11.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 264

Nieuwe Turkse tv-serie maakt politieke gevangene Osman Kavala zwart

0

De nieuwe Turkse televisieserie Metamorfoz gaat over een Turkse miljonair, Teoman Bayramli, die spioneert voor de Verenigde Staten. Critici zeggen dat Teoman Bayramli heel erg lijkt op de Turkse miljonair en filantroop Osman Kavala, die nu een levenslange gevangenis uitzit in Turkije.

Osman Kavala zit sinds 18 oktober 2017 achter slot en grendel, ondanks een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) uit 2019 om hem vrij te laten. In april 2022 werd hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij het brein zou zijn achter de Geziprotesten van 2013. Burgers van Istanbul protesteerden toen tegen de sloop van een park, dat plaats zou moeten maken voor een winkelcentrum en een moskee, maar de protesten transformeerden al snel tot verzet tegen het regime van AKP-leider Recep Tayyip Erdogan.

In de serie ‘Metamorfoz’ woont en werkt Teoman Bayramli in New York als zijn vader overlijdt. Hij besluit om naar Istanbul terug te keren, om het bedrijf van zijn vader over te nemen. Dit is precies wat ook Osman Kavala heeft gedaan. Hij keerde in 1982 terug naar Istanbul om het familiebedrijf te gaan leiden, vlak na de plotselinge dood van zijn vader. Volgens Ayse Bugra, de vrouw van Kavala, maakt de serie dan ook deel uit van een ‘lastercampagne’ tegen haar man.

De scenarioschrijver van Metamorfoz is  Mustafa Burak Dogu, die in Turkije beroemd is vanwege de serie Dirilis: Ertugrul, een nationalistisch-islamistisch heldenepos over de voorgeschiedenis van het Ottomaanse Rijk. De regering van president Recep Tayyip Erdogan gebruikt deze serie om nationalistische gevoelens onder Turkse burgers aan te wakkeren.

Delft, Gouda en Zoetermeer gingen jaren door met illegaal onderzoek naar extremisme

0

De Zuid-Hollandse gemeenten Delft, Gouda en Zoetermeer zijn jarenlang doorgegaan met een illegaal onderzoek naar extremisme, aldus Omroep West. In de jaren 2017-2021 verzamelden de drie gemeenten veel informatie over verschillende bewoners, met het gevaar dat die onterecht als ’terrorist’ of ‘geradicaliseerde burger’ konden worden gelabeld.

Gemeenten probeerden mogelijk radicaliserende netwerken in kaart te brengen. Ze wilden weten wat de nationaliteit van mensen was, met wie zij omgaan, in welke gemeenschap zij wonen, wie de kinderen zijn, naar welke moskeeën zij gaan enzovoort. Deze informatiewinning leidde ook tot problemen voor de mensen die gemonitord werden. Uit onderzoeken van Follow The Money, Argos en de Volkskrant bleek dat sommige mensen ten onrechte het label ’terrorist’ of ‘geradicaliseerd’ opgeplakt hadden gekregen en daarom werden opgepakt in het buitenland en teruggestuurd.

Delft, Gouda en Zoetermeer wisten in 2019 al dat hun onderzoek illegaal was. Adviesbureau Considerati concludeerde dat er een risico was dat mensen er mensen op de lijst zouden komen die onterecht een stempel hadden gekregen. Ook zou, aldus het onderzoeksbureau, onzorgvuldig omgaan met gevonden informatie tot discriminatie kunnen leiden, aldus de documenten die door Omroep West bestudeerd zijn. Toch bleef de gemeenten met het onderzoek doorgaan, tot 2021.  Volgens Willem Bantema, lector Bestuur in een Digitale Samenleving aan NHL Stenden Hogeschool en de Thorbecke Academie, kan dit leiden tot meer wantrouwen tegenover de overheid, vertelt hij aan Omroep West.

‘Op terreurlijst Amerikaanse FBI is 98 procent moslim’

0

Volgens de Council on American-Islamic Relations, de grootste islamitische burgerrechtenorganisatie van de Verenigde Staten, is 98 procent van de mensen op een geheime FBI-terreurlijst moslim.

De auteurs van het in juni verschenen rapport Twenty Years Too Many, A Call to Stop the FBI’s Secret Watchlist beweren dat de Terrorism Screening Database door de FBI gebruikt wordt om moslims in de gaten te houden.

CAIR kreeg de geheime terreurlijst in handen van een Zwitserse hacker, die ontdekte dat een regionale luchtvaartmaatschappij de lijst per ongeluk online had gezet. CAIR heeft deze lijst, uit 2019, uitgebreid onderzocht. De top 50 van meest voorkomende namen zijn allemaal moslimnamen, aldus CAIR. Van de 1,5 miljoen vermeldingen is meer dan 1,47 miljoen moslim, meer dan 98 procent van het totaal. Volgens CAIR heeft de geheime lijst van FBI al twintig jaar lang geleid tot discriminatie van moslims.

Contractarbeid is onvergelijkbaar met trans-Atlantische slavernij

0

Het voorstel van de Amsterdamse Denk-fractie om op Keti Koti het leed van contractarbeiders ook een plek te geven, roept emoties op bij nazaten van tot slaaf gemaakten. Voor een gezamenlijke herdenking is het nog te vroeg, schrijft Jürgen Olivieira.

Uitgerekend op 1 juni – enkele uren voor de ceremoniële start van de Keti Koti-maand bij de ambtswoning van burgemeester Femke Halsema – zou de commissie diversiteit van de Amsterdamse gemeenteraad een initiatiefvoorstel van Denk bespreken. Dit voorstel behandelde de verstrengeling van Keti Koti met contractarbeid.

Denk besloot een dag van tevoren het agendapunt in te trekken, maar er hadden zich al drie sprekers uit de Afro-gemeenschap aangemeld, die over dit onderwerp kwamen vertellen. Hun bijdragen ging dus wel gewoon door.

Ruim zestig nazaten van tot slaaf gemaakten zaten op de publieke tribune. De sprekers konden rekenen op veel bijval. De voorzitter slaagde er niet in hen te weerhouden van geluiden van instemming of afkeuring, zoals het reglement van orde van de raadscommissie voorschrijft. Dit zegt genoeg over de emoties die dit initiatiefvoorstel teweeg heeft gebracht.

De drie sprekers gaven aan waarom ze het niet eens zijn met dit initiatiefvoorstel. Er was destijds sprake van een nieuwe vorm van slavernij, genaamd chattel slavery. De tot slaafgemaakten en hun nageslacht waren juridisch eigendom van de slavenhouder. Chattel betekent roerend goed. Afrikanen zijn dus als roerende goederen benedendeks, vastgeketend aan barbaarse marteltuigen, getransporteerd naar de ‘nieuwe wereld’. Eenmaal aangekomen, werden ze gebrandmerkt. Families werden uit elkaar gehaald. Mensen die ontsnapten, werden gegeseld of zelfs onthoofd als ze daarna weer gevangengenomen werden. Een andere beruchte straf was de Spaanse bok. Hierbij werden de handen van het slachtoffer vastgebonden, werden de knieën tussen de vastgebonden handen gewrongen, werd daartussen een stok geplaatst die in de grond werd gestopt, en sloeg de opzichter het slachtoffer vervolgens bont en blauw.

‘Contractarbeiders werden niet gekocht of verkocht, hun gezinnen werden niet uit elkaar gerukt’

Daarnaast waren verkrachtingen aan de orde van de dag. Het werk op de plantages was onbetaald. De Afrikanen mochten hun eigen geloof, cultuur en tradities niet uitoefenen.

De slavernij is onvergelijkbaar met de contractarbeid. Contractarbeiders mochten hun identiteit behouden. Ze werden niet gekocht of verkocht, hun gezinnen werden niet uit elkaar gerukt. Ze werden niet als goederen verscheept, vastgeketend benedendeks. Ze konden na afloop van hun contract terugkeren naar hun moederland. Ook kregen ze een – hoewel schamel – loon voor hun arbeid. Na hun contract ontvingen degenen die wilden blijven in Suriname een stuk grond en een startkapitaal. Afrikanen kregen dat niet.

Ook duurde de periode van contractarbeid maar enkele tientallen jaren, tegenover vierhonderd jaar trans-Atlantische slavernij.

Het uiteindelijk niet ingediende initiatiefvoorstel kreeg een positief advies van het college. Ik stelde aan wethouder Touria Meliani de vraag hoe zij reflecteert op dit positief advies, na de consternatie die ontstaan is. Zij zei dat ze in haar bestuurlijke reactie het woord doorwerking (lees: doorwerking van het slavernijverleden) beter had moeten definiëren. Daarmee raakte de wethouder de kern van de bezwaren voor de verstrengeling van het leed van de tot slaafgemaakten met dat van de contractarbeiders. Het woord ‘doorwerking’ is namelijk een containerbegrip geworden. Want wat wordt ermee bedoeld? Het initiatiefvoorstel van Denk gooit gemakshalve het gehele Nederlandse koloniale verleden op een hoop. En dan weten we nog niet wat ‘de samenvoeging’ zou betekenen voor de financiële middelen die de gemeente heeft gereserveerd voor het gedenkjaar. Als er dit jaar ook aandacht moet komen voor contractarbeiders dan moet het budget gedeeld worden. Zie hier weer een vorm van verdeel en heers.

De timing van het Denk-initiatiefvoorstel was erg ongelukkig, vlak voor de herdenking van 150/160 jaar Keti Koti. Het voorstel doet geen recht aan de jarenlange strijd van de nazaten van tot slaafgemaakten voor erkenning. Het heeft tientallen jaren geduurd voordat de dodenherdenking een inclusievere vorm van herdenken werd. Waarom wordt van de nazaten meteen verwacht om het koloniale verleden gezamenlijk te herdenken? En dan heb ik het nog niet eens over de nog steeds aanwezige etnische spanningen tussen de Afro- en de Hindostaanse gemeenschap.

We zijn gewoonweg nog niet op het punt gekomen om gezamenlijk te herdenken. Daarvoor is het leed van de slavernij nog niet voldoende erkend, en is de ‘doorwerking’ voor vele Afro-Surinamers nog steeds voelbaar. Het Denk-initiatiefvoorstel zet ons helaas weer kilometers verder uit elkaar, als Surinaamse gemeenschap in Nederland.

Daarom mijn advies aan Denk Amsterdam. Ga terug naar de tekentafel. Erken de gevoelens van de nazaten van tot slaaf gemaakten. Heb respect voor de gevoeligheden. En dat respect toon je door ná het gedenkjaar een apart traject te starten voor heling en herdenking van het leed van de contractarbeiders. Ik geloof niet dat iemand daartegen is.

Het kan geen toeval zijn dat de commissievergadering op dezelfde dag plaatsvond als de start van de Keti Koti maand. De groep Afro-Surinamers op de publieke tribune voelde zich strijdbaar. Emoties lieten zich de vrije loop. Er werd nog lang nagepraat in de centrale hal van de Stopera. Om vervolgens in een keer door te gaan naar de Keti Koti-ceremonie bij de ambtswoning van de burgemeester aan de Herengracht.

Moe maar voldaan ging ik daarna naar huis. Met in mijn achterhoofd dat de rechtvaardige strijd nog niet gestreden is. En dat de ‘doorwerking’ van het slavernijverleden nog steeds niet goed afgebakend is.

Koerdische PKK: ‘Einde staakt-het-vuren met Turkije’

0

De verboden Koerdische Arbeiderspartij (PKK) pakt de wapens weer op tegen Turkije. Het staakt-het-vuren, dat was afgekondigd na de verwoestende aardbeving in februari en werd voortgezet vanwege de verkiezingen, is begin deze week opgeheven.

Dat meldt de nieuwssite Al-Monitor. De verharding zal mogelijk gevolgen hebben voor de Koerdische politieke beweging in Turkije én voor de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Syrië, meldt Al-Monitor.

Intussen maakt het Turkse ministerie van Defensie bekend dat drone-aanvallen op PKK-doelen in Noord-Syrië zijn opgevoerd. Daarbij zouden sinds het weekend meer dan 56 ‘PKK-terroristen’ zijn gedood. In Irak sneuvelden twee patrouillerende Turkse militairen na een bomexplosie aan de weg.

De PKK, die op de terreurlijst staat van Turkije, de VS en de EU, voert de Turkse bombardementen aan om het staakt-het-vuren te eindigen. Maar de verkiezingsnederlaag van de oppositie speelt ook een rol, meldt Al-Monitor.

‘De wapenstilstand was bedoeld om de stroeve verhoudingen binnen de oppositie, geleid door Kemal Kilicdaroglu (die ook door de Koerdische Groen Links Partij werd gesteund), te vergemakkelijken’. De Turkse president zag dat op zijn beurt weer als bewijs dat ‘Kilicdaroglu samenwerkte met de PKK’.

De PKK hoopte erop dat winst voor de oppositie weer tot vredesonderhandelingen zou kunnen leiden met de Turkse staat, aldus Al-Monitor. Het vredesproces met de PKK werd in 2013 door toenmalig premier Erdogan geïnitieerd, maar stortte in elkaar in 2015. Sindsdien blijft het geweld oplaaien en heeft het zich uitgebreid tot diep in Syrië en Irak.

‘Kabinet duikt weg voor juridische gevolgen erkenning Indonesische onafhankelijkheid’

0

Jeffry Pondaag van Stichting K.U.K.B. (Stichting Comité Nederlandse Ereschulden) vindt de Nederlandse erkenning van 17 augustus 1945 als datum van de Indonesische Onafhankelijkheid halfslachtig. ‘Mark Rutte zegt dit eerst ‘volledig en zonder voorbehoud’ te willen erkennen. Zijn woordvoerder zegt daarna echter dat deze erkenning voor juridische aangelegenheden niet geldt. Dan klopt er iets niet.’

Pondaag vervolgt: ‘Als Rutte vasthoudt aan wat de woordvoerder heeft gezegd, dan betekent dat dat Nederland zijn eigen burgers heeft vermoord.’ Tegelijkertijd vindt Pondaag de Nederlandse soevereiniteit over Indonesië sowieso illegaal. Het erkennen van 17 augustus 1945 verandert die essentie niet: ‘Indonesië was nooit van Nederland.’

Jeffry Pondaag (beeld: Indra Jaya Laksana)

Dat de Nederlandse autoriteiten die datum nog steeds niet juridisch willen erkennen, komt omdat de Nederlandse strijdkrachten zich dan, ook volgens Nederland, schuldig zouden hebben gemaakt aan een illegale agressie-oorlog tegen de (nu erkende) staat Indonesië. In dat geval is er sprake van een internationaal gewapend conflict tussen twee staten waarop het dan bestaande oorlogsrecht – inclusief diens strafrechtprincipes als oorlogsmisdaden – van toepassing was. En als de datum in 1949 blijft liggen, gaat het ‘slechts’ om ‘structureel extreem geweld’ zonder een erkenning van illegale oorlog en/of oorlogsmisdaden.

De betiteling ‘structureel extreem geweld’ wordt gebruikt in het onderzoek ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’, dat vorig jaar uitkwam. De conclusies hiervan zijn door het kabinet onderschreven.

Pondaag wil dat Nederland ondubbelzinnig, dus ook juridisch, 17 augustus 1945 als de datum van de Indonesische Onafhankelijkheid erkent. Ook vindt hij dat Indonesië recht heeft op herstelbetalingen. ‘Het gaat om de toen 4,5 miljard gulden aan schulden, die Indonesië gedwongen werd over te nemen van de kolonie Nederlands-Indië, maar ook om alle schade die tijdens de oorlog werd geleden, en de schade van zo’n 350 jaar koloniale exploitatie.’

Voorts vindt Pondaag dat de regering in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) haar excuses moet aanbieden aan het Indonesische volk, alsmede organisaties van Indische Nederlanders. ‘Ze zijn verraders, omdat zij hun Indonesische broeders en zusters hebben vermoord en verraden aan de witte Nederlanders.’

Ten slotte verwijt Pondaag de Nederlandse overheid halfslachtigheid. ‘Enkele jaren geleden kwam – dankzij royale subsidies van de overheid – het Museum Sofiahof tot stand, dat het verhaal van de Indische gemeenschap en de Molukkers vertelt. Nederland zegt te willen dekoloniseren. Waarom wordt er dan een museum met overheidsgeld gesubsidieerd dat het kolonialisme verheerlijkt?’

Persvrijheid in Marokko nog meer onder druk

0

Marokko gaat een commissie instellen die de pers- en uitgeverijsector in het koninkrijk moet beheren. De commissie Onderwijs, Cultuur en Communicatie van het Marokkaanse parlement heeft hiermee ingestemd. De persvrijheid is in gevaar, stellen critici.

Reporters Without Borders maakt zich zorgen. De internationale persvrijheidswaakhond gelooft dat de Marokkaanse regering zijn greep op de pers wil verstevigen. Marokko had vanaf 2011 een Nationale Raad voor de Pers. Het mandaat van de leden van deze raad liep in oktober 2022 af, maar er kwamen geen verkiezingen omdat de Marokkaanse autoriteiten meenden dat op grond van ‘de specifieke situatie’ de verkiezing van nieuwe leden niet was toegestaan.

Nu heeft de commissie Onderwijs, Cultuur en Communicatie van het Marokkaanse parlement het plan van de regering goedgekeurd om de onafhankelijke persraad te vervangen door een tijdelijke commissie, die onder controle van de overheid staat. Vertegenwoordigers van de Marokkaanse Federatie van Krantenredacteuren en de Marokkaanse Unie van Journalistiek hebben geen zitting in de nieuwe commissie. Zij waren ook de enige twee leden van de Raad voor de Pers die herverkiezingen eisten. De andere leden waren daar tegen.

De Marokkaanse Federatie van Krantenuitgevers en de Marokkaanse Vereniging voor Pers, Informatie en Communicatie hadden eerder al kritiek geleverd op de overheidscommissie, ter vervanging van de onafhankelijke raad. Ze spraken over een ‘ongrondwettelijke wet’, die wijst op ‘een grote achteruitgang van de onafhankelijkheid van de pers’. Rachid Hamouni, leider van de progressieve partij Vooruitgang en Socialisme, noemde het wetsvoorstel eerder een ‘antidemocratische’ maatregel die de persvrijheid vermoordt.

Marokko zakte in 2023 negen plaatsten op de persvrijheidsindex van RSF, van plek 135 naar plek 144. Er staat 180 landen op deze lijst. De Marokkaanse autoriteiten voeren de druk op de media op, zodat zij doen wat de regering wil. Onafhankelijke journalisten zijn slachtoffer van voortdurende pesterijen. Ook zitten er journalisten in de gevangenis, waaronder Omar Radi.

Europees Hof: ‘Term ‘Koerdistan’ mag in Turks parlement gebruikt worden’

0

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft de Turkse autoriteiten op de vingers getikt. De rechten van voormalig parlementslid Osman Baydemir van de Democratische Volkspartij (HDP) zijn geschonden door hem te straffen voor het gebruik van de term ‘Koerdistan’ in het parlement.

Baydemir gebruikte die term tijdens een toespraak in 2017. Dat valt volgens het EHRM onder de vrijheid van meningsuiting. Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar. Turkije is door de Europese rechter veroordeeld tot het betalen van 16.957 euro aan schadevergoeding aan Baydemir.

‘Als een kind van Koerden en een vertegenwoordiger die uit Koerdistan komt, wil ik dat dit pand (het parlement, red.) een gezamenlijk, Turks-Koerdische onderkomen wordt’, zei hij in december 2017.

In reactie daarop vroeg de voorzitter van het parlement aan Baydemir: ‘Waar ligt Koerdistan?’ Baydemir legde toen zijn hand op zijn hart en zei: ‘Hier ligt Koerdistan.’

Baydemir werd twee dagen geschorst van de zittingen in het parlement en zijn salaris werd met 12.000 lira gekort. Dit was de eerste keer dat een dergelijke straf werd opgelegd aan een parlementslid.

Zweedse bank discrimineert sympathisant Koerden op basis van terreurwet

0

Banken discrimineren mensen zodra ze op enige wijze connecties hebben met Koerden. Dat stelt journalist Frederike Geerdink. Een ’trouwe lezer’ kreeg van zijn bank vragen over donaties aan Geerdink en moest zelfs van bank wisselen.

Geerdink kaart op sociale media dit probleem aan. Een lezer ‘in Zweden moest van bank wisselen nadat zijn bank vragen stelde over transacties, onder andere naar een Nederlandse journalist die over Koerdistan schrijft’, stelt Geerdink op Twitter. De Zweedse Ola Jönsson, die berichten over Koerdistan las en daarvoor geld overmaakte naar Geerdink, moest vragen beantwoorden op basis van de nieuwe witwas- en terrorismefinancieringwetgeving in Zweden en daarna is klantrelatie beëindigd. Zo meldt de Zweedse nieuwssite Blankspot.

‘Als een krantenabonnement de alarmbellen heeft doen rinkelen bij de bank, dan is er iets goed mis met die alarmbellen’, zegt Annie Hellquist, waarnemend hoofdredacteur van de Zweedse krant Arbetaren.

Ola Jönsson moest een tien pagina’s tellende lijst met banktransacties verantwoorden, waaronder twintig stortingen die sinds 2017 zijn gedaan aan Geerdink, die bekend staat om haar artikelen over Koerdistan. Ook heeft de bank om uitleg gevraagd over stortingen aan de Zweeds-Koerdische hulporganisatie Röda Solen en een aantal transacties aan haar Duitse tak.

Jönsson beschrijft het uitlichten van zijn abonnementen en transacties bij de media als een daad van verdenking, niet alleen tegen hem, maar ook tegen de media. Dit terwijl de vrijheid van vereniging als de persvrijheid worden beschermd door de Zweedse grondwet. ‘Aan de andere kant mogen verenigingen of kranten geen rol mogen spelen in het witwassen van geld en financiering van terrorisme’, meldt Blankspot. ‘Maar zijn de maatregelen die de bank heeft genomen redelijk?’

De desbetreffende bank verwijst naar de witwaswet. Die stelt volgens de bank ‘strenge eisen aan banken en financiële instellingen als het gaat om het begrijpen en kennen van onze klanten. De banken moeten de klant onder andere vragen stellen om het doel van een transactie te begrijpen.’

Vluchtelingen demonstreren tegen uitsluiting en racisme in Nederland

0

Vluchtelingen zijn de Nederlandse botheid beu. Op 18 juni demonstreerden ze in Amsterdam tegen de leefomstandigheden in asielzoekerscentra. ‘Ik heb mijn geluk gezocht in Nederland en ik denk dat het een verkeerde beslissing was.’

Terwijl onze regering migratie wil stoppen en in Europees verband deals treft met autoritaire staten aan de randen van Europa, gaan vluchtelingen in Nederland de straat op voor het behoud van hun rechten. Daar demonstreren ze voor, op 18 juni in Amsterdam. De Kanttekening spreekt met de organisatoren en met vluchtelingen die deelnemen. Wat beweegt hen? De een gaat voor gelijke behandeling en hoop, terwijl bij de ander bittere gevoelens tegenover de Nederlandse maatschappij een rol spelen. ‘In Ter Apel kan op elk moment de crisis weer losbarsten’, zegt migratieactivist Roos Ykema.

Zij is voorzitter van MiGreat, een organisatie die campagne voert voor ‘vrije migratie’. Ze gelooft erin dat vluchtelingen en andere migranten exacte dezelfde rechten zouden moeten hebben als Nederlanders. ‘We geloven dat ieder mens zelf het beste kan kiezen waar die wil wonen, en pleiten op deze demonstratie voor vrije migratie. Nu krijgen mensen op allerlei manieren te maken met discriminatie, uitsluiting en zelfs geweld. Dat laat zich op verschillende manieren zien: op de Middellandse Zee worden migrerende drenkelingen niet gered, wat ertoe heeft geleid dat meer dan vijftigduizend mensen stierven aan de Europese grenzen.’

Chaotische asielprocedures

De Syrische vluchteling Rain (een pseudoniem, zijn echte naam is bij de redactie bekend) doet komende zondag ook mee aan de demonstratie. Hij verblijft nu in een noodopvanglocatie in Den Haag. ‘Er zijn geen deuren in onze kamers’, zegt hij. ‘Daarom heb ik al elf maanden totaal geen privacy.’

Rain geeft aan dat deze demonstratie niet alleen voor vluchtelingen is bedoeld, maar voor ‘alle’ migranten. ‘Elke migrant die vanwege zijn of haar thuisland of afkomst anders wordt behandeld. We wisten dat we hier lang konden wachten, maar toch hebben we het geluk dat we een land hebben gevonden dat zegt mensenrechten te respecteren. Ons grootste probleem zijn de chaotische asielprocedures.’

Rain merkt op dat het soms aanvoelt als een loterij. ‘Sommigen mensen hebben hun asielprocedure al binnen vijf maanden rond, terwijl anderen jaren moeten wachten. Ons leven staat door deze procedures stil. We kunnen niet verder met ons leven. We mogen niet werken en niet bijdragen aan de Nederlandse samenleving.’

‘Nederland moet zich schamen’

De activistische directeur Yigit Aksakoglu van de stichting Mahalle Art & Kultur, die kunstenaars met een vluchtelingenachtergrond koppelt met werkgevers, is zondag ook van de partij. Hij heeft in Turkije gevangen gezeten vanwege de Geziparkprotesten in 2013 tegen Erdogan en is zijn land in 2020 ontvlucht.

‘Vorig jaar lagen honderden, misschien wel duizenden mensen in de open lucht voor Ter Apel en stierf er een baby. Niet omdat er vluchtelingenprobleem is, maar omdat Nederland een institutioneel capaciteitsprobleem heeft. Niemand in Nederland wil over getallen praten. Dat komt omdat daardoor de hypocrisie van het Nederlandse beleid tegen vluchtelingen meteen wordt ontmaskerd,’ zegt hij.

‘Nederlanders hoeven niet te bewijzen dat zij van toegevoegde waarde zijn voor ons land en hebben hun nationaliteit bij de geboorte cadeau gekregen’

Hij gooit er zelf een paar getallen tegenaan. ‘Met een jaarlijks bruto nationaal product van 49.000 dollar per hoofd van de bevolking vangt Nederland jaarlijks ongeveer honderdduizend vluchtelingen op. In Turkije, met een bruto nationaal product van ongeveer 9.000 dollar, leven meer dan 4,5 miljoen vluchtelingen onder zeer moeilijke omstandigheden. Libanon heeft een nog lager nationaal product en vangt meer dan een miljoen vluchtelingen op. Dat is 25 procent van de bevolking.’

Aksakoglu spreekt er schande van. ‘Als ik Nederlander was, zou ik me schamen voor wat we vluchtelingen aandoen, net zoals ik me als Turks staatsburger schaam voor wat we Syriërs daar aandoen.’

‘Zogenaamd democratisch’

Voor Roos Ykema is de eis voor gelijke behandeling van vluchtelingen de belangrijkste reden om te demonstreren. ‘De vraag of een vluchteling of migrant iets bijdraagt aan Nederland vinden wij irrelevant’, zegt ze. ‘Nederlanders hoeven niet te bewijzen dat zij van toegevoegde waarde zijn voor ons land en hebben hun nationaliteit bij de geboorte cadeau gekregen. Waarom moeten buitenlanders dan wel iets bewijzen? Het recht om te bestaan mag niet afhangen van je economische waarde. Dat neemt niet weg dat migranten en vluchtelingen een enorme bijdrage leveren aan ons land en dat we migratie keihard nodig hebben als we de vergrijzing en de gigantische personeelstekorten te willen oplossen. Migratie is nodig om de gigantische ongelijkheid en de bittere armoede wereldwijd uit te roeien en om ieder mens echt gelijkwaardig te behandelen.’

Aksakoglu wijst op de rechten van asielzoekers, die gewaarborgd zijn in internationale verdragen. ‘Een asielaanvraag is een recht. Na het indienen hoort de aanvrager snel een perspectief te krijgen. Een eindeloos durende asielprocedure is een ernstig rechtsstatelijk probleem. Dit hadden we niet verwachten van een zogenaamd democratische, open-minded en niet-discriminerende samenleving.  Na de trauma’s die we hebben meegemaakt in de landen waar we vandaan kwamen en de verschillende soorten misbruik die we onderweg hebben meegemaakt, hadden we verwacht dat de Nederlandse staat op zijn minst een beetje serieuzer zou zijn.’

‘Ongewenst’

Rain maakt zich geen illusies over een snelle verandering door de demonstratie. Daarvoor is het onbegrip volgens hem te vastgeroest. Zijn doel is om stap voor stap bewustzijn te creëren. ‘We willen gewoon als mensen leven. In vrede, ver van angst en hopeloosheid.

Aksakoglu heeft drie jaar lang tevergeefs gesolliciteerd naar een baan. Hij heeft de moed opgegeven dat hij in Nederland ooit echt iets zal bereiken. ‘Ondanks mijn bijna twintig jaar ervaring, geven bijna alle instellingen in de mensenrechtensector de voorkeur aan witte Nederlanders. Ik vis stelselmatig achter het net. Ik kwam hier omdat ik in Turkije ongewenst was, maar ik realiseerde me dat ik hier ook systematisch ongewenst ben.’

Aksakoglu zucht. ‘Zodra de dag komt dat ik buiten Nederland kan wonen, verhuis ik naar een plek waar wel mensen zijn die zich afvragen wat ze mij kunnen bieden en die met mij willen samen leven. Ik zie hier geen toekomst voor mijzelf, maar ook niet voor mijn kinderen. Ik wil niet dat ze in deze discriminerende, racistische omgeving opgroeien. Ik heb mijn geluk gezocht in Nederland en ik denk dat het een verkeerde beslissing was.’