Vorige maand zijn de ruiten ingegooid van een moskee in Gouda. Die stad gaat daarom moskeeën beter beveiligen.
Op 9 februari vlogen er stenen door meerdere ruiten van moskee Nour in de binnenstad van Gouda. Ruiten aan zowel de voorzijde als de achterzijde van het gebouw gingen kapot. Dat meldt AD Gouda.
Het heeft er alle schijn van dat de dader bewust een moskee heeft uitgekozen, zegt Anouar Caouch. Hij is secretaris van moskee Nour. ‘Zo voelt het als je gebedshuis kapot wordt gemaakt. Bezoekers maken zich zorgen, dat is denk ik wel terecht.’ De politie is bezig met een onderzoek naar het incident. De dader is echter nog niet in de kraag gevat.
Naar aanleiding van het incident gaat de gemeente Gouda beter letten op de veiligheid van moskeeën. De besturen van de diverse moskeeën in de stad hebben daarmee ingestemd. ‘Het doel is om de beveiliging van de gebouwen en het gevoel van veiligheid onder de bezoekers te vergroten’, vertelt de stad. De centrumlinkse politieke partij PvdA had haar zorgen geuit over de veiligheid van moslims in Gouda.
Alevieten zijn een onderdrukte minderheid in Turkije. Ook in ons land zien veel Turks-Nederlandse soennieten hen als ‘dwalend in de leer’. Historicus Mahmut Erciyas, zelf alevitisch, geeft in zijn boek God is in de mens aan de hand van gedichten een inkijkje in het alevitisme.
Alevitisme gaat terug tot de zevende eeuw en sommige alevieten zien zich als moslim, terwijl anderen menen dat ze een eigen religie hebben. In Nederland is er weinig kennis over het alevitisme en de geloofsconcepten, rituelen en ceremonieën van deze islamitische stroming. Erciyas wil daar verandering in brengen met zijn boek, dat deze maand verschenen is. Poëzie is belangrijk in de cultuur van de alevieten.
De alevieten zijn in Turkije een religieuze minderheid die ongeveer 15 tot 20 procent van de bevolking uitmaakt. De religieuze oorsprong van het alevitisme is verbonden met een schisma in de islam in de zevende eeuw, niet lang na de dood van de profeet Mohammed. Alevieten geloven dat Ali, de schoonzoon en neef van de profeet, de leider moest zijn na Mohammed. De strijd van deze groep met hun tegenstanders – de latere soennieten – kwam tot een bloedige ontknoping in 680 in de Slag bij Karbala. Hierbij werd bijna de hele familie van Mohammed afgeslacht. In dominante soennitische staten zoals het Ottomaanse Rijk, de voorloper van de Turkse republiek, zijn alevieten slachtoffer geweest van talloze pogroms en andere vormen van onderdrukking. Ook ten tijde van de Turkse republiek was er sprake van massaal geweld tegen alevieten, met als bekende voorbeelden de genocide op Koerdische alevieten (1937) en de bloedbaden in Kahramanmaras (1978) en Sivas (1993).
Erciyas wil met zijn boek iedereen bereiken die interesse heeft in spiritualiteit en mystiek. Maar alevitische jongeren zijn in het bijzonder zijn doelgroep: ‘Ik zie onder hen een zoektocht naar identiteit, zingeving, duiding van hun verleden en heden. Maar hun beheersing van het Turks gaat snel achteruit, waardoor ze zijn afgesneden van Turkstalige schriftelijke bronnen. Daarom wilde ik dit boek nadrukkelijk in het Nederlands schrijven. Dat is overigens de taal die ik zelf ook het beste beheers.’
Een rode draad in God in de mens is dat het alevitisme een mystiek geloof is waarin de mens centraal staat. ‘Plichtmatige handelingen en legalistische, wettische geloofsbeleving’, worden niet als wegen gezien om dichtbij de Schepper te komen. Wat bedoelt u hiermee?
‘Het alevitisme legt de nadruk op een innerlijke religieuze beleving, op innerlijke vroomheid. Het gaat niet zozeer om de vraag of de islamitische wet goed wordt geïnterpreteerd of toegepast. Dus niet de repeterende verplichte rituelen zoals bidden en vasten, maar een proces van jezelf beter leren kennen, jezelf beheersen en een verinnerlijking van de alevitische ethiek. Belangrijke waarden zijn naastenliefde en menselijke waardigheid en alles nalaten wat in strijd is met deze waarden. Overigens staat daarbij niet de mens centraal, maar de onverbrekelijke band tussen God en de mens. Alevieten geloven dat God in de mens aanwezig is en dat de mens een innerlijke weg van zuivering moet bewandelen om hem te bereiken.’
In het boek wordt vooral benadrukt dat het alevitisme geen soennisme of sjiisme is. Maar is het alevitisme wel zonder het soennitische geloof uit te leggen?
Mahmut Erciyas (beeld: Facebook)
‘Ik heb geprobeerd om het alevitisme juist vanuit de eigen poëtische expressies en religieuze bronnen te beschrijven. Daarbij vind ik het interessant om ook op de verschillen met de soennitische en sjiitische stromingen te wijzen. Ik geloof dat dat ook de juiste weg is om een geloof te beschrijven. Dat doen soennieten en sjiieten onderling ook, en ook richting alevieten. Hetzelfde geldt voor de islamitische traditie in het geheel: je ziet in islamitische bronnen vaak benadrukt worden waar de verschillen met bijvoorbeeld het christendom en jodendom liggen.’
In uw boek neemt u soms minder bekende alevitische dichters op, zoals Asik Ibreti, die polemisch is over het soennitisiche geloof. Hoe heeft u gedichten geselecteerd?
‘De alevitische traditie kent enorm veel dichters, aan een selectie is dus niet te ontkomen. Onder de zestien dichters bevinden zich ‘de grote zeven’: poëten die als heiligen worden gezien door alevieten. Verder heb ik geselecteerd op thema, taal en stijl. Moderne dichters, die vanaf pakweg 1920 zijn geboren, heb ik buiten beschouwing gelaten. Ook zij behoren tot de alevitische traditie, maar beperken zich over het algemeen niet louter tot religie. Je leest in hun gedichten een zekere mate van expliciete politisering naar links. De alevitische gemeenschap is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw politiek links georiënteerd geraakt. Ik denk dat daarover een apart boek geschreven kan worden.’
Ibreti schrijft:
‘Wij hebben geen moskee nodig. Wij hebben een pratende Koran, een geschreven hebben wij niet nodig, een dienstknaap in de hemel hebben wij niet nodig, het brengen van offers, zoals het slachten van dieren is onnodig, met navolging kan God niet gediend worden, we hebben geen geveinsd geloof nodig.’
Dit laat zich op geen andere manier lezen dan als fundamentele kritiek op de geloofsleer en praktijk van de soennitische islam. Daar tegenover plaatst de poëet de alevitische weg als route voor oprechte gelovigen naar God. Is dit voor veel moslims niet kwetsend?
‘Alle dichters zijn individuen, die dichten op basis van eigen ervaringen en binnen de context van hun eigen tijdsgewricht. Ibreti is inderdaad wat polemischer van stijl. Maar vergeet niet: de man is in 1967 ontsnapt aan de dood tijdens een pogrom tegen alevieten. Er zijn meer dichters die polemiseren tegen stromingen die een strenge geloofsbeleving voorstaan. Sommige mensen zullen deze gedichten als kwetsend ervaren. Het is de vraag of dat zo is. Daar kom je maar moeilijk uit. Ik vind het gedicht dat jij aanhaalt niet kwetsend. Bovendien valt het in het niet in vergelijking met de haat die eeuwenlang, mede door de staat, over alevieten is uitgestort. Ibreti benadrukt dat hij juist geen strijd wil aanwakkeren.’
‘De Turkse staat discrimineert alevieten, erkent hun geloof en gebedshuizen niet’
Wijn komt vaak voor in de gedichten. Mogen alevieten in tegenstelling tot strikte soennieten wel alcohol drinken?
‘Wijn is in gedichten vooral een symbool. Het staat symbool voor spirituele ontwikkeling en kennis, maar bijvoorbeeld ook voor vervoering door de liefde voor God. Daarmee zijn alevieten niet uniek. Ook in de soennitische en sjiitische mystiek speelt wijn een rol. Het drinken van alcohol is niet haram in het alevitisme. Wel geldt er een sociaal verbod voor diegenen die er niet mee om kunnen gaan.’
Een interessante vraag is of het alevitisme nou binnen of buiten de islam valt. Vinden alevieten dat zij de ware islam volgen?
‘Ik vind zelf de vraag of het alevitisme tot de islam behoort niet interessant. Het leidt af van de vraag waar het alevitisme voor staat, namelijk het geloofsconcept van ‘God is in de mens’. Er zijn inderdaad alevieten die vinden dat zij de ware islam, de kern van de islam vertegenwoordigen. Zij focussen zich op de eerste decennia van de islam en de opvolgingskwestie van de profeet Mohammed. Daarmee vertonen ze gelijkenissen met die van sjiieten.’
In het alevitisme is een belangrijke rol weggelegd voor het Karbala-slachtofferschap. U spreekt over een ‘collectieve identificatie die tot op de dag van vandaag voortduurt’. Alevieten zouden mensen die hen vijandig bejegenen ‘Yazid’ noemen. Vinden alevieten dat de soenitische Erdogan ook een Yazid is?
‘In het huidige repressieve klimaat in Turkije zullen veel alevieten voorzichtig zijn met het gebruik van de term Yazid voor Erdogan. Maar dat Erdogan niet wordt gepruimd door de overgrote meerderheid van de alevitische gemeenschap is een feit. Het alevitische geloof en zijn gebedshuizen worden niet erkend door de Turkse staat, alevieten worden gediscrimineerd in de publieke sector en op de arbeidsmarkt, alevitische leerlingen moeten op het voortgezet onderwijs jarenlang verplicht soennitisch godsdienstonderwijs volgen.
Dat is op zich niets nieuws. De ontkenning en minachting van het alevitische geloof heeft een eeuwenlange geschiedenis in Anatolië. De stichting van de seculiere Turkse Republiek in 1923 heeft daar maar weinig aan veranderd. Turk-zijn en soenniet-zijn staat ideologisch centraal in het burgerschapsideaal van deze republiek. Het nieuwe aan Erdogan is echter dat hij op autoritaire wijze beslissingen neemt over alevieten zonder naar hen te luisteren – zoals bijvoorbeeld bij zijn besluit alevitische gebedshuizen onder te brengen bij het ministerie van Cultuur en Toerisme – én dat hij actief polariseert en hen openlijk beledigt. Zo noemde Erdogan zichzelf de beste aleviet en deed Alevitische gebedshuizen af als ‘muziekhuizen’. Ook sprak hij lovende woorden over Ebussuud (een Ottomaanse rechter en koranexegeet uit de zestiende eeuw, red.), die in de zestiende eeuw grootschalig geweld tegen alevieten rechtvaardigde met fatwa’s. De ademruimte voor alevieten is in Turkije onder Erdogan alsmaar kleiner geworden.’
Kun je als soenniet een vervolmaakt mens worden die dichtbij God staat?
‘Ik zeg volmondig ja. Alevieten en het alevitisme hebben ook veel bewondering voor mystici uit andere religieuze tradities. Hun kritiek richt zich vooral op puriteinse stromingen, die recht in de leer zijn. Van veel mystici, ook die door alevieten als heiligen worden gezien, weten we niet tot welke stroming zij behoorden. Bovendien leefden zij in een tijd waarin de grenzen tussen soennieten en de meer Ali-georiënteerde stromingen (alevieten en sjieten, red.) nog niet zo scherp waren. Een voorbeeld is Mansur Al Halladj (858-922). Hij werd geëxecuteerd door de autoriteiten in Bagdad, omdat hij zou hebben geroepen: An a al-Hakk, Ik ben de Waarheid’. Hij wordt geëerd als heilige en martelaar van de mystiek. Ook in soennitische en sjiitische mystieke stromingen heeft Al Halladj die positie.’
De Koran wordt door alevieten vooral als inspiratiebron gezien, zegt u. Tegelijkertijd waarschuwt u dat de Koran ‘zoals we die kennen’ gebreken zou vertonen. Welke gebreken?
‘Alevieten stellen vooral dat Ali en de Ahl al Bayt (nageslacht van de profeet, red.) een veel prominentere rol hebben gehad in de openbaringen die Mohammed heeft ontvangen. Dit is aspect heel klein gemaakt tijdens het proces van samenstelling van de Koran.’
U zegt dat onder alevieten ‘de islamitische wetgeving vrijwel geen rol’ speelt. Religieuze verplichtingen als ‘uiterlijke verschijningsvormen van het geloof’ worden gezien en afgekeurd. Kan de saz, het muziekinstrument dat bekend staat als de besnaarde koran, niet als uiterlijke verschijningsvorm opgevat worden?
‘Mooie vraag. Een geloof kan niet bestaan zonder enige vaste vormen en rituelen. Ook het alevitisme kent ze. Alleen de mate waarin deze centraal staan en het gewicht dat eraan gehecht wordt verschilt per geloofsbeleving. Alevieten leggen de nadruk op innerlijke rijping en volwassenwording van de mens. De saz is voor alevieten heilig. Maar wel vanwege zijn functie: met dit instrument worden alevitische gedichten voorgedragen en verspreid.’
Kunnen bidden en vasten als ‘uiterlijke geloofsvormen’ niet uit een innerlijke geloofswens voortkomen?
‘Dat kan zeker, zolang dit niet enkel plichtmatig gebeurt. Dus niet uit routine, gewenning, of angst om het te ‘showen’ aan anderen. Dit is wat ik persoonlijk haal uit alevitische bronnen. En laat ik benadrukken dat ik niet namens de hele alevitische gemeenschap spreek. Overigens: alevieten bidden ook tijdens hun eredienst – de cem – en vasten ook. Alleen niet tijdens de Ramadan.’
Tegenwoordig zijn gemengde huwelijken tussen alevieten en soennieten meer geaccepteerd binnen de alevitische gemeenschap, schrijft u. Hoe zit dat precies?
‘Gemengde huwelijken zijn steeds meer geaccepteerd in alevitische kring. En dat is maar goed ook, want je moet trouwen uit liefde en niet vanwege de herkomst van je partner. Feit is wel dat er altijd een beetje huiver is. Alevitische ouders zijn bang dat hun kinderen hun vrijheid kwijtraken als hun vaak soennitische partner orthodoxer wordt of radicaliseert met het verstrijken van de jaren.
Dat is trouwens een angst die niet op theorie is gestoeld, maar op ervaringen, die natuurlijk ook een beetje worden uitvergroot. Overigens is het zo dat conservatief soennitische ouders vaak nog steeds niet willen dat hun kinderen trouwen met alevieten. Ik durf te stellen dat deze afkeer bij hen vaker voorkomt dan bij alevieten. Vaak wordt deze afkeuring ook religieus onderbouwd. Acht jaar geleden stelde rector Ahmet Akgündüz van de Islamitische Universiteit Rotterdam met godsdienstige argumenten dat moslims niet mogen trouwen met alevieten.’
U schrijft ook dat alevieten niet proberen om anderen te bekeren tot hun geloof.
‘Inderdaad schrijf ik dat alevieten, zowel leken als hun voorgangers, bekeringen tot het alevitisme niet actief stimuleren. Zelf zijn zij wel object van bekeringsijver, met name uit de soennitische hoek. Het Ottomaanse Rijk heeft afwisselend met geweld en overreding geprobeerd om alevieten te bekeren. Dat was staatsbeleid, zeker onder sultan Abdülhamit II, die regeerde van 1876 tot 1909, omdat alevieten door hem als ‘dwalenden’ werden gezien. Ook tijdens de Turkse Republiek is geprobeerd alevieten te bekeren tot een door de staat gepropageerde variant van de soennitische islam. Met zachte hand – onder de noemer van ‘godsdienstlessen’ op school en de bouw van moskeeën in volledig alevitische dorpen . En met harde hand – de republiek heeft alevitische heiligdommen gesloten en geconfisqueerd, de gebedshuizen van alevieten nooit erkend en militaire strafexpedities uitgevoerd tegen haar eigen Koerdische, alevitische burgers, denk hierbij aan de genocide van Dersim in 1937-1938. Maar al deze pogingen waren zonder succes.
Ik ben nimmer, zelfs niet voor het slapengaan, voorgelezen; ik las juist voor mijn moeder de overheidsbrieven en probeerde die in het Koerdisch te vertalen. Al kwam ik niet veel verder dan ‘weer geld betalen’ of ‘niks aan de hand’. Als een van mijn zussen dan ‘s avonds thuiskwam kon die uitgebreid uitleggen wat er in stond.
Destijds, op de basisschool, was ik een van de leerlingen die dolgraag de opdrachten wilde voorlezen. Gewoon zodat eens iedereen naar me luisterde en voor het schouderklopje of de opgestoken duim van de juffrouw. Maar een boekenwurm ben ik nooit geweest. Wel pakte ik weleens, in de bieb, bij mij verderop in de straat, een boekje. Tijdens de Kinderboekenweek leende ik er zelfs tientallen. Want het lid dat het meeste boeken las ontving een prijs. Niet dat ik veel concurrentie uit de wijk had, maar een paar anderen hadden ook door dat je boeken kan lenen en ze niet hoeft te lezen.
Destijds, op de basisschool, was ik een van de leerlingen die dolgraag de opdrachten wilde voorlezen
Vandaag de dag prijken de boeken wel in mijn eigen studiootje: gedichtenbundels, bijvoorbeeld die van Nisrine Mbarki en Mustafa Stitou, een dikke pil van filosoof Friedrich Nietzsche, het onderzoek van Nikki Sterkenburg, achtergrondinformatie over schilderijen en het leven van Edvard Munch. Onder andere.
Niet dat ik alles heb gelezen; zeker niet. Die boeken zijn bovenal bedoeld om me eraan te herinneren dat ik een ander ben geworden en dat ik gezegend ben: kunnen lezen en dat begrijpen zijn immers voorrechten. (Het is ietwat kleinzielig, ik weet het.)
Onlangs modereerde ik de eerste conferentie van Heel Den Haag Leest, een initiatief met als doel het lezen weer op de kaart zetten en leesplezier bij kinderen en volwassenen bevorderen. Ik opende de conferentie met het hooghouden van Terug naar Reims, geschreven door de Franse socioloog en filosoof Didier Eribon.
Iedere volwassene – in ieder geval – zou dat boek moeten lezen. Het gaat over hoe Eribon een klassenmigrant werd, met onder zijn huid de armoede uit zijn jeugd, de schaamte en zelfhaat die die metamorfose met zich meebracht en de kloof die hij tussen zichzelf en zijn ouders doelbewust vergrootte.
Op die conferentie maakte onder andere docent bestuurskunde en Haags gemeenteraadslid Caroline Verduin indruk. Ze had een krat vol boeken in haar handen. Een minibieb die ze meesjouwt door de school. Zodat ze boeken kan uitlenen aan haar studenten, als zij er zelf om vragen of als Verduin denkt dat het past bij diegene.
Een groots gebaar. Want volgens mij zit het plezier vrijwel nooit in het lezen zelf. Misschien in de afzondering die lezen brengt. Maar vooral in het ontdekken waarom een kameraad, bij geluk een naaste, deskundige of wildvreemde in een krant of docent dat werk heeft aangeraden of in je handen heeft gestopt. Het plezier van lezen is vooral wat ontdekken over de ander of begrijpen hoe diegene je ziet. (Of vind ik dat omdat boeken lezen al in m’n kindertijd ongewoon was?)
De Syrische president Bashar al-Assad is op bezoek bij zijn Russische collega Vladimir Poetin. De laatste keer dat dit gebeurde was twee jaar geleden. Tijdens het bezoek staan ook de betrekkingen met Turkije op de agenda.
Rusland is een van de weinige bondgenoten van Syrië. De gesprekken zullen waarschijnlijk gaan over de onderlinge politieke verhoudingen, handel en humanitaire hulp, meldt nieuwssite Al-Monitor.
Maar het bezoek staat ook in het teken van de verhouding met Turkije. Rusland spreekt regelmatig met Syrische en Turkse diplomaten om de relatie tussen de beiden landen te ontdooien. Turkije steunt al sinds het uitbreken van de burgeroorlog Syrische rebellen en dat heeft tot vijandige relaties met de Syrische staat geleid.
Turkije wil de banden weer verbeteren met Syrië, ook om de vele miljoenen Syrische vluchtelingen terug te sturen. In december hebben de defensieministers van Turkije en Syrië elkaar ontmoet. Erdogan zei toen ook dat een ontmoeting met Assad mogelijk is.
Uit onderzoek van gezondheidswetenschapper Saskia Duijs blijkt dat de ouderenzorg geplaagd wordt door armoede, racisme en discriminatie.
‘Over armoede, discriminatie en racisme wordt in de zorgsector te weinig gesproken’, zegt Duijs. ‘We hebben onderzocht wat de impact hiervan is op de gezondheid van zorgmedewerkers en op de keuze om zzp’er te worden.’ Duijs promoveert aanstaande vrijdag op dit onderwerp aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
De onderzoekster keek niet alleen naar de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen mensen met en zonder geldzorgen, en tussen witte mensen en mensen van kleur. Het bleek dat witte mannen vaker meer kregen betaald dan hun vrouwelijke collegae, of vaker een leidinggevende functie kregen. Mannen met een donkere huidskleur moesten, aldus Duijs, harder werken om deze voordelen te krijgen.
Veel zorgmedewerkers zitten in een kwetsbare sociaaleconomische positie. Ze prefereren een zzp-contract boven werkloosheid, omdat ze bang zijn om in de schulden terecht te komen. Een vrouw moest tijdens de coronapandemie kiezen tussen onbeschermd doorwerken – met alle risico’s van dien voor haar en haar kind met een kwetsbare gezondheid – of tijdelijk niet werken en in de schulden komen.
De pro-Koerdische HDP zal uit angst voor een verbod onder de vlag van de Groene Partij aan de Turkse verkiezingen meedoen. Zo proberen ze het dreigende partijverbod door de Turkse regering te omzeilen. Dat schrijft de Turkse nieuwssite Duvar.
De beslissing daarover vanuit het partijbestuur van de HDP is nog niet gevallen. De gevangengenomen leider van de partij, Selahattin Demirtas heeft al wel een logo van de Groene partij op zijn sociale media accounts gedeeld.
‘Goedendag vrienden, hoe gaat het met jullie? Print een gekleurde versie van dit logo en plak het op je koelkast of op jullie deuren a.u.b. Laat iedereen dit weten, het zal nodig zijn’, aldus Demirtas in de tweet.
Volgens sommige leden van de HDP mogen er geen risico’s worden genomen met betrekking tot een verbod door de Turkse staat.
De Hoge Kiesraad heeft onlangs de Groene Partij opgenomen in de officiële lijst voor de verkiezingen van 14 mei.
Tegen de HDP loopt sinds maart 2021 een rechtszaak , aangespannen door het Turkse OM vanwege vermeende banden met de Koerdische PKK. Deze gewapende groep staat in Turkije, de VS en EU op de terreurlijst.
De Tweede Kamer heeft de eigen spelregels aangepast. In het Reglement van Orde staat nu expliciet dat bedreigingen verboden zijn.
Een grote Kamermeerderheid stemde gisteren in met het voorstel van D66 en de ChristenUnie om het Reglement van Orde aan te passen. Alleen de populistische oppositiepartijen PVV, Forum voor Democratie, JA21 en BVNL (Groep van Haga) stemden tegen.
Vele parlementariërs ergeren zich aan de verruwing van omgangsvormen in de Tweede Kamer. Populistische politici van FvD en PVV gebruiken tegen hun tegenstanders soms bedreigende taal. Dieptepunt waren de uitlatingen van FvD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen, die in november 2021 collega-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma (D66) bedreigde. ‘Uw tijd komt nog wel, er komen tribunalen.’
Er zijn vaker dit soort incidenten geweest. Zo zei PVV-Kamerlid Machiel de Graaf in 2019 tegen Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk: ‘zwijg daar eeuwig over! Want ik zal je najagen. Dan ben je van mij!’ De Kamervoorzitter kon toen niet ingrijpen, omdat bedreigingen niet in het Reglement van Orde waren opgenomen. Dat is nu veranderd. Aanvankelijk kon de Kamervoorzitter, als Kamerleden ‘beledigende uitdrukkingen’ bezigen of de orde verstoren, hen het woord ontnemen. Aan dit lijstje heeft de Kamer nu ‘bedreigingen’ toegevoegd.
Als een parlementariër weigert op zijn of haar gewraakte uitspraken terug te komen moet dit Kamerlid de vergaderzaal verlaten. Daarnaast kunnen parlementariërs een dag worden geschorst. FvD-leider Thierry Baudet werd vorig jaar voor een week geschorst, omdat hij zijn nevenfuncties niet openbaar wilde maken.
Het is een klasje met vijf leerlingen. Ze zijn veertien jaar oud. Vijf kinderen die het moeilijk hebben en daarom op deze speciale school zitten. Ik mag hen vertellen over die Tweede Wereldoorlog, over Anne Frank, over het Holocaust-verhaal van mijn eigen familie. Het gaat over Jodenhaat en vervolging. Ze luisteren aandachtig.
Midden in mijn verhaal spuwt het knulletje dat recht tegenover mij zit volkomen onverwacht zijn gal. ‘Ik haat homo’s!’ Niet zonder verbazing kijk ik hem aan. We hebben het over Joden. Hoe zou hij hier zo bij komen? ‘Julius, jij haat? Jij haat mensen?’ Julius herhaalt wat hij zojuist uitriep. Opnieuw klinkt er walging in zijn stem. ‘Ik haat homo’s!’. Mijn verhaal gaat niet verder over die oorlog. We hebben het nu over ‘haten’. ‘Haten betekent dat die ander er niet mag zijn.’ Er worden wat voorbeelden gegeven van mensen die er niet zouden mogen zijn omdat ze gehaat worden. Julius kijkt nu verdrietig voor zich uit. Ongetwijfeld gaat het in zijn jonge hoofd over hoe hijzelf hier in Nederland terecht is gekomen. Hoe hij met zijn familie van huis en haard is verdreven, omdat zij zelf ‘gehaat’ werden.
Ik ga verder met waar we gebleven waren in mijn verhaal. Hij blijft mij verdrietig aankijken. De bel klinkt. Julius blijft zitten. Met tranen in zijn mooie zwarte ogen kijkt hij mij verlegen aan. Met schorre stem klinkt het uit zijn mond. ‘Ik haat geen homo’s. Ik haat niemand. Iedereen mag er zijn. Nee, echt niet. Ik haat geen homo’s.’
Woorden brengen vaak de oplossing.
De kerk en de synagoge stonden de afgelopen dagen in ons land even lijnrecht tegenover elkaar. Een reis vanuit de christelijke gemeenschap naar Israël en Palestina riep bij de bezoekers een associatie tussen de Holocaust en het lot van de Palestijnen op. Een associatie die binnen de Joodse gemeenschap veel beroering veroorzaakte. Er vielen harde woorden. Harde woorden die de kerk en de synagoge niet nader tot elkaar brachten. Behalve dan, dat beiden inzagen dat we met deze woorden de vrede in het Midden-Oosten geen stap dichterbij gaan brengen.
Is zijn beleving van ‘free Palestine’ dezelfde als de mijne?
Natuurlijk ben ik voor de leerlingen op scholen vaak een ‘bezienswaardigheid’. Een jood, met keppeltje, baard, keurig in pak. Voor die knullen en die meiden ergens in het midden van ons land geen alledaags gezicht. ‘Free Palestine! Free Palestine!’ klinkt het uit de mond van een groepje van hen in de aula. ‘Free Palestine!’ Wat zullen we doen? Zullen we de jongens aanspreken? Mijn Marokkaans-Nederlandse collega en ik besluiten door te lopen.
We komen de klas in waar wij onze gastles gaan geven. Ook hier gaat mijn deel over die oorlog, over die Holocaust, over mijn familieverhaal. Nog voor ik mijn mond heb opengedaan klinkt het opnieuw, recht voor mij: ‘Free Palestine!’ Ik stap op de jongen op de tweede rij af, steek mijn hand uit. Ook hij steekt, wat schuchter, mij zijn hand toe. ‘Ja, free Palestine! Maar dat kan ik niet alleen, dat kun jij niet alleen. Dat moeten we samen doen!’ Onthutst kijkt hij mij aan. Hij grijpt mijn hand en knikt. Is zijn beleving van ‘free Palestine!’ dezelfde als de mijne? Is de oplossing die hij in zijn hoofd heeft dezelfde als die ik voorsta? Dat doet er nu even niet toe. Hij luistert aandachtig naar mijn verhaal. Na afloop van de les schudt hij opnieuw mijn hand. ‘Bedankt meneer.’
Woorden brengen vaak een oplossing.
Het waren pijnlijke dagen voor de christelijk-joodse verhoudingen in ons land, met de vrede van het Midden-Oosten als splijtzwam tussen ons in. Tussen de harde woorden is er inmiddels weer ruimte gekomen voor ook wijzere woorden. Woorden die ons niet tegenover elkaar plaatsen maar ons samen kunnen laten optrekken in dat verlangen naar vrede. Juist daar waar het zo hard nodig is. Tot zegen voor al diegenen die het daar in het Midden-Oosten nu zo moeilijk hebben. Het zijn woorden die ons nu weer dichter tot elkaar brengen.
Een scholier in Canada verscheurde begin deze maand een koran. De school noemt het een zeer ernstig incident en is geschrokken.
Het gaat om een leerling van de Courtice Secondary School in de staat Ontario, aldus de Canadese omroep CBC. De leerling heeft een video gemaakt waarop te zien is dat een koran wordt beschadigd. Hij opent het boek en lijkt er pagina’s uit te scheuren en te verfrommelen, om vervolgens met beide middelvingers naar te wijzen.
De school is erg geschrokken van het incident. ‘Hoewel we geen commentaar kunnen geven op individuele disciplinaire maatregelen, neemt de Kawartha Pine Ridge District School Board alle beschuldigingen van discriminatie serieus en onderneemt onmiddellijk stappen om dit zeer ernstige incident aan te pakken’, verklaarden bestuursvoorzitter Steve Russell en onderwijsinspecteur Jamila Maliha afgelopen donderdag.
‘Het [bestuur] tolereert geen daden van haat jegens personen of symbolen van geloof’, vervolgden ze. Russell en Maliha benadrukten dat de school ‘de waarden van rechtvaardigheid, diversiteit, inclusiviteit en de waardigheid en menselijkheid van elk individu’ hoog in het vaandel heeft staan. Ze willen daarom de schade herstellen die dit incident bij de moslimgemeenschap heeft veroorzaakt.
Munawara Mazlomyar, een twaalfjarige moslimleerlinge, vertelde dat ze diepbedroefd was door het incident, en zich daarom ook onveilig voelde op school. Ze wil dat de school een campagne start, om islamofobie tegen te gaan.
De minister van Onderwijs van Ontario, Stephen Lecce, veroordeelde vrijdag het ontheiligen van de koran tijdens een persconferentie. Hij zei dat moslimleerlingen niet ontmoedigd mogen raken. ‘We geloven in hen, we steunen hen en we zullen doorgaan met het financieren van organisaties die voor hen opkomen, zodat we dit soort incidenten niet opnieuw zien plaatsvinden.’
Volgens de islam zijn het ontheiligen van de koran en het beledigen van de profeet vormen van blasfemie. In landen als Saoedi-Arabië, Iran en Pakistan staat op deze misdrijven de doodstraf.
Devlet Bahceli, leider van de Turkse ultrarechtse partij MHP wil dat het Constitutionele Hof wordt afschaft. Dat zei hij vorige week tijdens een fractievergadering. Bahceli is boos omdat het Hof een regeringsbesluit om de pro-Koerdische partij HDP geen subsidie te geven, heeft teruggedraaid.
In januari besloot het Constitionele Hof (AYM) dat de HDP geen subsidie mocht krijgen om campagne te voeren, vanwege vermeende banden met terrorisme. Maar donderdag 9 maart draaide het Hof dit besluit terug, met als gevolg dat HDP 539 miljoen lira (omgerekend zo’n 26,5 miljoen euro) aan overheidssubsidies ontvangt.
Bahceli, leider van de nationalistische MHP en coalitiepartner van president Erdogan, is woedend. Hij beschuldigde de hoogste rechterlijke instantie van Turkije ervan een partij te steunen die terroristische groeperingen helpt. Het hoofd van het Constitutionele Hof zou de beste presidentskandidaat van de HDP zijn voor de presidentsverkiezingen van 14 mei, aldus Bahceli. Hij wil dat de HDP verboden wordt.
De regering van president Erdogan probeert sinds maart 2021 de HDP te verbieden vanwege de banden die de partij zou hebben met de Koerdische Arbeiderspartij PKK. De PKK staat in Turkije, de Verenigde Staten en de Europese Unie op de terreurlijst.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.