18.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 272

Amsterdamse studente voelt zich onveilig door pro-Palestijnse activisten

0

Een Joods-Israëlische studente voelt zich niet veilig op de Universiteit van Amsterdam vanwege pro-Palestijnse activisten. De universiteit zou haar verzoeken om een gesprek hierover negeren, vertelt ze aan universiteitskrant Folia.

De 25-jarige Tamar Efrati schrok toen pro-Palestijnse activisten een hal van de universiteit bezetten. De activisten willen dat de UvA de samenwerking met Israëlische universiteiten opzegt. Ze zijn aanhangers van de wereldwijde BDS-beweging (BDS staat voor Boycot, Desinvesteringen en Sancties) die voor een culturele en economische boycot van Israël pleit. ‘Iemand met een bikvakmuts op maakte me opeens uit ‘vuile zionist”, vertelt ze. ‘Niemand greep in of riep deze persoon tot de orde.’ Efrati besluit het pand het verlaten als ze het woord ‘intifada’ hoort, Arabisch voor opstand. ‘Het voelde heel onveilig om daar rond te lopen’, zegt ze. ‘Je kunt het gesprek niet aangaan, dus je gaat maar vluchten. Iedereen van mijn vriendengroep is weggegaan.’

De Joods-Israëlische studente voelt zich ook geïntimideerd door linkse docenten. ‘Je bent gebrainwasht door de Israëlische regering’, zou een docent tegen haar hebben gezegd nadat ze een kritische vraag stelde. ‘Het was niet alsof ik daar met een groepje de les aan het verstoren was. Iedereen om mij heen was anti-Israël, of wist er niet zoveel vanaf. Kennelijk mag je niet meer een kritisch debat aangaan op een respectvolle manier.’

Een woordvoerder van de UvA liet Folia weten diverse mails te hebben ontvangen van bezorgde Joodse medewerkers en organisaties. Daarop is – aldus de woordvoerder – wel persoonlijk maar niet publiekelijk geantwoord. ‘Dat Joodse studenten zich door een impliciete oproep tot geweld (Intifada revolution, Palestina free, from the river to the sea) niet veilig voelen begrijpen wij volkomen, en betreuren wij zeer. De universiteit moet een plek zijn waar niemand zich schroomt te kleden zoals hij of zij wenst, of niet uit durft te komen voor zijn of haar religie of identiteit.’

De UvA steunt de oproep om Israël te boycotten bovendien niet. ‘Internationale samenwerking tussen universiteiten, maar ook van individuele wetenschappers zijn een fundament binnen de academische wereld en een onderdeel van de academische vrijheid; dergelijke banden worden in de regel alleen verbroken in het geval van internationale sancties, zoals recent in het geval van Rusland’, aldus de universiteit.

Het slavernijverleden is dichterbij dan je denkt

0

Te lang geleden en daarom moeten we het laten rusten. Dat is een veel gehoord argument om het vooral maar niet meer over de slavernij te hebben. Maar wat is lang of te lang geleden in de belevingswereld van mensen? Valt dat te meten? En kun je dat voor anderen bepalen? Voor Eindhovenaar Paco Reyes (72), gepensioneerde supply chain manager, voormalig inwoner van Curaçao, is het slavernijverleden tastbaar: hij heeft zijn overgrootmoeder nog gekend die geboren is in 1866, vlak na het einde van de slavernij, maar nog wel in gebondenheid moest leven. Daardoor weet hij veel, maar we speuren verder naar de doorwerking van de slavernij in het verleden en het nu.

Reyes: ‘Ik herinner me mijn overgrootmoeder Dundu Meulens heel goed. Ze overleed op 97-jarige leeftijd in 1963 in Willemstad, toen ik twaalf was. Ook mijn grootmoeder werd heel oud. Sterke vrouwen waren ze. Tot op hoge leeftijd was Dundu vitaal en actief. Ze naaide en borduurde nog. Als kind viel me op dat ze niet eens een bril droeg. Dat ze dat niet nodig had om te lezen verbaasde me. Maar mijn oom Bobbo vertelde dat ze analfabeet was. Op het einde van haar leven vroeg ze wel aan haar kleinkinderen om de naald door de draad te doen.

Mijn broers, zussen, neven, nichten en ik kwamen regelmatig bij haar op bezoek. Ze woonde in bij mijn oma Wela (wat grootmoeder betekent), en diens zoons Bobbo en Sjon Grandi. Wela wilde niets kwijt over haar achtergrond en werd zelfs kwaad als we weer Dundu zaten ‘uit te horen’. Maar ik hoorde toch heel veel over de geschiedenis van de familie door mijn ooms. Het verhaal ging dat Dundu op haar veertiende was verkracht door een witte soldaat en dat daaruit haar enig kind Wela was geboren. Mijn grootmoeder was inderdaad veel lichter van kleur dan mijn overgrootmoeder. Maar er was ook een andere versie van het verhaal: dat een witte sjon, plantagehouder, dat had gedaan. Dat werd net iets minder beschamend gevonden. Tegen een sjon kon ze niet op.’

Wela, grootmoeder van Paco Reyes

Wie was de man was die haar overgrootmoeder had verkracht? En wie was de slavenhouder? Hoe kwamen ze aan hun familienaam? Ik ga op zoek naar meer informatie in het Nationaal Archief en dat van Curaçao, maar mijn speurtocht loopt al snel dood. De Meulens op Curaçao zijn talrijk. Reyes belt met zijn zus en we leren dat Dundu officieel Eleonora Maria Cecilia Meulens heette. Maar ook onder die naam blijft zij spoorloos in de digitale archieven. Ineens herinnert Reyes zich dat Wela’s doopnaam Cornelia Maria is. Als ik dan zoek, opent zich de archief goudmijn. Op haar geboorteakte heet haar moeder niet Dundu/Eleonora maar Leonor. Ze kreeg haar enige dochter in 1896, niet op haar veertiende, maar rond haar dertigste. Vader onbekend. Reyes blijkt nog veel meer familie te hebben dan hij dacht. Dundu/Leonor is het zevende kind van uit slaafgemaakte ouders, die hun hele leven bij elkaar bleven en acht (levende) kinderen kregen. De drie oudsten waren voor 1863 geboren in slavernij, vier in de tien jaar dat ze nog moesten blijven werken voor de kolonie en de jongste, Johannes werd de eerste volledig vrijgeborene. Ook het beroep van zijn overgrootmoeder staat genoteerd en verklaart Reyes’ verhaal over naald en draad: Leonor was naaister.

‘Slavernij was een bron van schaamte. Het was altijd aanwezig, onbesproken of uitgesproken. Mijn ooms vertelden erover niet in de huiskamer, maar in de zijkamer, op de rand van ons bed. Ik wilde alles horen. En ze namen ons uit Willemstad mee naar Santa Cruz de voormalige plantage in het noordwesten. Daar lieten zij ons de kunuku huisjes zien, voor slaafgemaakten. In een van die huisje is Dundu opgegroeid omdat haar moeder hier moest werken. Een hutje, niet meer dan een kamer, met rieten dak. Ook na de definitieve afschaffing van de slavernij heeft zij er nog heel lang met haar moeder gewoond.’

Dundu Meulens, overgrootmoeder van Paco Reyes. Ze werd in 1866, 3 jaar na de afschaffing van de slavernij geboren.

Curaçao is een klein eiland en in de tijd van Dundu woonden er rond de 17.000 mensen, van wie  de helft uit slaafgemaakten bestond. Het klimaat is warm en droog, de grond bestaat uit rotsen en is niet zo vruchtbaar als Suriname, vandaar dat er relatief weinig plantages werden aangelegd. Het belang van het eiland met een toegankelijke, natuurlijke aanlegplaats voor een haven was strategisch, de West Indische Compagnie kon het gebruiken als uitvalsbasis tegen de Spanjaarden. Nederland veroverde het in 1634 en gebruikte het vervolgens als belangrijke doorvoerhaven voor slaven. Slaafgemaakten die er gedwongen waren te werken op de landgoederen moesten veelal mais en bonen voor de plaatselijke bevolking verbouwen en vee hoeden.

Santa Cruz, waar zich ook een suikerplantage bevond, kreeg een beladen geschiedenis. Het telen en oogsten van suikerriet, daarna het sap persen en inkoken tot suiker, was gevaarlijk en zwaar werk. Het landgoed vormde eind achttiende eeuw dan ook een brandhaard van verzet tegen de slavernij. De beroemde vrijheidsstrijder Tula trok in 1795 hierheen om zich met nog meer opstandelingen te verenigen en ontmoette er zijn kameraad, de zwarte opzichter Carpata. Ze waren geïnspireerd door de slaafgemaakte vrijheidsstrijders van het latere Haïti en eisten vrijlating van alle slaafgemaakten. Vanuit Santa Cruz wilden ze met de rebellen oprukken naar de hoofdstad. Maar het koloniale bestuur maakte een gruwelijk einde aan de opstand. Beulen braken de botten van Tula en Carpata voordat ze hen verbrandden en vierendeelden. Toch leidde de opstand ertoe dat de leefomstandigheden voor slaafgemaakten wat verbeterde; ze kregen meer kleren, eten en rusttijd. Het heroïsche verzet is deel uit gaan maken van het collectieve Curaçaose geheugen. Tula krijgt binnenkort  Nederlands eerherstel.

‘Voor Reyes’ familie bracht de afschaffing van de slavernij geen zegeningen’

Reyes’ betovergrootmoeder, Leonors moeder, heette Regina Breginia Meulens, zij behoorde niet tot de veldwerkers die de zware arbeid moesten verrichten in de suikerrietteelt. Zij werd veertig jaar na de opstand geboren in 1836 en had als beroep later ‘waschvrouw’. Ze overleed in 1924, op 86-jarige leeftijd.

De eigenaren van Reyes’ familie vind ik bij Leonors ouders in het Nationaal Archief en combineer die met een database van studie naar Engelse slavernij. Dorothea Elisabeth van der Meulen, geboren rond 1800, dochter van de Nederlandse planter Charles Van der Meulen en een waarschijnlijk Schotse moeder. Zoals gebruik was, verwijst Dundus achternaam dus naar de familienaam van de slavenhouder. Van der Meulen was geboren op Curaçao en zou steenrijk terugkeren naar Schotland. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 kreeg zij voor haar 146 slaafgemaakten, onder wie de ouders van Dundu en drie van hun kinderen, een compensatie van 200 gulden. Een fortuin van 29.200 gulden, gerekend naar nu te vermeerderen met factor 10 euro. Slavernij, en zelfs het einde ervan loonde voor de witte inwoners dan.

Want voor Reyes’ familie bracht de afschaffing van de slavernij geen zegeningen. Zijn voorouders mochten in hun huisje met grond blijven wonen op voorwaarde dat ze die af zouden betalen aan de plantage-eigenaren. Zo bleven ze nog jaren gebonden en kenden bittere armoede. Reyes: ‘Op Curaçao wordt het werken op het land daarom nog altijd geassocieerd met slavernij en met schaamte. Ook in mijn familie. Je zal bij ons geen moestuin aantreffen. En je wilt je door niemand meer wat laten vertellen en alles zelf bepalen.’

We kunnen nog veel meer vinden in de goed geordende archieven. Het koloniale systeem had tot doel winst te maken en alles wat daarmee te maken had, belastingen, aan- en verkoop van slaafgemaakten, inventarissen van plantages werd met krullend schoonschrift bijgehouden. Maar op sommige vragen zal waarschijnlijk nooit een antwoord worden gevonden, zoals wie de verwekker was van Reyes’ grootmoeder, de verkrachter van Dundu. Zeker is dat ze geen veertien was. Is het zo verteld om haar machteloosheid en onschuld weer te geven?

Paco Reyes

Afkomst van slaafgemaakten in de vaderlijke lijn is zelden opgetekend, omdat het kind aan de eigenaar van de moeder toeviel. Slaafgemaakten werden niet gezien als mensen, maar als ‘zaken’, deel uitmakend van de boedel. Dat maakt de kennismaking met Dundu’s vader François Reinas Ignatio des te opmerkelijker. Uit het emancipatieregister blijkt dat hij was tewerkgesteld bij de gouverneur-generaal Abraham Matthieu de Rouville, die hem van een slavenhouder kocht. Vermoedelijk werd hij diens huisslaafgemaakte. François zal tot de afschaffing van de slavernij dus niet samen hebben gewoond met zijn vrouw Regina en acht kinderen. Zo zorgde het systeem van slavernij ervoor dat vrouwen hun kinderen, die ze niet mochten beschouwen als van hen, naast het zware werk, alleen moesten grootbrengen.

Voor Reyes heeft het slavernijverleden altijd deel van hemzelf uit gemaakt ‘De verhalen van mijn familie hebben me bewust gemaakt van al het onrecht dat hun is aangedaan, dat hun waardigheid en alles wat hun dierbaar was hun werd ontnomen. Misschien dat ik me daarom aansloot bij Amnesty International, om te vechten voor gerechtigheid, mensenrechten.’ Naast nazaat van slaafgemaakten is hij een wereldburger als product van een Colombiaanse vader met Spaanse en inheemse ouders, en zelf met een Nederlandse vrouw getrouwd. Het vervult hem met trots te weten ‘dat mijn voorouders zich onder extreem moeilijke omstandigheden staande wisten te houden. Dat hun nageslacht zich uiteindelijk kon ontworstelen aan achterstand en armoede door geld bijeen te leggen voor studie in Nederland. ‘En nu moeten nazaten van kolonialen en slaafgemaakten samen verder. Daarvoor is het belangrijk dat deze kennis levend blijft en wordt gedeeld.’

Tineke Bennema is historicus en verrichtte voor dit artikel archiefonderzoek.

Nieuw verschenen: Tineke Bennema, Albertus Van van de Vijver – slaafgemaakt en bevrijd (Walburg Pers, 2023), 224 pp, 24,99 euro.

S.P.E.A.K. demonstreert voor de hoofddoek bij de politie

0

Het moslimvrouwencollectief S.P.E.A.K. demonstreert morgen voor de Tweede Kamer tegen wat zij de ‘uitsluiting van moslimvrouwen’ bij de politie noemen. ‘Ieder mens heeft recht op gelijke kansen, ook bij de politie’, staat in de aankondiging op hun Facebook-pagina.

Vorige week maakte de minister van Justitie Dilan Yesilgöz bekend dat politieagenten ‘definitief’ geen hoofddoekjes, kruisjes of keppeltjes mogen dragen. Hiermee geeft Yesilgöz gehoor aan een PVV-motie waarin de ‘neutraliteit van het politie-uniform’ wordt gewaarborgd. Ze laat de kledingvoorschriften aanpassen en ‘maakt daarmee een einde aan een lange discussie’, aldus NOS.

Daar denken de moslima’s van S.P.E.A.K. anders over. Ze roepen iedereen op om solidair te zijn met moslimvrouwen. ‘Het recht om te kiezen voor een baan bij de politie is voor ons moslimvrouwen ontnomen’, aldus de dames. Volgens S.P.E.A.K. discrimineert de overheid op basis van uiterlijke kenmerken, terwijl, menen zij, ‘de politie zelf geen problemen heeft met de hijab’.

Bij S.P.E.A.K. draait het hierbij om het zelfbeschikkingsrecht dat lijnrecht indruist tegen de notitie over neutraliteit van de overheid, waar geen zichtbare religieuze uitingen zouden passen. ‘De notitie over neutraliteit van het uniform bij de politie en de Boa’s treft het meest de vrijheid van beroepskeuze en zelfbeschikking van moslimvrouwen’, aldus de S.P.E.A.K.-vrouwen.

‘De politie moet vooral een afspiegeling zijn van de samenleving. Ik denk dat we af moeten van het idee van neutraliteit in Nederland als de uitkomst is dat je hele groepen uitsluit. Tenminste, als je ervoor kiest om inclusief te zijn. Je kunt niet roepen om inclusie en dan een uitsluitend beleid voeren’, vertelt Sadika Arab, woordvoerder van S.P.E.A.K. aan de Kanttekening.

‘Ook nu zonder hoofddoek, keppel of kruisje hebben politieagenten geen neutrale uitstraling’, zegt S.P.E.A.K.-lid Ina Hartgers. ‘Dat komt door de manier waarop ze hun haar dragen, of hun optreden naar bepaalde groepen toe, zoals een dominant agressieve houding op straat. Het feit dat bijna alle politieagenten witte mannen zijn draagt eraan bij dat de politie helemaal niet neutraal overkomt.’

‘Volgens minister Yesilgöz is de discussie nu voorbij’, zegt Arab. ‘Maar die is pas voorbij als er echt ruimte is voor vrouwen met een hoofddoek in deze samenleving, als het zelfbeschikkingsrecht van moslima’s wordt gerespecteerd en islamofobe wetten verdwijnen. Er hoort geen plek te zijn voor geïnstitutionaliseerde islamofobie in een democratie.’

Israël valt vluchtelingenkamp in Jenin aan: tien doden

0

Het Israëlische leger heeft tijdens een grote operatie in het vluchtelingenkamp in Jenin op de Westelijke Jordaanoever tien Palestijnen gedood.

Maandag viel het Israëlische leger met grof geschut – drones, Apache-helikopters en grondtroepen – het Palestijnse vluchtelingenkamp aan. Dit leidde gisteren tot acht doden aan Palestijnse zijde.  Inmiddels staat het dodental op tien. Vannacht overleed een Palestijn aan zijn verwondingen. En het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid meldde daarna de tiende Palestijnse dode, nadat vanochtend in de buurt van Jenin het lichaam gevonden werd van een Palestijnse man die door Israëlisch vuur was geraakt.

Op beelden die op social media circuleren zijn Palestijnse mensen te zien die hun huizen ontvluchten, terwijl Israëlische militairen hun huizen bestormen. Volgens Palestijnse media heeft het Israëlische leger de Palestijnen bevolen uit hun huizen te vertrekken. Volgens de vicegouverneur van Jenin, Kamal Abu Aroub, zijn ongeveer 3.000 Palestijnen het vluchtelingenkamp ontvlucht. Er wonen in het vluchtelingenkamp Jenin tussen de 15.000 en 20.000 mensen.

Israëlische veiligheidsfunctionarissen ontkennen echter dat er een bevel tot evacuatie is gegeven. De Palestijnen zouden hun huizen zijn ontvlucht vanwege de gevechten tussen het Israëlische leger en gewapende Palestijnse strijders. Volgens generaal Daniel Hagari zijn er zo’n tien doden gevallen, en heeft het leger 110 verdachten gearresteerd. Er bevinden zich, aldus de generaal, zo’n 300 gewapende strijders in het vluchtelingenkamp. Volgens het Israëlische leger zouden Palestijnen in het vluchtelingenkamp hun commandocentrum hebben, en diende het kamp de afgelopen maanden ook als schuilplaats voor verdachten van terreuraanslagen.

Franse scheiding van kerk en staat is te rigide

0

In Frankrijk zijn hevige rellen uitgebroken, na de politiemoord op een 17-jarige jongen van Noord-Afrikaanse afkomst. Het was de derde dodelijke schietpartij tijdens een verkeerscontrole in Frankrijk dit jaar. Uit rapporten vanaf 2017 blijkt dat de meeste slachtoffers bij dergelijke incidenten zwart zijn of een Arabische achtergrond hebben.

Nahel M. werd neergeschoten tijdens de ochtendspits. Hij werd aangehouden, maar wilde niet stoppen. De agent die schoot beweerde later dat hij M. in zijn been wilde schieten, om een mogelijke achtervolging te voorkomen. Hij kreeg echter een schok, waardoor de kogel in de borst van het slachtoffer kwam.

President Emmanuel Macron heeft zowel de schietpartij als de daaropvolgende rellen veroordeeld. In Frankrijk klagen mensen uit minderheidsgroepen al langer over politiegeweld en systematisch racisme binnen wetshandhavingsinstanties, over institutioneel racisme. Een gemeenteraadslid in Blanc Mesnil, ten noordoosten van Parijs, verwoordde de gevoelens van velen: ‘We hebben dit onrecht al zo vaak meegemaakt.’

Maar het probleem van institutioneel racisme is breder dan alleen politiegeweld. Het manifesteert zich ook op het gebied van werkgelegenheid, huisvesting en onderwijs. Uit een onderzoek van het Franse Nationale Instituut voor Statistiek en Economische Studies bleek bijvoorbeeld dat sollicitanten met ‘buitenlandse namen’ minder kans hadden om voor een sollicitatiegesprek te worden uitgenodigd. Ook in de huisvestingssector wordt gediscrimineerd, zo toonde onder meer een onderzoek uit 2019 aan, dat werd uitgevoerd in Parijs. Huurders met Noord-Afrikaanse namen werden in 50 procent van de gevallen gediscrimineerd, zo bleek. Ten slotte zien we discriminatie ook terug in het onderwijs. Een rapport uit 2019 van het Franse ministerie van Onderwijs concludeerde dat studenten met een immigrantenachtergrond vaker te maken hadden met achtergestelde sociale omstandigheden, wat de systemische ongelijkheid onderstreept waarmee ze te maken hebben. Daarnaast worden islamitische studentes gediscrimineerd met beroep op het Franse principe van laïcité en mogen moslimmeisjes geen hoofddoek dragen op school en op de universiteit.

Om de problemen van uitsluiting, racistisch politieoptreden en sociale verschillen in Frankrijk aan te pakken, is een alomvattende aanpak nodig die zowel onmiddellijke acties als maatschappelijke veranderingen op de lange termijn omvat.

‘Frankrijk  moet het idee van ‘laïcité’ of secularisme kritisch onder de loep nemen’

Zo’n aanpak begint met beleids- en wettelijke hervormingen. Deze hervormingen moeten uitgebreide maatregelen omvatten die gericht zijn op het bestrijden van racistische vooroordelen bij het politiewerk, het verbeteren van de relaties binnen de gemeenschap en het afleggen van verantwoording voor wangedrag. Daarnaast moet de politie diversiteit actief bevorderen, zodat het corps een afspiegeling vormt van de gemeenschappen die zij dienen. Afgezien van het politiewerk is het noodzakelijk om de antidiscriminatiewetgeving op het gebied van werkgelegenheid, huisvesting en onderwijs aan te scherpen en streng te handhaven, zodat mensen gelijke kansen krijgen, ongeacht hun ras of etnische achtergrond.

Naast beleidsveranderingen spelen onderwijs en bewustwording een cruciale rol bij het stimuleren van maatschappelijke veranderingen. Dit omvat het herzien van leerplannen om diverse geschiedenissen en verhalen op te nemen, die begrip en respect kweken voor alle gemeenschappen in Frankrijk. Publieke bewustwordingscampagnes kunnen stereotype beelden en vooroordelen bestrijden en tegelijkertijd de mooie kanten van de multiculturele samenleving vieren.

Om de relatie tussen rechtshandhaving en gemeenschappen te verbeteren, kunnen initiatieven op het gebied van community policing worden geïmplementeerd, waardoor politieagenten een sterke band kunnen opbouwen met de gemeenschappen die ze dienen, zodat vertrouwen en wederzijds respect worden bevorderd. Daarnaast kunnen gemeenschapsprogramma’s die sociaaleconomische ontwikkeling ondersteunen, met name in achterstandsgebieden, waardevolle middelen bieden voor onderwijs, werkgelegenheid en sociale diensten.

Ten slotte zou Frankrijk het idee van laïcité of secularisme kritisch onder de loep moeten nemen. De Franse variant van de scheiding tussen kerk en staat, die het weren van religie en religieuze symbolen in het openbare leven inhoudt, is een bron van controverse, vooral voor de moslimgemeenschap. Het gaat met name om de toepassing van het laïcité-ideaal. Een minder rigide interpretatie van dit seculiere ideaal kan ervoor zorgen dat de principes van vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid worden gehandhaafd, terwijl de Franse staat seculier blijft.

Uiteraard kan Frankrijk niet in één dag veranderen. Een inclusieve samenleving bouwen kost tijd. Het vereist aanzienlijke inspanningen, middelen en een vastberaden inzet, van zowel de regering als de samenleving als geheel. Ook moet het beleid regelmatig geëvalueerd worden. Maar het uiteindelijke doel moet goed voor ogen worden gehouden. Het creëren van een samenleving waar iedereen, ongeacht achtergrond, met rechtvaardigheid, waardigheid en respect wordt behandeld.

Vandalen bekladden slavernijmonument Rotterdam

0

Vandalen hebben vannacht het Keti Koti-monument op de Lloydpier in Rotterdam-West beklad. De vernieling werd vanmorgen ontdekt. 

Het is niet duidelijk welke tekst vandalen op het monument hebben gespoten. Rechts staat, zo lijkt het, het woord ‘cabo’ gespoten. Maar het is onduidelijk wat dit betekent. Links staat, zo vertelt een graffitikenner, de artiestennaam van een Rotterdamse graffitispuiter. Maar misschien is Cabo ook een artiestennaam. ‘Dit is sowieso een respectloze actie’, zegt Dave van der Heijden van het HipHopHuis tegen RTV Rijnmond.

Extra pijnlijk is dat deze daad van vandalisme plaatsvond zo vlak na de honderdvijftigste verjaardag van de feitelijke afschaffing van slavernij. ‘Het maakt eens en temeer duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is’, zegt Carlos Gonçalves, voorzitter van Stichting Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst. ‘Mensen maken hun onvrede op een fysiek gewelddadige manier kenbaar.’ Gonçalves heeft een afspraak met de politie gemaakt, om aangifte van vandalisme te doen.

In Vlissingen werd in de nacht van 30 juni op 1 juli een kersvers slavernijmonument ook vernield. Vandalen schreven met zwarte verf de racistische tekst: ‘2070: blanke minderheid’ en plakten stickers met de tekst ‘Nee tegen omvolking’. Deze vandalen zijn blijkbaar aanhangers van de extreemrechtse omvolkingstheorie, die stelt dat de witte bevolking in West-Europa doelbewust wordt vervangen door zwarte en islamitische immigranten uit Afrika en het Midden-Oosten.

Het Keti Koti-kunstwerk in Eindhoven dat dit weekend werd beschadigd is daarentegen niet opzettelijk vernield, bericht Omroep Brabant. Op camerabeelden is te zien dat een fietser zijn fiets met een ketting aan het kunstwerk wilde vastmaken. Toen het monument begon te wankelen liet de fietser direct los, maar het kunstwerk viel toch om.

Na de excuses van de koning klonk gejuich in het Oosterpark

0

Journalist Caner Mert was zaterdag in Amsterdam bij de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij. Een terugblik. 

Keti Koti (ketenen verbroken), ook bekend als de Dag der Vrijheden of Emancipation Day, werd zaterdag 1 juli door heel Nederland gevierd. De hoeveelheid camera’s in de buurt van het Oosterpark in Amsterdam trok ook de toerist in de buurt aan om een kijkje te nemen. In het Oosterpark stonden rond het slavernijmonument grote vrachtwagens en camera’s, aangezien de Nationale Herdenking Slavernijverleden door veel media live werd uitgezonden.

Mijn dag begon samen met de Surinaams-Nederlandse sociaal werker en activist René Adriaan, medeoprichter van het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) dat onderzoek doet naar het slavernijverleden van Nederland en de doorwerking daarvan in de huidige maatschappij.

Beeld: Caner Mert

Adriaan ging in de middag naar Utrecht, omdat hij elk jaar een andere stad bezoekt op deze feestdag. Hij probeerde mensen zo goed mogelijk te helpen en zo veel mogelijk te zien. Mensen in vrolijk gekleurde pakken en Surinaamse jurken zochten om zich heen naar de Bigi Spikri, de jaarlijkse optocht van vrouwen in traditionele Surinaamse en Carbische kledij die ergens in de buurt moest zijn.

‘Als je nou even luistert dan kan ik het je uitleggen,’ zei Adriaan tegen een groepje opgewonden vrouwen die ook naar de kleurrijke optocht zochten. Wanneer Adriaan de route heeft uitgelegd, liep hij door en zag hij in de verte een blauw busje, waar flesjes water werden uitgeladen.

René Adriaan in gesprek met vrouwelijke bezoekers. Beeld: Caner Mert.

Feestdag

Bij het busje zetten twee vrolijke mannen flesjes water op tafel. Adriaan liep naar de man in de Patta-jas. Patta is een populair kledingmerk met Surinaamse roots en omhelst hem. De man, Vincent Soekra, bleek een van de co-producenten van het festival.

Voor Soekra was Keti Koti allang een feestdag: ‘Ik neem op 1 juli altijd vrij. Sinds 2009 werk ik eraan om van Keti Koti een nationale feestdag te maken voor iedereen.’

Terwijl er plastic werd gescheurd en flesjes water op de tafels werden verspreid, vertelde Soekra over wat Keti Koti voor hem betekende: ‘Het is een dag van herdenking maar vooral van bezinning op wat nooit meer mag gebeuren en hoe we samen verder gaan.’

Terwijl Adriaan nog wat mensen en toeristen vertelde over de Bigi Spikri en hen een flesje water aanbood, liet Soekra weten hoe hij blij hij wel niet was met alle aandacht vandaag voor Keti Koti: ‘Het is goed dat er nu zo veel aandacht voor is. Het is ook op bijna elk kanaal live te volgen dit jaar. Het heeft volgens mij te maken met de toespraak van de koning.’

‘Ik neem op 1 juli altijd vrij’

Ook Soekra wachtte op de toespraak van de koning: ‘Het is nu of nooit, voor hem in ieder geval. Voor mij betekenen zijn woorden niet zoveel. Het is veel te laat voor woorden. Als ze [de Nederlandse staat] echt excuses willen aanbieden, moeten ze met daden komen.’

Lucrecia was onderdeel van een groep vrouwen die meeliepen in de protestmars: ‘Tijdens Keti Koti vieren wij dat honderdvijftig jaar geleden, geen honderdzestig, de lijdensweg van onze voorouders eindigde [In 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft in Suriname en de Caraïbische eilanden. Maar in Suriname moesten de vrijgelaten slaafgemaakten nog tien jaar doorwerken]. Zodat wij vandaag hier kunnen zijn en deze vrijheid met elkaar kunnen delen.’

Lucrecia. Beeld: Caner Mert

Voor Lucrecia was het, net als de vele anderen in het Oosterpark, wachten op de speech van de koning: ‘Ik verwacht dat hij eindelijk excuses gaat maken. Het is altijd goed om je excuses aan te bieden, ook al gaat het om iets dat lang geleden is gebeurd.’

Even later liep Adriaan door en kwam hij in de protestmars terecht. Daar waren, vol met kleuren en hard gebonk en gedans van trommels en trompetten, diverse borden, vlaggen en dancemoves te zien. Van de LGBTQI-vlag tot borden met de namen van zwarte verzetsstrijders, veel tekens werden omhooggehouden in de lange sliert, die meer dan twee uur rondging door Amsterdam.

Bigi Spikri, traditionele optocht tijdens Keti Koti. Beeld: Caner Mert

Adriaan kwam Vincent weer tegen en begon hem te helpen met flessen uit te delen aan de mensen die uren hebben gelopen. De optocht eindigde in het Oosterpark op het grasveld tegenover het podium waar de koning zou gaan staan. Adriaan ging zijn reis naar Utrecht maken en stapte de tram in. Ondertussen was het weer slechter geworden. Donkere wolken pakten zich samen, er zou spoedig een regenbui komen.

Rond twee uur was de koning een van de laatste gasten die buiten het park werd opgewacht. Na een korte zwaai naar de enthousiaste menigte kon de herdenking beginnen. Tijdens de toespraak van Koning Willem-Alexander was het erg stil, tot het moment waarop zoveel mensen zaten te wachten. Het moment dat de koning zijn excuses aanbood voor het verleden. Toen hij zijn woorden uitsprak, klonk er gejuich in het Oosterpark.

Op het Museumplein in Amsterdam was de sfeer een stuk feestelijker dan in het Oosterpark. Er waren duizenden mensen, tientallen tenten en kraampjes en een viertal podia.

De sfeer was energiek met veel muziek en heerlijk ruikend eten. Buitenlandse toeristen kwamen naar de grootstedelijke hotspot en dansten enthousiast mee. Al lopend hoorde je gesprekken van bezoekers die geen idee hadden wat er gaande was, maar wel erg benieuwd waren waarom er zoveel mensen van kleur met elkaar aan het feesten waren.

Een komma

Aan de buitenrand van het plein bevond zich een kraampje met diverse boeken over slavernij en zwarte shirts met een grote, witte komma erop. Een verwijzing naar de toespraak van premier Rutte afgelopen december, waarin hij zei dat zijn excuses geen punt waren maar een komma, om te beginnen de start van een herdenkingsjaar. Het kraampje was van kennisinstituut The Black Archives, waar meerdere mensen enthousiast aan geïnteresseerden over de shirts vertelden.

Beeld: Caner Mert

Isabelle Britto was een van de mensen bij het kraampje. In het Engels voerde ze een gesprek met bezoekers: ‘Met onze actie ‘Geen punt, maar komma’ willen wij weten wat de gemeenschappen van de voormalige kolonies vinden van wat er na de komma moet komen. Onze minister-president Mark Rutte citeerde in zijn excuusspeech van december beeldend kunstenaar Serana Angelista, die zei: ‘We zetten een komma, geen punt.’

Na haar gesprek kwam een jonge man aanwandelen en knuffelde Britto. Het bleek Raul Balai te zijn, kunstenaar en curator bij The Black Archives: ‘Ik heb zitten luisteren naar die toespraken vandaag, maar ik vind het gek dat niemand het heeft over wat in Vlissingen is gebeurd’, aldus Balai. Hij doelde op het slavernijmonument in Vlissingen dat een dag na de onthulling was beklad met racistische teksten.

‘Ik heb mijzelf kapotgelachen om de toespraak van de koning’, vervolgde Balai. ‘De koning zei in zijn speech dat er op Nederlandse bodem geen slavernij was, maar met een druk op de knop kan je op het internet lezen dat het niet waar is.’

Aan het begin van de avond was het vooral feest. Lange rijen bij de barbecues en veel mensen met een koud, Surinaams biertje. Op het ene podium trad een groot dansorkest op terwijl van de bühne ernaast hip-hop geluiden kwamen. In de avond stapte rapper DopeBwoy op het grootste podium, waarna de voetjes langzaam weg dansen van het Amsterdamse Museumplein.

Islamitische landen willen maatregelen tegen koranontheiligingen

0

De organisatie van Samenwerkende Islamitische Landen eist dat er ‘collectieve maatregelen komen tegen de ontheiliging van de Koran’. Ze willen dat het internationaal recht wordt ingezet tegen wat zij betitelen als de ‘verspreiding van religieuze haat’. Dit naar aanleiding van de koranverbranding vorige week in Zweden. Zo meldt de nieuwssite Middle East Monitor.

De 57 islamitische landen kwamen tot die conclusie na een speciaal bijeengeroepen vergadering in de Saudische stad Jeddah.

‘We moeten constant herinneringen naar de internationale gemeenschap sturen voor de toepassing van het internationaal recht, die onomwonden een verbod legt op de verspreiding van religieuze haat’, zei de voorzitter Hissein Brahim Taha.

Vorige week, op de eerste dag van het Offerfeest, werd een koran verbrand voor een moskee in Stockholm. Met name Turkije ergerde zich hieraan, het land dat de Zweedse toetreding tot de NAVO nog dient goed te keuren.

Dat de Zweedse politie toestemming gaf voor de koranverbranding is veel islamitische landen een doorn in het oog. In Zweden wordt het incident ook gezien als ‘vrijheid van meningsuiting’. Na kritiek en protesten vanuit islamitische landen kwam er toch een veroordeling van de ‘islamofobe daad’ door de Zweedse regering.

Donatiecampagne voor Parijse agent die Nahel doodschoot

0

De Franse mediapersoonlijkheid Jean Messiha, een aanhanger van de extreemrechtse politicus Éric Zemmour, is een donatiecampagne gestart voor de politieagent die dinsdag 27 juni de 17-jarige Nahel doodschoot. Frankrijk is sindsdien het toneel van hevige rellen.

Volgens Le Figaro wil Messiha de concurrentie aangaan met de moeder van Nahel, die ook een donatiecampagne is gestart om onder meer de begrafenis te betalen. Messiha wil meer geld ophalen met zijn donatiecampagne. De teller staat nu op meer dan 875.000 euro.

De 17-jarige Nahel, een jongen met Noord-Afrikaanse roots, werd dinsdag 27 juni aangehouden door een motorpatrouille in Nanterre. Toen Nahel plotseling wegreed besloot een agent een schot af te vuren. Dit schot bleek dodelijk.

De agent in kwestie zit vast. Er loopt een onderzoek tegen hem. Was het schot per ongeluk dodelijk, of maakte hij zich schuldig aan doodslag? Voor veel biculturele Fransen is de dood van Nahel het zoveelste bewijs dat Frankrijk een door en door racistisch land is. De vandalen onder de demonstranten steken auto’s in de brand en plunderen winkels.

Vandalen in Nanterre sloopten ook een Holocaustmonument. Volgens een video van Twitter-account ‘Observatory of Decolonialism’ zeiden demonstranten dat ze een nieuwe Holocaust zouden beginnen. Ze schreven op het monument: ‘We gaan een Shoah maken.’ D

Rechter oordeelt dat ‘koelie’ niet mag

0

De rechter heeft de journalisten Avish Jajairam en Shashi Roopram in het gelijk gesteld in een zaak over racisme. Zij werden twee jaar geleden voor ‘koelie’ uitgemaakt, een racistische term die in Nederland vooral wordt gebruikt tegen Hindostanen en Pakistanen. Zo meldt het YouTube-kanaal Up! Network

Het scheldwoord wordt ook onder Nederlanders van kleur gebruikt. In deze zaak ging het om een zwarte man die nu is veroordeeld voor het gebruik van dat woord.

Volgens het UP! Network is de uitspraak ‘historisch’ voor het racismedebat in Nederland. ‘Racisme is dus niet enkel voorbehouden aan blanke mensen en dit is voor het eerst dat de rechter erkent dat het woord koelie beledigend is voor Hindoestanen’, schrijft het journalistieke platform.

Jajairam en Roopram zijn niet onomstreden. Zo geven ze op hun YouTube-kanaal ruimte aan mensen die worden geassocieerd met extreemrechts, islamofobie en de racistische omvolkingstheorie, zoals Paul Cliteur, Yernaz Ramautarsing en Pegida.