15.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 450

‘Als vluchteling ben je nergens welkom, maar in Syrië ben ik niet anders gewend’

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Abd Alghani Hasan (43). Hij ontvluchtte zijn vaderland vanwege de oorlog en de discriminatie die soennitische moslims dagelijks meemaken in Syrië. Na een tijdje in Turkije te hebben gewoond, besloot hij om de tocht naar Europa te maken.

Toen de Syrische Burgeroorlog in 2011 uitbrak, kregen burgers twee keuzes opgelegd van de Syrische president Bashar al-Assad. ‘Vecht voor mij of tegen mij.’ Voor Hasan en zijn drie broers waren beide opties onmogelijk, dus besloten ze Syrië te ontvluchten.

‘In eerste instantie wilde ik vluchten naar een nabijgelegen gebied, omdat ik hoopte snel naar Syrië terug te keren zodra de oorlog voorbij was. Ik dacht aan Egypte, Saoedi-Arabië of de Verenigde Arabische Emiraten. Maar dit kon niet, omdat de Arabische landen hun grenzen dichtgooiden voor Syriërs. In Egypte werd mij bovendien geen visum verleend. Zodoende besloot ik om met de veerboot naar Turkije te gaan’, vertelt Hasan.

‘Ik kwam daar begin 2016 alleen aan. Destijds konden Syrische vluchtelingen zonder visum het land in. Nu is dat niet meer mogelijk. Twee van mijn broers voegden zich later bij mij aan in Turkije, en een andere broer is het wel gelukt om naar Saoedi-Arabië te gaan en via daar naar Frankrijk te reizen.’

Eenmaal in Turkije zochten Hasan en zijn broers naar werk. Dat bleek niet mee te vallen. Het leven in Turkije is niet goedkoop, en de mensen spreken er geen Engels. Ook kregen Hasan en zijn broers te maken met arbeidsdiscriminatie.

‘Turkije kun je verdelen in drie bevolkingsgroepen. Allereerst: de mensen met de Turkse etniciteit. Zij zijn vaak soennitische moslims zoals ik. Dan heb je nog de sjiieten en alevieten uit het zuiden van Turkije. En tot slot heb je de mensen met de Turks-Koerdische etniciteit’, legt hij uit.

‘De meeste soennieten in Turkije verwelkomen Syrische vluchtelingen. Alevieten daarentegen vinden dat wij in Syrië hadden moeten blijven, omdat velen van hen achter Assad staan. En Koerden gebruiken ons vooral om hun eigen problemen met de Turkse regering aan te kaarten. Ze vragen zich af waarom Turkije Syrische vluchtelingen wil opvangen, terwijl de Koerden worden achtergesteld.’

Omdat de taalbarrière te groot werd en hij zich niet welkom voelde in Turkije, besloot Hasan om samen met zijn jongste broer naar Europa te reizen. Zijn andere broer bleef in Turkije achter, omdat hij op zijn echtgenote wilde wachten.

‘In Turkije vertelden de mensen ons niet dat wij weg moesten, maar we waren niet welkom. Dat was wel te merken aan hun houding’, zegt hij. ‘Turkije was nog altijd beter dan de Arabische landen, omdat ze hun grenzen niet dicht hadden gegooid. We bleven negen maanden in Turkije. Daarna moesten we vertrekken omdat we geen werk meer konden vinden. Toen besloten we om naar Griekenland te gaan.’

Vanuit de Turkse stad Izmir vertrok Hasan samen met zijn jongste broer en andere vluchtelingen met de boot naar Lesbos. Om de hoofdstad van het eiland te bereiken waar ze hulp konden vinden, hebben zij twee dagen lang gelopen.

‘Het was een ontzettend lange en vermoeiende reis. We hebben onze schoenen kapotgelopen en verloren veel gewicht.’ Volgens Hasan wilden de Grieken op het eiland hem en zijn reisgenoten niet helpen, omdat zij alleenstaande mannen waren.

‘Mannen worden eerder gezien als een dreiging wanneer ze niet samen met vrouwen en kinderen reizen. Daardoor waren de Grieken op Lesbos minder bereid om ons te helpen en moesten we te voet verder.’

Ook in Griekenland merkte Hasan dat de lokale bewoners hem en de andere vluchtelingen als een last zagen. ‘Toen ik er was probeerde ik om hulp te vragen. Ik wilde de mensen duidelijk maken dat ik niet in Griekenland wilde blijven en dat ik echt weg wilde uit hun land, maar dat hielp niet. Ze wilden ons nog steeds niet helpen. Alleen de mensen die voor de Verenigde Naties werkten, wilden ons helpen toen we het vluchtelingenkamp op Lesbos bereikten. Vluchtelingen die de gang naar andere Europese landen wilden maken, werden destijds op de boot gezet naar Athene.’

Vanaf Athene moest hij met de bus verder naar Thessaloniki, waar er weer een andere bus ging richting Kosovo en Macedonië. ‘In Kosovo moesten we ook een stukje lopen, waarna we weer met de bus verder gingen richting Servië. We kwamen aan bij de grensovergang tussen Servië en Hongarije, en wilden onze reis voortzetten naar Boedapest. We moesten heel voorzichtig zijn, omdat we niet de juiste papieren hadden, en moesten ons vaak verstoppen voor de politie. Toen we eindelijk in Boedapest aankwamen, gingen we vanaf daar met de trein naar Wenen.’

Overal waar hij kwam, merkte Hasan op dat vluchtelingen niet welkom waren. ‘Als vluchteling ben je nergens welkom, maar in mijn eigen land ben ik niet anders gewend. Alle goede posities in Syrië worden gegeven aan alewieten en mensen die Assad steunen. Als soenniet heb je daar geen schijn van kans’, vertelt hij. Maar in Wenen was het anders.

‘We werden door de Rode Kruis opgevangen. Zij gaven ons te eten, te drinken, nieuwe kleding en schoenen. Tegen die tijd waren mijn schoenen helemaal kapot, ik had er dagenlang mee gelopen’, vertelt hij. ‘De mensen in Oostenrijk waren heel vriendelijk. Ze zeiden dat we daar konden blijven als we dat willen. Voor het eerst voelde ik mij welkom, maar ik wilde er niet blijven. Er zijn gewoon te veel bergen in Oostenrijk. Ik had al genoeg bergen gezien toen ik op Lesbos twee dagen lang moest lopen. Daarom besloten mijn broer en ik om naar Duitsland te gaan.’

‘In Oostenrijk voelde ik mij voor het eerst welkom, maar ik wilde er niet blijven. Er zijn gewoon te veel bergen’

Hij kwam aan in de Zuid-Duitse grensplaats Passau, waar hij in een vluchtelingenkamp kon verblijven. ‘Uiteindelijk waren we er minder dan een week. De eerste dagen hadden we het goed, maar toen was er geen elektriciteit meer en konden we niet langer gebruikmaken van het internet, terwijl dat heel belangrijk is. Hoe moeten we anders onze families laten weten dat we nog in leven zijn?’, aldus Hasan. ‘De Duitsers daar hadden ons niet goed behandeld. Op sommige dagen was er niet eens genoeg te eten. Daardoor besloten mijn broer en ik om naar Nederland te gaan.’

Met de trein vertrok Hasan samen met twintig anderen uit het vluchtelingenkamp naar Keulen en vanaf daar naar Aken te reizen, waarna zij Vaals bereikten. ‘Vanaf Vaals werd ons verteld door een zeer vriendelijke Duitse dame om met de bus naar Maastricht te gaan. Zij gaf ons geld om de bus te nemen. Het was bijzonder om door deze Duitse dame te worden geholpen nadat we dachten dat de Duitsers ons slecht hadden behandeld’, zegt hij.

‘Toen we in Maastricht aankwamen, werden we door veel mensen geholpen. In Nederland zijn de mensen heel vriendelijk, behulpzaam en zijn ze ook nog eens bereid om in het Engels met ons te spreken. Ze vertelden ons dat we naar het aanmeldcentrum in Ter Apel moesten gaan.’

Daar diende Hasan zijn asielaanvraag in. In afwachting van de asielprocedure werd hij naar verschillende asielzoekerscentra gestuurd. ‘Eerst anderhalve maand in Budel, daarna in Haarlem. Daarna moest ik naar Doetinchem en tot slot naar Gulpen in Limburg. Dat is het laatste azc waar ik moest verblijven in afwachting op mijn vaste verblijfplaats in Nederland’, zegt hij.

‘Ik heb ook een aantal keren bij vrienden gelogeerd, maar dat ging niet altijd goed, omdat ze uiteindelijk toch hun woning niet wilden delen. Na ongeveer een half jaar in Nederland was mijn eigen woonruimte dan eindelijk gereed. Ik kreeg een woning toegewezen in Amsterdam, waar ik nu nog steeds woon.’

In Nederland heeft Hasan in verschillende restaurants gewerkt om bij te verdienen. Door de pandemie zat hij ook een tijd lang thuis, waardoor hij op zoek ging naar sectoren die ‘covidproof’ zijn. Het liefst zou hij daarom een opleiding willen doen om in de bouwsector te werken, maar door zijn leeftijd wordt het hem niet gemakkelijk gemaakt om te studeren. Hij zou dan niet de korting krijgen die veel studenten onder de dertig jaar ontvangen om hun diploma’s te behalen. Daarom besloot hij zich te storten op zijn tweede passie: koken.

‘Ik droom ervan mijn eigen restaurant te openen in Nederland. Vrienden vertellen mij dat ik goed kan koken, en ik vind het ook ontzettend leuk om te doen. Heerlijke Syrische gerechten zoals kibbeh, dat moet je eigenlijk uitspreken als ‘koebbih’ in Syrisch dialect. Het is gemaakt van bulgur en gehakt en het wordt gegeten met brood, salade en muntsaus.’

Helaas is het voor vluchtelingen in Nederland bijna onmogelijk om een onderneming te starten, merkt Hasan. ‘Om een onderneming te starten heb je geld nodig, maar wie wil er investeren in een vluchteling? Het systeem faciliteert ons daar niet in.’

Ondanks de tegenslagen die hij in zijn leven heeft meegemaakt, is Hasan hoopvol. Hij laat zich graag inspireren door andere vluchtelingen die wel zijn geslaagd in het starten van een eigen onderneming.

‘Ik las laatst over een vluchteling die Syrische kaas maakte door samen te werken met een Nederlandse melkboer. Hij kocht al de melk op en de boer hielp hem om zijn onderneming te starten. Dat is zoiets moois. Ondanks alles zijn er toch nog altijd mensen die het goede in anderen zien en in je geloven. Ik hoop dat ik zo iemand op een dag ook mag tegenkomen.’

‘Nieuwe’ trend in Turkije: cancelen Koerdisch-talige evenementen

0

De repressie van de Koerdische cultuur in Turkije lijkt weer terug van nooit helemaal weggeweest. De afgelopen week zijn vier Koerdisch-talige evenementen – drie concerten en een theatervoorstelling – gecanceld, meldt de Turkse nieuwssite Turkish Minute.

Zo is een openluchtconcert van de beroemde Koerdische zangeres Aynur Dogan (foto) door de gemeente Derince, waar de AKP van Erdogan aan de macht is, geannuleerd.

Volgens de lokale burgemeester zouden ‘de benodigde vergunningen’ niet zijn aangevraagd, maar de organisator zegt ‘dat daar niks van klopt’. Velen beweren dat het met de Koerdische afkomst van Ðogan te maken heeft.

Dogan zelf heeft op sociale media ook gereageerd op het verbod: ‘Wij zijn geen boksballen om je spieren op te kweken, wij zijn juist een kans om je hart en bewustzijn te versterken.’

Berfin Emektar, wiens Koerdisch-talige theatervoorstelling over Don Quichot in Diyarbakir is geannuleerd begrijpt er ook niks van: ‘Ze zeggen dat ze de Koerdische taal niet verbieden, maar geven ook geen andere reden. Eigenlijk moeten ze openlijk zeggen dat de Koerdische taal verboden is in Turkije. Maar ze kunnen ons niet intimideren met zulk flauwekul’.

De Koerdische cultuur werd in Turkije sinds het begin van de republiek ontkend. De Koerden zijn decennialang slachtoffer geweest van racistische assimilatiepolitiek. Koerden zouden ‘bergturken’ zijn volgens het seculiere eenpartijregime van Atatürk.

Met de AKP van Erdogan waaide er een nieuwe wind in Turkije, die de Koerdische taal en cultuur meer ruimte leek te geven. Maar dat is sinds het mislukken van het vredesproces met de PKK in 2015 bijna volledig tenietgedaan.

Wat is ecofascisme? Ideologie van de Buffalo-schutter uitgelegd

0

De achttienjarige extreemrechtse terrorist Payton Grendon, die afgelopen weekend in de Amerikaanse stad Buffalo tien mensen doodschoot in een supermarkt, noemt zichzelf een ‘ecofascist’. Wat is ecofascisme?

‘Ik zou mezelf liever een populist noemen’, schreef Gendron in een 180 pagina’s tellend manifest. ‘Maar je kunt me een etnonationalistische ecofascistische nationaal socialist noemen als je wilt, ik zou het niet oneens met je zijn.’

Ecofascisme is een begrip dat wordt gebruikt om mensen te beschrijven die groene politiek of klimaatactivisme koppelen aan fascistische of extreemrechtse ideologieën. Een belangrijk kenmerk van ecofascisme is het geloof in de omvolkingstheorie, die stelt dat witte mensen worden bedreigd door ‘overbevolking’ door mensen van andere etnische oorsprong.

Ecofascisten beweren vaak dat overbevolking de voornaamste bedreiging voor het milieu vormt. Ze zeggen dat de enige oplossing het stoppen van immigratie is, of zelfs het uitroeien van niet-witte bevolkingsgroepen. Zo schreef Brenton Tarrant, de extreemrechtse terrorist die in 2019 in Nieuw-Zeeland 51 moslims vermoordde, dat de ‘indringers’ (migranten) ervoor zorgen dat wereld overbevolkt raakt. ‘Dood de indringers, maak een einde aan overbevolking en red op die manier het milieu’, schreef Tarrant in zijn manifest.

Patrick Crusius, die enkele maanden na Tarrant 23 mensen vermoordde in de Texaanse stad El Paso, verklaarde dat zijn aanval ‘een reactie was op de Spaanse invasie van Texas’. Hij noemde zijn manifest The inconvenient truth, een duidelijke verwijzing naar de milieudocumentaire van Al Gore uit 2006. Crusius legde ook een verband tussen milieuvervuiling en migratie. ‘Als we genoeg mensen kwijt kunnen raken, dan kan onze manier van leven duurzamer worden.’

Gendron beschouwt Tarrant en Crusius als zijn grote voorbeelden, naast Anders Breivik, Dylann Roof en enkele andere extreemrechtse massamoordenaars. Maar het is Gedron, behalve om het ‘witte ras’, ook om het milieu te doen. Volgens  hem heeft extreemrechts het klimaatvraagstuk te lang aan links overgelaten. ‘Links heeft alle discussies over milieubescherming gemonopoliseerd, terwijl links tegelijkertijd zelf leiding geeft aan de het proces van de vernietiging van de natuurlijke omgeving, door massa-immigratie en ongecontroleerde verstedelijking.’

Het ecofascisme heeft zijn wortels in de nazi-ideologie, waar het traditionele leven van de ‘rasechte’ Duitsers op het platteland werd verheerlijkt, tegenover de stad – vooral het kosmopolitische Berlijn van de Weimarrepubliek – waar de kapitalisten, communisten, kunstenaars en Joden woonden. Tot de vroege ecofascistische denkers behoort de in Frankrijk geboren Griekse fasciste Savitri Devi, die met de nazi’s collaboreerde. Ze was vegetariër en vertolkte in haar geschriften groene opvattingen.

Libanees politicus onder vuur vanwege genocide-tweet richting Syriërs

0

Een nieuw gekozen lid van het Libanese parlement is in opspraak gekomen vanwege een oude tweet waarin ze oproept tot genocide. Het doelwit: Syrische vluchtelingen in Libanon, meldt de website Middle East Monitor.

In de tweet uit 2016 schreef politica Cynthia Zarazir: ‘Samen voor de genocide van Syriërs, het kan me niet schelen welk geslacht of welke sekte. Ze hebben niets anders gedaan dan Libanon problemen veroorzaken’.

Op tv verontschuldigde Zarazir zich onlangs voor haar taalgebruik. Maar ze hield vol geen spijt te hebben van haar standpunt over Syriërs.

‘Het spijt me dat ik het woord ‘genocide’ gebruik. Ik heb een fout gemaakt en ik geef in het bijzijn van iedereen toe dat ik ongelijk had. Ik heb echter geen spijt van mijn standpunt over Syrische vluchtelingen.’

In Libanon verblijven meer dan 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen. Veel Syriërs maken discriminatie mee door Libanese burgers en de Libanese autoriteiten. In sommige steden bestaan zelfs een avondklok en loonbeperkingen voor Syrische vluchtelingen.

India: hindoe-nationalisten willen moslims weren uit moskee

0

Hindoe-nationalisten in het noorden van India hebben een zaak aangespannen bij de rechter om moslims het bezoek aan de historische moskee in de Indiase stad Mathura te ontzeggen.

De moskee zou zijn gebouwd op tempelresten en de hindoe-nationalisten willen hier opgravingen naar doen.

Eerder werd in de Indiase stad Varanasi een grote moskeedienst van moslims verboden vanwege de ‘vondst’ van een beeld van de hindoegod Shiva in de moskee (foto). Maar moslims beweren dat er sprake is van oplichting en dat de hindoe-nationalisten religieuze spanningen willen opwekken.

Mathura en Varanasi liggen allebei in het politieke kiesdistrict van de hindoe-nationalistische premier Narendra Modi.

Intussen willen hindoe-nationalisten ook een onderzoek starten in andere moskeeën in India.

‘Iran chanteert Europese landen met dreigende executie Zweedse arts’

0

Iran dreigt de Iraans-Zweedse wetenschapper Ahmadreza Djalali op elk moment te executeren, waarschuwt Amnesty International.

Djalali (50) is een expert in spoedeisende geneeskunde. Hij werd in 2016 gearresteerd in Iran en een jaar later ter dood veroordeeld omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan spionage en medeplichtigheid zou zijn aan de dood van twee Iraanse nucleaire experts.

Dit proces was oneerlijk en Iran probeert Zweden te chanteren met Djalali, meldt Amnesty.

In Zweden staat voormalig gevangenisdirecteur Hamid Noury terecht staat voor zijn vermeende betrokkenheid bij de bloedbaden in Iraanse gevangenissen in 1988. Iran wil graag dat Noury wordt vrijgelaten.

Daarnaast oefent Iran volgens Amnesty druk uit op België, waar de voormalige Iraanse diplomaat Assadollah Assadi een gevangenisstraf van twintig jaar uitzit voor het voorbereiden van een bomaanslag in Parijs in 2018.

‘De Iraanse autoriteiten moeten alle plannen om Ahmadreza Djalali te executeren stopzetten, hem onmiddellijk vrijlaten en herstelbetalingen aanbieden voor de schade die ze hem hebben aangericht’, aldus Amnesty.

Vorige week liet het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken weten dat de executie van Djalali mogelijk wordt uitgesteld, maar dat dit zeker geen afstel betekent.

VS: Huis van Afgevaardigden wil meer doen tegen binnenlands terrorisme

0

Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft in meerderheid gestemd voor de Domestic Terrorism Prevention Act, die pleit voor een nieuwe taskforce om op federaal niveau binnenlandse terreurdreigingen te onderzoeken.

De enige Republikeinse Afgevaardigde die voorstemde was Adam Kinzinger uit Illinois. Hij is een lid van de Congrescommissie die de Capitool-bestorming door aanhangers van Donald Trump onderzocht.

Zondag nog vond een rechtsextremistische aanslag plaats in Buffalo in de staat New York, waar de achttienjarige Payton Grendon tien mensen vermoordde in een zwarte buurt.

Twee jaar geleden wilde het Huis binnenlands terrorisme aanpakken met een wetsvoorstel dat het bezit van vuurwapens meer aan banden zou leggen, maar dit voorstel sneuvelde in de Senaat.

Daarom pleiten de Democraten nu voor de oprichting van een speciale taskforce van de federale overheid die binnenlands terrorisme moet bestrijden. De taskforce moet elk half jaar met een rapport komen over de terrorismedreigingen op nationaal niveau, inclusief de dreigingen van extreemrechtse groeperingen.

Toch is de kans groot dat ook dit wetsvoorstel sneuvelt in de Senaat. De Republikeinen, die daar in de meerderheid, zijn doorgaans tegen het versterken van de macht van de federale overheid.

Wie wil Europa verdedigen als Europeanen daar zelf niet toe niet bereid zijn?

0

Met een vriend die in het recente verleden heeft gevochten in het Nederlandse leger besprak ik onlangs de bereidwilligheid van Nederlanders om te vechten voor hun land. Het conflict in Oekraïne bracht ons bij elkaar om de huidige ontwikkelingen in de wereld te bespreken.

‘Maak je zorgen’, zei hij tegen mij. ‘Als de Russen voor ons (Nederland) komen, zullen er nog maar weinig jongeren voor dit land willen vechten. De meesten van hen zullen dit ofwel niet doen, ofwel vluchten.’

We kunnen aannemen dat mijn vriend gelijk heeft. Volgens recent onderzoek is slechts 16 procent van de Nederlanders bereid om zijn land te verdedigen. In vredestijd is dit niet erg problematisch. Tot voor kort dachten we nog dat oorlogen in Europa tot het verleden behoorden. Maar met een agressor in onze oostelijke achtertuin hebben Europese landen nu een probleem.

Staan wij – Nederlanders – hierin alleen? Niet echt. Dit is een Europees probleem. Uit een Gallup-peiling uit 2015 blijkt dat alleen in Finland, Zweden en Griekenland een meerderheid van de bevolking bereid is het vaderland te verdedigen. Zelfs in een patriottische natie als Frankrijk is dit slechts 29 procent.

Waarom dit problematisch is? Over het algemeen zijn de Europese legers zwak. Europese NAVO-leden leunen te veel op de VS voor bescherming. En we weten niet of die bescherming voor altijd zal blijven bestaan.

Ook laat de oorlog in Oekraïne zien dat de tijd van vrede in Europa misschien voorbij is. We moeten klaar staan voor conflicten. Maar dat zijn we niet.

In deze eeuw hebben we sterkere legers en een weerbaardere bevolking nodig

Het verzet van het Oekraïense leger en volk tegen de Russische agressie laat ons zien dat de bereidheid om terug te vechten een cruciaal verschil kan maken in geval van oorlog. Het is zeer de vraag of Nederland en andere EU-landen dezelfde weerstand zullen tonen. Dat geeft reden tot zorg over de toekomst.

De Russen staan ​​nog niet voor onze deur. Ze winnen niet eens in Oekraïne. Op dit moment lijkt het erop dat ze de oorlog zelfs aan het verliezen zijn, wat mogelijk zal leiden tot een minder agressief Rusland. De dreiging is dus niet imminent. We hebben tijd om aan dit probleem te werken.

We kunnen investeren in onze legers en in onderzoek en ontwikkeling. We moeten onze bevolking voorbereiden op de eenentwintigste eeuw, waarin oorlog nog steeds een reële mogelijkheid is. Speciale aandacht voor patriottisme en patriottische waarden voor de jeugd kan hierbij helpen. En uiteindelijk moeten we onze eigen Europese defensiecapaciteiten opbouwen, misschien zelfs een Europees leger.

Zal dit allemaal echt nodig zijn? Misschien niet. Deze oorlog kan een uitzondering blijken te zijn, een anomalie. De Pax Americana zou kunnen worden hersteld en misschien is de Oekraïne-oorlog wel de laatste oorlog in Europa in deze eeuw. Toekomstige generaties zullen zich misschien nooit zorgen hoeven te maken over de keuze om wel of niet voor hun land te hoeven vechten. Geweld neemt immers af, zoals boeken als Steven Pinker’s The better angels of our nature ons laten zien.

Niettemin moeten we altijd op het ergste voorbereid zijn. In deze eeuw hebben we sterkere legers en een weerbaardere bevolking nodig, die bereid is om het vaderland te verdedigen als het moet. Als we niet voorbereid zijn op een worst case scenario, kunnen we mogelijk ernstige gevolgen ondervinden.

Israël hekelt Nederland om bezoek Hoekstra aan Palestijnse NGO

0

Israël eist tekst en uitleg van de Nederlandse ambassadeur omdat minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) de volgens Israël terroristische Palestijnse NGO Al-Haq heeft ontmoet. Dit melden Israëlische media.

‘Ambassadeur [Han] Docter zou het Nederlandse standpunt graag opnieuw bevestigen tijdens de reguliere ontmoeting met het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken’, zegt het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in antwoordt op het Israëlische verzoek. Hoekstra zou dit onderwerp ook al hebben besproken met zijn Israëlische collega.

Hoekstra sprak gisteren met Al-Haq in de Palestijnse stad Ramallah, tijdens zijn eerste reis naar Israël en Palestina sinds zijn aantreden in januari. Israël heeft Al-Haq en vijf andere Palestijnse NGO’s vorig jaar op de terreurlijst gezet.

‘Je moet hier naar de feiten kijken’, zei Hoekstra na afloop van zijn bezoek woensdag tijdens een persconferentie in Jeruzalem. Hij legde uit dat hij geen enkel bewijs had gezien dat aantoonde dat Al-Haq links heeft met terrorisme.

‘Er is geen enkele Europese staat die tot dezelfde conclusies is gekomen als Israël – ook de Verenigde Staten niet.’

Toch gaf hij Israël een opening: ‘Als er bewijs is, dan moeten we het zien en moeten we het [Nederlandse standpunt] herzien.’ Volgens Hoekstra is de beschuldiging van terrorisme onvoldoende. Israël, een land dat de beginselen van de rechtsstaat onderschrijft, moet dit ook kunnen aantonen.

Hoekstra zei ook dat ‘Nederland de beschuldigingen van terrorisme zeer serieus neemt’. Ons land had Israël daarom om aanvullende informatie gevraagd, waaruit duidelijk zou moeten worden waarom Al-Haq en vijf andere NGO’s op de terreurlijst waren gezet.

Hoekstra: ‘De informatie die wij ontvingen werd zorgvuldig beoordeeld. De aan Nederland verstrekte informatie was echter niet voldoende gedetailleerd of specifiek om de vermeldingen (op de terreurlijst) te rechtvaardigen en er consequenties aan te verbinden, en ook niet aan onze medewerking.’

Het demissionaire kabinet Rutte-III had aan begin januari de financiering van een andere NGO op de Israëlische terreurlijst begin januari verlaagd, maar het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat dit was gedaan op basis van ‘de resultaten van een onafhankelijke en externe beoordeling’.

De Kanttekening sprak vorig jaar met de directeur van Al-Haq: ‘Israël is bezig met een lastercampagne.’

Israël staat extremistische vlaggenmars door Oost-Jeruzalem toe

0

De Israëlische autoriteiten hebben extreemrechtse Israëlische groepen toestemming gegeven om op 29 mei een mars door het bezette Oost-Jeruzalem te organiseren.

Vorig jaar vond deze rechtsextremistische mars ook plaats (foto), waarbij demonstranten ‘Dood aan de Arabieren’ scandeerden. De mars riep in Israël en daarbuiten veel verontwaardiging op.

De mars is bedoeld om de verovering van Oost-Jeruzalem in de door Israël gewonnen oorlog van 1967 te vieren. De Israëlische annexatie van Oost-Jeruzalem is een stap die internationaal niet wordt erkend. Veel Palestijnen willen dat Oost-Jeruzalem de hoofdstad wordt van een toekomstige Palestijnse staat.

De extreemrechtse mars kan voor extra spanningen zorgen, bovenop de spanningen die de laatste tijd al waren opgelopen. Vorige maand vielen Israëlische agenten het Al Aqsa-moskeecomplex in Oost-Jeruzalem enkele keren binnen, naar eigen zeggen om relschoppers op te pakken. En deze week trad de politie in Oost-Jeruzalem hard op tijdens de begrafenis van de vermoorde Palestijnse journaliste Shireen Abu Aqleh, waardoor haar kist bijna op de grond viel.

Een van de kistdragers is gearresteerd en zit nu in eenzame opsluiting, volgens zijn advocaat.