Zuid-Afrika heeft de meest ontwikkelde economie van het Afrikaanse continent, waardoor het veel migranten aantrekt uit andere delen van Afrika. Eerder deze week leidde dit tot spanningen, toen demonstranten Nigeriaanse winkels in Zuid-Afrika aanvielen, wat gepaard ging met geweld en plunderingen.
Ondanks dat de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa het geweld heeft veroordeeld, hebben de Nigeriaanse zangers Burna Boy en Tiwa Savage besloten om Zuid-Afrika te boycotten. Burna Boy wil pas weer terug naar Zuid-Afrika als de regering van het land wat doet tegen het xenofobe geweld. Savage zegt een concert in Johannesburg af, waar ze over twee weken een optreden zou geven.
I refuse to watch the barbaric butchering of my people in SA. This is SICK. For this reason I will NOT be performing at the upcoming DSTV delicious Festival in Johannesburg on the 21st of September. My prayers are with all the victims and families affected by this.
Ook het voetbalelftal van Zambia heeft besloten Zuid-Afrika te boycotten. Aanstaande zaterdag zou het elftal van Zambia een vriendschappelijke wedstrijd spelen tegen het Zuid-Afrikaanse elftal.
In reactie op het anti-Nigeriaanse geweld in Zuid-Afrika zijn in Nigeria Zuid-Afrikaanse winkels aangevallen. De Zuid-Afrikaanse ambassade in Nigeria is nu gesloten.
De Pakistaanse minister-president Imran Khan heeft op Twitter felle kritiek geuit op India, vanwege de situatie in Kashmir. Hij vraagt zich af waarom de wereld zwijgt, ondanks het schenden van de mensenrechten in het gebied.
Khan schrijft: ‘Vandaag is de 32e dag van het beleg van Kashmir door het Indiase bezettingsleger van de Modi-regering. Onder dekking van dit beleg hebben Indiase strijdkrachten mannen, vrouwen en kinderen uit Kashmir vermoord, verwond (met luchtgeweren) en misbruikt. Mannen zijn afgevoerd en in gevangenissen gegooid, verspreid over India.’
In een andere tweet beweert Khan dat de ziekenhuis in Kashmir kampen met een medicijnentekort. Ook wijst hij op het feit dat communicatie met de buitenwereld bijna onmogelijk is, omdat telefoonverbindingen en het internet het niet meer doen. Toch worden verhalen over de mensenrechtenschendingen naar buiten gebracht en bereiken die de internationale media, voegt Khan toe.
Today is the 32nd day of the siege of IOJK by the Indian Occupation Forces of the Modi Govt. Under cover of this siege, Indian forces have killed, injured (with pellet guns), abused Kashmiri men, women & children. Men have been taken away & thrown into prisons across India.
Het steekt Khan dat de wereld zwijgt over de penibele situatie in Kashmir. ‘Is de menselijkheid van de internationale gemeenschap dood, als moslims worden vervolgd? Welke boodschap wordt hiermee verteld naar de 1,3 miljard moslims in de wereld?’
Khan beschuldigt India van etnische zuiveringen, in Kashmir en in de staat Assam in het oosten van India, waar moslims uit Bangladesh dreigen het land te worden uitgezet. Khan vergelijkt de situatie van nu met die van 1938. Toen negeerden Groot-Brittannië en Frankrijk de dreiging die van Hitler en nazi-Duisland uitgingen, nu negeert de wereld de dreiging van de ‘fascistische, hindoe-supremacistische’ regering van Modi, ‘met haar agenda van etnische zuivering en genocide op moslims’.
Begin vorige maand besloot Modi per presidentieel decreet om een einde te maken aan de autonome status van de Indiase deelstaat Kashmir. In Assam zijn er spanningen, omdat de Indiase regering het plan heeft om honderdduizenden moslims stateloos te maken. Zij hadden niet de benodigde papieren om aan te tonen dat zij of hun voorouders voor 1971 al in India woonden, toen moslimmigranten massaal vanuit Bangladesh naar Assam trokken vanwege de bloedige onafhankelijkheidsoorlog met Pakistan in dat jaar.
De Armeens-Nederlandse onderneemster Anush Avetisyan nam Tayfun Balcik mee op een handelsmissie naar Armenië, waarbij hij eerst een week in Turkije bivakkeerde. Hij focuste zich er vooral op de interculturele betrekkingen tussen Armeniërs, Koerden en Turken. Geen gemakkelijke opgave voor een Turkse Nederlander – dat blijkt wel uit zijn vorige column, die gaat over zijn week in Turkije. Vandaag het tweede deel van zijn reis:
‘Zo, het gaat dan nu eindelijk gebeuren’, denk ik bij Istanbul Airport. Eindelijk naar Armenië! In officiële zin ben ik met Armenië al meer dan tien jaar bezig, sinds ik besloot om een scriptie te schrijven over ‘de gebeurtenissen’ tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar geboren in een Turks-nationalistisch milieu zijn de Armeniërs altijd al onderdeel van mijn leven geweest. Als de bad guys, dan. En nu ga ik naar ze toe. In hun eigen habitat.
De vliegreis is om die reden spannend, zowel bij het verlaten van Turkije als bij het binnenkomen van Armenië. De exit verloopt tot mijn grote opluchting vlekkeloos. Ook mijn entree in Armenië gaat achteraf gezien goed. De douane vraagt alleen of ik naast mijn Nederlandse paspoort nog een ander document had. Ik geef gelijk mijn Turkse ID, die ik bewust in mijn broekzak had gelaten.
‘Heb je geen Nederlandse ID?’, vraagt de agent.
‘Nee.’
’Ook geen rijbewijs?’
‘Helaas.’
Ik denk ‘Wat is dit?!’, maar houd wijselijk mijn mond. Mijn reisgenoot en missiedeelneemster Fatma is uit ander hout gesneden en gaat zich ongevraagd bemoeien met mijn procedure. Die moet onmiddellijk ook haar papieren laten zien, terwijl ze al was gecontroleerd. Uiteindelijk mogen we allebei door.
Anush Avetisyan, die mij uit op deze handelsmissie uitnodigde, wacht op ons, evenals haar stagiaire. We hadden daarop aangedrongen. Je weet maar nooit in een vreemd land. En dan is het maar goed ook om iemand tehebben die Armeens spreekt.
Anush helpt ons deze nacht, zodat we niet te veel moeten betalen aan de taxichauffeur die ons naar Massiv 9 brengt. In deze hoger gelegen buitenwijk van Yerevan met allemaal Sovjet-flats wonen Anush en haar familie. Voor de komende twee weken zal Massiv 9 het startpunt zijn van al onze plannen.
Nadat we een beetje zijn gesetteld, wordt een bezoek aan de Cascade-trappen ons eerste wapenfeit. Dit is een gigantisch bouwwerk met aan het uiteinde beneden een plein met cafés en restaurants. Het is dé ontmoetingsplek van Yerevan. Jong en oud, arm en rijk, ze zijn hier allemaal om te eten, een drankje te doen of even te zitten. Kunst uit de hele wereld wordt geëtaleerd. Gelukkig stopt de bus van Massiv 9 dichtbij Cascade en kan ik hier voor 100 dram – ongeveer 20 cent – zo vaak komen als ik wil.
De eerste ongemakkelijke ‘Turks-Armeense ervaring’ vindt de volgende dag plaats. We gaan met de vader van Anush in zijn Lada naar Etchmiadzin, de moederkerk van de Armeense Apostolische gemeenschap. ‘Ik vraag Anush tussen neus en lippen door of haar vader weet dat hij Turken vervoert. Dat is niet het geval.’
De situatie wordt ongemakkelijker wanneer Fatma een telefoontje van haar familie uit Igdir krijgt en ongestoord Azeri – Azerbeidzjaans – begint te praten. Ik kijk uit mijn linker-ooghoek naar onze chauffeur en merk dat hij dat oppikt. Een lang betoog in het Armeens over de oorlog om (de tegenwoordig door Armenië bezette regio) Nagorno-Karabach met de Azeri’s en de onderdrukking van christenen in het Ottomaanse Rijk begint. We horen het aan.
Bij Etchmiadzin krijgen we een rondleiding. We zien oude tapijten, schilderijen en kledij van geestelijken. Sommige artefacten zijn, zoals de begeleider zegt, ‘gered uit West-Armenië’, het gebied dat door de Turken ‘Zuidoost-Turkije’ wordt genoemd en door de Koerden ‘Bakur’ ofwel ‘Noord-Koerdistan’. Voor de Genocide in 1915 en 1916 woonden er meer dan een miljoen christenen: Armeniërs en Assyriërs.
De kathedraal kunnen we helaas niet in want die wordt gerenoveerd. Wel ontstaat er even discussie over een afbeelding van de Iraanse sjah op de kerk. Dat weetje komt van Fatma: ‘Om vernietiging door de oprukkende Iraanse sjah te voorkomen, zouden de Armeniërs toen zijn afbeelding hebben ingegraveerd.’ Onze chauffeur gaat dat even checken bij een jonge geestelijke, die daar in zijn zwarte gewaad rondloopt.
‘Deze grens is nog steeds gesloten. Voor wat? Deze gronden zijn van ons allemaal’
Ondertussen weten mijn familieleden in Nederland en Turkije nog steeds niks over mijn bezoek naar Armenië. Op social media post ik – behalve foto’s uit Istanbul van een week terug – ook nog niks daarover. Met Anush spreken we de volgende dag af om even de doelstellingen van deze missie scherp te stellen. Onder het genot van een heerlijk kopje koffie bij Tashir Pizza vertel ik haar het volgende.
‘Het gaat mij om de gezamenlijke beleving van Armenië. Iedereen kijkt vanuit andere ogen naar dingen. We zijn bijvoorbeeld gisteren naar Etchmiadzin gegaan en dat was al een hele beleving. Het zou mooi zijn als we zulke uitstapjes met grotere groepen kunnen doen in de toekomst, zodat Armenië langzaam maar zeker uit de vijandelijke beeldvorming komt. En dat kan volgens mij door zoveel mogelijk contact te maken met verschillende individuen en organisaties hier, die ons eventueel zouden kunnen ontvangen.’
Dat is ook wat gebeurt in de dagen die volgen. Zo ontmoeten we Christina Tomosyan van Stichting Imagine, die aan conflictoplossing doet in de Kaukasische regio, samen met filmmaker Davo Avetisyan. Jonge geesten zijn het, die de revolutie van vorig jaar ademen. Ze verzetten zich tegen de corruptie en het aloude nationalisme.
We eten samen en ondernemen een reis naar Goemri, de tweede stad van Armenië met ‘Russische straten’, die vrijwel identiek zijn aan de straten in Kars in Turkije. Beide gebieden zijn namelijk bezet geweest door tsaristisch Rusland. Maar in Goemri zijn de Russen nog steeds niet vertrokken, ze hebben er een militaire basis en er lopen Russische militairen door stad.
Hier ontmoeten we ook parlementariër Hovhannes Hovannisyan. Hij brengt ons naar Khor Virab, een kathedraal bij de Turks-Armeense grens. Precies op het hoogste punt heb ik een kort maar fijn gesprek met een Armeniër uit Frankrijk. Hij is lang geleden met zijn familie uit Turkije vertrokken. Ik hoor hem klagen over onze ‘ezels’ aan de top en ik vertel over mijn activiteiten. ‘Tja’, zegt hij, ‘vanwege een verrot educatiesysteem begrijpen ze jongeren als jullie niet. Kijk, ik ben al ouder dan zestig, jullie zijn nog jong. Maar deze grens is nog steeds gesloten. Voor wat? Deze gronden zijn van ons allemaal.’
Met Hovhannes doen we nog een drankje bij Cascade, waar we toevallig de directeur van het genocide-museum tegenkomen, Harutyun Marutyan. Met hem heb ik de volgende dag een afspraak en hij heeft me twee van zijn artikelen over dialoog als huiswerk opgestuurd. Ik zeg schuldbewust dat ik die nog moet lezen. We geven elkaar een hand en lopen door naar het gezellige Saryanstreet waar shisha’s worden gerookt en de alcohol rijkelijk vloeit.
We gaan aan tafel zitten bij Armeniërs uit de hele wereld en achtereenvolgens krijg ik whisky en abrikozenwodka aangeboden. Denkende aan het museumbezoek en de artikelen, neem ik toch een paar shotjes. En dan komt het gesprek op gang. We vertellen dat we Azerbeidzjanen bij de markt in Vernissage hoorden praten. Een van de tafelgenoten gelooft daar niks van: ‘Ze zouden Armenië niet levend kunnen binnenkomen.’ Toch is de sfeer gemoedelijk. Er wordt gelachen. Het leven is goed. Met een Yandex-taxi gaan we naar Massiv 9 voor 1.500 dram. Niet eens drie euro.
De volgende dag begint met een zwaar hoofd. En dat precies op de meest confronterende dag van de reis: het bezoek aan het genocide-museum. Maar daarover meer bij mijn volgende en laatste column over deze Armenië-reis.
Amnesty International heeft een kritisch rapport opgesteld over de positie van Palestijnse parlementariërs in de Knesset, het Israëlische parlement.
Palestijnse leden van de Knesset worden beperkt in hun vrijheid van meningsuiting, zegt Amnesty. Daardoor wordt het moeilijker voor ze om op te komen voor de Palestijnse minderheid in Israël.
Als voorbeeld noemt Amnesty een in 2016 aangenomen amendement dat het mogelijk maakt om gekozen parlementsleden uit de Knesset te verwijderen. Dit betekent volgens Amnesty dat de Knesset leden naar huis kan sturen die een mening hebben die onacceptabel is in de ogen van de meerderheid van het parlement. In het rapport beschrijft een Palestijnse parlementariër deze dreiging als ‘het zwaard van Damocles dat boven ons hoofd hangt’.
Amnesty bekritiseert ook de houding van Israëlische politici tegenover hun Palestijnse collega’s. De Palestijnse politici die hun werk doen worden voor verraders uitgemaakt en er wordt opgeroepen ze te berechten voor verraad, aldus het rapport.
Op 17 september vinden er in Israël weer parlementsverkiezingen plaats, omdat Benjamin Netanyahu er na de verkiezingen van april dit jaar niet in slaagde een nieuw kabinet te vormen.
In het Franstalige gedeelte van België is sinds deze week onverdoofd ritueel slachten niet meer toegestaan.
Onverdoofd slachten werd in Wallonië al in 2017 verboden. Wel werd er een overgangsperiode ingesteld, die liep tot vorig weekend. Moslims in Wallonië konden tijdens het afgelopen Offerfeest dus nog onverdoofd slachten.
Islamitische en joodse organisaties zijn het oneens met het verbod, dat volgens hen in strijd is met het recht op godsdienstvrijheid. Zij vechten het verbod nu aan bij het constitutionele hof van België.
In Nederland mag onverdoofd ritueel slachten nog wel. In 2011 jaar geleden stemde de Tweede Kamer in met het initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren om de onverdoofd rituele slacht aan banden te leggen, maar het verbod sneuvelde een jaar later in de Eerste Kamer.
Jarenlang leek de Turkse president Recep Tayyip Erdogan onaantastbaar en wist hij zijn macht steeds verder te vergroten, maar het voor hem dramatisch verlopen jaar 2019 lijkt een keerpunt in te luiden. Journalist Abdullah Bozkurt, balling in Zweden, denkt dat de liberale democratie op den duur weer hersteld zal worden.
De verhoudingen in de Turkse politiek veranderen dit jaar rap – en allerminst in het voordeel van president Erdogan. Zo verloor zijn AKP de burgemeestersverkiezingen in enkele grote steden, onder meer in hoofdstad Ankara en in Izmir, de op twee na grootste stad van het land. En natuurlijk in Istanbul, waar de linkse Ekrem Imamoglu een stormachtige opkomst meemaakte. De charismatische CHP’er wordt door politieke watchers nu al getipt als degene die Erdogan misschien wel van zijn troon kan stoten bij de volgende verkiezingen in 2023.
Maar niet alleen van buiten Erdogans gelederen loeren de hazen. Voormalig AKP-premier Ali Babacan heeft uit onvrede over Erdogans koers zijn lidmaatschap opgezegd en gaat mogelijk een nieuwe politieke partij oprichten. En een andere oud-premier, Ahmet Davutoglu, spuit voortdurend harde kritiek op Erdogan en zijn partij. Volgens Davutoglu is Erdogans macht te groot geworden. Bovendien wist hij deze zomer de aandacht te trekken met uitspraken over de coup van 2016 en een serie aanslagen in 2015. De waarheid hierover is nog niet boven tafel, stelt Davutoglu geheimzinnig. Inmiddels is Erdogan het zat en heeft hij Davutoglu geroyeerd als lid, maar geruchten gaan dat Davutoglu, net als Babacan, bezig is met een nieuwe partij op te richten die een concurrent moet worden van de AKP.
En dan hebben we het nog niet gehad over Erdogans beslissing om drie burgemeesters van de pro-Koerdische HDP te ontslaan. Zijn beslissing mondde uit in protesten over het hele land, en wist zelfs Imamoglu – van oudsher bepaald niet populair onder Koerden – te bewegen om naar het Koerdische oosten af te reizen om de burgemeesters en de lokale bevolking een hart onder de riem te steken. Maar de CHP en de Koerden tellen hun kansen om Erdogan van de troon te stoten. Het wordt algemeen aangenomen dat Imamoglu zijn verkiezing als burgemeesters te danken had aan het feit dat de pro-Koerdische HDP geen kandidaat naar voren schoof en dus de facto de CHP steunde – een truc die wellicht bij de aankomende landelijke verkiezingen herhaald zal kunnen worden.
Is het dan toch gedaan met Erdogan en zal de liberale democratie in Turkije worden hersteld? De Kanttekening vroeg het aan de Turkse onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt, directeur van de Nordic Research and Monitoring Network, een Scandinavische non-profitorganisatie die radicalisering bestrijdt, en auteur van het boek Turkey Interrupted: Derailing Democracy, dat handelt over het ontsporen van de Turkse democratie onder Erdogans bewind in de jaren 2013-2014. Bozkurt was correspondent in Washington D.C. voor de Turkse krant Zaman en was oprichter van Muhabir News Agency, dat in juli 2016 op last van de Turkse overheid werd gesloten in de nasleep van de mislukte coup.
‘Davutoglu is een zeer egocentrische man, met veel zelfverbeelding’
Voormalig AKP-kopstuk Ali Babacan is in juli uit de AKP gestapt. Er zijn aanwijzingen dat hij de steun heeft van de voormalige president Abdullah Gül. Ondertussen heeft de AKP besloten om Ahmet Davotoglu te royeren, die zijn pijlen richtte op de AKP en op president Erdogan. Waarom zijn ze plotseling zo openlijk kritisch geworden?
‘Ze zijn al kritisch over Erdogan sinds het moment dat ze door hem effectief op een zijspoor zijn gezet, waardoor ze geen invloed meer hadden op de partij en op de regering. Ze hebben gewacht op het juiste moment om in actie te komen en zullen waarschijnlijk hebben gedacht dat die tijd nu is, gezien de economische moeilijkheden waarmee Turkije kampt en het feit dat de pool met uitgerangeerde AKP-kopstukken steeds groter wordt. Het verlies van de AKP in Istanbul en Ankara bij de gemeenteraadsverkiezingen heeft hun ambities een boost gegeven.’
Er zijn geruchten dat er nieuwe splinterpartijen zullen ontstaan: één rondom Babacan en Gül en één rondom Davutoglu. Denkt u dat deze partijen er zullen komen?
‘De oprichting van splinterpartijen is het meest waarschijnlijke scenario, want zulke partijen worden in Turkije telkens maar weer opgericht. Ook islamistische splinters. Erdogan zelf heeft de AKP als splinterpartij opgericht, toen hij op een zijspoor was gezet door Necmettin Erbakan, de founding father van de politieke islam in Turkije. Maar we moeten natuurlijk nog zien hoeveel mensen zullen overlopen naar die nieuwe partijen, die vermoedelijk zullen worden opgericht. Tijdens elke parlementsverkiezing komt een derde tot de helft van de zetels in andere handen vanwege de keuzes die de partijleiders maken wanneer ze de kieslijsten opstellen. Politici die vermoeden dat ze niet door Erdogan op de lijst worden gezet kunnen zich aansluiten bij de nieuwe start-ups, om op die manier in de politiek te kunnen blijven. Aan deze groep moeten degenen worden toegevoegd die niet blij zijn met Erdogans politieke koers, om welke reden dan ook. ‘
Wie van hen vormt eigenlijk de grootste bedreiging voor de AKP?
‘Babacan en Gül zijn wellicht gevaarlijker dan Davutoglu, omdat zij aantrekkelijker zijn voor een grotere groep Turkse kiezers. Davutoglu is vooral aantrekkelijk voor islamistische kiezers, maar die groep is niet heel groot, zo’n vijf procent van het electoraat.’
‘‘In de Turkse politiek is alles heel moeilijk te voorspellen’’
Waarom slaan Babacan, Gül en Davutoglu de handen eigenlijk niet ineen? In Turkije is er een hoge kiesdrempel, die het kleine partijen moeilijk maakt om in het parlement te komen. Het is dan veel slimmer om samen te werken, toch?
‘Logisch gezien heb je helemaal gelijk, maar tussen Gül en Davutoglu heerst er al jarenlang een sterke animositeit. Ze mogen elkaar niet. Daarnaast: Davutoglu wordt geassocieerd met de omstreden Syrië-politiek van Turkije in de jaren 2012-2014. Dat heeft zijn imago beschadigd. Volgens de oppositie was de bomaanslag in de Turkse grensplaats Reyhanli op 11 mei 2013 de schuld van Davutoglu.
Daarnaast is Davutoglu een zeer egocentrische man, met veel zelfverbeelding, die meent alles te weten omdat hij een academische achtergrond heeft. Mensen ergeren zich aan hem. Ten slotte is hij een islamist, Babacan en Gul zijn gematigder. Dit gezegd hebbende: ze kunnen misschien toch wel besluiten om gedrieën een partij te vormen, want in de Turkse politiek is alles heel moeilijk te voorspellen.’
Davutoglu zei laatst dat de waarheid over de terreuraanvallen in de zomer van 2015 nog steeds niet boven tafel is gekomen. ‘Als de terreur-gerelateerde zaken worden onderzocht, dan zullen veel mensen niet meer het publiek onder ogen durven komen.’ Waarom zegt hij dit?
‘Hij bedoelde dat hij toen aan zijn lot werd overgelaten terwijl hij een coalitieregering aan het vormen was om serieuze terreuruitdagingen aan te pakken, in de nasleep van opeenvolgende terreuraanslagen van ISIS en de PKK. Dat was op het moment dat de AKP in juni 2015 haar meerderheid had verloren in het Turkse parlement. De nationalistische MHP verwierp Davutoglu’s coalitievoorstel, terwijl Erdogan de positie van Davutoglu ondermijnde door te proberen hem het partijleiderschap af te pakken. Een ander deel van de kritiek was aan de pro-Koerdische HDP en aan de PKK gericht. De PKK wordt verantwoordelijk gehouden voor de dodelijke terreuraanslagen in Ankara. Maar sommige mensen in de oppositie interpreteerden Davutoglu’s uitspraken anders. Ze meenden dat Erdogan in werkelijkheid achter deze terreuraanvallen zat en dat Davutoglu dat wist. De aanslagen zouden zijn gepleegd door de Turkse geheime dienst, om de AKP aan een verkiezingsoverwinning te helpen. De AKP behaalde in november 2015 weer de meerderheid in het parlement, die de partij in juni had verloren.’
Waarom maakt hij van die vage statements en vertelt hij niet gewoon wat er echt gebeurde in de zomer van 2015?
‘Davutoglu is bezig om bedreigingen van de kant van Erdogan te pareren en wil sterker staan. Hij weet dat Erdogan veel kan doen om zijn nieuwe partij te ondermijnen, maar door zulke opmerkingen te maken laat hij zien dat ook hij niet vies is van politieke spelletjes en enkele troefkaarten in handen heeft, die het Erdogan mogelijk heel moeilijk kunnen maken. Al kan Davutoglu natuurlijk niet alles openbaar maken, want hij was op dat moment minister-president en dus de eerste die zal worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid in dat tumulteuze jaar 2015. Erdogan was op dat moment president, maar het presidentschap was toen nog vooral een symbolische functie omdat pas in 2017 de Turkse grondwet werd gewijzigd en het presidentiële systeem werd ingevoerd.’
Ondermijnt Davutoglu dus eigenlijk niet ook zichzelf, met zijn statements?
‘Inderdaad. Dat is precies wat hij doet.’
Foto: Ahmet Davutoğlu
Zijn er nog andere dissidenten in de AKP, behalve het duo Babacan-Gül en Davutoglu?
‘Volgens de geruchten zijn er vijftig afgevaardigden die misschien weg zullen lopen, maar het is verschrikkelijk moeilijk om deze geruchten te verifiëren. Misschien is er niets van waar.’
Maar mochten de geruchten waar zijn, zullen deze dissidenten dan naar Babacan overlopen of naar Davutoglu? Of zullen ze misschien proberen de macht in de AKP over te nemen en Erdogan een pootje lichten?
‘Waarschijnlijk zullen ze naar Babacan gaan. Een coup binnen de AKP is vrijwel onmogelijk, omdat Erdogan de touwtjes stevig in handen heeft.
Hoe groot is de kans dat Erdogan wordt verslagen bij de parlementsverkiezingen die, als er tenminste geen vervroegde verkiezingen komen, in 2023 zullen plaatsvinden?
‘Erdogan gaat het moeilijk krijgen, omdat hij meer dan vijftig procent van de stemmen moet krijgen. Dat wordt een hele kluif, gezien de huidige politieke en economische situatie in Turkije. Erdogan moet meer samenwerken met mensen uit de oppositie en nieuwe allianties smeden. Via omkoping en het uitdelen van baantjes kan Erdogan de politiek manipuleren. Maar hij kan niet de economie controleren omdat die afhankelijk is van externe factoren. En aan het einde van de dag kijken burgers wellicht eerst naar hun portemonnee, dan pas naar de ideologische verhalen.’
‘We moeten de nederlaag van Erdogan in Istanbul ook weer niet overdrijven’
Als Erdogan in zijn positie wordt bedreigd, wat zal dan zijn antwoord zijn? Repressie? Of toch meer vrijheid?
‘Erdogan kan de klok niet zomaar terugdraaien en Turkije weer in een liberale democratie veranderen. Zijn politieke en zakelijke vrienden en hijzelf zullen dan worden aangeklaagd. De corruptieonderzoeken uit 2013 maakten dat heel duidelijk, toen Erdogan en zijn zoon Bilal verdacht werden van corrupte praktijken. Uiteindelijk wist Erdogan het onheil af te wenden door 7000 agenten, meer dan duizend werknemers van veiligheidsdiensten en honderden rechters en officieren van justitie te ontslaan of over te plaatsen. Dus als Erdogan zich opnieuw bedreigd voelt zal hij voor meer repressie kiezen, anderen intimideren en clandestiene operaties plannen, om zo aan de macht te kunnen blijven.’
Vorige week besloot de nieuwe burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, om het regeringsgezinde TürkMedyaniet langer financieel te spekken. Op welke andere manieren heeft de nederlaag in Istanbul gevolgen voor Erdogan en de AKP?
‘We moeten de nederlaag van Erdogan in Istanbul ook weer niet overdrijven. Het is vooral een symbolische nederlaag. Vergeet niet: Turkije is heel sterk gecentraliseerd en de burgemeesters kunnen weinig beginnen zonder goedkeuring van Ankara. Sommigen beweren dat Erdogan met het verlies van Istanbul en Ankara veel macht over de economie heeft verloren. Leuk bedacht, maar dat moeten we echt nuanceren.
De meeste belastinginkomsten gaan nog steeds de centrale overheid. En Erdogan kan, met alle macht die hij heeft, Imamoglu als burgemeester verwijderen. Daarnaast is de AKP nog steeds de baas in de meeste districten van Istanbul. Het meeste geld komt uit Ankara. Als Erdogan het wil, kan hij makkelijk een manier vinden om TürkMedyate subsidiëren. Maar misschien heeft Erdogan andere prioriteiten. Op dit moment heeft hij toch bijna alle Turkse media al in handen.’
”Erdogan oefent, via Öcalan, veel invloed uit op de Koerdische politiek”
In het oosten van het land zijn drie HDP-burgemeesters ontslagen. Was dit een slimme zet van Erdogan? Of maakt deze stap zijn tegenstanders meer vastberaden?
‘Op korte termijn is deze stap zeer begrijpelijk. Erdogan laat zien dat hij de baas is en dat men niet met hem moet sollen. Maar op de middellange en lange termijn gaat deze beslissing in tegen Erdogans belangen en die van Turkije als geheel. Maar, en dit zeg ik met nadruk, Erdogan vecht iedere dag om politiek te overleven en hij heeft niet de luxe om een langere-termijn-politiek te voeren. Hij gokt dat de omstandigheden in de toekomst beter zullen zijn, zodat hij ook straks de bovenliggende partij zal zijn.
Het besluit om de burgemeesters van Diyarbakir, Van en Mardin te ontslaan kan tot gevolg hebben dat zijn vijanden, zoals je zegt, meer vastberaden worden. Maar het kan ook de andere kant opgaan, dat de oppositie elkaar in de haren vliegt. Erdogan heeft laten zien dat hij en PKK-leider Abdullah Öcalan soms goed kunnen samenwerken. Zo riep Öcalan vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van eind juni in Istanbul de Koerdische kiezers op geen partij te kiezen tussen de AKP en CHP. Als de Koerden hieraan gehoor zouden hebben gegeven dan had de AKP de verkiezingen gewonnen, maar de Koerdische kiezers in Istanbul besloten – ondanks Öcalans advies – om CHP te stemmen. Veelzeggend is daarnaast het feit dat de HDP het tegenwoordig nauwelijks nog heeft over Selahattin Demirtas, de voormalige HDP-leider die nu in de gevangenis zit. Erdogan oefent, via Öcalan, veel invloed uit op de Koerdische politiek.’
Foto: World Economic Forum, Ali Babacan
Erdogans populariteit daalt ook deels omdat de Turken steeds meer genoeg krijgen van het grote aantal Syriërs in het land. Inmiddels heeft hij rond het Syrische conflict toenadering tot Rusland gezocht. Maar Rusland steunt de Syrische dictator Assad, een vijand van Turkije. Speelt Vladimir Poetin een spelletje met Erdogan? Of is hij toch een bondgenoot van Erdogan, die hem helpt om Turkije onafhankelijker te maken van het Westen, de EU en de NAVO?
‘Poetin vindt Erdogan een lafaard en veracht hem. Ook ziet hij de Turkse variant van de politieke islam als een bedreiging, omdat Rusland een niet-onaanzienlijke islamitische minderheid heeft. Onder de jihadisten die in Syrië vechten zitten veel mensen met een Russisch paspoort. Niettemin gebruikt Poetin de zwakte van Erdogan, regionaal en mondiaal, om in Syrië de toekomst te bepalen en om de NAVO te verzwakken. De samenwerking tussen Turkije en Rusland is vooral tactisch van aard, niet strategisch. Beide landen hebben andere belangen. En Turkije is de onderliggende partij in dit geopolitieke spel. Erdogan hoopt echter te kunnen profiteren van de samenwerking met Rusland, want hij kan dit gebruiken als troef, om zo sterker te staan tegenover de Verenigde Staten en Europa tijdens onderhandelingen. Erdogan gebruikt de Syrische vluchtelingen ook als troef en dreigt dan de grenzen open te gooien, waar de EU niet op zit te wachten.’
Over Syrië gesproken, Erdogan wil graag het noorden van Syrië bezetten, dat nu in handen is van de Koerden, om dat gebied in een bufferzone te veranderen. Ligt er een nieuwe oorlog in het verschiet?
‘Dat hangt van allerlei factoren af. De Russen zitten ook in Syrië en hebben daar belangen. Pas als de Russen groen licht geven, durft Turkije iets te doen. Belangrijker denk ik is de wens van Erdogan om iets blijvends achter te laten. Erbakan, zijn politieke leermeester, was als vice-premier mede verantwoordelijk voor de Turkse invasie van Cyprus in 1974. De Turkse Republiek Noord-Cyprus is een blijvend monument voor zijn vice-premierschap. Erdogan hoopt iets soortgelijks in Noord-Syrië te bereiken. Het past ook helemaal in zijn islamistische ideologie. Daarom steunt hij ook moslimstrijders die in Syrië vechten.’
U bent nu in politieke ballingschap in Zweden. Bent u inmiddels Zweeds staatsburger?
‘Nee, mijn asielaanvraag loopt nog. Maar ik hoop natuurlijk gewoon weer terug te kunnen keren naar mijn vaderland, naar Turkije.’
Is dat niet onrealistisch?
‘Op korte termijn zal Turkije niet veranderen, maar ik verwacht dat dit op de langere termijn wel gebeurt. Dat kan bijna niet anders. Het Erdoganregime kan zijn koers niet volhouden, niet met deze economische tegenspoed. Op dit moment bevindt Erdogan zich in een Catch 22-positie. Alle keuzes die hij maakt hebben nadelige consequenties. Stappen die hij zet om op de korte termijn politiek te overleven kunnen, zoals bijvoorbeeld het ontslaan van HDP-burgemeesters, in de toekomst wellicht nadelig voor hem uitpakken. Ik heb dus hoop. Dat houdt mij ook op de been.
Maar hoewel ik positief ben, ben ik niet naïef. Als de democratische rechtsstaat in Turkije hersteld is, dan zal het nog lang duren voordat alle wonden geheeld zijn en de situatie weer helemaal normaal is. Erdogan heeft via de media, de verschillende bestuursorganen en via de rechterlijke macht heel veel invloed in Turkije. In het post-Erdogantijdperk zullen we veel tijd nodig hebben om dit allemaal op te lossen.’
Afgelopen vrijdag sloeg een bruiloftsgast een agent op laffe wijze van achteren neer, nadat de agent een trouwstoet die voor overlast zorgde aan de kant had gezet. De agent werd bewusteloos geslagen en liep een hersenschudding op. De dader is nog altijd niet opgepakt, ondanks een emotionele oproep van de familie van de agent. ‘Schandalig en onacceptabel’, zo noemde de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb dit incident. En daarmee ben ik het – en ik vermoed velen met mij – volkomen eens.
Deze daad is een brevet van moreel onvermogen. Want hoe ver kan een mens gaan voor tijdelijk genot, voor zover rijden in een dure (huur)auto, met je hoofd uit het raam hangen en toeteren überhaupt plezierig is. Ik snap dat een bruiloft een feestelijk gebeuren is, dat mensen graag uitbundig willen vieren. Maar dit mag op geen enkele wijze een vrijbrief zijn om de ander lastig te vallen.
Jouw vrijheid stopt waar die van een ander begint. Niemand hoeft in de file te staan omdat jij het zo nodig vindt om de weg te blokkeren. Niemand hoeft ongevraagd jouw muziekvoorkeuren te horen. Niemand heeft je gevraagd om een streetrace te houden. Daar bedanken we vriendelijk voor. Vier gerust je feestje, maar wanneer je verzocht wordt te kappen met bepaald ongewenst – en gevaarlijk – gedrag, dan kap je daar ook mee.
Gelukkig zijn er ook mensen die gehoor geven aan dit verzoek en netjes verder gaan. Maar de mensen die afgelopen vrijdag besloten geweld te gebruiken tegen hén die ons juist proberen te beschermen en voor onze veiligheid opkomen, daar heb ik geen woorden voor. Als agenten niet meer veilig zijn, wie dan wel? We zouden er alles aan moeten doen om zulke acties in de toekomst te voorkomen. Daarom juich ik de oproep van de Rotterdamse burgemeester toe om dit probleem harder aan te pakken.
Verschillende partijen hebben rekenschap af te leggen. De autoriteiten moeten in actie komen. De ouders dienen hun kinderen aan te spreken. Scholen moeten hun leerlingen op tijd ethische kaders meegeven, zodat ze leren wat wel en wat niet kan. Ook moeten jongeren worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Hierbij moeten we uiteraard niet generaliseren. Want er zijn duizenden jongeren die zich keurig gedragen, maar dit soort treiteraars verpesten het helaas voor de rest.
Een echte man is iemand die zijn woede in bedwang houdt en zijn verantwoordelijkheid neemt
Als imam doe ik mijn best om wangedrag te begrijpen, maar ik heb er geen verklaring voor. Ligt het probleem misschien niet veel dieper? Is asociaal gedrag misschien een symptoom van een probleem waar onze samenleving, op een veel fundamentelere manier, mee kampt? Misschien heeft baldadigheid wel te maken met een existentiële leegte die jongeren ervaren. Een identiteitscrisis. Misschien willen ze met dit soort ‘machogedrag’ die leegte compenseren.
Soms geloof ik dat deze brooddronken jongeren lijden aan een minderwaardigheidscomplex. Zij zijn op zoek naar status, die zij niet met hun werk of met hun studie hebben bereikt. Gebrek aan toekomstperspectief wordt gecompenseerd met dure kleding en stoere auto’s. Maakt het rijden in een mooie huurauto, mensen in de buurt treiteren en een agent knock-out slaan je tot een echte man, die het toch maar even heeft gemaakt? U weet het antwoord op deze retorische vraag. Nee, natuurlijk niet. Maatschappelijke status wordt bepaald op basis van je inzet voor de samenleving. En zelfs binnen de ‘straatcultuur’ word je niet gezien als een badass, omdat je iemand van achteren hebt neergeslagen. Dan ben je een mislukte macho.
Daarom sluit ik mij aan bij de oproep van de vrouw van de agent en verzoek ik de dader om zich bij de politie te melden. ‘Jij, die van achteren mijn man neersloeg, wees alsjeblieft een echte man. Je hebt je feestje gehad. Meld je.’ Ook roep ik de getuigen op om te getuigen, zodat de dader kan worden opgespoord. Dat is een morele noodzaak en een religieuze plicht.
Een echte man is iemand die zijn woede in bedwang houdt en zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij is niet iemand die een ander van achteren neerslaat en vervolgens op de vlucht slaat. Dat is laf, meer kan je er niet over zeggen.
De anti-islambeweging Pegida van Edwin Wagensveld mag niet meer voor moskeeën demonstreren. Dit zei burgemeester John Jorritsma afgelopen dinsdag, tijdens een vergadering van de Eindhovense gemeenteraad. Pegida mag nog wel demonstreren voor het gemeentehuis.
Tijdens de raadsvergadering kwam de Sinterklaasintocht van 16 november aanstaande ook aan de orde. Pegida wil op die dag demonstreren, maar de antiracistische beweging Kick Out Zwarte Piet (KOZP) ook. De gemeenteraad is bang dat dit tot een onaangename confrontatie leidt. Vorig jaar liep de sinterklaasintocht uit de hand, toen voorstanders van Zwarte Piet KOZP-activisten met eieren bekogelden.
Op sociale media werd het besluit van de Eindhovense burgemeester stevig bekritiseerd. Ook mensenrechtenorganisatie Amnesty International was kritisch.
Een groep op voorhand en voor altijd verbieden om op een bepaalde locatie te demonstreren:
The Investigative Journal, een New Yorkse talkshow, heeft exclusief bewijsmateriaal vrijgegeven waaruit zou blijken dat Turkije Al Qaida en ISIS in Syrië financierde in hun heilige oorlog tegen president Bashar al-Assad. Voormalig politiecommissaris Ahmet Yayla deed hierover een boekje open.
Dat Turkije terroristen de Syrische grens heeft laten passeren zou blijken uit afgetapte communicatie, zoals audio-opnamen en documenten die zijn uitgewisseld tussen de Turkse inlichtingendiensten en terroristische groeperingen in Syrië.
Yayla diende Turkije twintig jaar als chef terrorismebestrijding. Hij heeft de Verenigde Staten verzocht om Turkije hierop aan te spreken. De Turkse president steunt volgens Yayla terroristische groeperingen die verantwoordelijk zijn voor de moord op duizenden onschuldige mensen in Syrië, waaronder vrouwen, kinderen, journalisten en hulpverleners.
Tijdens het interview, dat op 2 september werd uitgezonden, vertelde Yayla dat Turkije rond 2010 begon jihadisten wapens te sturen, voor de opstand tegen Assad in 2012. De eerste strijdgroep in de Syrische Burgeroorlog die door Turkije werd gesteund was het Vrije Syrische Leger, maar al gauw besloot Turkije jihadistische groepen te steunen, zoals Jabhat Al Nusra. Voorts zou de Turkse regering opzettelijk een oogje dichtknijpen voor jihadisten die de Turks-Syrische grens overgingen. Daarnaast werkt Erdogan volgens Yayla samen met de emir van het golfstaatje Qatar, dat verantwoordelijk zou zijn voor de financiën van de terroristen.
Volgens Yayla chanteert Erdogan Europa. De Turkse president kan, als hij dat wil, terroristen door laten reizen naar Europa. De Europese landen weten dit en zijn daarom geneigd om Erdogan maar zijn zin te geven. Dat Erdogan jihadisten steunt komt volgens Yayla voort uit zijn islamistische ideologie en de wens om leider te worden van de soennitische islamitische wereld. De Syrische Burgeroorlog biedt hiertoe kansen.
Om zijn plannen te kunnen realiseren werkte Erdogan onder meer samen met de directeur van de Turkse Nationale Inlichtingendienst (MIT), aldus Yayla. Agenten van deze dienst hielpen clandestien jihadisten aan wapens. Ook regelde MIT via transportbedrijven in Ankara wapentransporten naar Syrië.
Uit een afgetapt telefoongesprek zou bovendien blijken dat Hakkan Fidan, het hoofd van de Turkse inlichtingendienst, 2.000 vrachtwagens naar Syrië stuurde met wapens voor jihadisten. Ook gaf hij agents provocateurs de opdracht een schijnaanval uit voeren op Turkije met raketten, die Turkije het excuus zouden geven om een oorlog te voeren. Bovendien moest het graf van Süleyman Shah aan worden gevallen. Deze vorst is van grote historische betekenis voor Turkije omdat hij de grootvader is van Osman I, de stichter van het Ottomaanse Rijk.
Tal Heinrich, de presentator van de talkshow, wijst tijdens de uitzending op een uitgebreid rapport van de Turkse onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt, die als politieke balling tegenwoordig in Zweden woont. Bozkurt heeft de illegale wapenhandel tussen Turkije en de Syrische jihadisten in kaart gebracht. In een baanbrekende reportage voor The Investigate Journal merkte Bozkurt op dat er elke week twee tot drie ladingen wapens werden vervoerd, via vrachtwagens en nachtvluchten. De vliegtuigen kwamen uit Qatar.
Uit het onderzoek van Bozkurt bleek bovendien dat in een maand in 2014 maar liefst 1440 jihadisten via Turkije de oversteek naar Syrië hebben gemaakt en dat ISIS 87 strijders over dezelfde grens terug naar Turkije smokkelde. Deze cijfers zijn gebaseerd op het onderzoek naar één grensovergang, het werkelijke cijfer ligt vermoedelijk een stuk hoger.
We zouden het bijna vergeten, maar India is met bijna 200 miljoen islamieten één van de grootste moslimlanden ter wereld. Waar er volgens critici sinds 2014 – toen president Nerandra Modi en zijn BJP-partij aan de macht kwamen – een hindoe-nationalistisch wind door het land waait, lijkt India sinds augustus te kampen met een storm die weinig goeds voor de moslimminderheid voorspelt.
Begin vorige maand besloot Modi per presidentieel decreet om artikel 370 van de grondwet te schrappen. Daardoor kwam er een einde aan de autonome status van de Indiase deelstaten Jammu en Kashmir. India zegt de orde in het gebied te willen herstellen, waar islamitische separatisten al meer dan dertig jaar lang een strijd voeren tegen wat zij zien als de Indiase bezetting van hun land.
Ook in de noordoostelijke deelstaat Assam zijn er spanningen, omdat de Indiase regering het plan heeft om honderdduizenden moslims stateloos te maken. Zij hadden niet de benodigde papieren om aan te tonen dat zij of hun voorouders voor 1971 al in India woonden, toen moslimmigranten massaal vanuit Bangladesh naar Assam trokken vanwege de bloedige onafhankelijkheidsoorlog met Pakistan in dat jaar. Lokale armoede, natuurrampen, analfabetisme en een gebrek aan officiële documentatie maakten dit proces in vele gevallen lastig en in sommige gevallen zelfs onmogelijk. Toch worden deze statelozen vanaf nu gezien als illegale buitenlanders die het land dienen te verlaten. Ondertussen wordt er in Assam geklust aan tien detentiecentra, waar 3.000 mensen per kamp kunnen worden ondergebracht.
Drijft president Modi moslims en de hindoemeerderheid in het land uiteen? De Kanttekening vroeg het aan mensenrechtenactivist Ali Raza Syed, voorzitter van de Kashmir Council-EU die in Europa voor de mensenrechten in Kashmir opkomst, en met Kalyan Pathak, inwoner van Assam. ‘Misdaden tegen mensen uit Kashmir kunnen straffeloos worden gepleegd, de daders worden toch niet berecht.’
Traangas, wetteloosheid en een avondklok
Ali Raza Syed vertelt dat de Kashmir Council-EU Europa bewust wil maken van wat er in Kashmir gebeurt. ‘Onze mensen lijden. Al zeventig jaar. We willen dat hier een einde aan komt. Van de Europese Unie verwachten we veel, omdat de EU de mensenrechten hoog in het vaandel heeft staan. Maar ze moeten eerst wel weten wat er in Kashmir aan de hand is, daar informeren we over.’
Syed vertelt een verhaal over een zevenjarig meisje, dat omdat ze op het verkeerde moment naar buiten keek voor altijd blind is geworden door traangas van de oproerpolitie. ‘Ze wilde heel graag dokter worden, dat was haar droom, maar dat kan ze nu wel vergeten.’ Een ander voorbeeld van mensenrechtenschendingen in Kashmir is de verkrachting van een achtjarig meisje door een groep criminelen. ‘De daders zijn nooit vervolgd, omdat de BJP deze moordenaars de hand boven het hoofd hield. Misdaden tegen mensen uit Kashmir kunnen straffeloos worden gepleegd, de daders worden toch niet berecht.’
Nadat India een einde heeft gemaakt aan de autonomie van Kashmir is het alleen maar erger geworden. Er heerst een sfeer van angst, vertelt Syed. ‘India heeft politieke leiders en activisten opgepakt, veiligheidstroepen patrouilleren door de straten, samenscholingen zijn verboden, er is een avondklok ingesteld, journalisten mogen het gebied niet in en de bewoners van Kashmir kunnen niet communiceren met de buitenwereld want de telefoon- en internetverbindingen liggen er allemaal uit. Ik kan dus ook niet spreken met mijn vrienden in Kashmir, maar zal dat natuurlijk meteen doen als de communicatielijnen weer zijn hersteld.’
‘Er heerst een sfeer van angst’
De mensenrechtenactivist benadrukt het ondemocratische karakter van het besluit de om autonomie van Kashmir in te trekken. ‘Er zijn zeven staten met een speciale status. India veranderde de status van Kashmir van bovenaf, niet via het regionale parlement. Ook de hindoes in Jammu en Kashmir zijn tegen deze maatregelen.’
De Amerikaanse president Donald Trump Britse premier Boris Johnson vinden dat de vete tussen India en Pakistan zonder tussenkomst van anderen en via een dialoog moet worden opgelost. Pakistan is het daar vooralsnog niet mee eens. Het land probeerde eind vorige maand de kwestie te internationaliseren door de acties van India aan te vechten bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Maar de meeste deelnemende landen vinden de zaak een aangelegenheid tussen India en Pakistan, niet iets dat internationaal moet worden opgelost.
Maar volgens Syed kan de situatie in Kashmir niet worden opgelost door bilateraal overleg tussen India en Pakistan. ‘We moeten zelf over onze eigen toekomst beslissen. Er moet een referendum komen waarin de bevolking van Kashmir zich kan uitspreken over de toekomst van de staat. Willen we een onafhankelijk land worden? Willen we aansluiting bij Pakistan? Of willen we bij India blijven?’ De Kashmir Council-EU heeft geen mening over de uitkomst’, zegt Syed. ‘We willen dat er een referendum komt, dat we democratisch over onze toekomst mogen beslissen.’
Demonstratie Kashmir Council-EU in Brussel (Foto: Ali Raza Syed)
Opgeklopte verhalen en nuances
We vragen Kalyan Pathak uit Assam hoe de media de controverse rond Kashmir verslaat. Hebben zij wel oog voor de mensenrechtenschendingen die daar plaatsvinden? ‘Wat mij opvalt’, zegt Pathak, ‘is de eenzijdige opstelling van BBC India. De omroep is, sinds het intrekken van de autonomie van Kashmir, alleen maar kritisch. Er wordt alleen maar verteld hoe slecht dit zou zijn. Dit, terwijl er ook veel mensen in Kashmir zijn die het beleid van Modi toejuichen – het is nu veel makkelijker om werk in andere deelstaten van India te vinden.’
Pathak maakt zich wel zorgen over media die proberen de spanningen tussen hindoes en moslims op te kloppen. ‘Er zijn heel veel media in India, ook kleinere media. Zij willen graag meer luisteraars of kijkers hebben en komen daarom met verhalen die niet waar zijn, zoals vechtpartijen tussen moslims en hindoes die helemaal niet hebben plaatsgevonden. De werkelijkheid is dat we best heel goed met elkaar kunnen opschieten. Moslims doen mee aan hindoefeesten, hindoes doen mee aan moslimfeesten. Ook veel Indiase moslims steunen Modi, hij is daarom minder anti-islamitisch dan buitenstaanders denken. Maar als je heel erg in tegenstellingen denkt, dan zie je deze nuances niet.’
‘Ook veel Indiase moslims steunen Modi’
Voor de bewoners van Kashmir die onafhankelijkheid wensen, of aansluiting bij Pakistan, heeft Pathak weinig begrip. Je kunt wel heel kritisch zijn over die avondklok, maar die is nodig omdat er anders rellen komen, zegt hij. ‘Ik heb wel eens mensen uit Kashmir gesproken die mij vertelden dat je goed betaald als je met stenen gooit naar de politie. Terroristische organisaties, die gesteund worden door Pakistan, zitten hierachter.’
Hoewel Pathak zich zorgen maakt over de invloed van Pakistan op Kashmir, gelooft hij niet dat er oorlog komt. ‘Pakistan kan deze oorlog niet winnen en krijgt ook geen steun van de andere islamitische landen.’
De situatie in Assam, waar Pathak woont, is minder gespannen dan in Kashmir, vertelt hij. ‘We hebben hier ook geen problemen met moslims, wat soms in westerse media wordt gesuggereerd, maar met illegale immigranten uit Bangladesh. Zij zijn namelijk goedkope arbeidskrachten en veel mensen in Assam zijn bang dat ze hierdoor hun baan zullen verliezen.’
De wet van Modi om ongewenste inwoners Assam uit te sturen, tenzij ze kunnen aantonen voor 1971 in de Indiase deelstaat te wonen, is even on hold gezet, vertelt Pathak. ‘Maar in de toekomst kan deze wet weer van stal worden gehaald, als Modi het nodig vindt.’
‘Islamitische landen laten het massaal afweten’
Genocide?
Terug naar Kashmir. Ali Raza Syed is niet van de relativerende taal. Hij trekt de vergelijking tussen Modi en Adolf Hitler. ‘De geschiedenis mag zich niet herhalen.’ Hij vreest dat het in Kashmir misschien tot een genocide kan leiden, net als in Myanmar op de islamitische Rohingya. ‘Als gevolg van de lockdown krijgen kinderen geen eten, kinderen die medicijnen nodig hebben krijgen die niet, met als gevolg dat kinderen sterven. Dit moet stoppen. In Rwanda vroegen de mensen in 1994 de internationale gemeenschap om hulp, maar die kwam niet, met een afschuwelijke slachting tot gevolg. Ik maak mij grote zorgen.’
Zijn hoop vestigt Ali Raza Syed op de Europese Unie. Islamitische landen laten het massaal afweten, vertelt hij, terwijl je misschien zou verwachten dat zij hun broeders in India zouden steunen. ‘Maar deze landen geven niet om mensenrechten, ook niet in eigen land, en willen bovendien India graag te vriend houden. Minister-president Modi heeft eind augustus in de Verenigde Arabische Emiraten nog een prestigieuze prijs in ontvangst kunnen nemen. Hiermee keuren ze feitelijk het optreden van Modi in Kashmir goed.’
Tot 1947 waren Jammu en Kashmir een Indiaas vorstendom, dat onder het gezag van het Britse koloniale bewind viel. De vorsten van Jammu en Kashmir waren hindoeïstisch, terwijl de meerderheid van de bevolking moslim was. Toen het koloniale bewind in 1947 eindigde en India en Pakistan werden gesticht, ontstond er al gauw een conflict over Jammu en Kashmir. Het islamitische Pakistan wilde graag dat Kashmir zich bij Pakistan zou aansluiten, maar vreesde dat de maharadja van Jammu en Kashmir voor India zou kiezen.
Tijdens de eerste oorlog om Kashmir, die van 1947 tot 1949 duurde, trok India aan het langste eind. Pakistan slaagde er wel in om het noorden van het voormalige vorstendom te bezetten, maar India bleef het centrale deel en het zuiden in handen houden. In 1965 en in 1999 voerde Pakistan opnieuw oorlog om Kashmir, maar tevergeefs.
68 procent van de Indiase staat Jammu en Kashmir is moslim. 28 procent is hindoeïstisch. Sinds 1989 woedt er een gewapende opstand in Jammu en Kashmir tegen de Indiase regering. Deze strijd heeft inmiddels tienduizenden leven geëist. Pakistan steunt radicaal-islamitische groeperingen in Kashmir moreel en met trainingen en wapens.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.