Afgelopen vrijdag sloeg een bruiloftsgast een agent op laffe wijze van achteren neer, nadat de agent een trouwstoet die voor overlast zorgde aan de kant had gezet. De agent werd bewusteloos geslagen en liep een hersenschudding op. De dader is nog altijd niet opgepakt, ondanks een emotionele oproep van de familie van de agent. ‘Schandalig en onacceptabel’, zo noemde de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb dit incident. En daarmee ben ik het – en ik vermoed velen met mij – volkomen eens.
Deze daad is een brevet van moreel onvermogen. Want hoe ver kan een mens gaan voor tijdelijk genot, voor zover rijden in een dure (huur)auto, met je hoofd uit het raam hangen en toeteren überhaupt plezierig is. Ik snap dat een bruiloft een feestelijk gebeuren is, dat mensen graag uitbundig willen vieren. Maar dit mag op geen enkele wijze een vrijbrief zijn om de ander lastig te vallen.
Jouw vrijheid stopt waar die van een ander begint. Niemand hoeft in de file te staan omdat jij het zo nodig vindt om de weg te blokkeren. Niemand hoeft ongevraagd jouw muziekvoorkeuren te horen. Niemand heeft je gevraagd om een streetrace te houden. Daar bedanken we vriendelijk voor. Vier gerust je feestje, maar wanneer je verzocht wordt te kappen met bepaald ongewenst – en gevaarlijk – gedrag, dan kap je daar ook mee.
Gelukkig zijn er ook mensen die gehoor geven aan dit verzoek en netjes verder gaan. Maar de mensen die afgelopen vrijdag besloten geweld te gebruiken tegen hén die ons juist proberen te beschermen en voor onze veiligheid opkomen, daar heb ik geen woorden voor. Als agenten niet meer veilig zijn, wie dan wel? We zouden er alles aan moeten doen om zulke acties in de toekomst te voorkomen. Daarom juich ik de oproep van de Rotterdamse burgemeester toe om dit probleem harder aan te pakken.
Verschillende partijen hebben rekenschap af te leggen. De autoriteiten moeten in actie komen. De ouders dienen hun kinderen aan te spreken. Scholen moeten hun leerlingen op tijd ethische kaders meegeven, zodat ze leren wat wel en wat niet kan. Ook moeten jongeren worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Hierbij moeten we uiteraard niet generaliseren. Want er zijn duizenden jongeren die zich keurig gedragen, maar dit soort treiteraars verpesten het helaas voor de rest.
Een echte man is iemand die zijn woede in bedwang houdt en zijn verantwoordelijkheid neemt
Als imam doe ik mijn best om wangedrag te begrijpen, maar ik heb er geen verklaring voor. Ligt het probleem misschien niet veel dieper? Is asociaal gedrag misschien een symptoom van een probleem waar onze samenleving, op een veel fundamentelere manier, mee kampt? Misschien heeft baldadigheid wel te maken met een existentiële leegte die jongeren ervaren. Een identiteitscrisis. Misschien willen ze met dit soort ‘machogedrag’ die leegte compenseren.
Soms geloof ik dat deze brooddronken jongeren lijden aan een minderwaardigheidscomplex. Zij zijn op zoek naar status, die zij niet met hun werk of met hun studie hebben bereikt. Gebrek aan toekomstperspectief wordt gecompenseerd met dure kleding en stoere auto’s. Maakt het rijden in een mooie huurauto, mensen in de buurt treiteren en een agent knock-out slaan je tot een echte man, die het toch maar even heeft gemaakt? U weet het antwoord op deze retorische vraag. Nee, natuurlijk niet. Maatschappelijke status wordt bepaald op basis van je inzet voor de samenleving. En zelfs binnen de ‘straatcultuur’ word je niet gezien als een badass, omdat je iemand van achteren hebt neergeslagen. Dan ben je een mislukte macho.
Daarom sluit ik mij aan bij de oproep van de vrouw van de agent en verzoek ik de dader om zich bij de politie te melden. ‘Jij, die van achteren mijn man neersloeg, wees alsjeblieft een echte man. Je hebt je feestje gehad. Meld je.’ Ook roep ik de getuigen op om te getuigen, zodat de dader kan worden opgespoord. Dat is een morele noodzaak en een religieuze plicht.
Een echte man is iemand die zijn woede in bedwang houdt en zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij is niet iemand die een ander van achteren neerslaat en vervolgens op de vlucht slaat. Dat is laf, meer kan je er niet over zeggen.
De anti-islambeweging Pegida van Edwin Wagensveld mag niet meer voor moskeeën demonstreren. Dit zei burgemeester John Jorritsma afgelopen dinsdag, tijdens een vergadering van de Eindhovense gemeenteraad. Pegida mag nog wel demonstreren voor het gemeentehuis.
Tijdens de raadsvergadering kwam de Sinterklaasintocht van 16 november aanstaande ook aan de orde. Pegida wil op die dag demonstreren, maar de antiracistische beweging Kick Out Zwarte Piet (KOZP) ook. De gemeenteraad is bang dat dit tot een onaangename confrontatie leidt. Vorig jaar liep de sinterklaasintocht uit de hand, toen voorstanders van Zwarte Piet KOZP-activisten met eieren bekogelden.
Op sociale media werd het besluit van de Eindhovense burgemeester stevig bekritiseerd. Ook mensenrechtenorganisatie Amnesty International was kritisch.
Een groep op voorhand en voor altijd verbieden om op een bepaalde locatie te demonstreren:
The Investigative Journal, een New Yorkse talkshow, heeft exclusief bewijsmateriaal vrijgegeven waaruit zou blijken dat Turkije Al Qaida en ISIS in Syrië financierde in hun heilige oorlog tegen president Bashar al-Assad. Voormalig politiecommissaris Ahmet Yayla deed hierover een boekje open.
Dat Turkije terroristen de Syrische grens heeft laten passeren zou blijken uit afgetapte communicatie, zoals audio-opnamen en documenten die zijn uitgewisseld tussen de Turkse inlichtingendiensten en terroristische groeperingen in Syrië.
Yayla diende Turkije twintig jaar als chef terrorismebestrijding. Hij heeft de Verenigde Staten verzocht om Turkije hierop aan te spreken. De Turkse president steunt volgens Yayla terroristische groeperingen die verantwoordelijk zijn voor de moord op duizenden onschuldige mensen in Syrië, waaronder vrouwen, kinderen, journalisten en hulpverleners.
Tijdens het interview, dat op 2 september werd uitgezonden, vertelde Yayla dat Turkije rond 2010 begon jihadisten wapens te sturen, voor de opstand tegen Assad in 2012. De eerste strijdgroep in de Syrische Burgeroorlog die door Turkije werd gesteund was het Vrije Syrische Leger, maar al gauw besloot Turkije jihadistische groepen te steunen, zoals Jabhat Al Nusra. Voorts zou de Turkse regering opzettelijk een oogje dichtknijpen voor jihadisten die de Turks-Syrische grens overgingen. Daarnaast werkt Erdogan volgens Yayla samen met de emir van het golfstaatje Qatar, dat verantwoordelijk zou zijn voor de financiën van de terroristen.
Volgens Yayla chanteert Erdogan Europa. De Turkse president kan, als hij dat wil, terroristen door laten reizen naar Europa. De Europese landen weten dit en zijn daarom geneigd om Erdogan maar zijn zin te geven. Dat Erdogan jihadisten steunt komt volgens Yayla voort uit zijn islamistische ideologie en de wens om leider te worden van de soennitische islamitische wereld. De Syrische Burgeroorlog biedt hiertoe kansen.
Om zijn plannen te kunnen realiseren werkte Erdogan onder meer samen met de directeur van de Turkse Nationale Inlichtingendienst (MIT), aldus Yayla. Agenten van deze dienst hielpen clandestien jihadisten aan wapens. Ook regelde MIT via transportbedrijven in Ankara wapentransporten naar Syrië.
Uit een afgetapt telefoongesprek zou bovendien blijken dat Hakkan Fidan, het hoofd van de Turkse inlichtingendienst, 2.000 vrachtwagens naar Syrië stuurde met wapens voor jihadisten. Ook gaf hij agents provocateurs de opdracht een schijnaanval uit voeren op Turkije met raketten, die Turkije het excuus zouden geven om een oorlog te voeren. Bovendien moest het graf van Süleyman Shah aan worden gevallen. Deze vorst is van grote historische betekenis voor Turkije omdat hij de grootvader is van Osman I, de stichter van het Ottomaanse Rijk.
Tal Heinrich, de presentator van de talkshow, wijst tijdens de uitzending op een uitgebreid rapport van de Turkse onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt, die als politieke balling tegenwoordig in Zweden woont. Bozkurt heeft de illegale wapenhandel tussen Turkije en de Syrische jihadisten in kaart gebracht. In een baanbrekende reportage voor The Investigate Journal merkte Bozkurt op dat er elke week twee tot drie ladingen wapens werden vervoerd, via vrachtwagens en nachtvluchten. De vliegtuigen kwamen uit Qatar.
Uit het onderzoek van Bozkurt bleek bovendien dat in een maand in 2014 maar liefst 1440 jihadisten via Turkije de oversteek naar Syrië hebben gemaakt en dat ISIS 87 strijders over dezelfde grens terug naar Turkije smokkelde. Deze cijfers zijn gebaseerd op het onderzoek naar één grensovergang, het werkelijke cijfer ligt vermoedelijk een stuk hoger.
We zouden het bijna vergeten, maar India is met bijna 200 miljoen islamieten één van de grootste moslimlanden ter wereld. Waar er volgens critici sinds 2014 – toen president Nerandra Modi en zijn BJP-partij aan de macht kwamen – een hindoe-nationalistisch wind door het land waait, lijkt India sinds augustus te kampen met een storm die weinig goeds voor de moslimminderheid voorspelt.
Begin vorige maand besloot Modi per presidentieel decreet om artikel 370 van de grondwet te schrappen. Daardoor kwam er een einde aan de autonome status van de Indiase deelstaten Jammu en Kashmir. India zegt de orde in het gebied te willen herstellen, waar islamitische separatisten al meer dan dertig jaar lang een strijd voeren tegen wat zij zien als de Indiase bezetting van hun land.
Ook in de noordoostelijke deelstaat Assam zijn er spanningen, omdat de Indiase regering het plan heeft om honderdduizenden moslims stateloos te maken. Zij hadden niet de benodigde papieren om aan te tonen dat zij of hun voorouders voor 1971 al in India woonden, toen moslimmigranten massaal vanuit Bangladesh naar Assam trokken vanwege de bloedige onafhankelijkheidsoorlog met Pakistan in dat jaar. Lokale armoede, natuurrampen, analfabetisme en een gebrek aan officiële documentatie maakten dit proces in vele gevallen lastig en in sommige gevallen zelfs onmogelijk. Toch worden deze statelozen vanaf nu gezien als illegale buitenlanders die het land dienen te verlaten. Ondertussen wordt er in Assam geklust aan tien detentiecentra, waar 3.000 mensen per kamp kunnen worden ondergebracht.
Drijft president Modi moslims en de hindoemeerderheid in het land uiteen? De Kanttekening vroeg het aan mensenrechtenactivist Ali Raza Syed, voorzitter van de Kashmir Council-EU die in Europa voor de mensenrechten in Kashmir opkomst, en met Kalyan Pathak, inwoner van Assam. ‘Misdaden tegen mensen uit Kashmir kunnen straffeloos worden gepleegd, de daders worden toch niet berecht.’
Traangas, wetteloosheid en een avondklok
Ali Raza Syed vertelt dat de Kashmir Council-EU Europa bewust wil maken van wat er in Kashmir gebeurt. ‘Onze mensen lijden. Al zeventig jaar. We willen dat hier een einde aan komt. Van de Europese Unie verwachten we veel, omdat de EU de mensenrechten hoog in het vaandel heeft staan. Maar ze moeten eerst wel weten wat er in Kashmir aan de hand is, daar informeren we over.’
Syed vertelt een verhaal over een zevenjarig meisje, dat omdat ze op het verkeerde moment naar buiten keek voor altijd blind is geworden door traangas van de oproerpolitie. ‘Ze wilde heel graag dokter worden, dat was haar droom, maar dat kan ze nu wel vergeten.’ Een ander voorbeeld van mensenrechtenschendingen in Kashmir is de verkrachting van een achtjarig meisje door een groep criminelen. ‘De daders zijn nooit vervolgd, omdat de BJP deze moordenaars de hand boven het hoofd hield. Misdaden tegen mensen uit Kashmir kunnen straffeloos worden gepleegd, de daders worden toch niet berecht.’
Nadat India een einde heeft gemaakt aan de autonomie van Kashmir is het alleen maar erger geworden. Er heerst een sfeer van angst, vertelt Syed. ‘India heeft politieke leiders en activisten opgepakt, veiligheidstroepen patrouilleren door de straten, samenscholingen zijn verboden, er is een avondklok ingesteld, journalisten mogen het gebied niet in en de bewoners van Kashmir kunnen niet communiceren met de buitenwereld want de telefoon- en internetverbindingen liggen er allemaal uit. Ik kan dus ook niet spreken met mijn vrienden in Kashmir, maar zal dat natuurlijk meteen doen als de communicatielijnen weer zijn hersteld.’
‘Er heerst een sfeer van angst’
De mensenrechtenactivist benadrukt het ondemocratische karakter van het besluit de om autonomie van Kashmir in te trekken. ‘Er zijn zeven staten met een speciale status. India veranderde de status van Kashmir van bovenaf, niet via het regionale parlement. Ook de hindoes in Jammu en Kashmir zijn tegen deze maatregelen.’
De Amerikaanse president Donald Trump Britse premier Boris Johnson vinden dat de vete tussen India en Pakistan zonder tussenkomst van anderen en via een dialoog moet worden opgelost. Pakistan is het daar vooralsnog niet mee eens. Het land probeerde eind vorige maand de kwestie te internationaliseren door de acties van India aan te vechten bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Maar de meeste deelnemende landen vinden de zaak een aangelegenheid tussen India en Pakistan, niet iets dat internationaal moet worden opgelost.
Maar volgens Syed kan de situatie in Kashmir niet worden opgelost door bilateraal overleg tussen India en Pakistan. ‘We moeten zelf over onze eigen toekomst beslissen. Er moet een referendum komen waarin de bevolking van Kashmir zich kan uitspreken over de toekomst van de staat. Willen we een onafhankelijk land worden? Willen we aansluiting bij Pakistan? Of willen we bij India blijven?’ De Kashmir Council-EU heeft geen mening over de uitkomst’, zegt Syed. ‘We willen dat er een referendum komt, dat we democratisch over onze toekomst mogen beslissen.’
Demonstratie Kashmir Council-EU in Brussel (Foto: Ali Raza Syed)
Opgeklopte verhalen en nuances
We vragen Kalyan Pathak uit Assam hoe de media de controverse rond Kashmir verslaat. Hebben zij wel oog voor de mensenrechtenschendingen die daar plaatsvinden? ‘Wat mij opvalt’, zegt Pathak, ‘is de eenzijdige opstelling van BBC India. De omroep is, sinds het intrekken van de autonomie van Kashmir, alleen maar kritisch. Er wordt alleen maar verteld hoe slecht dit zou zijn. Dit, terwijl er ook veel mensen in Kashmir zijn die het beleid van Modi toejuichen – het is nu veel makkelijker om werk in andere deelstaten van India te vinden.’
Pathak maakt zich wel zorgen over media die proberen de spanningen tussen hindoes en moslims op te kloppen. ‘Er zijn heel veel media in India, ook kleinere media. Zij willen graag meer luisteraars of kijkers hebben en komen daarom met verhalen die niet waar zijn, zoals vechtpartijen tussen moslims en hindoes die helemaal niet hebben plaatsgevonden. De werkelijkheid is dat we best heel goed met elkaar kunnen opschieten. Moslims doen mee aan hindoefeesten, hindoes doen mee aan moslimfeesten. Ook veel Indiase moslims steunen Modi, hij is daarom minder anti-islamitisch dan buitenstaanders denken. Maar als je heel erg in tegenstellingen denkt, dan zie je deze nuances niet.’
‘Ook veel Indiase moslims steunen Modi’
Voor de bewoners van Kashmir die onafhankelijkheid wensen, of aansluiting bij Pakistan, heeft Pathak weinig begrip. Je kunt wel heel kritisch zijn over die avondklok, maar die is nodig omdat er anders rellen komen, zegt hij. ‘Ik heb wel eens mensen uit Kashmir gesproken die mij vertelden dat je goed betaald als je met stenen gooit naar de politie. Terroristische organisaties, die gesteund worden door Pakistan, zitten hierachter.’
Hoewel Pathak zich zorgen maakt over de invloed van Pakistan op Kashmir, gelooft hij niet dat er oorlog komt. ‘Pakistan kan deze oorlog niet winnen en krijgt ook geen steun van de andere islamitische landen.’
De situatie in Assam, waar Pathak woont, is minder gespannen dan in Kashmir, vertelt hij. ‘We hebben hier ook geen problemen met moslims, wat soms in westerse media wordt gesuggereerd, maar met illegale immigranten uit Bangladesh. Zij zijn namelijk goedkope arbeidskrachten en veel mensen in Assam zijn bang dat ze hierdoor hun baan zullen verliezen.’
De wet van Modi om ongewenste inwoners Assam uit te sturen, tenzij ze kunnen aantonen voor 1971 in de Indiase deelstaat te wonen, is even on hold gezet, vertelt Pathak. ‘Maar in de toekomst kan deze wet weer van stal worden gehaald, als Modi het nodig vindt.’
‘Islamitische landen laten het massaal afweten’
Genocide?
Terug naar Kashmir. Ali Raza Syed is niet van de relativerende taal. Hij trekt de vergelijking tussen Modi en Adolf Hitler. ‘De geschiedenis mag zich niet herhalen.’ Hij vreest dat het in Kashmir misschien tot een genocide kan leiden, net als in Myanmar op de islamitische Rohingya. ‘Als gevolg van de lockdown krijgen kinderen geen eten, kinderen die medicijnen nodig hebben krijgen die niet, met als gevolg dat kinderen sterven. Dit moet stoppen. In Rwanda vroegen de mensen in 1994 de internationale gemeenschap om hulp, maar die kwam niet, met een afschuwelijke slachting tot gevolg. Ik maak mij grote zorgen.’
Zijn hoop vestigt Ali Raza Syed op de Europese Unie. Islamitische landen laten het massaal afweten, vertelt hij, terwijl je misschien zou verwachten dat zij hun broeders in India zouden steunen. ‘Maar deze landen geven niet om mensenrechten, ook niet in eigen land, en willen bovendien India graag te vriend houden. Minister-president Modi heeft eind augustus in de Verenigde Arabische Emiraten nog een prestigieuze prijs in ontvangst kunnen nemen. Hiermee keuren ze feitelijk het optreden van Modi in Kashmir goed.’
Tot 1947 waren Jammu en Kashmir een Indiaas vorstendom, dat onder het gezag van het Britse koloniale bewind viel. De vorsten van Jammu en Kashmir waren hindoeïstisch, terwijl de meerderheid van de bevolking moslim was. Toen het koloniale bewind in 1947 eindigde en India en Pakistan werden gesticht, ontstond er al gauw een conflict over Jammu en Kashmir. Het islamitische Pakistan wilde graag dat Kashmir zich bij Pakistan zou aansluiten, maar vreesde dat de maharadja van Jammu en Kashmir voor India zou kiezen.
Tijdens de eerste oorlog om Kashmir, die van 1947 tot 1949 duurde, trok India aan het langste eind. Pakistan slaagde er wel in om het noorden van het voormalige vorstendom te bezetten, maar India bleef het centrale deel en het zuiden in handen houden. In 1965 en in 1999 voerde Pakistan opnieuw oorlog om Kashmir, maar tevergeefs.
68 procent van de Indiase staat Jammu en Kashmir is moslim. 28 procent is hindoeïstisch. Sinds 1989 woedt er een gewapende opstand in Jammu en Kashmir tegen de Indiase regering. Deze strijd heeft inmiddels tienduizenden leven geëist. Pakistan steunt radicaal-islamitische groeperingen in Kashmir moreel en met trainingen en wapens.
Volgens de Britse antiracistische onderzoeksgroep Tell MAMA was er vorig jaar een significante piek in moslimhaat-incidenten. Die piek volgde op controversiële uitspraken van Boris Johnson over boerkadraagsters.
Boris Johnson, sinds juli premier van het Verenigd Koninkrijk, vergeleek vorig jaar in een stuk in de Britse krant theTelegraph boerkadraagsters met brievenbussen. De conservatieve politicus schreef dat hij tegen het boerkaverbod is, maar dat vrouwen in een boerka er belachelijk uitzien. Behalve met brievenbussen vergeleek Johnson boerkadraagsters ook met bankrovers.
In het jaarrapport van Tell MAMA staat dat het aantal incidenten tegen moslims met maar liefst 375 procent toenam in de week die volgde op de publicatie van Boris Johnson’s column. Vonden er in de week voor de publicatie acht acties tegen moslims plaats, in de daaropvolgende week waren dat er 38. Hiervan waren 22 acties gericht tegen moslima’s die een boerka of een niqaab droegen.
Behalve deze piek was er ook een piek in de eerste week van april, aldus Tell MAMA. Extreemrechtse activisten hadden 3 april 2018 uitgeroepen tot ‘Punish a Muslim Day’. Moskeeën en andere islamitische instellingen werden daarop bestookt met haatbrieven.
Toen hij zijn gewraakte column schreef was Boris Johnson net geen minister van Buitenlandse Zaken meer, maar wel nog lid van het Britse parlement.
Het islamitische adviesbureau Amanie Advisors Group, gespecialiseerd in advies over islamitisch bankieren, heeft de cryptomunt Ethereum halal verklaard.
Volgens sommige islamitische rechtsgeleerden zijn cryptocurrency als Ethereum en Bitcoin haram. Het handelen in deze munteenheden zou een vorm van woekeren zijn, iets wat niet mag volgens de sharia, de islamitische wetgeving. Cryptomunten worden niet gedekt door fysieke activa, stellen deze shariageleerden, dus is het handelen in deze munten niet toegestaan.
Maar Amanie stelt dat er geen rentetarieven met Ethereum gemoeid zijn, en dat er dus ook geen sprake is van woekerpraktijken.
Bitcoin, de bekendste cryptomunt, is nog niet halal verklaard. Volgens de Britse Islamic Sharia Council zijn bitcoins ‘geld dat uit het niets ontstaat’ – en dat mag niet.
De AKP, de regeringspartij van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, heeft Ahmet Davutoglu geroyeerd als lid. Davutoglu was van 2009 tot 2014 minister van Buitenlandse Zaken en van 2014 tot 2016 minister-president.
Davutoglu heeft zich de laatste maanden ontpopt tot een fervent criticaster van Erdogans beleid en zijn grote macht. Zo bekritiseerde hij twee weken geleden Erdogans besluit om drie Koerdische burgemeesters af te zetten.
Een paar dagen later zei Davutoglu dat de waarheid over de golf van aanslagen die Turkije in 2015 kende nog niet boven tafel is en dat vooraanstaande politieke krachten een duistere rol hierin hebben vervuld. De oppositie in het Turkse parlement vroeg daarna een parlementaire enquête aan over de inhoud van zijn opmerkingen.
En eerder deze zomer leek Davutoglu Erdogan ook al in het hart te willen treffen, door te suggereren dat Erdogan de mislukte coup van 2016 al zag aankomen en tevens goed kon gebruiken.
In Turkije gaan de geruchten dat Davutoglu een eigen partij gaat oprichten, waar ontevreden AKP’ers zich bij zullen aansluiten. Vorige maand noemde Erdogan hem daarom een ‘verrader’.
Volgens Turkse media zou Davutoglu al een kantoor in Ankara hebben gekocht, van waaruit deze nieuwe partij geleid kan worden.
Naast Davutoglu heeft Erdogan drie AKP-parlementariërs geroyeerd. Abdullah Basci, afgevaardigde voor Istanbul en één van, liet op Twitter weten: ‘We zullen van ons blijven laten horen.’ Basci staat bekend als een politieke medestander van Davutoglu.
De Eindhovense scholier Cihan Gucluer (16) werd een internethit nadat hij tevergeefs een gesprek probeerde aan te knopen met Edwin Wagensveld van de anti-islamclub Pegida.
Edwin Wagensveld en zijn mede-Pegida’ers weten geregeld Eindhoven op te schudden met anti-islamdemonstraties. Ze komen altijd met weinig, maar kunnen desondanks rekenen op flink wat media-ophef over hun opvallende acties. Denk hierbij aan het vertonen van IS-misdaden en barbecueën met varkensvlees voor de Al-Fourqaanmoskee, maar ook door de clashes die hier soms mee gepaard gaan.
In mei dit jaar ontaardde een zo’n demonstratie in rellen, waarbij twintig boze jongeren werden opgepakt. En in juni moest Wagensveld het op een rennen zetten omdat tientallen hem achterna zaten. Pegida weet dit soort agressieve reacties altijd gretig in te zetten voor haar eigen campagne en blijft daarom ook terugkomen in Eindhoven, in de hoop op meer. Maar een week geleden was alles anders.
Deze keer zat Wagensveld in zijn eentje voor het stadhuis een krantje te lezen, bij wijze van stil protest. En toen kwam Cihan langs. De scholier wilde praten met Wagensveld, maar die gaf niet thuis. Ook nam de Pegida-voorman Cihans uitgestoken hand niet aan. ‘Ik geef moslims geen hand’, was het antwoord van Wagensveld.
De actie van Cihan, te zien op het onderstaande filmpje van Omroep Brabant, oogstte massale bijval op sociale media en zo werd de scholier een symbool van verzoening tegenover de onverdraagzame opstelling van Pegida. De Kanttekening sprak met hem over zijn clash met Wagensveld, het zoeken van de dialoog en zijn toekomstplannen.
Hoe gaat zoiets eigenlijk? Edwin Wagensveld zit daar op het plein voor het stadhuis met dat krantje, en jij liep toevallig langs?
‘Als Edwin komt, dan is het altijd iets waarvan sommigen zeggen: ‘Hee, Edwin komt weer.’ Het is wel bezienswaardig.’
Wat zoek je dan precies?
‘Ik zoek niks. Maar sommigen die op zo’n moment niets te doen hebben komen dan even kijken, want misschien gebeurt er wel wat. Een keer haalde iemand uit, een andere keer zijn er rellen geweest.’
Ben je er weleens eerder geweest?
‘Eén keer eerder, toen Edwin werd aangevallen. Maar toen was ik net te laat, dus dat heb ik niet meegekregen.’
Wat stoort je precies aan Edwin Wagensveld en Pegida?
‘Het is een groep vol haat, een groep die wil polariseren en mensen uiteen wil drijven. Dat roept emoties op bij sommigen. Dat kun je verwachten, het is uitlokken. Maar het liefst zou ik met hem in gesprek willen gaan en samen een oplossing zoeken. Bijvoorbeeld dat hij niet meer komt op deze manier, of gewoon komt eten op de multiculturele Kruisstraat.’
Hoe komt het dat Wagensveld zoveel emotie oproept?
‘Dingen als IS-gebeurtenissen (onthoofdingsfilmpjes en dergelijke, red.) voor de moskee afspelen en varkenslapjes grillen, mensen opjutten, een karikatuur van Mohammed neerzetten, varkensmutsjes – dat is geen demonstreren meer, maar mensen opjutten, op hun gevoelens inspelen. Ik ben zelf niet iemand die snel boos wordt, ik laat me niet opjutten. En ik kan inzien dat zoals een kleine groep hierop reageert – wat Pegida zelf ook wil – niet de beste oplossing is. Dat mensen boos worden is niet hoe ze moeten reageren en ik keur het niet goed, maar ik wil het nooit iemand kwalijk nemen. Zonder Edwins actie is er geen reactie. En wat hij doet, lokt reactie uit. Het is niet dat iemand hem vanzelf klappen uitdeelt.’
Is dat inderdaad niet precies wat Wagensveld wil – dat jullie allemaal om hem heen komen staan en dat hij klappen krijgt? Als jullie hem geen aandacht geven, dan is zijn voedingsbodem toch weg?
‘Natuurlijk. Maar kijk, tijdens de rellen waren er 150 jongeren – dat is 1 procent van de hele Turks- en Marokkaans-Nederlandse bevolking in heel Eindhoven. Het is een minuscule groep die ook echt ingaat op zijn actie, niet iedereen heeft genoeg zelfbeheersing. Maar moet ik het hen kwalijk nemen dat ze boos zijn? Ik keur het gedrag dat ze vertonen niet goed, maar de woede die ze in zich hebben begrijp ik.’
Wat zou je willen zeggen tegen de jongeren die zo agressief reageren?
‘Ik ben geen politieagent en kan niet zeggen: ‘Doe dit niet of wel’. Deze jongeren zijn oud genoeg om in te zien wat ze moeten doen, maar ik vind het wel jammer.’
Je wilde met Wagensveld praten over een oplossing, schrijf je in een stuk op de Joop. Wat is volgens jou die oplossing, en waarvoor precies?
‘Het probleem is dat hij mensen in de samenleving tegen elkaar opzet en onrust creëert. Ik wil dat hij stopt met haatzaaien en wil dat hij niet meer naar Eindhoven komt om te ‘demonstreren’ – want demonstreren kun je het niet noemen.’
Maar is het niet naïef om te denken dat zo’n Wagensveld werkelijk voor dialoog is?
‘Misschien dat het al eerder is gebeurd, maar ik heb nog nooit op camera gezien dat iemand met hem in gesprek wil gaan en hem de hand reikt. En ik wilde even duidelijk hebben: wil hij echt in gesprek gaan en een oplossing zoeken, of helemaal niet?’
‘IS-filmpjes vertonen en varkenslapjes grillen voor de moskee, dat is geen demonstreren meer’
Het filmpje van jullie ontmoeting begint met dat jij je druk maakt over het feit dat Wagensveld de profeet Mohammed een ‘pedo’ noemt. Vind je dat hij dat niet mag zeggen?
‘Is het dan niet duidelijk dat je dat je zulke dingen niet zegt?’
Je kunt ook gewoon argumenten tegen geven.
‘Als ik argumenten tegen zou geven, dan zou het gesprek nog langer duren – en hij luistert toch niet. Dat is het probleem.’
Is dat niet een verkeerde opstelling voor als je met hem wilt praten, maar tegelijkertijd denkt: hij luistert toch niet?
‘Nee, dit was al aan het einde van het gesprek. Hij schold me al uit, hij keerde me al de rug toe. En die bronnen die Edwin gebruikt zijn incorrect, dat weet ik. Het staat duidelijk in de Koran dat een vrouw haar man mag kiezen en dat twee mensen pas met elkaar mogen trouwen als ze in de adulthood zitten – in die tijd was dat vanaf de puberteit. Aisha was ergens rond de vijftien tot negentien, minimaal een puber. Toen hielden ze ook niet bij hoe oud iemand was, het werd nergens geregistreerd. En het was een hele andere tijd. De koning van Engeland trouwde met een twaalfjarig meisje, Maria gaf geboorte toen ze dertien was. Wie ben ik om dan te zeggen, al die jaren later: het is fout, dat mag niet? Dat is een hele aparte, negatieve gedachtegang.’
Vind je dat Pegida de vrijheid moet hebben om in Eindhoven te komen demonstreren? Of vind je dat het niet zou mogen?
‘Ik ga er niet over of ze wel of niet mogen demonstreren. Als ze op een vredevolle, oplossing zoekende wijze willen demonstreren, dan kunnen ze dat van mij gerust doen. Dat is hun goed recht en we leven in een prachtig land waarin dat kan. Maar ik wil wel dat het haatzaaien stopt. Dingen als IS-filmpjes vertonen en varkenslapjes grillen voor de moskee, dat is geen demonstreren meer.’
Het liep uit de hand op 26 mei, toen Pegida ook in Eindhoven was. Je schrijft in je stuk op de Joop: ‘De pakweg 150 jongeren die grof in opstand kwamen op 26 mei tegen het gedrag van Pegida representeren maar liefst ongeveer 1 procent van de hele Marokkaans/Turkse bevolking in Eindhoven.’ Welk deel representeer jij dan precies? 150 is nog altijd meer dan één.
‘Ik representeer mezelf. En maar 1 procent gebruikte geweld, dan is er nog 99 procent die geen geweld gebruikt. Ik weet niet of iedereen denkt ‘Ik moet in gesprek met Edwin gaan’, maar ik zal echt niet de enige zijn.’
Waarom horen we jouw geluid dan zo weinig van anderen?
‘Heel veel jongeren weten gewoon wat Edwin wil: haatzaaien. Het is een man vol woede in zich, die niet komt om dingen te veranderen. Ze denken dan ook: het is zinloos om met hem in gesprek te gaan, want we kunnen toch niets veranderen aan het feit dat hij geen oplossing wil zoeken.’
Je merkt dat er veel sympathie voor jouw actie is. Vind je niet dat jonge nieuwe Nederlanders meer op positieve, verbindende wijze van zich moeten laten horen?
‘Ik ben niet de enige die voor verzoening staat. Wel de enige die Wagensveld nog een kans geeft met de gedachte: wil je een oplossing, is Pegida toch niet zo onverdraagzaam als de mensen denken? Maar mensen denken dat het toch geen zin heeft om te praten, en dat kunnen ze ook gewoon baseren op de voorgaande acties van Edwin.’
Waarom zien we eigenlijk zo weinig moslimjongeren in de media verzoenende taal uitslaan naar ver-rechts, zoals jij in je stuk op de Joop wel deed? Ligt dat aan de media, de samenleving of toch meer aan de jongeren zelf?
‘Niet iedereen is zo vergevensgezind als ik. Wanneer ver-rechts schoffeert en provoceert richting jongeren, dan kan je geen knuffel van hen verwachten. Dat lijkt me logisch, want laten we de vraag eens omdraaien: is er ooit iemand van ver-rechts zoals ik geweest? Ook zijn er genoeg slimme allochtone jongens, hoor. Maar die houden zich vaak bezig met hun toekomst en belangrijkere dingen dan bijvoorbeeld zo’n oude man die mensen wil opjutten. En het volk dat daar dan op afkomt, dat wordt wel vaak geïnterviewd. Dan ontstaat er een beeld.’
‘Ik ben niet de enige die voor verzoening staat’
Je bent een symbool geworden voor verzoening, bent mondig en kan goed schrijven. Wil je meer van je laten horen in het debat over de multiculturele samenleving?
‘Ik ben nu met wat andere media in gesprek. Qua schrijven wil ik graag nog meer van me laten horen. Je hebt een platform nodig om te schrijven, en je kunt niet zomaar naar een krant stappen en zeggen: ik wil hier komen schrijven – dat zou ik toch wel een beetje brutaal vinden.’
Edwin Wagensveld heeft gezegd elke zondag in Eindhoven te willen komen. Ben jij er volgende keer ook weer bij?
‘Ik was er afgelopen zondag weer om te kijken of hij kwam, maar hij was er zelf niet. Hij heeft me naderhand wel een Facebookbericht gestuurd: ‘Ik zag je op je scootertje rondrijden’. Blijkbaar houdt hij me in de gaten.’
Dat klinkt wel eng. Wat doet dat met jou?
‘Ik vind het wel verontrustend dat ik zo’n berichtje binnenkrijg. Angst is geen goede emotie, maar als dit zo doorgaat, dan ga ik wel iets doen – dan laat ik het niet zomaar overwaaien.’
Ga je dan aangifte doen?
‘Misschien wel, ja.’
En stel dat je Wagensveld binnenkort weer tegen zou komen, zou je hem dan toch nog een tweede kans geven?
‘Iedereen in het leven verdient een tweede kans, maar die moet je dan wel écht verdienen. Ik heb hem een kans gegeven en hij wilde die niet aangrijpen, maar ondertussen maakt hij mij wel zwart op Twitter. Ik ga dus niet zomaar weer met hem in gesprek, als hij dat nu ineens wél wil.’
‘Geef mij het Nederland terug waar mijn vader het over had’, zo schrijft Azzedine Karrat in zijn column voor De Kanttekening van 22 augustus. Hij geeft aan terug te verlangen naar het tolerante Nederland dat open stond voor andersdenkenden, het Nederland waar zijn vader het altijd over had en waar Karrat eind jaren negentig van de vorige eeuw zelf naartoe emigreerde.
Een begrijpelijk verlangen. Voor veel Nederlandse moslims die zich de jaren negentig nog herinneren is het sindsdien alleen maar, om Geert Wilders te parafraseren, minder, minder, minder geworden. De islam en moslims worden steeds kritischer bejegend in deze nieuwe eeuw. We kunnen dus constateren dat er – ook in islamitische kringen – een zekere nostalgie bestaat naar de jaren negentig.
Maar nostalgie is in veel gevallen misplaatst en gebaseerd op een geromantiseerd verleden dat nooit echt bestaan heeft. Dat kunnen we ook over de nostalgie van Karrat zeggen. Want was Nederland wel zo tolerant toentertijd?
Geregeld word er betoogd dat de zogenaamde tolerantie eigenlijk vooral onverschilligheid was. Migranten werden tijdelijk gedoogd. Nederlanders waren bijvoorbeeld vriendelijk tegenover gastarbeiders omdat die gezien werden als gasten. Dit veranderde echter toen de gastarbeiders besloten te blijven en hun gezinnen lieten overkomen uit Turkije en Marokko. Van gasten werden ze toen in één keer medeburgers. Veel Nederlanders werden toen geconfronteerd met iets wat ze niet aan hadden zien komen: de multiculturele samenleving.
De jaren negentig keren niet meer terug, de jaren vijftig evenmin
Deze vlieger gaat ook op voor de islam. Aanvankelijk werd deze religie vooral in achterafkamers gepraktiseerd. Maar vanaf het begin van de eenentwintigste eeuw begonnen de moskeeën overal in het straatbeeld te verschijnen, evenals de hoofddoek. Het werd duidelijk dat de islam een blijvend onderdeel van de Nederlandse samenleving was geworden.
Door deze feiten veranderde de houding van veel Nederlanders tegenover migranten en de islam. Mensen werden verschillig in plaats van onverschillig. Je bent voor of tegen de multiculturele samenleving, voor of tegen de islam, voor of tegen moslims. Een tussenweg is er eigenlijk nauwelijks meer, de onverschilligheid van vroeger is geschiedenis.
Maar is Nederland daarmee ook meteen een stuk intoleranter geworden? Dat is maar de vraag. Uit een in 2017 verschenen rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat in 1994 nog 49 procent van de Nederlanders van mening was dat er teveel mensen van een andere nationaliteit in Nederland leefden. In 2017 was dat percentage gedaald naar 31 procent. Op basis van deze cijfers zou je kunnen concluderen dat Nederland juist toleranter is geworden.
Maar waarom ervaren veel moslims die tolerantie niet en zien zij vooral intolerantie? Het verdwijnen van de onverschilligheid is mogelijk een verklaring, maar ook dat de in de jaren tachtig en negentig dominante politieke correctheid tegenwoordig zwaar onder vuur ligt. Tegenwoordig durven mensen die kritisch zijn over de islam en over moslims dit ook hardop te zeggen, dankzij de Fortuyn-revolte en dankzij de nieuwe mogelijkheden van het internet. Het is daarom dus niet gek dat Nederlandse moslims vaker geconfronteerd worden met openlijke kritiek.
Trouwens, er is nog een andere reden waarom de nostalgie van Karrat en ongetwijfeld vele anderen misplaatst is. Meerdere groepen in ons land ervaren namelijk heimwee naar een Nederland dat nooit echt bestaan heeft. Veel autochtone, niet-islamitische Nederlanders bijvoorbeeld verlangen terug naar vroeger, een tijd toen geluk nog heel gewoon was, in hun beleving althans.
Dit was ook een Nederland waar de islam nog nauwelijks een rol speelde. Socioloog Paul Scheffer beschrijft in zijn boek Het land van aankomst het gevoel van ‘vervreemding’. Dit bestaat bij zowel de autochtone burger, die zijn land als gevolg van migratie rap ziet veranderen en zich een vreemdeling in eigen land voelt, als bij de migrant, die tussen wal en schip valt van enerzijds het land van herkomst en anderzijds het land van aankomst.
De nostalgie van beide groepen is begrijpelijk, maar brengt ons als samenleving weinig verder. Heimwee naar vroeger gaat ons niet vooruit helpen, terwijl we ons juist op de toekomst zouden moeten richten. De jaren negentig keren niet meer terug, de jaren vijftig evenmin. De tijd gaat alleen maar vooruit en de vraag is waar naartoe. Daar moeten we ons dan ook op richten. Welk Nederland willen we hebben voor de komende decennia?
De neonazistische Racial Volunteer Force (RVF) wil op 28 september in Den Haag demonstreren tegen de ‘zionistische schaduwmacht in Nederland’. Het Centrum Documentatie en informatie Israël (CIDI) wil graag dat deze demonstratie van tevoren wordt verboden, maar de Haagse locoburgemeester Rachid Guernaoui (Groep De Mos) voelt hier volgens het CIDI niet voor.
De Racial Volunteer Force is een uit Groot-Brittannië afkomstige neonazistische splintergroepering. Vanwege haar gewelddadige reputatie willen andere extreemrechtse groeperingen niet met de RVF in verband worden gebracht. Volgens de AIVD wil de AVF een ‘Arisch Vierde Rijk’ oprichten, waar Nederland ook deel van zou moeten uitmaken.
Op de aankondiging op Facebook maakt de RVF gebruik van antisemitische symboliek. Er is een Joodse man te zien, die met een briefje van duizend dollar zijn sigaar aansteekt. De boodschap is dat de Joden de werkelijke macht hebben in de wereld.
In november vorig jaar wilde RVF demonstreren in Nijmegen, maar besloot uiteindelijk om dit toch niet te doen.
De RVF is erg actief in Nederland. Zo organiseert de groep op 7 september een ‘Kameraadschapsavond’ in Zeeland. Het thema is ‘Unter Froide’ (onder vrienden) en op de flyer is een man te zien met een t-shirt waarop ‘Kraft durch Froide’ staat, een verwijzing naar de nazi-recreatieorganisatie Kraft durch Freude.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.