8.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 255

Nederland en Egypte worstelen met zwart bewustzijn

Kan Nederland geestelijk al openlijk vertoon van zwart zelfbewustzijn aan? Die vraag is nu, aan de vooravond van Keti Koti, 150/ 160 jaar na de afschaffing van de slavernij in Suriname, extra actueel.

1 juli zal weer de aanleiding vormen voor de nodige officiële excuses. Ditmaal is de koning aan de beurt, die daarvoor uit het vaste format van de in het excuses-aanbieden doorgewinterde premier kan putten. Die excuses mogen tegelijkertijd natuurlijk niet te veel kosten.

Of zal Willem Alexander nu breken met de oude Oranje-familietraditie dat men zich wel zoveel mogelijk andermans geld toe-eigent, maar zo weinig mogelijk eigen geld uitgeeft? Naast koning Willem I waren zowel prins Bernhard senior als prins Bernhard junior daar meesters in. Het beoogde slavernijmuseum: dat kan de koning moeiteloos alleen al uit de eigen slavernijbaten van zijn voorouders helemaal in zijn eentje betalen.

Hoe zit het overigens intussen met de acceptatie van de erfenis van het slavernijverleden: de blijvende aanwezigheid van honderdduizenden mensen met Surinaamse wortels – buiten de vaste staatkundig gebaande boetepaden? Daar valt nog wel wat winst te behalen.

Dat blijkt al uit alle opwinding over dat metershoge beeld van een zwarte vrouw voor het station in Rotterdam. Toegegeven: het is inderdaad – zeker voor Nederlandse begrippen – wel erg opdringerig groot. Gangbaar is toch eerder een formaat van levensgroot tot hooguit anderhalf maal dat. En of ik het ook mooi vind, weet ik nog niet, maar dat geldt wel voor meer moderne kunstwerken in die stad.

In elk geval geloof ik dat het tot minder verbeten commentaren had geleid als het niet om een zwarte vrouw, maar om een witte vrouw zou zijn gegaan. De NRC-column van Rosanne Herzberger, waarmee de rel min of meer begon, getuigde daarbij ook van feitelijke onwetendheid. Ten onrechte betitelde zij het als standbeeld, iets dat alleen maar voor verdienstelijke publieke personen wordt opgericht. Dat geldt inderdaad voor standbeelden, die zich onderscheiden door sokkels met ronkende tekst. Vooral de negentiende eeuw was daar goed in.

Maar die sokkel met opschrift ontbreekt hier: het gaat om een menselijke sculptuur, zonder dat daarbij een speciale persoon wordt geëerd. Juist in Nederland bestaan daar heel wat van, waar nooit iemand aanstoot aan heeft genomen. Soms betreft het mythische figuren, soms bekende literaire personen, soms helemaal niemand in het bijzonder.

Iedereen kent wel die bankjes in stadscentra die, juist als je naar een zitplaats smacht, op hinderlijke wijze deels door een menselijk wezen in brons in beslag genomen blijken te zijn, waar je dan alleen nog maar net met z’n allen naast kunt zitten als je eigen puberkroost met een plaats op jouw schoot genoegen neemt.

Zulke beelden – niet: standbeelden – stellen vrijwel altijd witte Nederlanders voor. Dat er nu, omwille van de representativiteit, ruimte is voor meer diversiteit, lijkt mij logisch. En als dat dan ook nog eens de identificatie van zich gemarginaliseerd voelende groepen met de samenleving ten goede komt: prima.

‘De hele tentoonstelling zegt niets over het oude Egypte zelf’

Maar niet alleen sommige Europeanen hebben het kennelijk met zwart zelfbewustzijn moeilijk. Dat geldt ook voor sommige Egyptenaren – gezien de absurde reactie uit die hoek op de tentoonstelling in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden over de manier waarop zwarte Amerikaanse kunstenaars zich door het oude Egypte hebben laten inspireren. Het kwam de museumdirectie vanuit Caïro op sancties te staan, gepaard aan het idiote verwijt van geschiedvervalsing.

Daarbij verwijst men ginds ongetwijfeld op de her en der circulerende – en inderdaad tamelijk dubieuze – theorie dat de oude Egyptenaren zwarte Afrikanen zouden zijn geweest. Maar dat doet het museum helemaal niet. Het zegt in de hele tentoonstelling niets over het oude Egypte zelf, alleen veel over de voorbeeldfunctie die het oude Egypte vervult, tot op vandaag, ook aan de overzijde van de Grote Plas.

Eigenlijk gaat het om iets wat we, als witte Europeanen dat met zwarte Afrikanen zouden doen, als ‘culturele toe-eigening’ zouden betitelen. Dat doen de Egyptische autoriteiten in feite ook. Alleen is daar ook in dit omgekeerde geval – wit inspireert zwart – niets mee mis.

Koranverbranding in Zweden tijdens het Offerfeest, net voor NAVO-top

0

In Zweden verliep de eerste dag van het Offerfeest niet overal feestelijk. Voor de Centrale Moskee in Stockholm werd een Koran ontheiligd en verbrand. Dat leidt tot hoogspanning met Turkije, net voor een NAVO-top over toetreding van Zweden tot de militaire alliantie.

Dat schrijft de Arabische nieuwszender Al Jazeera. De koranverbranding is het werk van Salwan Momika, een Iraakse vluchteling die een verbod op de Koran wil in Zweden. Hij was met een nog onbekende kompaan en maakte er woensdag een hele show van, door ook varkensvlees op de Koran te plaatsen en erop te stampen. Duidelijk bedoeld om moslims te choqueren en provoceren, die het Offerfeest vieren, meldt Al Jazeera.

Woordvoerders van de moskee zijn teleurgesteld in de Zweedse politie die toestemming gaf voor het haatincident. In een verklaring later zei de politie dat een onderzoek is gestart naar een van de mannen, vanwege ‘het ageren tegen een etnische groep’.

Volgens de Zweedse premier Ulf Kristersson is de koranverbranding ‘legaal’, maar niet ‘gepast’. Hij reageerde verder niet op vragen of deze actie de betrekkingen met Turkije schaadt en het NAVO-lidmaatschap in gevaar brengt. Zweden heeft eerder dit jaar ook koranverbrandingen toegestaan. Die zouden vallen onder ‘de vrijheid van meningsuiting’.

De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan is het daarmee oneens. ‘Het is onacceptabel dat anti-islamitische protesten vrijheid van meningsuiting te noemen. Het wegkijken van zulke verschrikkelijke daden is medeplichtigheid’, zegt hij op Twitter.

Algerijnse kunstenares ziet racisme in haar land toenemen, net als in Tunesië

0

De zwarte Algerijnse kunstenares Baraka Merzaia heeft felle kritiek op racisme in haar land. Dit zegt de populaire influencer op haar Instagram-account. Ze krijgt veel steun voor haar hartenkreet.

‘Er is een fenomeen dat steeds meer groeit in Algier: racisme’, vertelt ze. Een incident staat haar nog heel goed bij. Toen ze naar Algiers kwam en de tram pakte, zei de conducteur toen hij de kaartjes controleerde tegen haar: ‘Jullie, zwarte mensen, kwamen naar Algerije om jezelf op alle niveaus te verbeteren.’ Niemand in de tram zei er iets van, of liet merken deze opmerkingen racistisch en verkeerd te vinden. ‘Zelfs als ik geen Algerijn was, praat je zo tegen buitenlanders?’, vraagt Merzaia zich retorisch af.

Ze krijgt dagelijks veel met discriminatie te maken. Arabische Algerijnen noemen haar kahloucha (zwart), camara (een algemene voornaam, die wordt gegeven aan mensen uit Afrika ten zuiden van de Sahara) en sadaka (bedelaar). Het zijn jonge mensen die haar beledigen, maar ook oudere mensen. Het zijn mannen, maar ook vrouwen. Het zijn laagopgeleide mensen, maar ook mensen die wel gestudeerd hebben, zegt ze.

De Instagram-post van Merzaia roept veel emotie op. ‘We zijn blij met je, Baraka’, reageert iemand. Een ander schrijft dat Algerije strengere wetten moet krijgen, om discriminatie tegen te gaan.

In februari dit jaar haalde Baraka Merzaia de Algerijnse kranten nadat Senegal tijdens de finale van de African National Championship Algerije versloeg. Veel Algerijnse supporters wilden haar toen feliciteren, omdat ze dachten dat ze uit Senegal kwam. Maar Merzaia is Algerijns.

Vrouwe Justitia, laat agent een hoofdoek, kruisje of keppeltje dragen

0

Vrouwe Justitia heeft gesproken. Tot nu toe was het ‘slechts’ een gedragscode. Maar nu heeft minister van justitie Dilan Yesilgöz in formele regels vastgelegd dat uitingen van geloofsovertuiging zoals hoofddoeken, kruizen en keppeltjes worden verboden voor politieagenten die in contact staan met het publiek. Het verbod gaat deze zomer in. Dit, omdat geloofsovertuigingen niet zouden passen bij een neutrale overheid.

Vrouwe Justitia is natuurlijk veel meer dan alleen mevrouw Yesilgöz. Lang voor dat zij als minister van Justitie en Veiligheid aantrad en ook in een volgende fase wanneer zij zal zijn toegetreden tot het legioen van ex-bewindslieden hebben wij nog steeds die hógere Vrouwe Justitia.

Maar wacht even. Vrouwe Justitia? Geloofsovertuigingen passen volgens de minister dus niet bij een neutrale overheid. Maar de echte Vrouwe Justitia had alles te maken met geloof. Bij de Romeinen stond zij al als godin van de rechtvaardigheid te boek. En vanuit het oude Griekenland heeft zij ook nog een band met Nemesis, de godin van de wraak. Vandaar die weegschaal en het zwaard die deel van haar beeltenis uitmaken.

Deze religieuze context van haar eigen ministeriële oppergezag is onze excellentie kennelijk ontgaan.

Maar goed, een minister anno 2023 kan ook niet alles weten. Voor de oude geschiedenis van onze parlementaire rechtstaat blijkt de overheid wel vaker een beetje blind. Draagt Vrouwe Justitia om die reden een blinddoek?

Ondanks de huidige nieuwe regelgeving hoeven de keppel-, kruisje- en hoofddoekdragers in Nederland zich niet ongelukkig te voelen. Niks geen tweederangsburgers. De justitiewoordvoerder stelt ons helemaal gerust. Er zijn zat politiemensen die niet direct in contact met het publiek staan. Je kan dus ook met een hoofddoek best bij de politie werken.

In mijn cynisme beaam ik dit. Ja, mevrouw de minister, mijn geachte buurvrouw is met haar respectabele hoofddoek neutraal genoeg om uw kopjes af te wassen en de toiletten in uw prachtige kantoorgebouw te reinigen. Zal ze daar dan maar op solliciteren?

Hoe geblinddoekt kan een politie en een justitie zijn met dit soort kwalijke kulwetgeving.

Met het huidige besluit lijkt het alsof justitie en politie alles binnen hun organisatie op het gebied van neutraliteit en burgerschap nu wel op orde hebben. Maar is dat zo?

‘Mijn buurvrouw met haar respectabele hoofddoek is wel neutraal genoeg om uw kopjes af te wassen’

Veel jonge kinderen, ook uit kruisjes- en hoofddoekdragende gezinnen, worden voor het leven getekend door het handelen van de politie dat beslist overbodig is. Deze week hoorden we over emotionele schade die ontstaat bij uithuisplaatsingen van kinderen met gebruikmaking van volstrekt overbodig en niet-proportioneel politieoptreden. Blind als die organisatie op die momenten kan zijn voor juist het welzijn van de burger.

Of de zaak van die jonge studente. Ook zij is, inmiddels jaren later, niet in staat om ook maar één positief woord over de politie uit haar mond te krijgen. Zij zal nooit vergeten hoe het politiegeweld zich manifesteerde toen vijf uur in de ochtend een arrestatieteam de voordeur van haar ouderlijk huis ramde en zij met haar moeder in hun nachtjapon uit bed werden gehaald, om in de hoek te worden gezet terwijl wapens op hen werden gericht. Het kind was toen twaalf jaar oud. Uren moest ze daar blijven staan terwijl het huis overhoop werd gehaald. ‘Nooit heeft iemand zich verder om mij als kind bekommerd. Ze zochten mijn broer. En ja, die is ‘Marokkaan’.’

En dan is er ook de documentaire De Blauwe Familie over interne discriminatie bij de politie. En bovendien de door de overheid geïnitieerde ‘spionage’ bij de moskeeën. En ten slotte zijn daar de discriminerende uitzendbureaus, waar onze departementen nog volop zaken mee doen. Bij al deze zaken is iedere vorm van neutraliteit heel ver te zoeken.

Vrouwe Justitia vindt in ieder geval dat met deze aanpassing van de uniformvoorschriften eindelijk een einde aan de discussie is gekomen. Mijns inziens is deze bevestiging van schijnneutraliteit het begin van een nieuwe discussie. En die gaat over de professionaliteit van de politie.

Als burger in dit land mag en wil ik uitgaan van een verregaande professionaliteit van de persoon die in uniform voor mij staat. De agent heeft de wetskennis vergaard die nodig is om zijn of haar taak uit te voeren. De opleiding in het hanteren van de machtsmiddelen die beschikbaar zijn om de taak naar behoren uit te kunnen voeren, is met succes afgerond. De diender weet precies wat het betekent om het geweldsmonopolie dat het korps is toevertrouwd adequaat en zorgvuldig toe te passen. Kortom, de kwaliteit van onze politie staat over het algemeen in ons land op een hoog niveau.

Met het huidige verbod op religieuze tekens worden dus serieuze vraagtekens gezet bij die professionaliteit. Is het echt waar dat de handhaver de professionaliteit laat varen vanwege de gesuggereerde aantasting van de neutraliteit omdat er een keppel op het hoofd prijkt of een kruisje rond de nek hangt?

Nee, Vrouwe Justitia, laat die blinddoek maar varen. Geef deze aan mijn islamitische buurvrouw zodat zij deze naar eer en geweten kan dragen als welkome hoofddoek, als nieuw onderdeel van het politie-uniform. Mevrouw Yesilgöz, hier is het laatste woord nog lang niet over gezegd.

Franse moslimraad bekritiseert islamofobie naar aanleiding moord Samuel Paty

0

De Franse Raad voor de Islamitische Eredienst (CFCM) is bezorgd over het feit dat steeds meer moslims slachtoffer worden van islamofobie. Dit treft vooral vrouwen en meisjes op school en op de universiteiten en zou gelegitimeerd worden aan de hand van de moord op leraar Samuel Paty in 2020.

Aan de basis van islamofobe opmerkingen en discriminatie van moslims ligt de opvatting van de ‘politieke islam’ een gevaar is, en degenen die dit een gevaar vinden verwijzen dikwijls naar de moord op Samuel Paty, aldus CFCM. De raad spreekt haar grote bezorgdheid uit over ‘de instrumentalisering van de nagedachtenis van Samuel Paty in controverses’, waarbij ze onder andere doelt op de discussies over de hoofddoek en de abaya, een islamitische lange jurk die steeds meer moslimmeisjes dragen als ze naar school gaan.

Zo werd een schoolmeisje naar verluidt uit de klas gehaald omdat ze een lange jurk droeg met een ‘religieuze bedoeling’. De leraar zou tegen haar hebben gezegd: ‘Ik ga je moeder secularisme leren.’ Een studente van de Paris Dauphine Universiteit droeg een hoofddoek tijdens haar eindejaarsverdediging. Een examinator zou haar ter verantwoording hebben geroepen en tegen haar hebben gezegd: ‘We zijn hier in Frankrijk. Ga terug naar Afghanistan.’ In een email aan de studenten heeft de universiteit inmiddels aangegeven dat deze uitlating ontoelaatbaar is, aldus CFCM. Ook is er aangifte gedaan tegen de examinator.

Turkse rechter blokkeert websites die schrijven over corruptiezaak zoon Erdogan

0

De Turkse rechtbank blokkeert de toegang tot 93 websites en twitteraccounts. Reden: deze platforms en accounts publiceerden een onderzoek van Reuters, waarin de zoon van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan van corruptie wordt beschuldigd.

Dat meldt de Turkse nieuwssite Duvar. In het rapport van Reuters wordt gemeld dat anticorruptie-eenheden in de VS en Zweden een klacht behandelen waarin een Amerikaans bedrijf Erdogans zoon Bilal tientallen miljoenen dollars zou hebben geboden om op de Turkse economische markt grote voordelen te krijgen. In het rapport staat overigens ook vermeld dat het geld nooit is uitgekeerd.

De Turkse rechter heeft het verbod opgelegd vanwege de ‘schending van persoonlijke rechten’. ‘Kwalijke vertekeningen van de waarheid gaan voorbij de grens van acceptabele kritiek. Het schrijven van artikelen komt met verantwoordelijkheden en beperkingen waaraan de pers zich moet houden’, aldus de uitspraak van de rechter. Fahrettin Altun, hoofd presidentiële communicatie van Erdogan, noemt het Reuters-rapport een zwarte vlek in de geschiedenis van de journalistiek.

Kleine groep claimt slachtofferschap slavernij

0

Jürgen Olivieira betoogde in de Kanttekening dat het geen goed idee is om met Keti Koti ook de contractarbeid van Hindostanen te herdenken. Hoogleraar sociologie Ruben Gowricharn vindt dat een miskenning van de geschiedenis van de contractarbeiders.

Wie denkt dat slavernij in Suriname is afgeschaft, vergist zich. Een generatie Afro-Surinamers, waartoe Olivieira behoort, betoogt dat het slavernijverleden hard doorwerkt in het heden. Deze groep is klein, maar in Amsterdam goed zichtbaar. Met grote regelmaat verkondigen zij onjuistheden, waarmee zij Hindostanen en andere groepen uit Suriname diskwalificeren en een monopolie claimen op slachtofferschap. Daar eisen ze bovendien financiële compensatie voor.

Centraal in het stuk van Olivieira staat de bewering dat contractarbeid en slavernij onvergelijkbaar zijn met elkaar. Dat is in principe juist en Olivieira somt een aantal correcte argumenten daarvoor op.

Op het fundamentele punt van de aard van de slavernij vergist Olivieira zich echter. Hij schrijft: ‘Er was destijds sprake van een nieuwe vorm van slavernij, genaamd chattel slavery. De tot slaaf gemaakten en hun nageslacht waren juridisch eigendom van de slavenhouder.’ Dat gevangen nemen en ruilen – niet per se voor geld – is een kenmerk van alle vormen van slavernij, zowel in het oude Egypte, Rome, Griekenland, als in tal van Aziatische en Afrikaanse landen en veel later in Caraïbische economieën.

Olivieira beweert in zijn opiniestuk dat Afrikanen onder barbaarse omstandigheden op schepen werden vervoerd, werden gebrandmerkt, gescheiden van familieleden, zwaar werden gestraft of zelfs gedood als ze ontsnapten en dat verkrachtingen aan de orde van de dag waren. Die praktijken kwamen inderdaad voor, maar anders dan Olivieira beweert, vond dat vooral plaats in de eerste periode van de trans-Atlantische slavernij, die in Suriname rond 1650 begon.

Tweehonderd jaar later was het stelsel van slavernij sterk veranderd en waren dit soort praktijken gaandeweg ingeperkt. De gewraakte praktijken waren dus geen regel. Zo wijst historisch onderzoek van onder andere Richard Price uit dat slaveneigenaren het nut inzagen van stabiele gezinsvorming en die zoveel mogelijk bevorderden. Het misleidende in deze opsomming is dat uitzonderlijke praktijken bij elkaar worden geveegd en als structurele kenmerken van een maatschappijstelsel worden voorgesteld. Dat is hetzelfde als beweren dat vrouwen in de twintigste eeuw dagelijks werden beknot in hun vrijheid, niet werden betaald voor hun arbeid, werden mishandeld en verkracht.

Geloof, cultuur en tradities

Olivieira herhaalt bovendien een populair sprookje: ‘Na hun contract ontvingen contractarbeiders die wilden blijven in Suriname een stuk grond en een startkapitaal. Afrikanen kregen dat niet.’ Dit verhaal, dat Hindostaanse arbeiders in tegenstelling tot Afrikanen honderd gulden kregen wanneer zij zich na afloop van hun contract (na 1895) als boer in Suriname vestigden, klopt niet. Want al sinds 1842 bestonden voor vrijverklaarde slaven wetgeving en praktijken, waarbij zij percelen in de buurt van Paramaribo kregen en honderd tot vijfhonderd gulden ontvingen.

‘Nederlandse overheden doen mee met deze koehandel, waarbij de ene groep niet en de andere groep wel herdacht mag worden’

Olivieira vervolgt: ‘De Afrikanen mochten hun eigen geloof, cultuur en tradities niet uitoefenen.’ Ook dat is niet waar, want vooral in de Amerika’s hebben ze die grotendeels behouden en eigen talen en religieuze rituelen ontwikkeld. Er waren beperkingen, maar die golden ook voor contractarbeiders, met name in Britse koloniën zoals Jamaica. Overigens geldt het ‘verlies van cultuur’ voor alle groepen, de blanken incluis.

Doorwerking

Olivieira noemt het begrip ‘doorwerking’ van het slavernijverleden een containerbegrip en erkent dat deze vorm van achterstelling door de slavernij beter moet worden gedefinieerd. Wat mij betreft is het een leeg begrip. Zwarte Nederlanders horen bij de meest succesvolle groepen in Nederland – hoe kunnen zij zijn achtergesteld? Waarin komt die achterstelling dan tot uiting?

De ‘financiële middelen die de gemeente heeft gereserveerd voor het gedenkjaar’ wil Olivieira niet delen: ‘Als er dit jaar ook aandacht moet komen voor contractarbeiders, dan moet het budget gedeeld worden. Zie hier weer een vorm van verdeel en heers.’ Ook dit moet ik tegenspreken. Degene die hier groepen verdeelt, zijn Olivieira en zijn geestverwanten. Die willen geen gemeenschappelijke koloniale geschiedenis erkennen, maar een monopolie opeisen op slachtofferschap door het lijden van slaven te maximaliseren en ‘reparatiegeld’ claimen.

Koehandel

‘We zijn gewoonweg nog niet op het punt gekomen om gezamenlijk te herdenken’, stelt Olivieira. ‘Daarom mijn advies aan Denk Amsterdam. Ga terug naar de tekentafel. Erken de gevoelens van de nazaten van tot slaaf gemaakten. Heb respect voor de gevoeligheden.’ Hebben Olivieira en de zijnen respect voor de gevoeligheden voor andere Surinaamse groepen? Dat blijkt niet uit het wegzetten van de nazaten van contractarbeiders als mensen die niet genoeg hebben geleden om samen met de Afro-Nederlanders een gemeenschappelijk kolonialisme te bevechten.

Het exploiteren van de slavernij door Olivieira is al opmerkelijk. Daarmee blijven hij en zijn medestanders ‘slaven’ van het slavernijverleden. Maar ronduit stuitend is het, dat Nederlandse overheden meedoen met deze koehandel, waarbij de ene groep niet en de andere groep wel herdacht mag worden. Daarmee doen zij volop mee met de uitsluiting van nakomelingen van de contractarbeiders.

Nourdeen Wildeman gaat op de stoel van Allah zitten

0

In de Kanttekening schreef Kivilcim Pinar, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in Alkmaar, maandag een oproep aan moslims om tijdens het Offerfeest geen dieren meer te doden. Hij wijst op alternatieven, bijvoorbeeld het offeren van geld aan minderbedeelden en het laten planten van olijfbomen in Palestina.

Pinar deed die oproep met de herinnering dat de meeste dieren die op deze dagen worden geslacht afkomstig zijn uit de intensieve veehouderij, waar elk jaar ongeveer 500 miljoen onder afschuwelijke omstandigheden worden gehouden. ‘Ze worden fabrieksmatig vermeerderd, vetgemest, afgeslacht – dagelijks 1,7 miljoen – en verwerkt. Dit wordt ‘vee-industrie’ of soms bio-industrie genoemd. Ik noem het barbarij’, aldus Pinar.

Toen ik het artikel las, stond ik hier in eerste instantie sympathiek tegenover, omdat ik het met de schrijver eens ben. Maar ik vermoedde al meteen dat rigide moslims hier aanstoot aan kunnen nemen. Waarom weer zo’n discussie, net voor het Offerfeest? Is dit niet voer voor niet-moslims, die niet om diervriendelijke maar om islamofobe redenen het Offerfeest willen afschaffen? Die vrees bleek niet ongegrond, afgaande op de witte niet-islamitische retweets die Pinars opiniestuk ontving.  Maar volgens mij is er geen beter moment om het dierenleed, dat dezer dagen plaatsvindt, aan de kaak te stellen.

Wat de islamitische publicist Nourdeen Wildeman vervolgens schreef, gaat alle perken te buiten. ‘De oproep om een verplichte religieuze handeling niet te verrichten is een oproep van kufr (ongeloof, TB) en behoort door alle moslims onomwonden te worden afgewezen’, tweet hij. ‘Als je de islam niet wilt, dan niet.’

Hallo zeg! Waarde Wildeman, is dat niet een beetje heftig? Door dit te twitteren bestempelt hij Pinar mijns inziens tot ongelovige en gooit hij hem voor de islamitische bus. Met zo’n boude stelling pretendeer je immers niet alleen voor alle moslims te spreken. Nee, Wildeman gaat veel verder. Hij gaat ook nog eens op de stoel van Allah zitten. Want wie heeft hem het recht gegeven om een ander tot ongelovige te bestempelen? In de islam heeft geen enkele sterveling het recht om dat te doen. Alleen Allah velt het eindoordeel.

Je kan het met Pinar eens of oneens zijn, maar waarom moet dat op zo’n radicale manier? Eerlijk is eerlijk, ik dacht ook meteen: typisch bekeerlingen. Het komt vaker voor dat zij roomser dan de paus willen zijn. Dan gaan ze geboren moslims met een paar hadiths die ze ergens hebben opgepikt de les lezen. Waarom? Wil je bewijzen dat je meer moslim bent?

Als dat zo is, dan heb je echt niks van de islam begrepen. Mensen tot ketter verklaren en excommuniceren uit de gemeenschap, dat maakt je niet meer, maar juist minder moslim. Maar goed, niets menselijks is de moslim vreemd. Ook wij laten ons weleens meeslepen door geldingsdrang en bezondigen ons aan arrogantie. Kan gebeuren. Ik hoop dat Wildeman zijn excuses zal maken, niet alleen aan Pinar, maar aan alle moslims die het met Pinar eens zijn, zodat we deze discussie op een respectvolle manier kunnen voeren.

Eid Moubarak!

‘Aanvankelijk mocht niemand de CU-fractie Flevoland bevragen over coalitie met PVV’

0

ChristenUnie-lid Efraïm Hart is teleurgesteld in zijn partij, nu die definitief heeft besloten in Flevoland met de PVV te gaan besturen. ‘Ik wilde hier graag een discussie over, maar het bestuur bood hier initieel nauwelijks ruimte voor.’

De fracties van BBB, VVD, PVV, ChristenUnie en SGP hebben een coalitieakkoord gesloten. Tegen een coalitie met de PVV is er onder een groep ChristenUnie-leden veel weerstand, Maar in tegenstelling tot de PvdA, waar de leden akkoord moeten gaan met de coalities die worden aangegaan, kan de ChristenUnie-fractie besluiten nemen ‘zonder last’.

Het bestuur van de ChristenUnie Flevoland besloot dat de ledenvergadering besloten zou zijn. De pers was niet welkom. Het Nederlands Dagblad stond voor het gebouw van de pinkstergemeente El Encuentro con Dios in Almere, om verslag te doen van de vergadering. Er kwam een motie van teleurstelling over het feit dat de ChristenUnie ‘ondanks alle zorgen en weerstand’ de coalitie met de PVV heeft ‘doorgezet’. De motie kreeg 33 stemmen voor, 25 stemmen tegen en 5 onthoudingen.

De 31-jarige arts Efraïm Hart, voormalig campagneleider van de ChristenUnie in Almere, vertelt de Kanttekening persoonlijk zijn vertrouwen te hebben verloren in de fractie van ChristenUnie Flevoland. Hij zag grote teleurstelling onder een groot deel van de leden. ‘De leden willen met de ingediende motie een vinger aan de pols houden. Volgend jaar zal de samenwerking in deze coalitie met de PVV worden geëvalueerd.’

Het bestuur van de ChristenUnie Flevoland had weinig zin in discussie, vertelt Hart. ‘Niet alleen was de pers niet welkom op deze vergadering, maar er was initieel geen ruimte voor vragen. Pas na aandringen van meerdere leden gaf de fractievoorzitter aan dat er over de actualiteit – de coalitie met de PVV – gediscussieerd mocht worden en vond het bestuur dit goed. Ze wilden eerst dat de fractievoorzitter wat over het coalitieakkoord zou vertellen, zonder dat de leden de fractie daarop zou mogen bevragen. Ik stelde de fractievoorzitter een kritische vraag over wat hij vond van de kritiek en weerstand – provinciaal en landelijk, van partijprominenten – op de coalitie met de PVV. Hij antwoordde dat hij inderdaad ongemak voelde, maar de coalitie wilde doorzetten. ‘We sluiten niemand uit’, zei hij. Ik wilde daarop een vervolgvraag stellen, maar daar stak het bestuur een stokje voor. Eerst waren andere vragenstellers aan de beurt, en daarna zou de voorzitter bij mij terugkomen. Dat deed hij echter niet, waarop ik een punt van orde wilde maken. Uiteindelijk hebben andere aanwezige leden de voorzitter gevraagd om mij ruimte te geven.’

Fractievoorzitter Hofstra zei gisteren niemand te willen uitsluiten, ook de PVV niet. Hij beriep zich ter verdediging van zijn keuze onder andere op de Bijbel. Efraïm Hart vindt dit echter geen goed argument. ‘Terwijl de verbinding met de PVV wordt gezocht, worden CU-leden die moeite hebben met samenwerking buitengesloten.’

Meloni’s islamofobe beleid drijft Italiaanse moslims naar de marge

0

De ultrarechtse Italiaanse premier Giorgia Meloni voert een islamofoob beleid, stelt de Amerikaanse wetenschapper Farid Hafez in een groot essay op Middle East Eye. Haar partij Fratelli d’Italia en Lega Nord trekken ten strijde tegen de ‘islamisering’ van Italië.

Fratelli d’Italia (FdI) heeft nu een wetsvoorstel ingediend om het gebruik van garages en pakhuizen als moskeeën te verbieden. Tommaso Foti, leider de de FdI-fractie in het Italiaanse parlement, beweert dat deze maatregel de islamisering van Italië zou stoppen. Het is een omstreden wetsvoorstel, waar De Groenen en liberalen tegen zijn. Deze progressieve partijen zijn van mening dat hierdoor de godsdienstvrijheid van moslims wordt beknot.

Meloni zelf staat ook bekend als een islamofoob, aldus Hafez. In 2019 schreef ze, toen ze nog oppositiepolitica was, het voorwoord bij het eerste rapport over de islamisering van Europa van de rechtse denktank Ferefuturo Foundation. Ze schreef dat ze vreesde voor de profetie van Michel Houellebecq, de controversiële Franse schrijver die in de roman Soumission beschreef hoe Frankrijk door de Moslimbroederschap werd overgenomen. Als we niets zouden doen ‘kan dit onvermijdelijk werkelijkheid worden’, aldus Meloni. En in het rapport over islamofobie in Italië in 2022 schreef onderzoeker Ada Mullol Marin: ‘Leden van FdI en Lega hebben verklaringen afgelegd tegen bestaande moskeeën en de bouw van nieuwe moskeeën in het land, met het argument dat ze sociale conflicten veroorzaken.’ Hafez wijst daarnaast op het zijns inziens islamofobe discours in rechtse media, waar de bouw van moskeeën werd geframed als de bouw van een ‘islamitisch getto’.