De Turks-Duitse politicus Mustafa Yeneroglu heeft de partij van Erdogan de rug toegekeerd. Yeneroglu is een bekende Duitse tv-persoonlijkheid en sinds 2015 lid van het Turkse parlement voor de AKP, waarvan hij ook partijbestuurder was.
Yeneroglu was vaak in Duitse talkshows te gast en trad daar op als spreekbuis van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. In 2017 was hij campagneleider in Europa voor Erdogans gewonnen referendum over de invoering van een presidentieel stelsel.
Maar nu heeft Yeneroglu aangekondigd uit de AKP te stappen. Aanleiding was het verzoek van Yeneroglu om uit het partijbestuur treden. Dit werd door de partijtop als een belediging opgevat, waardoor Yeneroglu de partij moest verlaten.
Yeneroglu wilde uit het bestuur omdat hij al langere tijd moeite heeft met de koers van Erdogan. De laatste maanden begon hij die kritiek ook op Twitter te uiten. Zijn kritiek op bijvoorbeeld sommige arrestaties wordt in Turkije gezien als kritiek op Erdogan zelf.
De Turkse president wil dat Yeneroglu zijn zetel in het Turkse parlement opgeeft. Yeneroglu zelf zegt nog wat bedenktijd te willen.
Ondertussen is hij in gesprek met AKP-spijtoptanten Ahmet Davutoglu en Ali Babacan, die allebei een nieuwe partij oprichten. Davutoglu wil een islamistische partij oprichten, Babacan een partij die de economische problemen waarmee Turkije kampt aanpakt.
Duitsland kent de grootste Turkse gemeenschap buiten Turkije. Net als Turkse Nederlanders worden Turkse Duitsers door Ankara als Turkse staatsburgers beschouwd en mogen zij meedoen aan de parlements- en presidentsverkiezingen.
De Franse senaat heeft ingestemd met een amendement dat het dragen van de hoofddoek aan meer restricties onderwerpt. Tegenstanders vinden het Franse secularisme te extreem worden. Sommigen beschuldigen de voorstanders zelfs van moslimhaat.
Sinds 2004 is het in Frankrijk verboden om in publieke gebouwen zichtbare religieuze symbolen te dragen. Hoofddoeken, keppeltjes en kruisjes zijn sindsdien verboden in scholen, bibliotheken en overheidsgebouwen. Het door de senaat aangenomen amendement breidt deze restricties uit. Ouders die hun kinderen begeleiden op een schoolreisje mogen ook geen religieuze symbolen meer dragen.
In juli was dit amendement al voorgesteld door de rechtse partij Les Républicains van de voormalige president Nicolas Sarkozy. Maar medio oktober stond het amendement opeens in de schijnwerpers vanwege een incident in het regionale parlement van het Franse departement Bourgondië.
Julien Odoul, een politicus van de uiterst rechtse partij Rassemblement National van Marine le Pen, eiste dat een vrouw op de tribune haar hoofddoek af zou doen. De vrouw was met haar zoontje mee op een schuiluitje en voelde zich door de politicus geïntimideerd.
De kans dat het amendement een echte wet wordt is klein, meldt tv-zender France 24. De sociaal-liberale partij En Marche van Emmanuel Macron is fel tegen het amendement en vormt de meerderheid in het Franse parlement. Toch heeft de actie van de senaat het debat over de hoofddoek en de islam nog feller doen oplaaien in Frankrijk.
Dat debat was de afgelopen weken al niet mals. Zo zei Yves Threard, adjunct-hoofdredacteur van de Franse krant Le Figaro, vorige maand: ‘Ik haat de islam’. Minister van Onderwijs Jean-Michel Blanque gaf aan de hoofddoek ‘niet wenselijk te vinden’. En de controversiële intellectueel Eric Zemmour sprak over ‘islamisering van de straten’. Naar hem wordt een strafrechtelijk onderzoek gedaan.
Een tegenreactie is er ook. Twee weken geleden vroegen negentig bekende Fransen via een open brief Macron iets te doen tegen deze ‘islamofobie’. De president gehoorzaamde en waarschuwde tegen stigmatisering van moslims en het koppelen van de islam aan terrorisme. ‘We moeten een gezamenlijk front vormen met onze medeburgers’, zei Macron dezelfde dag nog.
In Frankrijk wonen ongeveer vijf miljoen moslims. Daarmee kent het land de grootste islamitische minderheid van West-Europa.
Ghana voert dit jaar de marketingcampagne The Year of the Return. Afstammelingen van slaven in de hele wereld worden gevraagd zich definitief in het Afrikaanse land te vestigen. Aanleiding is dat vierhonderd jaar geleden de eerste Afrikaanse slaven tegen hun wil van Ghana naar Amerika werden gebracht.
Is het wat voor Surinaamse en Caribische Nederlanders zijn om naar hun ‘moedercontinent’ te emigreren? De Kanttekening sprak twee nazaten hierover: De een is vertrokken, voor de ander hoeft het niet.
Thuiskomen
Emigreren naar Afrika was zeker iets voor haar. De Surinaams-Nederlandse Poema Jones (foto hierboven) vertrok ruim een jaar voor de Ghanese oproep naar Afrika. ‘Pas sinds kort hoorde ik van de marketingcampagne’, zegt ze.
Jones woont nu in Gambia, maar als ze nog in Nederland woonde had ze zeker gehoor gegeven aan de oproep. De 46-jarige kunstenares is geboren in Suriname en heeft vijfentwintig jaar in Amsterdam gewoond. Al die tijd heeft ze een verbintenis met Afrika gehad.
‘Afrika hield me in evenwicht in het Westen. De wetenschap dat er een plek op aarde was, vol met mensen die op jou lijken.’ Ze gaat verder: ‘Ik lach zoals hen, ik beweeg en dans zoals hen. En ik heb de Afrikaanse visie op het leven.’
Het verlangen naar Afrika werd steeds sterker. ‘Ik wilde ergens wonen waar ik de weerspiegelingen van mijzelf zag. Ik ervoer ontzettend veel stress in Nederland, in het Westen. Het werd me teveel.’
Jones gelooft daarnaast stellig dat er een ‘roep van ‘Mama Africa’ is geweest en dat ze daarnaar geluisterd heeft. ‘Ik begon allemaal landen in Afrika te bezoeken, hopende dat één van die naties mijn rijk was, het land waar ik zou willen blijven wonen. Ik ben in Ethiopië, Soedan en Eritrea geweest, maar voelde geen verlangen om mij in één van die landen te gaan settelen.’
‘Ik wilde ergens wonen waar ik de weerspiegelingen van mijzelf zag’
Het is bijzonder dat Jones naar Gambia, het kleinste land van Afrika, is geëmigreerd. ‘Eigenlijk wist ik niet eens dat dat land bestond’, geeft ze toe. Jones wilde voor een project naar Senegal, maar dat werd afgelast. ‘Ik baalde ontzettend. Tegen een vriendin zei ik dat ik alsnog wilde gaan, maar dat een ticket gewoonweg te duur was. Zij opperde toen dat ik dan maar naar Gambia moest gaan. Zo kon ik vervolgens makkelijk doorsteken naar Senegal.’
Jones vond online een goedkoop arrangement en toen was de beslissing genomen. Ze heeft Senegal nooit meer gezien. ‘Er was iets aan Gambia dat als thuis voelde. Ik ervoer een herkenning.’ Op de tweede dag van haar verblijf in het kleine Afrikaanse land besloot ze dat ze er definitief wilde blijven wonen.
In Nederland werkte Jones als kunstenares. In Gambia heeft ze een hoedencollectie opgezet en geeft ze samen met lokale kunstenaars trainingen in het weven en ontwerpen van tassen en hoeden. Ze heeft een ‘compound’ waar fruitbomen staan en waar haar honden en katten vertoeven. Elke dag is ze aan het strand te vinden en ze kan haar eigen tijd indelen. ‘Ik heb na twee jaar geen enkele behoefte om hier weg te gaan.’
Toch gaat niet alles gemakkelijk. Jones geeft toe dat ze een over-geromantiseerd idee had van Afrika. ‘Dat heb ik danig moeten bijstellen’, lacht ze. ‘Ik zie het nu allemaal een stuk realistischer.’ Ze vindt dit niet erg. ’Hier is mijn zwart-zijn geen punt, terwijl dat in het Westen wel zo was. En dat is het voor mij waard, ondanks alle uitdagingen die ik op mijn pad tegenkom.’
Thuisblijven
Doreen Dankerlui, die in de gezondheidszorg werkt en in haar geboorteland Suriname is als ik haar spreek, denkt er anders over dan Jones. Ze vindt de Ghanese marketingcampagne niettemin een geweldig idee.
‘Ik hoop dat mensen die zich in ‘witte’ contexten niet prettig voelen dit in overweging nemen. En als ze er echt gehoor aan geven, door naar Ghana of een ander Afrikaans land te gaan, dan hoop ik dat het hen brengt wat ze er zoeken.‘
Zelf heeft ze niet de behoefte om naar Ghana te gaan om er te gaan wonen. ‘Nee, dat hoeft voor mij niet. Bovendien ben ik daar nooit geweest. Ik weet dus niet of Ghana het juiste land voor mij is.’
Toch staat de 53-jarige single, die nooit in Afrika is geweest, er niet helemaal afwijzend tegenover. ‘Ik ben heus wel geïnteresseerd in deze oproep. Als de situatie in het Westen zou verslechteren, zou ik erover nadenken.’ Maar de bestemming zal dan eerder Suriname worden.
Foto: Doreen Dankerlui
‘Ik eer mijn voorouders’
In de Verenigde Staten is de back-to-Africa-beweging veel sterker. Begin twintigste eeuw had je Marcus Garvey, die in de tijd van het kolonialisme pleitte voor een zwarte staat in Afrika. De witte meerderheid in Amerika zou zwarte mensen toch niet accepteren, was zijn gedachte. Dankerlui wijst erop dat de context voor Afro-Amerikanen heel anders is.
‘Wij Surinaamse en Caribische Nederlanders hebben een connectie met bijvoorbeeld Suriname, de Nederlandse Antillen en Jamaica. Daar zouden wij dus eventueel naartoe kunnen emigreren of remigreren.’
Desondanks voelt Dankerlui zich ontzettend verbonden met Afrika. ‘Ik wil er wel degelijk verder naar op zoek.’ Zo is Dankerlui bezig met iets wat ze ‘het ‘reclaimen’ van haar roots noemt: ‘Ik eer mijn Afrikaanse voorouders’, legt ze uit. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld thuis een altaar waar ik met hen praat en hen om hulp, advies en bescherming vraag.’
Ook nu, tijdens haar vakantie in Suriname, zegt ze hun aanwezigheid te merken. ‘Tijdens een bezoek aan een district werd er onderweg gestopt bij een gigantische Kankantrie-boom. Het was duidelijk dat hier geesten huisden, dus ik heb hen toegesproken en een wateroffer gegeven.’
Daarnaast houdt Dankerlui ook in haar dieet rekening met Afrikaanse elementen. ‘Ik probeer terug te gaan naar een meer originele Afrikaanse voedingswijze. Die is meer plantaardig, veganistisch.’ Ze is erg trots op haar voorvaderen. ‘Door alles wat zij hebben doorstaan, kan ik succesvol zijn.’
Wel interesse, geen actie
‘Heel veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders zijn wel geïnteresseerd om naar het continent van oorsprong te gaan, maar ze nemen de stap niet’, zegt Gilo Koswal, de Surinaams-Nederlandse organisator van een Ghana-reis. Ook een woordvoerder van de Nederlandse ambassade in Ghana bevestigt deze observatie.
Volgens de ambassade kwamen er ongeveer 75 Surinaamse en Caribische Nederlanders op deze bijeenkomst af, maar geen enkele aanwezige heeft besloten om zich blijvend in Ghana te vestigen.
De komende weken en maanden zullen wellicht meer Nederlanders van Surinaamse en Caribische komaf Ghana bezoeken in het kader van de The Year of the Return. Maar het aantal Surinaamse en Caribische Nederlanders dat écht besluit om te emigreren zal vermoedelijk heel klein zijn.
In Egypte is de laatste tijd veel te doen geweest om de buikdanseres Safinaz, die werd aangeklaagd wegens ‘losbandigheid’. De situatie is tekenend voor een land dat weliswaar dol is op zijn danseressen, maar waar ‘zoon van een danseres’ een scheldwoord is.
Egypte is het land van de farao’s, van de Nijl én van buikdans. Hoofdstad Cairo is een pelgrimsoord voor buikdanseressen van over de hele wereld, die de haard van hun danskunst bezoeken om workshops te volgen en de sterren te aanschouwen.
Eén van de nieuwe sterren in het land is de van oorsprong Armeense Safinaz. Zij kwam afgelopen zomer in het nieuws vanwege een juridische aanklacht tegen haar. Er hing haar een veroordeling van drie jaar gevangenisstraf en deportatie uit Egypte boven het hoofd, maar is inmiddels vrijgesproken.
De aanklacht: aanzetten tot losbandigheid. De aanleiding: een filmpje op YouTube, waarop te zien is hoe ze tijdens een optreden aan de Egyptische noordkust spontaan vergezeld wordt op het podium door twee dansende dames in bikini.
Eerder werd Safinaz al veroordeeld door het gerechtshof voor het beledigen van de Egyptische vlag. Ze had opgetreden in een buikdanskostuum in de kleuren van de nationale vlag.
Niks nieuws onder de Egyptische zon, vindt Mohamed Fouadhelmy, advocaat uit Caïro en manager van buikdanseressen. Volgens hem bemoeien handhavers van de Egyptische wet zich wel vaker met buikdanseressen. Vooral de laatste jaren, in het nieuwe regime van president Abdel Fattah al-Sisi.
Ze kunnen zomaar een inval doen in een club om te controleren of de regels van de officiële censuur wel nageleefd worden: of de werkvergunning wel in orde is, of de danseres zich wel aan de kledingvoorschriften houdt – en of haar lingerie wel in orde is, bijvoorbeeld.
‘Niet alleen is dragen van ondergoed bij wet verplicht, het moet officieel ook voldoen aan bepaalde regels. Het mag bijvoorbeeld niet huidkleurig zijn,’ legt Fouadhelmy uit. Het is trouwens niet zo dat de meeste danseressen zich iets aantrekken van deze regels – zeker niet degenen met een bekende naam.
‘Egyptenaren zouden hun werk als buikdanseres zo opgeven om op een kantoor te kunnen werken’
Volgens Fouadhelmy wordt een overtreding vaak afgehandeld met een geldboete of met wat smeergeld. Maar soms belanden buikdanseressen in de gevangenis. Zo werd een bekende Russische danseres laatst gearresteerd omdat haar danskostuum niet aan de voorschriften voldeed.
De gevolgen? ‘Meer geld en meer werk,’ antwoordt Fouadhelmy droogjes. ‘Dat danskostuum van die Russische is een onmisbaar onderdeel van haar act geworden en haar prijzen zijn omhooggeschoten als een raket. Ze is laatst geboekt voor een bruiloft voor 200.000 Egyptische pond (ongeveer 11.000 euro, red.).’
Hij vervolgt: ‘Geen buikdanseres wil een smet op haar reputatie. Maar een schandaal kan goed voor business zijn. Heel goed.’
Respectabel? ‘It’s complicated’
Zo’n sterdanseres wordt geboekt door de elite als een teken van prestige. Ze danst in dure clubs en op elitaire feesten, waar de gastheer kan pronken met haar naam. Maar buikdanseressen zijn ook te vinden op feesten in simpele volkswijken.
‘Buikdans is onderdeel van onze cultuur, maar Egyptenaren hebben een gekke relatie met buikdanseressen. It’s complicated,’ legt de Egyptische buikdanseres Mervat uit. Tot voor kort was ze werkzaam in de toeristische badplaats Sharm El Sheikh, nu is ze met zwangerschapsverlof. Hoewel ze uitsluitend in prestigieuze vijfsterrenhotels heeft gedanst, is er wat haar betreft geen sprake van prestige in haar werk.
‘Tijdens mijn optredens geeft het publiek me niets dan liefde. Mensen klappen voor me, ze overladen me met complimenten, ze dansen met me mee en ze dringen zich na afloop om me heen om een foto met me te nemen: kinderen, jonge mannen, stellen en oudere vrouwen met hoofddoek. Maar mijn werk wordt door de samenleving niet gezien als respectabel. Elke Egyptische moeder wil een buikdanseres op de bruiloft van haar zoon. Maar ze zal een buikdanseres nooit als schoondochter accepteren.’
Ook Mervat zelf zegt last te hebben van een schizofrene houding ten opzichte van haar werk. Ze twijfelt er niet aan dat ze een respectabele vrouw is – ze gaat rechtop zitten als ze dit zegt en steekt haar kin vooruit -, maar ze geeft toe dat ze zich vaak schaamt voor haar werk.
Mervat
Mervat slaakt een zucht als ze vertelt hoe ze een keer tijdens een optreden opeens haar oom zag zitten in het publiek. Terwijl iedereen aan het klappen en juichen was en er kinderen aan het meedansen waren, draaide hij zijn hoofd van haar weg. ‘Ik kon wel door de grond zakken van schaamte’, vertelt ze. Na afloop in de kleedkamer barstte ze in huilen uit.
Behalve schaamte voelt Mervat ook weleens schuld, vertelt ze, vooral tijdens de heilige maand ramadan. Tijdens het vasten bedekt ze zich van top tot teen en draagt ze geen make-up. Maar ’s nachts plakt ze nepwimpers op en trekt ze een glinsterend pakje aan om een show te geven.
Als de show goed gaat, valt Mervat meestal met een glimlach op haar gezicht in slaap. Maar soms wordt ze wakker gehouden door de stem van haar geweten. Ze legt haar hand op haar buik: ‘Ik hoop dat mijn kind later werk zal hebben waar het trots op is.’ Ze denkt even na en vervolgt: ‘Ik ben een artiest en ik ben goed in mijn werk. Maar in het Arabisch is ibn ra’aasa (‘zoon van een danseres’, red.) een scheldwoord.’
Geen keuze, het zit in het bloed
Maar als het werk van een buikdanseres blijkbaar zo veel kritiek krijgt en zo weinig status heeft in de samenleving, waarom kiest ze er dan voor? Dat is nou typisch een vraag van een buitenlander, zegt Mervat. De meesten van de Egyptische buikdanseressen kíezen er niet voor – ze doen het juist omdat ze geen andere opties hebben. ‘Velen kunnen hun eigen naam niet eens spellen.’
Het zijn de buitenlanders die uit allerlei beschikbare opties een bewuste keuze maken om als buikdanseres te werken. Ze geven hun kantoorbanen in hun land op en trekken naar Egypte om daar te werken als danseres, omdat ze het als een droombaan zien. Voor Egyptenaren is het gewoon een baan, vertelt Mervat. ‘Zij zouden juist hun werk als buikdanseres zo opgeven om op een kantoor te kunnen werken.’
Hoe zit het dan met Egyptische danseressen die de hele wereld over reizen om op buikdansfestivals lessen te geven aan hordes van buitenlandse fanaten? Ze worden op een voetstuk gezet en bejubeld, mensen betalen veel geld om een workshop van twee uurtjes van ze te volgen in een overvolle zaal. Mervat moet er om lachen.
‘Voor ons is dansen niet iets wat we moeten leren via een dure workshop, het zit in ons bloed. Elk Egyptisch meisje kan buikdansen.’ Maar het voetstuk waar dat handjevol Egyptische buikdanseressen op staat, bestaat volgens Mervat alleen buiten Egypte.
In Egypte zelf kent niemand ze, zegt ze, daar is de tijd van Egyptische buikdans-supersterren voorbij. Er is maar één uitzondering: dé superster, één van de bekendste vrouwen van Egypte, de veteraan die de vijftig al is gepasseerd maar nog steeds op het podium staat, door velen gekopieerd, geadoreerd en verguisd: Dina.
‘Ik ben twee keer uit mijn appartement gezet toen de verhuurder erachter kwam dat ik buikdanseres was’
Verslaafd, maar ook weer afgekickt
Dina lijkt in niets op het beeld dat Mervat schept van de doorsnee Egyptische buikdanseres: ze is intelligent, heeft filosofie gestudeerd, spreekt Engels en ze zet zich in voor de erkenning van buikdans als respectabele kunstvorm in Egypte. Ze heeft meerdere malen geprobeerd een buikdansschool te openen in Cairo, maar is altijd tegengewerkt door de regering. Degenen die van haar willen leren, moeten zich inschrijven voor één van de vele internationale buikdansfestivals.
Ook Dina is in het verleden meerdere malen in het nieuws gekomen. In 2006 bijvoorbeeld, toen vele vingers beschuldigend naar haar wezen nadat er op een plein in Cairo massaal meisjes waren aangerand. Het incident vond plaats tijdens de openingsceremonie van een film waarin zij te zien was. Dina werd aangeklaagd voor medeplichtigheid aan seksuele intimidatie – ze zou de jonge mannen opgehitst hebben en medeverantwoordelijk zijn voor het drama dat zich had voltrokken.
Hoewel ze vrijgesproken werd, hield het incident de gemoederen wekenlang bezig. Dina liet zich niet uit het veld slaan en legde tijdens interviews haarfijn uit dat problemen in de Egyptische samenleving niet afgeschoven moeten worden op buikdanseressen of op vrouwen in het algemeen.
Dina is weleens de laatste Egyptische buikdans-ster genoemd, want tegenwoordig wordt de markt in Egypte gedomineerd door buitenlanders – voornamelijk Russinnen en Oekraïners. Net als velen van hen verliet ook de Amerikaanse Diana Esposito, beter bekend als ‘Luna of Cairo’, huis en haard om in Cairo te werken. Ze bereikte de top en werd geprezen om haar authentiek Egyptische stijl. Volgens Diana zijn Egyptenaren naturals, maar zijn buitenlanders professionals.
‘Buitenlanders steken veel tijd in technische training, veel geld in hun kostuums en veel energie in het onderhouden van professionele contacten’, vertelt ze. ‘Ze zijn bereid om veel op te offeren, omdat buikdans hun passie is. Ze zien het als een privilege om dit werk te mogen doen, terwijl de meeste Egyptische danseressen het als een noodzaak zien.’
Diana was bereid veel te verduren omdat ze verslaafd was aan de optredens. Ze voelde zich bevoorrecht. Maar na een carrière van tien jaar is ‘Luna of Cairo’ niet meer in Cairo. Op de vraag waarom ze weg is gegaan uit Egypte, antwoordt ze: ‘Ik ben naar Egypte gegaan uit liefde voor de dans, ik ben er weggegaan voor mijn mentale gezondheid.’
En het voetstuk waar ze op stond? ‘Daar gaf ik niet om. Ik was dat andere zat: het slijk.’
Vijf Britse academici hebben onderzoek gedaan naar antisemitisme binnen Labour. Hun conclusie: Labour is geen antisemitische partij en tegen partijleider Jeremy Corbyn, die vaak van antisemitisme wordt beticht, wordt een heksenjacht gevoerd.
Sinds 2015 ligt de Britse politieke partij Labour onder vuur. De partij zou onder aanvoering van de radicaal-linkse partijleider Jeremy Corbyn een antisemitische koers zijn ingeslagen. Vijf wetenschappers concluderen in het boek Bad News for Labour. Antisemitism, the party & public belief dat er een groot verschil is tussen het beeld dat Britten hebben van de partij en de realiteit.
De onderzoekers zeggen geen bewijs te hebben gevonden van structureel antisemitisme binnen de partij. Tegen partijleider Jeremy Corbyn zou een heksenjacht worden gevoerd. Wel is er, aldus de vijf, sprake van antisemitische incidenten. Hierop is te laat, onvolledig, ongepast of zelfs niet gereageerd.
Dat er een groot verschil is tussen het imago van de partij en de realiteit zou te wijten zijn aan Corbyns politieke tegenstanders binnen Labour, die de Britse media hebben opgehitst. Uitspraken van Corbyn werden volgens de wetenschappers uit hun verband getrokken en uitvergroot.
De vijf stellen dat deze ‘haatcampagne’ tegen Corbyn buitenproportioneel is en niet klopt met de ‘realiteit van sporadisch antisemitisme’. Onder het leiderschap van Corbyn heeft Labour nu vijf keer zo veel leden gekregen, maar er zijn niet meer antisemitische incidenten dan voorheen.
Volgens de onderzoekers voeren tegenstanders een heksenjacht tegen Corbyn vanwege diens ondubbelzinnige pro-Palestijnse opstelling en radicaal-linkse sociaaleconomische standpunten. Dat Labour niet tijdig en adequaat heeft gereageerd op antisemitische incidenten ligt aan het interne functioneren van de partij, stellen ze.
China lag onder vuur tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties afgelopen dinsdag. Het land wordt al langere tijd beticht vanwege massale detentie en vervolging van Oeigoerse moslims. Toch is er nu ook een 54-tal landen die aangeven China te steunen.
23 landen steunden een Britse VN-verklaring die het schenden van mensenrechten door Beijing veroordeelt. Hieronder vallen onder meer Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, Canada, Japan en Nieuw-Zeeland.
Zij spraken hun zorg uit over de ‘geloofwaardige meldingen vanuit China over massale gevangenschap, het beperken van culturele en religieuze praktijken en surveillance specifiek gericht op etnische Oeigoeren’. In de verklaring bepleiten ze dat de Chinese regering direct dient te stoppen met de detentie van moslimgemeenschappen.
Maar een tegengeluid vanuit de Chinese grootmacht kreeg nog veel meer steun op de VN-vergadering, vooral vanuit landen die zelf al eerder op de vingers werden getikt vanwege het schenden van mensenrechten. Onder deze in totaal 54 bondgenoten vallen Pakistan, Rusland, Egypte, Bolivia, de Democratische Republiek Congo en Servië.
De tegenstrijdige verklaringen maken een wereldwijde kloof zichtbaar. Beijing is ondertussen hard bezig zijn diplomatieke en economische invloed in het buitenland te vergroten. Door middel van een wereldwijde PR-campagne probeert China steun te winnen voor haar Oeigoeren-beleid in Xinjang. Ze heeft zelfs een aantal moslimlanden, waaronder Saoedi-Arabië en Pakistan, weten te overtuigen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukte tijdens een persconferentie dat de VK en de VS moeten stoppen zich te bemoeien met ‘interne aangelegenheden in andere landen onder het mom van mensenrechten’.
China houdt naar schatting meer dan een miljoen Oeigoeren vast in ‘heropvoedingskampen’ in de westelijke regio Xinjiang, dat door de Oeigoeren Oost-Turkestan wordt genoemd. China beschuldigt de islamitische Oeigoeren van terrorisme en seperatisme.
In deze kampen worden de Oeigoeren onderworpen aan een streng regime. Voormalige gevangenen hebben verteld dat ze gedwongen werden om varkensvlees te eten – een zonde volgens de islam – ‘politieke lessen’ te volgen en communistische liederen te zingen.
Wat is nu toch eigenlijk de Nederlandse identiteit? In de afgelopen jaren is identiteitspolitiek weer terug van weggeweest. In een wereld die in rap tempo globaliseert, hoor ik steeds vaker in mijn omgeving een roep naar herwaardering van de Nederlandse identiteit en bijbehorende waarden en normen.
Doorvragend wat mensen daarmee bedoelen, komt er vooral een vaag, geromantiseerd en nostalgisch beeld naar voren van een Nederland dat feitelijk nooit in deze ‘pure’ vorm heeft bestaan.
Een monocultureel Nederland zonder ‘gezeur’ vanuit minderheidsgroepen om gelijke behandeling, zoals vrouwen, mensen met een beperking of mensen van kleur. Een Nederland waar we ‘ons’ Sinterklaasfeest nog op eigen wijze, dus mét zwarte piet, konden vieren. Een Nederland dat trots was op haar VOC-verleden en algehele economische prestaties in de Gouden Eeuw. Een Nederland dat een machtig rijk was met koloniën in verschillende delen van de wereld.
Ik ben blij dat de mens en ook de mensheid continu in ontwikkeling zijn en dat we sinds deze vervlogen tijden progressie hebben geboekt als het gaat om het respecteren van mensenrechten, afstand nemen van koloniën, het niet langer accepteren van de ongelijke behandeling van minderheden en het relativeren van het belang van nationalisme. Het hedendaagse, multiculturele Nederland heeft baat bij een stille ontwikkeling die zich langzaam maar zeker voltrekt onder de burgers van morgen.
Kinderen worden in het basisonderwijs steeds minder vanuit de traditionele Nederlandse identiteit gevormd en steeds meer vanuit een breder perspectief. Zo besteedt een groeiend aantal basisscholen tijd en aandacht aan ‘wereldburgerschap’ om daarmee Nederlandse kinderen en hun identiteit te vormen. Vanuit dit concept worden universele, menselijke waarden als uitgangspunt genomen om bij te dragen aan de ‘Bildung’ (persoonsvorming) van kinderen.
Het zou me niet verbazen als ik het stempel ‘cultuurrelativist’ opgeplakt krijg. prima
Een voorbeeld van zo’n school is Cosmicus in Rotterdam. Een school die tevens het predicaat ‘UNESCO-school’ heeft gekregen. Scholen kunnen een UNESCO-school worden als ze aan tenminste drie van de vier UNESCO-thema’s aandacht besteden. Een van deze vier thema’s is ‘wereldburgerschap’. ‘Basisschool Cosmicus hanteert acht thema’s voor wereldburgerschap om in de loop van acht basisschooljaren de leerlingen te onderwijzen en opvoeden als wereldburgers.’
Eén van deze thema’s is weer ‘identiteit’: ‘Identiteit; wat maakt mij zo bijzonder? Wat delen we en waarin verschillen we? Respect voor verschillen in sekse: jongen, meisje, homo- en heteroseksueel.’ Hiervoor maken basisscholen als Cosmicus gebruik van allerlei lesmethoden, speciale projecten en activiteiten en onderhouden ze contacten met scholen in andere landen.
En zo zijn er vele basisscholen in Nederland die stilletjes maar zeker werken aan een identiteit van Nederlandse kinderen die anders is dan de traditionele ‘Nederlandse identiteit’. Nederlandse kinderen worden zo gevormd tot wereldburgers.
Terwijl verschillende politici moord en brand schreeuwen om herwaardering van de Nederlandse identiteit en scholen oproepen dagelijks het Wilhelmus uit volle borst te zingen, ziet de dagelijkse praktijk er geheel anders uit. En ouders vinden dat prima, omdat het simpelweg prima is.
Een wereldburger ‘toont respect, empathie en kan goed communiceren met mensen met verschillende achtergronden, of ze nu hier of daar wonen’. Daar kan menig politicus vandaag de dag nog iets van leren.
Het zou mij niet verbazen als ik van sommige lezers het stempel ‘cultuurrelativist’ opgeplakt krijg. En dat vind ik prima. Mensen doen maar. Ik maak cultuur graag en met liefde ondergeschikt aan universele menselijke waarden en de algehele filosofie van wereldburgerschap. Het is een vehikel om te zorgen voor meer verbinding, vertrouwen en begrip in onze multiculturele samenleving en tussen Nederlanders. Het draagt bovendien bij aan het bewustzijn van het belang van mensenrechten, het belang van vrede en harmonie.
Ik hoop dat er nog veel basisscholen zich het gedachtegoed van ‘wereldburgerschap’ eigen willen maken en wellicht ook UNESCO-school worden. Daar worden het onderwijs, kinderen en daarmee de toekomst van ons land beter van.
Gisteravond sprak het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden zich meermalen uit tegen Turkije. Opvallende dissident: de Democratische afgevaardigde Ilhan Omar.
Omar weigerde voor een resolutie te stemmen waarin het Huis van Afgevaardigden de Armeense Genocide erkent. Ze was één van de drie Congresleden die ‘aanwezig’ stemde. De niet-bindende resolutie werd met 405 stemmen voor en 11 stemmen tegen aangenomen.
‘Verantwoording en erkenning van genocide mogen niet worden gebruikt als stok om mee te slaan in een politiek gevecht’, rechtvaardigt Omar haar stemgedrag. ‘Het moet gebeuren op basis van academische consensus, buiten de druk en kracht van geopolitiek.’
Ook vindt Omar dat de resolutie andere misdaden tegen de mensheid moest erkennen, zoals de trans-Atlantische Slavenhandel en de genocide op de indianen.
Ilhan Omar stemde daarnaast tegen een wetsvoorstel dat sancties aan Turkije oplegt. Volgens Omar wordt het Turkse volk hiervan slachtoffer. Ze was de enige Democraat in het Huis van Afgevaardigden die tegen het wetsvoorstel stemde.
In september 2017 had Ilhan Omar een ontmoeting met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan in New York. Het is onduidelijk wat er precies besproken is. Deze ontmoeting is buiten de reguliere media gebleven, totdat er in maart 2019 een foto opdook waarop beide politici geportretteerd staan.
De islamitische Omar, die in Somalië geboren is, geldt als heldin onder progressieve Amerikanen. Samen met de Democratische afgevaardigden Alexandria Ocasio-Cortez, Ayanna Pressley en Rashida Tlaib vormt zij ‘the Squad’. De vier zeggen een politiek van radicale gelijkheid voor te staan en komen geregeld in botsing met de Republikeinen en de gematigde vleugel bij de Democraten.
UPDATE: Tevens meldt het Amerikaanse internetplatform the Daily Caller op basis van overheidsgegevens dat Omar vorige maand een donatie van 1.500 dollar heeft gekregen van Halil Mutlu. Mutlu is co-voorzitter van de Turkish American Steering Committee (TASC), een Turks-Amerikaanse belangengroep die in 2015 de campagne ‘Lets History Decide‘ opzette.
Deze campagne was erop gericht om het narratief tegen te werken van Armeens-Amerikaanse groepen die strijden voor erkenning van de Armeense Genocide. Afgelopen maandag, een dag voor de stemming over de Armeense Genocide-resolutie, vroeg TASC aan haar supporters om contact met hun afgevaardigden te zoeken.
Het departement voor Islamitische Zaken in Dubai heeft de Virtual Ifta gelanceerd: een digitale ‘fatwa-service’ die draait op kunstmatige intelligentie.
Gebruikers kunnen hun vragen over bijvoorbeeld het gebed, aalmoezen en reinheid intypen op de website van het departement voor Islamitische Zaken, waarna er als vanzelf een antwoord uitrolt. De service is beschikbaar in het Engels en Arabisch en zal in de toekomst met meer talen worden uitgebreid.
Dubai zegt bezig te zijn met alweer de volgende fase van de Virtual Ifta: hierbij kun je ook via Whatsapp vragen kunnen stellen. Ook zullen er meer onderwerpen bijkomen zoals vasten, reinheid, rituele wassing en financiën. Daarnaast wordt er gewerkt aan audio-antwoorden.
Binnenkort is de Virtual Ifta als app te downloaden via Google Play en Apple Store.
Op YouTube en Instagram is het fenomeen al springlevend, en vanaf nu is het ook in het museum te zien: modest fashion. Het Stedelijk Museum in Schiedam laat deze maanden zien wat een verhullende kledingstijl allemaal kan betekenen. ‘Ook niet-religieuze vrouwen willen zelf bepalen wat ze van hun lichaam laten zien.’
‘Ik laat niet veel van mijn lichaam zien, maar ik ben ook geen hijabi. Ik zit een beetje ongemakkelijk in het midden,’ zegt Aqeelah Harron in de introductievideo van haar serie Cover, Girl, te zien op haar YouTube-kanaal Fashion Breed. ‘En ik weet dat zovelen van jullie dat ook hebben, want jullie e-mailen me er de hele tijd over.’
Van tips voor verschillende manieren om tulbanden of hoofddoeken op te knopen tot aanbevelingen van ‘modest webshops’: Aqeelah, zelf moslima, laat zien hoe je zowel modest als modieus door het leven kunt gaan. Video’s als die van haar laten zien dat bedekkende kleding lang niet meer onesthetisch hoeft te zijn. Oftewel: ‘Er is een andere manier dan eruitzien en je voelen als een zak aardappelen.’
Aqeelah Harron (Foto: YouTube)
Modest fashion is online ontzettend populair, en niet alleen onder moslima’s. Ook beperkt het zich niet alleen maar tot stijladviezen. Twee christelijke zusjes vertellen vrolijk wanneer en waarom ze verhullende kleding zijn gaan dragen, een andere vrouw refereert weer aan de regels die ze voor zichzelf heeft opgesteld in een blogpost.
De commentaren op video’s zijn doorgaans positief: de tips zijn behulpzaam en vrouwen herkennen zich in elkaar. Soms wijzen ze elkaar op slordigheden. Een te strakke jeanslegging roept kritiek op: ‘Je bent er nog niet helemaal.’
Online platformen genereren een gespreksruimte waarin ervaringen worden gedeeld en de grenzen van wat kan en mag worden opgezocht. In het Stedelijk Museum in Schiedam wordt deze gespreksruimte naar binnen gehaald. In de eerste zaal van de expositie Modest Fashion wordt onder andere het Instagramaccount van de Rotterdamse Meryem Slimani getoond.
‘Mijn moeder heeft mijn Instagram overgenomen en nu neem ik alleen nog maar foto’s van haar,’ staat er bovenaan haar profiel. De meeste posts zijn inderdaad van haar moeder, gekleed in items die weliswaar modest zijn, maar voornamelijk kleurrijk, stoer en met een vette knipoog. Zo draagt ze soms een Nike-hijab of petje, sneakers of juist chique schoentjes met paarse sokken erin.
Instagram van Meryem Slimani (Foto: Merel Aalders)
Modest fashion is een mondiaal fenomeen. Werken en makers vanuit de hele wereld komen samen in deze expositie, vertelt Catrien Schreuder, hoofd tentoonstellingen en collectie. Sommige werken zijn afkomstig uit Dubai of de Verenigde Staten, maar ook Rotterdamse en Schiedamse kunstenaars krijgen hier een podium.
Het is groot geworden in Arabische landen en via de islamitische cultuur: de kern van modest fashion draait om zowel het uiten van religieuze voorkeuren als het geven van expressie aan individuele identiteit. Vooral dat laatste is belangrijk. ‘Ook niet-religieuze vrouwen willen zelf bepalen wat ze van hun lichaam laten zien. Keuzevrijheid is het sleutelwoord.’
Maar waarom zou een niet-religieuze vrouw geïnteresseerd zijn in modest fashion? Schreuder wijst op de items van het Amerikaanse modelabel The Row die in de eerst zaal van het museum hangen. De oprichters van het label, Mary-Kate en Ashley Olsen, hebben een grote rol gespeeld in de opkomst van modest fashion als markt. Zij kozen voor een verhullende kledingstijl om de vele commentaren die zij op hun lichaam kregen – en seksualisering van het lichaam in het algemeen – af te wijzen. Modest fashion heeft dus niet alleen maar met religie te maken: het gaat hier om een intercultureel fenomeen.
Vierde feministische golf
Rajae ell Mouhandiz is één van de curatoren. El Mouhandiz, zelf gekleed in een T-shirt met princess Leia van Star Wars en een jasje van Ralph Lauren, beschrijft zichzelf als ‘van de generatie die naar musea gaat, maar ook veel bezig is met wat er online gebeurt’. Modest fashion speelt zich dan ook vooral online af: overal in de wereld zijn kunstenaars bezig met een nieuwe beeldtaal die niet zozeer zichtbaar is via de gangbare media.
Rajae el Mouhandiz spreekt op de opening (Foto: Aad Hoogendoorn)
‘Videomakers en andere kunstenaars brengen lagen en kleuren aan die voorheen ondenkbaar waren,’ vertelt ze. ‘In de media wordt er vaak in categorieën gesproken, alsof er allerlei typen mensen zijn. In de realiteit is dat helemaal niet zo: er is veel meer fluïditeit. Op YouTube en Instagram gebeuren dingen die pas later op straat en in musea te zien zijn.’ Behalve nu dus even in Schiedam.
Een voorbeeld van zo’n fluïde identiteit is het verhaal van Britse influencer Dina Torkia. Zij blogde jarenlang over modest fashion, schreef er zelfs een boek over en bracht samen met luxe warenhuis Liberty London een hijab-lijn op de markt. Toen besloot ze haar hijab alleen nog maar te dragen wanneer ze daar zelf zin in had.
De kritiek die ze daar op kreeg was overweldigend. Zo zou ze zichzelf volgens sommigen geen moslima meer mogen noemen. Er werd gezegd dat ze naar de hel zou gaan en bovendien dat ze lelijk was zonder hijab en zich daarom maar beter niet meer op het internet kon vertonen. Maar veel van haar volgers steunen haar juist ook in haar keuzevrijheid. Voor vrouwen die ernaar streven hun eigen voorwaarden te bepalen is ze een groot voorbeeld.
‘Er is een andere manier dan eruitzien en je voelen als een zak aardappelen’
Volgens El Mouhandiz zitten we middenin een vierde feministische golf. Deze is begonnen in Azië en het Midden-Oosten en kenmerkt zich door het ongeorganiseerde karakter. Het gaat vooral om een non-binair denken: het gedachtegoed manifesteert zich veel meer als een spectrum waarbij individuele levenshoudingen naast elkaar kunnen bestaan. Het nieuwe feminisme is organisch en universeel, en stelt zich kritisch op naar religie en politiek.
‘Vrouwen hebben het over één ding. We should all be feminists,’ citeert El Mouhandiz de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie. Die tekst verscheen ook op een T-shirt van Dior, waarvan een exemplaar in het museum te zien is.
Foto: Merel Aalders
Verbindt modest fashion ook verschillende religies? In principe wel, zeggen El Mouhandiz en Schreuder, al ligt de nadruk toch wel meer op de verbinding tussen vrouwen. Als je het over modest fashion hebt, heb je het even alleen maar over kleding, en dan blijken er overeenkomsten te zijn tussen individuele voorkeuren. Modest fashion is bijvoorbeeld een hype in de Biblebelt, maar ook in de Joodse community, en ook weer onder seculieren, vertellen ze.
Want dat is het ook echt: een hype. Er wordt hier geen nieuwe norm gepresenteerd: er wordt vooral een trend getoond die internationaal en online levendig is.
Toch is culturele uitwisseling niets nieuws: in het Stedelijk Museum zijn ook voorbeelden te zien van de bedekkende kleding van verschillende culturen die met elkaar in aanraking kwamen via handelsroutes. ‘Wat je ziet is dat de betekenis van verhullende kleding constant verschuift,’ vertelt Schreuder. ‘In elke context betekent het weer iets anders.’ Vanaf de zestiende eeuw droegen Nederlandse vrouwen bijvoorbeeld vaak een ‘huik’: een verhullend kledingstuk dat veel op de boerka lijkt.
Twee kleine fotootjes aan het begin van de tweede zaal laten zien wat Schreuder en El Mouhandiz ‘grootmoeder fashion’ noemen. El Mouhandiz’ oma en de betovergrootmoeder van Alexandra van Dongen, één van de andere curatoren, dragen daar verhullende kledingstukken die lichaam en haar bedekken. ‘De betekenis zal voor deze vrouwen net anders zijn geweest. Dat roept juist weer een gesprek op.’
Foto: Aad Hogendoorn
Het gaat altijd om de context
Uit mode kun je dingen afleiden die via andere kanalen minder zichtbaar zijn. Eén van de ruimtes van de expositie is gewijd aan ‘de universele vrouw’. In elke religie heb je vrouwelijke archetypes: Maria, Madonna, de moeder, de non, de hoer… De ideale, universele vrouw ziet er overal anders uit. Verschillende beelden van de vrouw lopen als een rode draad door de geschiedenis, en inspireren ook nog steeds makers die hier worden geëxposeerd.
‘Mode zegt veel over trends en wat er leeft,’ zegt El Mouhandiz. ‘Het geeft aan dat wat we te horen en te zien krijgen vanuit de politiek, de media of Hollywood, niet het complete plaatje is.’
Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon big business. ‘We hebben een echte Chanel,’ vertelt El Mouhandiz. Coco Chanel was de eerste echte influencer op het gebied van mode. Als een van de eerste vrouwelijke ontwerpsters in haar tijd brak zij met het korset en de zware rok voor vrouwen, omdat zij ook gewoon moesten kunnen werken en ademen.
Is El Mouhandiz ook wel eens bang dat de commerciële kant van mode juist belemmerend is? ‘Nee. Je ziet dat moslima-influencers die hijablabels op de markt brachten met grote warenhuizen er nu soms ook voor kiezen hun hijab weer af te doen. Het is geen propaganda voor ze. Online blijven zij nu ook het debat aangaan. Je ziet dat jongeren zich erg bewust zijn van identiteit en de lading eromheen, dat ze weigeren in een hokje te stappen – of erin te blijven.’
‘Je lichaam moeten laten zien voor waardering is óók onderdrukking’
Een veelgehoorde kritiek op verhullende kleding is natuurlijk de onderdrukking die het zou impliceren. ‘Dat kan,’ zegt El Mouhandiz. ‘Dat laten we hier ook zien. Het gaat altijd om de context.’ Schreuder noemt de situatie in Iran als voorbeeld.
‘Daar is bedekkende kleding verplicht, en heeft het inderdaad met onderdrukking te maken. Wat je daar vervolgens ziet is dat vrouwen de grenzen ervan opzoeken door middel van bijvoorbeeld ironie, en daar vrijheid bij ervaren. Ook in de context van onderdrukking zie je dat vrouwen zich hun manier van kleden toe willen eigenen. Met deze tentoonstelling willen we vooral de één-op- één relatie tussen bedekking en onderdrukking nuanceren.’
Een Iraanse maker is bijvoorbeeld Newsha Tavakolian, fotografe voor theNew York Times, le Monde en het fotoagentschap Magnum. Ze is getrouwd met de Nederlandse correspondent Thomas Erdbrink. Zij en haar man hebben op dit moment moeite om zich vrij te kunnen bewegen in Iran, vertelt El Mouhandiz.
In het Stedelijk wordt Tavakolians serie Listen tentoongesteld: een aantal imaginaire CD-covers. In Iran is het verboden voor vrouwen om te zingen of dansen in het openbaar. Kunstenaars worden hier veel gecensureerd. Op de foto’s staat Tavakolians zus, gekleed in de sobere, zwarte outfit die daar de norm is voor werkende vrouwen. Maar telkens voegt Tavakolian een onverwacht element aan de foto’s toe, dat kenbaar maakt dat voor haar de strijd nog niet gestreden is.
Foto: Merel Aalders
Aan het einde van de expositie zien we filmpjes van Iraanse vrouwen die stiekem dansen op straat en daarmee arrestatie riskeren, met de hashtag #dancingisnotacrime. Eén van de vrouwen die we zien shuffelen is daadwerkelijk opgepakt. Ook het werk van de Iraanse beeldend kunstenares Shirin Neshat hangt in deze ruimte. Na de Iraanse revolutie vluchtte zij naar de Verenigde Staten, waar ze vanuit ballingschap kunst is blijven maken over de onderdrukking van vrouwen.
‘Onderdrukking is iets wereldwijds,’ zegt El Mouhandiz, ‘en vrouwen die op zoek gaan naar de ruimte die ze kunnen innemen ook. Je lichaam moeten laten zien om gewaardeerd te worden is óók een vorm van onderdrukking. Het gaat erom dat je zelf beslist. Op je eigen voorwaarden.’
De tentoonstelling Modest Fashion zal nog tot 9 februari 2020 te zien zijn in het Stedelijk Museum in Schiedam.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.