13.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 157

Recensie: Adriaan van Dis mept vooral zelf terug

Het is ook en vooral het verslag van een bekering: het jongste boekje van Adriaan van Dis, De kolonie mept terug. Het is daarbij ook en vooral Van Dis zélf die lekker terugmept. Hij mept, uit naam van de kolonie, op het Nederlandse koloniale verleden en dan met name op de jarenlang eenzijdige kijk daarop in Nederland zelf, en daarmee ook direct op zijn eigen familieverleden.

Het boekje vormt een uitgebreide versie van een voordracht op 1 november, de tiende – en laatste, zoals er een beetje omineus aan wordt toegevoegd – Rudy Kousbroeklezing. Die had hij eigenlijk al drieëneenhalf jaar eerder moeten houden, maar toen kwam corona ertussen. Dat gaf met alle lockdowns Van Dis ruim de tijd om een hele boekenkast aan recente historische literatuur over de kolonisatie en dekolonisatie van Nederlands-Indië door te werken, waarmee zijn eigen familiegeschiedenis nauw verwezen is, net als van de naamgever van de lezing, Rudy Kousbroek (1929-2010).

Samengesteld Indisch gezin

Het verschil: Kousbroek was een halve generatie ouder en heeft zelf als jongen met zijn ouders in een Japans kamp gezeten. Van Dis, in 1946 geboren, is een nakomertje in een samengesteld Indisch gezin. Zijn moeder was eveneens met haar dochters geïnterneerd. Haar eerste man was een Molukse KNIL-militair die door de Japanners werd onthoofd, haar tweede man – Adriaans vader – had als krijgsgevangene dwangarbeid moeten verrichten.

Na de Oorlog was de familie Van Dis in een repatriëringshuis aan de Noord-Hollandse kust beland, waar Adriaan is geboren en opgegroeid. Zijn ouders droegen de last van een onverwerkt oorlogstrauma mee – de peilloos diepe val vanuit de bovenkant van de koloniale samenleving naar de barre omstandigheden van een gevangenenkamp – waarvoor zij in Nederland weinig gehoor vonden. Dat zat met zijn eigen oorlogstrauma, waardoor voor andermans trauma geen plaats meer was. De Indische Nederlanders met etnisch gemengde wortels vielen tussen wal en schip: ginds werden ze sinds de Indonesische onafhankelijkheid met de nek aangekeken, het Europese ‘moederland’ – dat velen nog nooit eerder gezien hadden – zat niet op hen te wachten.

Zijn ouders droegen de last van een onverwerkt oorlogstrauma mee

Dat leidde tot twee reacties, zoals Van Dis benadrukt. Enerzijds een strijd om een hogere plaats in de ‘leedhiërarchie’, die hier ook al bestond. Was elk oorlogsslachtoffer gelijk? Wat ons is aangedaan is niet minder erg dan wat jullie is aangedaan: de Japanse interneringskampen voor Nederlanders werden zo al snel met de Duitse concentratiekampen voor Joden gelijkgesteld. Ook Van Dis kreeg die boodschap van huis uit mee. Het was een stelling waartegen Kousbroek zich al vroeg had gekeerd en waarmee die zich de haat van vele Oud-Indischgasten en hun nazaten op de hals had gehaald.

Gesteund door prins Bernhard – diens zoveelste foute keuze – wisten die keer op keer met veel kabaal te verhinderen dat kritischer naar het eigen koloniale verleden gekeken werd. Want dat, zoals Van Dis terecht benadrukt, was het punt: men koos voor een slachtofferrol, van enige zelfreflectie was geen sprake. Wie daartoe een poging deed, kreeg een hoop agressie over zich heen – van Joop Hueting, die het in 1969 ‘waagde’ op tv over excessen tijdens de zogeheten ‘politionele acties’ te spreken, tot Poncke Princen, die nog op hoge leeftijd in 1994 bijna belet werd om als ‘landverrader’ Nederland te betreden. En hierbij was de VVD – laf als altijd – het liefst voor de dreigementen uit oud-koloniale hoek door de knieën gegaan.

Aanpassen was de boodschap die Van Dis meekreeg

Met dat gebrek aan zelfreflectie ben ik ook ooit zelf eens geconfronteerd, toen ik in 2015 in Bronbeek – het bekende KNIL-veteranenhuis in Arnhem – een lezing moest houden. Op de voorste rij zaten twee nors kijkende dochters van oud-kolonialen, toen ik van het intrinsiek raciale karakter van de koloniale standensamenleving repte. Na afloop meldde zich, vanachter uit de zaal, een oude Indische vrouw, die ter bevestiging vertelde hoe vernederend haar vader het gevonden had dat hij als huisbediende vanwege zijn etnische achtergrond altijd een apart toilet gebruiken moest. Snibbige reactie van het duo op de voorste rij: U moet niet van alles een punt maken. Tja…

Haar familie had zich zowel daar als hier ongetwijfeld altijd vooral moeten aanpassen. Aanpassen: dat was de tweede reactie, aanpassen aan Nederland. Altijd maar aanpassen: dat was ook de boodschap die Van Dis in zijn jeugd meekreeg, aanpassen aan de heersende normen en opvattingen dáár.

En nu – en dat is de rode draad door Van Dis’ betoog – is het Nederland als geheel dat zich moet aanpassen: aanpassen aan een snel veranderende wereld. Een wereld, waarin niet alleen het Westen niet langer meer dominant is, maar China en India, puur op basis van demografisch getal, weer op plaats één en twee komen. Precies zoals vanaf het begin van onze jaartelling achttien eeuwen lang het geval was – tot door de industriële revolutie een paar rare kleine landjes aan de uiterste westrand van het Euro-Aziatische continent die positie even overnamen.

Aanpassen een wereld, waarin niet alleen het Westen als zodanig niet langer dominant is, maar dat daarmee ook geldt voor het westerse wereldbeeld en de westerse kijk op de geschiedenis. Niet in de laatste plaats de kijk op de koloniale. Die vormt voor de rest van de wereld de historische bril waardoor men naar het Westen kijkt: en de kolonie mept nu terug. Dat is een boodschap die zeker aan de thans in aanbouw zijnde Wilders-coalitie, die juist in benepen geschiedsnostalgie zwelgt, niet besteed is.

Dat is wel vaker zo: zij die er geestelijk het meeste baat bij zouden hebben willen daarvan het minste weten. Speciaal voor hen zou Van Dis’ boekje echter zeer geschikt zijn. Dus als Martin Bosma straks door zijn gedichten heen is kan hij beginnen met een citaat dat ook voor Caroline van der Plas een nuttige waarheid bevat: ‘Totdat de dieren hun eigen geschiedschrijvers hebben, zullen in de jachtverhalen de jagers worden geroemd.’

Nieuwe generatie

Wat dat aanpassen van ons historische wereldbeeld betreft, bekritiseert Van Dis terecht dat het wel zeer lang heeft geduurd totdat dat ook onder historici zélf werd bijgesteld. Eigenlijk is dat pas iets van de laatste vijftien jaar, mede te danken aan een nieuwe generatie Nederlandse onderzoekers, die nu voor het eerst hun oor ook bij de gejaagden te luisteren heeft gelegd. Dat hadden vorige generaties inderdaad sterk nagelaten: door zich vooral op Haagse ambtelijke bronnen te richten werd automatisch het perspectief van de jager gekozen. Het koloniale beleid en de dekolonisatie alleen aan de hand van rapporten van Nederlandse gezagsdragers bestuderen: dat is toch een beetje alsof je kennis over de Duitse Bezetting slechts op de dagboeken van Arthur Seyss-Inquart en Anton Mussert baseert.

Adriaan van Dis, De kolonie mept terug, Atlas Contact, 96 blz., €12,99.

Lintjesregen voor bi-culturele Nederlanders

0

Ieder jaar krijgen ongeveer 3000 burgers een Koninklijke onderscheiding tijdens de lintjesregen. Een van hen dit jaar was Ahmed El Faouzi uit Lelystad, die moskeegangers aan het sporten probeert te krijgen.

Ahmed El Faouzi doet al jaren vrijwilligerswerk voor ouderen en jongeren in de Marokkaanse El Imaan-moskee. Hij probeert hen onder meer aan het sporten te krijgen via de Stichting Sport en Integratie. Tevens is El Faouzi één van de lopers die elk jaar op 5 mei het Bevrijdingsvuur van Wagingen naar Lelystad brengt. Daarnaast organiseert hij tijdens de ramadan iftar-maaltijden voor minder bedeelde bewoners in de omgeving en asielzoekers.

Frank Devanand Kanhai uit Den Haag kreeg dit jaar ook een lintje. Hij organiseert themawandelingen, zoals  ‘de Mahatma Gandhi walk’ en ‘de Nelson Mandela walk’. Ook is hij vrijwilliger voor het Milan Summer Festival, het Sarnámihuis en de Bas van de Goor Foundation.

Rotterdam reikte een lintje uit aan gospelzangeres Berget Lewis, die zich inzet voor kansarme jongeren, het Leger des Heils en de Herdenking Vliegramp Bijlmermeer. Zij werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

De bekendste Nederlander die dit jaar een lintje kreeg is Yvon Jaspers, bekend van het programma Boer zoekt vrouw. De Kanselarij der Nederlandse Orden noemt Jaspers ‘een ambassadeur van de agrarische sector’.

Bernie Sanders: demonstreren tegen Israëlische regering geen Jodenhaat

0

Volgens de Amerikaanse senator Bernie Sanders is demonstreren tegen de Israëlische regering geen Jodenhaat. De linkse politicus, die een Joodse achtergrond heeft, reageert op een video van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die de Amerikaanse campusprotesten als antisemitisch heeft veroordeeld.

Netanyahu zou met zijn antisemitismebeschuldiging de aandacht proberen af te leiden van de verschrikkelijke oorlog in Gaza, aldus Sanders. ‘Naar mijn mening, en ik denk de mening van de meeste Amerikanen nu, is de reactie van Israël totaal disproportioneel. Gaza telt 2,2 miljoen inwoners, voornamelijk zeer arme Palestijnen. De afgelopen zes maanden zijn 33.000 mensen gedood en 77.000 gewond geraakt, van wie twee derde vrouwen en kinderen zijn.’

Demonstranten zijn geen Jodenhaters of Hamas-aanhangers, vervolgt Sanders. Ze komen op voor de Palestijnse burgers in Gaza en zijn het beu dat de Verenigde Staten de Israëlische oorlogsmachine nog steeds financieren.

Sanders noemt de Israëlische regering extreemrechts en racistisch. Niet alleen jongeren en mensen van kleur in de Verenigde Staten zijn tegen de Israëlische politiek, maar een aanzienlijk deel van de achterban van de Democratische Partij is kritisch. De linkse senator vindt het onbegrijpelijk dat president Joe Biden achter Israël blijft staan.

Inmiddels hebben de Amerikaanse autoriteiten honderden studenten gearresteerd, die tegen de oorlog in Gaza protesteren.

Ook in Duitsland in Nederland staat de demonstratievrijheid onder druk. Zaterdag maakte de Duitse politie met geweld een einde aan een vreedzame sit-in voor de Bondsdag in Berlijn en hield daarbij een aantal demonstranten aan.

Eind vorige week nam de Tweede Kamer met een overweldigende meerderheid een motie van BBB aan die de demonstratievrijheid aan banden probeert te leggen. Hogescholen en universiteiten moeten een identificatieplicht hanteren ‘voor zo lang als nodig’. Studenten moeten hun collegekaart tonen, zodat activisten die geen student zijn uit de gebouwen kunnen worden geweerd. Alleen Denk, de Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie stemden tegen de motie. De Tweede Kamer nam daarnaast een motie van de SGP aan, waarin het kabinet wordt opgeroepen afspraken te maken met hogescholen en universiteiten om de toegang tot gebouwen beter te controleren.

Daad uit menselijkheid wordt gezien als mensensmokkel

0

Wat doe je als je hoort dat een familielid zonder eten of drinken op de vlucht is en niet verder komt? Het overkwam Abdulaal en Martine. In september vorig jaar stapten ze in de auto naar Letland, om Mabroka te redden van de dood. Nu hangt er een gevangenisstraf boven hun hoofd van twee tot acht jaar. Voor mensensmokkel. 

Abdulaal woont zeven jaar in Nederland, Martine haar hele leven. Mabroka is het zusje van Abdulaal. Ze bleef achter in Soedan toen de rest van de familie naar Nederland kwam, tot aan vorig jaar. Vanwege de toenemende crisis, politieke vervolging en een slecht huwelijk wilde ook zij naar Nederland komen. Hiervoor koos ze de koude, onontbeerlijke route door Rusland, Wit-Rusland en de Baltische staten. Dit ging op het nippertje goed, dankzij haar broer en zijn vriendin. Maar waar het voor Mabroka goed afliep, staat de wereld van Abdulaal en Martine op zijn kop. 

Het stel is inmiddels op borgtocht vrij en terug in Nederland, waar ze zich voorbereiden op de rechtszaak. Via een online verbinding vertellen ze wat hen is overkomen. Mabroka houden ze liever buiten beeld, die heeft genoeg meegemaakt. ‘Het is net een baan naast een baan’, verzucht Martine. ‘Ik heb vandaag een thuiswerkdag, maar ik ben vooral bezig met de rechtszaak. We moeten nu een getuigenlijst aanleveren.’

In september kreeg Abdulaal verontrustende berichten van zijn zusje. Ze was net de grens overgestoken van Wit-Rusland naar Letland met een groep andere vluchtelingen. Hiervoor had ze een mensensmokkelaar betaald. Die had haar van tevoren verteld dat ze twee uur moesten lopen als ze de Europese grens over waren, daarna zouden ze worden opgehaald. Maar dit werden vijf dagen en niemand haalde hen op. 

‘Ze hadden bijna geen eten of drinken en geen onderdak onderweg. Op een gegeven moment kwamen ze bij een verlaten boerderij in Letland, waar ze wat rotte aardappelen vonden. Mabroka hield gedurende de reis contact, maar kon haar locatie niet delen. Dit hadden de smokkelaars uitgezet of vergrendeld op haar telefoon’, vertelt Abdulaal. 

‘We hoorden dat er in dezelfde regio lichamen waren gevonden van migranten’

‘Er was wel contact met de smokkelaars, maar die vroegen steeds meer geld en er gebeurde niets. We hadden al 3000 euro overgemaakt. Ondertussen werd het steeds kouder. We hoorden dat er in dezelfde regio lichamen waren gevonden van migranten. Toen besloten we dat we er naartoe moesten gaan’, vertelt Martine.

Het lukte Mabroka haar locatie te delen met de telefoon van een van de smokkelaars, waarna ze het bericht direct weer weg haalde. Abdulaal en Martine vlogen naar Litouwen en huurden daar een auto. De volgende ochtend reden ze naar de locatie die met hen was gedeeld.

Verlaten boerderij

‘Ik was doodsbang, ik durfde niet eens de auto uit’, zegt Martine. ‘Ik dacht, we nemen Mabroka mee en rijden daarna heel snel hier weg. Maar toen Abdulaal de boerderij inliep, schrok hij van wat hij aantrof. Mabroka, huilend en opgelucht bij het weerzien van haar broer, maar bij haar een zwangere vrouw en nog drie anderen, allemaal uitgeput. De zwangere vrouw vertelde dat ze bloedingen had. Alleen Mabroka kon nog lopen. ‘We hadden onderweg eten gekocht, maar niet veel. We lieten het achter bij deze mensen, maar wisten dat het niet genoeg was. We wisten dat deze mensen dood zouden gaan als we ze achterlieten’, vertelt Abdulaal. 

‘We wisten dat deze mensen dood zouden gaan als we ze achterlieten’

Ze namen een snelle beslissing. Ze namen, naast Mabroka, de zwangere vrouw en nog een persoon mee in de auto en reden naar Litouwen. Eenmaal aangekomen reden ze weer terug, midden in de nacht om de twee mensen die waren achtergebleven te halen. Martine slaakt een zucht. ‘We dachten niet echt na die avond. Het enige dat we dachten was: we moeten deze mensen in veiligheid brengen. Dus we haalden hen op. En toen werden we aangehouden.’

De politie vroeg de migranten in de auto of Abdulaal en Martine mensensmokkelaars waren en dus geld hadden verdiend aan deze actie. Als ze dit zouden bekennen, dan mochten ze asiel aanvragen in Letland. Iets waar ze volgens Europese wetgeving sowieso recht op hadden. Zo niet, dan werden ze teruggestuurd naar Wit-Rusland. ‘Het laatste gebeurde. Maar we worden evengoed vervolgd’, vertelt Martine.

Verdediging

Het lijkt op een script van een thriller, maar het is de realiteit waarin Abdulaal en Martine sinds die avond leven. Martine kwam na twee dagen vrij op borg, maar Abdulaal pas anderhalve maand later. Mabroka, die haar reis naar Europa vervolgde, was eerder in Nederland dan haar broer. ‘Ik had een advocaat gekregen vanuit Nederland, en we dachten dat dit de advocaat voor ons allebei was. Ze bleek maar een persoon te verdedigen en dat werd ik’, zegt Martine.

‘Abdulaal en Martine worden verdacht van mensensmokkel. Ze hebben vluchtelingen over de grens geholpen’

In de gevangenis kreeg Abdulaal te maken met institutioneel racisme. Hij kreeg een advocaat van de staat, maar niet dezelfde mogelijkheden als Martine. Waar Martine een borg betaalde van 6.200, moest Abdulaal 30.000 euro betalen. Dit werd hem pas na zes weken aangeboden. ‘We zijn beiden Nederlands en we zaten daar vast voor hetzelfde’, merkt Martine op. 

Inmiddels worden ze allebei bijgestaan door dezelfde advocaat. Vanuit Nederland is dat Frederieke Dölle, advocaat bij Prakken d’Olivera. Ze geeft het stel advies, maar omdat de rechtszaak voorkomt in Letland, wordt de zaak verdedigd door een lokale advocaat. ‘Abdulaal en Martine worden verdacht van mensensmokkel. Ze hebben vluchtelingen over de grens geholpen. Daarbij maakt het niet zo veel uit of ze alleen familie of ook anderen hielpen’, legt Dölle uit.

In Europa gelden regels die het faciliteren van migranten bij hun vluchtroute strafbaar stellen. Deze regels staan in de Facilitator Package, Europese regelgeving met als doel om mensensmokkel tegen te gaan. EU-landen geven elk hun eigen invulling aan deze regels. ‘In Letland zijn de regels wat betreft mensensmokkel vrij streng’, zegt Dölle. ‘De aanklager heeft aangegeven een gevangenisstraf van twee tot acht jaar te zullen eisen. Ik weet natuurlijk niet wat de kansen zijn dat ze vrij worden gesproken, maar als er voldoende bewijs ligt is een gevangenisstraf dus een reële mogelijkheid.’

Hulp of misdaad?

De zaak van Martine en Abdulaal is niet uniek. In Letland staat momenteel nog een andere hulpverlener die mensen op de vlucht hielp terecht voor mensensmokkel. In januari 2021 werden in Italië 21 mensen, een scheepvaartmaatschappij en twee ngo’s beschuldigd van het faciliteren van ongeautoriseerde migratie. Deze zaak is nu geseponeerd wegens onvoldoende bewijs. 

‘Hoewel de wetgeving is bedoeld om te voorkomen dat mensen met slechte bedoelingen geld verdienen aan mensensmokkel, kan het inmiddels ook strafbaar zijn als je met goede bedoelingen vluchtelingen de grens helpt oversteken’, zegt Dölle. ‘Dit is vooral aan de orde in landen aan de rand van Europa, die te kampen hebben met grote migratiestromen. In Letland zijn de regels vermoedelijk strenger geworden vanwege de grote toename van vluchtelingen uit Wit-Rusland.’

‘De hoop bij dit soort zaken is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen hulpverleners en mensen met slechte bedoelingen’

Ook in Nederland komen soortgelijke zaken voor, vertelt de advocate. ‘Ook hier zijn mensen die eigenhandig proberen hun gezin naar Nederland te helpen. De richtlijn voor mensensmokkel is drie maanden gevangenisstraf per gesmokkelde. Maar hier wordt meestal wel gekeken naar de intentie van de persoon. Mensen die vluchtelingen op humanitaire gronden helpen worden bijna nooit tot een gevangenisstraf veroordeeld. In een aantal zaken werden verdachten wel veroordeeld, maar werd de straf voorwaardelijk opgelegd.’

De hoop bij dit soort zaken is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen hulpverleners en mensen met slechte bedoelingen, legt ze uit. ‘Had de verdachte echt geen keuze? Waren de mensen die ze hielpen in levensgevaar? Dan zou dat ertoe kunnen leiden dat dit soort acties niet strafbaar zijn. Humanitaire hulpverleners zijn immers niet de doelgroep van deze wet.’

Menselijk handelen

Het zijn vragen waarover Abdulaal en Martine niet lang na hoeven te denken. ‘Zelfs al had ik geweten dat wat ik deed strafbaar kon zijn; als je een persoon ziet die sterft van de honger, dan geef je hem een stuk brood. Dan handel je vanuit je menselijkheid’, zegt Abdulaal. Er komt een berichtje binnen. Het is de vrouw die zwanger was, ze stuurt hem een foto van haar pasgeboren baby. De vrouw is nu in Frankrijk en het gaat goed met haar, vertelt hij. 

‘Ze hebben het naar Europa gered’

Ook met de rest van de groep die ze in september aantroffen gaat het goed. De twee migranten die terug werden gestuurd naar Wit-Rusland zijn inmiddels in respectievelijk Duitsland en Polen, ze hebben het naar Europa gered. ‘Mabroka zit in een asielprocedure’, vertelt haar broer. ‘Ze woont in een acz, maar mag haar familie opzoeken. Dat doet ons allemaal goed.’

Maar voor hem en Martine zijn het spannende tijden. ‘Het gaat wel, maar als ik er echt over nadenk dan vind ik het wel erg spannend’, zegt Martine. Ik besef me dan wat er eigenlijk kan gebeuren.’ Ze zitten daarom niet stil. Er staat een petitie online om aandacht te vragen voor de zaak en het is reeds bekend bij Nederlandse politici. ‘Er zijn zelfs Kamervragen over gesteld’, zegt Martine. ‘En morgen belt the Guardian. Die schrijven er ook een stuk over.’ 

‘Redding op zee is geen misdaad maar een plicht en recht’

0

De Siciliaanse stad Trapani was de afgelopen jaren het strijdtoneel van een rechtszaak tegen de bemanning van een schip dat migranten redde. Vorige week werd de Iuventa-zaak geseponeerd.

In januari 2021, na een strafrechtelijk onderzoek van bijna vijf jaar, werden 21 mensen, een scheepvaartmaatschappij en twee ngo’s officieel beschuldigd van het faciliteren van ongeautoriseerde migratie. Zestien van de beschuldigden hadden op de reddingsschepen Iuventa (Jugend Rettet), Vos Hestia (Save the Children) en Vos Prudence (Artsen zonder Grenzen) gewerkt. De verdachten hing een gevangenisstraf van twintig jaar boven het hoofd, samen met een boete van 15.000 euro voor elk gered persoon. Het Iuventa-reddingsschip werd in beslag genomen en ligt sindsdien stil in de haven van Trapani in Sicilië.

Mensenrechtenorganisaties Amnesty International en ECCHR volgden de zaak op de voet, en waarschuwden in 2021 dat ‘de autoriteiten anti-smokkelwetten misbruiken om mensenrechtenverdedigers te criminaliseren en solidariteit te bestraffen’.

Na jaren van hoorzittingen, getuigenverklaringen en gerechtelijk onderzoek kwam er 28 februari een verrassende ontwikkeling in de zaak. De openbare aanklager verzocht plotseling de rechter om de zaak te seponeren.

Vrijdag 19 april werd de rechtszaak na zeven jaar juridische strijd inderdaad geseponeerd vanwege gebrek aan bewijs. Op de online persconferentie laat Nicola Canestrini, de advocaat van Iuventa weten dat ‘de uitspraak bevestigt dat redding op zee geen misdaad is, maar een plicht en een recht’.

Net na de uitspraak in Trapani 19 april 2024. Beeld: Iuventa-crew

Inés Marco, die als onderzoeker voor Iuventa werkt, reageert twee dagen later op het seponeren van de zaak. ‘De zaak tegen Iuventa en andere ngo’s is onderdeel van een grootschalige criminalisering van migratie door de Italiaanse overheid’, zegt ze door de telefoon.

‘We moeten niet vergeten dat de meeste mensen die worden aangeklaagd kwetsbare migranten zijn’

Om dat goed te begrijpen, moeten we tien jaar terug in de tijd. In 2014 beëindigde Italië de reddingsoperatie ‘Mare Nostrum’, waarmee in drie jaar tijd meer dan 100.000 vluchtelingen en migranten uit Afrika en het Midden-Oosten gered werden. Hoewel de Mare Nostrum-reddingsoperatie technisch gezien een succes was, groeide de binnenlandse en internationale kritiek: de operatie zou een ‘aanzuigende werking’ hebben. Daarnaast was het een dure operatie: het kostte de Italiaanse staat 400.000 euro per dag.

In april 2015 vonden twee dramatische schipbreuken plaats, meer dan 1200 mensen stierven. ‘Deze ramp werd gezien als een directe consequentie van het stopzetten van Mare Nostrum’, zegt Marco. ‘Maatschappelijke organisaties kwamen in actie om het gat op te vullen.’

Vervolgens tekende Italië op 2 februari 2017 een migratieakkoord met Libië. Sindsdien helpt Italië de Libische maritieme surveillance-capaciteit te verbeteren door financiële en technische middelen te leveren. Mensenrechtenorganisaties bekritiseren het akkoord tot op vandaag hevig, en stellen dat het een ernstige schending is van de mensenrechten van migranten, omdat die in Libië systematisch geschonden worden.

In 2017 vormden reddingsschepen van ngo’s een derde van alle reddingsoperaties op de Middellandse zee. ‘Maar dat bleek ongemakkelijk voor de deal tussen Italië en Libië, want ngo’s waren directe getuigen van de illegale pushbacks en van de coördinatie tussen de Libische en Europese grenswachten’, zegt Marco.

Onder het mom van het bestrijden van mensensmokkel werden ngo’s door de Italiaanse staat als verantwoordelijke aangewezen. Wat volgde was wat Amnesty International een lastercampagne noemde – ngo’s zouden een taxidienst zijn voor migranten.

Teruggebracht naar Libië

‘De criminalisering van de reddingsmissies was ongelooflijk efficiënt’, zegt Marco. ‘De aanpak begon met de Iuventa-zaak uit 2017. Een jaar later was er geen enkel ngo-reddingsschip meer op de centraal Middellandse Zee. Het aantal mensen dat Italië bereikte daalde aanzienlijk in 2018. Volgens de UNHCR was dat een direct gevolg van de uitbreiding van de Libische kustwacht: eenmaal opgepikt door de Libische kustwacht worden mensen teruggebracht naar Libië. De VN vreest dat men daar wordt blootgesteld aan illegale detentie, marteling en misbruik. Ondertussen werd de reis niet minder gevaarlijk: de UNHCR schat dat in 2018 2275 mensen in de Middellandse zee verdwenen. Hoewel het totale dodental op zee in 2018 halveerde ten opzichte van het voorafgaande jaar, steeg het aantal doden per aantal mensen dat de reis probeerde te maken sterk: van een op 38 in 2017 tot een op 14 in 2018.

Verdachte Sasha Gurke staat de pers te woord, 2022. Beeld: Iuventa-crew

 Het strafrechtelijk onderzoek naar reddingsoperaties door ngo-schepen in de wateren van de Straat van Sicilië begon in 2017. Sommige bemanningsleden van de schepen zouden contact hebben gehad met Libische mensensmokkelaars en betrokken zijn geweest bij reddingsoperaties waarbij geen werkelijk gevaar bestond. ‘Er zijn ernstige vermoedens van schuld’, verklaarde destijds aanklager Ambrogio Cartosio.

De basis voor de aanklacht waren de getuigenissen van Floriana Ballestra en Pietro Gallo, twee voormalige politieagenten die als beveiligers werkzaam waren op het reddingsschip van Save the Children. De verdediging stelde de geloofwaardigheid van de getuigenissen in twijfel. Niet alleen omdat er geen enkel bewijs was dat wat zij vertelden ook waar was, maar ook vanwege de achtergrond van de getuigen. Gallo werd in 1995 na twee jaar dienst ontslagen en veroordeeld voor het plaatsen van vals bewijs in de auto van een liefdesrivaal. Ballestra werd in 2011 ontslagen voor meerdere overtredingen, waaronder leugens, misdragingen, laster, machtsmisbruik en het afleggen van valse verklaringen.

Sasha Gurke, een van de verdachten in de zaak verklaarde tijdens de persconferentie dat ‘het Openbaar Ministerie de rechtszaak baseerde op onbetrouwbare getuigen met een dubbele agenda’. Ook advocaat Francesca Cancellaro bekritiseerde de aanpak van het Openbaar Ministerie: ‘Dit is niet hoe een rechtsstaat werkt. Aanklachten moeten alleen worden ingediend na een grondig onderzoek en het verzamelen van al het beschikbare bewijs. Een rechtszaak beginnen zonder goed voorbereidend werk is onrechtvaardig en belast de verdachten onnodig.’

Gedwongen een boot besturen

Mensenrechtenjuriste Allison West van de European Center for Constitutional and Human Rights (ECCHR) reageerde na de uitspraak in de Iuventa-rechtszaak: ‘We moeten niet vergeten dat de meeste mensen die worden aangeklaagd kwetsbare migranten zijn.’

De meeste mensen die gearresteerd worden op beschuldiging van hulp bij ongeautoriseerde migratie zijn inderdaad zelf mensen die bescherming zoeken. In 2022 arresteerde de Italiaanse politie bijna 350 mensen die werden geïdentificeerd als ‘bootbestuurders en smokkelaars’. Een groep Italiaanse ngo’s laat in het rapport From Sea to Prison (2022) zien dat in Italië tussen 2014 en 2022 meer dan 2.500 mensen werden gearresteerd op beschuldiging van ‘hulp en medeplichtigheid aan ongeautoriseerde migratie’.

Het team van Iuventa vraagt hier op hun website aandacht voor: ‘Omdat migranten gedwongen werden om boten te besturen, het kompas te lezen of een noodoproep uit te zenden, worden ze vervolgd als zogenaamde ‘scafisti’ (smokkelaars) en veroordeeld tot absurd hoge gevangenisstraffen en boetes.’

Een arrestatie als bootbestuurder heeft ernstige gevolgen voor migranten – zelfs als de aanklacht wordt ingetrokken. De beschuldigden worden meestal in voorhechtenis genomen, krijgen geen externe steun en hun rechtszaken worden gekenmerkt door procedurele tekortkomingen en schending van hun rechten. Velen worden schuldig bevonden, zelfs als het bewijs dat tegen hen gebruikt wordt in de rechtszaal extreem zwak is.

Solidariteit met migranten

Toch klinkt er ook een hoopvol geluid. Advocaat Cancellaro reageerde onmiddellijk na de vrijspraak van haar cliënten: ‘Vandaag was een belangrijk startpunt in het proces van de decriminalisering van solidariteit. Ik beschouw het als een startpunt omdat er nog zoveel te doen is, zoveel strijd te voeren. Door de zaak-Iuventa hebben we kwesties aan de orde gesteld over de disproportionaliteit van de wetgeving omtrent ‘facilitering van ongeautoriseerde migratie’ op Europees niveau.’

De voornaamste kwestie is de Europese ‘Facilitator’s Package’ – een Europese wet uit 2002 die het strafbaar maakt om het overschrijden van een grens mogelijk te maken, of daarbij te helpen zonder de wettelijk vereiste toestemming.

In 2019 riepen 100 organisaties Ursula Von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, op om de criminalisering van solidariteit met migranten te stoppen. Zij stelden dat het Facilitator’s Package geen goed onderscheid maakt tussen mensensmokkel en humanitair werk en dat vrijwilligers, activisten, ngo’s, bemanningsleden van reddingsschepen, familieleden van migranten, journalisten, burgemeesters en priesters de dupe zijn.

De beklaagden van Iuventa met hun advocaten. Beeld: Iuventa-crew

De advocaten van Iuventa dienden in mei 2023 een klacht in bij het Italiaanse Constitutionele Hof en het Europese Hof van Justitie. Ze beargumenteren dat de wetten, die bedoeld zijn om ‘de grenzen te verdedigen’, in strijd zijn met de fundamentele rechten van migranten en degenen die hen ondersteunen.

‘Om te voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt, en om te voorkomen dat duizenden mensen in gevangenissen verdwijnen, moeten deze wetten worden afgeschaft’, zegt Sasha Gurke.

Kortom, de rechtszaak tegen Iuventa is gesloten, maar het lijkt erop dat hun strijd hier niet stopt. Gurke: ‘Deze rechtszaak heeft ons niet geïntimideerd’. En het team van Iuventa verklaart: ‘Zolang het gewelddadige grensbeleid voortbestaat, is dit nog geen echte overwinning.’

Meer massagraven gevonden in Gaza

0

Hulpverleners hebben rondom het ziekenhuis in Khan Younis meer massagraven met verminkte en vastgebonden lichamen ontdekt. Al dagen zoeken nabestaanden rondom het ziekenhuis naar overblijfselen van hun dierbaren. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

‘Ik kijk naar het gezicht van elk lichaam, maar mijn zoon heb ik nog niet kunnen vinden, zegt Amal al-Baiouk tegen Middle East Eye. Ze is een van de vele Palestijnse moeders die op zoek is naar vermiste kinderen en dierbaren.

Volgens het hoofd van de hulpmissie Yamen Abu Sulaiman zijn er tot nu toe drie massagraven ontdekt. De eerste twee massagraven zouden door het medisch personeel van het Palestijnse ziekenhuis zelf zijn gegraven, omdat het tijdens het Israëlische beleg niet mogelijk was om de lichamen van omgekomen Palestijnen naar kerkhoven te brengen. Eind januari ging het al om 150 lichamen.

Een derde massagraf lijkt te zijn gegraven toen de Israëliërs het gebied onder controle hadden, meldt Middle East Eye.

Volgens de VN, die een onderzoek eist naar de massagraven, zijn er ook lichamen gevonden van mensen wiens handen op de rug zijn gebonden. Nabestaanden wordt gevraagd de gevonden lichamen niet aan te raken totdat een VN-team de doodsoorzaak kan onderzoeken.

Joodse Nederlander bekladde ChristenUnie-pand met antizionistische teksten

0

Degene die het partijkantoor van de ChristenUnie in Amersfoort in de nacht van dinsdag op woensdag heeft beklad met antizionistische teksten is een Joodse Nederlander. Dit zegt zijn advocaat, Willem Jebbink.

Op het partijkantoor van de ChristenUnie werd de tekst ‘ChristenUnie steunt genocide’ geschreven. In een verklaring, die de advocaat namens zijn cliënt met de pers deelde, staat dat de Joodse Nederlander dit een correcte weergave van de werkelijkheid vindt.

De ChristenUnie doet aangifte van de bekladding en spreekt over een antisemitische actie. Maar dat laatste is volgens de bekladder onzin. De actie is ‘allesbehalve antisemitisch’.  De ChristenUnie en ook het demissionaire kabinet laten zich volgens de actievoerder door één bron leiden: het CIDI, ‘de spreekbuis van Israël in Nederland’.

De bekladder zegt te hebben gehandeld ‘uit onmacht en woede’. ‘Juist als Joodse Nederlander met meerdere voorouders die in de Holocaust zijn vermoord door de grootste uitwas van christelijk antisemitisme, voel ik de plicht me uit te spreken nu er opnieuw een genocide plaatsvindt. Zeker als dat gebeurt ‘in mijn naam’ als Joodse en als Nederlander. Nooit meer is nu.’

Op 10 maart demonstreerden relatief veel Joden tegen de Israëlische president Yitzhak Herzog, die die dag het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam opende. Een van hen was Yval Gal van de Joodse antizionistische organisatie Erev Rav. Volgens Gal misbruikt Herzog de Holocaust om Israëls beleid te legitimeren, zo vertelde hij vorige maand aan de Kanttekening.

Gisteren debatteerde de Tweede Kamer over antisemitisme. In zijn bijdrage stelde Stephan van Baarle van Denk dat de rechter moet bepalen wat haat is of niet. ‘Stop om uitingen voor de rechten van Palestijnen als antisemitisme te betitelen.’

Amnesty waarschuwt voor antisemitisme

0

Amnesty Nederland maakt zich zorgen over de veiligheid van Joden in Nederland. ‘Joden en synagogen worden bedreigd. Joodse instellingen of scholen krijgen soms politiebeveiliging. Joodse monumenten en herdenkingsplekken worden beklad met hakenkruizen en andere haatdragende symbolen. Ook worden Joden lastiggevallen en aangevallen.’

De mensenrechtenorganisatie benadrukt dat kritiek op Israël niet meteen antisemitisme is. Zoals kritiek op Turkije niet meteen islamofobie is. Vervolgens komt de mensenrechtenorganisatie met een nuance: ‘Maar de grens is snel overschreden. Sinds de verschrikkelijke aanvallen van 7 oktober en het continue geweld erna in Gaza en Israël, zijn haat en geweld tegen Joodse mensen sterk toegenomen. (…) Dat de staat Israël mensenrechten schendt, is geen excuus om Joodse mensen te discrimineren of geweld aan te doen.’

Verschillende Instagramgebruikers reageren kritisch op het bericht van Amnesty Nederland. ‘Overigens wel zwak om het in jullie post te hebben over 7 oktober als oorzaak van de genocide erna, terwijl jullie dondersgoed weten dat 7 oktober echt niet de start was van de bezetting, het bloedvergieten en meer.’ Een andere gebruiker, met een Palestijnse vlag in zijn profiel, verwijt Amnesty Nederland selectieve verontwaardiging: ‘Posten jullie ook 1 over islamofobie?’

Een anonieme medewerker van Amnesty Nederland reageert: ‘Als het WNF het heeft over de zeeschildpad, word je dan ook boos dat het niet over de luipaard gaat? Islamofobie is óók niet oké.’ Deze reactie is volgens veel gebruikers onprofessioneel en roept verontwaardiging op. ‘Er is veel meer haat tegen moslims, agenten beschermen mensen die (een exemplaar van de) koran verbranden’, schrijft iemand. ‘Mensen moeten zich niet achter antisemitisme verschuilen om een genocide mee goed te praten.’

Islamitische landen komen bijeen in Gambia

0

In de Gambiaanse hoofdstad Banjul vindt op 4 en 5 mei een ‘islamitische topconferentie’ over Palestina, islamofobie en klimaatverandering plaats. De Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC) heeft de top voor islamitische landen belegd. Zo meldt Associated Press of Pakistan.

Op de top draait het om het bevorderen van ‘de islamitische eenheid en solidariteit’ in de context van ‘gepolariseerde regionale en globale zaken’, zoals bij de kwesties Palestina en islamofobie, maar ook klimaatverandering en minderheden staan op de agenda.

Via dialoog en duurzame ontwikkeling zou meer islamitische toenadering tot stand gebracht kunnen worden, aldus OIC in een persverklaring.

Het is nog niet bekend welke islamitische landen en wie namens de islamitische lidstaten aan de top zullen deelnemen. In ieder geval zal er een voorbereidende ontmoeting plaatsvinden van afgevaardigden op 30 april en 1 mei.

De oorlog in Palestina leidt in toenemende mate tot fricties binnen de internationale verhoudingen, met name tussen het Westen en de islamitische wereld. Tot de Hamas-aanval op 7 oktober waren de betrekkingen tussen Israël en landen uit het Midden-Oosten juist aan het ontdooien. Daar is na de meedogenloze tegenreactie van Israël in Gaza weinig meer van over.

Kraspoekol is een felle aanklacht tegen de slavernij in Indië

0

In 1800 schreef Dirk van Hogendorp het toneelstuk Kraspoekol of de slavernij, een felle aanklacht tegen de slavernij in Indonesië. Het toneelstuk werd slechts een keer opgevoerd en raakte daarna in de vergetelheid. Docenten Nederlands Lyanna Oostra en Marja Warmelink-Odink hebben Kraspoekol uit het stof gehaald én hertaald in hedendaags Nederlands. 

Kraspoekol of de slavernij speelt zich niet af in Suriname of op de Caribische eilanden, maar in Indonesië. Waar de West een echte plantagekolonie was, daar draaide het in de Oost om de handel. Ten onrechte hadden veel mensen lange tijd het idee dat de slavernij in de Oost nauwelijks voorkwam. En bovendien dat de slavernij daar wel meeviel. Maar dit beeld moet worden bijgesteld, stellen Lyanna Oostra en Marja Warmelink-Odink: ‘Ook hier werden eeuwenlang slaafgemaakten wreed behandeld.’ Ze vinden dat er meer aandacht voor de slavernij in de Oost moet komen. 

Kraspoekol, de gelijknamige hoofdpersoon van het toneelstuk, is een onsympathieke Indisch-Nederlandse vrouw. Ze gaat op een wrede manier om met slaafgemaakte Indonesiërs. Ze wordt tegengewerkt door haar zwager Wedano, die er verlichtere standpunten op nahoudt. Nadat Wedano een tot slaafgemaakte prinses heeft vrijgelaten kookt Kraspokoel van woede en besluit ze haar wraakzucht te botvieren op andere slaafgemaakten, wat uiteraard alleen kan uitlopen op een drama.

Waar het begon

Hoe kwamen Oostra en Warmelink-Odink bij dit onbekende onderwerp? De vrouwen deden een masteropleiding Nederlands aan de NHL Stenden Hogeschool in Groningen. Tijdens een college literatuurgeschiedenis wees docent Coen Peppelenbos hen op het toneelstuk van Dirk van Hogendorp. Ze waren geraakt door de tekst en besloten Kraspoekol of de slavernij in het kader van hun afstudeerproject te hertalen in hedendaags Nederlands, zodat het verhaal toegankelijk is voor de lezers van nu. ‘De tekst uit 1800 was moeilijk toegankelijk, helemaal voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daarom wilden we het verhaal hertalen, zodat je er nu ook wat mee kan’, zegt Warmelink-Odink. 

‘Aanvankelijk liepen onze hertalingen nogal uiteen’

Kraspoekol © Uitgeverij De Kleine Uil

‘Dit werk heeft ons wel een jaar gekost’, vertelt Oostra. ‘We hebben afgesproken allebei delen van het toneelstuk te hertalen en die vervolgens naast elkaar neer te leggen. Aanvankelijk liepen onze hertalingen nogal uiteen, maar aan het einde niet meer. Soms bezigde Van Hogendorp archaïsche woorden, die we nu niet meer gebruiken. Gelukkig bood dan het Historisch Woordenboek uitkomst.’

Na lang zwoegen was het toneelstuk eindelijk hertaald. En de hertaling plus de tekst van Van Hogendorp uit 1800 zijn uitgegeven als boek bij de Groningse uitgeverij De Kleine Uil.

Dirk van Hogendorp

Van Hogendorp, de auteur van het toneelstuk, was niet zomaar iemand. Hij was resident in Nederlands-Indië, criticaster van Nederlands koloniale politiek en werkte als minister en generaal voor de Franse keizer Napoleon Bonaparte. Tevens was hij de oudere broer van de veel bekendere Gijsbrecht Karel van Hogendorp, die in 1813 de Oranjes terug naar Nederland haalde.

‘Als overheden Van Hogendorps plan hadden uitgevoerd, zou Nederland de eerste Europese natie zijn geweest die koloniale slavernij afschafte’

Tijdens zijn tijd in Oost-Indië was Van Hogendorp getuige van de verschrikkelijke onrechtvaardigheid die mensen in slavernij moesten doorstaan. Als bestuurder implementeerde hij zelf veranderingen om de lokale bevolking en slaven te helpen. De hoogste autoriteiten in de kolonies waren echter sterk tegen zijn benadering. Van Hogendorp werd gearresteerd en opgesloten, maar wist te ontsnappen naar Nederland. Daar bracht hij verschillende rapporten uit waarin hij de verwerpelijke praktijken in Oost-Indië documenteerde. In zijn Proeve over den slaavenhandel en de slavernij in Neerlands-Indië (1801) presenteerde hij een plan om de slavernij binnen twintig jaar af te schaffen. Als overheden Van Hogendorps plan hadden uitgevoerd, zou Nederland de eerste Europese natie zijn geweest die koloniale slavernij afschafte.

Cover novelle Kraspoekol, of de droevige gevolgen van een te verregaande strengheid jegens de slaven © Bibliotheek Rotterdam

Voorstelling gesaboteerd

Van Hogendorps toneelstuk Kraspoekol is gebaseerd op een novelle Kraspoekol, of de droevige gevolgen van een te verregaande strengheid jegens de slaaven uit 1780 van Willem van Hogendorp, de vader van Dirk en Gijsbrecht Karel. Maar het toneelstuk is aanzienlijk radicaler van inhoud dan het origineel. ‘Het was Van Hogendorps diepste wens om een einde te maken aan de slavernij’, schrijven Oostra en Warmelink-Odink in hun nawoord. En dat is ook de reden dat Van Hoogendorp er een toneelstuk van maakte, zodat hij grotere groepen mensen met dit verhaal kon bereiken.

‘Tijdens de voorstelling ontstond er onrust’

‘Interessant is dat het Kraspoekol maar één keer op de planken verscheen, in 1801, en daarna nooit meer werd opgevoerd’, vertelt Warmelink-Odink. ‘Want tijdens de voorstelling ontstond er onrust, met als gevolg dat het stuk halverwege moest worden gestaakt. De tekst van het controversiële toneelstuk werd daarna wel goed verkocht. Ophef verkoopt.’ Wat was de reden van deze cancelling? ‘Lobbyisten hebben actie gevoerd tegen het toneelstuk’, zegt Warmelink-Odink. ‘Naar verluidt zouden zij ook in het publiek hebben gezeten en de voorstelling hebben gesaboteerd.’ 

Het doel van Oostra en Warmelink-Odink is dat het toneelstuk kan worden gelezen door leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo. Warmelink-Odink: ‘Het is niet zo dat we per se willen dat het toneelstuk weer wordt opgevoerd. Maar een andere docent kwam hier wel meteen mee.’ 

Educatieve functie

Is Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, red.) nog beïnvloed door dit verhaal, voor het schrijven van zijn beroemde en baanbrekende roman Max Havelaar? ‘Helaas hebben we daar zelf geen bewijzen voor kunnen vinden’, zegt Oostra. ‘Maar er ligt 60 jaar tussen Kraspoekol en Max Havelaar. In de door ons gemaakte onderwijsmodule trekken we uiteraard wel de vergelijking met Max Havelaar en vragen we leerlingen om passages uit Multatuli’s boek met het toneelstuk te vergelijken.’

Kraspoekol is geen moeilijk verhaal, maar een rechttoe rechtaan-drama. Max Havelaar, dat telkens van perspectief wisselt en vol staat met citaten in het Frans en Duits, is voor leerlingen en studenten veel lastiger om door te komen. Zijn beide literaire werken wel vergelijkbaar? ‘Qua vertelstijl niet, maar qua thematiek wel’, zegt Warmelink-Odink. ‘Net als Max Havelaar is Kraspoekol een aanklacht tegen uitbuiting en kolonialisme in de Oost. Daar hebben we het dan over in de klas.’ 

Oostra vult aan: ‘Leerlingen vinden het belangrijk om ook hierover te leren. De slavernij in de Oost krijgt te weinig aandacht in het onderwijs. Met dit verhaal vullen we een lacune. Voor ons is het belangrijkste dat we met leerlingen in gesprek gaan over slavernij en kolonialisme en over de doorwerking hiervan in het heden. Lessen hierover zijn vakoverstijgend: het is voor Nederlands van belang, maar ook voor geschiedenis en burgerschap/maatschappijleer.’