18.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 122

Vluchtelingen demonstreren tegen uitsluiting en racisme in Nederland

0

Vluchtelingen zijn de Nederlandse botheid beu. Op 18 juni demonstreerden ze in Amsterdam tegen de leefomstandigheden in asielzoekerscentra. ‘Ik heb mijn geluk gezocht in Nederland en ik denk dat het een verkeerde beslissing was.’

Terwijl onze regering migratie wil stoppen en in Europees verband deals treft met autoritaire staten aan de randen van Europa, gaan vluchtelingen in Nederland de straat op voor het behoud van hun rechten. Daar demonstreren ze voor, op 18 juni in Amsterdam. De Kanttekening spreekt met de organisatoren en met vluchtelingen die deelnemen. Wat beweegt hen? De een gaat voor gelijke behandeling en hoop, terwijl bij de ander bittere gevoelens tegenover de Nederlandse maatschappij een rol spelen. ‘In Ter Apel kan op elk moment de crisis weer losbarsten’, zegt migratieactivist Roos Ykema.

Zij is voorzitter van MiGreat, een organisatie die campagne voert voor ‘vrije migratie’. Ze gelooft erin dat vluchtelingen en andere migranten exacte dezelfde rechten zouden moeten hebben als Nederlanders. ‘We geloven dat ieder mens zelf het beste kan kiezen waar die wil wonen, en pleiten op deze demonstratie voor vrije migratie. Nu krijgen mensen op allerlei manieren te maken met discriminatie, uitsluiting en zelfs geweld. Dat laat zich op verschillende manieren zien: op de Middellandse Zee worden migrerende drenkelingen niet gered, wat ertoe heeft geleid dat meer dan vijftigduizend mensen stierven aan de Europese grenzen.’

Chaotische asielprocedures

De Syrische vluchteling Rain (een pseudoniem, zijn echte naam is bij de redactie bekend) doet komende zondag ook mee aan de demonstratie. Hij verblijft nu in een noodopvanglocatie in Den Haag. ‘Er zijn geen deuren in onze kamers’, zegt hij. ‘Daarom heb ik al elf maanden totaal geen privacy.’

Rain geeft aan dat deze demonstratie niet alleen voor vluchtelingen is bedoeld, maar voor ‘alle’ migranten. ‘Elke migrant die vanwege zijn of haar thuisland of afkomst anders wordt behandeld. We wisten dat we hier lang konden wachten, maar toch hebben we het geluk dat we een land hebben gevonden dat zegt mensenrechten te respecteren. Ons grootste probleem zijn de chaotische asielprocedures.’

Rain merkt op dat het soms aanvoelt als een loterij. ‘Sommigen mensen hebben hun asielprocedure al binnen vijf maanden rond, terwijl anderen jaren moeten wachten. Ons leven staat door deze procedures stil. We kunnen niet verder met ons leven. We mogen niet werken en niet bijdragen aan de Nederlandse samenleving.’

‘Nederland moet zich schamen’

De activistische directeur Yigit Aksakoglu van de stichting Mahalle Art & Kultur, die kunstenaars met een vluchtelingenachtergrond koppelt met werkgevers, is zondag ook van de partij. Hij heeft in Turkije gevangen gezeten vanwege de Geziparkprotesten in 2013 tegen Erdogan en is zijn land in 2020 ontvlucht.

‘Vorig jaar lagen honderden, misschien wel duizenden mensen in de open lucht voor Ter Apel en stierf er een baby. Niet omdat er vluchtelingenprobleem is, maar omdat Nederland een institutioneel capaciteitsprobleem heeft. Niemand in Nederland wil over getallen praten. Dat komt omdat daardoor de hypocrisie van het Nederlandse beleid tegen vluchtelingen meteen wordt ontmaskerd,’ zegt hij.

‘Nederlanders hoeven niet te bewijzen dat zij van toegevoegde waarde zijn voor ons land en hebben hun nationaliteit bij de geboorte cadeau gekregen’

Hij gooit er zelf een paar getallen tegenaan. ‘Met een jaarlijks bruto nationaal product van 49.000 dollar per hoofd van de bevolking vangt Nederland jaarlijks ongeveer honderdduizend vluchtelingen op. In Turkije, met een bruto nationaal product van ongeveer 9.000 dollar, leven meer dan 4,5 miljoen vluchtelingen onder zeer moeilijke omstandigheden. Libanon heeft een nog lager nationaal product en vangt meer dan een miljoen vluchtelingen op. Dat is 25 procent van de bevolking.’

Aksakoglu spreekt er schande van. ‘Als ik Nederlander was, zou ik me schamen voor wat we vluchtelingen aandoen, net zoals ik me als Turks staatsburger schaam voor wat we Syriërs daar aandoen.’

‘Zogenaamd democratisch’

Voor Roos Ykema is de eis voor gelijke behandeling van vluchtelingen de belangrijkste reden om te demonstreren. ‘De vraag of een vluchteling of migrant iets bijdraagt aan Nederland vinden wij irrelevant’, zegt ze. ‘Nederlanders hoeven niet te bewijzen dat zij van toegevoegde waarde zijn voor ons land en hebben hun nationaliteit bij de geboorte cadeau gekregen. Waarom moeten buitenlanders dan wel iets bewijzen? Het recht om te bestaan mag niet afhangen van je economische waarde. Dat neemt niet weg dat migranten en vluchtelingen een enorme bijdrage leveren aan ons land en dat we migratie keihard nodig hebben als we de vergrijzing en de gigantische personeelstekorten te willen oplossen. Migratie is nodig om de gigantische ongelijkheid en de bittere armoede wereldwijd uit te roeien en om ieder mens echt gelijkwaardig te behandelen.’

Aksakoglu wijst op de rechten van asielzoekers, die gewaarborgd zijn in internationale verdragen. ‘Een asielaanvraag is een recht. Na het indienen hoort de aanvrager snel een perspectief te krijgen. Een eindeloos durende asielprocedure is een ernstig rechtsstatelijk probleem. Dit hadden we niet verwachten van een zogenaamd democratische, open-minded en niet-discriminerende samenleving.  Na de trauma’s die we hebben meegemaakt in de landen waar we vandaan kwamen en de verschillende soorten misbruik die we onderweg hebben meegemaakt, hadden we verwacht dat de Nederlandse staat op zijn minst een beetje serieuzer zou zijn.’

‘Ongewenst’

Rain maakt zich geen illusies over een snelle verandering door de demonstratie. Daarvoor is het onbegrip volgens hem te vastgeroest. Zijn doel is om stap voor stap bewustzijn te creëren. ‘We willen gewoon als mensen leven. In vrede, ver van angst en hopeloosheid.

Aksakoglu heeft drie jaar lang tevergeefs gesolliciteerd naar een baan. Hij heeft de moed opgegeven dat hij in Nederland ooit echt iets zal bereiken. ‘Ondanks mijn bijna twintig jaar ervaring, geven bijna alle instellingen in de mensenrechtensector de voorkeur aan witte Nederlanders. Ik vis stelselmatig achter het net. Ik kwam hier omdat ik in Turkije ongewenst was, maar ik realiseerde me dat ik hier ook systematisch ongewenst ben.’

Aksakoglu zucht. ‘Zodra de dag komt dat ik buiten Nederland kan wonen, verhuis ik naar een plek waar wel mensen zijn die zich afvragen wat ze mij kunnen bieden en die met mij willen samen leven. Ik zie hier geen toekomst voor mijzelf, maar ook niet voor mijn kinderen. Ik wil niet dat ze in deze discriminerende, racistische omgeving opgroeien. Ik heb mijn geluk gezocht in Nederland en ik denk dat het een verkeerde beslissing was.’

Hoe Arameeërs en Turken in Enschede in gesprek gaan over genocide

0

In 1915 vond niet alleen de bekende Armeense Genocide plaats, maar ook de Sayfo: de genocide op de Arameeërs. Meer dan anderhalf miljoen christenen vonden de dood. Jaarlijks op 15 juni is er een herdenking van deze genocide. Dit jaar zijn er rondom dat moment spanningen, omdat Arameeërs in Enschede een herdenkingsmonument willen, terwijl Turkse nationalisten daar fel op tegen zijn.

Op 27 mei vond er zelfs een heuse ‘ontkenningsmars’ plaats in de Twentse universiteitsstad. Turkse Nederlanders ontkennen dat er een Aramese Genocide heeft plaatsgevonden, zoals ze dat ook doen bij de Armeense Genocide.

Toch leidt de discussie rondom het herdenkingsmonument ook tot toenadering en dialoog. De Stichting Democratische Organisaties Turkije (SDO) organiseerde op 28 mei, een dag na de ‘ontkenningsmars’, een dialoogbijeenkomst. De Kanttekening was daarbij.

Arameeërs, Chaldeeërs – een christelijke minderheid uit  het historische Mesopotamië -, Koerden en Turken druppelen voorzichtig binnen in het SDO-pand. Er is wat thee, koffie en Syrische zoetigheid. Het Turkse protest tegen het monument en de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Turkije zijn de belangrijkste gesprekonderwerpen.

In groepjes staan de aanwezigen bij SDO onwennig te praten. Het komt niet vaak voor dat Arameeërs, Koerden en Turken bij elkaar komen in een gebouw van een Turkse stichting, en dan ook nog in het kader van een gevoelig onderwerp als de Aramese genocide. ‘Hoe was het gisteren?’, vragen de aanwezigen, nieuwsgierig naar hoe de mars van de Turkse nationalisten in Enschede een dag eerder verliep.

Faruk Köklü, een van de bestuursleden van SDO, roept de aanwezigen op om wat dichter bij elkaar te komen en aan tafel te gaan zitten. Hij introduceert Ugur Ümit Üngor, hoogleraar bij het Nederlands Instituut voor Oorlogs- Holocaust- en Genocidestudies (NIOD), die een presentatie zal houden over genocide en het nut van herdenken. Üngör, die zelf ook uit Enschede komt, staat nog even stil bij de stad waar hij veel Arameeërs kent. Hij heeft buiten Turkije om nog een ‘gedeelde geschiedenis’ met de aanwezigen. ‘Dit is de oudste Turkse stichting in Enschede. Een ontmoetingsplek voor vele gastarbeiders, waarvan sommigen ook vandaag aanwezig zijn’, zegt Üngör en wijst naar zijn oom.

In de lezing benadrukt Üngör dat genocide overal op de wereld plaatsvindt, en dat het niet uniek is dat nakomelingen van dader- en slachtoffergroepen bij elkaar komen voor dialoog. Voor de genocides uit 1915 zijn er drie belangrijke oorzaken, vertelt hij: het verlies van de Balkan door het Ottomaanse Rijk, de staatsgreep van de Jong-Turken in 1913 en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een jaar later. ‘Zonder deze oorlog was er geen genocide geweest’, stelt Üngör.

De historicus legt uit dat de Armeense Genocide beter gedocumenteerd is dan de Sayfo. ‘Ook omdat Talaat Pasja, het brein achter die eerste genocide, alles heeft bijgehouden. De Sayfo was meer een lokaal fenomeen, onder andere in de provincie Diyarbekir. De toenmalige gouverneur van Diyarbekir Mehmed Reshid breidde de genocide tegen de Armeniërs uit naar alle christenen onder zijn bestuur. Talaat stuurde één telegram naar de gouverneur dat dit niet mocht, maar greep verder niet in. ‘Hij mocht gewoon zijn gang gaan,’ aldus Üngör. Op de vraag hoeveel dodelijke slachtoffers de Sayfo precies heeft geëist – de schattingen lopen uiteen tussen de 250.000 en 750.000 mensen – heeft hij nog geen antwoord. ‘Hier moet nog werk verzet worden.’

Üngör vertelt ook over het belang van herdenken. ‘De slachtoffers hebben geen graf waar nabestaanden naartoe konden gaan. Een monument biedt vaak uitkomst, als centraal punt voor collectieve rouw. Om het verleden te kunnen verwerken vinden zij het belangrijk om te rouwen. Dus als je zegt dat er geen monument mag komen, dan is het alsof je zegt dat je niet mag rouwen. Iedereen herdenkt en elk volk doet dat op een andere manier.’

‘Geen genocide’

Na de lezing is er ruimte voor reacties en vragen uit de zaal. Een Aramese initiatiefnemer voor het monument legt de beweegredenen voor die stap uit: ‘Veel van onze ouderen komen uit een cultuur van stilzwijgen. Nu ook de laatste mensen verdwijnen, die de Sayfo kunnen herinneren of kennen uit verhalen van hun ouders, is de wens om collectief te herdenken groter geworden. Juist ook om deze geschiedenis door te geven aan volgende generaties, en om aan te geven dat er een specifieke reden is dat we niet meer daar wonen.’

Een Turkse vrouw begrijpt niet waarom er een monument moet komen voor deze geschiedenis. ‘Dit zal tot meer verdeeldheid tussen Arameeërs en Turken leiden. Mijn dochter heeft een Aramese vriendin. Ik weet honderd procent zeker dat hun vriendschap hierdoor in gevaar komt,’ zegt zij.

Een Turkse man is ook tegen het monument. ‘Ik voel mij als Turk aangesproken door zo’n monument. Hoewel er weliswaar niet niks is gebeurd in 1915, geloof ik niet dat het een genocide was. De Armeniërs werden bijvoorbeeld in het Osmaanse Rijk de millet-i Sadika genoemd, de loyale natie. Er zijn ook Turken vermoord door Armeniërs. Dat heb ik niet gehoord in de lezing.’

‘Er zijn inderdaad wraakacties geweest’, reageert Üngör. ‘Maar we moeten de zaken in de juiste proporties bezien. Er zijn rond de dertigduizend Turken en Koerden vermoord, vooral door Dashnaks, nationalistische Armeense militanten.’

Een Turks-Koerdische deelnemer zegt vervolgens dat ook haar grootouders hebben geleden onder wraakacties van Armeniërs, maar dat ze zich niet beledigd voelt door een monument. ‘Dat moet ik wel even kwijt hoor’, zegt ze in reactie op eerdere sprekers, die zich tegen een monument keerden. ‘Mijn lichaam reageert op zulke uitspraken. Als mensen hun doden willen eren, dan moeten ze dat in alle vrijheid kunnen doen.’

‘Hoezo voel je je als Turk beledigd? Arameeërs hebben geleden, de Turken zijn toch niet uitgeroeid?’

Een Chaldeeuws-Aramese deelnemer legt daarop de nadruk op de spirituele betekenis van een herdenkingsmonument. ‘Wanneer wij onze doden eren, zijn we in gedachten vooral met hen bezig, niet met wijzen naar anderen. Het gaat om traumaverwerking. Koerden waren in ons geval de directe daders. Maar er zijn ook verhalen van Koerdische daders die tegelijkertijd kinderen hebben gered. Een mens is niet zwart-wit.’

In de zaal is ook een Molukse man van middelbare leeftijd aanwezig. ‘Als buitenstaander in dit gezelschap kan ik ook meepraten over genocide’, zegt hij. ‘Zo heeft de Hollander Jan Pieterszoon Coen in de zeventiende eeuw 80 procent van de bewoners van de Banda-eilanden uitgeroeid. Ik heb vandaag een mooie mix van mensen gezien, die over hun gedeelde geschiedenis in gesprek zijn gegaan. Dit moet vaker gebeuren.’

‘Laatste stuiptrekkingen’

Is er inderdaad meer toenadering tussen Arameeërs en Turken? ‘Ik was er op 28 mei niet bij in Enschede, maar het zou goed kunnen’, vertelt BNNVARA-documentairemaker Sinan Can na afloop van de dialoogbijeenkomst aan de Kanttekening. Hij zal op 15 juni een toespraak houden op de Sayfo-herdenking in de Twentse universiteitsstad.

Can denkt dat de voorwaarden voor dialoog tussen Turken en Arameeërs gunstiger zijn dan tussen Turken en Armeniërs. ‘Nationalistische Armeniërs eisen bijvoorbeeld ook herstelbetalingen en grond van Turkije. Zulke geluiden hoor je minder bij de Aramese gemeenschap. Zij willen vooral hun eigen doden op een respectvolle manier eren met een monument. Maar zelfs dan voelen Turken zich enorm beledigd. Ik probeer dat te rationaliseren. Hoezo voel je je als Turk beledigd? Zij hebben geleden, de Turken zijn toch niet uitgeroeid? Waarom zo veel emotie?’

De documentairemaker denkt dat het Turkse protest van 27 mei in Enschede weleens ‘een van de laatste stuiptrekkingen van de ontkenners’ kan zijn. ‘Er is een omslag gekomen. Mensen die zeggen dat er helemaal niks is gebeurd, heb je bijna niet meer. Er zijn steeds meer mensen die deze geschiedenis erkennen. Veel mensen beseffen ook hoezeer Arameeërs, Armeniërs, Grieken, Turken en Koerden op elkaar lijken. In onze emoties, loyaliteit naar familie en koppigheid. We hebben achthonderd jaar samengeleefd. Die geschiedenis kan je niet zomaar wissen. We zijn buren. Mensen beseffen hoe kleurloos Anatolië is geworden zonder hen. In economisch en cultureel opzicht zijn deze gebieden enorm verarmd na 1915.’

Ontkenners en erkenners bij elkaar

Johan Kurt, voorzitter van de Aramese Federatie, kijkt met een goed gevoel op de dialoogbijeenkomst van 28 mei terug. ‘We waren bij de lezing van Ugur Ümit Üngor en spraken er met mensen van Turkse afkomst. Het was fijn om met respect naar elkaar te luisteren. Zo hebben we over en weer verteld hoe we erin zitten en welke gevoelens er bij de herdenking leven. Het verhaal van een jonge, Turkse vrouw vond ik mooi. Zij vindt dat we moeten herdenken en ook dat er ruimte moet zijn voor een monument. Ik hoop dat het overkomt bij anderen.’

Sayfo-deskundige Sofia Mutlu-Numansen, van Chaldeeuws en Aramese komaf, bezocht op 28 mei de dialoogbijeenkomst met haar ouders en nichtje. Zij ziet iets meer toenadering: ‘Ik ben zelf nog niet op deze manier in dialoog gegaan met Turken en Koerden. Ik weet wel dat er in het verleden vanuit verschillende organisaties vaker toenadering was. Zo waren er eerder Turkse sprekers. Maar dit jaar was anders, omdat we echt in gesprek gingen met mensen die de genocide ontkennen.’

‘Een groot deel van de Turkse gemeenschap is niet tegen het ontkennen van de genocide’

Mutlu-Numansen is onder de indruk van de bijeenkomst. ‘De dialoog heeft mij persoonlijk geraakt. Ik heb allereerst veel geleerd over de ‘tegenpartij’. De lezing van Üngör was informatief en leidde tot meer inzicht in waarom er destijds een antichristelijk sentiment heerste. Daarnaast vond ik het erg bijzonder dat we in dezelfde ruimte zaten met Turken en Koerden, genocide-ontkenners én genocide-erkenners. En zelfs met de ontkenners hebben we hele fatsoenlijke gesprekken kunnen voeren, met wederzijds respect en begrip. Dat is best mooi.’

Voor Mutlu-Numansen had de bijeenkomst ook wetenschappelijke waarde. Ze is vorig jaar oktober gepromoveerd op de herinnering aan de Aramese, Assyrische en Chaldeeuwse genocide. ‘Ik kwam mensen tegen die met mij op dit vlak willen samenwerken. En juist omdat ze Turkse of Koerdische roots hebben vind ik dat extra mooi. We zijn een goede aanvulling op elkaars blinde vlekken’.

Minderwaardigheidscomplex

SDO-bestuurslid Ahmed Yilmaz, die er ook bij was op 28 mei, beziet de dialoog vanuit van een breder perspectief. ‘Ik denk dat de meerderheid van de mensen geen interesse toont en vooral met zichzelf bezig is. Zulke vormen van ongekend onrecht zijn voor hen vooral een ver-van-mijn-bed-show. Er zijn geen directe overlevenden meer van deze genocides. Bij de Holocaust is dat nog wel het geval.’

Volgens Yilmaz voelen mensen uit deze regio zich om identitaire redenen snel aangesproken. ‘Er is een minderwaardigheidscomplex dat deze mensen in zijn greep heeft. Terwijl de mensen onderling eigenlijk goed met elkaar kunnen opschieten, zoals destijds meer dan 110 jaar geleden. Wanneer er sprake is van politieke twisten gaan ze vooral mee met de status quo. En velen houden zich dan stil, of zijn er helemaal niet mee bezig. Ze zijn bijna apathisch.’

Voor Yilmaz was de bijeenkomst op 28 mei een kleine eerste stap. ‘Een goed begin en een opstap naar meer bijeenkomsten. Dit gaan we doorzetten.’

Johan Kurt van de Aramese Federatie is blij dat er niet al te veel mensen op de Turkse ontkenningsmars zijn afgekomen. ‘Dat is voor ons een signaal, dat het grootste gedeelte van de Turkse gemeenschap niet tegen het herdenken van de genocide is. En dat wij kunnen doorgaan met het monument. Je hebt altijd wel een kleine gemeenschap die protesteert, en dat mag ook. Wij willen de geschiedenis een plek geven, kunnen rouwen. Het is ook een moment van kennisoverdracht, opdat dit niet weer gebeurt. Daar gaat het om. En in de toekomst moeten er meer momenten komen van verzoening, waar we elkaar goed aanhoren en luisteren.’

Verzoening

Mutlu-Numansen weet niet of de Turkse ontkenningsmars een laatste stuiptrekking is van de genocide-ontkenning. ‘Daarvoor heb ik te weinig contact met deze groep. Maar in mijn eigen omgeving zie ik wel een beweging van nakomelingen van Sayfo-overlevenden, die zich steeds meer uiten en op de hoogte zijn van hun eigen geschiedenis. Hierdoor raken ze ook steeds meer in gesprek met andere mensen. Voor de Turkse en Koerdische gemeenschappen wordt ons verhaal daardoor ook steeds zichtbaarder.’

Ze gelooft in verzoening. ‘Tien jaar gelden had ik niet durven dromen dat ik mijn proefschrift over de Sayfo mocht verdedigen tegenover een professor genocide studies die van Turkse afkomst is. Maar toch is dit wel gebeurd. En wat mij betreft is dit nog maar het begin. Ik geloof er heilig in dat we elkaar juist kunnen vinden als we in dialoog gaan met elkaar. Zo kan er empathie ontstaan. Het is tijd om elkaar op te zoeken, meer te praten en samen te werken. Meer, meer, meer van waar we nu al mee zijn begonnen.’

Het beloofde land

0

G’d belooft het land aan Abraham. Die belofte wordt nog eens herhaald tegenover zijn zoon Izaäk en voor een derde keer aan kleinzoon Jacob. Zo staat het in de Thora. Het is ‘Het Beloofde Land’. De Eeuwige zegt ons daarbij iets toe. Maar Hij vraagt daar wel wat voor terug. En dat is een eeuwigdurende gehoorzaamheid. Een volgzaamheid die zich uit in het naleven van zijn ge- en verboden. Kortom, de Jood dient te leven volgens datgene wat de Thora voorschrijft.

Iets anders kunnen we er in het Jodendom niet van maken.

Met die belofte zijn de aartsvaders en hun nakomelingen de geschiedenis in gegaan. Na vierhonderd jaar slavernij verliet het Joodse volk Egypte op weg naar dat Beloofde Land. Eenmaal in het land ontstaan de Joodse koninkrijken. Om G’d te dienen zoals het in diezelfde Thora staat beschreven, bouwden de Israëlieten tempels. Maar door ontrouw van onze kant tegenover G’d werden deze weer verwoest. Er volgden ballingschappen, waarvan de laatste nu al meer dan twintig eeuwen duurt.

Tijdens al die eeuwen van diaspora wisten de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jacob vast te houden aan een verder leven volgens de Thora, ondanks de ontrouw die leidde tot het gedwongen vertrek uit het Beloofde Land. Ze leefden volgens de regels van het Jodendom.

Op dezelfde manier zoals kerkelijk Europa religieus een grote erosie doormaakt vanwege de vrijdenkerij, zo gebeurt dat ook aan de randen van het Jodendom. De oorspronkelijke gebondenheid aan het woord van de profeten, die spreken over de komst van een Verlosser en een terugkeer naar het Beloofde Land, wordt binnen Joodse vrijdenkende kringen afgedaan als middeleeuws en onzinnig.

‘Was de belover misschien Theodor Herzl?’

G’ddank bleef het Thora-Jodendom, met haar hoop en toekomstverwachtingen, toch behouden. Als devote stroming tegen de secularisatie in, ontstond het chassidisme. Een religieuze beweging die zich massaal over Centraal en Oost-Europa uitstrekte. Ook ontstonden er grootse Talmoedcentra, die als antwoord op de secularisatie en emancipatie als paddenstoelen uit de grond schoten.

Met excuses voor de lezer, maar dit korte historisch verslag heb ik nodig om de zesdelige documentaire Het Beloofde Land te duiden, die onlangs op de Nederlandse televisie werd uitgezonden. Die serie leverde behalve kijkcijfers (ongeveer vierhonderdduizend per aflevering) niets op. Op geen enkele manier is duidelijk geworden wat nu dat Beloofde Land is. Voor mij staat de term ’beloofde’ voor dat de Eeuwige het land ooit aan mij als Jood heeft beloofd. Weliswaar onder voorbehoud dat ik gehoorzaam aan Hem zal zijn.

Maar hoe dan ook, voor bijna iedereen in de serie bleek die Belover helemaal niet te bestaan. En toch het Beloofde Land?  Was voor hen de belover misschien Theodor Herzl, de volstrekt niet-gelovige geassimileerde Jood uit Wenen, die bedacht dat er een Jodenstaat moest komen? Was het de Britse minister lord Arthur James Balfour die in 1917 schoorvoetend toegaf dat er een Joodse Staat mocht komen? Is het die huidige Israëlische minister-president Benjamin Netanyahu die ook nog weleens iets belooft aan zijn burgers?

De afgelopen driehonderd jaar keerden veel Joden zich af van G’d. Ze gingen met hun rug naar iedere religieuze toekomstverwachting van terugkeer naar het Heilige Land en Verlossing staan. Het waren juist de volgelingen van dat chassidisme en de grote religieuze leerscholen die – in afwachting van het inlossen door G’d van die belofte aan Abraham – zich daar alvast gingen vestigen. Zij vormen, tot vandaag de dag, de ruggengraat van het echte Beloofde Land. Maar zij kwamen niet voor in de documentaire.

Ja, er was Danja, die ene religieuze dame die wel aan het woord kwam. Maar ook haar band met een G’ddelijke belofte over het land waar zij haar thuis heeft gevonden kwam niet uit de verf. Als zij haar Joodse huwelijkspartner in Nederland had gevonden was zij waarschijnlijk nooit in dat Beloofde Land gaan wonen, vertelde ze.

De documentaire was een deceptie, een incomplete voorstelling van zaken. Dit kwam niet voort uit boosaardigheid, maar uit een onacceptabel gebrek aan kennis over het Jodendom.

Overigens, als het Beloofde Land vanuit religieus perspectief was benaderd, dan was er misschien ook meer ruimte geweest voor een toekomstvisie van vrede en welvarendheid voor iedereen die daar tussen de landsgrenzen zijn of haar bestaan weet. Want een Beloofd Land is een plek voor iedereen. Ook dat is een onderdeel van die belofte.

Syrische vluchtelinge maakt docu over zus die stierf tijdens reis naar Europa

0

Maysoon Karbijha ging met haar vader en broer op zoek naar een beter leven in Europa. Ze kwam uit Syrië. Onderweg raakte ze echter vermist. Haar vader en broer kwamen wel aan in Nederland. Haar zus Batoul maakte een documentaire over Maysoon.

Batoul woont al langer in Amsterdam. De docu was deze week voor het eerst op televisie te zien. Dat meldt de Amsterdamse stadszender AT5.

‘Mensen zeiden tegen mij dat de tijd ons zou helen’, vertelt Batoul. ‘Maar dat was een grote leugen. Hoe kan je nou helen na het verlies van je zus?’

Batoul vertelt terwijl er beelden te zien zijn van een woeste Egeïsche Zee. Ze vervolgt: ‘De boot kapseisde, honderden mensen werden vermist. En Maysoon was één van hen’.

‘Ik wil herinneringen aan mijn zus bewaren’, vertelt Batoul. ‘Zij mag niet vergeten worden. Daarom wilde ik een documentaire maken. Ik probeer om mijn familie over mijn zus te laten praten.’

De documentaire My Maysoon is te zien bij de EO op NPO2.

‘Nieuw vluchtelingenrecord, 110 miljoen mensen nu wereldwijd op de vlucht’

0

Door de oorlog in Oekraine en Sudan en de aanhoudende crisis in Afghanistan zijn er nu meer vluchtelingen dan ooit. Ruim 110 miljoen mensen moesten huis en haard verlaten, volgens nieuwe cijfers van de VN.

Ongeveer 19 miljoen mensen werden vorig jaar gedwongen te vluchten, de grootste jaarlijkse stijging ooit. Hierdoor steeg het totaal eind vorig jaar tot 108,4 miljoen. Door de oorlog in Soedan is dat aantal sindsdien gestegen naar ten minste 110 miljoen.

Het totale aantal omvat zowel mensen die veiligheid zoeken in hun eigen land als mensen die de grens zijn overgestoken. Het is volgens de VN steeds moeilijker om oplossingen te bedenken voor deze mensen. ‘We bevinden ons in een zeer gepolariseerde wereld, waar internationale spanningen doorwerken in humanitaire kwesties’, aldus Filippo Grandi, chef bij het vluchtelingenagentschap van de VN (UNHCR).

Voor het Syrië-conflict in 2011 waren er ongeveer 40 miljoen vluchtelingen en intern ontheemden, een aantal dat ongeveer twintig jaar stabiel was gebleven. Maar sindsdien is het aantal elk jaar gestegen.

Van het totale aantal vluchtelingen en mensen die internationale bescherming nodig hebben, kwam ongeveer de helft uit slechts drie landen: Syrië, Oekraïne en Afghanistan, aldus het rapport.

Eind 2022 waren er nog 11,6 miljoen Oekraïners ontheemd, waarvan 5,9 miljoen in eigen land en 5,7 miljoen overzee.

Grandi uitte verder zijn bezorgdheid over landen die strengere regels invoeren voor het toelaten van vluchtelingen en die push-backs uitvoeren.

Students for Palestine beschuldigen Universiteit Leiden van censuur

0

De pro-Palestijnse studentenorganisatie Students for Palestine (SfP) uit forse kritiek op de Universiteit Leiden. Die universiteit heeft volgens SfP eerder deze week een discussiepanel over Palestina in een van haar gebouwen onmogelijk gemaakt.

Samen met deelnemende studentenorganisaties African Students Association (ASA) en BASIS African Committee heeft een statement opgesteld. Op maandag 12 juni zou er op de Wijnhaven Campus in Den Haag, een locatie van de Universiteit Leiden, een debat plaatsvinden over Apartheid in Palestina, Namibië en Zuid-Afrika. De Leidse Diversity and Inclusion Office had een zaaltje geboekt, maar de universiteit kwam vervolgens met een hele waslijst aan vragen. Ook besloot de universiteit dat het event, vanwege veiligheidsredenen, naar een andere, onbekende locatie moest worden verplaatst.

Students for Palestine reageerde op de vragen van universiteit, maar wilde graag dat het bestuur nader zou onderbouwen waarom de locatie veranderd moest worden. Het antwoord van het bestuur op deze wedervraag was onbevredigend, vond Students for Palestine, die achter de houding van de Universiteit Leiden censuurdrift vermoedt.

In maart 2022 cancelde Universiteit Leiden ook al een bijeenkomst van Students for Palestine, getiteld ‘Apartheid, Racism and Intersectionality’, die vervolgens – zonder de zegen van de universiteit – werd georganiseerd in het Koorenhuis in Den Haag.

De universiteit meet volgens SfP met twee maten. Op 15 mei vond er in het Lipsiusgebouw in Leiden een event plaats over zionisme en vijfenzeventig jaar Israël. De universiteit hield daarbij volgens de studentenorganisatie geen rekening met het intergenerationele trauma van Palestijnen, die jaarlijks op 15 mei de Nakba herdenken, de etnische zuivering van meer dan 700.000 Palestijnen door de staat Israël in 1948.

Volgens de studenten is de academische vrijheid in gevaar, omdat er sprake is van een realiteit van ‘imperialistische controle van de universiteiten’. ‘De strijd om de mensheid te bevrijden van de moderne tools van imperialisme en racisme gaat door.’

Comité Nederlandse Ereschulden: spreek over oorlogsmisdaden in Indonesië

0

Nederland heeft zich tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) wel degelijk schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden, vindt Stichting Comité Nederlandse Ereschulden (Stichting KUKB) van de Indonesische mensenrechtenactivist Jeffry Pondaag. Hij wil dat de Tweede Kamer het kabinet daarop aanspreekt.

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de uitkomsten van het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’. Pondaag heeft kritiek op dit onderzoek, omdat daarin niet gesproken wordt over oorlogsmisdaden. Het kabinet spreekt in navolging van de historici die het onderzoek hebben uitgevoerd liever over ‘structureel extreem geweld’, omdat pas na de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog het verdrag van Genève werd gesloten, waarin dergelijk gedrag voor het eerst als oorlogsmisdaad werd geclassificeerd.

Pondaag noemt dit ‘selectief winkelen binnen het internationaal recht’ en vindt dat Nederland het wel oorlogsmisdaden moet noemen. Ook vindt Pondaag het verkeerd dat Nederland slechts 5.000 euro schadevergoeding uit wil keren aan de weduwen en nabestaanden van geëxecuteerde Indonesiërs, en dat het kabinet nergens in zijn reactie de dodenlijsten van geëxecuteerde Indonesiërs noemt. Deze lijsten bestaan, hun bestaan werd eerst ontkend, maar later gaf de Nederlandse staat toe over zulke lijsten te beschikken.

Ten slotte vergelijkt Pondaag in de Nederlandse oorlog tegen Indonesië met de Russische invasie van Oekraïne. Indonesië heeft zich op 17 augustus 1945 onafhankelijk verklaard. De oorlog in Indonesië was daarom geen koloniale oorlog, maar een invasie van een soeverein land. Nederland moet daar ook excuses voor aanbieden, vindt Pondaag.

‘Gewetenloos en van God los’. Statushouder vertelt over Nederlandse azc’s

0

Vakkas Karakoyun was in Turkije leraar. Hij is lid van de Gülenbeweging en ontvluchtte na de mislukte coup van juli 2016 zijn land. Als statushouder wacht hij in een asielzoekerscentrum in Assen nu al bijna twee jaar op een woning én op goede zorg.

Karakoyun lijdt aan een hele lijst kwalen. Zo heeft hij hartproblemen, suikerziekte, slaapapneu, hoge bloeddruk, astma en is ook nog eens een dialysepatiënt. Tot zijn grote frustratie verloor hij vorig jaar, naar eigen zeggen vanwege ‘nalatigheid van het COA’, drie tenen.

Hij vertelde vorig jaar in een interview met de Engelse krant The Independent over de slechte situatie in Nederlandse azc’s: ‘Het zijn gewetenloze mensen die van God los zijn en alleen maar procedures volgen. Recht op zorg bestaat niet in azc’s, waar despotisme heerst.’

Ook is hij boos op contactpersoon ‘Arjan’ van de gemeente Assen. Die zou tegen hem hebben gezegd dat ‘vluchtelingen Nederland willen uitbuiten’. Ook zou Arjan, terwijl hij naar zijn dertigjarige broer wees, tegen Karakoyan hebben gezegd: ‘Die wacht inmiddels ook vijf jaar op een woning. Jullie willen na een jaar al een huis.’

De uitzichtloze situatie in het azc in Assen heeft de gezondheid van Karakoyun nog meer doen verslechteren. In een brief van het Dialyse Centrum Assen staat dat hij lijdt aan ‘terminale nierinsufficiëntie’. Onlangs zijn ze begonnen met intensievere dialyse. Het centrum zegt dat ‘goede zorg voor de patiënt’ noodzakelijk is.

Hoe probeert Vakkas Karakoyun in Nederland te overleven? De Kanttekening spreekt met de geplaagde statushouder.

Hoe is uw situatie op dit moment?

‘Ik tel de dagen dat ik hier zit weg te kwijnen. Sinds 20 september 2021 om precies te zijn. Bijna twee jaar wacht ik nu. Al onze vrienden, zowel in Ter Apel als Assen, wonen nu in een passende woning. Maar wij wachten nog steeds op een huis.’

U bent met uw vrouw en vijf zonen (allemaal onder de dertig) in Nederland aangekomen. Hoe gaat het met uw gezondheid?

‘Hoewel ik de dienst Gezondheidszorg voor Asielzoekers, de GZA, vele malen heb verteld over mijn astma en kortademigheid, kreeg ik geen behandeling . Wel kon ik door initiatieven van mijn dialysearts na zesenhalve maand een slaapapneu-apparaat krijgen. Na dertien maanden, wederom na aandringen van mijn dialysearts, mocht ik naar een longarts en kreeg ik astmamedicatie. Helaas wordt die medicatie al vijf maanden niet meer gegeven door de GZA.’

Waarom niet?

‘We worden aan ons lot overgelaten. Het asielzoekerscentrum is niet hygiënisch. Er is veel stof. Ik heb moeite met ademhalen. Ook dat heb ik gemeld, maar het filter van mijn slaapapneu-apparaat werd pas na negen maanden vervangen.’

Zo bent u dus uw vingers kwijtgeraakt?

‘Ongeveer twee of drie weken voordat mijn vingers werden geamputeerd, had ik een gesprek met de artsen van het COA en de GZA. In dit gesprek zei de arts dat het voor mij geen probleem hoefde te zijn om twee trappen op te lopen. Een COA-medewerker zei dat ik mijn ziekten als excuus gebruikte. Ik ben erg overstuur hierdoor. Het is onacceptabel dat ze me zo hebben behandeld, ook omdat ze dondersgoed wisten dat ik veel chronische ziekten heb.’

Wat is er toen gebeurd?

‘Na tien maanden in Ter Apel stuurde de GZA de ziekmeldingen helaas niet meer naar het COA door, en liet mij dus onnodig lijden. De ambulance moest in totaal zes keer komen, ik ben drie keer opgenomen geweest op de intensive care. Na een CT-scan kreeg ik te horen dat er vocht rond mijn hart zat. Ik heb ook hartvergroting, hartfalen, vaatafsluiting en een stent. Alsjeblieft zeg, hoe kan ik nou twee trappen oplopen?’

‘Het Nederlandse asielsysteem is mensonterend. Het is een schande’

Hoe is het met uw familie?

‘Zij zijn met steun en toeverlaat, en helpen mij dit lijden te dragen. Mijn vrouw en mijn kinderen. Dankzij hen vind ik de kracht om te leven.’

Zit er schot in de zaak voor een woning?

‘Toen ik laatst opnieuw een verzoek indiende om met voorrang een huis te krijgen vanwege mijn gezondheid, kreeg ik de wind van voren van de COA-medewerker: ‘Wie ben jij? Welk recht heb je om zo’n verzoek in te dienen?’ Die dag was echt ondraaglijk. Hij dreigde zelfs dat ik dankzij hem nog een jaar langer kon  wachten. Ik heb toen een klacht ingediend bij het COA. Maar in plaats van mijn zorgen serieus te nemen, uitten ze in een gesprek nog meer dreigementen. Ze zeiden dat andere statushouders al meer dan vijf jaar wachten.’

Overigens is het echt zo dat Nederlanders jarenlang op een woning moeten wachten.

‘Dat is spijtig, maar het is een schending van mensenrechten om mensen met een beperking zo lang te laten wachten.’

Had u dit ooit verwacht van het Nederlandse asielsysteem?

‘Nee, het is mensonterend. Het is een schande. Op de dag van ons vertrek uit Ter Apel hadden mijn vrienden in het kamp voor ons een ontbijt klaargemaakt om in de tuin afscheid te nemen. Maar toen mijn contactpersoon dat zag, zei hij op luide toon dat ik maar twee koffers per gezinslid mocht meenemen. Dit was zo vernederend, in het bijzijn van mijn vrienden en familie. Toen de chauffeur van de minibus bovendien nog zei dat ik binnen tien minuten klaar moest zijn voor vertrek, begreep ik er niets meer van. Toen ik boos werd, hebben mijn vrienden mij van daar weggehaald.’

Best traumatisch, allemaal.

‘Kijk, de enige weg naar succes is hard werken. Ik was vijfentwintig jaar lang leraar. Ik zei altijd tegen mijn studenten: ‘Lieg en steel niet, wees eerlijk, wees niet bang en verlegen om vragen te stellen.’ Ook zei ik dat ze niet bang hoeven te zijn om wie ze zijn en van mensen te houden ongeacht hun religie, ras, kleur of denkwijze. Zo wil ik ook mijn situatie verbeteren. Helaas heb ik nog steeds geen resultaat kunnen boeken hier. Toch wil ik ook kwijt dat ik ook goede, vriendelijke Nederlandse mensen heb ontmoet, buiten het kamp. Ik wil niet nog meer stress ervaren.’

Is terugkeer naar Turkije nog een optie?

‘Nee, ik wil mijn laatste adem uitblazen in dit land en ik wil dat dit land mijn eeuwige rustplaats wordt. Het leven van honderdduizenden gezinnen is kapot gemaakt door de vervolging door president Erdogan. Tienduizenden mensen zijn zonder aanklacht gevangengezet, honderden kinderen zijn in de gevangenis geboren en moesten in de gevangenis leven. Zelfs van kankerpatiënten werd de behandeling verhinderd. Daarom wil ik absoluut niet terug naar Turkije.’

Reacties van instanties

Naar aanleiding van de beschuldigingen die Vakkas Karakoyun uit, hebben we het COA de GZA en de gemeente Assen om een reactie gevraagd. Het COA gaf aan ‘om privacyredenen’ niet te kunnen reageren. De GZA geeft aan niet te kunnen reageren naar ‘derden’, maar wil graag met Karakoyun in gesprek.

De gemeente Assen reageerde inhoudelijk uitgebreider: ‘Het is ons niet gelukt om op basis van de door u gegeven informatie te achterhalen op welke situatie door de heer Karakoyun wordt gedoeld. Al geruime tijd worden in de gemeente Assen op verschillende plekken en in verschillende vormen vluchtelingen opgenomen. De gemeente vindt het belangrijk dat iedereen zich thuis voelt en een veilige plek heeft. Het college neemt ruim zijn verantwoordelijkheid, ook in de huisvesting van statushouders. Het beeld dat u schetst, past niet bij de wijze waarop de gemeente Assen met vluchtelingen en statushouders omgaat.’

Hoe eerlijk waren de Turkse verkiezingen?

0

Vorige maand verraste de Turkse president Recep Tayyip Erdogan vriend en vijand met zijn vijftiende verkiezingsoverwinning. Politicoloog Ozan Türkdogan vraagt zich af of de verkiezingen wel eerlijk zijn verlopen.

Op 7 juni 2015 verloor Erdogans AKP voor het eerst in jaren de absolute meerderheid. De AKP haalde slechts 40 procent van de stemmen. Dat betekende dat Erdogan voor het eerst een coalitie moest vormen. Dit was een grote nederlaag voor hem.

Een ander historisch resultaat dat de verkiezingen in 2015 opleverde, was dat de Koerdische HDP, onder leiding van de charismatische verbinder Selahattin Demirtas, de 10 procent-drempel brak en zodoende het parlement in kwam. Door verzoenende woorden en terreur nadrukkelijk te veroordelen, wist Demirtas ook linkse Turkse kiezers voor zich te winnen.

Het was voor het eerst in de geschiedenis dat een Koerdische partij deze kiesdrempel haalde, een drempel die notabene was ingesteld om onder meer de Koerden uit het parlement te houden. Vervolgens vond een reeks dramatische gebeurtenissen plaats.

De regering besloot kort na de verkiezingsuitslag tot een invasie in het zuidoosten van Turkije, waar voornamelijk Koerden wonen. Hevige luchtaanvallen en tanks werden ingezet. Een burgeroorlog. Het absolute dieptepunt was de grootste terroristische aanslag die het land ooit heeft gekend: in Ankara vielen 102 doden, een maand voor de herverkiezing in oktober 2015. De aanslag vond plaats tijdens een demonstratie van linkse groepen en de HDP. Veel groepen waaronder HDP-leider Demirtas wezen de staat aan als schuldige. Ook IS werd genoemd als mogelijke dader.

Omdat er vijfenveertig dagen na de verkiezingen geen coalitie gevormd was, moesten er volgens de wet nieuwe verkiezingen plaatsvinden. Erdogan won dit keer met een marge van 50 procent en kon alleen regeren.

Erdogan liet het hier niet bij. Demirtas was nog steeds een bedreiging, hij genoot nu bovendien parlementaire onschendbaarheid. Om deze op te heffen, moest de grondwet gewijzigd worden en hiervoor was steun van de CHP noodzakelijk. Om onduidelijke redenen gaf partijleider Kemal Kilicdaroglu deze steun. Demirtas werd  veroordeeld tot een gevangenisstraf die hij nog steeds uitzit. De ontsteltenis bij velen was groot. Uitgerekend de CHP, die claimde tegen het autoritaire bewind van Erdogan te strijden, steunde hem in zo’n cruciale stemming?

Coalitie van oppositiepartijen 

Turkije maakte zich dit voorjaar op voor misschien wel de belangrijkste verkiezing sinds de oprichting van de republiek, honderd jaar geleden. De oppositie verenigde zich, waarbij zes partijen een blok vormden om Erdogan definitief te verslaan. De grote vraag was: wie wordt onze kandidaat?

Eén van de kanshebbers was de populaire burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu. Het was hem gelukt om in 2019 tijdens de lokale verkiezingen de AKP te verslaan, mede dankzij een positief stemadvies van Demirtas. Een ander belangrijke oorzaak was de dalende populariteit van Erdogan (onder andere vanwege een economische crisis in 2018), die ervoor zorgde dat de AKP veel grote steden had verloren. In eerste instantie weigerde Erdogan de verkiezingen in Istanbul te erkennen. Volgens hem was er sprake van fraude.

(beeld: Wikimedia Commons)

De Hoge Kiesraad zwichtte voor die druk en schreef nieuwe verkiezingen uit. De kiezer kon dit niet waarderen en gaf Imamoglu een nog groter mandaat. Na deze Istanbulse verkiezingen, heeft Erdogan veel leden van de Kiesraad vervangen door loyalisten, onder wie de voorzitter.

Een andere kanshebber om namens de oppositie presidentskandidaat te worden was Kemal Kilicdaroglu. Critici zagen hem niet als een stemmentrekker, onder meer vanwege zijn zachtaardige verschijning en Koerdische en alevitische afkomst. Toen Kilicdaroglu toch de kandidaat van de oppositie werd, uitte journalist Erol Multercimler zijn frustratie over de gang van zaken: ‘Hoewel het coalitieblok al ruim een jaar eerder was gevormd en we al vijf jaar weten dat deze verkiezing eraan komt, viel de keuze op Kilicdaroglu pas twee maanden voor de verkiezingen!’

De verbazing over de keuze voor Kilicdaroglu was eveneens groot, omdat hij negen voorgaande verkiezingen had verloren. Maar er waren weinigen die Erdogan nog een kans gaven na alle gebeurtenissen die hadden plaatsgevonden: hyperinflatie, de grootste bosbranden ooit, overstromingen en spraakmakende onthullingen van oude vrienden. Het grootste dieptepunt was de allesverwoestende aardbeving. Tevens doken er meerdere keren beelden op van een president die kampte met een zwakke gezondheid. Een groot deel van Turkije was Erdogan-moe en dit keer moest hij worden verslagen.

Blunders 

De eerste die waarschuwde voor verkiezingsfraude was journalist Cevheri Guven, die in ballingschap leeft. Hij betoogde dat Erdogan fraudeerde tijdens de tweede ronde. Eveneens waarschuwde hij, net als anderen, voor Onursal Adiguzel, het hoofd communicatie van Kilicdaroglu’s CHP. Adiguzel bleek in 2018 niet in staat om de verkiezingsuitslagen van eigen waarnemers vrij te geven. Deze fout heeft Adiguzel later toegegeven.

Op de verkiezingsavond van de eerste ronde, op 14 mei jongstleden, kreeg Guven gelijk. De CHP beging grove blunders: de website met live tussenstanden lag eruit, de partij kon eveneens geen tussenstanden geven en was hiervoor afhankelijk van het regeringsgezinde persbureau Anadolu Agency.

De kritiek op Kilicdaroglu en zijn communicatiechef Adiguzel groeide, waardoor laatstgenoemde is opgestapt. Hoewel de partij geen officiële reden gaf, verklaarde Adiguzel dat er niets mis was met hun computersysteem. Hij stapte op om Kilicdaroglu niet in de problemen te brengen.

‘Wilde de CHP dan niet winnen?’

Tijdens de verkiezingen van 2023 was naar schatting dertig procent van de verkiezingswaarnemers van CHP ook daadwerkelijk in het stemlokaal aanwezig. Kilicdaroglu verklaarde dat hij veronderstelde dat er ook waarnemers van een andere oppositiepartij (de IYI-partij) aanwezig zouden zijn. Dat was opvallend, want elke partij dient haar eigen toezichthouders te sturen.

Journalist Bahar Feyzan was tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen op het hoofdkantoor van de CHP tijdens de verkiezingen en verbaasde zich over het gebrek aan eigen actuele informatie. ‘Dan had ik net zo goed thuis kunnen blijven. De vraag is: waarom lieten ze niet de standen zien van hun eigen data? Dit zijn geen amateuristische fouten, we hebben het over een gevestigde partij die aan talloze verkiezingen heeft deelgenomen. Wilde de CHP dan niet winnen?’

Te veel stembiljetten

Allereerst de vraag: wanneer verlopen verkiezingen oneerlijk? Dat de regerende AK-partij veruit de meeste zendtijd heeft gehad, maakt de campagne weliswaar oneerlijk maar de verkiezingen zijn dan nog steeds legitiem.

Volgens de internationale waarnemers van de OVSE zijn de verkiezingen eerlijk verlopen, ondanks het grote verschil in zendtijd tussen de partijen. Daarnaast concludeerde dit orgaan dat er een gebrek aan transparantie was. De OVSE deed hiervoor een aselecte steekproef bij stembureaus.

Onderzoeksjournalist Murat Agirel van Cumhuriyet heeft aanwijzingen ontdekt voor fraude. Een van de opmerkelijke zaken die Agirel onderzoekt, draait om het aantal stembiljetten. Al voor de verkiezingen uitte hij zijn verbazing over het feit dat er miljoenen stembiljetten te veel zijn afgedrukt. Nu is de journalist bezig uit te zoeken wat er met deze stembiljetten is gebeurd. ‘Als de Kiesraad deze nog steeds in bezit heeft en ze blanco zijn, is er niets aan de hand.’ Van de Kiesraad krijgt hij geen reactie en hij heeft nu vragen gesteld aan de oppositiepartijen. De journalist zegt ook meerdere gevallen te kennen waarbij een persoon drie stemmen heeft uitgebracht.

Een andere opvallende zaak komt van journalist Fusun Sarp Nebil. Zij schrijft dat het aantal inwoners met drie miljoen is gestegen ten opzichte van de vorige verkiezingen in 2018, terwijl volgens de Kiesraad het aantal stemgerechtigden met vijf miljoen is gestegen. Nadat de Kiesraad ook deze vraag niet beantwoordde, legde ze dit grote verschil voor aan computeringenieur Ali Riza Atasoy en professor Turhan Mentes van Haceteppe universiteit. Zij konden het verschil niet verklaren.

 ‘Kilicdaroglu gaf merkwaardige antwoorden op veel belangrijke vragen’

Hoe gaat de CHP nu verder? Je zou verwachten dat de lijsttrekker aftreedt na het verlies van wat door velen als een must-win verkiezing werd gezien. Niets is minder waar. De lijsttrekker zelf liet zich pas twaalf dagen na de verkiezingen publiekelijk zien. In een veelbesproken tv-interview liet hij in het midden of hij zal aanblijven.

Wel verving hij het bestuur van de partij, dat werd gezien als inner circle van Kilicdaroglu. Journalist Ismail Saymaz noemde de bestuurswissel een fake move: ‘Dit zijn onbekende mensen voor het grote publiek en bovendien zijn de nieuwe leden ook oudgedienden.

Geen verandering

Aan zelfreflectie deed de CHP-leiding niet. Wel waren er een hoop onzinnige reacties op het verlies. De reactie van de nieuw gekozen fractieleider en bondgenoot van Kilicdaroglu, Özgür Özel, spande de kroon. Hij zei in een interview geen oproepen te horen die het aftreden van Kilicdaroglu eisen, afgezien van AKP-trollen in de social media. Een paar dagen later gaf hij plots aan dat verandering wel nodig is en dat hij ervoor openstaat om de nieuwe partijleider te worden.

Kilicdaroglu ging niet bij zichzelf te rade. Het verlies kwam doordat ze op het platteland naar de staatstelevisie kijken, zei hij. Deze verklaring riep verbazing op bij interviewer Saymaz: ‘Dit weten we al twintig jaar. Heeft u echt geen andere verklaring?’ Volgens Kilicdaroglu is de nederlaag geen groot maar een klein fiasco. Erdogan zou door het verlies van de eerste ronde ‘een traumatische nederlaag hebben geleden‘. Een wonderlijke conclusie, aangezien de AKP juist in die eerste ronde de meeste stemmen behaalde. Eén van de weinigen die als eerste openlijk heeft gezegd verandering binnen de CHP te willen, is burgemeester Ekrem Imamoglu.

Kilicdaroglu gaf verder in zijn surreële optreden merkwaardige antwoorden op veel belangrijke vragen. Zo uitten de interviewers hun verbazing over het feit dat de CHP de verkiezingen inging met voormalige bondgenoten van Erdogan: Ahmet Davutoglu en Ali Babacan. Hoewel ze maar twee tot vijf procent van de stemmen hebben gehaald, kregen ze een derde van alle zetels en dreigen ze nu zelf aparte fracties te vormen. Op de vraag waarom voor zo’n constructie is gekozen, antwoordde Kilicdaroglu dat het juist democratisch is dat er binnen een partij verschillende geluiden te horen zijn.

Opgemerkt moet worden dat de Toekomstpartij van Davutoglu en de Partij voor Democratie en Vooruitgang (DEVA) van Babacan niet eens voor de CHP kandidaat-voorzitter van het parlement hebben gestemd, maar zelf kandidaten hebben voorgedragen. Kilicdaroglu vertelde voorstander van afsplitsing te zijn: ‘Het liefst zie ik dat er niet 1 maar 2 nieuwe fracties komen.’

Het ongeloof was zichtbaar aanwezig bij Ugur Dundar, de andere interviewer. Deze gerespecteerde journalist citeerde daarop een column van Fatih Altayli, een andere gerespecteerde journalist. Daarin zei een anonieme diplomaat dat Kilicdaroglu werkt voor externe krachten en als doel heeft om de verkiezingen te verliezen.

Op het eerste gezicht lijkt de uitspraak van deze diplomaat een complottheorie. Maar als je alle ‘blunders’ van de partijleider op een rij zet, zijn het wel erg veel ongelukkige fouten. Kilicdaroglu stevent met de CHP regelrecht op de afgrond af. Zonder sterke oppositie en een onafhankelijke Kiesraad, van oudsher de twee sterkste pijlers van de Turkse democratie, vervalt Turkije in een dictatuur.

‘Alevieten in Nederland weer onder één koepelorganisatie’

0

Alevieten in Nederland, een religieuze stroming die in soennitisch-islamitische landen wordt onderdrukt, gaan weer verder onder één bestuur. Daarmee komt er na twee jaar een einde aan een scheuring in deze gemeenschap.

Afgevaardigden van verschillende alevitische verenigingen hebben zich aangesloten bij de koepelorganisatie HAK-DER, oftewel de Federatie van de Alevitische Gemeenschap in Nederland. Dat meldt Alevitisch nieuws. Hoewel achter op het scherm van de groepsfoto ironisch ‘verbinding verbroken’ staat, hebben de alevieten zich offline wel weten te vinden met ‘nieuwe statuten voor een koepelorganisatie’.

HAK-DER was, meldt Alevitisch nieuws, enkele jaren in tweeën gesplitst. Het Alevitisch Platform Nederland werd opgericht uit lokale verenigingen die eerder uit HAK-DER waren gezet.

‘De nieuwe statuten zijn door beide stromingen opgesteld, en lijken een stap te zijn om te komen tot een fusie’, staat op de Facebook-pagina van Alevitisch nieuws. HAK-DER hoopt op ‘duurzame eenheid en broederschap’ en een organisatie die de alevitische weg kan overbrengen aan ‘toekomstige generaties’, meldt Alevitisch nieuws. Over het verdere proces en tijdspad is nog niks bekend gemaakt, aldus Alevitisch nieuws.