Nederland wil graag een voorloper zijn in het gebruik van kunstmatige intelligentie in militaire situaties. Deze technologie kan echter leiden tot racisme en discriminatie. In een open brief roepen critici op tot een moratorium op het gebruik van kunstmatige intelligentie. Initiatiefnemer Oumaima Hajri legt uit waarom.
Op 15 en 16 februari was er in Nederland een internationale conferentie over verantwoordelijk gebruik van kunstmatige intelligentie in het militaire domein. Vanuit de hele wereld kwamen onderzoekers, beleidsmakers en bedrijfsleven bijeen om elkaar te inspireren, ervaringen te delen en toe te werken naar concrete toepassing van kunstmatige intelligentie. Denk aan zogenaamde killer robots, autonome wapensystemen die een ‘doelwit’ kunnen selecteren en aanvallen zonder betekenisvolle menselijke controle.
Misschien klinkt zo’n conferentie als een goede investering die Nederland helpt om een vooruitstrevend en verantwoord hightech land te worden. Het is algemeen bekend dat kunstmatige intelligentie onze wereld fundamenteel heeft veranderd. Zoals minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken terecht aangeeft, vormt deze technologie een van de grootste toekomstige uitdagingen op het gebied van internationale veiligheid en wapenbeheersing. De praktijk blijkt echter weerbarstiger dan de intentie achter deze tweedaagse bijeenkomst.
Ten eerste leunde deze conferentie op ‘technosolutionisme’: het zoeken van technologische oplossingen voor technologische problemen. De overheid wil instituties, die de burger moeten beschermen, bewapenen met kunstmatige intelligentie, terwijl diezelfde instituties kampen met onder andere institutioneel racisme. Dat is schadelijk zoals bijvoorbeeld blijkt uit onderzoek van antidiscriminatiebureau Controle Alt Delete naar predictive policing. Dit technologische instrument om de inzet van politie effectiever, slimmer te laten verlopen, blijkt het risico op etnisch profileren te vergroten. Hoe kunnen we de overheid dan nog vertrouwen?
‘Er is weinig aandacht voor maatschappelijke gevolgen van de inzet van deze technologie’
Ten tweede wees de inhoud van deze conferentie op het gebrek aan zelfreflectie bij de overheid als het gaat om (militaire) kunstmatige intelligentie. Op basis van het verleden moet Nederland heel kritisch zijn en leren van gemaakte fouten als het gaat om ethiek en mensenrechten in relatie tot dit type technologie. Denk alleen al aan de Toeslagenaffaire waarbij de Belastingdienst data en algoritmes gebruikte om aanvragen te beoordelen op potentiële fraude. Ook moet vooraf al duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor gevolgen van militaire kunstmatige intelligentie én waar benadeelde burgers terecht kunnen.
Gemarginaliseerde groepen
Het overkoepelende probleem lijkt dat kunstmatige intelligentie wordt ontwikkeld onder het mom van zogenaamde neutraliteit van data en technologie. Daardoor is er weinig aandacht voor maatschappelijke gevolgen van de inzet van deze technologie, zoals racisme, discriminatie en uitsluiting. Een reflectieve overheid zou als het gaat om militaire kunstmatige intelligentie de mensenrechten centraal stellen. De stemmen van gemarginaliseerde groepen willen horen. Zij gaan immers de meeste impact voelen van deze ontwikkelingen.
Het is echter duidelijk dat de Nederlandse overheid enkel en alleen focust op haar positie op het geopolitieke toneel. Nederland kan wel claimen verantwoorde inzet van kunstmatige intelligentie belangrijk te vinden, maar zet mensenrechten op de tweede plaats en dat is onverantwoord.
Daarom pleit een alliantie van mensenrechtenorganisaties in een open brief aan het ministerie van Buitenlandse Zaken voor een stop op de ontwikkeling en gebruik van militaire kunstmatige intelligentie totdat er, onder andere, meer duidelijkheid is over hoe de overheid mensenrechten wil waarborgen. Daarvoor moet er antwoord komen op een aantal lastige vragen.
Hoe kan kunstmatige intelligentie ethische afwegingen maken in onvoorspelbare situaties, waarbij elke beslissing leven of dood kan betekenen? Hoe kunnen wij deze beslissingen achteraf controleren en achterhalen? Voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie is trainen en testen cruciaal. Gaan we deze systemen dan ook testen? Zo ja, waar? En misschien wel de belangrijkste vraag: is minister Hoekstra, die vindt dat Nederland koploper moet worden in militaire kunstmatige intelligentie, bereid om politieke (eind)verantwoordelijkheid te nemen?
De Russische oorlog tegen Oekraïne is ‘een oorlog tegen heel Europa’. Met die boodschap vindt vrijdag een demonstratie plaats op het Amsterdamse Museumplein. De stichting Oekraïeners in Nederland is een van de organisatoren.
Daarnaast zijn ook Amnesty International, vredesorganisatie Pax, de politieke partij Volt en actiegroep The Soul of Europe betrokken bij de organisatie. De PvdA, GroenLinks, de PvdD en D66 steunen het initiatief.
‘Met aanzienlijke steun van de Nederlandse regering en alle andere bondgenoten is Oekraïne bestand tegen een terroristische en genocidale oorlog’, stelt Oleksandr Tomashchuk van de stichting Oekraïeners in Nederland. ‘Oekraïense mensen blijven echter elke dag sterven omdat de oorlog doorgaat.’
Volt, een politieke partij die als beweging in veel Europese landen actief is, demonstreert vrijdag ook elders in Europa tegen de oorlog. Intussen blijft Nederland – getuige een serie artikelen in het Dagblad van het Noorden ook in Groningen en Drenthe – ruimhartig opvang bieden aan 106.000 Oekraïense ontheemden.
Aardbevingen zijn natuurrampen en die komen vaker voor in Turkije, omdat het land precies ligt op de breuklijnen van verschillende aardplaten. In zekere zin heeft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dus gelijk wanneer hij zegt dat ‘het noodlot heeft toegeslagen’. De ramp is niet veroorzaakt door hem. Maar daarmee is zo’n beetje alles gezegd.
Hoe zit het bijvoorbeeld met de spiksplinternieuwe torens die als kaartenhuizen in elkaar zijn gestort, omdat er piepschuim en hout in plaats van beton is gebruikt als vulling? Hoe zit het met de woonblokken die op te weinig heipalen zijn gefundeerd? Wie heeft de bouw van deze huizen goedgekeurd? In bijna alle steden van het getroffen gebied zijn het de mannen van Erdogans AKP die al meer dan twintig jaar de bouwvergunningen afgeven.
Na de aardbeving ging een parlementaire toespraak viraal die Garo Paylan, een Turks-Armeense politicus van de pro-Koerdische HDP, hield in 2018. Met veel emotie spreekt hij schande over de versoepeling van de wet- en regelgeving voor de Turkse bouwindustrie, die de regering toen net voor de verkiezingen doorvoerde. Deze ‘bouwamnestie’ kwam de vele Erdogan-gezinde bouwbedrijven goed uit en verkrotte gebouwen mochten hierdoor ongecontroleerd blijven staan.
Een verblufte Paylan zegt letterlijk: ‘Stel je voor, je geeft een pardon voor een gebouw van tien verdiepingen waar meer dan honderd mensen in wonen en er vindt – God verhoede – een aardbeving plaats en onze burgers liggen onder het puin. Wie zie zal dan de verantwoordelijkheid dragen voor deze zonde? Miljoenen van onze burgers leven in krotwoningen. Het is niet hun eigen schuld, zij hebben onderdak nodig, en ja, mensen hebben ook uit winstmotieven deze gebouwen gemaakt, maar is het billijk om deze woningen ongecontroleerd te pardonneren?’
Nogmaals, Erdogan heeft de aardbeving niet veroorzaakt, maar hij ging wel prat op deze ‘bouwvrede’. Hij voerde er zelfs, trots als hij is, campagne mee. De huizen die hij heeft laten bouwen en heeft gepardonneerd en waar mensen hun levensgeluk deelden, zijn nu in een allesvernietigende klap veranderd in graven.
De Turkse regering moet verantwoordelijkheid nemen voor de slachtoffers en per direct ontslag nemen
Uitgerekend de Turkse regering zegt nu dat de aardbeving niet gepolitiseerd moet worden. Waar haal je het lef vandaan? Als je politiek hebt gevoerd voor legalisatie en bouw van krotwoningen, dan moet je ook dapper genoeg zijn om je verantwoordelijkheid te nemen voor de slachtoffers. Per direct ontslag nemen dus. Maar dat hoeven we van een machtsbeluste Erdogan uiteraard niet te verwachten.
Er liggen vermoedelijk nog duizenden mensen onder het puin. De ramp in Turkije is simpelweg te groot om te bevatten. Er is zo veel menselijk leed: de ouderen, de kindertjes die dagenlang tevergeefs op hulp hebben gewacht. Dat is nog een punt waarop Erdogans regime in gebreke is. Hij had meteen op de eerste dag hemel en aarde moeten bewegen om in actie te komen. De hele wereld moest per direct uitgenodigd worden om met man en macht mensen uit het puin te redden. Dat is niet gebeurd.
Maar er kwam op de derde dag na de aardbeving wel een twitterverbod van meer dan negen uur, terwijl Twitter juist werd gebruikt voor coördinatie en hulpoproepen van slachtoffers. Je kan aannemen dat dit tot honderden, wellicht duizenden extra doden heeft geleid. Dit is onvergeeflijk. Dit was niet het ‘noodlot’, dit was een misdaad.
Op 14 mei zijn er verkiezingen. Mijn beste Turken, je weet wat je te doen staat. Het is natuurlijk cru als je nu pas beseft dat Erdogan niet deugt. Je had je gebroken hart al lang moeten openen voor onze Koerdische en Armeense broeders, onder wie Erdogan al sinds 2015 vele levens vernietigt. Deze aardbeving was helemaal niet nodig om tot dat besef te komen.
Zakwan Alhalabi wil zijn zus Zulfa van achttien naar Nederland halen. Ze heeft downsyndroom en raakte in Turkije gewond bij de aardbeving. De Nederlandse regering geeft echter geen krimp: hooguit kan de jonge vrouw voor negentig dagen naar ons land.
RTV Oostbericht over Alhalabi’s verdriet. Hij verloor zijn moeder en twee broers bij de ramp. Zijn zus overleefde, maar ze heeft niets meer: geen familie, geen huis. De 38-jarige Zwollenaar, die sinds 2015 in Nederland woont, heeft inmiddels meet perspectief. De bureaucratische muur is taai, maar het lijkt erop dat zijn zus een visum gaat krijgen.
Alhalabi wil echter dat ze permanent mag blijven. Zulfa heeft in Turkije niets meer. Een aanvraag voor een verblijfsvergunning duurt sowieso maanden – en vaak langer. Dat is voor hem geen optie, want dan zou zijn zus weer terug moeten naar Turkije om daar af te wachten of ze een verblijfsstatus kan krijgen.
Rugzakjes en tenten
Intussen is er maandag een nieuwe aardbeving overheen gekomen in dezelfde Turkse regio, dit keer van 6,4 op de schaal van Richter. ‘Je zag de gebouwen heen en weer schudden’, vertelt Deventenaar Hassan Güveli aan RTV Oost. Hij stond tussen twee gebouwen in toen het gebeurde. ‘Als die waren ingestort, denk ik niet dat ik nu aan de lijn hing.’
RTV Rijnmond interviewt Hazel Aydemir, die 37 familieleden en andere dierbaren verloor bij de aardbeving. Ze begon een inzamelingsactie. Daarbij kreeg ze steun van Dounia Lyken, oprichter van de Stichting Feis, genoemd naar de in 2019 overleden rapper. Aydemir en Lyken zamelden in totaal duizend rugzakjes en honderd speeltenten in, voor kinderen in het getroffen gebied.
‘Turken hebben geen andere vrienden dan Turken’, is een bekend gezegde, schrijft de Turkse versie van The Independent. Dat blijkt althans nu even niet te kloppen: 76 landen stuurden reddingsteams naar Turkije en meer dan honderd landen boden hulp.
‘Houd Lampegat blank’, stond tijdens carnaval te lezen op het Eindhovense stadhuis. Ook projecteerden extreemrechtse radicalen de tekst ‘Alaaf namens blank Nederland’ en de racistische ‘veertien woorden’ op het gebouw.
Tijdens de jaarwisseling zorgde de projectie van vergelijkbare teksten op de Erasmusbrug in Rotterdam voor veel ophef. De teksten in Eindhoven waren, aldus de politie, maandag om half elf in de avond te zien. Het duurde vijf minuten. Het is niet duidelijk of de politie de daders heeft aangehouden.
‘Ik zat bij een plekje vlakbij het Stratumseind toen ik het zag’, vertelt een man aan Omroep Brabant. ‘Het viel volgens mij niet heel veel mensen op, maar wel de politie. Agenten gingen er snel op af.’
De tekst ‘We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor blanke kinderen veiligstellen’ is de Nederlandse vertaling van de zogenoemde ‘veertien woorden’. Deze leus is bedacht door de Amerikaanse racist en terrorist David Eden Lane, die zich vermoedelijk baseerde op een passage uit Mein Kampf (1924) van Adolf Hitler. De extreemrechtse terrorist van Christchurch had die veertien woorden ook geschreven op het geweer, waarmee hij meer dan vijftig moslims heeft vermoord.
Ook White Lives Matter, de organisatie die de verantwoordelijkheid voor de actie op de Erasmusbrug heeft opgeëist, gebruikte de veertien woorden. Het Openbaar Ministerie doet hiernaar strafrechtelijk onderzoek.
Volgens het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zullen er straks weer mensen buiten moeten slapen in Ter Apel, tenzij gemeenten snel asielplekken voor minderjarige alleenreizende asielzoekers beschikbaar stellen.
COA-bestuurder Joeri Kapteijns stelt in het Algemeen Dagblad dat het COA eind dit jaar vijfduizend jongeren moet opvangen. ‘En daarvoor zoeken we de komende maanden nog 2500 plekken. Dat komt neer op vijftig nieuwe locaties, want we vangen bij minderjarigen kleinschalig op.’
De situatie dreigt in maart echt penibel te worden. Mogelijk kampt het COA halverwege die maand al met een tekort aan tweehonderd bedden. Dat komt omdat veel asielzoekers nu tijdelijk in hotels worden opgevangen, en die willen straks weer toeristen ontvangen. Tanno Klijn van voogdijorganisatie Nidos: ‘Dan moet jongeren straks weer op een stoel in de wachtruimte in Ter Apel overnachten.’
Nidos heeft moeite met het vinden van opvanglocaties voor statushouders, vertelt Klijn. Hij zegt dat er nu 145 kinderen op de wachtlijst staan. Elke maand komen daar twintig bij. Hij eist dat gemeenten over de brug komen met eengezinswoningen of woongroepen, waar Nidos vier tot twaalf jonge statushouders in kunnen onderbrengen.
Vorig jaar sprak de rechter uit dat de opvang voor asielzoekers die alleen reizen onmiddellijk moet worden verbeterd, en ook dat mensen niet meer in de crisisnoodopvang mogen worden ondergebracht. Staatssecretaris Eric van der Burg geeft echter aan dat het nog niet lukt met het verbeteren van de opvang. In Ter Apel mogen slechts 55 alleenreizende jongeren worden opgevangen, maar vorige week waren dit er 106.
Israël kreeg in 1948 soevereiniteit, maar Palestina wacht nog steeds op deze erkenning. Bart Wallet, hoogleraar Joodse studies, legt uit waarom.
Er gaat bijna geen dag voorbij zonder nieuws over het Israëlisch-Palestijns conflict. Dit weekend nog demonstreerden tienduizenden Israëliërs tegen plannen van de ultrarechtse regering om de macht van het Hooggerechtshof in te perken. De kans op legalisatie van Joodse nederzettingen op bezet Palestijns grondgebied neemt daardoor toe. Tot groot verdriet van de Palestijnse bevolking en vreugde van de kolonisten. Wat is de oorzaak van de eindeloze strijd tussen Israël en Palestina? Waarom hebben de Palestijnen geen erkende staat? Bart Wallet, hoogleraar Joodse studies (UvA) gaat in zijn antwoord met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van Israël. Beginpunt is het negentiende-eeuwse zionisme.
Wanneer trokken de eerste zionistische migranten naar Palestina?
‘De eerste verhuizingen naar Palestina vinden al in 1881 plaats. Als de Russische tsaar wordt vermoord, krijgen de Joden de schuld. Er breken pogroms uit waarbij duizenden Joden om het leven komen. Daarnaast heerst er onder deze gemeenschap enorme armoede en achterstelling. Joden mogen maar in een deel van het Russische Rijk wonen, het zogenaamde Vestigingsgebied, en niet in Sint Petersburg of Moskou. In combinatie met de pogroms zorgt dit ervoor dat honderdduizenden Russische Joden geen toekomst meer zien en op de vlucht slaan of emigreren.’
‘Dit is het begin van een enorme emigratiebeweging waarbij uiteindelijk zo’n twee miljoen Joden het Russische Rijk verlaten. De meeste vluchtelingen trekken naar de Verenigde Staten, maar een klein deel reist naar Palestina, dat op dat moment onderdeel is van het Ottomaanse rijk. Deze Joden willen niet langer rondtrekken van land naar land, maar een volk worden als alle andere. Gerespecteerd en met gelijke rechten. Dan is de vorming van een eigen land met autonomie noodzakelijk. Het meest voor de hand liggende land daarvoor was Palestina. In de Thora, het heilige boek van de Joden, wordt dat gebied als het heilige land gezien.’
Begin twintigste eeuw ontstaan in Palestina de kibboetsen, grote collectieve boerderijen, waar mannen en vrouwen samen werken en bijna alles gemeenschappelijk bezit is. Welke visie lag daaraan ten grondslag?
‘De kibboetsiem hangen samen met het linkse profiel van de Joden die naar Palestina trekken. Ze maken in deze periode in Rusland vaak deel uit van socialistische oppositiebewegingen tegen de tsaren. In West-Europa zijn ze veelal actief in de sociaaldemocratie en het communisme. De zionisten willen een Joods thuisland opbouwen, een jüdische Heimstätte. In de kibboetsen brengen ze hun egalitaire ideeën over de ideale samenleving in de praktijk. De grote ideoloog van de zionistische beweging is Theodor Herzl, met zijn boek Der Judenstaat. Hij schetst een sociaalliberaal visioen met rechten voor de arbeidersklasse. De kibboets is de uitdrukking van de utopisch-socialistische dromen van deze zionisten.’
Bart Wallet
Joodse intellectuelen in Europa en Amerika volgen die de eerste stappen richting de vorming van een Joodse staat nauwgezet. Ze bekritiseren het gebrek aan aandacht voor de autochtone Arabische bevolking. Volgens de filosofe Hannah Arendt is het alsof de zionisten denken dat ze zich op de maan hebben gevestigd. Wie wonen er in het gebied, voordat de zionisten arriveren?
‘Het gebied is dan onderdeel van het Ottomaanse Rijk en behoort daarbinnen tot de Groot-Syrische provincie, met Damascus en Beiroet als belangrijkste steden. Daar wonen ook grootgrondbezitters. Op het platteland dat later Palestina wordt, wonen de fellahin, de boerenbevolking. In de steden is de bevolking gemengd: er is een Arabische boven- en middenklasse en er zijn oude Joodse gemeenschappen. De Joden in die steden zijn orthodox gelovig. Ze wonen in de vier heilige steden Hebron, Jeruzalem, Tiberias en Safed om er het heilige gebod uit te voeren: de Thora bestuderen.’
‘De nieuwe groep seculiere socialistische Joodse migranten die binnenkomen, vestigt zich niet in de steden bij die bestaande gemeenschappen. Ze gaan op het platteland wonen, tussen de Arabische boerenbevolking. Zij willen boer worden, contact maken met de grond van het beloofde land. Joden mogen in die tijd in het Russische Rijk en in Europa eigenlijk nooit grond bezitten en daardoor zijn ze dus ook nooit boer. Voor deze pioniers is boeren het belangrijkste onderdeel van de normalisering van het Joodse volk, want ieder normaal volk heeft boeren.’
‘De Volkenbond vindt dat de volken in het Midden-Oosten nog niet zo ver ontwikkeld zijn dat ze al een eigen staat kunnen hebben’
De Eerste Wereldoorlog betekent de ondergang van de grote keizerrijken van de Russen, de Ottomanen en de Habsburgers. Karakteristiek aan die grote imperia is dat ze multi-etnisch zijn. Volkeren met verschillende talen en religies leven samen en worden bijeengehouden door een dynastie.
Wallet: ‘Het einde van die oorlog is een bezegeling van de nationale bewegingen die dan actief zijn in het Midden-Oosten en Europa. Ze krijgen allemaal het lapje grond waar ze vanaf het midden van de negentiende eeuw campagne voor gevoerd hebben. Er verschijnen allerlei nieuwe landen op de wereldkaart: Estland, Letland, en Litouwen. Polen krijgt vorm. De opvatting van de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, is dat als volken in Europa recht op een eigen land hebben, ze dat in het Midden-Oosten ook hebben.’
De Volkenbond vindt dat de volken in het Midden-Oosten nog niet zo ver ontwikkeld zijn dat ze al een eigen staat kunnen hebben. Ze hebben volgens de bond tijdelijk een ‘senior-natie’ nodig om hen te helpen op eigen benen te staan, vertelt Wallet.
‘Frankrijk krijgt dan het mandaat over Syrië, de Britten over Irak en Palestina. De Volkenbond geeft in diezelfde periode de Britten opdracht om de Joden te helpen een eigen staatsstructuur op te bouwen. Dat lukt, eind jaren dertig is de hele institutionele kant van de Joodse staat klaar. Er is een parlement, onderwijssysteem en een rechtssysteem.’
‘De Britten komen erachter dat er in Palestina naast Joden ook een grote meerderheid van Arabieren woont. Ze besluiten dan om een tweesporenbeleid te volgen. Ze willen die cursus statebuilding niet alleen aan de Joodse maar eigenlijk ook aan de Arabische bevolking aanbieden. Vanaf dat moment wordt er dus al over een ‘tweestatenoplossing’ gesproken. De Joden en Arabieren zijn hier echter helemaal niet zo enthousiast over.’
Een kleine groep Duits-Joodse intellectuelen zoals Martin Buber, Gershom Scholem en de eerder genoemde Hannah Arendt willen een binationale, federale staat waar beide volken in de regering zitten.
‘Ja, deze groep bestaat voor een belangrijk deel uit liberalen. Ze waarschuwen voor het negeren van de rechten van de Palestijnse bevolking en willen aankoersen op een binationale staat. Maar er zijn in die tijd ook andere politieke opvattingen. Er is de ‘maximalistische’ opvatting van één Joodse staat en een vergelijkbare Arabische opvatting van één Arabische staat. In 1947 nemen de Verenigde Naties een Brits voorstel over. Ze besluiten dat er tegelijkertijd twee staten gaan komen, een Joodse en een Arabische.
Van die twee staten wordt in 1948 alleen de Joodse staat opgericht. Dat heeft een praktische reden. Deze staat is al opgetuigd, alles functioneert voor een belangrijk deel, alleen de Britten moeten nog vertrekken. Aan de Arabische kant is er op dat moment nog maar weinig opgebouwd. Er zijn daar nog geen instituties. Dat komt onder meer doordat de Palestijnse nationale beweging veel later op gang is gekomen dan het zionisme. Daar komt bij dat de omliggende Arabische landen helemaal niet voor een zelfstandig Palestina zijn. In de eerste Arabische oorlog blijft de Joodse staat bestaan, maar veroveren Egypte en Jordanië de Arabische gebieden. Zij nemen vervolgens niet het initiatief om een Palestijnse staat op te richten. Jordanië annexeert zelfs het gebied.’
Waarom richten de Palestijnen in reactie daarop niet alsnog die staat op?
‘Dat hebben ze al een paar keer gedaan. Voor de Palestijnen is Palestina een staat. Maar het heeft niet zoveel effect als die staat maar door een beperkt aantal landen wordt erkend. Daar zit één van de bottlenecks. Bovendien: een groot deel van de landen zegt de Palestijnse staat wel te willen erkennen, maar alleen na onderhandeling met Israël. De facto betekent dit dat het proces van de erkenning van de Palestijnse staat is vastgelopen.’
Van wie is het Palestijnse grondgebied met het Britse mandaat nu?
‘Tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 bezet Israël het grondgebied van de Palestijnen. Het leger trekt zich uiteindelijk terug uit een deel van die gebieden. Daar is het bestuur tegenwoordig in handen van de Palestijnse Autoriteit onder leiding van president Mahmoud Abbas. Feitelijk staat dit gebied echter onder toezicht van Israël.
In 1993 sluiten de Israëlische premier Yitzhak Rabin en de Palestijnse leider Yasser Arafat de Oslo-akkoorden. Ze komen een soort groeimodel overeen, waarbij de Palestijnse Autoriteit geleidelijk steeds meer taken van Israël overneemt. Dat moet de opmaat vormen voor een zelfstandig Palestina naast Israël.
Dit proces loopt echter helemaal mis. Tegenwoordig is er zelfs de rare situatie van twee Palestijnse regeringen. De Palestijnse Autoriteit regeert op de Westbank en is gedwongen tot nauwe samenwerking met Israël omdat dat land het gebied militair bezet houdt. En in Gaza is Hamas aan de macht en hebben noch de Palestijnse Autoriteit noch Israël iets te zeggen. Een gecompliceerde situatie zonder eenduidig Palestijns gezag en zonder een duidelijk draagvlak onder de bevolking.’
Hannah Arendt waarschuwt in de jaren veertig al voor een uitzichtloos Palestijns-Israëlisch conflict. Zij is bang dat Israël weleens een catastrofe voor de Joden kan worden.
‘Hannah Arendt hoopt op een binationale staat, maar dat is op dat moment noch voor de Joden noch voor de Palestijnen een reële optie. De geschiedenis levert een heel gemengd beeld op. Aan de ene kant is de staat Israël voor Joden een thuishaven, die tot op zekere hoogte veiligheid en stabiliteit biedt. Tegelijkertijd is die staat een bezettende macht. Zolang het Palestijnse probleem niet wordt opgelost, is ook de Joodse staat een onaf project. De oplossing van een binationale staat, die de Joods-Duitse intellectuelen voorstonden, zou zomaar de enige manier kunnen zijn om toch tot een vergelijk te komen.’
De Israëlische diplomaat Sharon Bar-li is door de Afrikaanse Unie uit een vergadering gezet, die al in sessie was. Het voorval vond plaats in Ethiopië. Ze zou niet ‘geaccrediteerd’ zijn.
Dat meldt de Arabische nieuwszender Al-Jazeera. In een video is te zien dat beveiligingspersoneel een stomverbaasde Bar-li, met telefoon in de hand (vermoedelijk om het tafereel op te nemen, red.), uit de vergadering begeleiden.
Een woordvoerder van de Afrikaanse Unie meldt dat ze ‘niet uitgenodigd’ was. ‘Het is verwijtbaar dat het individu in kwestie de reglementen heeft geschonden’, aldus de Afrikaanse woordvoerder.
Israël heeft de verwijdering Bar-li veroordeeld en beweert dat ze al een ‘observeerder-status’ heeft. Volgens Israël zitten Zuid-Afrika en Algerije achter het ‘haatincident’. Het land zal in ieder geval de Zuid-Afrikaanse ambassadeur op het matje roepen.
Volgens Clayson Monyela, chef van de Zuid-Afrikaanse diplomaten, is het ongehoord dat Israël ‘al wil komen zitten en observeren’, alvorens de aanvraag voor observeerder-status is goedgekeurd. ‘Dus het gaat niet om Zuid-Afrika of Algerije, het is een principekwestie’, aldus Monyela.
Middle East Eye meldt overigens dat Israël de observeerder-status in 2021 heeft gekregen, maar dat door die toekenning wel meteen een wig ontstond in het Afrikaanse blok van 55 landen. ‘Algerije leidt de diplomatieke inspanningen om die beslissing terug te draaien’, aldus Middle East Eye.
De Palestijnse Autoriteit heeft sinds 2013 een observeerder-status en is er op gebrand dat de Israëlische accreditatie wordt ingetrokken.
De Turkse minister van Defensie, Hulusi Akar, zegt dat ruim tienduizend Syriërs ‘vrijwillig’ zijn teruggekeerd naar Syrië, na de aardbeving van 6 februari.
Akar ontkent dat de aardbeving heeft geleid tot een grote stroom van Syrische vluchtelingen naar Turkije. Het is juist andersom: ‘Na de aardbevingen zijn 10.633 Syriërs vrijwillig teruggekeerd naar hun land.’
In Turkije wonen bijna vier miljoen Syrische vluchtelingen, die gevlucht zijn voor de burgeroorlog en de dictatuur van Bashar al-Assad.
De aardbeving van 6 februari leidde tot het instortten van tienduizenden gebouwen, en meer dan 40.000 doden. In Turkije vrezen veel mensen dat deze aardbeving zal leiden tot een nieuwe stroom Syrische vluchtelingen.
Suriname moet een zakenkabinet krijgen, dat een plan bedenkt om toe te werken naar de verkiezingen van 2025. Dat stelt bestuurskundige Dave Ensberg-Kleijkers. De afgelopen dagen waren er onlusten in het land, waarbij het parlement werd bestormd en winkels geplunderd.
De recente bestorming van het Surinaamse parlement ging gepaard met ongekende en on-Surinaamse vormen van plunderingen, geweld en intimidatie. De autoriteiten waren er behoorlijk door verrast, ondanks dat de onvrede in de samenleving al jarenlang overal te merken en te voelen is. De uit de hand gelopen demonstraties in hoofdstad Paramaribo geven aan dat de huidige politiek-bestuurlijke situatie niet meer te handhaven is. Het maatschappelijk draagvlak en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur neemt in hoog tempo af. Het is het gevolg van hoge rekeningen, lege magen en begrijpelijke woede, vanwege de corruptie in het land.
En wie langer terugkijkt, ziet dat de basis voor de huidige crisis is gevormd onder de vorige president Desi Bouterse, die na tien jaren een lege staatskas en een disfunctionerend overheidsapparaat achterliet. Zijn opvolger Chan Santokhi staat voor een flinke taak: hoe enerzijds voor structurele hervormingen te zorgen om het land economisch weer aan de praat te krijgen, en anderzijds de maatschappelijke rust en vertrouwen in democratie en politiek te laten wederkeren? Zachte heelmeesters maken stinkende wonen. Daarom is het zaak dat Santokhi van deze crisis een kans maakt om hard in te grijpen. Tien ideeën daarvoor.
1. Benoem een zakenkabinet, met enkel onafhankelijke en deskundige ministers.
Dezelfde mensen die medeverantwoordelijk waren voor het probleem gaan het niet oplossen. In Italië leidde topeconoom Mario Monti als premier eerder zo’n kabinet met enkel ‘partijloze technocraten’. Gezaghebbende Italianen met inhoudelijke expertise, die inhoudelijk leiding konden geven aan hun ministerie. Dit kabinet had als doel ‘Italië weer economisch gezond te maken en het vertrouwen van de financiële markten terug te winnen’. Ook moest dit kabinet het ‘gespannen politieke klimaat weer tot rust brengen’. Dat klinkt als een concept dat zeer van toepassing is op de Surinaamse situatie. Doe dat in combinatie met symbolische maatregelen die het Surinaamse volk kunnen bekoren, zoals een lager salaris voor ministers, minder dienstauto’s en minder dienstreizen.
2. Laat het zakenkabinet tot een masterplan komen voor de periode tot aan de verkiezingen in 2025.
Suriname moet stevig hervormen om duurzaam economisch, financieel en sociaal gezond te worden. Daarvoor is een integraal plan nodig dat verbindingen legt tussen beleidsterreinen, maar ook tussen overheid, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld. Zo’n masterplan heeft oog voor maatregelen op korte en lange termijn. Dit vormt tevens het ‘regeerakkoord’ van het zakenkabinet.
3. Een nieuw sociaal contract tussen overheid en samenleving.
Het vertrouwen van Surinamers in hun democratische rechtsstaat en instituties lijkt minder dan ooit tevoren. Net als in elke ‘relatiecrisis’ is het zaak om expliciete afspraken te maken over wat de samenleving en burgers van de overheid mogen verwachten en vice versa. Daar horen ook beginselen en een code bij die van toepassing zijn op de overheid en op overheidsdienaren. Die moet in heldere en begrijpelijke taal worden vastgelegd, in bijvoorbeeld een ‘Code goed openbaar bestuur’, zoals die in Nederland en in de Europese Unie aanwezig is. De overheid mag op zijn beurt van Surinaamse burgers verwachten dat zij zich als goede burgers gedragen, oftewel belasting betalen en zich aan wet- en regelgeving houden.
4. Versterk positie van de Surinaamse Rekenkamer en laat deze kamer ook expliciet onderzoek doen naar corruptie.
De Rekenkamer van Suriname onderzoekt de inkomsten en uitgaven van de overheid, meer specifiek onderzoekt deze kamer de doelmatig- en rechtmatigheid van overheidsbeleid. De Rekenkamer is onafhankelijk en kan in theorie als onafhankelijke waakhond de overheid (en overheidsdienaren) kritisch onderzoeken. Dergelijke ‘checks and balances’ zijn gezond voor elke democratie. Wat Suriname nu extra nodig heeft, is constant onderzoek naar corruptie en fraude. De Rekenkamer zou die functie op zich kunnen nemen, mits zij over voldoende middelen en expertise kunnen beschikken.
5. Nationaliseer de goudwinning en andere markten.
Beëindig de corrupte goudwinning via frauduleuze goudconcessies. En stop de ernstige milieuverontreiniging die ermee gepaard gaat, die geleid heeft tot ziektes onder mens en dier. Herzie tegelijk alle overige concessies, zorg voor extra regels en stevige controle. Hierbij gaat het om onder meer houtkap, visserij, rijstbouw, casino’s en kansspelen. De huidige werkwijze creëert immers onvoldoende (legale en veilige) banen, zorgt voor te weinig overheidsinkomsten en beschadigt mens en milieu. Neem als overheid de regie, eventueel tijdelijk. Daar waar nationalisatie juridisch onmogelijk is, is het zaak de regulering flink op te schroeven.
6. Laat essentieel werk lonen.
Leraren krijgen hun salaris niet uitbetaald. En als ze het al ontvangen, is het vaak ontoereikend om rekeningen mee te betalen. Zo zijn er meer beroepen die in Suriname niet kostendekkend zijn en tegelijkertijd cruciaal voor de samenleving. Denk bijvoorbeeld ook aan hardwerkende mensen in de gezondheidszorg. Dit soort (semi-)publieke functies zijn onmisbaar voor Suriname en moeten lonen. Is het niet in Surinaamse dollars, dan aangevuld in natura. Geen leraar en geen verpleegkundige moet met honger voor de klas of aan het bed hoeven te staan.
7. Geef jongeren een serieuze stem in de Sociaal Economische Raad van Suriname.
De crisis in Suriname is te groot en te complex om alleen door de overheid te laten oplossen. Werkgevers en werknemers zijn keihard nodig om tot structurele en effectieve maatregelen te komen. De SER kan juist nu, in deze moeilijke tijden, van grote waarde zijn door verbindingen te leggen. In de SER ontbreekt echter nog de frisse, creatieve en onbevangen stem van jonge Surinamers. Van zelfstandige ondernemers tot intelligente studenten. Zij kunnen van grote meerwaarde zijn voor het werk van de SER en daarmee voor de toekomst van Suriname.
8. Verhoog vermogens- en inkomstenbelasting voor rijke Surinamers.
Het is nu te makkelijk voor rijke Surinamers om vermogensbelasting te ontlopen. Bijvoorbeeld door hun bedrijfsinkomsten te ‘doneren’ aan vage stichtingen die vrijgesteld zijn van vermogensbelasting. Controle erop door de Belastingdienst is minimaal. Bovendien betalen de rijkste Surinamers over hun inkomsten maximaal 38% belasting. Het is crisis en daarom moeten de sterkste schouders nu de zwaarste lasten dragen. Verhoog daarom (tijdelijk) de inkomstenbelasting voor de hoogste inkomens, of voeg nog extra schijven toe in het hoogste tarief. Er moet meer geld bij de overheid binnenkomen, zodat het eerlijk kan worden verdeeld onder de bevolking.
9. Sociaal vangnet voor de zwaksten in de samenleving.
Een eerlijke verdeling van overheidsmiddelen vraagt om een verzorgingsstaat die gebaseerd is op solidariteit. Mensen die om welke reden dan ook niet in staat zijn om te werken moeten kunnen terugvallen op een sociaal vangnet. Een basisinkomen of toereikende vorm van uitkering zorgt ervoor dat iedereen in Suriname naar vermogen kan meedoen.
10. Vergroen en verduurzaam de economie.
Suriname omarmt de ‘Sustainable Development Goals’ (SDG’s) van de Verenigde Naties. Dat betekent dat het land ook kan en moet bijdragen aan het vergroenen en verduurzamen van zijn economie. Suriname heeft volop kansen op het gebied van het winnen van bijvoorbeeld zonne-, water- en windenergie. Ook de land- en tuinbouw en verschillende vormen van mijnbouw kunnen verduurzaamd worden. Door daar meer prioriteit aan te geven, ontstaat er ruimte voor buitenlandse investeringen op dit gebied. Suriname zou de kraamkamer kunnen worden van experimentele vormen van duurzame landbouw. Een toevluchtsoord voor bijvoorbeeld boeren die zich in eigen land beknot voelen in hun agrarisch ondernemerschap en een paradijs voor ecologische onderzoekers en academici. Benut die potentie zonder terughoudendheid.
Suriname staat voor grote uitdagingen en president Santokhi staat voor een even grote verantwoordelijkheid. Hij hoeft het echter niet alleen te doen. Vele Surinaamse Nederlanders leven met hem en het land mee en willen als ‘diaspora’ dolgraag hun bijdrage leveren aan de toekomst van Switi Sranan. Dit tienpuntenplan is zo’n bijdrage, maar naast papieren woorden horen ook daden. Hoe kan ik van dienst zijn, president?
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.