18.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 669

Turksheid brengt net als witheid een overgeërfde blindheid met zich mee

0

Het mag weer. Eén moslim gaat door het lint, en alle moslims hebben het gedaan. Ook zo’n dankbaar onderwerp, net voor de verkiezingen. Alle praatjes over institutioneel racisme tijdens de zomer zijn allang vergeten. We moeten en zullen moslims leren wat ‘vrijheid van meningsuiting’ is.

Succes ermee, witte docenten op zwarte scholen. Maar jullie begrijpen vast wel dat het doordrukken van racistische tekeningen weinig met die vrijheid van meningsuiting te maken heeft. Het is een vrijheid, geen plicht. ‘Waar is mijn vrijheid?’ zullen islamitische leerlingen vragen. Het is niet meer dan logisch dat moslims gaan tegensputteren.

‘We staan samen in de modder’, zou VU-antropoloog Sinan Cankaya wellicht zeggen. Ik liet zijn nieuwe boek Mijn ontelbare identiteiten even staan, toen ik het cadeau kreeg. Het leek me te confronterend om te lezen, dit boek van een andere hoogopgeleide Turkse Nederlander die het net even beter lijkt te hebben getroffen dan een 35-jarige Turkse Amsterdammer die nog bij zijn ouders woont.

Toen de institutionele druk echter te groot werd, heb ik me er toch aan gewaagd. Het bood me troost tussen al die boze tweets door. Het voelde als een gesprek, ook door zijn zweverige stijl, met een lotgenoot die ik nooit heb gehad in mijn studententijd.

Elke krantenkop is een mokerslag, laat Cankaya zien. Bijna in alles wat hij meemaakt – op school tussen witte kinderen, bij een voetbalwedstrijd Turkije-Nederland, bij zijn racistische leraar, toen hij later onderzoek deed bij de politie – wordt hij geconfronteerd met zijn afkomst, vooral door witte mensen die ook racisme en discriminatie in Nederland bagatelliseren. Steeds weer wordt zijn loyaliteit en betrouwbaarheid getest.

‘Meneer Cankaya, u bent zelf Turks, hoe objectief is uw onderzoek dan?’

Cankaya: ‘Het wantrouwen of ik niet een dubbele agenda heb. Deze vragen worden bijna nooit gesteld aan witte onderzoekers.’

‘Heeft u zelf voorbeelden van discriminatie?

Cankaya: ‘Met andere woorden: ik ben alleen interessant als ervaringsdeskundige, om deze verhalen daarna weg te wuiven als anekdotisch’.

‘Kent u andere mensen die zelf discriminatie hebben ervaren?’

Cankaya: ‘Oftewel: gekleurde mensen zijn nuttig om toegang te krijgen tot moeilijk bereikbare groepen, om zo het probleem van witte redacties voor ze op te lossen.’

Het boek is een meesterlijke ontmanteling van vooral witheid: ‘Witte Nederlanders gaan door een crisis, voelen hoe het is om verantwoordelijk te worden gehouden voor iets waar ze geen aandeel in hadden, maar wel de onvoorziene vruchten van plukken, van een oneerlijke geschiedenis die lijnen over de wereldkaarten trok, mensen rangschikte, kapitaal accumuleerde, startposities ongelijk verdeelde, en haar tentakels tot ver in de toekomst strekte.’

Maar Cankaya morrelt ook aan Turksheid. Hoe hij door zijn studie veranderde in een migrant binnen de eigen familie: ‘De pijnlijkste vorm van verplaatsing. Een vreemdeling voor de mensen die het dichtst bij je staan.’ Toch vindt hij praten over Turkije vermoeiend. En weigert hij voorlopig in debat te treden met ‘geharnaste Turkse identiteiten’. Ook neemt hij een voorschot op de kritiek die hij zal krijgen: ‘Ze zullen komen met Koerden en Armenen’.

Natuurlijk zullen ‘ze’ komen. Maar er is een verschil tussen een islamofobe komst en een komst om te leren, te groeien en verantwoordelijkheid te nemen voor de schadelijke en verinnerlijkte vormen van Turksheid die hij en ik in ons dragen.

Tijdens de Armeense Genocide is Yozgat ‘christenvrij’ gemaakt. Massamoordenaar Kemal Bey wordt nog steeds vereerd met een standbeeld

Daar dacht ik aan toen hij Yozgat aanstipte, de stad waar zijn roots liggen, en waar hij zich verveelde tijdens vakanties. ‘De provincie die in opstand was gekomen tegen Atatürk en het Turkse volk had verraden. De plaats van religieuze dwaallichten,’ zegt Cankaya, vooral tegen seculiere Turken, die altijd neerkeken op conservatieve religieuzen die nu hun gram halen met Erdogan.

Er gebeurde toen meer in Yozgat, dacht ik toen ik dat las. In 1915, tijdens de Armeense Genocide, is de stad ‘christenvrij’ gemaakt. Massamoordenaar Kemal Bey wordt nog steeds vereerd met een standbeeld in Bogazliyan. Turksheid brengt net als witheid een overgeërfde blindheid met zich mee voor die oneerlijke geschiedenis.

Cankaya had natuurlijk geen aandeel in de Armeense Genocide. Maar hoe saai Turkije dan ook was tijdens vakanties, wij konden tenminste vrij probleemloos reizen naar de dorpen van onze ouders en grootouders. Een ‘onvoorziene vrucht’ die Armeniërs nooit hebben kunnen plukken. Maar misschien moet ik dat racistische hoofdstuk zelf eens gaan schrijven.

New York: opgepakte moslima’s hoeven niet langer hijab af op arrestatiefoto

0

De New York Police Department (NYPD) heeft besloten het beleid ten aanzien van moslima’s met een hoofddoek te veranderen. Zij hoeven nu niet langer hun hoofddoek af te doen voor een arrestatiefoto, meldt the New York Times.

Met dit besluit trekken Jamilla Clark en Arwa Aziz aan het langste eind. Zij zijn twee hijabdraagsters die de NYPD hadden aangeklaagd, omdat ze gedwongen waren hun hoofddoek af te doen voor een zogeheten mugshot.

De politie heeft nu besloten dat de hijab op mag blijven, zolang het gezicht goed te zien is. De bepaling geldt ook voor andere religies. Orthodoxe joden mogen hun keppeltjes en sjeitel blijven dragen, en sikhs hun tulbanden.

Voor beide dames, beiden gearresteerd vanwege een kleine overtreding, was het afdoen van de hoofddoek een traumatische ervaring. Jamilia Clark (39) barstte in 2017 in tranen uit toen haar werd verteld dat ze haar hijab moest afdoen.

Ook Aziz moest huilen toen ze in datzelfde jaar werd opgepakt er er een mugshot van haar werd gemaakt. Ze beweerde dat de politie haar had vernederd, omdat ze haar hoofddoek moest afdoen in een zaal vol met mannelijk gevangenen.

De advocaat van de twee moslima’s is blij dat de NYPD overstag is gegaan. ‘Nu zullen we geen New Yorkers meer zien die onderworpen zijn aan dit discriminerende beleid.’

Zaandam: ruit Turks-Nederlandse moskee ingegooid

0

Maandagnacht is bij een Turks-Nederlandse moskee in Zaandam met een baksteen de ruit ingegooid. Het is niet bekend wie er achter deze aanval zit. Het moskeebestuur heeft aangifte gedaan.

Het gaat om de Ottomaanse Moskee van de Milli Görüs-beweging. Een van de moskeebestuurders, ontdekte de beschadigingen toen hij naar de moskee ging om reparatiewerkzaamheden te verrichten. Hij lichtte de politie in.

De moskee is voorzien van beveiligingscamera’s. Mogelijk helpen de beelden op deze camera om de dader(s) in de kraag te vatten. De politie zal meer rondes door de wijk doem, meldt RTV Noord-Holland.

Moskeeën in Nederland zijn regelmatig doelwit van aanvallen. De website Republiek Allochtonië van onderzoeker en publicist Ewoud Butter maakte een overzicht van alle incidenten.

Rotterdam: extra info bij ‘koloniale’ straatnaamborden en beelden

0

Een meerderheid van de Rotterdamse gemeenteraad wil dat bij ‘koloniale’ straatnaamborden en beelden meer toelichting wordt gegeven over het koloniale verleden en slavernijverleden.

Naast indiener D66 stemden ook PvdA, GroenLinks, SP, Denk, Nida en ChristenUnie/SGP voor deze motie, zo meldt RTV Rijnmond.

181 Rotterdamse straatnamen verwijzen naar het koloniale verleden, zo bleek uit een onderzoek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV). Het gaat onder andere om de Witte de Withstraat en het beeld van zeevaarder Piet Hein (foto) in het centrum van Rotterdam.

D66 vroeg in de motie ook hoe het college staat tegenover het vernoemen van straten naar helden en heldinnen van kleur, zoals anti-apartheidsstrijders, vrijgevochten tot slaaf gemaakten en vrijheidsstrijders. Het college zal zich hierover buigen.

Vorig jaar besloot Rotterdam een straat te vernoemen naar de Curacaose verzetsheld Tula, een initiatief van activist Simao Miguel.

Twee weken geleden bleek uit onderzoek dat Rotterdam een grote rol heeft gespeeld in de slavernijgeschiedenis. De stedelijke elite en kooplieden waren nauw betrokken bij slavernij. Eén op de acht Rotterdammers stamt af van tot slaaf gemaakten.

Wat de zaak-Gargard betekent voor de strijd tegen online racisme

0

Vorige week zijn 24 mensen veroordeeld voor online haat tegen de zwarte journaliste Clarice Gargard. Hiermee lijkt de eerste angst ingeboezemd bij toetsenbordridders, terwijl slachtoffers van online racisme een voorzichtige opluchting ervaren. Maar de eerste veroordeelde bereidt zich al voor op een hoger beroep. Helpt zo’n zaak eigenlijk wel?

‘Jammer dat ze de slavernij hebben afgeschaft, ik zou de zweep erover halen’ en ‘botsplinters voor de pietenhaters’. Het is een greep uit de 7.600 Facebook-opmerkingen die journaliste en columniste Clarice Gargard in 2018 onder haar livestream kon lezen nadat ze verslag had gedaan van een demonstratie tegen Zwarte Piet.

Daarop ging Gargard naar de politie. Ze onderbouwde haar aangifte met een zelfgemaakte selectie van de tweehonderd kwalijkste opmerkingen. Het vonnis viel vorige week en gaf haar erkenning: 24 verdachten werden veroordeeld vanwege opruiing en aanzetten tot discriminatie, met taakstraffen tot 58 uur en geldboetes tot 450 euro.

Het gebeurt niet vaak dat discriminatie tot aan de rechter toe wordt uitgevochten, mede door capaciteitsgebrek bij het Openbaat Ministerie. Ook het effect ervan is discutabel, geeft het OM zelf aan in haar jaarverslag van 2019: ‘Hoewel het OM een krachtig signaal kan afgeven door strafbare uitingen op internet te vervolgen, zal alleen het strafrecht nooit genoeg zijn om te voorkomen dat steeds nieuwe discriminerende uitingen online verschijnen.’

Maar welke signalen wegen mee voor het slachtoffer zelf? Gargards advocaat Sidney Smeets is daar duidelijk over: ‘Gargard is opgelucht dat de rechtbank steun uitspreekt voor haar. De grens die de rechter trekt is een krachtig signaal. De rechter erkent dat je niet vrij bent om online haat en racisme te verspreiden. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar discriminatie, schelden en oproepen tot moord vallen hier niet onder en zijn strafbare feiten’, zegt Smeets.

‘De grens die de rechter trekt is een krachtig signaal: dat je niet vrij bent om online haat en racisme te verspreiden’

Ook krijgt Gargard van vijftien veroordeelden een symbolische schadevergoeding van 150 euro, terwijl het OM dat verzoek eerder afwees. Smeets: ‘De rechter erkent dat het om racistische opruiing gaat, dus tegen een persoon gericht. Gargard heeft met haar schadeclaims trouwens rekening gehouden met de financiële situatie van de verdachten. Het gaat haar puur om de symboliek.’

Opvallend is de kritische noot die de rechter plaatst bij de keuze van het Openbaar Ministerie om alleen onderzoek te doen naar de tweehonderd Facebook-reacties die het slachtoffer zelf aanleverde. De overige 7.400 opmerkingen blijven ongezien door de politie. De rechtbank noemt deze wijze van selectie ‘onvoldoende zorgvuldig’. Smeets: ‘Burgers horen niet afhankelijk te zijn van wat ze zelf kunnen organiseren, het OM had hier zelf een actievere rol in moeten pakken.’

De Apenheul

Erkenning door de rechter en een grens aan online verbaal geweld zijn de belangrijkste uitkomsten voor het slachtoffer. Maar welke gevolgen heeft de zaak voor de veroordeelden? Denken zij voortaan anders over hun taalgebruik? Advocaat Caroline Pronk stond een verdachte bij, die de volgende reactie plaatste onder het filmpje:

‘Als je ziet wat voor figuren er staan dan snap je al dat deze mensen onderontwikkeld zijn kunnen ze niks aan doen ze kunnen het niet helpen dat ze geen baan hebben ze zitten de hele dag dingen te zoeken om mensen te jennen (…) No more black face willen ze blank worden die zwarte schreeuwers (…) Misschien is er nog wel plek in de apenheul.’

Deze reageerder is veroordeeld voor discriminatie, maar gaat in hoger beroep. ‘Hij heeft meteen afstand gedaan van zijn opmerking en zijn excuses gemaakt’, zegt Pronk. ‘Maar de uitspraak valt onder de vrijheid van meningsuiting. Mijn cliënt wijst er op dat de demonstranten ‘no more blackface’ roepen. Dat vindt hij inconsistent met het opkomen voor mensen met een zwarte huidskleur.’

Over de slotzin zegt Pronk: ‘Naar de Apenheul gaan’ is in Apeldoorn – zijn woonplaats – een gangbare uitdrukking als je iets heel dom vindt. In mijn jeugd in Venlo zeiden we: ‘Die kan met het busje mee naar Venray.’ Daar is een psychiatrische instelling. Ja, de Apenheul is een ongelukkige woordkeuze in deze context, maar mijn cliënt is niet zo begaafd met taal als een columniste zoals Gargard.’

Pronks conclusie over deze zaak? ‘Het taalgebruik van mijn cliënt mag in volume en woordkeuze wel wat minder’, geeft ze toe. ‘Maar de dreiging van een strafblad staat elke dialoog in de weg, terwijl dit onderwerp juist de dialoog nodig heeft. De rechtszaak zet de verhoudingen slechts op scherp en zou een laatste redmiddel moeten zijn, niet een eerste.’

Advocaat Kate Lans verdedigde de schrijver van het bericht over een ‘granaat ertussen gooien’. ‘Het proces was zwaarder dan de straf’, zegt ze. ‘De cliënten vergeten de opschudding van zo’n megazaak nooit meer. Er kwam zoveel media-aandacht dat ik zelfs werd uitgenodigd voor talkshows.’ Vanwege de omvang van de zaak met meerdere zittingsdagen – een dergelijk delict kan zo snel afgehandeld worden als een verkeersboete – zijn de straffen naar beneden bijgesteld.

‘Mensen wanen zich compleet veilig op het internet. Ze hebben geen idee hoever ze kunnen gaan’

De vraag is of het zware proces daadwerkelijk als een waarschuwing klonk aan het adres van zij die meedoen aan dit soort ‘toetsenbordpogroms’, zoals het OM dit typeerde. ‘Niet iedereen kijkt het journaal’, zegt Lans. ‘En zo’n zaak schrikt alleen maar af zolang mensen erover hebben gehoord. Iedereen weet dat discrimineren niet mag, maar pas op het politiebureau komt iemand erachter dat het een strafblad oplevert. Terwijl mensen zich compleet veilig wanen op het internet. Ze hebben geen idee hoever ze kunnen gaan.’

Onderbuikdrek

Een ervaringsdeskundige die de afgelopen tien jaar vele duizenden racistische opmerkingen over zich heen kreeg is Jerry Afriyie, medeoprichter van de stichting Nederland Wordt Beter en Kick Out Zwarte Piet (KOZP). Afriyie ging vijf jaar geleden naar de politie, toen KOZP meer dan tienduizend racistische opmerkingen kreeg op een Facebook-selfie van anti-Zwarte Piet-demonstranten. De politie vroeg KOZP om slechts twintig opmerkingen door te geven.

Afriyie: ‘Om door de politie serieus genomen te worden heb je een massa nodig van duizenden reacties, en naamsbekendheid. En dan nog nemen ze maar twintig zaken in behandeling. Zolang mensen niet adequaat worden gestraft voor racistische uitingen blijft het dweilen met de kraan open.’

Toch maken strafzaken zoals die van KOZP en Gargard wel degelijk een verschil, ziet Afriyie. ‘Racisten en extremisten gaan online berekender het debat aan. Ze uiten zich voorzichtiger. Zij weten dat ze er mee weg kúnnen komen, maar ook dat ze tegen de lamp kunnen lopen.’

‘Niet dat de overtuigingen van die mensen per se veranderen’, gaat Afriyie verder, ‘maar in plaats van hun onderbuikdrek plaatsen ze nu bijvoorbeeld: ‘Ik zal maar niet zeggen wat ik denk.’ Ik vind dat prima. Ik wil gewoon niet geconfronteerd worden met dat racisme. Dan ontstaat er ook ruimte voor welwillende mensen om het gesprek mee aan te gaan.’

‘Racisten en extremisten gaan online berekender het debat aan. Ze uiten zich voorzichtiger’

Inquisitie

Joep Lindeman, universitair hoofddocent Strafrecht aan de Universiteit Utrecht, denkt dat de zaak-Gargard vooral symbolisch is, hoewel hij het toejuicht dat er een juridische grens is getrokken tegen racisme. ‘Ik geloof niet dat er een grote rol voor het OM weggelegd is in de bestrijding van online racisme. Er is gewoon geen capaciteit voor. De samenleving hoopt op een instrument waarmee racisme kan worden uitgebannen. Maar we doen de geloofwaardigheid van het strafrecht geweld aan als we pretenderen dat dát het instrument is.’

Hij kan zich niet vinden in de manier waarop het OM tot een selectie verdachten kwam, namelijk via Gargard. ‘Zorg er als OM voor dat je een beetje meekijkt bij de selectie. Veel daders laten zich leiden door wat anderen roepen. Zijn dat dan degenen die voor de rechter moeten zitten? Deze rechtszaak met enerzijds een stevige advocaat (Sidney Smeets, red.) en twee Officieren van Justitie tegenover een – in mijn beleving – lukrake groep nobodies had iets weg van een Spaanse Inquisitie.’ Onder de verdachten zat bijvoorbeeld een autistische man die zijn driften niet goed onder controle had en gefrustreerd was over het Sinterklaasfeest.

Ook is Lindeman kritisch over de lange doorlooptijd van twee jaar. Dat doet af aan de maatschappelijke impact van deze rechtszaak, vindt hij. Dat het vonnis samenviel in een week met nieuwe coronamaatregelen en de Amerikaanse verkiezingen komt daar nog eens bovenop. ‘Wordt er een keer een grens gesteld aan online taalgebruik, krijgt het zo weinig aandacht’, zegt Lindeman.

Discriminatierecherche

Lindeman ziet meer in snellere en transparantere methodes tegen racisme en opruiing op het internet: ‘Stel alle zevenduizend reageerders gelijk voor de keuze om een kaartje te schrijven met excuses, of een boete te betalen. Het is effectiever om dit soort mensen even na te laten denken over de impact van hun woorden dan ze voor een rechter neer te zetten.’

Ook advocaat Smeets denkt dat het beter werkt om gelijk alle reageerders een boete aan te bieden, en alleen de extreme uitlatingen door te laten gaan naar de rechter. Maar dat niet alleen. ‘Op dit moment herkent het OM discriminatie nog lang niet altijd als slachtoffers een melding maken. Met beter opgeleid politiepersoneel en een discriminatierecherche krijgen slachtoffers de erkenning dat deze delicten zwaar op ze inhakken. Dan kan je verdachten ook zwaarder bestraffen.’

‘Het is effectiever om mensen na te laten denken over hun woorden dan ze voor een rechter neer te zetten’

Op de korte termijn helpt de rechtszaak van Gargard ook andere discriminatieslachtoffers, ziet Smeets. ‘Verschillende mensen vragen mij na deze zaak of zij ook aangifte kunnen doen. Ze voelen zich gesterkt door de uitspraak en gaan hun zaak ook doorzetten.’ Maar Afriyie heeft hier een hard hoofd in: ‘Slachtoffers hebben het vaak genoeg geprobeerd. Ze worden niet serieus genomen of weggestuurd bij het politiebureau. Ze hebben geen vertrouwen meer in de rechtspraak.’

‘Er is geen maatschappelijk probleem dat is opgelost met slechts één middel’, zegt Afriyie. Het strafrecht is volgens hem dan ook niet het enige instrument tegen discriminatie, maar helpt wel tegen de online uitingen ervan.

Deze kinderen van Turkse migranten legden de basis voor het Pfizer-vaccin

0

Het Turks-Duitse echtpaar Ugur Sahin en Özlem Türeci is in één klap wereldberoemd geworden. De twee staan aan de leiding van BioNTech, het bedrijf dat samen met farmaceut Pfizer het vaccin heeft ontwikkeld dat voor 90 procent effectief lijkt in het voorkomen van een coronabesmetting.

Ugur (55) is een zoon van Turkse gastarbeiders. ‘Ondanks zijn prestaties is hij nooit veranderd van ongelooflijk nederig en persoonlijk’, aldus Matthias Kromayer, een investeerder in BioNTech.

Türeci (53) is de dochter van een Turkse arts die naar Duitsland emigreerde. Zij zei in een media-interview dat beiden zelfs op de dag van hun huwelijk tijd maakten voor laboratoriumwerk. BioNTech wil immuumsysteem tegen kanker ontwikkelen.

Vorig jaar bedroeg de beurswaarde van het bedrijf nog 4 miljard, na de aankondiging van het coronavaccin is dat inmiddels gestegen naar 18 miljard. Sahin en Türeci staan daardoor samen in de top 100 van rijkste Duitsers.

Riffijns-Nederlandse nieuwssite offline na ‘aanval door Marokkaanse hackers’

0

De Riffijns-Nederlandse nieuwssite Arif News is offline gehaald door Marokkaanse hackers die critici van het regeringsbeleid monddood willen maken. Dit schrijft Arif News zelf op Facebook.

Arif News is een Nederlandstalige website met nieuws over de Rif, het noordelijke deel van Marokko dat zich door de centrale overheid in Rabat achtergesteld voelt. De website zet de strijd tegen het Marokkaanse regime voort.

‘We weten dat Marokko ons in de gaten houdt’, vertelde Amazigh Ayaou, oprichter van Arif News, vorig jaar aan de Kanttekening.

In 2016 en 2017 vonden in de Rif de protesten plaats voor een verbetering van de leefomstandigheden aldaar. De protesten werden hard de kop ingedrukt en de leiders van de protesten kregen celstraffen tot twintig jaar.

Het zal enkele dagen kosten om de website weer online te krijgen, meldt Arif News. Aan opgeven denkt de site niet. ‘Voor ons is het juist een motivatie om door te gaan. Dat ze ons monddood willen maken is voor ons een bewijs dat we op de goede weg zijn en dat we ze pijn doen ondanks onze simpele middelen!’

Het Marokkaanse regime staat er al langer om bekend dat het onafhankelijke journalisten tegenwerkt. Volgens perswaakhond Committee to Protect Journalists breekt Marokko in de computers en telefoons van journalisten en draait het land de vrije pers de nek om.

VVD Rotterdam pleit voor expositie met cartoons in stadhuis

0

Er moet een tentoonstelling met satirische kunst komen in het Rotterdamse gemeentehuis. De VVD Rotterdam dient vandaag een voorstel met deze strekking in bij de gemeenteraad. Vorige week werd bekend dat een Rotterdamse leraar aan het Emmauscollege moest onderduiken vanwege een cartoon in zijn klaslokaal.

‘Scholen moeten juist een plek zijn waar docenten in vrijheid en veiligheid hun werk kunnen doen’, zegt VVD-raadslid Tim Versnel tegen Dagblad 010. Hij vindt dat de gemeente pal achter docenten moet staan ‘die het lef hebben om moeilijke onderwerpen in hun klas bespreekbaar te maken.’

Iedere klas in Rotterdam die het vak maatschappijleer krijgt moet de tentoonstelling bezoeken, vindt de VVD-fractie. ‘Satire en spot zijn onlosmakelijk verbonden met een vrije democratie. Juist daarom is dit de juiste weg’, aldus fractieleider Vincent Karremans.

‘Als je niet tegen grapjes over je religie kan, ga je maar lekker naar Saoedi-Arabië’, zei Karremans enkele dagen geleden tegen PowNews.

In het NPO-programma Goedemorgen Nederland (WNL) zegt Karremans dat het VVD-voorstel niet betekent dat er per se Mohammed-cartoons moeten worden opgehangen. ‘Dat moet even bekeken worden.’

Samen met de PVV opende de VVD in 2008 een zogeheten ‘vrijdenkersruimte’ in het gebouw van de Tweede Kamer. Daarin waren ook tekeningen opgenomen van Gregorius nekschot, de cartoonist die onder toenmalig CDA-minister van Justitie Ernst Hirsch-Ballin werd opgepakt vanwege zijn anti-islamitische spotprenten. In 2011 werd deze ruimte stilletjes opgeheven.

Kathleen Ferrier mist diversiteit op de CDA-lijst: ‘Er zijn een miljoen christenmigranten’

0

Hoe wij hier ook samen kwamen is de titel van het nieuwe boek van oud-CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier. Ze werd tien jaar geleden bekend door haar verzet tegen de vorming van Rutte I, waarvan de PVV gedoogpartner was. Ze is momenteel voorzitter van de nationale UNESCO-commissie. In haar boek, een bewerking van de Anton de Kom-lezing uit 2019, gaat ze in op haar persoonlijke geschiedenis en de kracht van verhalen en diversiteit. We spraken haar over de lessen uit haar boek voor Nederland, voor de politiek en voor het CDA.

Wat is de kernboodschap van uw boek?

‘De kernboodschap is het belang van taal en van verhalen. Door verhalen kweek je interesse in wie de ander is: wat is jouw achtergrond? Kijk naar de Surinaamse vraag waarmee je elkaar begroet. Wie is je vader? Wie is je moeder? Dat is de vraag: Wie ben jij? Die interesse in wat iemands verhaal is, wat die persoon bij te dragen heeft, waar je samen verder kunt komen, ligt besloten in die vraag. Dat is juist in deze tijd van versnippering, die onder andere door sociale media wordt bevorderd, van belang.’

Bedoelt u versnippering in multicultureel opzicht?

‘Dit thema heeft zeker te maken met breuklijnen op het gebied van multiculturaliteit, maar niet alleen dat. Het gaat ook over inkomen. Dat is immers zeer bepalend voor de wijk waar je woont. Ook maakt het groot verschil of je in de stad of op het platteland woont. Al die breuklijnen zijn dieper geworden. Dat was ook mijn zorg toen ik uit Hong Kong terugkwam naar Nederland en met een onbevangen blik naar onze samenleving keek. Toen ik jaren geleden in de Tweede Kamer zat, was er de wens dat we één samenleving zijn: we moeten het samen doen. Die wens om dat samen vorm te geven lijkt veel minder te zijn geworden. Het is tegenwoordig meer: ‘Zoek jij het lekker uit in je eigen echoput, ik houd me in mijn eigen wereld met mijn eigen social media en mijn eigen platforms bezig. Laat mij hier lekker gelukkig zijn.’

‘Het CDA heeft de weg van de meerderheid uit 2010 gevolgd die destijds voor samenwerking met de PVV was’

‘Ik zie dat we voor zulke grote uitdagingen staan dat we ons die houding niet meer kunnen permitteren. We zullen elkaar nodig hebben. De ecologische situatie van de planeet, de vluchtelingenproblematiek – dat zijn zulke complexe vragen dat je daar niet vanuit je eigen bubbeltje een antwoord op kunt vinden. Daar heb je creativiteit en input voor nodig van mensen die misschien wel heel anders denken dan jijzelf. Daarvoor moet je die breuklijnen kunnen overstijgen. Dat kan door een open blik naar elkaar, door elkaars verhalen te vertellen.’

Maar sommige mensen erkennen de problemen die u noemt helemaal niet.

‘Heel veel mensen zien die uitdagingen niet. Dan denk ik: je zou nog weleens onaangenaam verrast kunnen worden, dat veel eerder dan je denkt jouw werkelijkheid niet meer de realiteit blijkt te zijn. Dat jouw werkelijkheid, zoals nu ook door COVID-19, er opeens heel anders uitziet. Ecologisch is de situatie bijvoorbeeld in mijn ogen veel erger dan we zelf vanuit onze echoputten durven te onderkennen. Een ander voorbeeld: ik heb de afgelopen vijf jaar in Hong Kong gewoond en ik heb gezien wat er op geopolitiek gebied gebeurt met een steeds assertiever China. Wat dat betreft denk ik: mensen, open je ogen.’

Is dit boek vooral een pleidooi voor de politiek?

‘Ja, maar niet alleen de politiek, al speelt die wel een belangrijke rol. Wat ik met name wil zeggen, is dat je juist het belang van taal en verhalen moet benadrukken, want dat geeft ons allemaal macht. Door de keuze om je mond te openen, niet te zwijgen en door de woorden die je vervolgens kiest, de taal die je gebruikt heb je meer macht dan vele denken.’

Hebben mensen daarbij geen voorbeelden nodig?

‘Voorbeelden zijn heel belangrijk. Ik vind het heel goed dat iemand als Jacinda Ardern, de premier van Nieuw-Zeeland, mensen laat zien wat zo’n soort leiderschap kan bewerkstelligen. Ik denk dat we een nieuw soort feminien leiderschap nodig hebben. Ik wil het niet vrouwelijk noemen, want er zijn genoeg vrouwen die geen feminien leiderschap tentoonspreiden. Bovendien kunnen mannen ook heel goed feminien leiderschap laten zien. Het gaat om een andere, plattere manier van denken: niet top-down, maar meer in netwerken. Een ander soort leiderschap kan mensen hoop geven en perspectief bieden.

‘Ik heb in Hong Kong gezien dat de democratie onder druk kan komen te staan. Vorig jaar in november waren er verkiezingen voor deelraden in de stad. Die leverden een enorme winst op voor de democratische krachten, terwijl niemand dat had verwacht. Je ziet daar hoe je de democratie kunt versterken door te denken in netwerken in plaats van in top-down-structuren. Dat is daar gebeurd: mensen hebben zich verenigd rond ideeën die ze van belang vonden.’

De voorbeelden die u noemt komen van ver weg: Hong Kong en Nieuw-Zeeland. Hoe zit dit in Nederland?

‘Een van de belangrijkste taken die politieke partijen in mijn ogen hebben, is ervoor zorgen dat ze de volgende generatie politieke leiders klaar hebben staan. Er moet inspirerend leiderschap klaar staan. Ik vraag mij in Amerika én Europa af waar de komende generatie is. Men moet werk maken van het breed aantrekken van mensen uit de hele samenleving, ze opleiden en binden. Kijk waar talent zit, durf risico’s te nemen en zet dat talent op plekken neer, ook al maken ze misschien fouten. Ga niet op safe spelen, maar geef talent ook een platform. Laat zien wat de capaciteiten binnen je partij zijn.’

Vorige week kwam de kandidatenlijst van het CDA uit. Is dit iets wat u ook bij uw eigen partij ziet?

‘Het is heel bedroevend. Ik mis diversiteit. Op verkiesbare plaatsen staan veel te weinig mensen met een biculturele achtergrond. Er zijn een miljoen christenmigranten. Zij zijn op zoek naar wat de christendemocratie zou kunnen bieden. Hoe belangrijk is het dat er herkenbare mensen in de volksvertegenwoordiging zitten? Er staat niemand op de lijst uit die gemeenschappen, terwijl er zoveel talent is. Niemand met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond, geen Molukse achtergrond – regio’s waar Nederland toch een belangrijke band mee heeft.

‘Het CDA-profiel is de afgelopen tien jaar fletser geworden’

‘Als je dat aankaart zeggen ze: we kunnen ze niet vinden. Dan zou natuurlijk de vraag moeten zijn: hoe word je als partij interessant voor deze groepen? Hoe betrek je ze erbij? Toen ik lid werd van het CDA ben ik begonnen in een groep van zwarte migranten- en vluchtelingenvrouwen. Dat was geen clubje waar we apart werden gezet: als wij vergaderden was de partijvoorzitter of de fractievoorzitter er ook. De politiek leider sprak ook met ons over waar wij tegenaan liepen, hoe dat in beleid kon worden vertaald. Dan raak je geïnteresseerd in een politieke partij.’

Dat doet het CDA niet meer?

‘Nee, zo’n groep voor migranten- en vluchtelingenvrouwen is er niet meer. Het is mijn overtuiging dat er in Nederland veel behoefte is aan het christendemocratisch gedachtengoed dat staat voor solidariteit en verbinding. Wat je de afgelopen tien jaar hebt gezien, is dat het CDA de weg van de meerderheid uit 2010 heeft gevolgd die destijds voor de samenwerking met de PVV was. Dat heeft het CDA in zetels niet veel winst gebracht. Ook is het profiel de afgelopen tien jaar fletser geworden.

Beeld: Balans

‘Er is door mensen binnen de partij wel een nieuw initiatief opgericht: Midvoor, een netwerk dat het CDA wil vernieuwen vanuit het politieke midden. Meer dan tweehonderd mensen zitten erbij, maar het netwerk wordt niet door de partij erkend. Zo’n netwerk is juist iets waardoor een partij interessant wordt. Het gaat erom dat men kan zien dat het CDA een brede volkspartij is, waar je het niet altijd met elkaar eens hoeft te zijn, waar schuring kan zijn, maar waar men geïnteresseerd is in alle geluiden. Het niet erkennen van zo’n netwerk geeft mij niet het signaal dat we discussie gaan voeren. Je moet je christendemocratisch gedachtengoed ook willen actualiseren. Daar is behoefte aan.’

Waarom inheemsen in Colombia zich laten inspireren door Black Lives Matter

0

De Black Lives Matter-beweging is vanuit Noord-Amerika niet alleen overgewaaid richting Europa, maar brengt ook gemarginaliseerde groepen in Zuid-Amerika in beweging – tot aan het omvertrekken van standbeelden aan toe. ‘Hier in Colombia lopen de Floyds tot in de honderden.’

Onlangs trokken inheemsen van het Misa-volk het standbeeld van de Spaanse conquistador (veroveraar) Sebastián de Belalcázar omver in de Colombiaanse stad Popayán. Ze waren geïnspireerd door de Black Lives Matter-beweging, die standbeelden van mensen die aan slavernij of kolonialisme gelinkt zijn neerhaalt of bekladt. Net als de andere conquistadores maakte Belalcázar zich tijdens zijn veroveringen schuldig aan moord en onderdrukking. Voor de inheemse bevolking in Colombia is hij daarom allesbehalve een held, vertellen plaatselijke activisten.

Volgens José Wilman Tumbo, die het Nasa-volk vertegenwoordigt in het Colombiaanse departement Cauca, was het standbeeld van Belalcázar ‘een belediging voor alle inheemse volkeren in Latijns-Amerika’. Het neerhalen van het standbeeld is een symbolische stap naar meer sociale rechtvaardigheid, stelt hij. ‘Belalcázar heeft een beruchte reputatie bij de inheemse volkeren in Colombia vanwege zijn bloedvergieten. Bovendien was het standbeeld een iconisch oriëntatiepunt in Popayán, en was het neergezet op voor de inheemsen heilige grond.’

Activist Jhoe Sauca, die het Kokonuko-volk in Cauca vertegenwoordigt, legt uit dat het besluit om het standbeeld omver te trekken afkomstig was van een inheemse rechtbank. ‘Het Misa-volk deed dit niet zomaar. Het was een weloverwogen besluit.’

De Colombiaanse grondwet, die uit 1991 stamt, geeft inheemse volkeren veel autonomie. ‘We hebben niet alleen onze eigen rechtbanken, maar ook ons eigen onderwijs, ons eigen zorgsysteem en zelfs een eigen burgerwacht’, vertelt Wilman. ‘Maar helaas respecteert de huidige Colombiaanse regering onze rechten nauwelijks. Sinds de rechtse president Iván Duque Márquez aan de macht is (augustus 2018, red.) wordt het land weer overspoeld door gewelddadige incidenten. De regering is deels gelieerd aan drugskartels en gewapende groepen en kan en wil daarom de nieuwe geweldsgolf niet stoppen. En inheemse mensenrechtenactivisten, community leaders en traditionele medicijnmannen zijn een favoriet doelwit voor de doodseskaders.’

‘Om die reden heeft een inheemse rechtbank een symbolisch proces gevoerd tegen de Colombiaanse president’, zegt Sauca. ‘Iván Duque Márquez werd niet tot een gevangenisstraf of een taakstraf veroordeeld, maar hem werd opgedragen de grondwettelijke rechten van de inheemse Colombianen, Afro-Colombianen, boeren, arbeiders en andere groepen weer te respecteren en hij moest zich weer gaan inzetten voor de vrede.’

Bloedbaden en burgerwacht

Sauca en Wilman zijn allebei actief voor de Regionale Inheemse Raad van Cauca (CRIC), de oudste, grootste en politiek sterkste inheemse zelforganisatie in Colombia. Deze organisatie vertegenwoordigt 127 gemeenschappen van tien verschillende volkeren met meer dan 300.000 inwoners van de hoge Andes tot aan de Pacifische kust.

Uit een rapport van CRIC uit januari blijkt dat het aantal moorden, doodsbedreigingen, moordaanslagen en bloedbaden in het departement Cauca drastisch is gestegen in 2019. Werden er in 2018 ‘slechts’ 23 moorden gepleegd, steeg dit naar 98 in 2019. En in 2019 waren er zes bloedbaden (met drie of meer doden), terwijl er tussen 2016 en 2018 ‘slechts’ één bloedbad plaatsvond. Ook vinden er nu meer gewapende acties op het grondgebied van de inheemsen plaats, en worden minderjarigen als strijders gerekruteerd.

‘Het woord genocide durf ik wel te gebruiken. We worden gemarginaliseerd’

Jhoe Sauca: ‘Er was in 2016 een vredesakkoord met de linkse rebellengroep FARC gesloten en leek er vrede te komen, maar er zijn nu allemaal splintergroepen en nieuwe gewapende groepen. Het gaat weer de verkeerde kant op. En veel geweld is gericht tegen inheemse leiders, maar ook tegen Afro-Colombianen en arme boeren. Deze gemarginaliseerde groepen worden door de elite van het land, maar ook door de witte middenklasse in de grote steden, als minderwaardig gezien. Er is helaas veel racisme in Colombia. Ondanks de democratische grondwet, die ons gelijkheid heeft beloofd.’

Volgens Wilman is er een genocide tegen de inheemse bevolking aan de gang. ‘Het woord genocide durf ik wel te gebruiken. We worden gemarginaliseerd. Onze mensenrechtenactivisten, gemeenschapsleiders en medicijnmannen worden vermoord. De regering doet niets. Daarom is het ook zo belangrijk dat wij onze eigen instellingen hebben, zodat we onze eigen mensen kunnen beschermen.’

Een belangrijke rol voor de zelfbescherming speelt de burgerwacht. ‘Leden van de burgerwacht dragen geen wapens, maar zijn ontzettend succesvol’, zegt Sauca. ‘Ze ontlenen hun kracht aan het feit dat ze met ontzettend veel zijn, en dat ze dankzij moderne communicatiemiddelen heel snel op een crisissituatie kunnen reageren.’

Als voorbeeld noemt hij het gevangen nemen van drie strijders van een militie, die in een gevangenis in Cauca werden opgesloten. De drie werden die nacht bevrijd door vijf van hun kameraden, maar dankzij een succesvolle klopjacht door de burgerwacht konden ze alle acht worden ingerekend. ‘Die militieleden waren weliswaar bewapend, maar ze konden geen kant meer op. Ze waren bang om op ons te schieten, want wij waren met heel veel en zij hadden maar een beperkt aantal kogels.’

Wilman vertelt dat de burgerwacht tevens een leerschool is, waar inheemsen de normen en waarden van hun eigen cultuur leren. Ook is het een wacht die bestaat uit mensen van alle leeftijden. ‘In het groepje waar ik actief voor was, was de jongste persoon twaalf en de oudste vijfenzeventig.’ De burgerwacht beschermt de mensen, maar ook de grond. ‘Daar voelen wij een bijzondere spirituele band mee.’

Inheemsen en Black Lives Matter

De Black Lives Matter-beweging uit het noorden heeft de inheemse activisten in Zuid-Amerika geïnspireerd, aldus Sauca. ‘Wat ik en andere activisten herkenden was het gevoel dat we met zijn allen een strijd voeren, en dat we een breder publiek moeten bereiken om onze strijd op de agenda te zetten. En daarnaast dat symbolische acties, zoals het omvertrekken van een standbeeld, de aandacht van de media trekken.’

Sauca benadrukt echter dat de inheemsen in Colombia echter meer bezig zijn om hun eigen historische narratief te schrijven, dan het kolonialistische narratief af te breken. ‘Dankzij de grondwet van 1991 hebben wij onze eigen inheemse scholen. We hebben dus heel veel vrijheid om onze eigen geschiedenis te schrijven. In onze schoolboeken worden Columbus en de conquistadores niet als helden beschreven, wij hebben onze eigen historische helden.’

De Duitse mensenrechtenactivist Jonas Rüger, in Colombia actief is voor de Duitse NGO Comundo, vult aan: ‘De Black Lives Matter-protesten ontstonden in de Verenigde Staten als reactie op de dood van George Floyd, die slachtoffer was van racistisch politiegeweld. Hier in Colombia lopen de Floyds tot in de honderden. Langs de muren van de Autonome Inheemse Universiteit hier in Popayán staat een galerij van alle inheemse activisten die zijn vermoord. Toen ik hier kwam werken in Colombia ben ik gaan tellen hoeveel erbij kwamen, maar ik ben de tel kwijtgeraakt.’

Toch vormt taal wel een barrière voor de Latijns-Amerikaanse inheemse activisten om zich intensiever met Black Lives Matter te verbinden, vertelt Wilman. ‘Er zijn maar weinig mensen die de Engelse taal machtig zijn. We volgen het Amerikaanse nieuws daarom niet op de voet en we richten ons dus voornamelijk op Latijns-Amerika. Zo hebben we goede contacten met activisten uit Bolivia, Brazilië, Ecuador en Nicaragua. Maar elke internationale steun voor onze goede zaak is natuurlijk welkom.’