Een Iraanse vrouw die eerder dit jaar de toegang tot een voetbalwedstrijd werd geweigerd, heeft zichzelf in afwachting van haar proces in brand gestoken. Gisteren overleed ze aan haar verwondingen, schrijven Iraanse media.
De dertigjarige Sahar Khodayari deed zich in maart voor als een man om een stadium binnen te komen. Ze wilde er graag een wedstrijd bekijken van haar favoriete club Esteghlal uit de hoofdstad Teheran. Daarop werd zij tegengehouden en in de gevangenis gezet. Na drie dagen kwam ze vrij. Ze heeft tot deze maand moeten wachten op haar proces.
Toen Khodayari vorige week aankwam bij de rechtbank, kwam ze erachter dat het proces was uitgesteld. De rechter kon niet komen vanwege familieomstandigheden. Toch hoorde ze van iemand die ook aanwezig was dat ze een halfjaar tot twee jaar cel zou krijgen, mocht ze worden veroordeeld. Voor de deur van de rechtbank stak ze zichzelf daarop in brand.
Op Twitter heeft het voetbalteam van Esteghlal laten weten diep bedroefd te zijn om Khodayari’s dood. ‘Ze steunde ons, ook al maakte de politiek dit illegaal voor haar. Maar wat kunnen we doen om haar te steunen? Helemaal niets. We zijn lafaards’, schrijft het account.
Our dear Sahar burnt herself to death, when she was charged to 6 month in jail for … going to the stadium to support her #Esteghlal.
She supported us despite the politics made it illegal for her, but what we do can do to support her? ABSOLUTELY NOTHING.
Een collectief van achttien Turkse rappers heeft de krachten gebundeld voor het uitbrengen van twee protestsongs, gericht tegen oppressie en corruptie van de staat. Sommigen zien in de protestactie een complot tegen de overheid.
De twee nummers kwamen vrijdag uit en gingen al snel viral op de sociale media. Bij elkaar zijn ze inmiddels meer dan twintig miljoen keer bekeken.
De regeringsgezinde krant Yeni Safak slaat nu terug. De krant suggereert dat deze songs een ‘coproductie’ zijn tussen de Hizmet-beweging van Fethullah Gülen en de in Turkije verboden Koerdische partij PKK.
Volgens Turkije zijn beide organisaties terroristisch. De Turkse regering houdt de Turks-Amerikaanse geestelijke Gülen en de zijnen verantwoordelijk voor de mislukte coup van 2016, de PKK probeert via een gewapende opstand een onafhankelijk Koerdistan te verwezenlijken.
Yeni Safak zegt dat in de muziekvideo’s van deze nummers stiekem boodschappen van Gülen en de PKK zitten. ‘Media-organen van de Gülenbeweging en de PKK’ en internationale media zoals de Britse zender BBC zouden de rappers steunen omdat ze aandacht besteden aan hun actie.
‘Saniser’, een van de rappers die meewerkte aan de video’s, heeft in het verleden president Recep Tayyip Erdogan beledigd. In Turkije geldt dit als een misdrijf.
De clip van het vijftien minuten durende ‘Susamam’ (‘Ik kan niet stil blijven’):
Honderden Marokkanen hebben gisteren gedemonstreerd voor een gerechtsgebouw in Rabat, terwijl binnen de rechtszaak tegen Hajar Raissouni begon. Deze journaliste van de krant Akhbar al Yaoum wordt beschuldigd van abortus en seks voor het huwelijk, twee zaken die strafbaar zijn in Marokko.
Sommige Marokkanen denken dat de regering haar achter de tralies wil hebben vanwege kritische artikelen over persvrijheid en de burgerrechten in Marokko.
Zo schreef zij over de protesten in de Rif, waar drie jaar geleden mensen de straat opgingen voor een verbetering van de leefomstandigheden. Dit voorjaar publiceerde ze nog een serie interviews met de vader van Nasser Zefzafi, de inmiddels gevangengenomen leider van de Rif-protesten.
Amnesty International, Human Rights Watch en andere mensenrechtenorganisaties eisen dat Hajar Raissouni moet worden vrijgelaten. De aanklager reageerde in een statement dat haar detentie niets te maken heeft met haar werk als journalist.
Raissouni, die zegt religieus te zijn getrouwd maar niet voor de Marokkaanse wet, wordt aangeklaagd voor abortus en seks voor het huwelijk. Ze werd tien dagen geleden aangehouden na een bezoek in een gynaecologische kliniek. Er hangt haar twee jaar cel boven het hoofd.
Taoufik Bouachrine, de eigenaar van Raissouni’s krant Akhbar al Yaoum, werd in november tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan seksuele misdrijven op de redactie.
Akhbar al Yaoum wordt beschouwd als één van de weinige kranten die zich kritisch opstelt richting de Marokkaanse overheid. Ook is de krant gelieerd aan de islamistische beweging binnen Marokko.
Er gaan dan ook stemmen op dat de Marokkaanse overheid via het oppakken van Bouachrine en Raissouni de islamisten een loer wil draaien. De islamistische partij PJD won bij de laatste verkiezingen in 2016 en wordt sindsdien als een bedreiging gezien voor de relatief tolerante staatsislam die koning Mohammed VI voorstaat.
Dat Hajar Raissouni het nichtje is van geestelijke en PJD-ideoloog Ahmed Raissouni, speelt in deze theorie een belangrijke rol. Iemand uit zo’n vooraanstaande strenggelovige familie die zulk ‘onzedig gedrag’ tentoonspreidt – de overheid zou hiermee een vermeende hypocrisie willen blootleggen.
Een standbeeld van Che Guevara (1928-1967) in Utrecht zorgt voor ophef. In het Westen is de knappe Zuid-Amerikaan met de baret een held onder sommige linkse activisten, maar veel Cubaanse Nederlanders vinden hem een terrorist. ‘Er heerst een gebrek aan kennis over Cuba en de revolutie.’
Sinds dit voorjaar staat er een bronzen standbeeld van de Argentijns-Cubaanse strijder Che Guevara in de Utrechtse Croeselaan, vlakbij het Centraal Station. Een groep Cubaanse ballingen in Nederland stoort zich eraan. ‘Ernesto Guevara was een terrorist. Een van de grondleggers van een bewind dat in zestig jaar bijna tienduizend personen ombracht,’ zegt woordvoerder Victor Dueñas van Decide, het Comité ter ondersteuning aan Cuba.
Het omstreden standbeeld is onderdeel van een nieuw beeldenpark aan de Croeselaan. De maker van het beeld, Christian Jankowski, raakte gefascineerd door de levende standbeelden die hij in Barcelona zag. In zijn kunstproject Living statues maakt de Duitse kunstenaar beelden van straatartiesten. Het levensgrote standbeeld stelt dan ook niet Guevara voor maar een willekeurige straatartiest uit Barcelona die zich als de Cubaanse strijder heeft uitgedost. Dat sluit aan bij het standpunt van de gemeente, die het beeld niet wil verwijderen. Geen eerbetoon aan Guevara dus, maar een weergave van een straatartiest.
Hoe onschuldig zou het beeld zijn geweest als de straatartiest verkleed was als Jozef Stalin of de Spaanse dictator Franco?, vraagt Dueñas zich af. ‘Het achterliggende probleem is het gebrek aan kennis over Cuba en de revolutie. In het Westen zijn veel mensen onbekend met de geschiedenis van Cuba en de misdaden van Che Guevara. Ze kennen de iconische foto met de baret die na zijn dood is verspreid, en denken dat hij een held was.’
‘Voor veel linkse westerlingen was Cuba de gedroomde samenleving’
‘Begin jaren zestig was de revolutie in Cuba net geweest. Voor veel linkse westerlingen was Cuba de gedroomde samenleving’, zegt Rimko van der Maar, historicus aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ze zagen het eiland als een plek waar de ideale maatschappij werd gecreëerd. Een marxistische heilstaat, waar iedereen gelijk was en de welvaart eerlijk werd verdeeld. Aan het roer stonden interessante en stoere revolutionairen. Che Guevara was daar één van.’
Motorreis
Ernesto Guevara kwam uit de bovenklasse van Argentinië, vertelt Van der Maar. ‘Hij was charismatisch en belezen, hij had medicijnen gestudeerd. Hij schreef politieke pamfletten over marxisme en de guerrillastrijd, die een eind zou maken aan onrecht. Die werden over de hele wereld gelezen.’ Van der Maar noemt ook de Diarios de motocicleta, een verslag van de motortocht door Latijns Amerika die hij samen met een vriend maakte. Het dagboek werd in 1993 postuum gepubliceerd en later verfilmd. ‘Het droeg bij aan de mythe van een jonge avonturier, een revolutionair op zoek naar rechtvaardigheid en gelijkheid.’
Klopt dat beeld dan niet? ‘Jawel, Guevara geloofde echt dat de revolutie een eind zou maken aan de armoede en onderdrukking van veel bewoners in Latijns-Amerika, hij ging voorop in die strijd’, zegt Van der Maar. ‘Maar tegelijkertijd zette hij mensen met andere ideeën gewelddadig aan de kant. Tegenstanders verklaarden later dat zij zagen hoe hij mensen executeerde, ook deserteurs verdienden volgens hem de kogel. De gelijkheid die Che Guevara nastreefde is maar betrekkelijk.’
Guevara ontmoette Fidel Castro in Mexico en sloot zich aan bij zijn guerrillabeweging. In 1959, na een verblijf in de jungle, lukte het om de onderdrukkende dictator Batista af te zetten. Ze veroverden hoofdstad Havana. Castro werd minister-president en Guevara minister. Beroemd werd Guevara’s optreden bij de Vergadering van de Verenigde Naties, waar hij als vertegenwoordiger van Cuba opkwam voor de belangen van de derde wereld. In 1965 verliet hij Cuba. ‘Bestuurder zijn was niets voor hem. Hij wilde de revolutie over de wereld verspreiden en trok eerst naar Congo en later naar Bolivia’, zegt Van der Maar.
‘Voor mensen die het communisme verdedigen is Che Guevara een held’
Communistische concentratiekampen
En hoe zit het eigenlijk met de westerse fans van Che Guevara, zoals Harry Mulisch? ‘Dat waren voornamelijk idealisten met een romantisch idee van de wereld’, antwoordt Van der Maar. ‘En ik vraag me af hoeveel ze werkelijk van Che Guevara wisten. Het was niet zo eenvoudig om een beeld te krijgen van wat er in Cuba en andere landen door zijn toedoen is gebeurd, maar ze wílden het ook niet zien. Zelfs biografen van Che Guevara hebben vaak een zekere bewondering voor hem.’
Dueñas van het Comité ter ondersteuning aan Cuba is scherper. ‘Voor mensen die het communisme verdedigen is Che Guevara een held. Zij denken dat het communisme een humane ideologie is, maar sluiten hun ogen voor de misdaden. Zij verzwijgen de concentratiekampen die er mede tijdens zijn ministerschap in Cuba zijn gekomen.’
Maar veel effect hebben de bezwaarmakers vooralsnog niet. Het lijkt erop dat het beeld op de Croeselaan blijft staan. Het Comité ter ondersteuning aan Cuba heeft de gemeente nu gevraagd een tweede standbeeld van een bekende Cubaan te plaatsen. ‘We dragen de Cubaanse dissident Oswaldo Paya Sardinas voor, die in 2012 tijdens een auto-ongeluk om het leven kwam’, zegt Dueñas. ‘Hij vocht voor vrijheid en democratie in Cuba en werd tweemaal voorgedragen voor de Nobelprijs van de Vrede’.
Je ziet het niet iedere dag, een vrouw aan het roer van een scheepvaartbedrijf. Mai Elmar van Cruise Port Rotterdam is met hard werken en wat geluk beland waar ze nu zit.‘Mijn ouders hebben mij heel internationaal en modern opgevoed, daar ben ik blij om.’
Mai Elmar is directeur van Cruise Port Rotterdam (CPR), een plek in de Rotterdamse haven waar internationale cruiseschepen aanleggen. Ze werkte als marketingdirecteur bij de gemeente Rotterdam terwijl ze ook al Cruise Port Rotterdam aan het opbouwen was. Hard nodig, want steeds meer cruiseschepen doen Rotterdam aan. In 2000 waren het er hooguit vijf, dit jaar worden er meer dan honderd verwacht. ‘Daar heb ik het best druk mee’, zegt Elmar.
Haar Noorse ouders woonden in San Francisco toen haar moeder zwanger werd, maar Elmar werd in België geboren. Toen ze elf was verhuisde het gezin naar Nederland. Haar ouders stuurden Elmar en haar zus niet naar een internationale school: ‘Ze vonden het belangrijk dat we de cultuur van het land zelf leerden kennen en die taal spraken. Bij ons thuis kwamen ook veel mensen uit allerlei landen over de vloer, maar dat was vooral zakelijk.’ Haar ouders werkten ook al in de scheepvaartbranche. Dit was internationaal, vandaar ook dat Elmar zich een wereldburger voelt. ‘Overal waar ik kom ben ik een beetje allochtoon, ook in Noorwegen.’
Met hard werken en wat geluk is Elmar beland waar ze nu zit. Ze deed de hotelschool, waarna ze communicatie en organisatie studeerde, gevolgd door allerlei cursussen. Spelenderwijs leert Elmar nog steeds veel, ook door de omgeving waar ze zit en van andere culturen. ‘Makkelijk is het niet altijd’, zegt ze. We zouden we meer moeite moeten doen om toenadering te zoeken, is haar overtuiging.
‘Iedereen heeft vooroordelen over de ander. Toen ik nog op een katholieke meisjesschool in België zat kwam er een adoptiekind uit Congo bij ons in de klas. Mijn moeder zei dat ik haar moest uitnodigen om te komen spelen, maar dat zag ik niet zitten. ‘Maar toch ga je haar uitnodigen’, zei mijn moeder resoluut, ’want wij hebben als mensen de plicht om voor elkaar te zorgen’. Het grappige was dat toen ik haar eenmaal uitgenodigd had ze daarna ook bij anderen uitgenodigd werd. Mijn moeder had dat goed gezien en dat was haar doel natuurlijk ook.’
Vrouw in mannenwereld
Elmar participeert actief in allerlei besturen en commissies. ‘Ik wil graag bijdragen en iets terugdoen voor de samenleving. Het is onbezoldigd werk, maar dat doe ik met liefde.’ De mens staat centraal voor Elmar. Helaas komt ze nog regelmatig (vrouwen)discriminatie tegen. ‘Het schijnt bijvoorbeeld nog niet normaal te zijn dat je als vrouw in de scheepvaart werkt’, vertelt ze. ‘Ook niet in het onroerend goed. Maar soms kun je, als je niet voor volwaardig wordt aangezien, hier toch je voordeel mee doen.’
Elmar legt uit: ‘We hadden met het bedrijf Hendricksen Groep, waar ik toen directeur van was, een groot pand overgenomen uit een failliete boedel. Tijdens een bouwvergadering zouden we bespreken hoe we het gingen aanpakken, maar de hoofdaannemer had gezegd dat hij wat later zou komen. Toen ik binnenkwam werd ik met een kopje koffie aan een zijtafeltje gezet. De heren gingen verder praten over wat ze allemaal niet wilden bespreken tijdens de vergadering. Dat was heel leerzaam voor mij. Ze vroegen mij of er nog iemand van Hendricksen zou komen, waarop ik antwoordde: ‘Nee, naar mijn weten niet.’ Toen kwam de hoofdaannemer eindelijk binnen. Hij vroeg waarom we nog niet begonnen waren. ‘Er is nog niemand’, zeiden ze tegen hem, en hij zei: ‘Mevrouw Elmar is er toch?’ Consternatie alom, dat was echt hilarisch.’
‘Overal waar ik kom ben ik een beetje allochtoon’
Op haar negenentwintigste nam Elmar haar eerste hotel over. ‘Daar maakte ik ook heel wat mee. Dan vroegen mensen om de directeur, waarop ik naar beneden kwam en ze gewoon dwars door mij heen keken. Dan vroeg ik: ‘U wilde de directeur spreken?’, zij beaamden dat en draaiden zich om! En ik maar kuchen als ze dan eenmaal ontdekten dat ik de directeur was. Ze waren vaak te verbouwereerd om nog aan hun vraag te denken.’
Vaak kreeg Elmar de vraag hoe ze dit allemaal ervoer, als vrouw. ‘Ja, fantastisch, maar wat is dat nou voor vraag? Ik ben immers geen man, dus wat moet je daar eigenlijk op antwoorden?’ Ooit zei een man tegen mij: ‘Je hebt wel haar op je tanden.’ Ik antwoordde hem gevat: ‘Wat is er dan zo anders, heeft u dan ook haar op uw tanden?’ Hij schoot in de lach en zei: ‘Wijffie, je hebt gelijk.’ Gelukkig is de sfeer veranderd ten goede, maar er zijn wel nog steeds vreemde verschillen tussen man en vrouw waar ik mij aan stoor, zoals de salariëring en de doorstroom.’
Die focus op gelijkheid is heel belangrijk voor Elmar. ‘Vroeger was ik tegen een verplicht vrouwenquotum, maar hier denk ik nu anders over. Er komen niet vanzelf allemaal vrouwen aan de top, een quotum is daarom noodzakelijk. Overigens zijn er meer vrouwmensen op deze wereld dan manmensen, dus we zijn in de meerderheid. Misschien wordt het tijd dat we hier naar gaan handelen. In 2005 werd ik gekozen tot ‘havenman van het jaar’. TV-presentatrice Hanneke Groenteman reageerde hier met humor op: ‘Een vrouw ‘promoveren’ tot man?’’
Inspirator
Door haar werk en haar lezingen inspireert Elmar andere vrouwen. Toen ze voor een lezing aan een computer zat te werken, zei een onbekende vrouw ‘Hai Mai’. ‘Ik kende haar niet. Ze vertelde dat ze naar mij had gekeken, daarop naar haar baas was gegaan en zei dat zij nu wel een keer toe was aan een cursus, een promotie en een salarisverhoging. Ze kreeg het allemaal. ‘If you can do it, I can do it’, zei ze tegen mij. Ontzettend leuk om te horen.’
Jonge vrouwen bellen Elmar vaak met het verzoek dat ze een mentorgesprek willen. Elmar geeft aan deze verzoeken altijd gehoor. ‘Dat hoort erbij. Het komt niet in mij op dat niet te doen. Met jonge mensen – vrouwen én mannen – wil ik graag de krachten bundelen, want daar wordt iedereen beter van.’
Ze komt ook met een voorbeeld uit haar eigen leven. ‘De eerste keer dat ik alleen naar Azië ging kreeg ik vooraf allemaal tips van mensen, wat ik allemaal niet moest doen. Ik werd hier onzeker van, helemaal toen bleek dat ik de enige vrouw in het vliegtuig was. Die mannen hebben het maar makkelijk, dacht ik. Maar toen bedacht ik mij dat sommige mannen misschien ook voor het eerst naar Azië vlogen en dan net zo gespannen waren als ik.’
‘Er komen niet vanzelf allemaal vrouwen aan de top, een quotum is noodzakelijk’
Elmar zet zich in voor de positie van vrouwen in het bedrijfsleven, maar wil de tegenstelling tussen man en vrouw ook niet groter maken dan dat zij is. ‘Ik heb het liever over verschillende types vrouwmensen en manmensen. Waar ik kan sla ik graag bruggen tussen leeftijdsgroepen.’
Ze werkt ook met jonge ondernemers, die ze coacht en begeleidt. ‘Dat is inspirerend. Ik hoop dat wij de balans weer kunnen vinden in organisaties, zodat mensen meer begrip voor elkaar krijgen. Er lijkt vaak alleen aandacht voor de circa 8 procent die het nergens mee eens is. Die andere 92 procent die het goed probeert te doen, daar zouden we meer naar moeten kijken. Daarnaast moet iedereen van boven de dertig zich realiseren dat we leven in de wereld van mensen die dertig-min zijn. Dertigplussers kennen die zogenaamd ‘andere’ wereld niet.’
Het mensenrechtentribunaal van de Canadese provincie Quebec heeft geoordeeld dat een hulpverpleegkundige van een ziekenhuis vlakbij Montreal 9.500 dollar schandevergoeding krijgt, omdat hij werd uitgescholden door een patiënt. De verpleegkundige is ‘van Arabische afkomst’, zo melden Canadese media.
De patiënt begon de verpleegkundige uit te schelden. Zo moest hij onder meer ‘ophoepelen naar het land waar hij vandaan kwam’ en maakte de patiënt laagdunkende opmerkingen over de etniciteit van de verpleegkundige. Toen een collega tussenbeide kwam, weigerde de patiënt zich te verontschuldigen. Hij zei dat hij niet door Arabische medewerkers wenste te worden geholpen.
Tijdens de rechtszaak beweerde de patiënt dat hij onder de morfine zat en daarom begon te schelden, maar de rechter geloofde dat niet. Ook was boosheid volgens de rechter geen excuus om discriminerende uitlatingen te doen.
Daarnaast zei de rechter dat een samenleving niet mensen uit verschillende landen welkom kan heten om ze vervolgens uit te schelden op basis van hun afkomst of religie.
De hulpverpleegkundige krijgt in totaal 9.500 Canadese dollar, omgerekend ruim 6.500 euro.
Met haar nieuwste boek Witte schuld zoekt feminist en Volkskrant-columnist Elma Drayer de controverse op. Ze werd donderdag geïnterviewd door Parool-columnist Theodor Holman in het radioprogramma OBA Live.
Witte schuld is een reactie op het boek Witte onschuld van antropologe Gloria Wekker, die dat begrip van ‘witte onschuld’ ironisch bedoelde. In haar boek heeft Wekker het over een cultureel archief, dat van witte mensen wordt gekenmerkt door vierhonderd jaar slavernij en kolonialisme. Drayer is het hier fel mee oneens.
Volgens haar geloven Wekker en veel andere antiracistische activisten in het idee van een witte erfschuld. Ze spreekt over een ‘heksenproces’ tegen witte mensen. Je mag je best schamen voor je eigen verleden, vindt Drayer, maar het idee van collectieve schuld, dat iedereen die een witte huidskleur heeft per definitie schuldig is, daar wil ze niet aan. Je bent niet schuldig aan de misdaden van je voorouders.
Drayer spreekt tijdens de radio-uitzending ook over identiteitspolitiek en de notie van intersectionaliteit. Identiteitspolitiek is de politiek die draait om de aangeboren kenmerken van mensen, zoals ras, geslacht en seksuele voorkeur, zegt Drayer. Intersectionaliteit is het idee dat hoe meer je minderheid bent, hoe meer je wordt gediscrimineerd. Drayer vindt identiteitspolitiek en intersectionalisme vormen van giftig denken. Ze wilde haar boek eerst Het giffabriekje noemen, maar daar stak haar uitgever een stokje voor, vertelt ze.
Identiteitspolitiek leidt volgens Drayer in een wedstrijdje in slachtofferschap. ‘Ik zag overal om mij heen dat mensen opeens begonnen te denken in termen van gender en ras. Ik kwam uit de tijd dat je aangeboren identiteit bepaalde wie je was. Ik heb mij daarvan bevrijd. Maar het keert weer terug. Tegenstanders van identiteitspolitiek worden keihard veroordeeld. Evenals leden van minderheidsgroepen die zich niet voegen naar je sjablonen. Als je als zwarte vrouw je niet identificeert als zwarte vrouw, dan ben je fout.’
Ook een partij als DENK maakt gebruik van deze manier van denken, vertelt Drayer. Turkse Nederlanders die zich niet gedragen als ‘echte Turken’ worden aan de schandpaal genageld. Ook geeft Drayer het voorbeeld van een Surinaamse vrouw die heel teleurgesteld was dat er ook wit bloed in haar DNA zat. Ze zei dat ze liever volbloed zwart geweest was. Als een wit iemand over puur bloed begint is hij een racist, maar deze zwarte vrouw is dat volgens identiteitsdenkers uiteraard niet, omdat alleen witte mensen, de onderdrukkers, racistisch kunnen zijn. Drayer: ‘Het idee is: je mag wél naar boven trappen.’
‘Maar komt door dit soort redeneringen de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar?’, vraagt Holman. Drayer maakt zich grote zorgen: ‘Sommige mensen mogen niet meer het woord voeren, omdat ze bepaalde minderheden zouden kwetsen.’
Volgens Drayer gaan de media, maar vooral de universiteit en de uitgeverswereld mee in het nieuwe identiteitsdiscours. De wetenschap voorziet identiteitspolitiek ook van argumenten, terwijl de wetenschap juist heel kritisch zou moeten zijn omdat identiteitsdenken volgens haar vol cirkelredeneringen zit.
De partij BIJ1 heeft in de Amsterdamse gemeenteraad maar één zetel, maar volgens Drayer buitenproportioneel veel invloed omdat dankzij de partij het discours verandert. Ze vreest dat onwelgevallige meningen straks niet meer mogen, dat mensen zichzelf gaan censureren. Dat laatste gebeurt volgens haar al.
Het sterkste wapen van de identiteitsdenkers is volgens Drayer de racismebeschuldiging, want daarmee worden andersdenkenden monddood gemaakt. Ze ziet parallellen met de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen ‘links’ heilig zou geloven in marxistische theorieën. ‘Alles was de schuld van het systeem. We hebben niks tegen mensen persoonlijk werd altijd gezegd, maar in de praktijk werden mensen verketterd. Als je bijvoorbeeld de Telegraaf las, op de VVD stemde, enzovoort. Nu gebeurt dat weer.’
In een debat met identiteitsdenkers gelooft Drayer niet, omdat zij zich toch niet door argumenten zouden laten overtuigen. Voor hen is Drayer een geprivilegieerde witte vrouw, zegt ze zelf. ‘Ben je niet bang dat je allemaal venijn over je heen krijgt?’, vraagt Holman haar. Drayer: ‘Ik roep dit ook over mijzelf af, ik had dit boek ook niet kunnen schrijven. Maar ik wil het debat niet aan de extremisten overlaten.’
De aflevering van OBA Live met Elma Drayer is hieronder terug te kijken.
Het reisadvies voor Turkije is opgeschaald tot niveau 2 uit vier, zo tweette de Amerikaanse ambassade in Ankara. De ambassade vindt dit gerechtvaardigd vanwege ‘terroristische dreiging en willekeurige detenties’.
Dat laatste punt legt de ambassade als volgt uit: ‘Veiligheidsdiensten hebben tienduizenden individuen, waaronder ook Amerikaanse burgers, vastgezet vanwege vermeende banden me terroristische organisaties, gebaseerd op summier of geheim bewijs en op gronden die politiek gemotiveerd lijken.’
Amerikaanse burgers zijn daarnaast onderhevig geweest aan uitreisverboden, zodat ze Turkije niet meer uit konden komen, aldus de ambassade in haar reisadvies. ‘Deelname in demonstraties die niet expliciet zijn goedgekeurd door de overheid of kritiek op de overheid, ook op social media, kan resulteren in arrestaties.’
Op specifieke plekken binnen Turkije is het veiligheidsrisico nog groter, zo stelt de ambassade. In het grotendeels Koerdische oosten geldt nu level 3 en de randen van Turkije langs Syrië en Irak zijn zelfs aangemerkt als level 4, wat inhoudt dat je zulke plaatsen maar beter helemaal kunt vermijden. Het risico op terrorisme is er simpelweg te groot, aldus de Amerikaanse ambassade.
Dit jaar hadden Amerikaanse media veel aandacht voor twee gevallen van burgers die in Turkije waren vastgezet. De Turks-Amerikaanse NASA-wetenschappers Serkan Gölge zat er drie jaar vast na beschuldigd te zijn van banden met terroristen. Hij werd in mei vrijgelaten, maar mag nog altijd het land niet uit.
Ook pastoor Andrew Brunson kwam vrij, dit na twee jaar gevangenschap op veroordeling van ‘spionage en banden met terroristische groeperingen’. Na inmenging van de Amerikaanse president Donald Trump mocht hij zelfs meteen Turkije weer verlaten.
Burgers in Nederland die eraan denken om naar Turkije te gaan worden al langer vanuit overheidswege gewaarschuwd voor de politieke situatie in Turkije. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken stelt het volgende:
‘Bij controles door de Turkse overheid kan, als verdenking bestaat van betrokkenheid bij organisaties die Turkije als terroristisch beschouwt, onder andere op vliegvelden, uw telefoon of andere elektronische apparatuur worden onderzocht. De Turkse overheid kan u vervolgen voor uitingen die buiten Turkije zijn gedaan, ook op sociale media. Houd hier rekening mee als u naar Turkije reist.’
Het is dit jaar veertig jaar geleden dat de ayatollahs aan de macht kwamen in Iran. Atheïstische Iraniërs die naar Europa zijn gevlucht hopen dat het theocratische regime ten val komt. ‘Mijn broer en ik worden vermoord als we nu naar Iran zouden teruggaan.’
Een natte dag in de tweede helft van augustus. Een groep van ongeveer 35 demonstranten, van wie de meesten uit Iran zijn gevlucht, vuren in het Perzisch, Nederlands en Engels onophoudelijk slogans af op de Iraanse ambassade in Den Haag. ‘Alle politieke gevangenen vrij, vrij, vrij!’ ‘Weg met de Islamitische Republiek!’ De demonstranten hebben foto’s bij zich van met name linkse en seculiere activisten, zoals bloggers en vakbondsleiders. Die zitten in hun thuisland in de cel, vanwege kritiek op het ayatollahregime of omdat ze de islam zouden hebben beledigd.
Maar niet alleen in Den Haag wordt er gedemonstreerd. De atheïstische mensenrechtenorganisatie Atheist Republic heeft op deze dag in twintig steden in Europa acties bij Iraanse ambassades op touw gezet. Doel van al deze protesten is de vrijlating van gewetensgevangenen. En hoewel er geen reden is om aan te nemen dat de Iraanse overheid hun eisen zal inwilligen, houden deze demonstranten hoop. Wat drijft ze dan tóch?
Gedwongen om te trouwen
‘Ik wil de stem zijn van politieke gevangenen in Iran om hun mensonwaardige leven in de cel te veranderen en hun vrijlating te eisen’, vertelt Parisa Pouyande, organisator van de Haagse demonstratie. Ze groeide op in een progressief gezin in Borujerd, een middelgrote stad in het westen van Iran, en was twaalf toen in 1979 de Iraanse Revolutie begon. Aanvankelijk leken de linkse demonstranten te gaan winnen: ‘Toen de sjah vluchtte in januari 1979, konden linkse partijen en organisaties vrij conferenties houden en teksten publiceren.’
Maar na de terugkeer van ayatollah Khomeini wisten de islamisten de leiding over de revolutie te nemen. ‘Het duurde niet lang tot revolutionaire bewakers van de Islamitische Republiek hard optraden tegen de oppositie, linkse activisten en voorvechters van vrouwenrechten. Op het hoogtepunt van de repressie, in 1981, werden duizenden mannen en vrouwen gearresteerd en geëxecuteerd.’
Na 1981 gingen alle activiteiten ondergronds, vertelt Pouyande. Tegen 1984 had de Islamitische Republiek vrijwel de volledige macht in het land verworven en Pouyande werd door haar familie gedwongen om te trouwen. Na vijf ongelukkig getrouwde jaren scheidde ze, maar de sociale druk op haar om te hertrouwen werd haar te veel. In 1995 besloot ze om naar Europa te vluchten.
Nu woont Pouyande in Nederland, waar ze vrij kan zijn. Ze blijft wel betrokken bij Iran en hoopt vurig dat de theocratische dictatuur van de ayatollahs zal verdwijnen. Zo is ze is actief voor de mensenrechtenorganisatie Campaign to Free Political Prisoners in Iran (CFPPI). Haar doel: een democratisch regime in Iran, waar de doodstraf is afgeschaft en waar de mensenrechten van vrouwen, homoseksuelen en andersgelovigen wordt gegarandeerd.
74 zweepslagen en negen maanden in de wildernis
We praten ook met Mohammad Mozafari (29). Hij werd in Iran veroordeeld tot 74 zweepslagen, één voor elke illegale activiteit die hij had ondernomen. Hij kreeg deze straf vanwege zijn deelname aan protesten bij het parlement en de Evin-gevangenis in Teheran, om de vrijlating te eisen van politieke gevangenen. Mozafari onderhield daarnaast contacten met gevangenen en hij bezocht mensen met dierbaren die door het regime waren vermoord. ‘Sinds de ayatollahs de macht grepen hebben ze niet alleen mij, maar het hele Iraanse volk lastiggevallen en onderdrukt, zowel gelovigen als ongelovigen.’
Toch trotseerde Mozafari de staat steeds weer: ‘Ik ben een patriot en een atheïst, ik geloof dat geen enkel ras superieur is en dat iedereen dezelfde mensenrechten verdient.’ Maar veertien maanden geleden werd het hem te veel: ‘In de cel dreigden ze mij te vermoorden en ze kidnapten mijn broer Mustafa. Ze dwongen hem om mij te bespioneren, op straffe des doods. In juni 2018 besloten we ’s nachts Iran te ontvluchten. We hebben negen maanden in de wildernis geslapen en met veel moeite Nederland bereikt.’
Mohammad Mozafari bij de Haagse ambassade van Iran (Foto: Dariush Koshki)
‘In de cel dreigden ze mij te vermoorden en ze kidnapten mijn broer’
Hier in Nederland probeert Mozafari een stem te geven aan de gevangenen in zijn geboorteland. Hij doet dit door hun berichten te verspreiden over Twitter en in de media. Ook demonstreert hij wel vaker, daarbij steevast gehuld in de pre-revolutionaire Iraanse vlag met een leeuw erop. ‘Sommige mensen zeggen dat die vlag bij het Pahlavi-tijdperk hoort, maar dat is niet de identiteit van ons millennials. Ik vind dat een volksstemming het lot van ons land moet bepalen. Zelf ben ik republikein.’
Het regime kan niet van binnenuit worden hervormd, stelt Mozafari. ‘De Islamitische Republiek moet volkomen instorten door een nieuwe revolutie en vervangen worden door een democratie.’ Veel familieleden van Mozafari hebben geen problemen met het regime. ‘Maar mijn broer en ik worden vermoord als we nu naar Iran zouden teruggaan.’
Verboden boeken in PDF-formaat
‘Historici zeggen dat het Pahlavi-regime ook een dictatuur was, maar geen religieuze. Vrouwen hadden bijvoorbeeld meer rechten dan nu’, zegt Soheyla Salem (40), die kort na de revolutie geboren werd in Karaj, een voorstad van Teheran. ‘De Islamitische Republiek is een uiterst onderdrukkend totalitair religieus systeem dat niet structureel te hervormen is. De situatie kan alleen verbeterd worden door het regime omver te werpen.’
Onder de sjah werd al enige sociale vooruitgang geboekt, zegt ze, en was ongeloof nog legaal. Maar sinds de Islamitische Republiek aan de macht kwam kunnen ongelovigen en ‘afvalligen’ zoals Salem worden geëxecuteerd. ‘Alle intellectuele, religieuze en zelfs seksuele minderheden worden door Iran onderdrukt.’
Als docent probeerde Salem haar leerlingen kritisch te laten nadenken. ‘Ik gaf wetenschappelijke antwoorden, maar uit veiligheidsoverwegingen vermeed ik discussies met leerlingen.’ Sommigen bracht zij stiekem individueel in aanraking met verboden boeken: ‘Meestal downloadden ze die in PDF-formaat op hun telefoon. Lukte dat niet, dan bracht ik hen zelf boeken. Velen kwamen tot dezelfde inzichten als ik, maar deze activiteiten brachten mij ook in de problemen.’
In Nederland geniet ze wel het vrije woord. Nog steeds verstuurt ze verboden PDF-bestanden en probeert ze daarmee het Iraanse regime te ontmaskeren. ‘Als burgers doorzien dat de ideologie van het regime op bijgeloof is gebaseerd, dan zal de steun voor het regime vanzelf wegvallen’, zegt ze resoluut.
Communistische strijdster tegen de doodstraf
‘Het regime heeft vele communisten vermoord, inclusief mijn man,’ vertelt Mina Ahadi (63), Ze is geboren in Abhar, in het noordwesten van het land. Ze is als sjiitische moslima opgevoed, maar zwoer haar geloof af nadat ze op 14-jarige leeftijd de Koran in haar eigen taal had gelezen.
‘In het Arabisch leek het een heel heilig boek, maar in het Perzisch ontdekte ik allerlei contradicties,’ vertelt ze in het Duits. ‘Als meisje moest ik op straat de chador dragen, maar ik mocht niet op straat spelen, alles was verboden.’ In de tijd van de sjah – ‘een dictator, naar mijn mening’ – studeerde ze geneeskunde in Tabriz. Maar door het uitbreken van de revolutie in 1979 kon ze haar studie niet meer afmaken.
Ahadi gelooft heilig in het marxisme. ‘Omdat er in Europa zo veel gebeurd is in naam van het communisme staan veel mensen hier sceptisch tegenover mijn politieke opvattingen. Maar ik denk dat dit kapitalistische systeem onmenselijk is. De politieke beweging die ik heb leren kennen, het arbeiderscommunisme, respecteert wel de mensenrechten.’
Mina Ahadi (links) en Parisa Pouyande (rechts) in debatcentrum De Balie, Amsterdam (Foto: Leon Korteweg)
‘Als meisje moest ik op straat de chador dragen’
Nadat ze noodgedwongen was gestopt met haar studie, werkte Ahadi korte tijd in een fabriek. In 1980 viel de veiligheidspolitie haar huis binnen. Haar man en vijf gasten werden opgepakt, om vervolgens te worden vermoord. Ahadi vluchtte naar Iraans Koerdistan en werkte daar tien jaar in een radiocentrum van de Komalah, de communistische gewapende partij van Iraanse Koerden. In 1990 vluchtte ze naar Wenen en sinds 1996 woont ze in Keulen. In 2001 richtte ze daar het Internationaal Comité tegen Steniging op en in 2004 het Internationaal Comité tegen de Doodstraf.
‘In Europa is dat geen aantrekkelijk thema. Je hoort al snel: ‘Maar in Amerika hebben ze ook de doodstraf.’ Ik probeer dus via de media aandacht te krijgen met foto’s van slachtoffers en interviews met nabestaanden. Dat wekt empathie op. Als ik huil, dan huil jij ook. En samen met andere organisaties heb ik in 2010 de facto steniging in Iran af weten te schaffen.’
‘We moeten levensverhalen vertellen, mensen een gezicht geven’, benadrukt Ahadi. ‘De wereld is nu veel meer met elkaar verbonden en sociale media hebben veel macht. Met theoretische verklaringen bereik je niet miljoenen mensen.’ Ook vindt Ahadi dat kritiek op de islam mogelijk moet blijven.
‘Als je in Europa islamkritiek levert word je al snel weggezet als racist of islamofoob, maar ik zie dat als een strategie van de politieke islam om ons monddood te maken.’ Het gevolg daarvan is dat islamkritiek door extreemrechts gekaapt wordt, stelt Ahadi. Mijn activisme voor mensen- en vrouwenrechten lijdt onder de verkiezingswinst van de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland.’
Volgens onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers van het Middelbury College in Vermont, blijkt dat moslims in de media negatiever worden geportretteerd dan andere minderheden.
De onderzoekers analyseerden ruim 26.000 artikelen, afkomstig uit onder andere the New York Times, the Washington Post, the Wall Street Journal en USA Today. Ze keken bij elk artikel hoe positief of negatief de toon was, en vergeleken het resultaat van elke groep met het gemiddelde krantenverhaal.
Artikelen over moslims kregen een gemiddelde toonscore van -0,92, beduidend negatiever dan andere groepen. Afro-Amerikanen scoorden slechts 0.03.
De meeste artikelen over moslims gingen over terrorisme en de vluchtelingencrisis. Positieve verhalen over moslims haalden de kranten nauwelijks. Ook moslimhaat kreeg nauwelijks aandacht: dit werd in 2 procent van de artikelen over moslims genoemd. Antisemitisme kwam in 17 procent van de artikelen over Joden voor.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.