19.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 790

Hongarije saboteerde EU-waarschuwing aan Turkije, meldt der Spiegel

1

De Europese Unie wilde Turkije waarschuwen voor de invasie van Noord-Syrië, maar Hongarije zou een gezamenlijke verklaring hebben getorpedeerd.

De Turkse invasie van Noord-Syrië is gisteren begonnen. Behalve tot een grote humanitaire ramp kan de oorlog ook leiden tot een nieuwe vluchtelingenstroom naar de EU. Toch kwamen de 28 EU-naties niet overeen om Turkije te waarschuwen voor de invasie, dankzij het veto van Hongarije. Dit meldt het weekblad der Spiegel, op basis van wat diplomaten aan het Duitse tijdschrift vertelden.

Dinsdagavond hadden de vertegenwoordigers van de verschillende EU-lidstaten een tekst opgesteld. Een invasie van Noord-Syrië zou, zo stond in de concepttekst, de inspanningen om de Syrische burgeroorlog te beëindigen ondermijnen. De diplomaten vertelden der Spiegel ook dat de EU kritiek heeft op het Turkse plan om in een nog te vormen bufferzone in Noord-Syrië meer dan een miljoen Syrische vluchtelingen onder te brengen.

Gisterochtend werd de tekst besproken door ambassadeurs uit de EU-landen. Maar het Hongarije van de rechts-nationalistische premier Viktor Orbán zou hier een stokje voor hebben gestoken en vertraagde het overleg. De andere EU-landen zetten Hongarije onder druk om toch de verklaring te ondertekenen en de Hongaren stonden op het punt om toe te geven, aldus der Spiegel. Maar toen gistermiddag het nieuws bekend werd dat Turkije met de invasie was begonnen, was de EU-verklaring overbodig geworden.

Gisteravond kwam de EU alsnog met een verklaring. Daarin staat dat ‘een duurzame oplossing voor het Syrische conflict niet militair kan worden bereikt’ en wordt Turkije opgeroepen ‘een einde te maken aan de unilaterale militaire actie’ omdat die zou kunnen leiden tot destabilisatie in Syrië en de terugkeer van IS.

Hongarije wilde aanvankelijk niet reageren op de beschuldigingen in het artikel in der Spiegel, maar een woordvoerder van de regering deed het gisteravond af als ‘nepnieuws’. De Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken, Jean Asselborn, vertelde aan het Duitse weekblad: ‘Als we niet eens samen zo’n verklaring kunnen opstellen, zijn we niet eens een dwerg in buitenlandse zaken – dan bestaan we niet.’

De Marrons in Suriname overwonnen de kolonisator – maar hun strijd gaat door

2

Vandaag is het de jaarlijkse Dag van de Marrons, die lange tijd ook wel met de weinig politiek correcte term ‘bosnegers’ werden aangeduid. De Marrons zijn na de creolen en hindoestanen de grootste etnische groep binnen Suriname. Wat is de rol van de Marrons in de geschiedenis van Suriname en hoe vergaat het hen tegenwoordig?

Een prominent onderdeel van de nieuwe Suriname-tentoonstelling die afgelopen weekend opende in Amsterdam is een kunstwerk van Marcel Pinas, de beroemde Marron-kunstenaar. Hij heeft een lange eettafel gekozen voor een herdenkingswerk over de massamoord op de inwoners van het Marrondorp Moiwana op 29 november 1986.

Die moordpartij op vrouwen, kinderen en ouderen door de troepen van legerleider Desi Bouterse was een absoluut dieptepunt in de Binnenlandse Oorlog van 1986 tot 1992. Deze werd gevoerd tussen Bouterse en het jungle-commando van zijn voormalige bodyguard Ronnie Brunswijk, een Marron.

Het kunstwerk van Pinas, Moiwana 86 Tafaa heeft de vorm van een banket in rouwstijl met 38 borden. De borden zijn beprint met oude krantenfoto’s van soldaten en de dode lichamen van de slachtoffers. De daders zijn nooit berecht.

Ontsnapte slaafgemaakten

Marrons stammen af van slaafgemaakten die vanaf de achttiende eeuw naar de Surinaamse binnenlanden ontsnapten. In 1770 waren er zo’n vijfduizend Marrons – tegenwoordig zijn het er, volgens de laatste Surinaamse volkstelling uit 2012, zo’n 120.000.

Rond 1730 ontwikkelen zich enkele Marron-stammen. Tussen de rivieren de Suriname en de Saramacca vormen zich de Marron-stam Saamaka en ten oosten van de Commewijne woonden Marron-groepen die later de ‘Ndyuka’ genoemd zouden worden; in het moerasgebied ten oosten van de Cottica wonen de Boni en de Aluku; tussen de Saramacca en de Coesewijne strijken de Kwinti neer.

De naam ‘Marrons’ is relatief nieuw en afkomstig van het woord dat de lokale Arawak-indianen gebruikten voor loslopend vee: ‘símara(n)’, dat later in het Spaans ‘cimarron’ werd. Het gebruik van de term ‘Marron’ kwam in zwang toen de oude term ‘bosneger’ (‘businengee’) – oorspronkelijk gebruikt door de stammen zelf – door meer verwesterde nazaten als te koloniaal werd gezien.

‘Als de overheid onze leefgebieden afpakt, dan mogen wij terugvechten’

10 oktober, de Dag van de Marrons

De Marrons spelen een bijzondere rol in de geschiedenis van Suriname en het verzet tegen de Nederlandse slavernij op de plantages. De Nederlandse plantage-eigenaren komen er al vroeg in de achttiende eeuw achter dat het bevechten – laat staan het terughalen – van de weggelopen Afrikaanse mannen een hopeloze zaak is in de binnenlanden van Suriname. Sterker nog: Marron-overvallen op plantages worden een ware plaag voor de slavenhouders.

De Marrons bevrijden ook vrouwen, met als gevolg dat er ook Marron-kinderen geboren worden. De oorspronkelijke Afrikaanse cultuur wordt van het begin af aan in leven gehouden door de Marrons. Dit is terug te zien in vele culturele uitingen die tot op de dag van vandaag worden gepraktiseerd. De Marron-cultuur wordt om deze reden ‘het best bewaarde stukje Afrika buiten Afrika’ genoemd.

Belangrijk keerpunt in de strijd tussen de Marrons en de Nederlanders wordt de grote opstand van 1757 op de houtplantages in de Tempatiekreek. De opstandelingen verbinden zich met de al eerder gevluchte Ndyuka en samen trekken ze ten strijde voor een eigen leefgebied. Ze slagen in hun plan. Op 10 oktober 1760 erkennen de Nederlanders het Marron-gebied.

Die overwinning op het koloniale gezag wordt nog steeds gevierd in Suriname als Marron-dag. De strijd was echter nog niet afgelopen. In 1762 sluiten de Saamaka vrede met de Nederlanders en in 1767 de Matawai. De Boni-Marrons – vernoemd naar hun leider Boni – blijven tot 1793 vechten. In dat jaar wordt Boni in 1793 vermoord door Bambi, de leider van de Ndyuka. Hierna breekt een rustigere periode aan.

Fragment uit de film ‘Stones have laws’

De strijd gaat door

Vandaag, op de Dag van de Marrons, gaat ook de documentaire Stones have laws in première. De film neemt de kijker mee naar de regenwouden van Suriname, waar de Marrons vertellen over hun mondeling overgeleverde traditie en de band met de natuur die hen omringt.

De documentaire behandelt ook de wijze waarop de Surinaamse overheid hun leefgebied beetje bij beetje annexeert. Doordat Suriname de regenwouden vernietigt wordt het Marron-leefgebied bedreigd. Het Internationaal Gerechtshof heeft Suriname hierover op de vingers getikt, maar Suriname legt die uitspraak naast zich neer.

Filmmaker Tolin Alexander: ‘De film heeft als uitgangspunt hoe de Marrons kijken naar hun eigen gemeenschap, de geschiedenis, de kreken, de bomen, de stenen – en hoe die omgeving is ingebed en vervlochten in de Marron-cultuur. Maar er zit ook een stukje activisme in de documentaire.’

Dat is niet raar. Als er ergens in Suriname goud of bauxiet wordt gevonden, dan gaat de regering gewoon haar gang met het kappen, delven en het verkopen van concessies aan multinationals. Het consulteren van de Marrons gebeurt slechts voor de vorm, want bij wet is vastgelegd dat alles dat in de grond zit eigendom is van de staat.

De Marrons passen zich relatief gemakkelijk aan de nieuwe situatie aan en vormen gemeenschappen in de dieper gelegen gebieden, maar niettemin komen ze steeds meer onder druk te staan. Alexander vindt dat Suralco – de Suriname Aluminium Company – een fonds zou moeten oprichten om het Marron-gebied te compenseren voor de bauxietwinning.

‘Marrons die hun oorspronkelijke leefgebied hebben moeten verlaten, moeten in hun nieuwe huizen toegang krijgen tot elektriciteit en water. Er is nooit enige vergoeding aangeboden voor de vele korjalen (traditionele Marron-boten, red.) die kapot zijn gevaren door de grote tankers die de Marron-gebieden binnenkwamen voor de bauxietwinning. En als je kijkt naar de houtkap in het regenwoud, een actueel thema, dan schrik je echt. Ik heb nog nooit zoveel vrachtwagens over de wegen zien rijden als nu. Onlangs is er in het Pamaka-gebied een goudconcessie vrijgeven aan New Mount, een buitenlandse multinational. Maar dit gebied is van oudsher een drinkwatervoorziening van de Marrons.’

Alexander ziet dan ook steeds vaker dat kleine ‘pocknockers’ buitenlandse mijnen overvallen. Hij heeft begrip voor deze sabotage-acties: ‘Veel Marrons vinden: als de overheid onze leefgebieden afpakt, dan mogen wij terugvechten. Als je iets wegneemt, dan moet je ook iets teruggeven. Dat is de manier waarop Marrons omgaan met elkaar en met de natuur.’

‘De kracht van onze voorouders leeft voort’

Black awareness

Alexander heeft ook oog voor positieve ontwikkelingen. De Marrongemeenschap is in beweging. Er zijn veel jongeren die aan het studeren zijn, vertelt hij. ‘Op de technische school deed ik een project – de avondschool voor jongeren die overdag werken – en het gros van de jongeren die ik daar tegenkom zijn Marrons. Dat vind ik positief. Ook als je ziet wat er op het gebied van de kunst gebeurt, de taal nog steeds en met meer bewustzijn wordt overgebracht. Nee, ik ben er niet treurig over: de kracht van onze voorouders leeft voort.’

Ook ziet Alexander dat marrons en creolen als gemeenschappen meer naar elkaar toegroeien. Lange tijd werd er in Suriname neergekeken op de Marrons. Dit was een politiek-culturele blik die alles te maken had met de door Nederland gewenste en opgedrongen koloniale hiërarchie, waarin verschillende niet-witte bevolkingsgroepen in Suriname zoveel mogelijk tegen elkaar werden opgezet.  Maar Alexander ziet steeds vaker een doorbraak ontstaan in dat koloniale verdeel-en-heers-denken.

‘Er is een groeiend activisme. We zijn in Suriname allemaal op een punt gekomen dat we eens goed zijn gaan kijken naar onze gezamenlijke geschiedenis. We zijn als Afro-Surinamers uit elkaar gehaald. De Marrons hebben de plantages verlaten en daarom hebben we ons anders ontwikkeld dan de stadscreolen, maar we hebben ook een gemeenschappelijk erfgoed. Er is veel black awareness in Suriname nu.’

Fragment uit de film ‘Stones have laws’

Overigens is er ook een levendige Marron-cultuur in Nederland. Tijdens de Binnenlandse Oorlog zijn er veel Marrons naar Nederland gekomen. Ze zijn neergestreken in Tilburg, Amsterdam Zuidoost, Rotterdam en Utrecht.

Tegenwoordig zijn er veel spanningen tussen de vrijheidslievende Marron-cultuur en de Surinaamse regering van Desi Bouterse. Actueel is de strijd rondom het Moengo Project van kunstenaar Marcel Pinas. De Surinaamse regering probeert zijn culturele centrum in de Surinaamse stad Moengo, dat onder meer een museum huisvest, al jaren tegen te werken.

De laatste troef van Bouterse: het plan om een school te vestigen in het complex van Pinas. Jeugdige aanhangers van Bouterses Nationaal Democratische Partij riepen Pinas vorige maand op om te vertrekken. Maar Pinas is er voorlopig nog gebleven.

Ondertussen is filmmaker Tolin Alexander al bezig met nieuwe projecten over de Marron-cultuur. Hij onderzoekt momenteel de rouwrituelen van de Marrons. ‘Tevens denk ik na over het maken van een nieuwe activistische film, over hoe we in Suriname met de natuur omgaan. Ten slotte ben ik een stuk aan het regisseren over de politiek in Suriname.’

Lullen terwijl je poetst

2

Twee weken geleden sprak ik op Springtij, een drie dagen durende conferentie over duurzaamheid. Er waren zo’n achthonderd bezoekers op de conferentie afgekomen, die elk jaar op Terschelling wordt georganiseerd. Een toegangskaartje kostte duizend euro. Het was dan ook geen verrassing dat de meeste deelnemers hoogopgeleid zijn en een goede baan hebben.

Daarom hield ik een verhaal over het belang van het persoonlijke gesprek in de klimaatdiscussie. Klimaatverandering is immers niet een vraagstuk waar alleen de elite zich druk over dient te maken, het gaat de hele samenleving aan. Sterker nog, de armste mensen in de wereld betalen voor klimaatverandering de hoogste prijs.

Terwijl de elite van het bedrijfsleven, politiek en het maatschappelijk middenveld op Terschelling filosofeerde over het klimaat, vond in Den Haag de actie plaats. Zo’n 35.000 mensen namen deel aan de klimaatmars. De toegang was gratis.

Ik sprak met een jongedame die zich schuldig voelde over het feit dat zij een duur kaartje had betaald om op het event op Terschelling te zijn, terwijl in Den Haag mensen de straat op gingen. Ergens geloofde zij in de methode van Greta Thunberg, die de wereldleiders oproept tot ‘real action’.

Dankzij acties van jonge klimaatactivisten als Greta Thunberg en onomstreden wetenschappelijke inzichten staat klimaatverandering nu hoog op de politieke agenda. De urgentie wordt door recente rampen onderstreept, denk aan de dramatische beelden van het brandende Amazonegebied en de stikstofcrisis in Nederland. Dit soort beelden, gecombineerd met documentaires, maken het probleem van klimaatverandering tastbaar voor het grote publiek.

Na ‘zorg’ vinden Nederlanders anno 2019 ‘klimaat’ het belangrijkste politieke onderwerp, leerde ik vorige week door een podcast die werd opgenomen tijdens de klimaatmars in Den Haag. Met andere woorden: niet ‘de’ Nederlandse identiteit maar het klimaat wordt hét grote verkiezingsthema, als er binnenkort verkiezingen zouden worden gehouden.

Om het probleem écht aan te pakken, moet de strijd op diverse fronten worden gevoerd

Welke maatregelen zijn er nodig om een duurzame transitie mogelijk te maken? In de klimaatdiscussie bestaan twee scholen die hierop een antwoord hebben. De eerste school gelooft dat er radicale oplossingen nodig zijn. Niet lullen maar poetsen. We moeten nu meteen stoppen met vervuilende activiteiten zoals vlees eten, vliegen, nieuwe kleren kopen en gascentrales bouwen.

Niet alleen Greta Thunberg, met haar pleidooi voor ‘real action’, behoort tot deze school, maar ook Marianne Thieme, de vorige week afgetreden voorvrouw van de Partij voor de Dieren. Thieme heeft zich als politica verzet tegen wat zij het ‘compromisme’ noemde, de gedachte dat je je idealen in de uitverkoop moet doen omwille van politieke spelletjes.

Ook de activisten van Extinction Rebellion, die deze week Amsterdam blokkeerden, behoren tot deze radicale school. Zij zetten burgerlijke ongehoorzaamheid in als wapen om aandacht te vragen voor het probleem van klimaatverandering.

Maar er is ook een school die stelt dat verandering een geleidelijk proces moet zijn. Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, we kunnen niet plotsklaps alles omgooien. En dit brengt mij bij mijn boodschap op de conferentie op Terschelling: klimaatverandering gaat ons allemaal aan.

Het is een vitaal vraagstuk dat zowel de inzet van activisten als de elite nodig heeft. Zij moeten er samen zorg voor dragen dat er noodzakelijke maatregelen worden genomen. Je hebt mensen nodig die het probleem op de agenda zetten, de actievoerders, maar de uiteindelijke beslissingen worden door bestuurders genomen.

De jongedame, die lijfelijk op Terschelling aanwezig was maar geestelijk bij de klimaatmars in Den Haag, is de perfecte belichaming van deze boodschap. Klimaatverandering gaat ons allemaal aan. Of je hier nu tegen strijdt op een dure conferentie of wanneer je op de barricaden klimt, samen werken wij aan een betere wereld.

Om het probleem écht aan te pakken, moet de strijd op diverse fronten worden gevoerd. Het is niet ‘niet lullen maar poetsen’, om even die bekende Rotterdamse uitdrukking te gebruiken, maar ‘lullen terwijl je poetst’.

Amerika zet Chinese techbedrijven op zwarte lijst om onderdrukking Oeigoeren

0

De Verenigde Staten zetten 28 technologiebedrijven uit China op de zwarte lijst.

Het Amerikaanse ministerie van Handel beweert dat deze Chinese bedrijven hun technieken, zoals stem- en gezichtsherkenning, in dienst stellen van de Chinese overheid. Deze bedrijven zouden China daarmee in staat stellen om de islamitische Oeigoeren te bespioneren en te onderdrukken.

Door de maatregel mogen Amerikaanse bedrijven nu geen technologie meer verkopen aan deze Chinese techbedrijven. Dat betekent een flinke aderlating voor deze Chinese techbedrijven, die vaak afhankelijk zijn van bijvoorbeeld Amerikaanse Intel-chips.

Op de lijst staan bijvoorbeeld Hikvision en Dahu, beide gespecialiseerd in surveillancetechnologie. In een statement zegt Hikvision het oneens te zijn met het Amerikaanse besluit en de mensenrechten te respecteren.

Andere bedrijven op de lijst zijn Sense Time, Magvii en iFlytek. De eerste twee bedrijven hebben gezichtsherkenningstechnologie ontwikkeld, iFlytek heeft stemherkenning en vertaling als specialisaties.

De Verenigde Staten zegt de 28 technologiebedrijven ervan te verdenken betrokken te zijn bij het Chinese repressieve beleid tegenover de Oeigoeren en andere islamitische minderheden in het westen van China.

De maatregel door de Amerikaanse overheid lijkt bovendien te passen in de handelsoorlog tussen Amerika en China, waarbij beide landen elkaar middels sancties proberen te treffen. Deze handelsoorlog duurt inmiddels meer dan een jaar. Dat Amerika nu ook de geavanceerde en zeer winstgevende Chinese techsector aanpakt, is een extra harde klap voor China.

Het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelt de Amerikaanse boycot. Niet alleen zouden de Verenigde Staten zich bemoeien met interne aangelegenheden van China, maar bovendien zouden de beschuldigingen ongegrond zijn.

China houdt naar schatting meer dan een miljoen Oeigoeren vast in ‘heropvoedingskampen’ in de westelijke regio Xinjiang, dat door de Oeigoeren Oost-Turkestan wordt genoemd. China beschuldigt de islamitische Oeigoeren van terrorisme en seperatisme.

In deze kampen worden de Oeigoeren onderworpen aan een streng regime. Voormalige gevangenen hebben verteld dat ze gedwongen werden om varkensvlees te eten – een zonde volgens de islam –, ‘politieke lessen’ te volgen en communistische liederen te zingen.

‘Nederland maakt de etnische zuivering op de Koerden straks mede mogelijk’

1

Turkije staat op het punt om Noord-Syrië binnen te vallen. Wat wil president Erdogan precies? Wat kan er allemaal mis gaan? En hoe komt het nieuws aan bij Koerden in Nederland?

Nadat de Amerikaanse president Donald Trump bekend maakte de laatste troepen uit Noord-Syrië te zullen terugtrekken staat de Turkse invasie van het gebied op het punt om aan te breken. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan wil in Noord-Syrië een bufferzone vormen waar twee miljoen Syrische vluchtelingen kunnen worden ondergebracht. Koerden en christenen in Noord-Syrië (de Rojava, de Democratische Federatie van Noord-Syrië, Syrisch-Koerdistan of West-Koerdistan), zullen mogelijk het slachtoffer worden van een etnische zuivering.

De Kanttekening sprak over de gevaarlijke situatie in Noord-Syrië met koerdoloog Joost Jongerden van Wageningen University, de Turks-Zweede onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt van Nordic Monitor, Hewal Huseyin van DemNed (een Koerdische koepelorganisatie in Nederland), en met een Koerdische vluchteling uit het Syrische Afrin dat in januari 2018 door Turkije werd bezet.

Wat wil Erdogan eigenlijk?

Joost Jongerden is in zekere zin niet verrast door het besluit van Trump om de Amerikaanse troepen terug te trekken. ‘Amerika is nu heel onvoorspelbaar, dus dat er iets onvoorspelbaars zou gaan gebeuren was enigszins voorspelbaar.’ Volgens Jongerden is Trumps besluit goed nieuws voor Erdogan, die al heel lang van plan is om Noord-Syrië binnen te vallen om daar een ‘bufferzone’ op te richten.

Journalist Abdullah Bozkurt vult aan: ‘Turkije is al anderhalf jaar lang bezig met lobbyen en onderhandelen. Maar vergis je niet: deze invasie heeft niets met de veiligheid van Turkije te maken. Erdogan gebruikt de invasie om de binnenlandse oppositie tot zwijgen te brengen en om zich als leider van de islamitische wereld op te werpen.’

Erdogan heeft sinds dit jaar met een krachtigere oppositie te maken, vertelt Bozkurt. Ook gaat het slecht met de Turkse economie, wat het regime minder populair maakt bij de Turkse bevolking. Erdogans AKP-partij heeft de burgemeestersverkiezingen in Istanbul, Ankara en Izmir verloren en voormalige vicepremiers Ahmet Davutoglu en Ali Babacan zijn allebei bezig met de oprichting van een nieuwe politieke partij.

Bozkurt zegt dat de oorlog in Noord-Syrië straks het nieuws zal beheersen, wat precies is wat de Turkse president wil. ‘Erdogan heeft veel liever dat de Turkse media hierover berichten dan over binnenlandse kwesties als de economische crisis, de hoge werkloosheid en faillissementen. Ook kan hij oppositiepolitici die over binnenlandse problemen beginnen verwijten dat ze geen goede patriotten zijn, omdat het Turkse leger aan het vechten is en iedereen in deze moeilijke tijden pal achter de natie moet staan in plaats van verdeeldheid te zaaien.’

‘Deze invasie heeft niets met de veiligheid van Turkije te maken’

De gevaren

Jongerden wijst op het gevaar van de terreurorganisatie IS, die dankzij de Turkse invasie de kans krijgt om zich te gaan hergroeperen. ‘De Islamitische Staat bestaat als staat niet meer, maar de organisatie is niet definitief verslagen. Er vinden nu weer IS-aanslagen plaats, waarmee IS laat zien dat ze er nog zijn en dat ze weer terug kunnen komen.’

Bozkurt beaamt dit: ‘Erdogan heeft – en daar zijn ook harde bewijzen voor – IS gesteund. IS-strijders uit West-Europa konden via Turkije naar Syrië en Irak doorreizen, naar de Islamitische Staat, omdat van hogerhand bewust een oogje werd dichtgeknepen.’ Jongerden vergelijkt Turkije met Pakistan, officieel de bondgenoot van de Verenigde Staten, waar Osama bin Laden jarenlang in het geheim kon onderduiken.

Jongerden en Bozkurt benadrukken dat Turkije IS-strijders ook als chantagemiddel kan inzetten om bij de EU meer geld los te krijgen. ‘Erdogan dreigde eerst de EU te zullen overspoelen met vluchtelingen als hij zijn zin niet zou krijgen, dat doet hij straks wellicht met IS-strijders’, zegt Bozkurt. ‘Dit doet hij natuurlijk niet openlijk’, voegt de onderzoeksjournalist er meteen aan toe, ‘maar in het geheim bij de onderhandelingen.’

Jongerden legt uit dat de EU sowieso heeft ‘geschitterd door afwezigheid’ als het gaat om de toekomst van Syrië. De EU-leiders zijn bang voor een nieuwe vluchtelingencrisis en willen Turkije daarom graag te vriend houden, zegt hij.

Zal er op de Koerden en de christenen in Noord-Syrië een etnische zuivering plaatsvinden? Bozkurt is voorzichtig en wil het begrip ‘etnische zuivering’ – laat staan ‘genocide’ – niet te snel gebruiken. ‘Niettemin, dat Erdogan de demografie in Noord-Syrië wil veranderen door er Arabische Syriërs te gaan vestigen, dat staat vast. En ook dat de Koerden en christenen in het gebied het moeilijk zullen krijgen.’

Jongerden is minder terughoudend. ‘In Afrin, dat in januari vorig jaar door de Turkse troepen werd aangevallen tijdens Operatie Olijftak, heeft een etnische zuivering op de Koerden plaatsgevonden. Dat staat nu voor de rest van de Rojava (het noordelijke, Koerdische deel van Syrië, red.) ook te gebeuren.’

Jongerden vindt de rol van ons land hierin dubieus. Hij vertelt dat Nederland materiaal heeft geleverd aan verschillende islamitische milities in Syrië die vechten tegen Assad en straks voor Erdogan het vuile werk zullen opknappen. ‘Nederland maakt de etnische zuivering op de Koerden straks dus mede mogelijk.’ Bozkurt: ‘Zeker is dat veel Koerden, YPG-strijders maar ook veel burgers, zullen omkomen bij de Turkse invasie.’

Bozkurt verwacht niet dat de internationale gemeenschap veel zal doen. ‘Er is nu wel veel sympathie voor de Koerdische zaak, ook in Europa, maar dit is alleen sentiment. Spierballen heeft de EU niet. De Verenigde Staten hebben wel spierballen, maar hebben er echter voor gekozen het alleen bij spierballentaal te laten.’

Trump heeft getweet dat hij de Turkse economie kapot zal maken als Erdogan acties onderneemt die Amerika niet zint. Maar volgens Bozkurt zal dat niets uitmaken: ‘De Verenigde Staten trekken hun troepen immers sowieso terug.’ Degenen die Erdogan wel zouden kunnen tegenhouden in Syrië – Rusland en Iran – vinden het daarentegen helemaal niet erg dat de Koerden worden aangepakt, zegt Bozkurt.

‘Iran heeft helemaal geen belang bij een autonoom Koerdisch gebied in Syrië, omdat dit de Koerdische minderheid in Iran misschien op verkeerde gedachten kan brengen. Ook Assad wil graag van de Koerdische autonome regio in het noorden van zijn land af. Hij heeft wellicht met Erdogan hierover een deal gesloten. En Rusland steunt Assad.’

‘Turkije wil ons Koerden vernietigen’

Koerden in Nederland

Koerden in Nederland zijn behoorlijk van slag door de dreigende Turkse invasie van Noord-Syrië. De Koerdische vluchteling Peshmerga* zegt dat het moeilijk onder woorden te brengen hoe hij zich voelt. ‘Het is ongelooflijk. De Verenigde Staten vroegen eerst of de SDF (de door Koerden gedomineerde strijders van de Syrian Democratic Forces, die vochten tegen IS en islamistische rebellengroepen, red.) alle fortificaties aan de Syrisch-Turkse grens wilden verwijderen, want hierdoor zou Turkije zich bedreigd voelen. Dat deden ze, als blijk van goede wil. Maar vervolgens worden ze toch opgeofferd. Terwijl men geen oorlog wil.’

Turkije wil oorlog, zegt Peshmerga. Sterker nog: ‘Turkije wil ons Koerden vernietigen. Turkije geeft straks de vrije hand aan moordenaars, jihadisten en bandieten die een tikkeltje minder erger zijn dan IS en die de Rojava zullen veranderen in een wetteloos gebied. Mijn ouders wonen nog in Afrin. Ze hebben het heel moeilijk en mogen geen Koerdisch meer spreken. Ze ervaren daar dagelijks de dood. En wat vorig jaar in Afrin gebeurd is, dat staat nu de hele Rojava te wachten.’

Wat nu? Hewal Huseyin van de Koerdische koepelorganisatie DemNed zegt dat Koerden op morgen een grote demonstratie in Brussel voor het Europees Parlement zullen houden. Zaterdag staat een demonstratie gepland in Den Haag. Hoewel Huseyin zelf geen familie in Syrië heeft wonen, volgt hij het nieuws op de voet.

‘Ik leef en voel heel erg met de mensen daar mee. Ik vind het heel erg dat er zulke nare dingen gebeuren, dat er verschrikkelijke dingen staan te gebeuren. Het raakt mij, ik voel het in mijn hart.’

Huseyin voelt zich niet verraden door de Verenigde Staten. ‘Ik wist dat de Amerikanen er alleen voor hun eigen belangen waren. Nu gaan ze weg. Ik wil heel graag dat de andere imperialistische naties ook vertrekken uit Syrië, in het bijzonder de fascistische staat Turkije. Assad is natuurlijk een schurk, maar het Syrische volk moet over zijn eigen toekomst kunnen beslissen, democratisch.’

*Gefingeerd, echte naam bekend bij de redactie. Hij verscheen eerder een paar keer onder zijn eigen naam in de Nederlandse media, maar als gevolg daarvan werd zijn familie in Afrin bedreigd. Vandaar dat hij anoniem wil blijven.

Saoedi-Arabië laat opeens toeristen toe, verwelkomt er ‘24.000 in eerste tien dagen’

0

Volgens de Saoedische staatstelevisie is het besluit om het koninkrijk open te stellen voor toeristen een enorm succes. In tien dagen tijd zouden 24.000 toeristen het land hebben bezocht.

Twee weken geleden kondigde Saoedi-Arabië aan om buitenlandse toeristen toe te laten. Tot voor kort kwamen alleen islamitische pelgrims, buitenlandse arbeiders en bezoekers van sportwedstrijden in aanmerking voor een visum. Op deze manier hoopt Saoedi-Arabië minder afhankelijk te worden van de olie-inkomsten.

Voor toeristen heeft het koninkrijk de regels enigszins versoepeld. Zo mogen vrouwelijke toeristen in bikini op het strand liggen en mogen ongetrouwde stelletjes samen één hotelkamer boeken. Voor Saoedische vrouwen mogen dit niet. Voor niet-moslims blijven de heilige plaatsen Mekka en Medina verboden.

Burgers uit 49 landen mogen nu met een toeristenvisum Saoedi-Arabië in. Naast de Verenigde Staten, Australië en diverse Europese landen zoals Nederland zijn dit China, Singapore en Maleisië. Burgers uit Afrikaanse en bijna alle islamitische landen zijn niet welkom als toerist.

Televisiedominee: Trump verliest ‘mandaat des hemels’ door Syriëbesluit

1

De Amerikaanse televisiedominee Pat Robertson heeft felle kritiek op Donald Trump. Hij vreest dat christenen en Koerden zullen worden afgeslacht, nu Turkije van Trump groen licht heeft gekregen om Noord-Syrië binnen te vallen. ‘De president van de Verenigde Staten loopt het risico om het mandaat des hemels te verliezen, als hij toestaat dat dit gebeurt.’

De 89-jarige Robertson is als oprichter van The Christian Broadcast Network een belangrijke stem van de Christian Right, conservatieve christenen die de Republikeinse Partij steunen. Deze christenen zijn felle tegenstanders van abortus, het homohuwelijk en feminisme, voorstanders van de doodstraf en het recht om wapens te dragen. Ook staan ze pal achter Israël.

In 2016 steunden de voormannen van de Christian Right massaal Donald Trump, hoewel de levenswandel van de Amerikaanse president niet bepaald in lijn is met de Bijbelse principes. Conservatieve christenen zijn nog altijd een achterban die Trump door dik en dun steunt. Dit maakt de kritiek die Robertson nu levert op Trump bijzonder.

Robertson zegt dat hij tegen de Turkse president Erdogan is en begaan met de Koerden. Een extra reden dat hij kritisch is op Trump lijkt de situatie van christenen in Syrië te zijn. In Noord-Syrie genieten christenen nu nog godsdienstvrijheid. Erdogan wil een einde maken aan het Koerdische bestuur daar en steunt islamistische strijdgroepen die, als zij aan de macht komen, de christenen hoogstwaarschijnlijk zullen onderdrukken.

‘Hoe in vrede samen te leven?’ Imam Elforkani en CU-leider Segers in gesprek

0

Onder leiding van EO-anchorman Andries Knevel gingen imam Yassin Elforkani en ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers in Delft met elkaar in gesprek over islam en christendom. Vooral de rol die Jezus in beide religies speelt kwam aan bod. Maar kunnen rechtzinnige christenen en moslims elkaar wel de hand reiken?

Afgelopen zondagavond kruisten in Delft in – wat bleek een evangelische – kerk Yassin Elforkani en Gert-Jan Segers de degens. Op Elforkani en een klein gevolg na waren alle bezoekers van dit evenement christelijk, beter gezegd orthodox-protestants of ‘bijbelgetrouw’ christelijk.

Segers speelde duidelijk een thuiswedstrijd en ook de ‘scheidsrechter’ Andries Knevel was op zijn hand. Toch deed iedereen zijn of haar best om fatsoenlijk te blijven en Elforkani niet onwelkom te laten voelen. De organisator van het evenement, een vriendelijke oudere man met een kekke bril, drukte de mensen in de zaal op het hart wel ‘netjes’ te blijven als ze vragen aan de sprekers wilden stellen.

De vragen moesten – heel modern – via de mobiele telefoon worden gesteld. Bezitters van een mobiele telefoon moesten naar een bepaalde website gaan, daar een bepaalde code intoetsen en dan konden ze vragen stellen die daarna op het diascherm zouden verschijnen. Bezoekers zonder telefoon konden hun vragen stellen via een laptop van de organisatie, die in de zaal stond.

Om de islamitische gasten helemaal thuis te laten voelen mocht een imam een passage uit de Koran reciteren over Jezus, die in de islam onder de naam Isa ook een belangrijke rol speelt. Nadat hij klaar was kreeg hij een daverend applaus. Goed bedoeld, maar wellicht niet de bedoeling.

Hoewel het dus een thuiswedstrijd was mocht Segers als eerste het woord nemen. Hij sprak al snel over christenvervolging in islamitische landen en dat Somalische vluchtelingen in Nederland, die zich tot het christendom hadden bekeerd, in schuilkerken moesten samenkomen omdat ze door islamitische vluchtelingen werden bedreigd. Toch zei Segers niet alle moslims over één kam te willen scheren.

 ‘Het is voor jou moeilijker een stap te zetten naar mij, dan dat ik een stap doe richting jou’

Segers wierp op dat twee vragen centraal staan in de dialoog tussen christendom en islam: ‘Hoe kunnen wij in vrede met elkaar samenleven? Weten wij dat wij de ware God kennen?’ Het antwoord op de laatste vraag scheen voor Segers zonneklaar te zijn: ‘Allah is geen God en moslims ontkennen, omdat zij Jezus niet zien als de Zoon van God, het hart van het Evangelie.’

Maar niettemin zei Segers ruimte te zien voor een dialoog met moslims over vrede in de maatschappij. Hij noemde Saif ul Malook, de islamitische advocaat van Asia Bibi, als voorbeeld. De Pakistaanse christen Asia Bibi had jarenlang in een dodencel gezeten omdat ze was veroordeeld voor blasfemie. Vorig jaar werd ze weer vrijgesproken en vluchtte ze naar Canada.

Segers wil graag dat er meer moslims zoals advocaat Malook zouden zijn, moslims die bereid zijn de godsdienstvrijheid van christenen principieel te verdedigen. Segers: ‘Ik vind dat iemand als Joram van Klaveren het recht moet hebben om zich als christen tot de islam te bekeren – wat ook kan in Nederland – maar moslims moeten zich ook tot het christendom kunnen bekeren. Die spannende vraag wil ik stellen.’ Dialoog, zo benadrukte Segers, betekent voor hem niet om de verschillen te maskeren of weg te masseren, maar ‘de pijnpunten op tafel te leggen’.

Elforkani benaderde de dialoog vanuit een heel andere kant. Hij vertelde dat hij als moslim geïnspireerd raakt door het christendom. Niet alleen eren moslims Isa als profeet, maar ook noemde Elforkani kerken ‘huizen van God’ waar hij graag komt.

Dat Elforkani zich positief uit kon laten over het christendom heeft alles met de islamitische theologie te maken, waarin christenen en joden worden gezien als ‘mensen van het boek’ die ook een openbaring van God hebben ontvangen. Toch kwamen de woorden van Elforkani voor veel mensen in de zaal als een verrassing.

Op het diascherm met vragen uit het publiek kon je lezen dat sommige bezoekers Elforkani een goede spreker vonden. Anderen bleven kritisch en haalden Koranverzen aan waaruit zou blijken dat de islam een gewelddadige religie is die intolerant is voor christenen en joden.

‘Addertje onder het gras’

Na deze openingszetten vond het gesprek plaats, dat niet echt een debat was maar ook geen dialoog. Elforkani deed nog wel zijn best om er een dialoog van te maken. Hij verdedigde de godsdienstvrijheid van christenen en veroordeelde islamitische landen waar geen kerken gebouwd mogen worden. Ook zei hij dat de islam wat betreft het vraagstuk van afvalligheid voor een grotere uitdaging staat dan het christendom.

Segers was op deze avond wat minder kritisch richting zijn eigen geloof. En op de vraag van Elforkani wat hij van Mohammed vindt antwoordde Segers: ‘Mohammed is een buitengewoon intrigerende figuur, die de grondlegger is van een wereldreligie.’ Elforkani: ‘Het is voor jou moeilijker een stap te zetten naar mij, dan dat ik een stap doe richting jou.’

Segers zag dit toch anders. Hij sprak over een ‘addertje onder het gras’: ‘Moslims zien de islam als de laatste openbaring. Ze respecteren het christendom, maar christenen hebben hun geloof volgens de islam niet helemaal begrepen. Ik wil jou best omhelzen, maar vraag me dat niet te doen omdat ik de islam zo mooi vind.’

Elforkani was teleurgesteld in dit antwoord: hij was zelf zojuist nog heel positief over Jezus. Segers waardeerde dit, maar merkte op dat de islam Jezus niet erkent als de Zoon van God en als degene die ons mensen heeft verlost van de zonde – toch een cruciaal verschil. Elforkani zei in de eigen verantwoordelijkheid van mensen te geloven, hoewel Allah barmhartig is en kan besluiten om mensen hun zonden niet aan te rekenen.

‘Ik hoor vaak een stemmetje in mijn hoofd, die mij slechte dingen toefluistert. Maar God is barmhartig. Allah zegt straks: ‘Ik heb een mooi villaatje voor je in het paradijs’.’ Deze zeer concrete Koraninterpretatie viel goed bij het publiek en ook bij presentator Andries Knevel. Segers vertelde dat het christendom ook in verantwoordelijkheid gelooft en noemde als voorbeeld de film Saving Private Ryan. Vijf Amerikaanse militairen geven daarin hun leven voor de christelijke Ryan, die vindt dat hij in zijn leven moet laten zien dat dit offer niet tevergeefs is geweest.

Het kostte Segers moeite om Elforkani tegemoet te komen. Wel zei Segers het problematisch te vinden dat Elforkani door fundamentalistische moslims wordt bedreigd. ‘Ik wil je verdedigen’, aldus Segers. Tegelijkertijd benadrukte Segers dat moslims meer voor de vrijheid van anderen moeten opkomen.

Uiteindelijk zorgden twee atheïsten in de zaal voor meer verbroedering. Segers zei na kritische vragen van hen pal te staan voor het recht van moslims en joden om dieren onverdoofd ritueel te mogen slachten. ‘Dat is godsdienstvrijheid.’

‘Ja, ik ben kritisch over de islam, maar dat is wat anders dan de islam belachelijk maken’

Geslaagde dialoog of gemiste kans?

Was dit – enigszins moeizame gesprek – ook een geslaagd gesprek? De volgende ochtend vertelt Gert-Jan Segers aan de telefoon dat hij vindt van wel. ‘Het was een heel respectvol maar ook eerlijk gesprek waarin we de ongemakkelijkheden hebben benoemd. Ook de zaal vond ik respectvol. Ik heb wel eens gedebatteerd met een moslim voor een christelijk publiek, waar de sfeer veel emotioneler was. Dat viel hier reuze mee. Daarnaast: ik spreek als politicus ook wel eens voor publiek dat het helemaal met mij oneens is. Dat hoort er gewoon bij.’

Op de vraag of Segers eigenlijk wel kritisch naar zijn eigen geloof kan kijken, antwoordt hij bevestigend: ‘Het kwam in Delft niet aan de orde, maar in andere debatten vertel ik vaak dat de moslims vroeger veel toleranter voor de joden waren dan de christenen voor de joden waren. De joden hadden het relatief goed in Spanje toen de Moren de baas waren, maar moesten daarna vluchten voor de inquisitie toen de christenen het land hadden heroverd.’

Segers ontkent daarnaast een moslimhater te zijn, iets wat hem soms door linkse mensen wordt aangewreven. ‘Dat vind ik hele onheuse kritiek. Natuurlijk mag je het met mij oneens zijn, maar ik ben respectvol richting moslims toe. Ik vind ook dat moslims de vrijheid moeten hebben om hun geloof te kunnen uiten in dit land. En ja, ik ben kritisch over de islam, maar dat is wat anders dan de islam belachelijk maken. Overigens vind ik dat mensen die dat wel willen doen daar vrij in moeten zijn – Nederland is een vrij land – maar het is niet mijn stijl.’

Ook Elforkani beschouwt de avond niet als een gemiste kans. Hij is tevreden over hoe het gesprek verliep, hoewel hij de toon van het gesprek met Segers wel ‘scherp’ noemt. ‘Ik was gewoon bezig mijn religieuze mening aan het verkondigen, waar het christendom een belangrijk onderdeel in is. Daar had Gert-Jan wat moeite mee’, vertelt hij.

‘Het christendom en de islam staan naast elkaar, maar ook heel vaak scherp tegenover elkaar – vooral als de politiek erbij komt kijken’, vervolgt Elforkani. ‘Daarom moeten gelovigen altijd goed reflecteren op waar ze voor staan, en hoe ze tegenover de ander staan. Dialoog en gesprek helpen alleen maar. Respect voor het geloof van iemand anders, dat hebben we in onze grondwet geregeld. Maar het geloof van iemand anders ook mooi vinden, dat is natuurlijk iets anders. En ik hoop dat we daar de komende tijd met elkaar meer aan kunnen werken.’

De vluchtelingenfobie van Martin Sommer

2

Afgelopen zaterdag was ik bij de ‘Landelijke Conferentie tegen Racisme & Discriminatie’ in Amsterdam. Hier sprak onder anderen activist Abdou Menebhi van Comité 21 Maart, die opriep tot meer solidariteit met de vluchtelingen.

Ook Griekenland-correspondent Ingeborg Beugel was in de zaal. Zij vertelde hoe moeilijk het is om de mensonterende situatie in Griekenland überhaupt in het vizier van Nederlandse media te krijgen. De horror van zelfmoord, verbranding en verkrachting in de vluchtelingenkampen wordt op systematische wijze gepasseerd voor entertainment.

Tijdens het avondeten spraken we nog over de rol van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Het is alsof de vluchtelingenkwestie hier alleen aan bod komt als hij de EU weer bedreigt door ‘de poorten te openen’. Het anti-Arabische sentiment in Turkije, dat sinds de val van het Ottomaanse rijk altijd wel een constante is geweest, lijkt nu ook door Erdogan te zijn ontdekt. Hij broedt al maanden op een derde invasie in Noord-Syrië, waar de Koerdische YPG aan de macht is, en wil daarmee twee vliegen in één klap slaan: het Koerdische zelfbestuur vernietigen en de geannexeerde gebieden bevolken door ongewenste Syrische vluchtelingen in Turkije.

Het is pijnlijk om te zien hoezeer de Syrische vluchtelingen een speelbal zijn geworden in deze machtspolitiek. Het blazoen van de EU is hierbij allesbehalve schoon. Ik hoef alleen maar ‘Turkije-deal’ te zeggen en je weet precies hoe laat het is: namelijk hoe sterk ook in Europa de haat en het wantrouwen tegen vluchtelingen is toegenomen.

Is een mensenleven zo goedkoop geworden, dat alles maar mag worden gezegd?

De zaterdagcolumn van Martin Sommer in de Volkskrant is hierbij illustratief. In drie punten probeert hij uit te leggen dat Nederland zich wel voldoende inspant voor de vluchteling. Maar in de tweede alinea wordt al snel duidelijk dat daar hele andere dingen mee worden bedoeld dan ‘inspanning voor de vluchteling’:

‘Na de zomer hebben Frankrijk en Duitsland de handen ineengeslagen om een kwart van de migranten toe te laten die door hulporganisaties voor de kust van Libië zijn opgevist. Italië neemt 10 procent. De rest moet worden herverdeeld onder lidstaten die vrijwilligen.’

‘Opgevist’? ‘10 procent’? ‘Herverdeling’? Waar hebben we het over, bulkgoederen ofzo? Het stuk staat vol met zulke dehumaniserende termen. Hulpverleners worden verdacht gemaakt voor mensensmokkelaars. Nederland zou zich ‘netjes’ hebben gedragen door meer asielzoekers te hebben opgenomen dan zou moeten. Maar het ergste van allemaal is dat Sommer het jammer vindt dat een Rwandese asielzoeker niet werd gedeporteerd.

‘Een paar weken geleden hield de politie bij toeval een Rwandees aan die zat te bellen op de fiets. Hij bleek al jaren illegaal in Nederland te verblijven, nadat hij eerder in alle toonaarden was afgewezen. Vorige week stond het vliegtuig klaar om hem terug te brengen naar Rwanda, toen hij zijn vinger opstak en weer een asielverzoek indiende. Vliegtuig afbesteld.’

Ten eerste: geen mens is illegaal. Verder lijkt Sommer helemaal niks van deze zaak af te weten, van de dictatuur in Rwanda of van het geweld waarmee het land kampt. Zo worden oppositiepolitici vermoord en voeren rebellengroeperingen met bases uit Congo aanvallen op Rwanda uit.

Het is natuurlijk mogelijk dat Sommer dit allemaal wel weet, maar er in zijn cynisme voor kiest om deze informatie niet te vertellen. Of Sommer weigert zich hier domweg in te verdiepen, omdat het hem allemaal niet interesseert. En dat is dus dodelijk. Want als deze deportatie wel was doorgegaan, dan zou deze Rwandees zijn leven niet meer zeker zijn.

Wat vindt Pieter Klok, de nieuwe hoofdredacteur van de Volkskrant, eigenlijk van deze column? Wat vindt de ombudsman? Dat vraag ik mij oprecht af. Is een mensenleven zo goedkoop geworden, dat alles maar mag worden gezegd? Ik ga graag de dialoog aan om elkaar beter te begrijpen. Maar hier lijkt een grens gepasseerd, een grens die niet gepasseerd mag worden.

In afwachting van uw reactie.

Griekse premier wil straf voor landen die geen vluchtelingen overnemen van Griekenland

1

De Griekse premier Kyriakos Mitsotakis wil dat de EU sancties uitdeelt aan Europese landen die weigeren de lasten van de vluchtelingenopvang te delen met Griekenland, waar de kampen overvol zitten. Dat schrijft de Britse krant the Guardian.

Mitsotakis, die sinds een paar maanden de leiding geeft aan een nieuwe centrumrechtse regering, voert een strenger asielbeleid dan de linkse Syriza-regering. Behalve dat hij vluchtelingen wil terugsturen naar Turkije, wil hij dat andere EU-lidstaten ook de vluchtelingen opvangen die nu in Griekenland verblijven.

In een toespraak voor het Griekse parlement zei Mitsotakis dat slechts twee op de tien vluchtelingen uit Syrië komen. In 2016, op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, zou dat nog 75 procent zijn geweest.

De helft van de vluchtelingen is nu Afghanistan of Pakistaans, aldus de premier. Zij zijn volgens Mitsotakis geen vluchtelingen maar economische migranten.

Oud-minister van migratie Dimitris Vistas van Syriza is het oneens met het beleid van Mitsotakis, zo vertelt hij aan de Britse krant the Guardian.

‘In elke stroom is er een mix van vluchtelingen en migranten. Stellen dat er nu alleen migranten aankomen is heel fout, wanneer je anderen vraagt om gelijkelijk de last te dragen. Gelooft deze regering oprecht dat Hongarije en andere landen meer mensen zullen accepteren, als ze stelt dat zij geen vluchtelingen zijn?’