15.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 623

D66 Dordrecht ontploft door ‘Turkse kwestie’, verdwijnt van stembiljet

0

D66 doet in 2022 niet mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van Dordrecht. Dit besluit het landelijk partijbestuur in reactie op de ruzie binnen D66 Dordrecht over discriminatie van Turkse Nederlanders in de partij, meldt RTV Rijnmond.

Directe aanleiding van de ruzie was een optreden van het Turks-Nederlandse D66-raadslid Osman Bosuguy in het tv-programma Nieuwsuur op 9 maart, daags voor de verkiezingen. Bosuguy vertelde over discriminatie tegen hem binnen de partij en had zijn fractiegenoten hiervan niet eerst op de hoogte gesteld.

Daarop wilden fractieleden Paul Tiebosch en Dirk Loekemeijer Bosuguy uit de fractie te zetten. De eveneens Turks-Nederlandse fractievoorzitter Ahmet Polat koos partij voor Bosuguy, waardoor de fractie in tweeën werd gesplitst.

Het boterde al langer niet tussen de Turks-Nederlandse en autochtoon-Nederlandse D66-raadsleden in Dordrecht. Dit kwam mede door het feit dat Bosuguy en Polat in 2018 door middel van voorkeurstemmen in de raad werden verkozen. Hierdoor verloren ervaren D66-raadsleden hun zetel.

Het landelijk bestuur van D66 heeft geen partij in de kwestie gekozen. Wel heeft het dys besloten om rigoureus een streep te zetten door deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen.

Ramadanreflectie: weg met de oude allochtonenpolitiek

0

Ramadan is back in town. Er is geen ontkomen meer aan. Miljoenen moslims over de hele wereld gaan er weer aan geloven. Een maand lang, van zonsopgang tot zonsondergang, mogen gelovigen niet eten, drinken, roken of seksuele handelingen verrichten, vanaf het ochtendgloren totdat de zon weer kopje onder gaat.

Oké, de gemiddelde Hollander zou vast nu al zijn afgehaakt met dit te lezen. Maar voor de doorzetter kan ik als vaste ramadangast zeggen dat het even wennen is, de eerste paar dagen. Maar daarna, eerlijk waar, is het zo onderdeel van je routine geworden, dat je nooit meer wil dat het stopt. (Dat laatste is uiteraard niet gemeend, maar eerder bedoeld als oppepper voor de aankomende periode van gezwoeg, gezwijg en zoeken naar zingeving. You can do it, Tayfun!)

Het is wel eens anders geweest. Dat hele gebeuren kon mij gestolen worden met de ramadanpolitie aan je broek, de uitbundige iftars waar je tot kotsens toe ongemakkelijk van werd, naar de moskee voor het gebed, enzovoorts. Tien jaar lang heb ik de ramadan zelfs geboycot, in mijn ‘niet zo religieuze periode’.

Ik vertikte het om me te conformeren aan de hypocrisie, zoals ik dat toen vond en nog steeds vind als ik sommige dreries zie: de rest van het jaar de boel verstieren, en dan tijdens ramadan van zonsopgang tot zonsondergang de heilige moslim spelen. Ga lekker fietsen met je pleuris-ramadan, dacht ik.

Niet dat ik nu een übermoslim ben ofzo, maar ramadan ben ik toch steeds meer gaan waarderen. Het is gewoon een moment van reflectie in het drukke bestaan waar iedereen een mening heeft over ditjes en datjes. Zo moet ik aan het begin van deze glorieuze periode – je weet inmiddels waarom ik deze bijvoegsels gebruik – aan ex-Kamervoorzitter Khadija Arib denken. Hoe zou zij deze ramadan ervaren?

We hebben allemaal haar gepijnigde blik kunnen aanschouwen toen de Kamer haar kandidatuur naast zich neerlegde, waardoor de weg werd geopend voor Vera Bergkamp van D66.

Zou ze ‘tfoe’ hebben gezegd? ‘Zó lang heb ik Martin Bosma van de PVV mee laten rijden naar Amsterdam, en dan krijg je alsnog Hollandse stank voor dank.’ Zou ze dat werkelijk hebben gedacht? Of maak ik mij nu schuldig aan leedvermaak, iets dat je tijdens de ramadan juist moet bezweren?

Nee, hoor. De ramadan is ook een periode waarin we, op z’n Turks, ‘scheef zitten en recht praten’ – of, op z’n Hollands gemixt, ‘scheeftoe’ rechtaan de waarheid vertellen. En daarom moeten we het hebben over de allochtonenpolitiek die in Nederland dominant is.

Arib is daar, samen met de burgemeesters Ahmed Aboutaleb en Ahmed Marcouch, al jaren de grootste vertegenwoordiger van. Het zijn dankbare allochtonen, die duizenden moslims voor bussen gooien en daarna weer overgaan tot de witte orde van de dag.

Arib, Marcouch en Aboutaleb zijn dankbare allochtonen, die duizenden moslims voor bussen gooien en daarna weer overgaan tot de witte orde van de dag

Bij Arib werd dat meerdere malen heel zichtbaar in Kamerdebatten, waar ze bijvoorbeeld Farid Azarkan van Denk onheus behandelde: steeds afkappen, tussenbeide komen, kort houden. Ook Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk viel zo’n allochtone behandeling door een mede-allochtoon ten deel.

In Nederland gaat dat goed, totdat je het in je ‘allochtone hoofd’ haalt om witte Kamerleden van de oude politiek op die manier te behandelen. Dan ben je opeens ‘achterbaks’, ‘koppig’ en te ‘eigengereid’, aldus anonieme bronnen tegen RTL Nieuws.

Hoezeer ik ook kritisch ben op Arib en andere dankbare allochtonen: deze witte terechtwijzingen van andere allochtonen, ook in de media, raken ook mij. En dan voel ik medelijden met mijn vroegere rolmodellen.

Daarom lijkt het mij goed om deze ramadan te gebruiken om voor eens en altijd afscheid te namen van de oude allochtonenpolitiek. Die mag in de prullenbak, net als de oude politiek van Mark Rutte. Ik hoop dat Sigrid Kaag meeleest.

Een fijne ramadan allemaal!

Evangelische club: ‘Bid in de ramadan voor moslims zodat ze Jezus vinden’

0

De evangelische organisatie Frontiers organiseert vanaf morgen een gebedsactie voor moslims. De organisatie beoogt hiermee dat moslims de weg naar Jezus Christus vinden, meldt het Reformatorisch Dagblad.

Een medewerker vertelt dat ze regelmatig verhalen hoort van moslims die gedroomd hebben over Jezus, of zelfs een visioen hebben gehad waarin ze hem ontmoeten.

‘We geloven dat God onze gebeden hoort en op Zijn manier gebruikt om moslims tot Hem te brengen.’

Frontiers is een organisatie van evangelische christenen, christenen die de nadruk op Jezus leggen en geloven in een ‘geestelijke strijd’ tussen engelen en demonen.

De organisatie houdt deze gebedsactie voor moslims al sinds 1992. Frontiers verwacht dat zo’n 4.000 Nederlandse christenen aan de gebedsactie meedoen.

‘Wij verlangen dat God wordt grootgemaakt door groepen moslims die nu nog nooit van Hem hebben gehoord’, aldus Frontiers op de eigen website. ‘Onze missie: met liefde en respect nodigen wij alle moslimvolken uit Jezus te volgen.’

Veel evangelische christenen beschouwen de islam als een duivelse macht, aldus onderzoeksjournalist Sander Rietveld in zijn boek Nieuwe kruisvaarders. Evangelische christenen geloven dat de kracht van gebed helpt in de geestelijke strijd tegen de duivel en zijn demonen.

Moslims geloven dat Jezus, die in de Koran ‘Isa’ wordt genoemd, een belangrijke profeet is. Volgens christenen is Jezus de Zoon van God.

Franse moskee beklad: ‘De kruistochten zullen worden hervat’

0

De muren van de Avicenna-moskee in de Franse stad Rennes zijn door moslimhaters beklad. De actie van de vandalen volgde amper twee dagen na een vergeefse poging tot brandstichting op een moskee in Nantes.

De Franse anti-moslimhaatactivist Abdallah Zekri schrijft deze aanvallen toe aan ‘het bagatelliseren van scherpe kritiek op de islamitische religie’ en de voortdurende haat op (social) media tegen moslims.

Minister Gérald Darmanin (Binnenlandse Zaken) heeft de aanval veroordeeld: ‘Aanvallen tegen moslims zijn aanvallen tegen de Republiek’, zei de minister nadat hij de moskee in Rennes bezocht.

‘De kruistochten zullen worden hervat’, schreven de vandalen onder meer. De kruistochten vonden van de late elfde eeuw tot de late dertiende eeuw plaats, en hadden als doel om Palestina te heroveren op de moslims. Ook de Reconquista (‘herovering’) van Spanje op de islamitische Moren (achtste eeuw – 1492) was een kruistocht.

Ook was de moskee beklad met christelijke kruizen, het jaartal 732 en de tekst ‘Karel Martel, red ons van deze verraders’. De Frankische staatsman en legeraanvoerder Karel Martel, de grootvader van keizer Karel de Grote, versloeg in 732 de Arabieren in de slag bij Poitiers. Volgens sommige historici was deze veldslag een cruciale overwinning van het christendom op de islam, waarbij Karel Martel een islamitische invasie in West-Europa stopte.

Erdogan: ‘islamofoob’ Europa tolereert niet dat ‘Turkse diaspora sterker wordt’

0

De Turkse president Erdogan zei gisteren dat de Westerse landen niet willen erkennen dat ‘de Turkse diaspora sterker wordt’. Dit meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu.

‘Natuurlijk wekt deze situatie hoop bij ons, maar het wordt een nachtmerrie voor anderen’, zei hij tijdens een toespraak in Istanbul. ‘Degenen die nog steeds proberen Europese Turken in de nauwe patronen van de jaren zestig te persen, willen de realiteit van een groeiende en versterkende diaspora niet accepteren.’

De president doelde hier onder meer op de Franse ‘anti-separatismewet’. Dat is een wetsvoorstel van de regering-Macron om de radicale islam en ‘ongewenste buitenlandse invloed’ aan te pakken. Veel moslims, Erdogan voorop, vinden het Franse beleid ‘islamofoob’.

‘Islamofobie is een van de belangrijkste instrumenten geworden voor westerse politici om hun falen te verdoezelen’, zei Erdogan ook. Volgens hem nemen nu ook media, academici, schrijvers en ministers hun toevlucht tot de ‘populistische methode’. Ook niet-Turkse moslims en andere niet-westerse minderheden zijn slachtoffer van deze ‘racistische golf’, benadrukte de president.

‘Ook al zijn de statistieken slechts het topje van de ijsberg, zij tonen duidelijk aan dat het cultureel racisme in Europa toeneemt. Het aantal haatmisdrijven is het afgelopen jaar verdubbeld ten opzichte van de jaren daarvoor’, aldus Erdogan.

De Turkse president onderstreepte dat de rechten van moslimvrouwen zowel in de openbare als in de privésfeer in Europa worden geschonden. Volgens de president beperken veel Europese landen de werkgelegenheid, het sociale leven en de onderwijsmogelijkheden voor vrouwen die een hoofddoek dragen. In Frankrijk mogen meisjes op school geen hoofddoek dragen.

Shirin Musa aan ‘bondgenoot’ Macron: ‘Verbied huwelijkse gevangenschap’

0

In een oproep aan Emmanuel Macron vraagt de Nederlandse vrouwenrechtenactiviste Shirin Musa de Franse president een einde te maken aan huwelijkse gevangenschap.

De onmogelijkheid om een ​​religieus huwelijk te ontbinden bestaat in alle religieuze tradities, maar voor moslimvrouwen zijn de gevolgen het ernstigst, schrijft de voorvrouw van Femmes For Freedom in de Franse krant le Monde.

Ze ziet Macron als medestrijder: ‘Ik, een moslim uit Nederland, erken u, meneer de president van de Franse Republiek, als bondgenoot. Een bondgenoot voor de mensenrechten van elke burger, man of vrouw. Een bondgenoot tegen alle extremisten, of ze nu extreemrechts of fundamentalistisch zijn.’

Sinds de onthoofding van geschiedenisleraar Samuel Paty, die zijn klas een Mohammed-cartoon toonde, is de roep om het islamisme aan te pakken luider gaan klinken. Macron wil het islamisme aanpakken met een ‘anti-separatismewet’, een bundeling van maatregelen die op dit moment wordt behandeld door het Franse parlement. In de wet staat onder meer een verbod op ‘maagdelijkheidscertificaten’ voor meisjes af te geven en harde actie tegen gedwongen huwelijken en polygamie.

‘Deze maatregelen dragen bij aan de verbetering, toepassing en eerbiediging van de grondrechten van moslimvrouwen’, schrijft Musa, maar Frankrijk moet volgens haar ook huwelijkse gevangenschap aanpakken. Daar maakt Musa zich met Femmes for Freedom in Nederland nu tien jaar hard voor.

Deze strijd moet Frankrijk voeren ‘met alle mogelijke middelen’, schrijft ze. ‘Omdat het een onhoudbare situatie is, waarin vrouwen worden gegijzeld en waarin hun leven in een hel veranderen kan – wat soms leidt tot mishandeling of de dood.’

Musa is binnen linkse en islamitische kringen niet onomstreden. Ze sprak op een bijeenkomst van Forum voor Democratie en werkte voor een postercampagne samen met een wethouder van Leefbaar Rotterdam. Deze postercampagne, waarbij interreligieuze liefde centraal stond en onder meer een afbeelding van een zoenende jood en moslima werd getoond, viel in slecht aarde bij bijvoorbeeld feministe Anja Meulenbelt en BIJ1-politica Sylvana Simons en werd toegejuicht door onder meer GeenStijl en het seculier-linkse platform Vrij Links.

De meerwaarde van meertaligheid in het onderwijs

0

Dat meertaligheid aanwezig is in Nederland is duidelijk. Toch wordt in het onderwijs de nadruk gelegd op het spreken van de Nederlandse taal, om zo de integratie te bevorderen en taalachterstanden weg te werken. Vaak gaat dit ten koste van meertaligheid. Maar het spreken van meer talen is juist een meerwaarde, vinden taalwetenschappers.

In Nederland zijn meer dan 2,5 miljoen mensen opgegroeid met een andere taal. Nederland wordt dan wel diverser, maar deze toenemende diversiteit vertaalt zich niet in meer aandacht voor meertaligheid, stelde de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in 2018. Engels heeft als lingua franca een dominante status en wordt in het onderwijs doorgaans behandeld. Daarnaast zijn Duits en Frans belangrijk. Maar andere talen, zoals het Arabisch en Turks, blijven vaak nog buiten beschouwing.

Taalkundige Maaike Verrips, oprichter van het kenniscentrum Meertalig.nl, legt uit dat talen een verschillende maatschappelijke status hebben op basis waarvan dit onderwijsbeleid wordt gemaakt. Onderwijsinstanties zijn zich niet genoeg bewust van deze verschillen, zegt ze. ‘Mensen kijken heel anders tegen het Berbers of Arabisch aan, ook in het onderwijs. In Nederland overheerst bij veel scholen het idee om op school alleen maar Nederlands te mogen spreken. Daar zijn ze heel streng in.’

De waardering van een extra taal is gebaseerd op de vraag: hoe kan de taal worden ingezet voor economisch potentieel? Hieronder vallen grotere internationale talen als het Duits, het Spaans en Chinees, maar ook ‘middentalen’ als het Turks of het Pools. Maar meertaligheid biedt ook cognitieve en maatschappelijke voordelen die niet altijd worden erkend, zoals een grotere taalvaardigheid en een bijdrage aan de sociale cohesie, aldus de KNAW, die stelt dat meertaligheid juist een meerwaarde kan zijn voor de Nederlandse kenniseconomie.

Daarbij leidt meertaligheid niet per definitie tot een achterstand ten opzichte van eentalige kinderen, ziet taalwetenschapper Sharon Unsworth (Radboud Universiteit), tevens maker van de meertaligheidspodcast Kletsheads. ‘Wel zijn er veel andere factoren die een rol spelen in een eventuele achterstand van een leerling, die niet verbonden zijn aan meertaligheid. Kinderen waarvan beide ouders Nederlands spreken kunnen ook te maken krijgen met een taalachterstand. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met het ouderlijke opleidingsniveau.’

Met de schoolsluitingen van het afgelopen en huidige schooljaar hebben veel leerlingen leerachterstanden opgelopen. Naar de Nederlandse situatie is nog geen onderzoek gedaan, maar onderzoek naar meertalige Britse leerlingen tijdens de coronacrisis wijst uit dat veel leerlingen een leerachterstand oplopen omdat ouders de onderwijstaal niet spreken en dus moeilijker het lesmateriaal kunnen onderwijzen. Maar er bleek ook een positief gevolg, aldus Unsworth: ‘Omdat er niet veel Engels wordt gesproken thuis, is de thuistaal juist meer ontwikkeld.’

Taalkundige Verrips hoort ook van Nederlandse ouders dat ze meer kans hadden de thuistaal te spreken met hun kinderen tijdens de schoolsluiting, waardoor deze leerlingen beter de thuistaal zijn gaan ontwikkelen. Dat is niet automatisch een probleem voor de Nederlandse taalontwikkeling, meent Verrips.

‘De ouders spreken andere talen en willen hun kinderen ook die talen meegeven. Dat wil niet zeggen dat ze hen niet kunnen helpen met Nederlands huiswerk.’ Een leerachterstand is niet te wijten aan meertaligheid, omdat er ook ouders zijn die zowel het Nederlands als de moedertaal goed beheersen en hun kinderen daarbij kunnen helpen.

‘Scholen moeten beseffen dat ze kinderen en ouders uitsluiten met eentalig onderwijs, dat ze hen en zichzelf benadelen door de manier waarop ze omgaan met andere talen’

Onderzoek uit 2018 toont aan dat de verschillende talen die kinderen spreken tegelijkertijd actief zijn in hun hersenen, aldus Stichting Leerplan Ontwikkeling. De verschillende talen worden opgeslagen in één systeem in de hersenen en blijven dus actief als een leerling Nederlands spreekt. Bovendien hebben de talen ook invloed op elkaar: de moedertaal legt de basis voor de taalontwikkeling en het leren van het Nederlands. Andersom geldt dit ook.

Unsworth: ‘We weten uit onderzoek dat kinderen die hun thuistaal goed ontwikkelen beter een tweede taal kunnen leren. Je hoeft alleen de woorden te leren in de tweede taal, maar niet het concept. Als je de taal nog niet goed hebt ontwikkeld, dan moet je zowel het label (het woord zelf, red.) als het concept erachter leren.’

Unsworth ziet dan ook dat de onderwijswereld sinds vijf jaar langzaamaan wat positiever tegen meertaligheid begint aan te kijken. Zo zijn er initiatieven waarbij leerkrachten de thuistalen van leerlingen betrekken in de klas. Unsworth ziet dat vooral bij nieuwkomers gebeuren, maar het komt ook voor bij andere leerlingen.

‘Er wordt voortgebouwd op de kennis die een leerling al heeft, in plaats van dat die wordt genegeerd. Want dat is eigenlijk wat we doen, als ze de taal bij de deur moeten achterlaten. Hun moedertaal speelt een belangrijke rol voor die leerlingen. Als je die taal meeneemt in de klas dan is dat ook terug te zien in het zelfvertrouwen van de leerlingen.’

Bovendien is er soms ook sprake van ‘translanguaging’: dat meertalige leerlingen hun moedertaal, de lestaal en andere talen waarin ze kennis verwerven mogen inzetten tijdens de les. Daarbij hoeft een docent zelf niet alle talen te beheersen, maar worden leerlingen wel gestimuleerd om alle talen die ze kennen te gebruiken.

Verrips vindt het ook een goed idee om de moedertaal van biculturele leerlingen mee te nemen naar het klaslokaal: ‘Als hun moedertalen gewaardeerd worden in de klas en ze die ook mogen gebruiken om iets te vragen of als ze zich ergens in moeten verdiepen, dan kunnen ze de taal beter ontwikkelen.’

Unsworth stelt onder meer voor om kinderen te vragen naar labels voor belangrijk concepten die ze misschien in een andere taal al kennen, en dit samen te bespreken. ‘Als er meerdere leerlingen zijn die dezelfde taal spreken, dan zouden ze in een groepje mogen overleggen in die taal. Dan kunnen ze echt de inhoud gaan bespreken en het daarna rapporteren aan de rest van de klas.’

Een ander voorbeeld: de Espirit-scholen in Amsterdam, waar leerlingen in verschillende talen examens kunnen afnemen. Leerlingen mogen dan alle talen inzetten die ze kennen om kennis te vergaren. Of neem de 85 drietalige scholen in Friesland, een concept dat is onderzocht door taalwetenschappers Joana Duarte en Günther-van der Meij. Op deze scholen worden het Fries, Nederlands en Engels onderwezen.

Verrips: ‘Het belangrijkste is dat scholen beseffen dat ze kinderen en ouders uitsluiten met eentalig onderwijs en hen en zichzelf benadelen door de manier waarop ze omgaan met andere talen.’

Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld ouders vragen om voor te lezen aan de klas, zoals tijdens de Boekenweek, stelt Verrips voor. ‘Alle kinderen pikken dan iets op van de talen en erkennen dat iedereen verschillende talen spreekt, en dat ze daar plezier in kunnen vinden. Kinderen krijgen de gelegenheid om te stralen.’

Data academici zonder toestemming gedeeld voor ‘diversiteitsbarometer’

0

Data van universiteitsmedewerkers worden zonder toestemming gedeeld met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor een ‘Barometer Culturele Diversiteit’. Dit roept vragen op bij sommigen van hen.

Het gaat om de Vrije Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit, de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam.

Het delen van de gegevens gaat buiten toestemming van medewerkers om. Wel kunnen zij individueel bezwaar maken tegen de opname van hun gegevens aan het onderzoek van CBS. Die termijn verloopt in sommige gevallen al vandaag.

‘Geen zuivere koffie’, aldus Tim Goudriaan (Universiteit Utrecht). Hij doet op de site van Elsevier zijn beklag:

‘De timing en het gebrek aan inspraak en historisch besef van deze aanpak zijn stuitend. De grondslagen en uitzonderingen waarop universiteiten zich beroepen zijn zowel juridisch als ethisch discutabel, en bovendien onvoldoende gecommuniceerd aan de medewerkers die het betreft.’

Ook historicus Geerten Waling, ex-medewerker van de Universiteit Leiden, noemt het zonder toestemming doorspelen van persoonlijke gegevens voor etnische registratie door het CBS ‘beangstigend’.

Universitair docent Susan Verberne (Universiteit Leiden), lid van een ethische commissie aan haar universiteit, beaamt: ‘Ja, dit is problematisch. De informed consent hierover (welke data wordt gedeeld, waarvoor, en hoe?) was heel beperkt. Opt-out gaat via email. Ik begreep dat het volgens de privacy officer voldoet aan de GDPR-regels, maar als ethische commissie zouden wij dit afkeuren.’

In december 2020 stak de Tweede Kamer een stokje voor plannen voor nog meer diversiteit in het hoger onderwijs. VVD, CDA, ChristenUnie, SGP, PVV en Forum voor Democratie wilden geen etnische registratie. Toch blijven universiteiten neigen naar het willen bijhouden van diversiteit.

De Universiteit Utrecht meldt op de eigen website dat het doorgeven van gegevens voor de ‘diversiteitsbarometer’ bij medewerkers tot privacy-zorgen leidde.

‘De Universiteit Utrecht mag niet bijhouden of een werknemer een migratieachtergrond heeft, aldus de universiteit. ‘Toch wil de universiteit in het kader van het diversiteitsbeleid graag weten hoe divers haar personeelsbestand is.’

De universiteiten geven niet rechtstreeks de etnische gegevens van hun medewerkers door, maar andere gegevens. Die zal het CBS zelf koppelen met gegevens die het statistiekbureau al in bezit heeft. Op die manier kunnen universiteiten beter zicht krijgt op de diversiteit van het personeelsbestand en ‘is er beter beleid op te maken’.

Dat de Universiteit Utrecht geen toestemming vraagt aan haar medewerkers ‘is omdat het publieke belang van gelijke kansen op de arbeidsmarkt zwaarder weegt dan privacybelang van individuele medewerkers’.

Dreigbrief voor moskee Almere: ‘Moslims moeten levend verbrand’

0

‘Alle Turken en Marokkanen’ moeten het land uit, staat in een dreigbrief aan de Omar Ibn Al Khattab-moskee in Almere. ‘Mensen van de islam zijn criminelen en moeten levend verbrand worden.’

De brief bevat nog meer bedreigingen: ‘Alle moskeeën moeten plat gebrand worden. Alle Marokkanen en Turken moeten het land uit anders worden jullie vergast, net zoals de joden in Auschwitz. Sieg heil. Adolf Hitler leeft nog.’

Het moskeebestuur is erg geschrokken van de brief en heeft aangifte gedaan, schrijft Omroep Flevoland.

Gemeenteraadslid Hassan Buyatui van de islamitisch geïnspireerde partij Nida maakt zich zorgen over de veiligheid van de moskee (foto). ‘De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om veiligheidsmaatregelen te nemen op basis van dreigingen en risico’s, wanneer een moskee zelf hiertegen geen weerstand kan bieden’, zegt hij.

Nida zal ook een motie indienen om de moskee permanent te bewaken, twittert de politicus.

Meerdere moskeeën zijn onlangs bedreigd. Zo heeft de Almeerse Abou Bakr Assadik-moskee vorige week ook een dreigbrief gekregen, die verstopt was in een luier. ‘Paascadeau voor onze jankerds in onze maatschappij’, stond er in de brief. Ook bevatte de post een afgescheurde Korantekst en een kopie van een Mohammed-cartoon.

Erdogan boos op Italië na ‘populistische’ dictator-beschuldiging

0

De Turkse regering is woedend op Italië, omdat de Italiaanse premier Mario Draghi de Turkse president Erdogan een dictator noemt.

Dit deed Draghi naar aanleiding van ‘sofagate’, het stoelincident tijdens het bezoek van Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Europese Raadsvoorzitter Charles Michel aan Erdogan. Von der Leyen kreeg geen plek op een stoel aangeboden, maar moest op een bankje plaatsnemen.

‘Ik was zeer ontstemd over de vernedering die Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen moest ondergaan’, ze de Italiaanse premier gisteravond tegen de pers. ‘Met deze dictators – laten we ze noemen wat ze zijn – die we desondanks nodig hebben, moeten we afwijkende ideeën en opvattingen over de samenleving eerlijk tot uiting brengen. Maar we moeten ook bereid zijn met hen samen te werken in het belang van het land. Het juiste evenwicht is nodig.’

Dat Draghi Erdogan een dictator noemde heeft in Turkije voor veel beroering gezorgd. De Italiaanse ambassadeur werd op het matje geroepen. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken noemt de woorden van Draghi ‘populistisch, beledigend en onredelijk’.

‘We veroordelen krachtig de onaanvaardbare opmerking van de benoemde Italiaanse premier over onze verkozen president.’