Twee ramadan-series uit Saoedi-Arabië hebben in het Midden-Oosten veel woede opgeroepen. De series zouden te positief zijn over Israël en Palestijnen in een negatief daglicht plaatsen. Dit bericht de Arabische nieuwszender al Jazeera.
De eerste serie, Um-Haroun (‘Moeder van Haroun’), gaat over het leven van een oudere joodse verpleegster. De serie speelt zich af in de jaren veertig van de vorige eeuw, toen joden en Arabieren in religieuze harmonie zouden leven.
In de andere ramadan-serie, de komedie Makhraj 7 (‘Uitgang 7’), staan twee Saoedische zakenlui centraal die ook met Israëliërs zakendoen. In één scène zegt de ene zakenman dat de Israëliërs vijanden zijn, waarop de andere zakenman antwoordt:
‘De echte vijand is degene die geen dankbaarheid toont voor je standpunt, je offers verwerpt en je dag en nacht vervloekt.’ Hij is boos op de Palestijnen: die zouden namelijk niet dankbaar genoeg zijn voor alle financiële hulp uit Saoedi-Arabië.
Beide series zijn controversieel in de islamitische wereld. Ze zouden Israël en de Israëliërs te positief zouden belichten en de Palestijnen negatief. De Saoedische staats-tv wordt ervan beschuldigd ‘normalisering’ van de relatie met Israël te propageren.
In reactie op alle kritiek is het Saoedische staatspersbureau nu met een officiële verklaring gekomen: ‘De Palestijnse kwestie was en is nog steeds de centrale kwestie van de Arabieren en de moslims en de eerste prioriteit voor het koninkrijk (Saoedi-Arabië, red.).’
Vorige week was er ophef over de Egyptische sciencefictionserie El-Nehaya – Arabisch voor ‘Het Einde’ – waarin Jeruzalem is ‘bevrijd’ en de Joden uit Israël zijn teruggekeerd naar hun ‘landen van herkomst’. Deze serie is dan weer niet controversieel in de islamitische wereld, maar wel in Israël. Volgens het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken is El-Nehaya ‘volkomen onacceptabel’.
De NDP-partij van de Surinaamse president Desi Bouterse lijkt geen boodschap te hebben aan de regels die wel voor de rest van het land gelden.
Suriname is weer corona-vrij, zegt de regering van Bouterse. Maar de regering is bang dat mensen die illegaal de grens oversteken voor nieuwe besmettingen zorgen en heeft daarom een totale lockdown van de grensrivieren afgekondigd.
Juist bij zo’n grensrivier gebeurde iets opmerkelijks: in een filmpje is te zien dat er vrachtwagens met voedselpakketten uitgeladen worden. De voedselpakketten bevatten het NDP-logo.
De regering beweert dat het om een actie van de regering gaat en niet om een actie van de NDP. De videobeelden spreken een andere taal: ook de mensen die de voedselpakketten uitladen hebben NDP-partijkleding aan.
Oppositielid Ronnie Brunswijk meldde afgelopen weekend al dat de NDP doorgaat met ‘propaganda’ voeren voor de aankomende verkiezingen van 25 mei. Hij vind dat oneerlijk omdat andere Surinaamse partijen die mogelijkheid op dit moment niet hebben. De NDP gebruikt staatsmiddelen voor haar eigen doeleinden, aldus Brunswijk.
Een maand geleden gingen aanhangers van Bouterses NDP-partij ook al massaal in de fout. Tijdens een ledenvergadering in Paramaribo negeerden de leden het samenscholingsverbod en hielden ze geen afstand.
Iemand die zich onlangs ook niet aan de regels hield was president Desi Bouterse. Een filmpje van Bouterse op een partijbijeenkomst ging onlangs viral in Suriname. Op de beelden is te zien dat Bouterse zich niet hield aan het samenscholingsverbod en social distancing.
Midden in de coronacrisis werd Denk opgeschrikt door een onvervalste broederstrijd tussen parlementariërs Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk. Nog steeds lijkt er geen oplossing voorhanden. Integendeel: de ruzie escaleert, waardoor de opzeggingen bij Denk-leden de deur uit vliegen.
Het is niet niks als de twee partijoprichters rollebollend met elkaar over straat gaan. Farid Azarkan kon mogelijk van deze crisis profiteren en de nieuwe leider van Denk worden. Maar Öztürk weigert op te stappen als partijvoorzitter en heeft Azarkan uit de partij gegooid. Cemil Yilmaz van Nida Den Haag spreekt over ‘House of Cards-achtige’ taferelen bij Denk.
De Kanttekening blikt terug op de broedertwist en spreekt met deskundigen, Denk-lid Achraf el Johari en een ex-lid. Ook kijken we naar de toekomst: wat kunnen we nog meer verwachten, in aanloop naar de algemene ledenvergadering op 6 juni?
Rollebollen
Wat is er tot nu toe allemaal gebeurd? Op 21 maart kwam de NOS met het nieuwsbericht dat Tunahan Kuzu was gestopt als partijleider bij Denk. Het fractievoorzitterschap zou ‘een te zware impact’ op zijn persoonlijk leven hebben gehad. Hij wilde zelfs de politiek verlaten.
Vervolgens onthulde HP/De Tijd dat Kuzu in 2018 een buitenechtelijke affaire had met een vrouw die bij Denk aan de slag zou hebben willen gaan. Hier zat mogelijk ‘grensoverschrijdend gedrag’ bij, aldus de berichtgeving. De vrouw heeft contact gehad met Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib. Zij adviseerde aangifte bij de politie, maar dat heeft de vrouw in kwestie vooralsnog niet gedaan.
Enter Öztürk. De partijvoorzitter heeft deze pijnlijke privékwestie twee jaar later ingezet om Kuzu te chanteren voor politieke doeleinden. Toen Kuzu daarachter kwam, heeft hij naar eigen zeggen eerst een week voor zich uit zitten staren voordat hij zijn beruchte post op Facebook plaatste. Daarin beet hij op felle wijze van zich af.
De spanning tijdens de wekelijkse overleggen met de Kamerleden waren om te snijden’, aldus Kuzu. Over Öztürk zegt hij dit:
‘Hij begreep niet dat hij me aan kwijt raken was. Zo opperde hij dat Azarkan wel iets over me zou moeten hebben waardoor ik chantabel was. Kenmerkende complottheorieën van Öztürk die ik heb weggevaagd. Niet veel later kreeg ik een mail van het partij bestuur dat ze het gesprek met mij wilden aangaan ‘over zaken in mijn privésfeer’. Ik reageerde dat mijn privéleven het voltallige bestuur geen malle moer aangaat. (…) Denk is een partij die een kwart miljoen stemmen had in 2017. Die mensen werden niet aangesproken door de baard van Öztürk (10.000 stemmen), maar het verhaal van Kuzu (126.000 stemmen) en Azarkan (60.000 stemmen).’
Öztürk reageerde hierop, in het Turks, met een kort berichtje. ‘Ik zal als Selcuk Öztük over de verklaringen rondom Tunahan Kuzu en Denk geen enkel emotioneel antwoord geven. Door te praten zal ik vrienden niet in verlegenheid brengen en vijanden zodoende laten lachen. Alleen wil ik dat jullie weten dat ik alle beschuldigingen naar mijn persoon van de hand wijs als onwerkelijk.’
Azarkan probeerde de gemoederen tot bedaren te brengen, maar vroeg tegelijk het bestuur op te stappen. Tijdens een optreden bij Jinek klapte hij uit de school: ‘Het bestuur communiceert niet met mij’. Twee weken later kreeg hij lik op stuk van het bestuur van Denk, of wat daarvan over is: Selcuk Öztürk en zijn mede-bestuurslid Zahir Rahal bonjourden hem de partij uit.
Historicus Gerrit Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Politieke Partijen (DNPP) is weinig optimistisch over de toekomst van Denk: ‘Het is nu grote chaos. De kans is groot dat de partij uit elkaar valt. Die Öztürk weet van geen wijken. Hij zit de zaak nu echt op de spits aan het drijven. Het is echt escalerend, waardoor je denkt: dit kan ook niet meer goedkomen.’
Waarom doet Öztürk zo?
Voerman vervolgt: ‘Het is speculeren, maar het ziet er sterk naar uit dat hij zich bedreigd voelt door Kuzu en Azarkan, die samen naar Istanbul zijn geweest. Alsof hij belazerd wordt, het idee dat ze samenspannen. Het begon met de buitenechtelijke affaire van Kuzu, en nu moet Azarkan er ook aan geloven. In een ongunstige periode, minder dan een jaar voor de verkiezingen. Het is gewoon kamikaze. Rampzalig voor Denk dat het eigenbelang zo prevaleert.’
Politicoloog Simon Otjes, docent Nederlandse politiek aan de Universiteit Leiden, is voorzichtiger: ‘Het is volgens mij nu het beste als we afwachten op wat er gebeurt tot de algemene vergadering op 6 juni. Het is ook juridisch complex om te spreken van een bestuur dat alleen maar uit twee personen bestaat. Maar het is afwachten nu, alles wordt weer ingehaald door de ontwikkelingen.’
‘Rampzalig voor Denk dat het eigenbelang zo prevaleert’
Het blijft broeien bij Denk. Nieuwe stemmen dienen zich aan om uit de impasse te komen. Achraf el Johari is sinds 2016 lid en één van de initiatiefnemers van de ‘Nieuw Democratisch Denk’ers’, een groep actieve leden die de openlijke ruzie van de kopstukken zat zijn. Ze eisen democratisering en een ledenvergadering.
Foto: Achraf el Johari
‘Natuurlijk vindt niemand dit leuk’, zegt El Johari, ‘maar als er een ding duidelijk is geworden, dan is het dat Denk moet democratiseren en een professionaliseringsslag moet maken. We hebben nooit een vertrouwenspersoon gehad. Daar moet aan gewerkt worden.’ Hij schaart zich achter het advies van de partijraad en vindt het onbegrijpelijk dat het bestuur blijft zitten. ‘Dat is toch een dictatoriale toestand?’
Haantjes en macho’s
Hoewel Voerman vreest voor het voortbestaan van de partij, nuanceert hij het conflict. ‘Zulke ruzies komen vaker voor bij jongere partijen. We zagen het ook bij Forum voor Democratie, waar ex-partijgenoten Henk Otten en Thierry Baudet elkaar in de haren vlogen.’
Voerman schrijft het vooral toe aan de onervarenheid. ‘Er is geen cultuur van conflictbemiddeling. Bij gevestigde partijen is dat vaak toch anders. Die hebben vaak oude wijze mannen en vrouwen in de gelederen die ze kunnen vragen om tussenbeide te komen.’
‘Dit is toch een dictatoriale toestand?’
Een ex-lid* noemt het ronduit ‘belachelijk’ wat er nu gaande is bij Denk. ‘Dit heeft ook helemaal niks meer met politiek te maken. Denk kreeg al veel negatieve aandacht, maar nu vraag je er gewoon zelf om.‘ Het ex-lid is ook niet te spreken over het optreden van Farid Azarkan bij Jinek. ‘Wat voor nut heeft het om daar te zeggen dat er geen communicatie is?’
Volgens het ex-lid zat Azarkan bij Jinek om klappen uit te delen aan het zittend bestuur, Öztürk in het bijzonder. ‘Ja, het zijn allemaal haantjes en macho’s. Niemand wil zijn plek afstaan. Niemand denkt aan het partijbelang. Je kan ook tijdelijk terugtreden, totdat alles weer gesetteld is, toch?’
Ook Otjes vertelt dat het ‘normaal’ is dat zulke ruzies plaatsvinden bij nieuwe partijen. ‘Alleen bij het ontstaan van de Partij voor de Dieren was er in de eerste termijn geen conflict. Verder zag je het bij de PVV, LPF, 50Plus en Forum voor Democratie.’
Dit komt volgens Otjes omdat ‘de interne procedures nog niet echt vastliggen’. Volgens hem is er geen routine om deze vormen van conflicten op te lossen. ‘Ze zijn organisatorisch niet oud genoeg. Maar het gaat wel om een groot conflict uiteraard met het partijbestuur tegenover de fractievoorzitters, een conflict dat ook heel persoonlijk is.’
‘Het is belangrijk dat Denk democratiseert’
Hoe nu verder? El Johari vindt dat er eerst een onderzoek komen moet, voordat hij een waardeoordeel kan vellen over wie weg moet of niet. Wel wil hij zeggen dat dit misschien een goede gelegenheid is om jongeren een kans te geven. ‘Politiek is namelijk ook een estafette, en dan moet je op een gegeven moment het stokje doorgeven. Jammer is het dat er niet echt is geïnvesteerd in ons.’
El Johari werd in 2016 lid van Denk, nadat op de Vrije Universiteit in Amsterdam een symposium over Palestina werd gehouden. Dat symposium werd door de universiteit geboycot en gecensureerd. Van alle partijen in de Tweede Kamer heeft alleen Denk daar toen aandacht aan besteed. ‘En dat was precies wat we misten in Nederland: politici van kleur die zich juist niet conformeerden aan de dominante opvattingen. Dat heeft mij getriggerd om lid te worden.’
Ook het ex-lid vindt dat Denk vaak de vinger op de zere plek heeft gelegd. ‘Maar ik had al vrij vroeg door dat ik niet meer met Denk geassocieerd wilde worden. Het zijn allemaal haantjes. Ik schaamde mij soms voor hun gedrag. Toen dacht ik: waarom zou ik mijzelf dit eigenlijk aandoen? Ik heb bedankt als lid. En daar heb ik nu – gezien deze ruzies – ook helemaal geen spijt van.’
Gerrit Voerman zegt dat Öztürk met het partijvoorzitterschap een formele troef in handen heeft. ‘Maar hij heeft zijn imago tegen, hij komt minder sympathiek over dan Kuzu. Ik denk dat Kuzu meer mensen aanspreekt, ook omdat hij minder polariseerde de laatste tijd.’
Toch denkt Voerman dat het met die twee kemphanen aan het roer niet goed gaat komen met Denk. ‘Als ze in het partijbelang denken, dan zouden ze plaats moeten maken voor Azarkan. Want Denk heeft wel degelijk bestaansrecht. Dat hebben ze aangetoond door drie Kamerzetels binnen te halen. Daarmee hebben dus wel een snaar beroerd in de samenleving.’
‘Niemand wil zijn plek afstaan. Niemand denkt aan het partijbelang’
Het ex-lid vind dat ze alle drie moeten aftreden, ook Azarkan. ‘Dit is eigenlijk het moment voor de vrouwen. Als ze dat kunnen doen, dan zou ik het wel stoer vinden.’
Ook Simon Otjes denkt dat er bij de Turkse en Marokkaanse achterban animo blijft bestaan voor het geluid van Denk. ‘Als je drie zetels hebt behaald, dan blijft de behoefte wel bestaan.’
El Johari is het meest positief over de toekomst van Denk: ‘We are here to stay. Het is voor de leden ook een kans om er sterker uit te komen. Het is belangrijk dat Denk democratiseert, met meer ruimte voor inspraak, meeschrijven aan het verkiezingsprogramma en medezeggenschap voor de verkiezingslijsten’.
Hij vindt dat er nu te veel angst en concurrentie is, over wie op welk nummer op de lijst komt. ‘Ook zijn mensen bang om tegen het partijbestuur in te gaan. Die macht moet worden gedecentraliseerd. Lokale afdelingen moeten zelf de lijsten kunnen bepalen. Het is nu te veel een top-downorganisatie.’
‘Er is genoeg om te redden’, stelt El Johari. ‘Het conflict gaat niet over de standpunten van Denk. Niemand verwijt Denk dat zij haar standpunten niet serieus neemt. In tegenstelling tot de PvdA heeft Denk haar veren niet afgeschud.’
Terwijl de Palestijnen in Gaza met humor op sociale media reageren op de coronacrisis, proberen de autoriteiten koste wat het kost een rampscenario te voorkomen. Israël heeft het gebied bezet en controle over de grens, maar laat weinig van zich horen.
De Gazastrip staat bekend als de grootste openluchtgevangenis ter wereld. Met twee miljoen mensen op een gebied ongeveer twee keer zo groot als Texel is het ook nog eens het meest dichtbevolkte stukje land in de wereld. Terwijl de rest van de wereld worstelt met de gezondheidscrisis naar aanleiding van COVID-19 zit Gaza – met slechts zeventien gemelde coronagevallen – ook in lockdown. Het verschil is dat de Gazastrip ook voor de uitbraak van het coronavirus al in een lockdown zat, door de blokkade die meer dan tien jaar geleden door Israël werd opgelegd.
Voor de uitbraak van het coronavirus ging chirurg Mohamed Reyad Hajjaj iedere dag naar zijn werk bij het Al-Shifa ziekenhuis in Gazastad. In april zag hij het dagelijks leven langzaam veranderen. De scholen en moskeeën gingen dicht en de restaurants in Gaza waren tot voor kort gesloten. Iedereen die binnenkomt moet voor 21 dagen in quarantaine en het beperken van sociale contacten wordt door de autoriteiten streng geadviseerd.
Op zijn werk is er voor Hajjaj weinig veranderd. Hij heeft er nog geen coronapatiënt gezien, die zijn er per slot van rekening ook nauwelijks. Ondanks het lage aantal besmettingen lijken de autoriteiten in het Palestijnse gebied de risico’s serieus te nemen. Voor de inwoners ligt dat volgens de chirurg anders: ‘De mensen hier zijn zo ongeïnteresseerd dat het dom is. Ze lezen verhalen en zien video’s van over de hele wereld over het virus, en toch doen ze alsof ze niet weten dat het levensgevaarlijk is.’
Net als de chirurg houdt mensenrechtenactivist Mohamed Abu Sitta daarom zijn hart vast. ‘De Gazanen zijn roekeloos. Ze hebben zoveel crises en oorlogen meegemaakt, dat zij zich nergens meer druk om maken – zelfs niet om de dood.’
Slechte gezondheidszorg
Een grotere uitbraak met meerdere besmettingen zou volgens de activist een ramp zijn. ‘Er zijn niet genoeg ziekenhuizen. De ziekenhuizen die er zij kunnen zich niet goed voorbereiden op een uitbraak, omdat er onvoldoende intensive care bedden en beademingsapparaten zijn.’
Volgens Dana Moss van actiegroep Physicians for Human Rights Israel (PHRI) zaten de mensen in Gaza ook voor de coronavirusuitbraak in een barre situatie. ‘Er zijn weinig sanitaire voorzieningen. Dokters en verpleegkundigen kunnen niet buiten Gaza studeren. Hierdoor blijft de gezondheidszorg op een lager niveau dan bijvoorbeeld in Israël.’
De Gazastrip kent op dit moment 87 intensive care-bedden met beademingsapparatuur. Matthias Schmale, uitvoerend directeur van de VN in Gaza, waarschuwde in april al dat als slechts tweeduizend van Gaza’s twee miljoen inwoners ernstig ziek zouden worden van het coronavirus, het zorgsysteem volledig zou overstromen.
‘Als wanhopige mensen nergens naartoe kunnen tijdens een uitbraak, of als zij ziek zijn, wetende dat medische hulp aan de Israëlische kant beschikbaar is, dan zullen ze proberen door het grenshek heen te dringen,’ zegt Schmale tegen EUobserver.
PHRI bracht in de afgelopen zes weken 100.000 shekel (ongeveer 26.000 euro) aan medische apparatuur naar de Gazastrip. Volgens Moss is dat lang niet genoeg.
‘Gaza heeft meer handgel, gezichtsmaskers en andere persoonlijke bescherming nodig. Maar er is meer aan de hand dan alleen de gevaren van het coronavirus. Gaza is al dertien jaar volledig afgezonderd van de rest van de wereld. Veel patiënten gaan normaal gesproken naar ziekenhuizen in Oost-Jeruzalem of Israël, maar zij krijgen nu geen vergunning van Israël om Gaza te verlaten. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met kankerpatiënten die nu niet geholpen kunnen worden?’
Moss vindt dat Israël het beleid ten aanzien van Gaza fundamenteel veranderen moet. ‘Deze crisis legt veel onderliggende problemen bloot, zoals de slechte sanitaire voorzieningen en de slechte gezondheidszorg, als gevolg van de blokkade. Als bezetter heeft Israël de verantwoordelijkheid om de rechten van de mensen in Gaza te respecteren, gezondheid is daar onderdeel van.’
‘De Gazanen hebben zoveel crises en oorlogen meegemaakt, dat zij zich nergens meer druk om maken – zelfs niet om de dood’
Physicians for Human Rights Israel bood vorige week een petitie aan de bij de Hoge Raad van Israël, waarin de actiegroep Israël vraagt de Gazastrip en de Westelijke Jordaanoever te helpen bij het bestrijden van Covid-19. Ook moet Israël met een plan komen hoe deze hulp eruit zou moeten zien. ‘Het is geen politieke kwestie meer, maar een kwestie van gezondheid. Israël zou meer van zijn kennis en protocollen moeten delen, naast het beschikbaar stellen van benodigdheden als alcoholgel’, aldus Moss.
De Israëlische Hoge Raad neemt later deze week een besluit over de petitie van Physicians for Human Rights. Maar ook daarna heeft Israël nog altijd de touwtjes in handen. Van de eerste honderd duizend testkits die Israël bemachtigde, gingen er slechts tweehonderd naar Gaza en vierhonderd naar de Westelijke Jordaanoever. Ook na de uitslag van de Hoge Raad ligt het definitieve besluit bij de Israëlische overheid. Het zou daarom goed kunnen dat de bewegingsvrijheid en medische benodigdheden beperkt blijven.
Toch hoopt Moss dat met hulp van de Hoge Raad en druk vanuit de internationale gemeenschap Israël zal besluiten Gaza uitvoeriger te steunen. ‘Dat de Hoge Raad onze petitie in behandeling heeft genomen, is al een goed teken.’
Coronahumor
Het coronavirus in Gaza lijkt vooralsnog onder controle. En terwijl het virus in de rest van de wereld grote paniek veroorzaakt, vallen de Palestijnen terug op humor.
‘Nu het coronavirus grensoverschrijdend is, lijkt het erop dat het belegerde Gaza de veiligste plek ter wereld zal zijn’, grapt de Palestijnse HR-consultant Taysir Balbisi uit Gaza op Twitter.
‘We zijn niet gestorven aan vier oorlogen, chemische aanvallen, giftige gassen die de helft van onze jeugd bij het de grens met Israël heeft ingeademd, bommen of fosfor. Denk je dat we zouden sterven aan corona? Rustig aan, mensen’, schrijft activiste Nadia AbuShaban op Facebook.
Ook de eerdergenoemde activist Abu Sitta ziet ironie in de huidige situatie: ‘De blokkade en de isolatie waar wij in Gaza onder lijden, heeft ons eigenlijk beschermd tegen het virus.’
Pas tijdens een crisis zien we dat burgers van een land zich massaal achter hun leider(s) scharen. In de politicologie staat dit effect bekend als het ‘rally round the flag’-effect, een patriottistische reflex die voor het eerst in de jaren zeventig in de VS werd geconstateerd. Deze reflex trad en treedt met name op gedurende oorlogen, maar ook andere crises, zoals de coronacrisis. En op dit moment zien we dit niet alleen in Amerika, maar ook in Europa gebeuren. En het is de vraag hoe lang het nog stand houdt.
Hier in Nederland zijn het Mark Rutte en zijn VVD die hiervan profiteren. Met reden. Rutte betoont zich tijdens deze crisis een leider als nooit tevoren. Ondanks enkele misstappen lijkt het huidige kabinet de coronacrisis voortvarend aan te pakken. De koers van het kabinet is niet links of rechts maar pragmatisch, waarbij men vertrouwt op experts en doet wat nodig is om deze crisis te overkomen.
De burger ziet dat ook en schaart zich daarom ook achter de premier, zijn partij en het kabinet. De VVD is de afgelopen weken niet voor niets enorm in de peilingen gestegen. Sowieso zien we in tijden van crisis vaak patriottisme opleven. Dat geldt nu ook voor Nederland. Nu is het moment om elkaar en ons land te steunen, zo denken velen, om samen zo goed als mogelijk de crisis door te komen.
De vraag is echter hoe lang dit effect stand houdt. Daarnaast moeten we ons afvragen of het wel zo goed is. Over het eerste punt kunnen we kort zijn. Het ‘rally round the flag’-effect is per definitie tijdelijk. Als de crisis overgaat, of minder ernstig wordt, verdwijnt het effect ook. Dit hebben we in het verleden zien gebeuren en zo zal dat ook nu zijn.
Als het kabinetsbeleid niet meer wordt gesteund door de meerderheid van de bevolking, wat dan?
Het is niet erg dat dat het patriottische gevoel verdwijnt. Hoewel patriottisme ook goede kanten heeft – denk aan solidariteit, gemeenschapszin en burgerlijke gehoorzaamheid – kunnen we ook een aantal schaduwkanten vaststellen. Kritiek op het gevoerde beleid wordt vaak niet bon ton geacht. Het is op dit moment immers niet patriottistisch om je uit te spreken tegen het gevoerde beleid van het kabinet en zijn experts.
Maar naarmate de crisis langer duurt worden onze economie, onze rechten en vrijheden, en de democratie zelf steeds meer beschadigd. Dit heeft niet alleen te maken met het feit dat de coronacrisis nu al maanden duurt, maar ook met de wijze waarop we deze bestrijden.
In het Outbreak Management Team zitten bijvoorbeeld alleen medici, waardoor we ons af kunnen vragen of andere belangen en perspectieven wel voldoende meegewogen worden. Ook ontbreekt de democratische controle vrijwel volledig. De Tweede Kamer bezit simpelweg niet de expertise om nu optimaal te kunnen opereren. Veel rechten en vrijheden zijn daarnaast ingeperkt. De vraag is hoe lang we dit nog moeten toestaan.
Het ‘rally round the flag’-effect is al aan het afnemen. We zien burgers geleidelijk aan steeds ongehoorzamer worden en steeds meer mensen gaan de straat op. Mensen worden ongeduldig en wachten op de versoepeling van de lockdown. Net als ondernemers, die graag willen redden wat er nog te redden valt.
Nog altijd zijn er velen die zich met goede redenen achter het kabinet en zijn beleid scharen, maar deze steun zal minder worden bij het voortschrijden van de tijd. En als het kabinetsbeleid niet meer wordt gesteund door de meerderheid van de bevolking, wat dan?
Dezer dagen herdenkt Nederland dat vijfenzeventig jaar geleden een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog en daarmee aan de Duitse Bezetting. Die nemen in onze nationale herinnering zo’n dominante plaats in dat het adjectief vaak wordt weggelaten: wie over ‘De Oorlog’ en ‘De Bezetting’ spreekt, is al duidelijk genoeg. De term ‘bezetting’ wordt sowieso amper voor iets anders dan 1940-1945 gehanteerd.
Voor de vorige keer dat Nederland door een grote mogendheid overweldigd werd, namelijk de periode 1810-1813 door de Fransen van Napoleon, spreken historici niet van bezetting, maar van inlijving – wat staatkundig ook correct is: Nederland verloor in 1810, anders dan in 1940, ook formeel zijn zelfstandigheid. Het werd deel van het Franse keizerrijk, waaraan overigens wel een militaire bezetting was voorafgegaan.
Hoe lang kan men van een ‘bezetting’ spreken? Ik kom daarop door het stuk van Fitria Jelyta in de Kanttekening van februari over de tegengestelde kijk van Indische en Indonesische Nederlanders op de koloniale periode. Daarin wordt een woordvoerder van de laatste groep geciteerd, Jeffry Pondaag: ‘De Nederlandste staat geeft geen gehoor aan de Indonesische slachtoffers van de 350 jaar durende illegale bezetting door Nederland.’
Het herinnerde mij aan het historisch museum van Corsica in het stadje Corte, dat ik in 2017 bezocht. Daar werd in de bijschriften gesproken van ‘250 jaar Franse bezetting’. In het Frans, dat wel. Wat mij vervolgens weer een Ierse pensionhoudster van zeven jaar eerder te binnen deed schieten, die weemoedig de verengelsing van haar land beklaagde – maar dit ook alleen in het Engels kon doen, omdat zijzelf evenmin nog het Keltisch machtig was.
Pondaags uitspraak roept twee interessante vragen op: wanneer spreken we (nog) van een bezetting, en, in samenhang daarmee, wanneer en hoe lang zijn machthebbers illegaal? Daarbij moeten we onderscheid maken tussen formele legaliteit en morele legitimiteit. Wat dat formele aspect betreft: vrijwel elk land in het verleden is voor een groot deel door verovering, dus ‘illegaal’, ontstaan.
Geen historicus zal bij Karel V en Filips II snel van een halve eeuw Spaanse ‘bezetting’ spreken
Tot de opmars van het democratisch denken met de Verlichting kwam zelfs niemand op het idee om de legitimiteit van de macht aan volksinspraak te koppelen. Het fiat van God, of gewoon de macht van het zwaard, volstond. Of het erfrecht. Door dat laatste kwam Nederland in Spaanse handen, zoals het door verovering vijftien eeuwen eerder in Romeinse handen gekomen was.
Als gezegd: in Nederland spreken wij ten aanzien van ‘vreemde’ overheersers – ook een interessant punt trouwens, dat ‘vreemd’ – alleen in het Duitse geval van een bezetting. Geen historicus zal bij Karel V en Filips II snel van een halve eeuw Spaanse ‘bezetting’ spreken. En indertijd was het ook juist de Opstand tegen hun gezag, en niet dat gezag zelf, die legitimatie behoefte.
Ook voor de Romeinen ben ik de term nooit tegengekomen. Natuurlijk: het is rond het jaar nul heel concreet met een militaire verovering en dito bezetting begonnen, met legioenen in de nieuwe Limes langs de Rijn. Die legioenen en Limes bleven ook vier eeuwen. Maar waar de ‘oorspronkelijke’ bewoners van de Lage Landen de Romeinen bij hun komst vast als veroveraars en bezetters hebben gezien, is het onwaarschijnlijk dat dat rond het jaar 400 nog steeds zo was.
Om een heel simpele reden: omdat het na vier eeuwen moeilijk meer te zeggen viel wie precies afstammelingen van de oorspronkelijke bewoners waren. Die hadden zich al vele generaties lang tijdens hun voortplantingsproces met Romeinse kolonisten gemengd, en ook die weinigen die genetisch misschien nog ‘zuiver’ waren gebleven waren cultureel volledig geromaniseerd. Voor hen was het Romein-zijn even vanzelfsprekend als water dat is voor een vis.
En dat brengt mij op de kloof tussen Indische en Indonesische Nederlanders, die we ook zien bij tussen al generaties lang in Ierland wonende Britten en ‘echte’ Ieren: voor de Indonesische blijft de indringer van voorheen tot op het laatst een indringer, ook na vele honderden jaren. Voor de Indische is, vanwege hun gemengde etnische wortels, die indringer ook deel geworden van henzelf. Dat is de kern van hun tragiek: zij worden zowel door de Nederlanders als door de Indonesiërs als buitenstaander gezien.
In Pakistan zijn niet-moslims en sjiieten tweederangs burgers. Zo adverteerde het Pakistaanse leger dat rioolschoonmakers worden gezocht, maar dat alleen christenen mogen solliciteren. Dit schrijft the New York Times.
Nadat activisten hiertegen protesteerden, besloot het leger de religieuze functie-eisen toch maar te verwijderen.
Christenen maken slechts 1,6 procent uit van de Pakistaanse bevolking, maar 80 procent van de rioolschoonmakers is christen. De rest is hindoe en van de laagste kaste. Moslims willen dit werk niet doen: ze noemen de rioolschoonmakers ‘choora’, vies.
Pakistaanse artsen weigeren om rioolschoonmakers te helpen als ze ziek zijn, omdat ze als onrein en onaanraakbaar worden beschouwd. Het werk van rioolschoonmaker is gevaarlijk. Soms sterven schoonmakers tijdens hun werk.
De zuidelijke Chinese provincie Guangdong neemt antidiscriminatiemaatregelen in reactie op het racisme tegen zwarte mensen. Zij worden gediscrimineerd omdat zij het coronavirus zouden verspreiden. Dit schrijft het internationale nieuwsmedium Quartz.
De maatregelen volgen op een groot schandaal in april. Afrikaanse bewoners werden in provinciehoofdstad Guangzhou uit hun huizen gehaald en verplicht in quarantaine gezet. Ook bij hotels en bij de McDonalds mochten zij niet meer binnen.
Beelden van discriminatie gingen viral op social media, waarna Ghana, Kenia, Nigeria en Oeganda besloten de Chinese ambassadeur op het matje te roepen. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken waarschuwde Afro-Amerikaanse ondernemers om de stad Guangzhou te mijden.
Aanvankelijk ontkenden de communistische machthebbers in Beijing alles. Ze gaven de westerse media de schuld die nepnieuws zouden verspreiden, ondanks het feit dat Afrikaanse media de eerste media waren die met dit nieuws kwamen. Maar nu heeft de Chinese overheid besloten om toch wat te doen, volgens critici omdat de racistische incidenten slecht zijn voor het imago van China in Afrika.
‘Elke organisatie of persoon mag het aanbieden van hotelaccommodatie en het verhuren van huizen aan een specifieke groep mensen niet beperken of weigeren vanwege hun nationaliteit, ras, geslacht of huidskleur. Ze mogen evenmin de vrije toegang worden ontzegd tot openbare gelegenheden zoals lokale gemeenschappen, winkels en parken’, staat in een nieuwe bepaling.
Waarnemers verwachten dat hotels en andere etablissementen in Guangzhou zich snel aan deze regels gaan houden, omdat in het communistische China alles top-down geregeld wordt.
De regionale kantonraad van het Noord-Syrische gebied Afrin vindt dat de internationale gemeenschap de Turkse president Erdogan voor een tribunaal voor oorlogsmisdaden moet verschijnen. Dit meldt Koerdisch Nieuws.
Erdogan moet berecht worden vanwege voortdurende oorlogsmisdaden door Turkse militairen en hun jihadistische bondgenoten in Noord-Syrië, vindt de Kantonraad.
De kantonraad verkeert in ballingschap vanuit het vluchtelingenkamp Veger, waar de ontheemden uit Afrin wonen. Het kamp is gelegen in het district Serawa, een deel van Afrin dat niet helemaal bezet is door de Turks-jihadistische legermacht.
Turkije veroverde in januari 2018 Afrin, dat door Koerden werd bezet. Tijdens de verovering van Afrin raakten honderdduizenden mensen ontheemd. Meer dan duizend mensen raakten gewond. Honderden burgers, waaronder ook vrouwen en kinderen, werden gedood.
Volgens de kantonraad van Afrin zijn Turkije en de jihadistische pro-Turkse milities bezig met een etnische zuivering:
‘De Koerdische bevolking in Afrin bedraagt nu slechts 27 procent. Vóór de invasie was 97 procent van de inwoners Koerdisch. Heiligdommen en pelgrimsoorden van de Yezidi-gemeenschap worden systematisch vernietigd. Leden van niet-islamitische religies worden geïslamiseerd. Afrin, waar ooit een grote verscheidenheid aan geloofsovertuigingen en culturen leefde, is nu slechts nog een stapel puin.’
Politiebaas Erik Akerboom vertrekt dit jaar naar de AIVD. Op zich weinig uitzonderlijk nieuws. We zien wel vaker een politietransfer naar de veiligheidsdiensten. Zo stapte Pieter-Jaap Aalbersberg als hoofd Amsterdamse politiekorps twee jaar geleden over naar de NCTV. De nieuwe korpschef, diegene die Akerboom dus gaat vervangen, is Henk van Essen.
U ziet de bui vast al hangen: de klok slaat allemaal witte mannen. De diversiteitskwestie binnen het korps leverde een interessant vraaggesprek op met Erik Akerboom in de Volkskrant. Hierin heeft Akerboom het over de ‘moeizame veranderbaarheid van de organisatie’ en wordt hij aan de tand gevoeld over zijn doelstellingen. Heeft hij bereikt wat hij heeft willen bereiken met betrekking tot diversiteit? Ik heb een aantal dingen opgesomd. Dingen die we de volgende keer maar beter achterwege kunnen laten.
Ten eerste: kunnen we alsjeblieft stoppen om de etnische achtergrond van mensen met een migratieachtergrond een ‘multiculturele achtergrond’ te noemen? Al helemaal in een interview waar de witte achtergrond van de witte, autochtone of blanke mensen onbenoemd worden gelaten. Voor de laatste keer: we leven in een multiculturele samenleving, waar iedere burger een etnische achtergrond heeft.
De vraag die de journalisten stellen aan Erik Akerboom – ‘Uw plaatsvervanger is geen vrouw en heeft ook geen ‘multiculturele achtergrond’’ – blijft wel relevant natuurlijk. Het antwoord van Erik Akerboom:
‘Het zou fantastisch zijn als we daar een vrouw of iemand met een migratieachtergrond konden benoemen, of beide, maar korpschef is niet een baantje waarmee je experimenteert. Ik had graag gezien dat Henk had kunnen concurreren met vrouwen die het willen, kunnen en de ervaring hebben. Maar die ervaringsopbouw naar leidinggevende topfuncties bij de politie is zeer beperkt.’
Houd me vast: kunnen we alsjeblieft ook stoppen met de implicatie dat mensen met een migratieachtergrond of vrouwen onbetrouwbaar of onkundig zijn? Heel goed overigens dat de journalisten de politievrouw Liesbeth Huyzer noemen. Haar woordvoerder heeft laten weten dat Huyzer niet door de minister is gevraagd. Die minister is Ferdinand Grapperhaus, van Veiligheid en Justitie. Ja, precies diegene die in het Vondelpark ‘drie chickies’ aansprak terwijl zij keurig op 1,5 meter afstand zaten te picknicken.
U ziet de bui vast al hangen: de klok slaat allemaal witte mannen
Erik Akerboom vindt verder dat we de discussie over de hoofddoek niet naar het korps moeten trekken. Dat betekent dus sowieso dat die discussie binnen het korps keihard speelt. Dat zegt hij zelf ook:
‘De ene helft [van de politietop] zei: het dragen van het uniform met een hoofddoek betekent dat je geloof islamitisch is, maar dat je in de eerste plaats de rechtsstaat dient. En de andere helft zei: een hoofddoek is een teken van onderdrukking. Je ziet die tweedeling door het hele korps en om die reden zegt Erik de korpschef: het momentum is ongeschikt. Ik sluit niet uit dat het in de toekomst, als die beladenheid eraf is, gewoon kan. Voor nu is mijn lijn: het uniform draag je zonder uitingen van geloofsovertuiging. Punt.’
Kan de volgende politiechef zo spoedig mogelijk stoppen met het discrimineren van moslima’s die politieagent willen worden? In de eerste plaats slaat die schijntegenstelling tussen het ‘dienen van de rechtstaat’ en ‘dat je geloof islamitisch is’ helemaal nergens op. De rechtstaat betekent juist dat de vrijheid van godsdienst gewaarborgd dient te zijn.
En wat betreft dat ‘ongeschikte momentum’: voor wie is dat ongeschikt? Zeker niet voor de moslima die in haar carrière wordt gehinderd door een discriminerende regel. Het momentum voor verandering is ten slotte altijd nu en mag nooit bepaald worden door mensen die op ongefundeerde basis tegen verandering zijn.
Maar goed. Erik Akerboom was zo’n slechte nog niet. Hij moest diversiteit ‘forceren’ om het volume aan culturen binnen te krijgen. ‘Het gaat erom dat we die mensen binnenhouden’. De volgende politiechef moet gewoon doorpakken. ‘Als je geen diversiteitsdoelen stelt, gaat het niet gebeuren’, zegt Akerboom. Hiermee neemt hij wel een standpunt in, dat ze rauw lusten bij de politie.
Ik hoor graag dat Akerboom die diversiteitsdoelen ook stelt voor de AIVD, en andere veiligheidsdiensten. Alleen op die manier kunnen de veiligheidsdiensten rechtvaardiger worden.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.