14.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 779

Je kunt veel zeggen van het vmbo, saai is het er nooit

0

‘Hoe houd je het vol?’, vragen mensen mij weleens. Al zo’n veertig jaar sta ik voor de klas, waarvan de laatste vijfentwintig jaar op het Montessori College Oost in Amsterdam. Een vmbo-school met voornamelijk kinderen uit gezinnen met ‘niet-Nederlandse’ wortels. Vaak wel hier geboren, soms zijn hun ouders hier ook geboren, maar het etiket ‘niet-Nederlands’ is hardnekkig.

Vooral door de berichtgeving over onderwijs op vmbo-scholen snap ik de hoe-houd-je-het-vol-vraag wel. Als ‘zwarte’ scholen in het nieuws komen gaat het meestal over drugs, geweld, spijbelen, ongemotiveerde leerlingen, hoog ziekteverzuim van de leraren en meer ellendige zaken. We moeten het verwachtingspatroon vooral niet overhoop gooien, lijkt soms de regel op redacties. Het gaat in de media zelden over leerlingen die hard werken, hun best doen, goede cijfers halen of gewoon in één keer slagen (ik ken ze!), want dat verstoort het beeld, toch?

Les geven is een vak waar ik indertijd voor gekozen heb, omdat ik kinderen leuk vind en omdat ik het boeiend vind om ze dingen te leren. Nooit een moment spijt gehad van mijn beroepskeuze, ook na veertig jaar vind ik de kinderen nog net zo leuk als vroeger en heb ik nog steeds plezier in mijn vak. En met ‘kinderen’ bedoel ik álle kinderen.

Het opgeblazen negativisme over ‘allochtonenonderwijs’ (vreemde term, alsof kinderen met een ‘niet-Nederlandse’ afkomst geheel anders les zouden moeten krijgen) in de media stoort me dan ook zeer. Er lijken vooral heel veel problemen te bestaan en het heeft tot gevolg dat docenten die het ‘volhouden’ automatisch als helden worden beschouwd en de kinderen die een aanslag doen op het uithoudingsvermogen van de docent als boosdoeners. Docenten worden dan afgeschilderd als idealisten met een masochistische instelling. Maar lesgeven is gewoon een vak! Het doel is om kinderen iets te leren, een leraar is daarvoor opgeleid en heeft als het goed is interesse voor kinderen, wat voor kinderen dan ook. Als het goed is heb je plezier in je vak en ben je geïnteresseerd in kinderen. Een timmerman die nul interesse heeft voor hamer, zaag en hout kan beter een ander vak kiezen. Heeft hij wel interesse voor zijn vak dan noemen we hem een vakman en geen idealist. Datzelfde geldt voor een docent, in welk soort onderwijs dan ook.

De komende tijd zal ik schrijven over wat ik meemaak op school. Over mooie dingen, lastige dingen, successen, maar ook mislukkingen, want ja, er gaat ook weleens iets mis (het is soms net de echte wereld, zo’n school). Je kunt veel zeggen van het vmbo, saai is het er nooit.

‘Het is ontzettend leuk mensen te zien groeien’

0
De Kanttekening spreekt ‘nieuwe’ Nederlanders die op weg zijn naar de top. Deze week: Surinaamse Nederlander Damaira Anijs (32).

Wat doe je?
‘Ik ben fiscaal jurist en oprichter van DNA Community, gespecialiseerd in de creatieve en sportieve sector. DNA Community houdt zich bezig met marketing, coaching en het financiële plaatje voor ondernemers. We zijn gespecialiseerd in sporters en kunstenaars zoals modellen, muzikanten, schrijvers en andere artiesten. DNA Community beschermt de belangen van de artiest, ook financieel. Sommige managers denken vooral aan zichzelf en laten hun artiesten een wurgcontract tekenen. Zulke toestanden willen wij graag voorkomen. Niet iedere muzikant weet trouwens dat je je werk moet aanmelden bij Buma Stemra. Vaak hebben onze cliënten wel voldoende basiskennis, maar wij zorgen ervoor dat ze aan de slag kunnen als volwaardig ondernemer. Het is ontzettend leuk om mensen te zien groeien, als ondernemer en als mens. Modellen zijn meestal pas zeventien jaar en nogal verlegen als ze voor het eerst bij ons komen. Binnen een jaar zijn ze ontzettend gegroeid. Bij DNA Community leer je ook zaken zoals voor jezelf opkomen, kosten drukken, sparen en budgetteren.’

Waar wil je heen?
‘Ik wil met DNA Community de grens over, maar ik wil vooral marktleider worden in Nederland binnen de branches waarin we actief zijn. Het streven is om echt een begrip te worden.’

Heb je een kruiwagen?
‘Niet op het gebied van fiscaal recht. Voordat DNA Community in 2014 werd opgericht, werkte ik bij Baker & McKenzie en later bij trustkantoor TMF. Dat heb ik zelf bereikt. Ik kom wel uit een creatieve familie. Via hen kom ik makkelijk in contact met artiesten. Verder was het heel goed voor mijn reputatie dat één van mijn eerste klanten een bekend topmodel is geworden. Het allerbelangrijkste is mond-tot-mond-reclame. Dat werkt echt het beste. Het mooiste is om via elke cliënt twee nieuwe cliënten te krijgen. Ik startte DNA Community naast mijn vaste baan. Op een moment kreeg ik het er zo druk mee dat ik het niet meer met mijn baan kon combineren. Alleen leverde het nog niet voldoende op. Parttime banen binnen fiscaal recht bestaan niet, maar ik moest extra inkomsten hebben. Uiteindelijk ben ik bij een winkel gaan werken waar ze cupcakes verkochten. Ik heb eerlijk gezegd dat ik geen ervaring had met cupcakes, maar goed kon verkopen! Ze gaven me een kans.’

Zijn er beren op de weg?
‘Als nieuwe ondernemer onderschat je je kosten en overschat je je inkomsten. Je moet je inkomsten goed bijhouden. Eén van mijn persoonlijke beren op de weg is dat ik jonger lijk. Dat is niet altijd in mijn voordeel. Dat valt op want mensen verwachten een oudere man in een driedelig kostuum. Terwijl onze doelgroep zich daar helemaal niet zo bij op hun gemak voelt. Daarom werkt het ook zo goed wat we doen.’

Heb je tips?
‘Blijf in jezelf geloven, alles begint immers bij jezelf. Als je jezelf presenteert, wees dan niet te vaag, zeg kort maar krachtig wat je doet en wees direct. Schrijf je doelen voor de komende tijd op.’

‘Je kunt niet om islamitisch karakter van IS’ers heen’

0
‘Wil je een realistisch beeld neerzetten van de islam, dan benoem je niet alleen de negatieve aspecten want dan doe je het tekort, maar je kunt je ook niet alleen op de positieve aspecten focussen en net doen alsof alle donkere kanten het gevolg zijn van inmenging van buitenaf. Er moet een redelijke balans zijn.’

‘De Koran is niets anders dan een schreeuw om compassie’, volgens bestsellerauteur en religie-expert gespecialiseerd in de islam, het jodendom en het christendom Karen Armstrong. Zij wordt geroemd om haar vermogen religies te verbinden. Ze was begin deze maand in Nederland om een onderscheiding van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam in ontvangst te nemen. ‘Armstrong krijgt een eredoctoraat aan de VU, omdat ze de interreligieuze dialoog promoot en zich inzet voor religieuze tolerantie in het publieke domein’, zegt haar erepromotor Manuela Kalsky, bijzonder hoogleraar voor de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor Theologie en Samenleving. ‘Armstrong heeft een groot aantal boeken gepubliceerd waarin ze inzichten uit theologie en religiewetenschap begrijpelijk maakt voor een breed publiek.’

De levensloop van de Britse schrijfster spreekt tot de verbeelding. Ze verruilde haar leven als non voor een studie Engels en werd auteur van wereldwijde bestsellers als Fields of blood: religion and the history of violence (2015) en Muhammad: a prophet for our time (2016). In 2008 lanceerde ze het Handvest voor compassie, waarin de ‘gouden regel’ centraal staat: behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden. ‘De gouden regel vind je al bij de oude Chinese wijsgeer Confucius. In een tijd van oorlog pleitte hij voor meer mededogen. Armstrong beschrijft hoe je echte compassie kunt hebben, bijvoorbeeld door het leed van anderen te verminderen en geen haat te zaaien,’ zegt Kalsky. Armstrong benadrukt dat het principe van compassie ten grondslag ligt aan alle wereldgodsdiensten, inclusief de islam. ‘Volgens Armstrong kun je als je de geschriften leest en naar de geschiedenis kijkt, niet concluderen dat de islam intoleranter is dan bijvoorbeeld het christendom’, zegt Kalsky. ‘Religie is zeer complex. In alle religies vind je de intentie om vrede te bevorderen. Ook de islam is een geloof van vrede, God is in de islam niet voor niets de Barmhartige.’

Tegelijkertijd worden aanslagen gepleegd in naam van de islam. Hoe zit dat dan? ‘Zowel in de Bijbel als in de Koran staan passages die gewelddadig zijn. Die kun je voor je karretje spannen, en zeggen ‘ik doe dit in naam van de islam of het christendom’. Maar dé islam bestaat net zo min als hét christendom, Er is een grote variatie aan stromingen en interpretaties. Bij de aanslagen van IS spelen vaak politieke en economische factoren mee,’ zegt Kalsky. ‘Armstrong geeft het voorbeeld van jihadisten die voordat ze naar IS vertrekken bij Amazon een exemplaar van Islam for dummies bestellen. Ze weten nauwelijks iets van de islam, het is een sterk ideologisch gemotiveerde strijd.’

Gert Jan Geling, publicist en promovendus aan de Universiteit Leiden, vindt dat Armstrong wel erg relativistisch wordt als het gaat om geweld in naam van de islam. ‘Je kunt niet om het islamitische karakter van IS’ers heen, omdat ze een theologische onderbouwing voor hun gedachtegoed bieden. IS’ers mikken voor een deel op de wat minder goed onderlegde jongeren, die kunnen ze gemakkelijker brainwashen. Maar dat zijn uitsluitend jongeren die zich al als moslim zien. Soms hebben ze een crimineel verleden. Ze weten dat ze fouten gemaakt hebben en zijn extra kwetsbaar, omdat ze zich op grond van hun geloof zondig voelen. Dan willen ze ter compensatie deel uitmaken van het kalifaat en het leven van een vrome moslim leiden.’

Volgens Geling handelen extremistische jihadisten niet alleen uit politieke overwegingen, maar is het de islam waar zij steun en motivatie aan ontlenen. ‘Je kunt niet alles op de buitenwereld afwentelen. Er is een traditie van geweld in de islam die teruggaat op de begintijd. De profeet Mohammed voerde oorlogen en breidde zo zijn grondgebied uit. Het theologische concept jihad in de Koran verwijst vrijwel altijd naar strijd tegen ongelovigen. Groeperingen als IS grijpen terug op die begintijd. Volgens bijvoorbeeld een David Cook, een vooraanstaande expert op het gebied van het concept jihad, is het concept van de innerlijke jihad, waarbij je strijd voert tegen het kwaad in jezelf, pas eeuwen later bedacht door islamitische geleerden’, stelt Geling. Cooks claim wordt echter tegengesproken door vele islamexperts, van onder meer de toonaangevende al-Azhar Universiteit in Caïro. Zij wijzen erop dat het concept van de innerlijke jihad wordt belicht in tientallen hadith (overleveringen over het doen en laten en uitspraken van Mohammed).

‘Saoedi-Arabië wordt door het Westen gesteund en verspreidt een bepaalde manier van denken die kan inspireren tot radicaal gedachtegoed, daar ben ik het met Armstrong eens. Maar het wahabisme uit Saoedi-Arabië ontstond al in de achttiende eeuw. Dat is voor de kolonisatie en westerse invloeden in het Midden-Oosten’, zegt Geling. ‘Wil je een realistisch beeld neerzetten van de islam, dan benoem je niet alleen de negatieve aspecten want dan doe je het tekort, maar je kunt je ook niet alleen op de positieve aspecten focussen en net doen alsof alle donkere kanten het gevolg zijn van inmenging van buitenaf. Er moet een redelijke balans zijn’.

‘Armstrong bereikt een groot publiek in Nederland’, zegt Kalsky. ‘Maar ook in Pakistan heeft ze veel aanhang. Ze weet haarscherp vooroordelen te ontkrachten. Ze maakt daarbij gebruik van wetenschappelijk onderzoek en weet dat te vertalen naar het grote publiek en ze is niet bang om dan een positie in te nemen. Mensen die dat kunnen zijn in tijden van crisis heel hard nodig.’

Arameeërs vrezen vernietiging laatste sporen in Turkije

0
De confiscatie van Aramese eigendommen in Mardin maakt Arameeërs in Nederland wanhopig over de toekomst van hun volk in Turkije.

Het bericht dat het Turkse regime in de provincie Mardin op grote schaal Aramese eigendommen confisqueert en ruim vijftig kerken en kloosters met bijbehorende grond overdraagt aan het Presidium voor Religieuze Zaken (Diyanet) heeft voor woedende reacties gezorgd, ook in Nederland. De Kanttekening sprak daarover twee prominente Aramese Nederlanders.

‘De afgelopen tien jaar is de situatie van Arameeërs in Turkije van slecht naar slechter gegaan. Hoewel ik een optimistisch mens ben, vrees ik dat het de komende jaren ook niet beter gaat worden’, zegt de voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten, Aziz Beth Aho. Er wonen ongeveer vijfentwintig duizend Arameeërs in Turkije, de gemeenschap was ooit veel groter. ‘Arameeërs hebben in de loop der eeuwen veel ellende meegemaakt en daar lijkt geen eind aan te komen. Het lijkt alsof de genocide nog niet is beëindigd’, vertelt hij. ‘Genocide is niet alleen het vermoorden van mensen, we hebben nu te maken met een culturele genocide. Wat IS in Irak en Syrië doet, doet Turkije nu in Tur Abdin. Door het plunderen van erfgoed in Hesno d-Kifo (Turks: Hasankeyf) bijvoorbeeld of het onteigenen van kerken en gebouwen.’ Tur Abdin is een heuvelachtige regio in het zuidoosten van Turkije met grote historische, religieuze en culturele waarde voor Arameeërs.

Formeel zou er geen sprake zijn van het onteigenen van erfgoed, maar van eigendomsoverdracht naar aanleiding van bestuurlijke herindeling in Mardin. ‘Volgens de Turkse autoriteiten is dit conform de geldende wet- en regelgeving gebeurd en gaat het niet om confiscatie’, schreef minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken onlangs als antwoord op Kamervragen over de kwestie. De Diyanet-top ontkende intussen op 23 juni dat eigendommen zijn overgedragen aan Diyanet. Beth Aho noemde de antwoorden van Koenders ‘teleurstellend’ in een opiniestuk (31 juli 2017) in het Reformatorisch Dagblad. ‘In een regio die direct grenst aan het territorium van IS, waardoor oorlogshandelingen en doelbewuste vernietiging al zo veel eeuwenoud Aramees cultureel erfgoed is ontnomen en verloren gegaan, is de in onze ogen wederrechtelijke ‘eigendomsoverdracht’ volstrekt afkeurenswaardig. Die zou dan ook in de meest duidelijke bewoordingen door de Nederlandse regering en de EU veroordeeld moeten worden.’

Naast zijn onbegrip over de toon die de minister gebruikt naar aanleiding van de confiscatie, kan Beth Aho ook niet begrijpen dat het Turkse regime zo weinig empathie toont voor de christelijke minderheid die nu weer onder druk staat. ‘Ongelofelijk dat ze voor de verandering niet zeggen ‘wacht eens even mensen, de Arameeërs hebben al zo veel meegemaakt, we hebben ze al hun rechten afgepakt, we hebben ze niet eens de vrijheid gegeven om de eigen taal te leren’. Nee, ze doen er gewoon een schepje bovenop, door de paar duizend overgebleven Arameeërs te straffen en hun cultureel erfgoed te confisqueren. Het is een schande.’ Dat laatste is volgens Beth Aho niet alleen een aanval op Arameeërs, maar ook op de rijke en diverse cultuur van Turkije. ‘Ik zou me diep schamen als Turkse staat voor het leed dat Arameeërs wordt aangedaan, want zowel Arameeërs als hun erfgoed zijn een belangrijk onderdeel van Turkije en de geschiedenis van het land. Als je dat onteigent, onteigen je ook de historie van je eigen land. Turkije maakt een deel van zijn eigen cultuur kapot.’

De laatste ontwikkelingen rond Arameeërs in Turkije wordt met grote zorg gevolgd vanuit Nederland, waar duizenden Arameeërs leven. Het overgrote deel woont in Twente. ‘Mensen zijn woedend. Wat in Turkije gebeurt zorgt voor een bepaalde mate van haat onder de Arameeërs in Nederland richting Turkije. Het doet denken aan de genocide van 1915 en de gebeurtenissen in Irak en Syrië. Die komen allemaal wel erg dichtbij op deze wijze’, zegt Beth Aho. Hij hoort van veel familie en vrienden dat ze zich op dit moment erg onveilig voelen. ‘Ze worden bedreigd en geïntimideerd. Ze zijn eigenlijk vogelvrij verklaard.‘ Beth Aho roept Turken op om te protesteren tegen de onderdrukking van hun medeburgers. ‘Als moslims in Turkije niet opkomen voor de rechten van Arameeërs, maar ook bijvoorbeeld Armeniërs, komen zij vroeg of laat zelf aan de beurt. Dat zien we nu eigenlijk al gebeuren met Koerden en andere islamitische tegenstanders van het regime, zoals alevieten.’

Dihaber, een Koerdisch persbureau in Turkije, meldde onlangs dat veel Arameeërs in Turkije willen emigreren naar Europese landen. ‘Veel Arameeërs zijn Turkije al ontvlucht. Begin jaren tachtig woonden in Turkije ruim tachtigduizend Arameeërs. Velen van hen hebben niet uit vrije wil hun land verlaten, ze zijn door dit soort onmenselijke acties van het Turkse regime gedwongen om dat te doen’, zegt Beth Aho. De Arameeërs die zijn achtergebleven hebben er volgens hem écht voor gekozen om onder alle omstandigheden hun land niet op te geven. ‘Zij gaan liever dood dan dat ze moeten vluchten. De EU neemt geen vluchtelingen uit Turkije op, omdat het land zogenaamd veilig zou zijn.’

Ook de Aramees-Nederlandse Isa Kahraman, fractievoorzitter van het CDA in de gemeente Rijssen-Holten, benadrukt dat er nog maar weinig Arameeërs leven in Turkije. ‘Er wonen misschien meer Arameeërs in Enschede dan in Turkije.’ Degenen die daar nog zijn, leven volgens de CDA’er of heel anoniem in Istanbul of in kleine groepen in Midyat, een stad in Mardin. ‘De huidige situatie in Turkije is heel beangstigend. Het was voor christelijke minderheden nooit een veilige omgeving, dat is nu alleen maar erger geworden.’ Kahraman heeft zelf ook veel familie in Turkije. Hij adviseert ze al heel lang om naar Nederland te emigreren. ‘Telkens wanneer ik ze spreek vraag ik wat ze in Turkije te zoeken hebben. Ze zeggen dat ze emotioneel zijn verbonden met het gebied en niet willen emigreren onder druk van het regime. De sporen en geschiedenis van onze voorouders zijn diep geworteld in Turkije. Als we het land verlaten, dan hebben zij gewonnen.’ Ook Kahraman is diep geraakt door de confiscatie van Aramese eigendommen. ‘Het enige wat nog over is van Arameeërs in Turkije zijn de kerken en andere gebouwen. Dat is het enige wat nog iets zegt over ons verleden. Dat dreigt nu ook te verdwijnen door het beleid van het regime. Het lijkt wel alsof heel onze geschiedenis in het gebied wordt weggevaagd.’

Dat het onderwerp door Kamerleden onder de aandacht wordt gebracht stelt Kahraman op prijs, maar het lijkt hem niet reëel dat er door Europese druk iets gaat veranderen aan de situatie van Arameeërs in Turkije. ‘Het Turkse regime trekt zich er niets van aan. Ik heb niet het gevoel dat er wordt geluisterd. Dat is ook niet heel verrassend, gezien het feit dat Turkse Nederlanders het land niet uitkomen. Wat kan je dan tegen zo’n regime doen? Een regime dat alle tegenstanders, van leraren tot huisvrouwen, vastzet, zal zich ook niet bekommeren om de rechten van Arameeërs.’ Kahraman heeft zich nooit verbonden gevoeld met Turkije, het land waar hij is geboren. ‘Ik voel me meer verbonden met het gebied waar ik vandaan kom, toch word ik hier in Nederland wel gewoon geregistreerd als Turk. Ik had na zo veel ellende en bloedvergieten gehoopt dat alle mensen in de regio naast elkaar en met elkaar zouden kunnen leven, maar dat heeft blijkbaar meer tijd nodig. De moslims zelf zijn niet eens in staat om in vrede te leven in Turkije, kijk maar hoe hard de tegenstanders van het regime worden aangepakt.’ Mede daardoor gaat Kahraman al ruim acht jaar niet naar Turkije. ‘Hoewel ik heel voorzichtig ben op social media over president Erdogan en Turkije, zou ik me niet veilig voelen. Het regime is niet voorspelbaar, er kan ieder moment van alles gebeuren.’

De Aramese Federatie organiseert op zaterdag 30 september een paneldebat over de positie van Arameeërs in Turkije, Syrië en Irak. Gabriel Sawma, advocaat, professor in Midden-Oosten Studies aan de Fairleigh Dickinson University en adviseur van president Donald Trump, is onderdeel van het panel.

De perceptie van ons verleden

1

In mijn vorige column, naar aanleiding van Charlottesville, repte ik van de mogelijkheid dat de Amerikaanse meningsverschillen over het verleden ook naar Europa zouden kunnen overslaan, omdat hier immers eveneens nog heel wat verleden als nationaal erfgoed gekoesterd wordt, dat in andermans optiek dubieuze aspecten heeft. Op ons continent was Duitsland lange tijd het enige land dat daartoe door de kritische ogen van de buren stelselmatig gedwongen werd; nu zijn steeds vaker ook andere westerse landen aan de beurt.

Zo ook Nederland, waar CDA-voorman Sybrand Buma nog meent de nationale eenheid te kunnen bezweren door schoolkinderen staande het Wilhelmus te laten zingen. Ook het blazoen van de ik-figuur, Willem van Oranje (1533-1584), is inmiddels niet onbevlekt; recent historisch onderzoek heeft, waar het zijn bevrijdingsmethoden van de Lage Landen betrof, toch erg veel verschroeide-aarde-tactiek aan het licht gebracht.

Overigens was, zoals een ieder die iets verder in het vaderlandse lesmateriaal terugkijkt weet, tot enige decennia geleden de Vader des Vaderlands bij katholieken – toch nog altijd zo’n veertig procent van de vaderlanders uitmakend – niet geheel onomstreden. Mede door de effecten van Oranjes opereren waren zij immers twee eeuwen lang de onderliggende partij. De ‘altijd geëerde’ Koning van Hispanje uit het eerste couplet had Willem van Oranje, als die term al had bestaan, vast als een soort terrorist betiteld. Hij heeft hem dan ook dienovereenkomstig door een scherpschutter uit de weg laten ruimen, zoals Barack Obama met Osama bin Laden (1957-2011) deed.

Als gezegd: ook Nederland heeft een ingesleten visie op het verleden die steeds meer gaat wringen. De afgelopen twee weken werd ik daarmee weer meermalen geconfronteerd. In de Volkskrant poogde Martin Sommer langs getalsmatige weg de betekenis van de slavernij voor de Nederlandse geschiedenis en de betekenis van Nederland voor de slavernijgeschiedenis te relativeren.

Zijn medecolumnist Elma Drayer, die al eerder elke opsomming waarin Holocaust en slavernij samen werden genoemd als een ongepaste poging tot leedvergelijking had betiteld, verviel weer in de oude fout door elk anti-zionisme als verkapt anti-semitisme te betitelen, zonder ook maar één woord te wijden aan de vrij systematische Israëlische landroof van Palestijnse grond op de Westelijke Jordaanoever, die de anti-Israëlische sentimenten in islamitische kring tenminste behoorlijk hebben versterkt. Dat Nederland als vaste steunpilaar van Israël medeplichtig is aan dat onrecht bleef eveneens buiten beschouwing.

Het derde voorbeeld was bij de kranslegging ter herdenking van de moord op Johan de Witt (1625-1672) op zijn sterfdag 20 augustus tijdens het Haags Historisch Festijn. Bij een debat na afloop over de betekenis van De Witt betitelde mijn mede-forumlid Arend Jan Boekestijn deze lynchpartij als ‘de meest schokkende gebeurtenis uit de Nederlandse geschiedenis’. Wel, ik zou zeggen: de meest schokkende gebeurtenis uit de Nederlandse geschiedenis is nog altijd de Holocaust, alsmede de slavernij, hoewel je er in het laatste geval natuurlijk over kunt twisten of je iets dat zich over een paar eeuwen uitstrekt nog als ‘gebeurtenis’ kunt betitelen.

Het bijna op de automatische piloot gegeven commentaar van Boekestijn – de Nederlandse geschiedenis ingeperkt tot een paar vierkante kilometer Binnenhof – zegt veel over de gangbare perceptie van het nationale verleden. Ik denk dat een Duits politicus die de nazimoord op Walther Rathenau (1867-1922) – één van de grootste staatslieden uit de Weimar Republiek – in 1922 als de meest schokkende gebeurtenis uit de Duitse geschiedenis zou betitelen, ter plekke zou worden gelyncht.

Voor de Nederlandse bijdrage aan de wandaden van de Duitse bezetter geldt, wat ook lang voor de – moreel verder uiteraard daaraan niet gelijk te stellen – Nederlandse bijdrage aan de Franse tijd gold: beide perioden werden gezien als iets dat niet echt deel uitmaakt van de eigen geschiedenis. Het was meer een soort natuurramp die ons, zelf onschuldig, van buitenaf was overkomen. Landgenoten die daarin een rol hadden gespeeld heetten geen ‘echte Nederlanders’ te zijn geweest – ook al hielden de aantallen Nederlandse Oostfrontstrijders en verzetsstrijders elkaar in evenwicht. Beide bezettingservaringen zouden de Nederlandse volksaard onveranderd hebben gelaten en dienovereenkomstig wilden velen in 1945 en 1813 het liefst terugkeren naar waar men in 1940 en 1795 gebleven was.

Wat dat in het geval van de Tweede Wereldoorlog versterkt, is dat de Nederlandse verzetsdaden op eigen grondgebied zichtbaar waren en de Nederlandse naziwandaden zich het meest ver weg in Oost-Europa afspeelden. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het kolonialisme in de Oost en de slavenhandel in de West: duizenden kilometers buiten zicht. Er waren, anders dan in Virginia, geen plantages in Friesland en er was maar een kleine minderheid van de Nederlanders direct bij betrokken, ofschoon er meer particulieren aan hebben verdiend, inclusief zeeheld Michiel de Ruyter (1607-1676). Of dat misschien ook voor De Witt gold heeft volgens mij nog niemand zich afgevraagd.

Nieuwe Nederlander wordt zelden boer

0
De eerste Marokkaanse en Turkse ‘gastarbeiders’ kwamen uit traditioneel agrarisch gebied. Toch kiezen hun kinderen en kleinkinderen zelden voor een agrarisch beroep. Hoe komt dat? ‘Het slechte imago dat de agrarische sector in hun land van herkomst heeft, zorgt er voor dat ze willen voorkomen dat hun kind in die beroepsgroep terechtkomt.’

De agrarische sector is een beroepsgroep waarin amper ‘nieuwe’ Nederlanders werken. Uit het rapport Ontwikkelingen in de maatschappelijke participatie van allochtonen van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat slechts één procent van de Marokkaanse Nederlanders en twee procent van de Turkse Nederlanders kiest voor een beroep in de agrarische sector. Die ondervertegenwoordiging is iets waar onder andere de Hogeschool Van Hall Larenstein uit Velp, gespecialiseerd in agrarische opleidingen, zich zorgen over maakt. Deze onderwijsinstelling probeert al jaren om studenten te werven met een migratieachtergrond, maar dat is vechten tegen de bierkaai. Of het nu gaat om tuinaanleg, land- en watermanagement of andere studierichtingen, de inzet op diversiteit mislukt. ‘We lopen tegen lastig te overwinnen vooroordelen aan’, legt een woordvoerder uit. ‘Er zijn diverse pogingen gedaan om deze doelgroep als student binnen te halen, maar tot nu toe is het amper gelukt. De ouders hebben ook een vinger in de pap als het om de beroepskeuze gaat. Het slechte imago dat de agrarische sector in hun land van herkomst heeft, zorgt er voor dat ze willen voorkomen dat hun kind in die beroepsgroep terechtkomt. We hebben geen tekort aan studenten, toch zouden we het prettig vinden als de samenstelling gemêleerder was.’

Mirjam Kuggeleijn, woordvoerder van het Agrarisch Opleidingscentrum, een netwerkorganisatie voor groen onderwijs, merkt op dat er ook bij autochtonen veel misverstanden bestaan over de sector. ‘Het gaat om opleidingen voor hoveniers, dieropleidingen, paardensport, bloemen en allerlei soorten groen. Veel jongeren weten niet hoe gevarieerd de groensector is. Dat geldt trouwens voor bijna álle jongeren, niet alleen de niet-westerse. De aard van de werkzaamheden is vaak onbekend, net als de vele mogelijkheden. Bij het woord ‘tuinbouwsector’ denken ze aan hele dagen plantjes planten, terwijl je in de kassen juist werkt met technologische hoogstandjes. Nederland loopt hiermee voorop in de wereld. Binnen de kassen en de tuinbouwsector overheerst de nuchterheid. Hard werken en niet te veel zeuren. Het gevolg is dat er te weinig tijd is om over de beeldvorming van de sector na te denken, terwijl hier juist goede carrièreperspectieven te vinden zijn.’

Kuggeleijn beaamt dat jongeren met een migratieachtergrond minder snel voor een groen beroep kiezen. ‘Het dringt tot hen nog minder door hoe zeer deze sector gemoderniseerd is. Scholen doen wel degelijk aan voorlichting en er wordt gewerkt aan imagoverbetering. Een voorbeeld daarvan is de campagne Kom in de kas. De voedings- en levensmiddelenbranche kampt ook met een tekort aan personeel. De groensector wacht hetzelfde lot als er niet meer jongeren voor een groen beroep kiezen. Er is echt voldoende werk en dat neemt alleen maar toe als gevolg van de steeds belangrijkere rol die groen inneemt. Denk bijvoorbeeld aan de stadslandbouw, zoals een ‘dakakker’ (een moestuin op het dak van een gebouw, red.). Groen en onze leefomgeving worden steeds belangrijker.’

Vanuit de sector zijn verschillende pogingen gedaan tot meer diversiteit, onder andere met het actieplan Kies kleur in groen uit 2013. Voor deze actie hebben enkele jongeren met een migratieachtergrond die wél in het groen werken als rolmodel gediend. Eén van hen is Mohammed Hacene, beleidsmedewerker bij het Rotterdams Milieucentrum. Hij volgde een hbo-opleiding Milieukunde. ‘Samen met Hakan, een student van Turkse afkomst die na drie maanden met de opleiding stopte, was ik de enige niet-westerse student. Mijn omgeving begreep eigenlijk niet zo goed waar ik aan begonnen was. Ze kenden mijn opleiding niet.’

Het idee dat Hacene misschien wel boer wilde worden zorgde voor fronsende wenkbrauwen. ‘Destijds volgde ik mijn studie aan de Agrarische Hogeschool, wat voor nog meer verwarring zorgde. Wilde ik dan boer worden, net als mijn opa en oma? Nee, want mijn opleiding was veel ruimer dan op het land werken. De studie werd door mijn familie niet tegengehouden, maar ik had heel veel uit te leggen en stuitte op onbegrip. Nog steeds trouwens. Ik begrijp op mijn beurt niet zo goed wat er mis is gegaan na de campagnes van 2013. Er was een toename van studenten bij de groenopleidingen. De werving was goed verlopen, maar het vasthouden duidelijk niet.’

Hacene merkt op dat veel families negatief zijn over de sector omdat er geen voorbeelden zijn van familieleden die met een agrarische opleiding goed terecht zijn gekomen. ‘Niet-westerse allochtonen willen dat hun kinderen banen met aanzien krijgen, zoals dokter, advocaat of accountant. Bij een agrarische opleiding denken veel immigranten aan hoe het in de jaren zestig en zeventig in Marokko of Turkije was. Ze zijn er niet van op de hoogte dat er in die landen tegenwoordig ook hogere agrarische opleidingen zijn. Het beeld van vroeger is blijven hangen. Een ander probleem is dat veel mensen, autochtoon én allochtoon, een heleboel beroepen niet kennen. Neem laboratoriumwerk of banen in de levensmiddelentechnologie. Onbekend maakt onbemind. De meeste stadsmensen hebben geen band met de agrarische sector. Veel allochtonen wonen in de stad en kiezen hier niet zo snel voor. De wervingscampagnes zouden breder getrokken moeten worden. Leg de nadruk meer op bestaande, onbekende beroepen zoals agrarische accountant.’

Hacene, die al dertien jaar bij het Rotterdams Milieucentrum werkt, is nog steeds blij met zijn keuze voor de groene sector en heeft enkele suggesties om meer studenten te enthousiasmeren voor het groene onderwijs. ‘Ten eerste valt het groenonderwijs nu nog onder het ministerie van Economische Zaken, waar landbouw onder valt, in plaats van het ministerie van Onderwijs. Verder moet je een beroep onder de aandacht brengen en niet doorlopend een hele sector. Dan begrijpen studenten het beter. De dierenartsassistent valt ook onder de groensector. Hovenier is ook een heel mooi beroep. Leg uit wat er allemaal onder ‘groen’ valt. De agrarische wereld is divers en niet boers.’ Daarnaast is het volgens Hacene van belang dat groen onderwijs in stedelijke gebieden wordt aangeboden. Hij noemt het een verkeerd signaal dat het Wellant College in Rotterdam gaat verdwijnen. ‘Groenopleidingen moeten juist naar de stad worden gehaald in plaats van er vandaan. Als je het aanbiedt, dan trek je studenten makkelijker over de streep. En je bent sneller een rolmodel dan je denkt.’

Turkse Nederlander Gülsen Yaslar is ook werkzaam in de agrarische sector. Ze is eigenaar van Melissa Bloemen en Kado’s in Hengelo (Gülsen betekent ‘lachende roos’).
‘Aanvankelijk werkte ik bij mijn man in de brood- en groentezaak, maar ik had meer belangstelling voor bloemen. Om te beginnen ben ik een cursus bloemschikken gaan volgen. Dat vond ik zó leuk, ik wilde meer. Daarna heb ik de mbo-opleiding Bloem & Design gevolgd. Met die opleiding kon ik niet alleen een winkel starten, maar ook stagiaires begeleiden.’ Yaslar heeft diverse prijzen gewonnen, zoals het beste leerbedrijf in de bloemenbranche (2008) en beste vrouwelijke ondernemer Twente (2012). Ze heeft zichzelf ten doel gesteld om de Turkse gemeenschap bekender te maken met de bloemensector.’ Veel allochtonen hebben een thuisland waar het aanmerkelijk warmer is dan hier. Daarom is het er vaak niet gebruikelijk om bloemen te kopen om gezellig neer te zetten. Je hebt er veel te kort plezier van. Ze zijn dus van huis uit niet echt aan bloemen gewend. Aan de andere kant zijn er vijf belangrijke islamitische feestdagen. Op die dagen is het de gewoonte om veel bloemen te hebben staan.’ Yaslar betreurt het dat maar weinig jongeren met haar achtergrond kiezen voor een beroep in deze sector. ‘Jammer, want de creatieve aanleg die je hiervoor nodig hebt is vaak wel degelijk aanwezig. Ik hoop echt dat meer allochtonen een beroep kiezen dat met bloemen of planten te maken heeft. Om daaraan een steentje bij te dragen, doe ik graag mee aan initiatieven om dit doel te bewerkstelligen.’

Dag van Democratie: ‘We moeten actie ondernemen’

0
Een groeiend aantal democratieën staat onder druk. De Kanttekening belicht de situatie in vijf landen aan de hand van gesprekken met experts.

Jaarlijks wordt op 15 september de Internationale Dag van de Democratie gevierd. In het kader van deze dag nemen we vijf landen onder de loep waar democratie onder vuur ligt, Venezuela, Indonesië, de Verenigde Staten, Turkije en Hongarije. ‘We moeten actie ondernemen. Binnenkort zijn er verkiezingen in Hongarije. Ik hoop dat het de goede weg op zal gaan en het weer een gezonde democratie wordt.’

1. Venezuela
Venezuela gaat momenteel gebukt onder maatschappelijke onrust. Na het overlijden van president Hugo Chavez in 2013 trok Nicolas Maduro de macht naar zich toe. Officieel is hij slechts waarnemend president, maar hij weet zijn mandaat telkens op te rekken, iets wat het grootste deel van de bevolking steeds bozer maakt. Journalist Michel Spekkers woonde van 2014 tot 2015 in het land. Spekkers volgt de situatie nog altijd op de voet en zit momenteel in de hoofdstad Caracas. ‘Eerder deze maand spraken zeventien Amerikaanse landen al van ‘een breuk met de democratische rechtsorde in het land’. Daar trekt Maduro zich niets van aan’, zegt Spekkers. ‘Na de dood van Chavez, die nog steeds een bijna goddelijke status geniet, heerste een diepe rouw onder de bevolking. Onder zijn bewind werden de armsten iets minder arm. Zo liet hij bijvoorbeeld sociale woningen voor hen bouwen, die overigens van zeer slechte kwaliteit zijn en regelmatig instorten.’

Ingrijpen door buurlanden
‘Ook andere grote projecten zette hij in gang, maar meestal met geleend geld’, weet Spekkers. ‘Op dit moment is de situatie zo, dat tweederde van de olie-export, de belangrijkste inkomstenbron, opgaat aan rente op afbetalingen aan Rusland en China. De rest van de olie wordt verkocht aan de VS.’ Optimistisch over de toekomst is hij niet. ‘Alle mogelijke scenario’s leiden tot meer ellende. De angst en boosheid onder de bevolking is groot en wat ook niet helpt is de enorme inflatie. In de periode dat ik er woonde kreeg je voor één dollar zo’n tien bolivar (de nationale munteenheid van Venezuela, red.). Tegenwoordig krijg je voor één dollar zestienduizend bolivar. Onder de Venezolanen leeft de hoop dat buurlanden in zullen grijpen. Via de stembus zal er niets veranderen. Het bedrijf dat de stemkastjes levert is opgericht door Chavez, die Maduro naar voren schoof als zijn opvolger. Geruchten over fraude zijn hardnekkig.’

2. Indonesië
De eilandenarchipel in Zuidoost-Azië bestaat uit bijna vijftienduizend eilanden en is een land van de grote getallen. Van alle moslims wereldwijd woont circa dertien procent in Indonesië, waarmee het zich de grootste islamitische republiek ter wereld mag noemen. Bijna negentig procent van de inwoners noemt zich moslim.

Hoogleraar Godsdienstwetenschap en Islam aan de Universiteit van Tilburg Herman Beck is geboren in Sorong, voormalig Nederlands-Nieuw-Guinea, en is gedetacheerd aan de islamitische staatsuniversiteit Institut Agama Islam Negeri te Yogyakarta. ‘In het Westen zien we beelden van aanslagen op Bali en horen we over vijfhonderd IS-strijders uit het land die in Syrië vechten, maar dat doet de waarheid geweld aan. Natuurlijk is er altijd de dreiging van extremisme, maar op zoveel inwoners is dat niet zo gek. Een bedreiging voor de democratie is islam in Indonesië dan ook niet.’

Zondebok
Een goed voorbeeld van religieuze scherpslijperij door een radicale minderheid is de rechtszaak tegen de voormalig gouverneur van Jakarta, Basuki Tjahaja Purnama, beter bekend onder de naam Ahok. Deze Chinese Indonesiër speelde de religieuze kaart door gebruik te maken van de Koran, maar hij is zelf katholiek. ‘Uiteindelijk is hij tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld voor godslastering, maar hier speelt meer dan alleen religie. Ahok is etnisch chinees en Chinezen kun je zien als de Joden van Indonesië. De wildste complottheorieën gaan de ronde over de rijkdom van Chinese Indonesiërs en hun vermeende macht. Daarom fungeren ze vaak als zondebok. Helemaal als je, zoals Ahok, politiek en religie gaat mengen.’

Beck heeft desondanks goede hoop voor de toekomst van de democratie in Indonesië. ‘Zolang de huidige regering van president Joko Widodo alert blijft op toenemende radicalisering. Na de grote Aziatische financiële crisis van 1997 zijn er radicale groepen opgekomen. Al voor die tijd probeerde Saoedi-Arabië invloed te verwerven door het wahabisme te stimuleren en te financieren. Maar tot nu toe stonden er altijd weer democratische krachten op die het land stabiel hielden.’

3. Verenigde Staten
‘Het is overduidelijk dat de democratie onder Donald Trump slechter af is dan onder vorige presidenten’, zegt George Blaustein, assistent-professor Amerikaanse Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Blaustein is een geboren Amerikaan en zegt simpelweg te weinig tijd te hebben om de huidige staat van de democratie in de Verenigde Staten te duiden. ‘Er is zo veel mis. De belangrijkste bedreigingen voor de electorale democratie in de VS op dit moment zijn de manipulaties van instituties en het inperken van het kiesrecht. Beide kennen een lange geschiedenis, maar in de afgelopen jaren zijn de Republikeinen er erg goed in geworden. Ze tonen zich steeds creatiever in het naar hun hand zetten van het systeem.’

Economische ongelijkheid
‘Dan zijn er nog de diepgaandere zaken, met economische ongelijkheid als belangrijkste factor’, zegt Blaustein. ‘Maar ook het feit dat de grondwet meer dan tweehonderd jaar oud is en op veel manieren niet democratisch is. En dat het neo-liberalisme, ik ben niet dol op die term maar ik gebruik het hier toch maar, het openbare leven heeft geërodeerd. Tot slot is racisme een woord dat niet eens de lading dekt voor de meest giftige elementen in de Amerikaanse samenleving.’

Uit een onderzoek van het Cato Institute, een conservatieve denktank in Washington D.C., blijkt dat 73 procent van de dodelijke terroristische aanslagen in de VS sinds 2001 door rechts-extremisten werd uitgevoerd. Blaustein is dan ook erg bezorgd over deze groepen. ‘Of de VS de opkomst van extreem-rechts in goede banen kan leiden, weet ik niet.’

4. Turkije
Wim de Jong is docent politieke geschiedenis aan de Radboud Universiteit en houdt zich met name bezig met democratie. ‘De situatie in Turkije is vergelijkbaar met die van Nederland in de jaren vijftig. Toen had je hier de KVP, die de katholieken emancipeerden. In Turkije zien de AKP’ers hun kans schoon na jaren van, in hun ogen, onderdrukking. Nu is er wel één belangrijk verschil: emancipatie is meestal voltooid als er intellectuele en economische gelijkheid is bereikt. De katholieken hebben in Nederland dat proces voltooid en zijn daardoor kritische burgers geworden. Dit is in Turkije niet het geval, omdat de achterban van president Recep Tayyip Erdogan denkt dat hij het antwoord op alles is. Kritiek kunnen en mogen leveren is in een democratie van vitaal belang’, legt De Jong uit. ‘Dat is in Turkije erg moeilijk geworden. In feite kun je zeggen dat een maatschappelijke discussie nooit stopt, niemand is eigenaar van het debat. In Turkije zie je juist dat een discussie stopt als Erdogan dat zegt.’

Hybride model
‘Erdogan maakt deel uit van een groep wereldleiders die een nieuw, hybride model van democratie aanhouden’, zegt De Jong. ‘Vladimir Poetin was de eerste die daarmee ‘pionierde’. Hij hield weliswaar verkiezingen om openbaarheid te veinzen en legitimiteit te verkrijgen voor zijn presidentschap, maar in de praktijk hebben zijn tegenstanders geen kans. Het is een soort hybride autoritair, democratisch model waar ook Erdogan gebruik van maakt. Het komt neer op het onder controle houden van de openbaarheid. Het is veel gemakkelijker om verkiezingen te manipuleren via media of politieke druk op tegenstanders dan om er een continu schrikbewind op na te houden.’

Al met al is hij niet bijster optimistisch over de situatie in Turkije. ‘De plattelandsbevolking steunt Erdogan, omdat hun situatie sterk is verbeterd. Een eventueel verlies bij de presidentsverkiezingen in 2019 zal dan ook niet gepikt worden. Ik sluit een burgeroorlog in zo’n geval niet uit.’

5. Hongarije
Er waait een nationalistische wind door Hongarije die wordt aangeblazen door de huidige premier Victor Orban. Deze politicus studeerde ooit aan the University of Oxford met een beurs van de Soros Foundation en sprak zich in het openbaar uit voor Hongaarse zelfbeschikking toen de Sovjet-Unie nog dominant was in het land.

Opmerkelijk genoeg voert hij momenteel een verbeten strijd tegen zijn voormalige weldoener, Soros. Zo verwijt hij hem tientallen miljoenen levens te hebben verwoest door rentespeculatie en Soros zou zich mengen in binnenlandse aangelegenheden. De strijd escaleerde toen vluchtelingen aan de grens van Hongarije opdoken. Soros pleitte voor een humane koers, Orban hield vast aan een grenzen-dicht-beleid. Ook de persvrijheid is inmiddels flink beperkt en rechten van minderheden worden geschonden. Reden voor het Europees Parlement om Europarlementariër Judith Sargentini (GroenLinks) opdracht te geven de Hongaarse democratie te onderzoeken.

Actie
‘De huidige Hongaarse regering vaart al jaren een gevaarlijke koers’, zegt Sargentini. ‘De Europese Commissie startte dit jaar al vijf inbreukprocedures tegen Hongarije voor het doorvoeren van nieuwe regels die fundamentele rechten als persvrijheid, academische vrijheid en recht op asiel schenden. De opstelling van de regering-Orban maakt dat Hongarije zich verder verwijdert van een gezonde democratie en rechtsstaat. Het lak hebben aan Europese verworvenheden maakt de situatie nu onhoudbaar.’ Sargentini vreest dat verdere acties niet uit kunnen blijven. ‘De maat is vol voor het Europees Parlement. Er moet verandering komen. Een ruime meerderheid van het Parlement wil dat onderzocht wordt of maatregelen genomen kunnen worden. Ik ben opgedragen dit onderzoek te leiden.’

‘We kunnen niet afwachten wat Orban de volgende keer uit zijn hoge hoed gaat toveren’, vindt Sargentini. ‘We moeten actie ondernemen. Binnenkort zijn er verkiezingen in Hongarije. Ik hoop dat het de goede weg op zal gaan en het weer een gezonde democratie wordt.’

‘Hindoes aanbidden elke god’

0
Hoe leven moslims, hindoes en christenen samen in India? Onze correspondent Sara-May Leeflang doet verslag vanuit India.

India telt bijna anderhalf miljard inwoners, onder wie rond de 172 miljoen moslims. Het is na Indonesië en Pakistan het land met de grootste moslimpopulatie ter wereld. De meerderheid van de inwoners hangt het hindoeïsme aan. Ruim twee procent van de bevolking is christelijk. Hoewel er in het noorden conflicten zijn tussen moslims en hindoes, gaat het er in het zuiden veel gemoedelijker aan toe. In de zuidelijke provincies Tamil Nadu, Kerala en Karnataka is er niet veel onrust. Iedereen prijst zich gelukkig in het zuiden te wonen, ver weg van het nationale politieke strijdtoneel in het noorden van het land. Toch zijn er ook christenen die zich niet geaccepteerd voelen in de hindoegeoriënteerde maatschappij.

Volgens Robert (73), christen en gepensioneerd, zijn er in Zuid-India niet veel problemen tussen de religies. Robert geeft in zijn vrije tijd christelijke preken op basisscholen. Volgens hem zijn de problemen groter in het noorden van India, omdat daar problemen gepolitiseerd worden.

Seyd (29), ondernemer en moslim, uit Bangalore beaamt dat. ‘De problemen in Noord-India zijn veel groter. De mensen in het zuiden zijn vreedzaam en liefdevol naar elkaar. Hindoes zijn onze broeders en zusters. Ik heb veel hindoes onder mijn vrienden en zakenpartners. In het noorden hebben mensen van de rechts-nationalistische Bharatiya Janata-Partij veel invloed. Zij organiseren soms rellen. De conflicten zijn uiteindelijk allemaal een politiek spel.’

Het stads- en dorpsgezicht wordt in veel Zuid-Indiase steden bepaald door tempels, moskeeën en kerken. Zo ook in Salem in de provincie Tamil Nadu. Ankit (26), hindoe en geneeskundestudent, woont nu vijf jaar in Salem. Volgens hem focussen de media en de politiek op religieuze verschillen, maar mensen in het dagelijkse leven niet. ‘We zijn allemaal Indiërs en hebben allemaal dezelfde traditionele achtergrond. De media en politiek proberen de verschillen uit te vergroten en de samenleving te polariseren, maar in het gewone leven gaan we vreedzaam met elkaar om.’

Giacomo (36), Italiaans en architect, woont sinds ruim drie jaar in Auroville. Volgens hem zijn er bijna geen conflicten met moslims. ‘Moslims zijn goed geïntegreerd in de maatschappij. Zij voeren handel en hebben vaak goedlopende zaken.’ Eén van de redenen die worden gegeven voor de vreedzame situatie in het zuiden, is dat het door de eeuwen heen gespaard is gebleven van de talloze veroveringsoorlogen.

Lydia (29), politicologe uit Kochi, benadrukt dat de situatie van moslims in elke provincie in India anders is. ‘In Kerala bijvoorbeeld heerst een geringe mate van islamofobie die is aangewakkerd door de politiek. Er wordt een duidelijke hindoeïstische lijn gevolgd. Zo zijn er voorspellingen dat India in 2050 het land is met de grootste moslimpopulatie, nog groter dan Indonesië. Voor sommigen mensen wakkert dat beeld angst aan.’

Manoj (43), hindoe en luchthavenmedewerker uit Kozhikode, wijst erop dat onlangs groot op de voorpagina van de krant The Hindu stond dat zes mensen uit Kerala zich hadden aangesloten bij de terreurgroep IS. Volgens Manoj komt er veel geld naar Kerala vanuit de Verenigde Arabische Emiraten. Zo wonen veel moslims aan de kust en zijn er Arabische restaurants en scholen. ‘Veel Indiase mannen werken in de Emiraten en bouwen hier een groot huis met een dure auto voor de deur.’

In het berggebied Yercaud hoor je om vijf uur in de morgen Allahu akbar uit de luidsprekers van de moskee schalmen. Een halfuur later luiden de kerkklokken en vijf minuten daarna volgt het gezang uit de hindoetempel.

Vijay (34) is katholiek en werkzaam in de toerismesector. Volgens hem wonen veel christenen in de bergen. ‘De Britten en christelijke priesters wilden de hitte ontsnappen en vestigden zich massaal in de berggebieden.’ Hij is blij dat hij in India leeft. ‘Mijn broer is voor werk naar Europa gereisd en was erg blij om weer terug te zijn. India is veel veiliger, zei hij. We hadden een Britse vrouw in ons pension. Zij vertelde ons over de aanslagen in Londen. In Europa lijkt er veel meer aan de hand te zijn. Hier in Yercaud zijn er gelukkig niet zulke problemen.’

Sommige christenen ervaren echter wel problemen met de hindoecultuur. Robert (73), voormalig leraar, voelt zich soms als christen niet gerespecteerd door hindoes. ‘Brahmanen, de hoogste kaste in het land, vragen me naar mijn naam om erachter te komen uit welke kaste ik kom, als ik dan Robert zeg, dan weten ze dat ik katholiek ben en ben ik opeens niet welkom.’ Rond de dertig procent van de inwoners van Tamil Nadu is christelijk. ‘Bij ons mag iedereen in de kerk naast ons zitten, terwijl in het hindoeïsme de laagste kaste, de Sudra’s, ofwel onaanraakbaren, niet welkom zijn in de meeste tempels. Soms wordt hun toegang tot sommige straten verboden, die alleen toegankelijk zijn voor mensen uit de hoge kasten.’

Volgens Robert is het hindoeïsme een prachtige religie, maar zijn er twee grote nadelen, namelijk de wedergeboorte en bijgelovigheid. ‘Door de wedergeboorte wordt de ongelijkheid van de kasten in stand gehouden. Je wordt in een bepaalde kaste geboren en krijgt de daarbij behorende privileges of de nadelen zoals totale armoede. Het kastensysteem rechtvaardigt een onnatuurlijke ongelijkheid. Bijgelovigheid wordt mogelijk gemaakt door de eindeloze rituelen. Daardoor zijn mensen gemakkelijk te manipuleren.’ Volgens hem is er daarom ook weerstand in nationalistische hindoekringen tegenover het christendom. ‘De brahmanen proberen hun machtspositie te behouden door het kastensysteem te handhaven. Ook al is het bij wet verboden. Dat doet de regering bijvoorbeeld door financiële steun te bieden aan de laagste kaste. Daarom willen mensen in deze kaste blijven.’ Volgens Robert spreekt het christendom veel mensen aan, omdat het gelijkwaardigheid verkondigt. ‘In het jaar 52 na Christus kwam de heilige Thomas, apostel van Jezus, aan in Kerala. Destijds aanbaden de mensen de zon, de regen en hun voorvaderen. Maar dit ideaal van universele onvoorwaardelijke liefde sprak hun aan. Mensen bekeerden zich daarom tot het christendom.’

Vincent, (71), christen en boer in een dorpje in Karnataka, vertelt dat hij 22 jaar lang overtuigd hindoe was, maar dat dit veranderde toen zijn moeder op sterven lag. ‘Ik ging elke dag naar de tempel, bestudeerde in mijn vrije tijd de hindoegoden en bad tot mijn favoriete god, Vishnu. Totdat mijn moeder een terminale ziekte kreeg. Het was niet duidelijk hoe lang zij nog te leven had. Opeens kwamen er priesters aan haar bed. Ik verafschuwde die priesters, ik wilde hun niet in mijn huis hebben, maar ik was gek op mijn moeder en zij wilde hun naast haar bed. Wij zagen het christendom als iets van de lage kaste en christenen waren door ellende bekeerd’, vertelt Vincent. ‘Volgens mijn moeder was Jezus anders dan de andere goden. Zij vertelde mij dat ik dit zelf wel zou ontdekken.’ De priesters raadden hem aan de Bijbel te lezen. ‘Dat moest ik stiekem doen, omdat de andere familieleden hindoe waren. Wat me meteen beviel was dat je in de Bijbel overal historische achtergronden vindt. Ik ben geïnteresseerd in geschiedenis en het leek allemaal veel echter dan de verhalen in het hindoeïsme.’ Vincent beschouwt het hindoeïsme als bijgeloof. ‘Als je het hindoeïsme goed bestudeert, dan zie je dat er nergens historische bronnen te vinden zijn. Alles kan gewoon verzonnen zijn. Ik kreeg langzamerhand door dat Jezus anders was.’ Volgens hem gebeurden er vervolgens allerlei wonderen. ‘Mijn broer, een overtuigde hindoe, kreeg visioenen tijdens het bidden waarin Jezus en de engelen discussieerden of zij mijn zieke moeder moesten meenemen naar de hemel. Ook mijn zieke moeder zag de engelen en later sprak ik meerdere keren met God en de duivel.’ Volgens hem waren alle ruim vijfduizend inwoners in zijn dorp hindoe. ‘Ik zag het als mijn missie om de christelijke waarden te verspreiden. Ik begon mensen uit te leggen wat het christendom betekent en wie Jezus is. Veel mensen zijn nu bekeerd tot het christendom, al weten sommigen er niet zo veel van af, zij bidden nu wel tot Jezus.’ Hij heeft ook kritiek op het kastensysteem. ‘Er wordt financiële steun gegeven aan de mensen in de laagste kaste. Daardoor gaan mensen niet aan de slag. Ze worden lui, omdat ze toch wel geld krijgen. Daardoor heb ik moeite om goede werkers te vinden op de boerderij.’

Het christendom is in India bescheiden omarmd. Anna (28), schrijver en yogalerares uit Zuid-Afrika, vertelt dat haar schoonvader als priester dertig jaar geleden naar India vertrok, maar teleurgesteld terugkwam, omdat hindoes niet één god accepteren. ‘Het probleem met hindoes is volgens mijn schoonvader dat ze iedereen accepteren. Hindoes vinden niet alleen Jezus goed, maar ook Krishna, Lord Shiva en Mohammed. Hindoes aanbidden elke god. Ze begrijpen niet waarom ze maar tot één god mogen bidden.’

Het gevaar van nepnieuws

0

Onlangs constateerde het ministerie van Defensie dat Nederland gevaar loopt voor aanvallen door hackers, chantage via de mail en nepnieuws via staatsgeleide nieuwszenders en social media in het kader van een door Rusland gevoerde ‘hybride’-oorlog tegen het Westen. Dat gebeurt niet openlijk, maar sluipenderwijs met kleine acties, speldenprikken welhaast, die ieder voor zich misschien weinig reden tot ongerustheid geven, maar in samenspel met elkaar een ontwrichtende werking kunnen hebben. De betrokken expert van Defensie stelde dat dit een ernstige bedreiging voor onze veiligheid betreft. Niet alleen vanuit defensieperspectief, maar breed maatschappelijk. Er is in Nederland behoefte aan een op deze dreiging toegespitste alertheid die niet alleen de fysieke veiligheid van het land betreft, maar de veiligheid van onze gehele samenleving. Dat maakt ook dat er nationaal civiel en militair moet worden samengewerkt om deze dreiging het hoofd te bieden.

Het lijkt in de ogen van sommigen misschien wat overdreven, maar de dreiging is reëler dan men op het eerste gezicht zou denken. Uit diverse voorbeelden blijkt dat Rusland op verschillende manieren de stemming onder de bevolking en de politieke besluitvorming in bepaalde landen probeert te beïnvloedden. De sterke aanwijzingen dat Rusland heeft geprobeerd de positie van Hillary Clinton tijdens de presidentsverkiezingen in 2016 te ondermijnen, maar ook de steeds duidelijker tekenen dat Rusland heeft geprobeerd Donald Trump in zijn macht te krijgen, liegen er niet om. Het onderzoek door speciale aanklager Robert Mueller moet uitwijzen wat er feitelijk is gebeurd. Maar alleen de discussie rondom deze affaire zorgt al voor zoveel verdeeldheid onder Amerikanen dat het land in politiek bestuurlijk opzicht danig is verzwakt. Trump krijgt binnenlands nauwelijks iets voor elkaar, terwijl zijn partij een grote meerderheid heeft in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat. In het buitenland is de invloed van Amerika ook danig verzwakt, niet alleen door de grillige uitspraken van Trump zelf, maar ook doordat de hele wereld meekrijgt wat voor chaos er momenteel binnen Amerika heerst. Politieke macht en invloed staat of valt met geloofwaardigheid en vertrouwen. En het zijn juist die twee aspecten die beschadigd zijn. Amerika’s macht neemt af. En dat is precies in het straatje van Vladimir Poetins Rusland, dat zijn eigen macht en invloed daardoor ziet groeien.

In Europa zien we ook dergelijke ontwikkelingen. Het groeiend populisme heeft mede geleid tot het sterker worden van diverse extreem-rechtse partijen die zich tegen het huidige politieke establishment verzetten en zich doorgaans anti-Europees en anti-immigratie opstellen. Het leidt tot verdeeldheid in Europa, maakt besluitvorming op Europees niveau steeds lastiger en zorgt daardoor eveneens voor afname van macht en invloed. Rusland heeft belang bij een verdeeld en zwak Europa. Het kan daardoor steeds beter bepaalde zaken naar zijn hand zetten en is er daardoor ook zeker van dat Europa de annexatie van gebieden in het zuidoosten van Oekraïne niet zal kunnen terugdraaien. Europa kan geen vuist maken. Door het financieren van deze extreem-rechtse partijen is Rusland in staat de onderlinge verdeeldheid in Europa nog verder aan te wakkeren. Wederom zaait alleen de discussie daarover al verdeeldheid.

Zoals gezegd, één van de manieren om verwarring te zaaien is het verspreiden van nepnieuws door staatsgeleide media en sociale media. Een suggestie die door Defensie werd gedaan is om het onderscheid tussen nepnieuws en betrouwbaar nieuws duidelijk te maken aan de hand van een keurmerk. Nu is dat een gevoelig onderwerp. Alleen deze suggestie doet bij verschillende vertegenwoordigers van de media al de nekharen overeind staan. De kreet ‘ministerie van de Waarheid’ valt dan al snel en de discussie dreigt te verzanden in de gevreesde inperking van de persvrijheid en de gemankeerde werking van de Wet Openbaarheid van Bestuur.

Het valt echter niet te ontkennen dat kwaliteitsjournalistiek tegenwoordig onder druk staat, niet alleen door slinkende oplagen en krimpende budgetten, maar ook door de groeiende activiteit van nieuwssites en bloggers die al of niet door buitenlandse overheden worden aangestuurd. Daarmee wordt nieuws verspreid dat vaak feiten verdraait of onjuist weergeeft of zelfs helemaal verzint. Doorgaans zijn goed geïnformeerde lezers in staat daar doorheen te prikken, maar vele anderen hebben de tijd of interesse niet om zich erin te verdiepen of nemen de valse feiten voetstoots aan. Het onderscheid tussen echte feiten en valse feiten wordt minder duidelijk. Daardoor ontstaan verschillende ‘waarheden’ over de toedracht van belangrijke gebeurtenissen en hun achtergronden, waarmee vervolgens groepen in de samenleving en zelfs politieke partijen elkaar bestoken. De verdeeldheid die daarvan het gevolg is maakt politieke en bestuurlijke besluitvorming moeilijk. Het zaait bovendien onzekerheid in de samenleving. Kunnen we bepaalde groeperingen, de media, de rechtspraak en de overheid nog wel vertrouwen? Op wie moet ik stemmen? Welke krant moet ik lezen? Dat als gevolg daarvan soms verkeerde besluiten worden genomen maakt het vertrouwen in overheidsorganen er niet beter op. Het bevestigt het beeld van onbetrouwbaarheid dat men al heeft.

Het is niet eenvoudig dat te doorbreken. Dat de overheid er een rol in heeft is vanzelfsprekend. Dat de journalistiek er een rol in heeft evenzeer. Of ze het samen moeten oppakken of juist onafhankelijk van elkaar, is een belangrijke vraag. Een onafhankelijke pers is essentieel in een democratische rechtsstaat. Structurele samenwerking tussen overheid en journalistiek is ook niet de juiste weg, maar het kan zeker geen kwaad tegen de achtergrond van de huidige problematiek eens met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren.

‘Moslims steunen Palestijnen omdat tegenstander joods is’

1
Deze zomer lanceerde Koert van der Velde een serie filmpjes over de islam. In tien mini-docu’s koppelt hij steeds een ander geloofsthema aan de actualiteit. Het is een antwoord op de ‘kletskoek’-film van Geert Wilders, Fitna.

In de jaren tachtig en negentig maakte godsdienstwetenschapper en publicist Koert van der Velde (57) lange reizen door de landen in het Midden-Oosten. Hij bezocht er theehuizen en moskeeën en ontmoette er soefistische sjeiks, fundamentalisten en vooral veel gewone moslims. Over zijn ervaringen schreef hij het boek Vrienden van God dat deze zomer in een herziene uitgave als e-book verscheen. De Kanttekening sprak hem.

Kom je in Nederland weleens in een moskee?
‘In Leiden bezocht ik een tijdlang samenkomsten van de soefiorde Nimatullahi van een Iraanse sjiitische sjeik. De bezoekers, voornamelijk hoogopgeleide ruimdenkende Iraniërs en Nederlanders, lezen er samen gedichten en maken muziek. Ik vond het er prettig.
In de Marokkaanse moskee bij mij op de hoek hing een totaal andere sfeer. Ik heb een paar dagen meegedaan met de ramadan. Voor zonsondergang ging ik naar de moskee. De mannen daar keken me raar aan. Af en toe kwam iemand naar me toe en vroeg ‘wat moet je hier, ben je moslim?’ ‘Nee, maar ik ben nieuwsgierig’, zei ik dan. Dat was prima, maar als ze het vasten verbraken, zat ik weer op mijn fiets naar huis. Niemand vroeg of ik wilde blijven, ik hoorde er niet bij. Vooraf heb ik keurig toestemming gevraagd aan de imam. Ik schrok van zijn orthodoxie. De dingen die hij wil dat ik geloof, zijn volstrekt ongeloofwaardig. En ook een beetje arrogant. ‘Wie het ware geloof niet beaamt, gaat naar de hel’, zei hij. De islam heeft een probleem in Nederland. Het loopt niet parallel aan wat wij hier collectief belangrijk vinden, bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben. De islam zou zich moeten aanpassen. Dat kan ook best, je kunt ook goed met de door Nederlanders gedeelde normen en waarden moslim zijn.’

Dat is nog niet zo eenvoudig. De Koran is het letterlijke woord van God.
‘Ja, maar je kan die woorden toch kneden zoals je wil? Je kunt wel honderd kanten op met een heilige tekst. Er bestaan ook moderne interpretaties. Tot in de negentiende eeuw was het soefisme de normale verschijningsvorm van islam. Er waren mannelijke, vrouwelijke en zelfs gemengde soefiordes, gelovigen hadden hun eigen spirituele pad. In de trein van Caïro naar de zuidelijke stad Aswan passeer je misschien wel duizend graven van soefiheiligen, witte koepeltjes in het landschap. Veel van die graven worden nog steeds in ere gehouden. Mensen gaan erheen met hulpvragen: de ezel is doodgegaan, er is een zieke. In de jaren negentig maakte ik in een achterafstraatje in Alexandrië een zikr mee, een ritueel waarin deelnemers de naam van God, Allah, herhalen en zo de beleving zoeken van de eenheid met God. Mannen en vrouwen dansten, dronken alcohol en rookten hasjiesj, dat bestaat ook in de islam. Ik ben benieuwd hoe het nu met hen gaat.’

Wat denk je?
‘De soefiordes zijn steeds meer in de verdrukking gekomen. Niet alleen door de opkomst van de fundamentalistische islam die niets moet hebben van soefisme. De ordes kregen een slechte reputatie. De sjeik, de leider van de soefiorde is een afstammeling van een soefiheilige die contact met de profeet Mohammed had, en Mohammed met God. Dus die man die zegt wat jij moet doen, spreekt met goddelijke autoriteit. Je kunt erop wachten dat het verkeerd gaat. En het ging ook vaak verkeerd. En toen de invloed van het Westen groter werd, werden mensen ook kritischer. Ze gingen zeggen ‘dit is helemaal geen islam’.’

Je filmpjes heten Fitna. Waarom koos je voor die naam?
Fitna betekent beproeving en heeft verschillende deelbetekenissen. Als mensen onderling ruzie maken wordt het fitna genoemd, als vrouwen opstandig zijn is het fitna. Mijn serie gaat over de hete hangijzers in de islam, waar is het spannend, waar is fitna? En ja, het is ook een verwijzing naar het voornemen van Wilders om nu, negen jaar na zijn eerste Fitna-film, nog negen nieuwe filmpjes uit te brengen.’

Foto: Koert van der Velde

Wat vind je van Wilders’ film?
‘Waardeloos. Hij doet alsof passages over geweld, die vele eeuwen geleden op papier zijn gezet, een soort receptenboek zijn geworden voor iedere moslim. Dat is kletskoek natuurlijk. En flauw, het is allang ontzenuwd. Maar argumenten doen er bij de PVV niet toe, het is ideologie. Er wordt gezocht naar een stok om de hond te slaan. Wilders doet aan alternative facts.’

Tegelijkertijd lijken de recente aanslagen in Europa door de islam geïnspireerd. Zo zien de daders dat in ieder geval wel. De jongens die verantwoordelijk zijn voor de aanslagen in Barcelona en Cambrils waren onder invloed van een imam.
‘Ja, die mogelijkheid zit in de islam, dat is waar, maar er zitten heel veel mogelijkheden in. Wilders maakt de fout door te zeggen ‘het is de islam’. Nee, het is een verschijningsvorm van de islam. Op de website Republiek Allochtonië zag ik een enorme lijst van moslimorganisaties die zich in de loop van de tijd van de aanslagen hebben gedistantieerd. Ik denk dat het punt wel is bereikt dat je niet meer van moslims kunt verlangen om iedere keer afstand te nemen. Wat ik wel mis, is een gebrek aan kritiek. In de filmpjes Fitna 2 en Fitna 3 komen moslims aan het woord die zich haasten te verklaren, dat de islam niets met IS te maken heeft. Angela Merkel en Barack Obama zeggen dat ook, om politieke redenen. Dat is kletskoek. IS is een diepreligieus islamitisch verschijnsel. Je wil dan kennelijk niet zien dat er een probleem in jouw religie zit, je steekt je kop in het zand. De Marokkaans-Spaanse moeders uit Ripoll zeiden hetzelfde, dit doet onze godsdienst niet, de islam is vreedzaam. Ze willen niet zien dat hun eigen kinderen een andere interpretatie hebben van de islam. Het feit dat er meerdere vormen van islam zijn, is moeilijk voor veel moslims.’

Waarom is dat?
‘Er is een oud gebruik in de islam dat takfir heet. Moslims geloven dat er maar één juiste interpretatie van de islam is en geloofsgenoten met andere opvattingen worden tot ongelovigen verklaard. Zoals de moeders van de aanslagplegers vinden dat IS geen islam is, zo vindt IS dat moslims met andere opvattingen geen moslims zijn. Een ander belangrijk begrip is de oemma. Moslims vormen samen één gemeenschap van God en zo redeneren ze ‘als er maar één gemeenschap is dan is er ook maar één islam’. Imams waarschuwen voor ruzies binnen de oemma, omdat het kan leiden tot machtsverlies. In sommige politieke situaties wordt dit een gevaarlijk sentiment, bijvoorbeeld bij moslims die zich enorm druk maken over het lot van de Palestijnen. Natuurlijk mag dat, ze hebben daar ook een punt. Maar hoe gaat het met de Houthi’s in Jemen? En hoe gaat het in Soedan, daar hebben moslims genocides gepleegd. Er is binnen de islam ook genoeg rottigheid om je boos over te maken. Moslims steunen de Palestijnen, omdat de tegenstander niet islamitisch, maar joods is. Dat is te gemakkelijk. Op Facebook zie je zoveel jodenhaat bij moslims. Ze maken zich niet druk om Jemen, omdat de slechteriken daar moslims zijn. Het heeft te maken met het onderscheid tussen de dar al-Harb, het huis van de ongelovigen, en de dar-al Islam, het islamitische deel van de wereld. Daar is een stukje uit gepikt door die joden. Dat is demagogie.’

Hoe denk jij dat de toekomst eruit zal zien?
‘Dat hangt ervan af. Als uiterst-rechtse politici gaan regeren, neemt de polarisatie toe. Dan zullen veel mensen uit het brede midden naar de conservatieve hoek verhuizen. Maar als alles wat relaxter wordt, dan groeit de groep liberaal denkende moslims. De echte strijd woedt in de islam. Er is een polarisatie aan de gang tussen monotheïsme en polytheïsme (Van der Velde doelt hier niet letterlijk op polytheïsme in de zin van meerdere goden, maar een pluralistisch beeld van God waarbij aan personen goddelijke eigenschappen worden toegedicht, red.). Het monotheïsme is zich aan het herformuleren en met veel geld uit Saoedi-Arabië bezig de wereld te bekeren. Daartegenover staat de geloofsbeleving van de gewone man, die bevolkt wordt door soefiheiligen, djinns en engelen. Diezelfde tweestrijd zag je binnen het christendom. Tijdens de reformatie in de zestiende eeuw vormden de protestanten die monotheïstische en de katholieken de polytheïstische pool. De polytheïstische variant binnen de islam heeft helaas niet erg veel zelfbewustzijn. Polytheïsme ofwel shirk is een scheldwoord in de islam, dus openlijk belijden dat je de streng-monotheïstische varianten van de islam afkeurt, is lastig. Je zou toch wensen dat geseculariseerden, soefi’s en volgers van volksislam een soort verbond kunnen vormen op basis van erkenning van de waarde van levensbeschouwelijk pluralisme.’