereformeerde Gemeenten en de Oud-Gereformeerde Gemeenten (Boone-gemeenten).
  • Oud Gereformeerde Gemeenten buiten verband (2007), een afsplitsing van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
  • de Hersteld Hervormde Kerk (2004), die zichzelf beschouwt als de ware voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk (1816).
  • Een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken (1892), rond het tijdschrift Bewaar het Pand (1966).
  • Diverse vrije gemeenten.
  • Een groep aangeduid als ‘thuislezers’: mensen die geen kerkdiensten bezoeken, maar thuis lezingen houden.