18.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 322

Aanklacht tegen Erdogan bij Internationaal Strafhof

0

Marteling, ontvoering en andere mensenrechtenschendingen. Daaraan heeft de Turkse regering onder leiding van president Recep Tayyip Erdogan zich schuldig gemaakt, stelt de Belgische jurist Johan Vande Lanotte. Hij is de drijvende kracht achter het Turkije Tribunaal, dat vandaag een klacht indient bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.

Het Turkije Tribunaal bestaat uit een gemêleerd gezelschap van internationale juristen en experts. Ze beschuldigen de regering van Erdogan van ‘misdaden tegen de menselijkheid’ gericht tegen Gülenisten, Koerden en linkse groeperingen. Er zijn 200.000 mensen getroffen door de daden van de regering van Erdogan. Dertienhonderd van hen werken mee aan deze aanklacht voor het ICC.

De bekendste zaken uit Gülenistische hoek zijn ontvoeringen van leerkrachten vanuit het buitenland naar Turkije. De Turkse regering houdt de Gülenbeweging verantwoordelijk voor de mislukte staatsgreep in 2016. De gevolgen voor aanhangers van die beweging zijn groot. Zo werd Orhan Inandi op 1 juni 2021 in Kirgizië ontvoerd en gefolterd. De Turkse staat ziet in hem de organisator van het scholennetwerk van de Gülenbeweging in Centraal-Anatolië. Ook Selahaddin Gülen is ontvoerd, gefolterd en 28 dagen later aan de pers in Turkije voorgesteld.

Een van de meer bekende zaken is de dood van Gökhan Acikkollu nadat hij in de gevangenissen werd gefolterd. Doktersrapporten geven overduidelijk aan dat hij gefolterd werd en het Mensenrechtencomité van de VN heeft bevestigd dat de Turkse overheid in de fout ging.

Tegen Koerden en linkse groeperingen zijn wetteloze handelingen, zoals martelingen van de Turkse staat al jaren bekend. Het rapport van het Turkije Tribunaal noemt onder meer de opsluiting en aftuiging van de dorpsbewoners van Altinsu in 2017 en de marteling van de vermeende militant Ayten Ötztürk genoemd.

‘Er zijn veel burgers omgekomen’, zei de gevluchte Koerdische journalist Meltem Oktay in 2021 in Geneve. ‘Zoals Selamet Yesilmen, een huisvrouw, of Ahmet Sönmez, een man van 55 die helemaal is doorzeefd met kogels, alleen maar omdat hij zijn eigen voordeur opendeed in een conflictgebied.’

De initiatiefnemers van het Tribunaal willen dat het Hof de daders vervolgt. Daarbij noemen ze geen mensen bij naam. De aanklacht is gericht tegen functionarissen van het regime, politiek en bestuurlijk. De rechters van het ICC hebben zes maanden de tijd om na te gaan of ze tot vervolging kunnen overgaan of niet.

Het Turkije Tribunaal ontstond twee jaar geleden als een symbolisch tribunaal in Genève. De Kanttekening sprak destijds met Gülenistische en Koerdische slachtoffers van illegale opsluitingen en martelprakrijken. De gevluchte geschiedenisdocent Erhan Dogan vertelde toen over ‘naakt betast worden bij de geslachtsdelen’ en de strappado (een folterinstrument) die tot de ontwrichting van de schouders leidt. ‘Ik dacht dat al mijn botten waren gebroken’, zei hij toen tegen de rechters.

De Kanttekening spreekt naar aanleiding van de aanklacht bij het ICC met de Belgische advocaat en emeritusprofessor Johan Vande Lanotte, voormalig vicepremier van België. De Turkse staat moet volgens Vande Lanotte terecht staan, ‘niet alleen vanwege grove mensenrechtenschendingen’, maar ook vanwege ‘misdaden tegen de menselijkheid’, zoals martelingen, ontvoeringen en illegale opsluiting. ‘Dat gaat nog een stap verder.’

Wat wilt u hiermee bereiken? Turkije heeft het Statuut van Rome niet ondertekend, dat de basis vormt voor het ICC. Dan is de aanvraag toch al bij voorbaat kansloos?

Johan Vande Lanotte (beeld: Wikimedia Commons)

‘Nee, dat is niet zo. Turkije heeft dit statuut dan wel niet ondertekend, maar sommige van de misdaden die wij aan het Hof voorleggen zijn gepleegd in landen die dat wel hebben gedaan, zoals Zwitserland, Albanië, Moldavië en Roemenië. Dan is het Hof wel bevoegd. In het geval van ontvoeringen in bovengenoemde landen door de Turkse geheime dienst mag het Hof juridisch gezien vervolgen.  De ontvoeringen werden bijvoorbeeld uitgevoerd in Kenia, Cambodja en Albanië.

Iets vergelijkbaars is eerder gebeurd rond de deportatie van Rohingya’s uit Myanmar. Deze islamitische bevolkingsgroep is vanaf 2011 naar Bangladesh verdreven. Myanmar erkent het Strafhof niet, maar Bangladesh wel. Een deel van de misdaden die in die aanklacht zijn opgenomen, vindt plaats in Bangladesh, maar valt onder de verantwoordelijkheid van Myanmar. Daardoor vallen ze onder de jurisdictie van het Hof. Zoals ook de oorlogsdaden van Rusland, dat geen partij is in het ICC, in Oekraïne onder de jurisdictie van het Hof vallen.’

In Myanmar gaat het om zaken die grenzen aan genocide, met meer dan 600.000 mensen die zijn gedeporteerd. Zijn de Turkse wandaden in andere landen wel zwaar genoeg om het Internationaal Strafhof in te schakelen?

‘Hier speelt de zogenoemde zwaarte-eis van het Hof. Dat is een beetje een technische discussie, maar de misdaden van het Turkse regime die wij aanhangig willen maken bij het Hof hebben betrekking op meer dan 200.000 personen wiens rechten willens en wetens worden geschonden. Dit allemaal in een context van bewuste minachting en schending van alle basisprincipes van de rechtsstaat door de Turkse regering. Meerdere besluiten van het Europees Hof van de Mensenrechten, maar ook van de eigen Turkse rechters, zijn aan de laars gelapt.

Het is een andere oorlog dan die van Rusland in Oekraïne, maar het Turkse regime voert wel degelijk een oorlog tegen iedereen die het als ‘vijanden van de staat’ beschouwd. Zo is twee jaar terug Orhan Inandi gewelddadig uit Kirgizië ontvoerd. Zijn arm was op drie plekken gebroken. Dit kan alleen in een systeem van complete straffeloosheid. Erdogan daagt het internationale rechtssysteem bewust uit. Hij is er zelfs trots op. Als we bovendien zouden aanvaarden dat deze 200.000 slachtoffers niet zwaar genoeg wegen, dan is dat een uitnodiging aan alle dictatoriale regimes om toch minstens zoveel slachtoffers te maken.’

U noemt de oorlog in Oekraïne. Turkije is als bondgenoot belangrijk als NAVO-lidstaat, ook vanwege de militaire en politieke steun aan Oekraïne en de bemiddelende rol tegenover Rusland Kan het feit dat Turkije in die oorlog aan onze kant staat nog roet in het eten gooien voor het Turkije Tribunaal?

‘Dit is het terrein van de politiek. En daar wil ik niet over spreken. Maar het zou in beginsel niets moeten uitmaken. Bij misdaden tegen de menselijkheid kijk je naar het strafrecht en niet naar politiek. Het ICC heeft al de kritiek gekregen te veel begrip te hebben voor westerse landen. Turkije is in dit geval een bondgenoot van het Westen. Hopelijk weerlegt het Hof deze kritiek nu.’

Ook de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en andere westerse landen hebben zich met de ‘oorlog tegen terreur’ jarenlang schuldig gemaakt aan ontvoering en marteling. Is dat waar het ICC te veel begrip voor heeft?

‘Deze misdaden zouden in alle gevallen ontoelaatbaar moeten zijn. Dat is inderdaad de bekende kritiek op het Hof, dat het Westen buiten schot blijft. Die kritiek is terecht en we hopen dat deze situatie wordt rechtgetrokken. Het zou totaal niet mogen uitmaken welke kleur de dader heeft.’

Hoe komt het dat u, als Belg, zich bezighoudt met de Turkije Tribunalen?

‘Dat is enigszins toeval. In België is ons advocatenkantoor na de couppoging in 2016 benaderd door Turken die last hebben van de lange arm van Erdogan. We zijn toen procedures opgestart. Die hebben ons weinig geholpen. Daarna hebben we het Turkije Tribunaal georganiseerd, om de publieke opinie te sensibiliseren over onder andere de martelpraktijken.’

Wie zijn het doelwit van de Turkse staat? Moeten journalisten die voor de Kanttekening werken zich ook zorgen maken?  

‘Het zijn met name mensen met een Turkse en Koerdische afkomst die worden bedreigd. Ook zijn er gevallen van fysiek geweld bekend in Duitsland (journalist Erk Acarer is aangevallen vanwege zijn kritische berichtgeving over Erdogan, red). Er is onvoldoende kennis over de angsten die potentiële slachtoffers moeten doorstaan. Eigenlijk moet iedere opponent van het Erdogan-regime zich zorgen maken.

Neem het nieuws over de arts Sebnem Fincanci. Alleen omdat ze zei dat de Verenigde Naties onderzoek moest doen naar het gebruik van gifgas door het Turkse leger tegen Koerdische militanten in Noord-Irak, moest ze drie maanden de gevangenis in.

Bijna iedereen die kritisch is op het regime kan van terrorisme beschuldigd worden. Onschuldige mensen kunnen plots doelwit zijn. Ook de manager van het hotel in Zwitserland waar het symbolische Turkije Tribunaal is gehouden werd door de Turkse ambassadeur gecontacteerd om ons van terrorisme te beschuldigen. Hij zou door ons welkomen te heten, ‘terroristen’ hebben gehuisvest voor een paar dagen. Wat een gotspe. Dit waren allemaal gewezen, onafhankelijke rechters.’

Een groot deel van de Turkse oppositie verwijt Gülenisten dat zij in het verleden samenwerkten met Erdogan en pas in verzet komen sinds ze zelf slachtoffer zijn van diens regime. Wat vindt u van die kritiek?

‘Dat is twee jaar geleden met name door Koerden gezegd, die aanwezig waren bij het Turkije Tribunaal in Genève. Het was een terechte opmerking en dat mag gezegd worden. Maar dat is nog geen excuus voor wat mensen nu aangedaan wordt. We hebben het over folteringen, vermissingen, illegale opsluiting, seksuele misdrijven, alleen maar omdat mensen geassocieerd worden met de Gülenbeweging. Ook zonder aanklacht of het minste bewijs voor ‘terrorisme’.

Wat er in het verleden is gebeurd, kan dus geen vrijbrief zijn voor misdaden tegen menselijkheid. De rechtsstaat is er voor iedereen, niet voor de eigen politieke groep of etniciteit. En dat is ook waar ik naar kijk.’

Het heft in eigen handen

0

Het is 1991. We zitten tegenover elkaar in het hotel in Jeruzalem. De christelijk-Palestijnse arts uit Amman, de islamitisch-Palestijnse onderwijzer uit Bethlehem en ikzelf. Om ons heen woedt de intifada in alle hevigheid.

‘Lody, de geest is uit de fles. Onze mensen nemen het heft in eigen handen. Er is geen vertrouwen meer in ons Palestijnse gezag. Jongeren weigeren zich te onderwerpen aan de Israëlische bezetter, maar voelen zich tegelijkertijd totaal in de steek gelaten door hun eigen PLO.’

Deze verzuchting gaf ons drieën niet veel hoop. De geest was uit de fles. Het heft was in eigen handen genomen. Honderden doden, vele gewonden en een gigantisch vijandsbeeld aan beide kanten van het conflict bevestigden ons al heel snel dat er goede reden was om die hoop te laten varen.

Zou het nog ooit goed kunnen komen tussen de twee bevolkingsgroepen die veroordeeld lijken om samen dit stukje grond in het Midden-Oosten te moeten delen?

Dertig jaar later hebben die eigen handen nog steeds het heft zelf vast. Nog steeds wordt het geweldsmonopolie niet overgelaten aan het openbare gezag, zoals wij dat in Nederland kennen en zoals het hoort.

Wat dat heft allemaal veroorzaakt op de straten in Jeruzalem of in het dorp Huwwara is wel duidelijk. Een geweldsexplosie die niets oplost maar de vijandschap, gevoed door angst en woede, alleen maar groter maakt. Iedere keer weer.

In ieder geval binnen de Joodse geschiedenis is de vraag, over al dan niet het heft in eigen handen nemen, onderdeel van een traditionele discussie. Al in bijbelse tijden kwam dat voor, overigens vaak afgekeurd. Maar ook in de recentere geschiedenis.

In de ondergrondse bunkers van het getto in Warschau woedde in 1943 een heftige discussie over het al dan niet in opstand komen tegen de nazi’s, die inmiddels al tienduizenden inwoners van het getto hadden afgevoerd naar het vernietigingskamp Treblinka. De historicus Emanuel Ringelblum verweet zichzelf dat die opstand al veel eerder plaats had moeten vinden. ‘We hadden de straat op moeten opgaan, alles in brand steken, door de getto-muren heendringen. De Duitsers zouden zich hebben gewroken, Maar onze passiviteit heeft ons ook niets opgeleverd.’ Anderen waren het volstrekt met hem oneens, met name religieuze Joden. Zij zeiden steeds: ‘God wil het zo en dus moet het zo zijn.’

De afschuwelijke beelden brengen ons één belangrijke les bij

Hoe dan ook, religieus of niet religieus, die discussie was Warschau in 1943. Dit is 2023. Dit zijn Palestina en Israël.

Het heft in eigen handen zou zoveel jaren later, bij het explosieve conflict tussen Israël en de Palestijnen, kunnen leiden tot eenzelfde moedeloosheid, zoals ons gesprek toen in Jeruzalem in de negentiger jaren.

Toch hoeft dat helemaal niet. Integendeel. De afschuwelijke beelden van aanslagen, het geweld door honderden mensen die een dorp belagen, auto’s in brand steken, medemensen de stuipen op het lijf jagen en vernielingen aanrichten, brengen ons één belangrijke les bij. Een levensles voor iedereen.

En die les luidt, dat een honderdjarige strijd op geen enkele manier heeft opgeleverd, wat ieder weldenkend mens wil. En dat is vrede.

De verschillen en de belangen van alle partijen zijn groot en ogenschijnlijk nauwelijks met elkaar te rijmen. Maar is één gemeenschappelijke factor, die iedereen in de strijd met elkaar verbindt.

Wat is die factor? Het heft in eigen handen en de vernielingen, het bloedvergieten, de fysieke en emotionele schade die dit allemaal veroorzaakt, die maken iedereen die daar mee te maken krijgt tot slachtoffer. De pijn en het verdriet zijn de overwinnaars van het brute geweld. Met als gemeenschappelijke factor, als overeenkomst, alleen maar slachtoffers aan beide kanten van de scheidslijn.

De beelden leren ons dat we de hoop helemaal niet hoeven te laten varen. De beelden leren ons dat oorlog, strijd, geweld geen oplossing brengen.

Het is de vrede die dat moet gaan bewerkstelligen. Als we die les van beide zijden ter harte nemen, komt het zeker goed. Dan hebben we elkaar gevonden. Met G’ds wil, Insh’Allah, Beézrat Hasheem.

Israëlische politici riepen op tot wegvagen van Palestijns stadje

0

Uren voordat Israëlische kolonisten zondag Huwwara op de Westelijke Jordaanoever in brand staken, riepen verschillende Israëlische politici op het bezette Palestijnse stadje weg te vagen.

In een later verwijderde tweet riep David Ben Zion, plaatsvervangend hoofd van de Samaria-raad die de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever regelt, Israëlische politici op om geen genade te tonen en dat ‘Huwwara vandaag moet worden weggevaagd’.

Minister van Financiën Bezalel Smotrich van de Religieus Zionistische Partij gaf deze tweet een like.

De tweet, waarin werd opgeroepen tot geweld, volgde op de moord op twee Israëlische kolonisten in Huwwara, eerder die zondag. Ben Zion verwijderde zijn tweet echter snel, en verontschuldigde zich met het excuus dat hij zijn bericht had geschreven in de ‘hitte van het moment’.

Het feit dat een minister de gewraakte tweet beloonde met een like werd door critici ook aan de kaak gesteld. Sommigen meenden dat dit te vergelijken was met een staat die het geweld van de maffia goedkeurt.

‘Onze minister van Financiën, minister van Defensie en een lid van het veiligheidskabinet steunen het uitwissen van een heel dorp terwijl de enige zonde van de inwoners is dat ze Palestijnen zijn’, twitterde een Israëlische ondernemer.

Smotrich schreef zondag een hele serie tweets, in reactie op de dood van de twee Israëlische kolonisten. Hij eiste dat het leger ‘Palestijnse steden meedogenloos zou raken met tanks en helikopters’ en pleitte ook voor de ‘collectieve bestraffing van de familie en omgeving van de terrorist als een effectief en noodzakelijk instrument in asymmetrische oorlogsvoering’.

Israëlische kolonisten staken zondagavond tientallen huizen, winkels, auto’s en landbouwvelden op de bezette Westelijke Jordaanoever in brand. Er vielen ongeveer veertig Palestijnse gewonden en een dode. Op dezelfde dag keurde het Israëlische parlement een wet goed die voorziet in de doodstraf voor veroordeelde Palestijnse terroristen.

VN-functionaris wil mensenrechtenverklaring herzien

0

De Hoge Commissaris van de Mensenrechten bij de Verenigde Naties, wil de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens herzien. Volgens hem is de verklaring uit 1948 aan een update toe, vanwege de oorlog in Oekraïne, de klimaatcrisis, hongersnood en andere wereldwijde problemen.

Volgens de Oostenrijkse jurist Volker Türk, sinds september 2022 Hoge Commissaris van de Mensenrechten, ligt de verklaring van 1948 ‘onder vuur van alle kanten’.

Hij wil daarom ‘de geest, de impuls en de vitaliteit’ van 1948 nieuw leven inblazen met een nieuwe verklaring, waarvoor volgens hem ‘nieuwe wereldwijde consensus’ nodig is.

De laatste jaren staan de mensenrechten extra onder druk, aldus Türk. Vooral vrouwen en meisjes hebben nu minder vrijheden. De meeste mensenrechtenschendingen komen volgens Türk echter door de Russische invasie van Oekraïne. ‘Dat heeft geleid tot wijdverspreide dood, vernietiging en ontheemding.’

De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens is al langer omstreden. Zo tekenden op 5 augustus 1990 vijfenveertig ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIS) de zogenoemde Caïro-verklaring, een alternatieve mensenrechtenverklaring. De vrijheid van meningsuiting wordt beperkt in deze verklaring, en moet in overeenstemming zijn met de sharia. Er is geen vrijheid van godsdienst, en het bekeren tot een andere godsdienst dan de islam is verboden. ‘Alle rechten en vrijheden genoemd in deze Verklaring zijn ondergeschikt aan de Islamitische sharia’, stelt de Caïro-verklaring in artikel 24, en artikel 25 stelt: ‘De Islamitische sharia is de enige referentiebron ter uitleg en verduidelijking van alle artikelen van deze Verklaring.’

Ook China heeft moeite met de verklaring van 1948. Volgens professor Tom Zwart, die tot vorig jaar leiding gaf aan een onderzoekscentrum aan de Vrije Universiteit dat zich bezighield met ‘cross-cultureel recht’, worden de mensenrechten ten onrechte op een westerse manier uitgelegd. China heeft hier grote moeite mee, omdat die benadering geen rekening houdt met de Chinese tradities. Volgens Zwart los je niets op als je tegenover China de weg van de confrontatie kiest, en autoriteiten op hoge toon vertelt wat ze verkeerd doen, zo vertelde hij aan de Kanttekening. ‘Dan luistert niemand meer. Je moet meedenken, meehelpen. Dan krijg je veel meer voor elkaar.’

‘Gemeenten, geef arbeidsmigranten een woning’

0

Meer dan honderdduizend arbeidsmigranten wonen en werken in Zuid-Holland. Zij leven vaak in mensonwaardige situaties, overgeleverd aan gemeenten en werkgevers. De provincie moet strenger zijn tegen gemeenten die deze migranten geen huis geven, vinden D66-raadsleden Caroline Verduin en Joan Nunnely.

Zuid-Holland is als economische regio steeds meer afhankelijk van de goedkope arbeid van arbeidsmigranten. Tuinderijen, distributiecentra en slachterijen kennen voornamelijk arbeidsmigranten als werknemers. Cruciaal voor onze economie, maar we zien in de grote steden een schaduwkant. Arbeidsmigranten verkeren daar in mensonwaardige situaties. Met het adviesrapport Roemer uit 2020 zijn de gemeentes en het Rijk gewezen op de slechte huisvesting en het gebrek aan actie van werkgevers en overheid. Actie is nodig, maar ook de provincie mag niet langer achteroverleunen en moet ingrijpen.

Arbeidsmigranten komen naar ons land met de ambitie om hard te werken en goed geld te verdienen, om later weer terug te keren naar het land van herkomst. Naar schatting wonen en werken 115.000 arbeidsmigranten in Zuid-Holland. In de Zuid-Hollandse regio is ontzettend veel werk voor arbeidsmigranten. Elke ochtend vertrekken busjes vanuit Den Haag en Rotterdam richting het Westland, Voorne-Putten en distributiecentra in omliggende gemeentes.

Afgelopen winter hebben we gezien dat steeds meer arbeidsmigranten dakloos raken

In de grotere steden van Zuid-Holland zien we dat een groeiende groep arbeidsmigranten opgehokt zit. Migranten wonen bijvoorbeeld met tien anderen in appartementen. Geen privacy, alleen een matrasje, maar wel 400 euro per maand betalen. In nog schrijnendere situaties raken zij zelfs nog dit plekje kwijt, omdat de huisbaas ook de werkgever is en werk gekoppeld is aan woonruimte.

We zien dat arbeidsmigranten daarmee in een kwetsbare situatie verkeren, waarbij ze bij ontslag of bij het ophouden van het werk niet alleen hun inkomen maar ook hun woning kwijtraken. Afgelopen winter hebben we gezien dat steeds meer arbeidsmigranten dakloos raken. Ze leven in tentjes voor Den Haag Centraal, in het Haagse Bos of het Zuiderpark en in Rotterdam in het park bij de Maashaven.

Ook werkgevers moeten hun bijdrage leveren aan het welzijn van EU-arbeidsmigranten. Dit betekent dat werkgevers die gebruikmaken van arbeidsmigranten ook verantwoordelijk moeten blijven voor huisvesting van deze mensen nadat het (seizoens)werk erop zit.

En ja, laten we ook op provinciaal niveau afspraken maken, want ook provincies delen in deze zorgplicht. De verwachting is dat er een grote toename zal plaatsvinden van het aantal arbeidsmigranten in Zuid-Holland. De omvang van deze groep professionals groeit nu al. Het kan niet zo zijn dat mensen die hard werken, op straat moeten slapen als het even minder gaat.

Wij vinden dat dit niet langer kan. De mensen die zorgen dat een pakketje de volgende dag is bezorgd, dat een vaas gevuld is met verse bloemen en dat een stukje vlees op ons bord ligt, die mensen verdienen de kans op goede huisvesting dichterbij het werk. De provincie kan niet achteroverleunen, maar moet ingrijpen door flexibele huisvesting mogelijk te maken in gebieden waar veel arbeidsmigranten werken. Gemeenten en werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de huisvestingsproblemen zelf oplossen. Je kunt niet slechts de lusten hebben, met (te) goedkoop arbeid, zonder ook de lasten te dragen.

Rode Halve Maan verkoopt tenten aan hulporganisatie Ahbab

0

De Turkse Rode Halve Maan (Kizilay) ligt onder vuur, omdat de hulporganisatie op de derde dag van de aardbeving voor 46 miljoen lira (ongeveer 2,3 miljoen euro) aan tenten heeft verkocht aan Ahbab, een andere hulporganisatie in Turkije.  Dat meldt de Turkse nieuwssite Duvar.

Het nieuws maakt veel Turken boos. Waarom doneren we geld aan Kizilay als zij hun spullen gaan verkopen? En waarom zijn die tenten niet meteen naar de getroffen provincies gestuurd, vragen veel twitteraars, waaronder de ngo Anket Saati.

Er is ook kritiek op de drijvende kracht achter Ahbab, de zanger Haluk Levent. Waarom heeft hij dit niet eerder verteld? Op Twitter gaat hij daarop in: ‘Vrienden, wij hadden die nacht niet de luxe, terwijl mensen in nood waren en bevroren van de kou, om een discussie te voeren of we deze tenten nou moesten kopen of niet. We hebben ze daarom gekocht en naar de getroffen gebieden gestuurd. We hebben legaal en rechtvaardig gehandeld.’

Dat laatste valt, onder meer volgens oppositievrouw Meral Aksener van de Goede Partij (Iyi Parti), niet te zeggen over de Rode Halve Maan. ‘Deze hulporganisatie is opgericht met het idee om de waardigheid van mensen te beschermen en ze te helpen. Maar Kizilay heeft de mensen aan hun lot overgelaten. Wat een schande!’

Intussen heeft de boosheid vanwege ‘het falende overheidsoptreden’ ook de Turkse Süperlig bereikt, meldt Deutsche Welle. Daar is het voetballen na de aardbevingsstop weer begonnen. ‘Regering, neem ontslag’, scandeerden duizenden fans van de topclubs Besiktas en Fenerbahçe.

Bij de regeringsgezinde nieuwssite Ensonhaber is er ruim aandacht voor de verklaring die ‘pro-regeringsclubs’ hebben afgegeven. De zogenoemde ‘Anatolische tijgers’, zoals de conservatieve steden Kayseri en Konya, zouden wel naast ‘de staat en het volk’ staan. En ook de leider van de ultrarechtse Grijze Wolven, Devlet Bahçeli mengt zich in de discussie, wel met een dreigement dan op Twitter: ‘We kunnen en zullen niet stil blijven tegen diegenen die het Turkse voetbal te schande maken’, aldus Bahçeli.

Hij wil dat de wedstrijden zonder publiek wordt gespeeld of de ‘nodige maatregelen’ worden genomen.

Tunesische activisten protesteren tegen racistische uitlatingen president

0

Honderden Tunesische activisten protesteerden afgelopen weekend tegen president Kais Saied, vanwege racistische opmerkingen die hij had gemaakt over zwarte vluchtelingen.

Tijdens een vergadering van de Nationale Veiligheidsraad, afgelopen dinsdag, verklaarde Saied dat ongedocumenteerde migranten uit sub-Sahara Afrika naar Tunesië afreizen, met als doel de demografische samenstelling van het land te veranderen.

Hij paste de extreemrechtse omvolkingstheorie – die luidt dat er een complot is om de Europese bevolking te vervangen door niet-witte migranten – toe op het Arabische en islamitische Tunesië. ‘Het niet-aangegeven doel van de opeenvolgende golven van illegale immigratie is om Tunesië te beschouwen als een puur Afrikaans land, dat geen banden heeft met de Arabische en islamitische naties’, aldus Saied.

Mensenrechtenactivisten reageerden als door een wesp gestoken, en beschuldigen de president van racisme. Afgelopen zaterdag gingen activisten in Tunesië de straat op. Ze eisten dat de president zijn excuses zou aanbieden. ‘Het is een racistische benadering’, zei de Tunesische activist Romdhane Ben Amor tegen het internationale persbureau Reuters. ‘De presidentiële campagne heeft tot doel een denkbeeldige vijand voor Tunesiërs te creëren om hen af ​​te leiden van hun fundamentele problemen.’

De aanvankelijk democratisch gezinde Saied pleegde op 25 juli 2021 een succesvolle staatsgreep, waarna hij alle macht naar zich toe trok. Veel Tunesiërs, de islamistische partij Ennahda voorop, willen dat de democratie wordt hersteld.

De Afrikaanse Unie veroordeelde eind vorige week de ‘haat speech’ van president Saied. De Tunesische president kreeg echter bijval van de Franse extreemrechtse politicus Éric Zemmour, een vocale aanhanger van de beruchte omvolkingstheorie.

Israëlische kolonisten steken Palestijnse wijk in brand

0

Israëlische kolonisten staken gisteravond tientallen huizen, winkels, auto’s en landbouwvelden op de bezette Westelijke Jordaanoever in brand. De verwoesting is een vergeldingsactie voor de dood van twee Israëliërs. Ondertussen heeft het Israëlische parlement een wet goedgekeurd, die voorziet in de doodstraf voor veroordeelde Palestijnse terroristen.

Er is tenminste een Palestijn overleden bij deze terreuractie, en er vielen bijna vierhonderd gewonden. De dode is de 37-jarige Sameh Hamdullah Aktech, die werd doodgeschoten in de stad Za’tara bij Nablus. Volgens de Palestijnse Rode Halve Maan is er ook een Palestijn gewond geraakt door steekwonden, en hebben tenminste twee anderen een hoofdletsel opgelopen.

De Palestijnse Rode Halve Maan meldde verder de vernieling van huizen – ten minste 35 huizen zijn volledig afgebrand, 40 anderen zijn gedeeltelijk beschadigd – en meer dan 100 auto’s. Het Israëlische Channel 12-News meldde dat negen Palestijnse families uit hun brandende huizen moesten worden gered.

De pogroms zijn een reactie op de dood van twee Israëlische kolonisten die eerder gisteren op klaarlichte dag werden gedood tijdens een schietpartij. Mogelijk is de schutter een Palestijn.

De Palestijnse mensenrechtenactivist Ghassan Daghlas vertelde Middle East Eye dat de Israëlische kolonisten zich schuldig maken aan ‘oorlogsmisdaden, vergelijkbaar met de gebeurtenissen van de Nakba’. Daghlas doelt op de etnische zuiveringen van 1948, toen zo’n 750.000 Palestijnen gedwongen werden om huis en haard te verlaten als gevolg van het Israëlische geweld.

Ziyad Dmaidi, een inwoner van Huwwara, vertelde Middle East Eye dat hij zijn gezin in veiligheid kon brengen, voordat Israëlische kolonisten zijn huis in brand staken. Nadat hij terug kwam van zijn werk zag hij een groep kolonisten naar zijn huis komen. Hij raakte in paniek, en snelde naar binnen om zijn gezin te evacueren. Niet veel later sloegen tientallen kolonisten de ramen stuk en drongen ze het huis binnen. Dmaidi en zijn gezin waren net buiten, toen de kolonisten brandende rubberen banden naar binnen gooiden. De woning werd volledig verwoest. ‘Ik dacht nooit aan het huis of al onze spullen, ik dacht alleen aan mijn kinderen en hoe ik ze uit deze nachtmerrie kon redden’, zei hij tegen Middle East Eye.

De Palestijnse premier  Mohammad Shtayyeh beschuldigde de Israëlische regering van de volledige verantwoordelijkheid voor de aanslagen in Huwwara. Hij drong er bij de internationale gemeenschap op aan de Palestijnse burgers te beschermen.

Volgens Aida Touma-Suleiman, een Palestijns lid van het Israëlische parlement, handelden de Israëlische kolonisten ‘in de geest van de fascistische regering.’ De parlementariër twitterde dat ze verschillende ambassadeurs heeft gesproken, en hen gevraagd heeft om in te grijpen.

De Israëlische president Benjamin Netanyahu, die leiding geeft aan een ultrarechts kabinet, kondigde aan dat het parlement wetgeving heeft aangenomen die de doodstraf goedkeurt voor Palestijnen die veroordeeld zijn voor terroristische misdrijven tegen Israëliërs.  ‘Op deze moeilijke dag, waarop twee Israëlische burgers werden vermoord bij een Palestijnse terroristische aanslag, is er niets symbolischer dan het aannemen van een wet op de doodstraf voor terroristen’, aldus de regeringsverklaring.

Israël kent formeel de doodstraf, maar heeft deze slechts één keer uitgevoerd, in 1962 op nazioorlogsmisdadiger Adolf Eichmann. Het doodschieten van Palestijnen door het Israëlische leger kan beschouwd worden als buitengerechtelijke executies.

Iraanse filmmakers geven de opstand een stem

De Berlinale stond dit jaar uitgebreid stil bij Iran. Het tiendaagse filmfestival, dat gister werd afgesloten, heeft een invloedrijke stem in de culturele wereld. De organisatie schaarde zich achter de Iraanse demonstranten. Diverse films en evenementen waren gewijd aan Iran en aan Iraanse filmmakers. Een terugblik.

‘Het is heel symbolisch om in Berlijn te zijn’, vertelt Golshifteh Farahani, een Iraans-Franse actrice. ‘Berlijn heeft letterlijk de muur opengebroken naar gelijkheid en vrijheid. In een dictatuur als Iran is kunst essentieel, het is als zuurstof. Maar door kunst te maken en een kunstenaar te zijn, breng je je bestaan ​​in gevaar.’

Tijdens de Berlinale zijn Iraanse, Koerdische en Afghaanse filmmakers samengekomen voor een paneldiscussie. Welke rol spelen films bij de huidige Iraanse gebeurtenissen? Alle deelnemers zijn het erover eens: films zijn van groot belang voor de zichtbaarheid van de protestbeweging. Er moet constante aandacht uitgaan naar de Iraanse demonstranten. Want: uit het oog, uit het hart. Aan het einde van de paneldiscussie staan alle toeschouwers op en scanderen ze: ‘Jin, jiyan, azadî’. Vrouw, leven, vrijheid, de Koerdische leus die tijdens straatprotesten tegen het Iraanse regime klinkt.

Panahi

In Iran wordt elke creatieve uiting gecontroleerd door het regime. Films moeten voldoen aan strikte richtlijnen. Wijk je af van de voorschriften, dan heeft dat consequenties voor alle betrokkenen. Dat was het geval bij de alom bejubelde thriller Holy Spider, die vorig jaar verscheen. Daarin komt prostitutie voor en ook zijn er vrouwen zonder hoofddoek te zien, wat in Iran verboden is. Na de release kwamen twee crewleden niet meer aan het werk en kan één van de acteurs niet meer terugkeren naar Iran.

‘We zijn geen activisten of politici’, vertelt actrice Zar Amir-Ebrahimi, hoofdrolspeler in de film tijdens de paneldiscussie. ‘Maar het maken van dit soort films is een belangrijke daad voor een filmmaker of acteur.’ Amir-Ebrahimi kreeg de hoofdrol nadat een andere actrice besloot ervan af te zien, uit angst voor represailles.

Een bekend slachtoffer van het Iraanse regime is de filmmaker Jafar Panahi. De Berlinale eerde hem met een Gouden Beer voor zijn film Taxi in Berlijn. Het prestigieuze Franse Filmfestival van Cannes gaf hem de prijs voor het beste scenario voor de film 3 Faces. In 2010 veroordeelde Iran de beroemde filmmaker tot zes jaar gevangenisstraf. Ook mocht hij twintig jaar geen films meer maken. Door creatieve oplossingen wist hij zijn gevangenisstraf te omzeilen. Afgelopen zomer werd hij in Iran gearresteerd. Panahi moest in de gevangenis in Teheran alsnog zijn veroordeling uit 2010 uitzitten.

Dunne lijn

Iran is een land met een rijke filmtraditie, die lof oogst in Cannes en Berlijn en ook bij de Oscar-uitreikingen in Hollywood. Bekende Iraanse films zijn Persepolis, Taste of Cherry, Two Women, The Salesman en A Separation, die een Oscar won in 2012.

De aandacht die de Berlinale dit jaar aan Iran besteedt is welkom. Producent Farzad Pak vertelt dat in Iran vakbonden en veel culturele instellingen verboden zijn. Een film zoals There is No Evil, die hij coproduceerde, werpt licht op de doodstraf in Iran. De regisseur van deze film is Mohammad Rasoulof, één van de filmmakers die vorig jaar gearresteerd werd. Cast en crew kennen de mogelijke risico’s. Pak: ‘Moeten we als kunstenaars een politiek statement maken? Er is een dunne lijn tussen het tonen van wat er leeft in de samenleving en politiek activistisme.’

Regisseur Sepideh Farsi presenteert dit jaar in Berlijn haar nieuwste film La Sirène, die de Iraaks-Iraanse Oorlog (1980-1988) verhaalt. ‘Het is moeilijk voor te stellen hoe het is om als Iraanse ​​filmmaker een film te maken en deze vervolgens niet te mogen tonen in eigen land’, verzucht zij. De regisseur ziet overeenkomsten tussen de gebeurtenissen in La Sirène en de huidige beweging in Iran. ‘Om een einde te maken aan het beleg van de stad Abadan tijdens de Iraaks-Iraanse Oorlog verzetten burgers zich hevig. Dat is wat mensen ook nu in Iran doen. Ik wil dat deze film een ​​boodschap van hoop voor hen is.’

‘Wat in Iran gebeurt, inspireert vrouwen in Afghanistan’

Ze noemt ook kinderpsychiater Homa Darabi, die zich in 1994 op 29-jarige leeftijd in brand stak uit protest tegen het regime. ‘Homa besloot te sterven om bewustwording te creëren. Er zijn in al die jaren veel vrouwen geweest die zich tegen het regime verzetten. Deze film is slechts een klein eerbetoon.’

Duizenden Rahimi’s 

De protesten in Iran ontstonden afgelopen september niet van de ene op de andere dag. De dood van Mahsa Amini, een vrouw die in de cel belandde omdat ze haar hoofddoek niet goed zou hebben gedragen, riep langdurige massaprotesten op.

Zar Amir-Ebrahimi vertelt over de rol die ze speelt in Holy Spider, van de journaliste Rahimi, die in Teheran onderzoek doet naar een reeks moorden op prostituees: ‘Toen ik de rol van Rahimi vertolkte, was ik op zoek naar een rolmodel in de samenleving. Nu zijn er duizenden en duizenden Rahimi’s in de straten van Iran die hun leven riskeren voor vrijheid.’

In de documentaire Seven Winters, die eveneens speelt in Teheran, spreekt Zar Amir-Ebrahimi de stem van Reyhaneh Jabbari in, een 19-jarige studente die ter dood veroordeeld werd voor de moord op haar verkrachter. Na een gevangenisstraf van zeven jaar werd ze opgehangen in 2014. ‘Reyhaneh is altijd een grote inspiratiebron voor mij geweest. Ze kwam voor zichzelf op, voor haar waardigheid en werkte nooit samen met het regime.’

Afghaanse diaspora

Zar Amir-Ebrahimi benadrukt dat de drang naar vrijheid al bestaat sinds de Iran in 1979 veranderde in een islamitisch geïnspireerde dictatuur, maar dat de huidige solidariteit uniek is: ‘Ik heb nog nooit zoveel mannen en vrouwen hand in hand zien vechten voor vrijheid. Dat is echt prachtig.’

De huidige opstand gaat om universele mensenrechten en verbindt mensen van verschillende culturele achtergronden. De Koerdische, Iraanse en Afghaanse diaspora demonstreren samen. De Afghaans regisseur en activist Tamana Ayazi zegt: ‘Wat in Iran gebeurt, inspireert vrouwen in Afghanistan. We leren van elkaar en delen dezelfde strijd, ook al betreft het twee verschillende systemen. Ze zijn beiden extremistisch. Het is belangrijk om solidariteit te vinden en te tonen. Niet alleen tussen deze twee landen maar ook van de rest van de wereld. Onze stem moet versterkt worden, we moeten vooruit.’

‘De leuze Jin, jiyan, azadî vindt haar oorsprong bij Koerdische vrouwelijke strijders’, vertelt actrice Zübeyde Bulut, die zelf van Koerdische afkomst is. ‘Vroeger mocht je die leus niet openlijk zeggen. De film Girls of the Sun was de eerste film waar het uitgesproken werd.’

‘In mijn ogen is het de beste leus die er bestaat’, vult muzikant en actrice Jasmin Tabatabai aan.  ‘Ze vat alles samen. Respecteer vrouwen, respecteer het leven en respecteer de vrijheid. Dat is alles wat we nodig hebben.’ Tabatabai was nog maar twaalf jaar oud toen in 1979 de Iraanse Revolutie uitbrak en ze met haar gezin het land moest verlaten. ‘Iraanse films zijn enorm belangrijk voor me omdat het voor mij een manier is om verbonden te blijven met het Iraanse volk. Ik heb bewondering voor de artiesten in Iran die er altijd in zijn geslaagd om de beste films te maken ondanks de vreselijke censuur en met zeer beperkte middelen.’

‘Films zijn belangrijk voor de verbinding, om hoop te geven, om weg te dromen, om te genezen van de vele trauma’s en om de waarheid naar buiten te brengen’, vervolgt Tabatabai. ‘Dat laatste is precies waar het regime bang voor is. Daarom nemen ze kunstenaars gevangen. Toen wij Mitra filmden, een film over een 19-jarig meisje dat in 1982 is geëxecuteerd, was de verbinding voelbaar op de set. De meeste crewleden en acteurs wonen buiten Iran, maar toch is er nog veel pijn. Alle Iraniërs lopen rond met een open wond.’

Toekomst 

Tijdens politieke onrust verloopt financiering van film en cultuur in Iran uiterst moeizaam. Censuur ligt op de loer. Filmmakers en acteurs zijn bang. De toekomst voor Iraanse filmmakers ziet er niet rooskleurig uit. Farzad Pak weet dat er, ondanks de systematische druk van het regime in Iran, in het geheim films geproduceerd worden. Er is wel geld nodig om de toekomst van Iraanse films te waarborgen. Zar Amir-Ebrahimi zegt hierover: ‘Financiering voor films in Iran komt over het algemeen van overheidswege. Wil je de censuur, richtlijnen en andere beperkingen omzeilen, dan zul je als filmmaker buitenlandse fondsen nodig hebben.’

De Berlinale heeft dit jaar de Iraanse overheidsinstellingen geen toegang gegeven tot het festival. Pak hoopt dat meer festivals dit voorbeeld zullen volgen. ‘Petities en panels zijn geweldig, maar praktische acties zijn nodig, zowel cultureel als politiek. We moeten niet vergeten dat er nog veel Iraanse filmmakers in de gevangenis zitten.’

Jörgen Raymann neemt in de Ramadan Conference islamitische gewoontes op de hak

0

Na drie jaar keert de Ramadan Conference weer terug op de planken. De Kanttekening spreekt met de cabaratier Jörgen Raymann, bekend van zijn typetjes Tante Es en Slager Achmed. Hij verzorgt samen met Anuar, Fuad Hassen en Mouna Laroussi de voorstelling, waarvan vorige week de eerste try-outs plaatsvonden.

Het motto van de Ramadan Conference is ‘Kom weer nader tot elkaar en heb je naaste lief!’ Volgens Raymann is het een voorstelling ‘voor het hele gezin’. ‘Het is een initiatief van Anuar. In 2019 was de Ramadan Conference een groot succes en in 2020 zou er een vervolg komen, maar toen brak de coronapandemie uit.’

Daardoor is de conference pas nu weer terug, vertelt Raymann. ‘Voor de nieuwe tour heeft Anuar ook mij gevraagd om mee te doen. Het gaat erom de Ramadan, de islamitische vastenmaand, vanuit verschillende perspectieven te belichten. Op humoristische wijze brengen wij de gewoontes van mensen die vasten of juist niet vasten tijdens de Ramadan voor het licht.’

Oost- en westbidders

Jörgen Raymann groeide op in Suriname, waar moslims, christenen en hindoes in harmonie met elkaar samenleven en ook elkaars feestdagen vieren. ‘Het vasten tijdens de Ramadan was nooit een issue in Suriname, maar we vierden wel Eid’, vertelt hij, verwijzend naar het feest dat in Nederland ook bekend is als het Suikerfeest en waarmee moslims de Ramadan afsluiten.

‘In Nederland is de beleving van de Ramadan heel anders, veel serieuzer’, is de ervaring van Raymann.  Daarnaast spelen in Suriname kwesties die in Nederland niet aan de orde zijn, vertelt hij. Zoals de ‘oost- en westbidders’: ‘Sommige moslims bidden in Suriname richting het westen, omdat zij geloven dat via het westen de kortste weg naar Mekka is, terwijl anderen richting het oosten bidden, omdat Mekka volgens hen juist in het oosten ligt.’

Zelf is Raymann katholiek opgevoed, maar zijn schoonmoeder is moslima. ‘Ik vind het mooi om te zien dat mensen tijdens de Ramadan zo bezig zijn, zich zo toewijden.’ Zijn familie deed weinig met het katholieke geloof. ‘Wij aten op Goede Vrijdag vis, maar dat was het wel. Surinaamse katholieken doen officieel aan vasten, maar wij deden dat niet. Het carnaval vierden we uiteraard wel.’

Als Surinamer leerde Raymann dat je samen met elkaar moet leren leven. ‘We moeten elkaars identiteit omarmen, samen kunnen lachen.’ En dat gebeurt ook in de conference: ‘In de voorstelling worden veel typische gewoontes op de hak genomen, en daarnaast ook goedbedoelde maar vervelende vragen die moslims elk jaar weer horen van niet-moslims, zoals de vraag of je tijdens de Ramadan wel water mag drinken.’

‘Ons doel is om een verbroederende voorstelling te maken voor iedereen, want er is zoveel polarisatie in de samenleving’, vat Raymann samen. Het is volgens hem geen voorstelling met alleen maar inside humor, waar alleen moslims om kunnen lachen. De Ramadan Conference wil verschillende doelgroepen aanspreken. ‘Je zou kunnen zeggen dat er naast een goed avondje lachen ook een educatieve element in deze voorstelling zit.’

Raymann vertelt dat hij het leuk vindt om weer op de planken te slaan. ‘Ik was eigenlijk gestopt met cabaret. Ik kom regelmatig op televisie, bijvoorbeeld tweewekelijks bij de talkshow Khalid en Sophie, maar mijn dagelijks werk is nu consultancy bij adviesbureau Lenard and Lenard. Ik ben niet meer op zoek naar de schijnwerpers.’

Wat is goed cabaret, volgens Raymann? ‘Niets is zo subjectief als humor’, antwoordt hij. ‘Voor de Ramadan Conference wilden we bepaalde bekende irritaties op de hak nemen van vastende en niet vastende gelovigen en beide perspectieven meenemen in onze voorstelling. De show van 2019 werd door veel jonge moslims bijgewoond, maar ook door ouder theaterpubliek dat een leuke avond wilde hebben, en een nieuwe kijk op de zaak voorgeschoteld wilde krijgen. We willen vooral verbinden. Misschien zitten er scherpe grappen in onze voorstelling – dat is een kwestie van perceptie denk ik – maar mensen moeten met een vredelievend gevoel naar huis gaan. We willen wat doen tegen de polarisatie in de samenleving. We willen bruggen slaan. En we willen dat mensen – na drie jaar corona – weer naar het theater komen.’

De Ramadan Conference vervolgt haar tour op 28 februari in het Posttheater in Arnhem en gaat daarna nog drie weken door het hele land. De laatste voorstelling zal op 21 maart in Theater de Meervaart in Amsterdam zijn, een dag voordat de islamitische vastenmaand begint. Tickets zijn verkrijgbaar via www.deramadanconference.nl.