8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 254

Na de excuses van de koning klonk gejuich in het Oosterpark

0

Journalist Caner Mert was zaterdag in Amsterdam bij de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij. Een terugblik. 

Keti Koti (ketenen verbroken), ook bekend als de Dag der Vrijheden of Emancipation Day, werd zaterdag 1 juli door heel Nederland gevierd. De hoeveelheid camera’s in de buurt van het Oosterpark in Amsterdam trok ook de toerist in de buurt aan om een kijkje te nemen. In het Oosterpark stonden rond het slavernijmonument grote vrachtwagens en camera’s, aangezien de Nationale Herdenking Slavernijverleden door veel media live werd uitgezonden.

Mijn dag begon samen met de Surinaams-Nederlandse sociaal werker en activist René Adriaan, medeoprichter van het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) dat onderzoek doet naar het slavernijverleden van Nederland en de doorwerking daarvan in de huidige maatschappij.

Beeld: Caner Mert

Adriaan ging in de middag naar Utrecht, omdat hij elk jaar een andere stad bezoekt op deze feestdag. Hij probeerde mensen zo goed mogelijk te helpen en zo veel mogelijk te zien. Mensen in vrolijk gekleurde pakken en Surinaamse jurken zochten om zich heen naar de Bigi Spikri, de jaarlijkse optocht van vrouwen in traditionele Surinaamse en Carbische kledij die ergens in de buurt moest zijn.

‘Als je nou even luistert dan kan ik het je uitleggen,’ zei Adriaan tegen een groepje opgewonden vrouwen die ook naar de kleurrijke optocht zochten. Wanneer Adriaan de route heeft uitgelegd, liep hij door en zag hij in de verte een blauw busje, waar flesjes water werden uitgeladen.

René Adriaan in gesprek met vrouwelijke bezoekers. Beeld: Caner Mert.

Feestdag

Bij het busje zetten twee vrolijke mannen flesjes water op tafel. Adriaan liep naar de man in de Patta-jas. Patta is een populair kledingmerk met Surinaamse roots en omhelst hem. De man, Vincent Soekra, bleek een van de co-producenten van het festival.

Voor Soekra was Keti Koti allang een feestdag: ‘Ik neem op 1 juli altijd vrij. Sinds 2009 werk ik eraan om van Keti Koti een nationale feestdag te maken voor iedereen.’

Terwijl er plastic werd gescheurd en flesjes water op de tafels werden verspreid, vertelde Soekra over wat Keti Koti voor hem betekende: ‘Het is een dag van herdenking maar vooral van bezinning op wat nooit meer mag gebeuren en hoe we samen verder gaan.’

Terwijl Adriaan nog wat mensen en toeristen vertelde over de Bigi Spikri en hen een flesje water aanbood, liet Soekra weten hoe hij blij hij wel niet was met alle aandacht vandaag voor Keti Koti: ‘Het is goed dat er nu zo veel aandacht voor is. Het is ook op bijna elk kanaal live te volgen dit jaar. Het heeft volgens mij te maken met de toespraak van de koning.’

‘Ik neem op 1 juli altijd vrij’

Ook Soekra wachtte op de toespraak van de koning: ‘Het is nu of nooit, voor hem in ieder geval. Voor mij betekenen zijn woorden niet zoveel. Het is veel te laat voor woorden. Als ze [de Nederlandse staat] echt excuses willen aanbieden, moeten ze met daden komen.’

Lucrecia was onderdeel van een groep vrouwen die meeliepen in de protestmars: ‘Tijdens Keti Koti vieren wij dat honderdvijftig jaar geleden, geen honderdzestig, de lijdensweg van onze voorouders eindigde [In 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft in Suriname en de Caraïbische eilanden. Maar in Suriname moesten de vrijgelaten slaafgemaakten nog tien jaar doorwerken]. Zodat wij vandaag hier kunnen zijn en deze vrijheid met elkaar kunnen delen.’

Lucrecia. Beeld: Caner Mert

Voor Lucrecia was het, net als de vele anderen in het Oosterpark, wachten op de speech van de koning: ‘Ik verwacht dat hij eindelijk excuses gaat maken. Het is altijd goed om je excuses aan te bieden, ook al gaat het om iets dat lang geleden is gebeurd.’

Even later liep Adriaan door en kwam hij in de protestmars terecht. Daar waren, vol met kleuren en hard gebonk en gedans van trommels en trompetten, diverse borden, vlaggen en dancemoves te zien. Van de LGBTQI-vlag tot borden met de namen van zwarte verzetsstrijders, veel tekens werden omhooggehouden in de lange sliert, die meer dan twee uur rondging door Amsterdam.

Bigi Spikri, traditionele optocht tijdens Keti Koti. Beeld: Caner Mert

Adriaan kwam Vincent weer tegen en begon hem te helpen met flessen uit te delen aan de mensen die uren hebben gelopen. De optocht eindigde in het Oosterpark op het grasveld tegenover het podium waar de koning zou gaan staan. Adriaan ging zijn reis naar Utrecht maken en stapte de tram in. Ondertussen was het weer slechter geworden. Donkere wolken pakten zich samen, er zou spoedig een regenbui komen.

Rond twee uur was de koning een van de laatste gasten die buiten het park werd opgewacht. Na een korte zwaai naar de enthousiaste menigte kon de herdenking beginnen. Tijdens de toespraak van Koning Willem-Alexander was het erg stil, tot het moment waarop zoveel mensen zaten te wachten. Het moment dat de koning zijn excuses aanbood voor het verleden. Toen hij zijn woorden uitsprak, klonk er gejuich in het Oosterpark.

Op het Museumplein in Amsterdam was de sfeer een stuk feestelijker dan in het Oosterpark. Er waren duizenden mensen, tientallen tenten en kraampjes en een viertal podia.

De sfeer was energiek met veel muziek en heerlijk ruikend eten. Buitenlandse toeristen kwamen naar de grootstedelijke hotspot en dansten enthousiast mee. Al lopend hoorde je gesprekken van bezoekers die geen idee hadden wat er gaande was, maar wel erg benieuwd waren waarom er zoveel mensen van kleur met elkaar aan het feesten waren.

Een komma

Aan de buitenrand van het plein bevond zich een kraampje met diverse boeken over slavernij en zwarte shirts met een grote, witte komma erop. Een verwijzing naar de toespraak van premier Rutte afgelopen december, waarin hij zei dat zijn excuses geen punt waren maar een komma, om te beginnen de start van een herdenkingsjaar. Het kraampje was van kennisinstituut The Black Archives, waar meerdere mensen enthousiast aan geïnteresseerden over de shirts vertelden.

Beeld: Caner Mert

Isabelle Britto was een van de mensen bij het kraampje. In het Engels voerde ze een gesprek met bezoekers: ‘Met onze actie ‘Geen punt, maar komma’ willen wij weten wat de gemeenschappen van de voormalige kolonies vinden van wat er na de komma moet komen. Onze minister-president Mark Rutte citeerde in zijn excuusspeech van december beeldend kunstenaar Serana Angelista, die zei: ‘We zetten een komma, geen punt.’

Na haar gesprek kwam een jonge man aanwandelen en knuffelde Britto. Het bleek Raul Balai te zijn, kunstenaar en curator bij The Black Archives: ‘Ik heb zitten luisteren naar die toespraken vandaag, maar ik vind het gek dat niemand het heeft over wat in Vlissingen is gebeurd’, aldus Balai. Hij doelde op het slavernijmonument in Vlissingen dat een dag na de onthulling was beklad met racistische teksten.

‘Ik heb mijzelf kapotgelachen om de toespraak van de koning’, vervolgde Balai. ‘De koning zei in zijn speech dat er op Nederlandse bodem geen slavernij was, maar met een druk op de knop kan je op het internet lezen dat het niet waar is.’

Aan het begin van de avond was het vooral feest. Lange rijen bij de barbecues en veel mensen met een koud, Surinaams biertje. Op het ene podium trad een groot dansorkest op terwijl van de bühne ernaast hip-hop geluiden kwamen. In de avond stapte rapper DopeBwoy op het grootste podium, waarna de voetjes langzaam weg dansen van het Amsterdamse Museumplein.

Islamitische landen willen maatregelen tegen koranontheiligingen

0

De organisatie van Samenwerkende Islamitische Landen eist dat er ‘collectieve maatregelen komen tegen de ontheiliging van de Koran’. Ze willen dat het internationaal recht wordt ingezet tegen wat zij betitelen als de ‘verspreiding van religieuze haat’. Dit naar aanleiding van de koranverbranding vorige week in Zweden. Zo meldt de nieuwssite Middle East Monitor.

De 57 islamitische landen kwamen tot die conclusie na een speciaal bijeengeroepen vergadering in de Saudische stad Jeddah.

‘We moeten constant herinneringen naar de internationale gemeenschap sturen voor de toepassing van het internationaal recht, die onomwonden een verbod legt op de verspreiding van religieuze haat’, zei de voorzitter Hissein Brahim Taha.

Vorige week, op de eerste dag van het Offerfeest, werd een koran verbrand voor een moskee in Stockholm. Met name Turkije ergerde zich hieraan, het land dat de Zweedse toetreding tot de NAVO nog dient goed te keuren.

Dat de Zweedse politie toestemming gaf voor de koranverbranding is veel islamitische landen een doorn in het oog. In Zweden wordt het incident ook gezien als ‘vrijheid van meningsuiting’. Na kritiek en protesten vanuit islamitische landen kwam er toch een veroordeling van de ‘islamofobe daad’ door de Zweedse regering.

Donatiecampagne voor Parijse agent die Nahel doodschoot

0

De Franse mediapersoonlijkheid Jean Messiha, een aanhanger van de extreemrechtse politicus Éric Zemmour, is een donatiecampagne gestart voor de politieagent die dinsdag 27 juni de 17-jarige Nahel doodschoot. Frankrijk is sindsdien het toneel van hevige rellen.

Volgens Le Figaro wil Messiha de concurrentie aangaan met de moeder van Nahel, die ook een donatiecampagne is gestart om onder meer de begrafenis te betalen. Messiha wil meer geld ophalen met zijn donatiecampagne. De teller staat nu op meer dan 875.000 euro.

De 17-jarige Nahel, een jongen met Noord-Afrikaanse roots, werd dinsdag 27 juni aangehouden door een motorpatrouille in Nanterre. Toen Nahel plotseling wegreed besloot een agent een schot af te vuren. Dit schot bleek dodelijk.

De agent in kwestie zit vast. Er loopt een onderzoek tegen hem. Was het schot per ongeluk dodelijk, of maakte hij zich schuldig aan doodslag? Voor veel biculturele Fransen is de dood van Nahel het zoveelste bewijs dat Frankrijk een door en door racistisch land is. De vandalen onder de demonstranten steken auto’s in de brand en plunderen winkels.

Vandalen in Nanterre sloopten ook een Holocaustmonument. Volgens een video van Twitter-account ‘Observatory of Decolonialism’ zeiden demonstranten dat ze een nieuwe Holocaust zouden beginnen. Ze schreven op het monument: ‘We gaan een Shoah maken.’ D

Rechter oordeelt dat ‘koelie’ niet mag

0

De rechter heeft de journalisten Avish Jajairam en Shashi Roopram in het gelijk gesteld in een zaak over racisme. Zij werden twee jaar geleden voor ‘koelie’ uitgemaakt, een racistische term die in Nederland vooral wordt gebruikt tegen Hindostanen en Pakistanen. Zo meldt het YouTube-kanaal Up! Network

Het scheldwoord wordt ook onder Nederlanders van kleur gebruikt. In deze zaak ging het om een zwarte man die nu is veroordeeld voor het gebruik van dat woord.

Volgens het UP! Network is de uitspraak ‘historisch’ voor het racismedebat in Nederland. ‘Racisme is dus niet enkel voorbehouden aan blanke mensen en dit is voor het eerst dat de rechter erkent dat het woord koelie beledigend is voor Hindoestanen’, schrijft het journalistieke platform.

Jajairam en Roopram zijn niet onomstreden. Zo geven ze op hun YouTube-kanaal ruimte aan mensen die worden geassocieerd met extreemrechts, islamofobie en de racistische omvolkingstheorie, zoals Paul Cliteur, Yernaz Ramautarsing en Pegida.

Aan mijn ouders in de hemel

Lieve ma en pa,

Hoe is het daarboven? Rustig en vredig? Ik mis jullie, maar ben tegelijk ook blij dat mijn andere broers en zusje nu van jullie mogen genieten daar in de hemel. Op ma’s grafsteen staat de tekst ‘Daar zien wij onze dierb’ren weer die ons zijn voorgegaan en prijzen altesaam de Heer…’ en ik hoop van harte dat alle dierbaren met jullie zijn herenigd.

Het leven hier op aarde kan, zoals jullie weten, af en toe erg zwaar zijn. Oorlogen, mensenrechtenschendingen, maar ook onverdraagzaamheid, discriminatie en racisme zijn aan de orde van de aardse dag. Af en toe is er, gelukkig, ook hoop. Geen cynische hoop, als in ‘uitgestelde teleurstelling’. Maar optimistische hoop, die mensen doet dromen van een betere wereld. Een hoop die mensen een inkijkje geeft in hoe de hemel is. Een hoop die mensen inspireert te streven naar een wereld zonder onrecht, zonder pijn, zonder haat. Een wereld die vervult is van liefde, compassie en wat men hier tegenwoordig ‘inclusiviteit’ noemt: de ruimte voor ieder mens om zichzelf, altijd, te kunnen en mogen zijn.

1 juli 2023 was een dag waarop ik vervuld werd van hoop. Samen met Victorine, mijn echtgenote en moeder van jullie kleindochter, mocht ik namelijk getuige zijn van een historische toespraak van koning Willem-Alexander in het Amsterdamse Oosterpark. De koning sprak op Keti Koti met een hart, vervuld van zowel deemoed als goedertierenheid, over het leed van onze voorouders, maar ook over jullie leed.

Hij erkende de trans-Atlantische slavernij als een ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Ook erkende hij dat het slavernijverleden nog altijd doorwerkt in de vorm van racisme in de moderne samenleving. En dat niet alleen. Hij bood als staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden zijn oprechte excuses aan ‘voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld’.

‘De tranen die tijdens zijn toespraak over mijn wangen rolden, waren ook jullie tranen’

De koning vroeg later in zijn toespraak zelfs, op bescheiden en integere wijze, om vergiffenis. Ja ma en pa: vergiffenis! Het heeft zo ontzettend lang geduurd voordat deze historische dag aanbrak, maar na de excuses door premier Mark Rutte op 19 december 2022 kon en wilde de koning blijkbaar niet achterblijven. Ik prijs zijn moed, moreel leiderschap en kwetsbaarheid. Zijn woorden ontroerden mij. De tranen die tijdens zijn toespraak over mijn wangen rolden, waren immers ook jullie tranen.

Er zijn tegelijkertijd ook mensen uit onze Afro-Caribische gemeenschap die vinden dat dit alles laat, té laat op gang is gekomen. Een deel van mij vindt dat ook. Ik had het jullie zo gegund om deze dag hier levend op aarde bij te wonen. Juist, omdat jullie als afstammelingen van tot slaaf gemaakten deze erkenning, dit berouw en deze excuses zo hard nodig hadden. Al die keren dat jullie racistisch werden bejegend in Nederland, al die pijn die dat veroorzaakte; dat alles kreeg vandaag een nieuwe context. Voor alle Nederlanders. Alhoewel jullie te trots waren om het te erkennen, het alledaags racisme in de Nederlandse samenleving heeft diepe krassen op jullie ziel veroorzaakt.

Bewust of onbewust, gaven jullie die pijn ook door aan jullie kinderen, aan mij. Dat deden jullie overigens doorgaans op een positieve manier; door mij aan te moedigen tweehonderd procent mijn best doen in het onderwijs of op het werk waar witte Nederlanders het met honderd procent of minder af konden doen. Zoals de Afro-Amerikaanse cabaretier Chris Rock het eens zo treffend zei: ‘See, the black man gotta fly to get to something the white man can walk to.’

1 juli 2023 kan een belangrijk kantelmoment zijn in het leven van Afro-Caribische Nederlanders en Surinaamse Nederlanders. Een begin van een proces van heling, maar ook van eenwording van en met de Nederlandse samenleving. Onze pijn, jullie pijn en die van onze voorouders is vandaag gehoord en gezien door de koning – namens al onze landgenoten. Dat betekent buitengewoon veel.

Ik hoop van harte dat mijn dochter, jullie kleindochter, hiervan de vruchten mag plukken. Dat zij groot mag worden in een land zonder racisme en onrechtvaardigheid. Dat zij in een land mag leven waarin de kleur van haar huid geen enkele invloed heeft op haar kansen in het leven. Maar dat niet alleen. Dat zij trots mag zijn op haar Afro-Surinaamse roots. Dat zij trots mag zijn op jullie als haar grootouders.

De racistische vernederingen, beledigingen en uitsluitingen hebben jullie weliswaar geraakt, maar jullie zijn er nooit onder bezweken. Jullie werden zelfs niet bitter of haatdragend richting witte Nederlanders. Jullie bleven hen zien als volwaardige en gelijkwaardige medemensen, precies zoals jullie zelf behandeld wilden worden. Precies zoals jullie nu in de hemel behandeld worden.

Lieve ma en pa, ik mis jullie hier op aarde. Maar vandaag was er een glimp van de hemel, jullie hemel, te zien en te voelen hier op aarde. Er is hoop voor de mensheid. Hoop, voortgekomen vanuit liefde, compassie en nederigheid. Ik zeg het de koning na, in de taal die lange tijd in jullie Suriname verboden was:

Ten kon drai
Tijden zijn veranderd

 Den keti koti, fu tru!
De ketenen zijn verbroken, echt waar!

De interreligieuze dialoog is dood, leve de ontmoeting

De ‘interreligieuze dialoog’ is lang niet meer zo populair als in de vorige eeuw. Decennialang gingen christenen enthousiast naar moslims toe. Om ‘nieuwe Nederlanders’ te leren kennen. Zo werkt het niet meer, blijkt steeds vaker. Moslims zijn al lang niet meer ‘nieuw’. We moeten anders gaan denken, werken aan waardevolle ontmoetingen in alle openheid en eerlijkheid. En samen iets moois van ons land maken.

Theedrinken. Zo staat interreligieuze dialoog de laatste twintig jaar bekend. Liefst Turkse of Marokkaanse thee uiteraard. Maar hier tekent zich het eerste probleem al af: de polarisatie. Nederlanders zijn negatiever over de islam gaan denken en zien ‘dialoog’ als zoetsappig en spreken er dus in neerbuigende termen over.

En misschien hebben ze wel een punt – niet over de islam, maar over de zoetsappigheid van de dialoog. Die kent vanuit christelijke kring traditioneel één heel groot taboe: er mag niet kritisch gekeken worden naar de ander en je mag niet zeggen dat je je eigen geloof toch wel het tofst vindt. Maar als je je eigen geloof niet het mooist vindt, waarom ben je dan christen? Het voelt geforceerd om dat achterwege te laten.

Franciscus van Assisi (1181-1226) deed dat niet. Hij leefde, net als wij, in een tijd van enorme polarisatie. De islam was de grote vijand. De ‘barbaren’ uit het Midden-Oosten. Afgoderij, ketterij, demonische religie. De antipathie in christelijk Europa was misschien nog wel groter dan nu.

En Franciscus ging geen ‘interreligieuze dialoog’ aan. Hij was vol van zijn eigen christelijke geloof en maakte daar geen geheim van richting moslims. Dat pakte ook nog eens best goed uit. Hij ontmoette de – islamitische – sultan Malik al-Kamil. Die ontmoeting liep heel anders dan Franciscus zelf had verwacht, maar dat is dus precies de grap van ontmoetingen. Je kunt ze niet reguleren of in een format gieten. Ze gaan zoals ze gaan.

Ik ben al jaren geboeid door dit verhaal. En vandaag studeer ik er zelfs op af, als theoloog. De belangrijkste vraag die ik stel, is: wat kunnen we nu nog van Franciscus leren als het gaat om ontmoetingen tussen christenen en moslims? Kan hij ons achthonderd jaar na dato nog de weg wijzen?

Kruisvaarders

In 2019 herdachten franciscanen over de hele wereld dat Franciscus van Assisi precies achthonderd jaar eerder een impulsieve en zo op het eerste gezicht totaal krankzinnige actie ondernam. Midden in de Vijfde Kruistocht ontmoette hij Al-Kamil, de neef van de beroemde leider Saladin. Franciscus sloop nabij het Egyptische Damietta stiekem door de frontlinie heen, doolde in het islamitische kamp rond terwijl hij ‘sultan, sultan’ riep en kreeg het nog voor elkaar ook. Historici zijn het erover eens dat hij de sultan echt heeft ontmoet.

Het verhaal past bij Franciscus, die als eigenzinnige en soms impulsieve zoon van welvarende ouders koos voor een leven in radicale armoede. Bedelend ging hij door de straten. Met zijn charisma kreeg hij al snel gezelschap van volgers. Hij was al bij leven legendarisch, waardoor er over hem veel wonderverhalen bestaan, waarvan je de historiciteit mag betwijfelen.

Franciscus is een van de populairste heiligen in de Rooms-Katholieke Kerk. Tegenwoordig kennen we hem vooral van Dierendag, 4 oktober, gevierd op zijn sterfdag. En van paus Franciscus, die bewust de naam aannam van de heilige uit Assisi. Deze paus neemt ook Franciscus’ programma over, door aandacht te geven aan ecologie, broederschap, idealen van armoede en eenvoud en… ontmoeting met moslims.

Franciscus van Assisi wilde al jaren moslims ontmoeten, totdat dit hem in 1219 eindelijk lukte. Vermoedelijk wilde hij sultan Malik al-Kamil bekeren tot het christendom om zo de kruistocht te beëindigen. Of sterven als martelaar terwijl hij dat probeerde. Dus reisde hij naar Damietta.

Assalamu alaikum

We weten het niet wat Franciscus met Al-Kamil heeft besproken, er zijn geen notulen. Franciscus kwam als zendeling, het doet bijna denken aan Gert-Jan Segers, de oud-leider van de ChristenUnie die eveneens naar Egypte ging om moslims te bekeren. Franciscus had in zijn rugzak vermoedelijk een paar stevige vooroordelen over de islam: afgoderij, demonisch, barbaars. We mogen aannemen dat hij kind was van zijn tijd.

Franciscus faalde in zijn opzet. De sultan bleef moslim en gunde de Italiaanse broeder ook het martelaarschap niet. Maar bij Franciscus zelf was er iets veranderd. Hij was onder de indruk geraakt van de islam. Terug in Italië bepleitte hij dat kerken vijf keer per dag een gebedsoproep moesten gaan doen, gelijk de islamitische azan van moskeeën. En hij dichtte drieëndertig namen van God, naar de islamitische negenennegentig namen van Allah. Er zijn zelfs mensen die denken dat de traditionele franciscaanse groet, ‘vrede en alle goeds’, beïnvloed is door het Arabische assalamu alaikum.

Ook schreef Franciscus een jaar later de eerste christelijke richtlijn voor ontmoeting met moslims. Hij citeerde allereerst Jezus: ‘Bedenk, ik zend jullie als schapen onder de wolven’. Geen fraai beeld van moslims (‘wolven’), maar vooruit. Hij sprak de taal van zijn tijd, en zijn boodschap was: schapen en wolven kunnen in vrede samenleven. Dat was een gedachte die bij veruit de meeste van zijn tijdgenoten niet opkwam. Je kunt op twee manieren onder moslims leven, vindt Franciscus. Ten eerste: ga geen woordenstrijd aan, maar wees nederig, acht moslims hoger dan jezelf. En ten tweede: als je merkt dat er ruimte voor bestaat, probeer moslims dan te vertellen over Jezus, zodat ze zich laten dopen en christen worden.

Radicale openheid

Dat is het verhaal – en ik ben dol op verhalen, dus ik neem de ruimte om dit te vertellen. De vraag is nu: wat kunnen we hiermee? Op de een of andere manier brak Franciscus door alle polarisatie en onderlinge haat heen. En dat is precies wat hem interessant maakt als voorbeeld voor nu.

Het is voor een ontmoeting geen belemmering als je hoopt dat de ander zich zal bekeren

Van Franciscus leren we allereerst dat alles draait om attitude. Vier eigenschappen kenmerkten hem in zijn ontmoeting met Al-Kamil. Ten eerste: Franciscus stelde zich extreem kwetsbaar op, kwam ongewapend en ontwapenend in een zwaar militaire omgeving. Het is best mogelijk dat veel moslims in dat kamp hem voor een dwaas hielden, een verwarde witte man, maar dat had waarschijnlijk ook z’n charme. Ten tweede was zijn eenvoud zijn kracht: geen hoogdravende theologie, geen grote dialogische idealen, maar gewoon naast de medemens staan. Daarmee verbonden is die al genoemde nederigheid: hij benaderde elk andere schepsel, ook de dieren, met hoogachting. Hij gaat niet tegenover anderen staan, of boven hen, maar kiest bewust de houding van een dienaar.

En daaruit kwam een vierde eigenschap voort: een radicale openheid naar de ander, gecombineerd met volledige transparantie over zijn eigen motieven. Hij kwam bij de sultan niet om de islam te beledigen of ontkrachten, maar om te getuigen van zijn eigen geloof.

Dit is belangrijk. Het is dus voor de ontmoeting geen belemmering als je hoopt dat de ander zich zal bekeren. Als je de mogelijkheid maar openhoudt dat jij ook zelf bekeerd kan worden. Heb respect voor de overtuiging van de ander. Dat is precies wat er met Franciscus gebeurde.

Bla bla bla

Leuk en aardig, maar nu moeten we echt naar het hier en nu. Wat brengt dit mooie verhaal ons? Ik heb niet alleen in de studieboeken, maar ook tijdens mijn reis naar Israël en Palestina gezien hoe ontmoetingen tussen christenen, moslims en joden vruchtbaar kunnen zijn. En dat bevestigt de indrukken uit het verhaal over Franciscus.

Zo sprak ik Rifat Kassis, een Palestijnse christelijke activist. Hij woont in Beit Sahour, nabij Jeruzalem. Dialoog, daar moet hij niets van hebben. Dat woord is een westers intellectueel speeltje, vertelde hij me. Dialoog is wat je doet als je onbekenden bent voor elkaar. Maar Palestijnse christenen en moslims wonen al eeuwen samen in Beit Sahour. Waarom zouden zij zich tegenover elkaar laten zetten door een term als ‘dialoog’? Ze werken samen aan het mooier en leefbaarder maken van hun stad, in door Israël illegaal bezet gebied.

Franciscaan Louis Bohte bevestigt dit: dialoog, dat is maar bla bla bla, vindt hij. Het raakt niet aan het echte leven. Hij woont al vele jaren in Palestina – eerst in Bethlehem, later in Oost-Jeruzalem. Voer je dan dialoog? Natuurlijk niet, vertelt Bohte mij. Je gaat naast een Palestijnse jongen zitten op straat, leert elkaar kennen, en bouwt een vriendschap op. Of je laat een rouwende Palestijnse moeder uithuilen op je schouder.

Of neem Ophir Yarden, een Joods-Israëlische wetenschapper die coördinator is van het dialoogproject (toch weer dat woord) Adasha. Groepen moslims, christenen en Joden komen vanuit de hele wereld naar Jeruzalem om mee te doen aan zijn project. Zijn missie is om hen te helpen beseffen dat ze veel meer delen dan ze zelf denken. Of zoals Ophir zegt: doe nu eens meer dingen samen dan een keertje ‘humus eten’ en dan weer je eigen weg gaan.

Excursies naar moskeeën

Na 11 september 2001 is het snel bergafwaarts gegaan met de interreligieuze dialoog met moslims. In de Protestantse Kerk is Daniëlle Leder op dit moment coördinator van de officiële werkgroep van gesprek tussen christenen en moslims, maar die opereert op redelijk bescheiden niveau. Vanuit de Katholieke Kerk is het nog stiller. Al jaren is Berry van Oers degene die gaat over de dialoog met andere religies in Nederland, maar dat gesprek vindt vooral op institutioneel vlak plaats.

Het is helaas een feit dat de reserves richting moslims ook onder christenen de laatste twintig jaar flink zijn gegroeid. En dus is de behoefte aan relaties afgenomen. Tekenend is de tegemoetkomende maar tegelijk kritische toon die de Protestantse Kerk bij monde van hoogleraar Bernhard Reitsma aanslaat over zowel de islam als de islamitische wereld. Misschien komt dat wel overeen met de houding die Franciscus achthonderd jaar geleden had.

Dit verschilt hemelsbreed van de ‘dialoog’ vanuit protestantse hoek in de jaren tachtig en negentig, waarbij iedereen er wel uit was dat moslims en christenen dezelfde God aanbidden. Zelfs de vraag of Mohammed voor christenen als profeet kan gelden lag destijds op tafel. Intussen vroeg men zich niet vaak genoeg af, of moslims hier zelf op zaten te wachten. Hadden zij wel trek in die ‘interreligieuze dialoog’? Het lijkt toch vooral een christelijke hobby te zijn geweest.

Die tijd is voorbij. Natuurlijk zijn excursies naar moskeeën nog altijd leuk. Ik woonde vorig jaar zo’n excursie bij van gereformeerde scholieren, die in Roermond de Fatih Moskee bezochten. En bij de viering van achthonderd jaar Franciscus en de sultan gingen de franciscanen van stadsklooster La Verna in Amsterdam Nieuw-West op bezoek bij de Al Ummah Moskee. Ook daar was ik bij. En ik bezocht in Nazareth zelf de moskee om het begin van de Ramadan mee te vieren – voor zover dat kan als christen. Dat is allemaal prachtig en inspirerend, maar ook vluchtig. En wat blijft over, als je weer buiten staat? Vaak zo goed als niets. Een ervaring, dat wel.

Goede gesprekken

‘Waarom bid je niet mee?’, vroeg de man naast me in die moskee in Nazareth. ‘Wat weet je veel over de islam, wanneer word je moslim?’, vroeg een moslimscholiere me in Roermond. Een Nederlandse christen die waardering uit voor haar geloof, die er positief over denkt. Dat verraste haar. Het zegt veel over de huidige tijdgeest. Ik had een leuk gesprek met haar, waarin de oprechtheid van haar geloof mij raakte. De drive om keuzes te maken die je geloof je ingeeft.

Hebben moslims überhaupt trek in een ‘interreligieuze dialoog’? Het lijkt vooral een christelijke hobby

Die ontmoetingen met moslims zijn mijn Franciscus-momenten. Ik heb door de jaren heen bijvoorbeeld goede gesprekken gehad met Nourdeen Wildeman. Net als ik bekeerling, maar tot een andere religie en op een andere manier. ‘De’ bekeerling bestaat niet.

Die ontmoetingen gaan zoals Franciscus het omschrijft in zijn regel. Je gaat geen woordenstrijd voeren, geen debat. Dat heeft geen zin. Maar op een gegeven moment ben je in het contact met de ander zowel uit je comfort zone, als op common ground. En dan ontstaat er een situatie waarin je betekenisvol vragen kunt stellen aan elkaar. Vanuit achting voor elkaar, maar zonder je eigen overtuiging af te zwakken.

Waarom geloof jij als christen eigenlijk dit of dat? Waarom vind je het als moslim goed of niet goed om iets te doen? Hoe ver treed je elkaar tegemoet? Wens je een christen zalig Pasen, terwijl je eigen islamitische geloof stelt dat de boodschap van Pasen (dat Jezus Gods zoon is, die uit de doden opstond) onwaar is?

Ik zie dat bij Nourdeen de hoop leeft, dat ook anderen de waarheid en schoonheid van de islam gaan inzien. Waarom zou dat mij storen? Integendeel, ik vind het fijn. De islam en moslims zijn onderdeel van Nederland, Nourdeen is niet bekeerd tot een ‘wezensvreemde’ religie. Vanuit die wetenschap kun je open en vrijmoedig met elkaar spreken. En vanuit dat besef wil ik zij aan zij met moslims werken aan een mooier land – zoals Rifat Kassis dat doet met zijn moslimburen in Palestina. In Nederland treffen moslims, christenen en anderen elkaar vaker en vaker: op het werk, in de wijk, op school. Als je eenmaal samen bezig bent, komen de goede gesprekken vanzelf. Daar is geen georganiseerde ‘dialoog’ voor nodig.

Waarom ben ik geen moslim? Een goede vraag, die mij vaak wordt gesteld. Zeker door mensen die jonger zijn dan ik. Want vooral bij jonge christenen en moslims zie je die openheid en directheid – dat gaat vanzelf in de onderlinge contacten op school. Dat staat ver af van de ‘interreligieuze dialoog’ van de – inmiddels vaak gepensioneerde – dialoogtijgers. De ontmoeting heeft de toekomst.

Ik ben regelmatig geraakt door de islam en door mijn ontmoetingen met moslims. En ik vind dat je altijd open moet staan voor de mogelijkheid dat je beïnvloed of zelfs bekeerd wordt. Dat hoort bij oprecht contact. Wat is je geloof ook waard, als je het moet ‘beschermen’ door jezelf te ommuren met dogma’s en vijandbeelden over die ander? Ik mag niet uitsluiten dat ik boeddhist, Jood, moslim of protestant kan worden. Maar na afloop van ontmoetingen blijf ik tot nu toe altijd achter met het gevoel dat ik er alleen maar katholieker van ben geworden.

Keti Koti, nationale feestdag!

Honderdzestig jaar geleden besloot Nederland de slavernij in Suriname en op de Antillen af te schaffen. Op 1 juli is het Keti Koti (‘ketenen verbroken’) en staan we stil bij het opheffen van de slavernij. Dan bezinnen we ons op deze duistere eeuwen van het koninkrijk.

Sylvana Simons, voorvrouw van BIJ1 vertelt in een interview met de Kanttekening dat nazaten geen herstelbetalingen willen, maar vooral een einde wensen aan het huidige Nederlandse racisme.

De bewustwording van de Nederlandse schuld in deze eeuwenlange tragedie groeit. Steeds meer Nederlanders, waaronder veel jongeren, bezoeken de nationale slavernijherdenking in Amsterdam. Vanwege de verwachte hoge bezoekersaantallen zal de slavernijbevrijding worden gevierd op het Museumplein. Dat het Amsterdamse Oosterpark te klein is geworden is een goed teken.

Eindelijk begint de aandacht voor deze inhumane episode van de vaderlandse geschiedenis proportioneel te worden. Keti Koti verovert langzamerhand zijn plekje op de kalender van nieuwe feestdagen.

Dat deze piketpaal pas nu is geslagen is wonderlijk. De islamitische feestdagen, zoals het Ramadanfeest, zijn al vele jaren ingeburgerd in de samenleving. En wordt niet alleen onder moslims maar ook samen met niet-moslims onder het genot van een iftarmaaltijd gezamenlijk gevierd. Het was voor Surinamers en Antillianen niet makkelijk om in Nederland een goede positie te bemachtigen. Misschien is dat niet zo vreemd, als je weet dat de slavernij hen een grote achterstand heeft gegeven in politieke en maatschappelijke organisatiekracht. Turkse en Marokkaanse Nederlanders konden in tegenstelling tot zwarte Nederlanders gebruik maken van hun culturele en religieuze tradities en gaven elkaar onderling financiële steun om die tradities hier in ere te houden.

Nu breekt eindelijk het tijdperk aan dat zwarte burgers van Nederland zichzelf op de kaart zetten. Nieuw zelfbewustzijn hoort daarbij. De Black Lives Matter-demonstraties in 2020 en succesvolle protesten tegen de figuur van Zwarte Piet hebben de acceptatie van Keti Koti versneld.

De logische vervolgstap is een nationale vrije dag op Keti Koti, zeggen biculturele Nederlanders in een rondvraag van de Kanttekening. Een andere, meer vrijblijvende optie is het cafetariamodel: een keuzemenu waarin je zelf bepaalt welke vrije dagen je wilt: Ramadanfeest, Pinksteren, Bevrijdingsdag of Keti Koti.

Keti Koti zou als een nationale vrije dag een belangrijke symbolische waarde hebben. Want het symboliseert de overgang van slavernij naar vrijheid. Het zou een symbool zijn van hoop, veerkracht en het overwinnen van onrecht. Het vieren van Keti Koti zou een stap zijn in de richting van sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Het zou een erkenning zijn van het feit dat de gevolgen van het slavernijverleden nog steeds voelbaar zijn en dat er verdere inspanningen nodig zijn om ongelijkheid in de samenleving aan te pakken.

‘Misschien moet de overheid toch eens een stap extra zetten in de strijd tegen institutioneel racisme’

Een andere reden waarom wij Keti Koti als nationale feestdag uit zouden moeten roepen is dat het een belangrijk middel is om het gevoel van gemeenschap en saamhorigheid te bevorderen. Al met al is de afschaffing van de slavernij een heel belangrijk moment in de geschiedenis van Nederland, dat gevierd en herdacht moet worden.

Is met deze groeiende bewustwording een begin gemaakt met het verminderen van racisme en discriminatie? Dat is wellicht te rooskleurig gedacht. Met het toeslagenschandaal van de Belastingdienst in gedachten, is het recente incident bij de Dienst Uitvoering Onderwijs verontrustend. In juni werd bekend dat studenten met een migratieachtergrond vaker van fraude met de basisbeurs worden verdacht.

Het heeft er alle schijn van dat dit meer zegt over de opsporingsmethode dan over de fraudeurs. Wederom zijn er aanwijzingen dat racisme is geïnstitutionaliseerd. Er is weer een algoritme dat etnisch profileert. Daardoor kan het bijna niet anders of de boosdoener wordt gevonden in biculturele hoek.

Minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft gereageerd door de selectie per algoritme per direct stop te zetten en een onderzoek in te stellen. Er mag nu alleen met hulp van een steekproef onder studenten worden gecontroleerd. Dat is al meer dan wat minister Wopke Hoekstra deed toen er institutioneel racisme werd geconstateerd op Buitenlandse Zaken. Hij zei te gaan werken aan een ‘cultuuromslag’, maar voegde toe dat dit een zaak ‘van de lange adem’ was.

Misschien moet de overheid toch eens een extra stap zetten, om daarmee te bewijzen dat het nu eindelijk echt menens is. Ik vraag mij oprecht af waarom het Openbaar Ministerie tot nu toe de verantwoordelijken voor bewezen institutionele racisme en discriminatie bij de Belastingdienst, met duizenden verwoeste mensenlevens als gevolg, niet heeft aangeklaagd. De overheid moet haar burgers dienen, faciliteren en beschermen. De overheid mag de levens van haar burgers niet verzuren. Kom voor je burgers op. Laat zien waar je staat.

Black Archives wil ook herstelbetalingen voor slavernij: ‘Geen heling zonder herstel’

0

Op 1 juli herdenkt Nederland de afschaffing van slavernij in Suriname en op de voormalige Nederlandse Antillen. Naar verwachting zal de koning excuses aanbieden. Voor The Black Archives is het verhaal daarmee niet afgelopen en organiseert morgen daarom, samen met Zwart Manifest, de protestmars ‘Geen Heling Zonder Herstel’.

‘Wij hebben recht op een serieuze vorm van herstel voor 300 jaar kolonialisme en slavernij’, zegt Mitchell Esajas van The Black Archives. Hij pleit voor een serieus herstelprogramma dat ontwikkeld moet worden op landelijk en stedelijk niveau, en voor het Caribische deel van het Koninkrijk en voor Suriname en andere voormalige kolonies.

Daarnaast begint vanaf 8 juli in Amsterdam, in het pand van The Black Archives aan de Zeeburgerdijk, de pop-up tentoonstelling die ook de naam ‘Geen Heling Zonder Herstel’ draagt. The Black Archives wil met deze expositie het Nederlandse publiek bewust maken van het feit dat er herstelbetalingen nodig zijn. Het is volgens The Black Archives onrechtvaardig dat de plantage-eigenaren in 1863 financieel werden gecompenseerd door de Nederlandse overheid, maar de tot slaaf gemaakten en hun nazaten niet.

Overijsselse excuses

Niet alleen in Amsterdam, maar op heel veel plekken in Nederland wordt stilgestaan bij de Keti Koti. Gisteren organiseerde de gemeente Den Haag een herdenking van het slavernijverleden, waarbij een krans werd gelegd bij het Mauritshuis en een minuut stilte werd gehouden. De provincie Overijssel heeft excuses aangeboden voor haar aandeel in het slavernijverleden, in navolging van Mark Rutte en steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht die dat eerder al deden. Historica Nancy Jouwe vertelt aan RTV Utrecht dat ze hoopt dat het slavernijverleden ‘echt onderdeel van onze collectieve geheugen wordt en dat het als een belangrijk thema wordt gezien’. Daarom moeten scholen er nog veel meer aandacht aan besteden dan nu het gval is, vindt ze.

Wappievlag met Hitler-citaat wappert weer in Voorhout, politie kan niets doen

0

Een bewoner van Voorhout heeft dit jaar opnieuw – hij deed het in 2021 en 2022 ook – een vlag opgehangen met daarop een citaat van Adolf Hitler. De politie kan echter niets doen, omdat het niet per se om een strafbaar feit gaat.

Op de gewraakte vlag staat de tekst ‘De brede massa van een volk valt makkelijker aan een grote leugen ten offer dan een kleine’, die komt uit Mein Kampf van Adolf Hitler. Onder het citaat staat ook de naam Adolf Hitler, om voorbijgangers duidelijk te maken dat deze uitspraak van hem is. De man protesteert met deze vlag tegen het coronabeleid van de overheid, dat volgens hem een grote leugen is. Veel burgers zien niet in dat de overheid totalitair bezig is, vindt hij. Hij citeert Hitler om te laten zien dat het voor hem menens is.

PvdA-raadslid Sandra Groenendal is boos dat de vlag met de Hitler-tekst er opnieuw weer hangt en is naar de politie gestapt. Die heeft aangegeven weinig te kunnen doen, omdat ‘het niet per se een strafbaar feit is’. Wel gaat de politie, net als vorig jaar, met de man in gesprek.

Vergelijkingen tussen het coronabeleid en het nationaal-socialisme zijn populair onder de zogenoemde ‘wappies’, die weigeren om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus. Sommige wappies hebben zichzelf bovendien met de Joden vergeleken. Zij zien parallellen tussen de ‘vervolging’ van de ongevaccineerden en de Jodenvervolging. Sommigen hebben in demonstranten met Jodensterren rondgelopen, met daarop de tekst ‘ongevaccineerd’.

Tien films over slavernij die je gezien moet hebben

Keti Koti nadert en voor wie dit weekend lekker op de bank wil hangen heeft de Kanttekening tien goede films geselecteerd over slavernij. Dit zijn de kijktips van onze redacteuren Tayfun Balcik en Ewout Klei.

Viola Davis, hoofdrolspeler in The Woman King (beeld: Wikimedia Commons)

1. The Woman King

The Woman King (2022) is een geromantiseerd actiedrama over de zwarte Amazones van het West-Afrikaanse koninkrijk Dahomey. Begin negentiende eeuw trekken ze ten strijde tegen witte slavenhandelaren en het koninkrijk Oyo, dat met de slavenhandelaars een alliantie heeft gesloten. Een van de nieuwe krijgers is Nawi, een geadopteerd meisje dat door haar vader aan de koning werd aangeboden nadat ze had geweigerd om met een oudere man te trouwen. Met Nanisca, leider van de vrouwelijke krijgers, ontwikkelt het meisje een speciale band. Historisch gezien klopt weinig aan de film, maar als verhaal is het erg goed.

2. Tula: The Revolt

De film Tula: The Revolt (2013) is een historisch drama over de waargebeurde slavenopstand in 1795 op Curaçao. De opstand tegen de witte Nederlandse plantage-eigenaren mislukt. Tula en enkele andere opstandelingenleiders worden gruwelijk geëxecuteerd, maar dat zie je niet op het witte doek. De film is geregisseerd door de Nederlandse regisseur Jeroen Leinders, die op Curaçao geboren is, maar alle acteurs spreken Engels. Twee bekende Hollywood-acteurs doen ook mee: Jeroen Krabbé (Soldaat van Oranje, The Fugetive, The Living Daylights) en Danny Glover (Lethal Weapon, Operation Dumbo Drop, Jumanji: The Next Level).

Chiwetel Ejiofor, hoofdrolspeler in ’12 Years A Slave’ (beeld: Wikimedia Commons)

3. 12 Years a Slave

12 Years a Slave (2013) is gebaseerd op het boek Twelve Years a Slave uit 1853 van Solomon Northup, een Afro-Amerikaanse man die in vrijheid leefde in het noorden van de Verenigde Staten. Hij werd ontvoerd en verkocht aan zuidelijke slavenhouders. Het duurde twaalf jaar voordat hij werd vrijgelaten en kon terugkeren naar zijn gezin. De film is geregisseerd door de zwarte regisseur John Ridley en won drie Academy Awards. Solomon Northup wordt gespeeld door Chiwetel Ejiofor (Amistad, Love Actually, Serenity). Andere bekende acteurs in deze film zijn Michael Fassbender (X-Men First Class), Benedict Cumberbatch (Sherlock, Doctor Strange) en Alfre Woodard (Star Trek First Contact, Luke Cage).

4. Amistad

Amistad (1997) van Steven Spielberg gaat over het waargebeurde verhaal van het Spaanse slavenschip La Amistad. In 1839 overmeesteren slaafgemaakten het schip en dwingen de stuurman om te draaien en koers te zetten richting Afrika. Hij misleidt hen echter en ze komen in de Verenigde Staten terecht, waar ze worden gearresteerd door de kustwacht. Er volgt een rechtszaak. President Martin Van Buren wil de Afrikaanse slaafgemaakten uitleveren aan Spanje, maar advocaten Roger Sherman Baldwin en John Quinsy Adams, de oud-president, steken hier een stokje voor.  In de film spelen onder andere Djimon Hounsou (Gladiator, Blood Diamonds, Guardians of the Galaxy), Anthony Hopkins ( The Silence of the Lambs, The Mask of Zorro, Thor) en Chiwetel Ejiofor (Love Actually, Serenity, 12 Years a Slave).

Replica van de Amistad (beeld: Wikimedia Commons)

5. Free State of Jones

Free State of Jones (2016) speelt zich af tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Newton Knight (Matthew McConaughey) en zijn rebellen – zwart en wit – komen in opstand tegen de Geconfedereerde Staten van Amerika, die pro-slavernij waren. Newton Knight deserteert uit het geconfedereerde leger en duikt onder in de moerassen, waar ook ontsnapte slaven zich schuilhouden. Na de val van Vicksburg besluiten meer geconfedereerde militairen te deserteren en de wapens op te nemen tegen de Confederatie. Na de oorlog, die door de Unie wordt gewonnen, gaat het racisme echter door. Zwarte kinderen moeten ’als leerlingen’ voor de witte meesters werken, zwarte mannen worden gelyncht en huwelijken tussen zwart en wit zijn verboden.

Cynthia McLeod schreef ‘Hoe duur was de suiker’ (beeld: Wikimedia Commons)

6. Hoe duur was de suiker

Hoe duur was de suiker (2013) is de verfilming van de gelijknamige roman van de Surinaamse historica en schrijfster Cynthia McLeod. Hoofdpersoon is het zwarte meisje Mini-Mini, de persoonlijke huisslaaf van de egoïstische en labiele Sarith, die op tevergeefs zoek is naar de ideale man. Mini-Mini denkt dat Sarith diep van binnen een goed mens is, hoewel Sarith probeert de kersverse echtgenoot van haar zus te verleiden, een zwarte tot slaaf gemaakte man dwingt tot seks en een oudere zwarte vrouw laat afranselen totdat de dood erop volgt, omdat zij Sarith kritisch had aangesproken op haar nymfomane gedrag. Mini-Mini vindt ondertussen wel de liefde. De film speelt zich af tegen de achtergrond van het achttiende-eeuwse Suriname, waar slaafgemaakten op suikerplantages werken,  mishandeld worden, en gezinnen uit elkaar worden gerukt. De ontsnapte slaven vluchten naar de jungle, waar ze als Marrons wel vrij kunnen zijn.

7. Django Unchained

Django Unchained (2012) is een film van Quentin Tarantino over de Amerikaanse slavernij. De hoofdrolspeler (Jamie Foxx) is een zwarte cowboyheld. Met een Duitse premiejager (Christopher Waltz) spant hij samen tegen een zuidelijke slavenhouder (Leonardo DiCaprio) om zijn gevangen vrouw op de plantage te redden. De film kreeg vanwege het geweld én veelvuldig gebruik van het n-woord veel kritiek. Tarantino’s verweer was dat de film een reflectie is van de werkelijkheid en dat het n-woord toen vaak gebruikt werd.

Still uit ‘Django Unchained’ (beeld: YouTube)

8. Lincoln

De zestiende Amerikaanse president Abraham Lincoln wordt in Lincoln (2012) gespeeld door Daniel Day-Lewis. Het verhaal speelt in de dagen dat hij verwikkeld is in de Amerikaanse burgeroorlog over de afschaffing van de slavernij in het zuiden. In het historische drama is te zien met hoeveel moeite Lincoln (die zelf ook slavenhouder was) wetgeving tot stand brengt die uiteindelijk tot de bevrijding van slaafgemaakten leidde. Ook binnen de partij van Lincoln is veel tegenstand. De waargebeurde discussies in het Amerikaanse parlement geven een onthutsend inkijkje met hoeveel emotie en haat de uiteindelijke afschaffing van de slavernij gepaard ging.

Clark Gable speelde een van de hoofdrollen in ‘Gone with the wind’ (beeld: Wikimedia Commons)

9. Gone with the wind

De vooroorlogse klassieker Gone with the Wind (1939) kan in bepaalde opzichten (acteerwerk, intermissie, decor, witte blik) gedateerd overkomen, maar het blijft een belangrijk historisch document met nog steeds actualiteitswaarde. Er is een doorgaande lijn van het verongelijkte gevoel in het zuiden van Amerika na de verloren burgeroorlog en de afschaffing van de slavernij naar de verongelijktheid van Trumpkiezers die door de Black Lives Matter beweging weer werd aangewakkerd. De film draait volledig om de emoties en liefdeslevens van geprivilegieerde witte mensen, die door de burgeroorlog een flinke (economische) dreun te verduren krijgt. De film is gericht op wat er in het zuiden ‘verloren is gegaan’. Terwijl het emancipatiestreven van de zwarte burgerbevolking buiten beeld blijft, komen zwarte mensen vooral als onderdanige huisslaaf aan bod, die bij het minste en geringste een mep wordt verkocht.

10. Glory

De film Glory (1989) legt de focus op het eerste regiment van de Amerikaanse krijgsmacht dat enkel uit Afro-Amerikanen bestond, dat tot die tijd onderbelicht was in de Amerikaanse historiografie. De 54ste infanterie van Massachusetts (het zwarte regiment) staat nog wel onder leiding van de witte Amerikaan Robert Gould Shaw (Matthew Broderick). Hij heeft onder meer gezag over de ontsnapte slaaf Trip (Denzel Washington) die hij zweepstraffen geeft vanwege ondermijnend gedrag. Washington kreeg voor zijn rol een Oscar.

Still uit ‘Glory’, met Denzel Washington in een van de hoofdrollen (beeld: YouTube)