Een islamitische vrouw uit Oostenrijk krijgt 2000 euro schadevergoeding omdat ze onterecht onder druk is gezet haar hoofddoek af te doen toen ze solliciteerde voor de functie van kleuterleidster.
Maandag bevestigde een Weense regionale rechtbank voor burgerlijke zaken in hoger beroep deze beslissing, die juridisch bindend is.
De destijds negentienjarige moslimvrouw, die al ervaring had als kleuterleidster, wilde graag bij een Weens kinderdagverblijf gaan werken om zo verder te kunnen doorgroeien in haar vak. Maar tijdens de sollicitatieprocedure werd haar op discriminerende wijze gevraagd naar haar hoofddoek en werd ze aangespoord om deze af te doen.
De vrouw wendde zich daarna tot een antidiscriminatiebureau, dat besloot een rechtszaak namens haar aan te spannen. De rechter stelde haar in het gelijk, waartegen het kinderdagverblijf in beroep ging. Nu heeft een hogere rechtbank dit beroep afgewezen.
‘Herhaaldelijke, opdringerige vragen over de hoofddoek horen niet thuis in een sollicitatieproces’, aldus het antidiscriminatiebureau in een verklaring. ‘De rechtbank maakt duidelijk dat dit verboden discriminatie op grond van geslacht en religie kan zijn.’
Volgens discriminatiedeskundige Sandra Konstatzky, die werkt voor de Oostenrijkse Ombudsman voor Gelijke Behandeling, heeft 74 procent van de klachten over discriminatie op basis van religie betrekking op moslims. En van deze 74 procent heeft 90 procent betrekking op discriminatie van moslimvrouwen.
De mensen uit het Brabantse Cranendonck willen niet dat er nieuwe asielzoekers in hun dorp komen wonen. Dat blijkt uit een enquête. Daarin heeft het dorp haar inwoners naar hun mening gevraagd.
Van alle inwoners ervaart 70 procent weleens overlast van asielzoekers. Ze vinden dat die overlast erger is dan enkele jaren geleden.
Bewoners klagen over asielzoekers. Zij hangen volgens hen rond in het dorp. Daar maken ze zich schuldig aan diefstal. Ook fluiten ze meisjes en vrouwen na op straat. En ze doen vervelend in het openbaar vervoer. Dat schrijft Omroep Brabant.
Het onderzoek is uitgevoerd door bureau I & O Research. Ruim 8800 mensen hebben een vragenlijst gekregen. Ongeveer de helft van die mensen heeft aan het onderzoek meegedaan.
Daaruit blijkt dat iets meer dan de helft van de inwoners niet wil dat er nieuwe asielzoekers in hun dorp komen wonen. De antwoorden geven een goed beeld van wat de bewoners van Cranendonck vinden, vertelt onderzoeker Jaap Bouwmeester.
Ook mensen uit andere dorpen, die in de buurt liggen, deden mee aan het onderzoek. In het dorp Maarheeze waren de inwoners het negatiefst over asielzoekers. Twee derde van de Maarheezers vertelt vooral negatieve ervaringen te hebben.
De gemeenteraad van Cranendock wil het azc in Budel graag in 2024 sluiten. In Cranendock zijn er ook inwoners die wél positief zijn over de asielzoekers. Ze vertellen dat ze op straat vaak vriendelijke gesprekjes hebben met asielzoekers. Ook helpen asielzoekers mee met het schoonmaken van winkelwagentjes in de supermarkt.
De Tunesische autoriteiten hebben Rached Ghannouchi gearresteerd, leider van de islamitische Ennahda-partij. Die partij noemt de arrestatie een ‘zeer gevaarlijke ontwikkeling’ in het land waar president Kais Saied van Tunesië zich steeds meer tot een autoritair leider ontwikkelt.
Maandag deed de Tunesische politie een inval in het huis van de Ennadha-leider. Ze doorzochten het huis en arresteerden Ghannouchi, die naar het politiebureau werd overgebracht voor ondervraging.
De dochter van Ghannouchi, Yusra Ghannouchi, vertelde op Twitter dat haar vader was gearresteerd nadat de politie hem eerder had ontboden vanwege ‘belachelijk verzonnen beschuldigingen’. Ze vindt het ook erg dat haar vader werd opgepakt na zonsondergang, tijdens Lailat al Qadr, de heiligste nacht van Ramadan.
De Ennahda-partij veroordeelde eveneens de arrestatie en noemde dit een ‘zeer gevaarlijke ontwikkeling’. De islamitische partij riep op tot de onmiddellijke vrijlating van Ghannouchi.
Sinds december vorig jaar zit Ali Laarayedh, de voormalige premier van Tunesië, vast. Hij is eveneens politicus voor Ennadha. In februari arresteerden de Tunesische autoriteiten oud-partijleider Said Ferjani. Ghannouchi is het laatste prominente lid van Ennadha dat is opgepakt.
Tunesië gold sinds de Arabische Lente als het meest democratische land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, maar in juli 2021 besloot president Saied het parlement te sluiten en de regering te ontslaan. Sindsdien regeert hij per decreet. Saied heeft het niet alleen op de democratisch gekozen Ennadha-politici gemunt, maar ook op Afrikaanse vluchtelingen. Volgens de president is er plan om de demografische samenstelling van Tunesië te veranderen, zodat het land minder Arabisch wordt.
‘Geloof is persoonlijk, voor thuis of in de moskee, maar niet op school’, vindt rector Eric van ’t Zelfde van het Drachtster Lyceum. ‘Scholen verbieden in strijd met de wet kinderen om te bidden’, antwoordt columnist Nourdeen Wildeman. De twee gingen op NPO Radio 1 in debat.
‘Het gaat om een neutrale gebedsruimte voor iedereen’, legt Wildeman uit. ‘Niemand pleit voor weglopen tijdens de les. Maar je moet tijdens de pauze in staat zijn het gebed te verrichten. Veel scholen hebben een gebedsverbod en dat is in strijd met de wet. Leerlingen doen het stiekem, maar dan wordt gepoogd door docenten om gebedskleedjes onder leerlingen weg te trekken. Als mensen het recht hebben om te bidden, zou ik zeggen: het is handiger mensen te laten bidden in een ruimte, dan dat ze het in de gang doen.’
Van ’t Zelfde stelt dat mensen geen recht hebben om te bidden. ‘Als je als individu wilt bidden, zijn daar islamitische scholen voor. Het is niet wenselijk dat dit in het openbaar onderwijs gebeurt.’ De wens om van dit recht gebruik te maken noemt hij ‘geloofskolonialisme’. ‘Het geloof is een particuliere aangelegenheid.’
‘We hebben in deze samenleving rechten en een persoonlijke opinie is ondergeschikt aan de rechtsstaat’, antwoordt Wildeman. ‘Er is immense onrust ontstaan op scholen en media wakkeren dat aan’, vindt Van ’t Zelfde. Maar Wildeman blijft erbij: ‘We leven in een rechtsstaat. Je kunt niet zeggen dat iemand zijn vrijheid van meningsuiting maar ergens anders uitoefent. We moeten onze rechtsstaat en democratie verdedigen.’
Het pro-Palestijnse The Rights Forum hield zaterdag een symposium over de Nakba, de verdrijving van Palestijnen uit Israël in 1948. De emoties liepen hoog op na een betoog van René de Reuver, leider van de Protestantse Kerk. Hij vroeg ruimte voor zowel het Palestijnse als het Israëlische verhaal. ‘Godgeklaagd!’ riep iemand vanuit het publiek.
Zo was het Henri Veldhuis Symposium, zoals de jaarlijkse bijeenkomst heet, een ongemeen spannend evenement. Het symposium is genoemd naar de jong overleden dominee Henri Veldhuis (1955-2018), die zich met passie inzette voor de Palestijnse zaak. Naast The Rights Forum was ook het kenniscentrum Kairos-Sabeel organisator.
Het thema van de dag sprak tot de verbeelding: de zaal in Culemborg, in de van buiten aftands ogende Gelderlandfabriek, zat afgeladen vol met honderdvijftig gasten. Deels waren dat de oude rotten van de pro-Palestijnse beweging: grijze hoofden, hier en daar met de kenmerkende kefiya, de traditionele Palestijnse sjaal. Maar het was duidelijk dat ook jongere generaties inmiddels interesse hebben in de situatie in Israël en Palestina.
Nakba als genocide
‘Sommige Palestijnen zien de Nakba als een specifiek moment in de geschiedenis, maar dat klopt niet’, beweert Ramzy Baroud. De Amerikaans-Palestijnse journalist hield de hoofdlezing op de bijeenkomst. De Nakba is volgens hem nog steeds gaande.
‘Ik ben Palestijn, maar mag Palestina niet meer in’, vertelt hij. ‘Het dorp waar mijn familie vandaan komt, bestaat niet meer. Het is vernietigd, samen met vijfhonderd andere dorpen en steden. Mijn ouders kwamen in een vluchtelingenkamp in Gaza, waar ik ben opgegroeid.’
De Nakba, Arabisch voor catastrofe, is de verdrijving van ongeveer 700.000 Palestijnen in de periode rond 1948, toen de staat Israël is gesticht. ‘Volgens experts was de Nakba niets minder dan een genocide’, vertelt Baroud.
Ramzy Baroud (beeld: Remco van Mulligen)
Eerst blikt hij terug naar de situatie van driekwart eeuw geleden. ‘De zionisten wilden de herinnering aan de Palestijnen uitwissen en dat hebben ze gedaan. Ze zijn naar dorpen gegaan, hebben mensen vermoord en de rest verjaagd. Daarna gaven ze het dorp een andere naam en deden alsof er nooit Palestijnen hadden gewoond.’
De Nakba is voor Palestijnse vluchtelingen elke dag nog realiteit, betoogde Baroud. En Israël wil dat liefst doen vergeten. ‘Israël heeft het verhaal dat er geen mensen woonden in het land, toen zij de staat stichtten. Maar we waren er wel. David Ben Goerion, de eerste Israëlische premier, liet historici zich buigen over het verhaal dat Israël over de Nakba moest gaan vertellen. Zij kwamen erop uit dat de Palestijnen zelf waren weggegaan.’
Vervolgens kwamen de Palestijnse vluchtelingen in omringende landen terecht: Libanon, Syrië, Irak, Jordanië. En ook daar waren ze niet altijd veilig. ‘In Irak zijn Palestijnen goed behandeld. Totdat de Verenigde Staten het land binnenvielen. Toen zijn de Palestijnen verdreven. Daarom zeg ik: ook voor de hedendaagse Palestijnen, de derde en vierde generatie na 1948, gebeurt de Nakba nog steeds.’
Volgens Baroud volgen we in het Westen te veel het Israëlisch-Amerikaanse verhaal, waarin de focus ligt op de Zesdaagse Oorlog van 1967 en de Oslo Akkoorden van 1993. Bij die eerste gebeurtenis annexeerde Israël Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever. De deal in Oslo tussen Israël en de Palestijnen moest de weg openen naar een compromis. ‘Sindsdien hebben we het over het succes of falen van de Oslo Akkoorden. Maar dan negeren we gebeurtenissen uit het verleden: alles wat voor 1967 is gebeurd, doet er dan niet meer toe. En dat klopt niet, want 1948 was een tijd vol oorlogsmisdaden van Israël tegen de Palestijnen.’
Baroud vindt daarom de Nakba cruciaal voor de Palestijnse zaak. De gebeurtenis van 75 jaar geleden zit diep in het Palestijnse geheugen, stelt hij, en de effecten zijn nog altijd voelbaar. ‘Het belangrijkste wapen dat wij hebben, is ons geheugen. Zodra wij over de Nakba spreken, worden Israëlische zionisten bezorgd. De Nakba bedreigt de mythe die zij verkondigen, dat het land ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’ zou zijn, of ‘de woestijn heeft laten bloeien’. Voor dat idee moest de herinnering aan de Palestijnen uitgewist worden. Alleen als de Nakba centraal in de discussie staat, kan er rechtvaardigheid zijn voor de Palestijnen.’
‘Antisemitische passage’
Ramzy Baroud kon op veel instemming rekenen. Aanwezigen verdrongen zich bij de boekentafels, met daarop zijn boeken prominent gepresenteerd. Ook de dadels van Fair Trade Palestine waren populair.
Maar pas daarna kwam de vlam in de pan. Op het programma stond een sessie met René de Reuver, die als scriba de belangrijkste leider is van de Protestantse Kerk, en dominee Bert Altena van diezelfde kerk. Deze kerk is na de Rooms-Katholieke Kerk de grootste van Nederland. Katholieken staan wereldwijd bekend als critici van Israël, maar in Nederland is hun zwijgen oorverdovend. Protestanten daarentegen zijn al decennia zeer loyaal aan Israël. Zelf spreken ze van een ‘onopgeefbare verbondenheid’ met ‘het volk Israël’. De Protestantse Kerk is met anderhalf miljoen leden nog niet half zo groot als de Rooms-Katholieke Kerk, maar vanwege de historisch hechte banden met de politiek is de Protestantse Kerk wel de meest invloedrijke kerk van Nederland. Premiers Mark Rutte en Jan-Peter Balkenende en voormalige politiek leiders als Hugo de Jonge (CDA) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) – allemaal zijn ze lid van deze kerk, allemaal zijn ze pro-Israël.
Maar er hangt verandering in de lucht. Zo komt ChristenUnie-politicus Peter van Dalen de laatste tijd nadrukkelijk op voor Palestijnen. En ook de Protestantse Kerk is aan het opschuiven. René de Reuver maakte in november deel uit van een delegatie die op uitnodiging van Palestijnen onder andere Jeruzalem, Bethlehem en Hebron bezocht. De protestantse en katholieke bezoekers waren diep onder de indruk van het onrecht dat ze zagen. De Protestantse Kerk krijgt meer oog voor het onrecht dat de Palestijnen ondergaan.
In maart leidde dit tot grote ophef. De Israëlische ambassade sprak schande van een korte passage die De Reuver in november schreef op een van zijn reisblogs, na een bezoek aan Holocaustmuseum Yad Vashem:
‘Het bezoek aan Yad Vashem raakt ons ook nog op een andere manier. Wat wij de afgelopen week van Palestijnse christenen gehoord hebben, evenals de muren, hekken en checkpoints die we gezien hebben, dragen we met ons mee. Yad Vashem toont het onvergelijkbare kwaad en leed van de Holocaust. We zijn ons dit heel goed bewust. En toch – tegen wil en dank – roepen de beelden van scheiding en ‘Verboden voor Joden’ associaties op met wat we de afgelopen dagen hebben gezien. De oproep van Palestijnse christenen echoot na in onze oren: vertel wat je hebt gezien!’
De blog ging geruisloos voorbij, totdat ruim drie maanden later de Israëlische ambassade ineens haar afschuw uitte over deze passage. Diverse Joodse en pro-Israëlische organisaties volgden, waarbij De Reuver onder andere het bagatelliseren van de Holocaust en antisemitisme werd verweten. Ook opperrabbijn Binyomin Jacobs en rabbijn Lody van de Kamp, columnist van de Kanttekening, uitten felle kritiek op de Protestantse Kerk.
De Reuver en de kerken reageerden geschrokken en boden excuses aan. Ze verwijderden de bovenstaande passage uit het reisverslag.
‘Schandelijk!’
Gezien die verhitte discussie was het saillant dat De Reuver te gast was op het symposium van The Rights Forum. Dit pro-Palestijnse gezelschap was immers blij geweest met het bezoek van de kerkleiders aan Palestina en de openhartige blogs van de delegatieleden.
De Reuver liet zich in Culemborg echter niet verleiden tot nieuwe openhartige uitspraken. ‘Een passage uit het reisverslag leidde tot heftige reacties, met name in de Joodse gemeenschap in Nederland’, blikte hij voorzichtig terug. ‘De Protestantse Kerk heeft sindsdien indringende gesprekken gevoerd met Joodse partners. Daarbij kwam ook het reisverslag aan de orde.’
De Reuver vervolgde met een meer theologisch en historisch betoog over de twee ‘narratieven’ die in Israël en Palestina tegenover elkaar staan: dat van Joden, die een veilig heenkomen zoeken, en dat van Palestijnen, die het trauma van de Nakba met zich meedragen. ‘Twee verhalen over hetzelfde land’, vatte De Reuver samen. ‘Het lijkt in die zin op de discussie tussen stad en platteland, boeren en stedelingen in Nederland.’
Toen de protestantse voorman na twintig minuten klaar was met zijn verhaal, klonk er direct vanuit het publiek met veel emotie: ‘Schandelijk! Schandelijk! Schan-de-lijk! Godgeklaagd. Met je narratief. Het woord bezetting is niet eens gevallen!’
Ongemak
Bert Altena sprak meer voor een thuispubliek. De dominee is lid van de theologische werkgroep van het pro-Palestijnse kenniscentrum Kairos-Sabeel. Hij is kritisch op de jaarlijkse ‘Israëlzondag’ die de Protestantse Kerk in oktober organiseert. ‘Om Israël onder de aandacht te brengen. Ik heb me daar altijd ongemakkelijk bij gevoeld.’ Zijn advies is helder: ‘De Israëlzondag, daar moeten we echt vanaf. Noem het de dag van kerk en synagoge, of zo.’
Hij ondervindt de polarisatie in protestantse kring aan den lijve. ‘In mijn gemeente heb je altijd mensen die krantjes van Christenen voor Israël neerleggen’, vertelt hij. Die organisatie is fanatiek pro-Israël. ‘Ik haal die dan weer weg.’
De Protestantse Kerk draagt de liefde voor Israël in haar DNA. Altena: ‘Ik kom uit een gezin dat helemaal niet fanatiek was. Toch was ook daar bewondering voor Israël vanzelfsprekend.’
Altena was buitengewoon kritisch over de ophef die in maart ontstond, naar aanleiding van de kritiek vanuit de Israëlische ambassade. ‘Sommige Joodse organisaties riepen: antisemitisme! De antisemitismekaart werd getrokken. Daar moet je niet intrappen, want je wordt in een bepaalde hoek geduwd. Waar de discussie echt over zou moeten gaan, verdwijnt uit beeld. Ik vind het jammer dat die betreffende passage is verwijderd. Ik snap dat de kerk geen aanstoot wil geven. Je wilt dat de discussie gaat over wat je belangrijk vindt. Maar als je zo reageert, zeg je impliciet: die passage was niet goed. Terwijl er nadrukkelijk in staat dat je de Holocaust niet wilt ontkrachten! Als je zwicht voor deze pressie, geef je onbedoeld voedsel aan wat je niet wilt. Dus houd je rug recht! Want je verhaal deugt.’
Na die woorden volgde een enthousiast applaus. ‘Dat hoeft nu ook weer niet’, reageerde Altena. ‘Daar word ik verlegen van. Ook dat geeft ongemak.’
René de Reuver en Bert Altena (rechts) beantwoorden vragen uit het publiek. (beeld: Remco van Mulligen)
‘Geen gelijke rechten!’
Toen kwam De Reuver het podium weer op, samen met Altena, om nog kort in te gaan op vragen. De man die hem eerder had toegeroepen, nam direct het woord.
‘We hebben vandaag een bijeenkomst die met name gaat over 75 jaar Nakba. U heeft een verhaal gehouden vanuit uw perspectief van de christelijke religie. Een afweging over verschillende ‘narratieven’, terwijl er maar een narratief denkbaar is…’
‘Juist!’ roept iemand anders door hem heen.
De man vervolgt: ‘…En dat is het feit dat er een volk strijdt om te overleven en om perspectief te hebben.’ Wederom applaudisseert het publiek enthousiast. ‘Ik was vijftien toen de Zesdaagse Oorlog begon. Ik hoorde tot de weinigen die zich toen tegen Israël keerden. De kerk grijpt terug op Genesis, [waarin het verhaal staat van hoe God aan Abraham het land belooft dat nu Israël is]. Ik vind dat het juist hier, waar zoveel mensen zijn betrokken zijn bij wat daar gebeurt, niet gepast is om een verhaal over de ene kant versus de andere kant neer te zetten.’
Als de man zwijgt, volgt wederom applaus. De Reuver neemt rustig het woord: ‘Het is heel terecht dat u dit vertelt. Tegelijkertijd: in een conflictsituatie is er natuurlijk ook altijd een andere partij die ook een verhaal vertelt.’
Geroezemoes stijgt op uit de zaal. Dan vervolgt De Reuver: ‘Het zijn geen twee gelijke partijen. Dat ben ik met u eens!’ Weer is er rumoer. ‘Er zijn geen gelijke rechten!’, roept iemand.
‘Geen gelijke rechten, dat heb ik ook gezegd’, reageert De Reuver. ‘Maar wel twee partijen. Hoe kom je dan verder met elkaar? Tijdens onze reis zeiden onze Palestijnse vrienden: kom en zie, ga en vertel. Maar pas als je de ander ook uit laat spreken, is mijn diepe overtuiging, kunnen we verder komen.’
‘Meneer, u loopt zestig jaar achter!’, roept een man uit de zaal.
Dan constateert de gespreksleider dat de sessie te lang heeft geduurd.
De bijeenkomst eindigt in grote onrust. ‘Ik mag niks zeggen!’, probeert nog een andere aanwezige. Maar de organisatie besluit dat het lang genoeg heeft geduurd.
Waar De Reuver eerder nog toegaf aan druk vanuit de Israëlische ambassade en de Joodse gemeenschap, hield hij nu vast aan de lijn van zijn betoog. Tot frustratie van de aanwezigen.
Het probleem van nieuwe politieke partijen is dat je ze niet zo goed kunt plaatsen. JA21 is een afsplitsing van Forum voor Democratie, maar waarin is deze partij nou echt anders? BBB zit vol mensen die vroeger bij het CDA of de VVD rondliepen. Betekent dit dat BBB eigenlijk een tweede CDA is met een vleugje ondernemerszin? Of is de partij echt fundamenteel anders? En wat is dat dan? Het enige dat vaststaat is dat JA21 en BBB nogal populistisch uit de hoek komen. Tegelijk willen ze ook graag besturen. Al is dat voor BBB door de mega-overwinning een stuk dichterbij dan voor de partij van Joost Eerdmans.
Bij populistische partijen is de belangrijkste vraag altijd: deugen ze? Zijn dit gewone partijen die we ook zo moeten behandelen of zijn het wolven in schaapskleren? Een vergelijking tussen JA21 en BBB doet wonderen.
Afgelopen zaterdag was het partijcongres van JA21 in Amersfoort. Er is dezer dagen veel aandacht voor de interne discussie over de gebrekkige partijdemocratie. Dit verhult echter een tweede discussie die zaterdag op het congres werd gevoerd: die over de partijbeginselen. Waar staat JA21 precies voor? Een partijcommissie praatte erover en de conservatieve Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging schreef een tekst die afgelopen zaterdag werd aangenomen als aanzet voor verdere discussie.
De beginselen gaan onder meer over de relatie tussen burger en staat. Ze vermelden dat grondrechten tegenwoordig steeds vaker ‘horizontaal’ worden opgevat als rechten tussen burgers, niet alleen als rechten van burgers ten opzichte van de overheid, de zogenaamde verticale werking. JA21 wil terug naar zoals de grondrechten oorspronkelijk werden opgevat, verticaal dus. Dat lijkt mij onwenselijk. JA21 geeft met deze beginselen ruimte aan het idee dat scholen homoseksuele leraren en leerlingen mogen weigeren, partijen vrouwen mogen uitsluiten van politieke functies en bedrijven geen gekleurde Nederlanders hoeven aan te nemen.
Het gekke is: dit document wordt aangenomen door mensen die bij Forum voor Democratie weggingen vanwege het extremisme van de politiek leider. Ze hebben ruim twee jaar de kans gehad om te reflecteren op de fout die ze destijds maakten, maar nu blijken ze nauwelijks beter dan de partij waar ze vandaan kwamen.
‘Eigenlijk hebben we nog nooit zo’n redelijke populistische partij gehad’
Op BBB kunnen we ook wel wat kritiek bedenken. Zo lezen we allerlei FvD-achtige voorstellen in het verkiezingsprogramma. BBB wil andersdenkenden het zwijgen opleggen, bijvoorbeeld door een commissie die de inhoud van schoolboeken toetst, en een meldpunt voor leraren die hun ideologie onder leerlingen verspreiden. Er is nog regelmatig Twitter-ophef over: het staat allemaal in het verkiezingsprogramma. Dat klopt, al is er tegenwoordig in het verkiezingsprogramma een reactie van Van der Plas toegevoegd: het programmadeel over het meldpunt zal worden geschrapt.
BBB voerde in Overijssel campagne met de leus dat Overijssel ‘van ons’ is en dat we daar maar aan moeten wennen. Andere politieke stromingen hebben kennelijk pech. Ook lopen er bij BBB soms mensen rond waarvan je denkt: klopt de kandidatenselectie wel? Henk Scholtz is een voorbeeld: een oud-Statenlid van FvD die binnenkort Eerste Kamerlid wordt, maar nooit publiekelijk afstand nam van het FvD-extremisme. Ook steunde BBB pas een motie van de PVV waarin staat dat asielzoekers ‘parasiteren’ op onze verzorgingsstaat.
Over BBB is voldoende te klagen. Toch is er ook een verschil met de partij van Joost Eerdmans. Waar JA21 na twee jaar een dubieus beginselmanifest goedkeurt, heeft BBB het nooit meer over de schoolboekenpolitie en gaf zelfs toe dat dat niet aan de politiek is. Er liepen zeker weleens rechtsextremisten bij BBB binnen, maar als de provinciale teams daar weet van kregen stonden ze binnen de kortste keren weer buiten. Ook over het ongeldig verklaren van moties heeft BBB het nooit meer gehad.
Bij JA21 heeft men de afgelopen twee jaar niets geleerd, bij BBB des te meer. Dat de partij nog meer moet leren, is duidelijk. Maar eigenlijk hebben we nog nooit zo’n redelijke populistische partij gehad.
De politie in Delfzijl heeft voor het eerst een iftar georganiseerd. Onder leiding van de Turks-Nederlandse teamchef Rahim Sahin at de politie met vertegenwoordigers van diverse gemeenschappen. Zo schrijft het Dagblad van het Noorden.
‘In onze regio kenden we zoiets nog niet’, schrijft die krant. Maar dat het team in Ommelanden-Noord de spits mag afbijten mag volgens het blad geen verrassing heten. ‘Het past in de traditie van elkaar opzoeken, die in dit team is geworteld.’ Het zou zomaar het begin kunnen zijn van een jaarlijkse traditie in Groningen, zoals dat al jaren gaande is in grote steden als Amsterdam en Rotterdam.
Ook in het Noorden investeert de politie al jaren in ontmoeting met verschillende gemeenschappen. Zo bezochten agenten onder meer de Turkse en Molukse gemeenschap, een asielzoekerscentrum en een groep Antilliaanse moeders.
Burgemeester Ben Visser van Eemsdelta was bij de iftar aanwezig en benadrukte dat het ‘mogen zijn wie je bent’ en geloofsvrijheid de fundamenten zijn waarop Nederland is gebouwd.
Eindredacteur van het tijdschrift Volzin Enis Odaci was bij het evenement aanwezig als spreker. Op Twitter zegt hij dat het ‘kleine stapjes’ vooruit zijn en dat de organisatie het ‘spannend’ vond om de maaltijd te organiseren. Aan de telefoon benadrukt hij dat in een tijd polarisatie dergelijke ontmoetingen altijd om zorgvuldigheid vragen, en dat er na de eerste iftar ‘hopelijk iets moois uit kan bloeien’.
Het Turkse Grondwettelijk Hof heeft besloten dat Yunis Karatas, die medeverantwoordelijk was voor de massamoord op Alevieten in Sivas in 1993, in aanmerking komt voor vervroegde vrijlating.
Volgens het Turkse wetboek van strafrecht komen personen die handelen in naam van een terroristische organisatie niet in aanmerking voor vervroegde vrijlating. Maar Karatas bleek na onderzoek geen lid te zijn van een organisatie die door Turkije als terroristisch wordt aangemerkt, dus hij kan vervroegd vrijgelaten worden.
Karatas is door de rechter schuldig bevonden aan het aansteken van een brand in een hotel, waar op dat moment een Alevitisch festival werd gehouden. Aanvankelijk kreeg hij de doodstraf opgelegd, maar die is sinds 1983 niet meer uitgevoerd in Turkije. Daarom kreeg hij in plaats daarvan levenslang.
Bij de brand in Sivas kwamen 35 mensen om het leven, waaronder de Nederlandse antropologiestudente Carina Thuijs. Fundamentalistische moslims besloten het hotel aan te vallen omdat de organisatoren van het Alevistisch festival de atheïstische romanschrijver Aziz Nesin had uitgenodigd, die de omstreden roman De Duivelsverzen van Salman Rushdie in het Turks wilde vertalen.
In 2020 besloot president Recep Tayyip Erdogan om zijn presidentiële macht aan te wenden om een andere man vrij te laten, die tot een levenslange gevangenisstraf was veroordeeld voor zijn rol bij het bloedbad in Sivas.
‘Vanavond om 20:45 de koelkast leeg eten en drinken’, grapte de Marokkaans-Nederlandse presentator Karim Amghar trots op zijn Facebook-account. Hij doelde op de iftar van zondagavond, waar hij meer dan ooit naar uitkeek omdat hij vastend de marathon van Rotterdam liep.
Velen deden enthousiast mee aan de Rotterdam Marathon, maar 42 kilometer rennen op een lege maag doen weinigen Amghar na. Het lijkt een familietraditie, want ook broer Samir Amghar en neef Marouane Bouzian hebben op een lege maag gerend.
Karim Amghar is dan ook trots om zonder te eten en te drinken een keurige tijd van 03:06:57 neer te zetten, deelt hij op Facebook. Hij draagt de topprestatie op aan zijn ‘goede vriend’ Said Affoulan, die op de intensive care ligt. Hij wenst hem veel beterschap. ‘Allahisheffie bro! Stay strong.’ Hij raadt overigens niemand aan om de marathon te lopen tijdens Ramadan. ‘Je moet er ECHT serieus goed voor trainen!’, aldus Amghar.
Ook de Rotterdamse panellid van de KanttekeningAhmed Abdillahi deed mee aan de marathon. Niet op een lege maag overigens, en hij deed er 5 seconden langer over dan Amghar. ‘Ik heb hier lang voor getraind en wou geen risico nemen met vasten’, zegt hij tegen de Kanttekening.
‘Wat ik wel kwijt wil is dat er weinig mensen met een biculturele achtergrond meedoen, hardlopen is een soort elitesport. Het zou mooi zijn om een campagne te starten om meer mensen met een biculturele achtergrond hier aan mee te laten doen.’
Op 15 mei zullen de Verenigde Naties voor het eerst de Nabka herdenken, de verdrijving in 1948 van meer dan 700.000 Palestijnen van huis en haard door de staat Israël.
‘Het herdenken van de Nakba moet op ons prioriteitenlijstje bovenaan staan’, zegt de Palestijnse president Mahmoud Abbas hierover. Hij wil dat de Palestijnen hun verhaal blijven vertellen, ‘en aan de hele wereld moeten overbrengen’.
Het herdenken van de Nakba is belangrijk om in leven te houden, aldus Abbas, ‘om alle leugens en valse verhalen die de geschiedenis en feiten proberen te verdraaien het hoofd te bieden’.
Elk jaar organiseren Palestijnen op 15 mei de herdenking van de Nakba, het Arabische woord voor catastrofe. In 1948, tijdens de stichting van de staat Israël, werden meer dan 700.000 Palestijnen van huis en haard verdreven.
Abbas vindt de Palestijnen overal ter wereld de Nakba moeten herdenken dit jaar, ‘want het is de eerste keer dat de wereldgemeenschap de Nabka niet ontkent.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.