19.7 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 461

Dilara Bilgic: ‘De leraar vroeg of ik aan het radicaliseren was’

Discriminatie, als thema is het meer in de media dan ooit. Hoe gaan we er mee om? Wordt het beter? Wordt het slechter? Tijd om de tijdgeest te toetsen. Gijs de Swarte spreekt ervaringsdeskundigen en topwetenschappers over de stand van zaken en persoonlijke pijnpunten.

Dilara Bilgic (2002) is schrijver, geeft lezingen en studeert Psychologie. In 2020 verscheen haar debuut De Black Box Democratie, een politiek-filosofische analyse van de democratie in Nederland. Dit jaar verscheen bij uitgeverij Pluim haar tweede boek De gelabelde, over de invloed van labels op het leven van mensen.

Beeld: Pluim

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat zijn de meest pijnlijke momenten die je zelf heeft meegemaakt?

‘Dit schiet me nu even te binnen: op de middelbare school droeg ik meestal een wijde broek en tuniek. Eenmaal had ik een lange zwarte jurk aan. Toen ik de klas in kwam, vroeg de leraar of ik aan het radicaliseren was. Dat kwam wel binnen.’

Waarom?

‘Het was in de vijfde en dan weet je inmiddels wel een beetje wat er speelt in de maatschappij, qua polarisatie en stereotyperingen. Maar ik dacht ook: zo word ik dus blijkbaar gezien. Dichter bij IS dan de anderen.’

Een label?

‘Ja.’

‘De positieve eigenschappen tonen van een groep die een negatief stigma heeft, kan tegenwicht bieden aan impliciete en onbewuste associaties’

Labels uitdelen is volgens jou een begrijpelijke en dus niet zomaar een verwijtbare menselijke reflex…

‘Ja. Die leraar had geen kwade bedoelingen. En hij is, zoals wij allemaal, ook maar een product van de samenleving waarin hij leeft en waarin dit soort associaties worden gemaakt.’

Zit er misschien ook zelfbescherming in die redenatie?

‘Wellicht. Ik ga bij dit soort dingen op zoek naar het achterliggende psychologische mechanisme. Toevallig maak ik hier onderdeel uit van een gemarginaliseerde groep, maar in een ander land gaat het om andere groepen die discrimineren en worden gediscrimineerd.’

Ik kan me voorstellen dat jouw psychologiestudie een voordeel kan zijn bij het omgaan met dit soort dingen.

‘Wat ik heel fascinerend vind, is het onderzoek dat professor Daniël Wigboldus (hoogleraar in de sociale psychologie, red.) heeft gedaan naar ‘aversief – oftewel: impliciet – racisme’. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat mensen die op expliciet niveau wel vinden dat we allen gelijkwaardig zijn – onbewust – toch ongemak kunnen ervaren en graag afstand houden van mensen met een andere kleur of leden van een minderheidsgroepering. Een onderliggend mechanisme daarbij is dat we onderscheid hebben leren maken op basis van snelle associaties. ‘Dit is een beker, die ziet er ongeveer zo uit, daar kun je dat en dat mee doen – en dat gaat op voor alle bekers.’ Noodzakelijk en uiterst handig in het leven. Je hoeft niet heel diep na te denken en je geheugen aan te spreken als je weer eens een beker tegenkomt. Dat is labelen in essentie.’

En daar moeten we vanaf?

‘Nee, totaal niet. Het punt is dat we vaak meteen een heel beeld inkleuren. Bij het begrip ‘student’ vallen de negatieve associaties natuurlijk wel mee. Bij begrippen als ‘wappie’, ‘salafist’ en ‘PVV’er’ ligt dat heel anders. Maar het is een misvatting dat ik tegen labels ben. We kunnen taalkundig en psychologisch niet zonder labels.’

Als het zo’n essentieel aspect is van ons zijn, lijkt me dat niet erg hoopvol.

‘Nou dat valt wel mee. Want we zijn ook in staat ons te verbeteren op dit gebied. Dat is uitgebreid onderzocht en aangetoond. Bewustwording is daarbij een sleutelbegrip. Zo blijkt dat je met exact dezelfde sollicitatie met een Arabische naam minder kans maakt om aangenomen te worden dan met een Nederlandse naam, máár dat dit effect verdwijnt zodra de recruiter erop gebrand is niet bevooroordeeld over te komen. De positieve eigenschappen tonen van een groep die een negatief stigma heeft, kan ook werken om tegenwicht te bieden aan de impliciete en onbewuste associaties.’

Jij ziet dat als een van de oplossingen? 

‘Het is een eerste stap. Op microniveau is er genoeg te doen. Bij de nare reacties die ik soms krijg, helpt het bijvoorbeeld om het niet meteen persoonlijk nemen. Het helpt ook om er vervolgens over te praten met de ander. Communiceren is sowieso de weg, als er maar enigszins ruimte voor is.’

‘Nederland, erken de Nakba en dat Palestijnen daar nog steeds onder lijden’

Op 15 mei herdenken Palestijnen wereldwijd de ‘Nakba’ (Arabisch voor ‘catastrofe’): de etnische zuivering van 750.000 Palestijnen door zionistische milities in en rond de ‘Israëlische onafhankelijkheidsoorlog’ van 1948. Nog altijd zijn deze uitdrijvingen onbekend in Nederland en is het ‘Palestijnse recht op terugkeer’ omstreden. Sommige activisten, wetenschappers en Palestijnse Nederlanders zetten zich in om het tij te keren.

De Israëlisch-Nederlandse politicoloog Hilla Dayan begint het thema Israël-Palestina tijdens haar colleges aan het Amsterdam University College ieder jaar met het begrip ‘Nakba’, ‘anders begrijp je helemaal niks van wat er nu speelt. Dat noemen wij ‘the ongoing Nakba’’.

Palestijnen uit Gaza die in 2018 en 2019 ‘de grote mars van terugkeer’ organiseerden, Israël dat Palestijnen in Oost-Jeruzalem uit hun huizen zet en Palestijnse journalisten die worden doodgeschoten – waaronder onlangs Shireen Abu Aqleh (al Jazeera): volgens Dayan volgt alles uit die ‘oercatastrofe’ van vlak na de Tweede Wereldoorlog.

Ze focust in haar colleges het liefst op ‘lokale Nakba-gebeurtenissen’ in plaats van ‘grote verhalen’. Neem bijvoorbeeld de massamoord in Al Tantoera, een voormalig Palestijns dorp. Deze was gepleegd door de zionistische Alexandroni-militie, die opdracht had gekregen in het kustgebied tussen Hadera en Haifa elk Arabisch dorp te in te nemen en, indien ‘nodig’, te vernietigen.

Dayan benadrukt dat een groot deel van de Joodse bevolking pas in de jaren vijftig naar Israël is gekomen. De meesten waren vluchteling uit Arabische landen en staan nu te boek als Mizrahim, die nu 40 procent van de Joodse Israëliërs – uitmaken. Zij waren niet betrokken bij de uitdrijvingen. Toch vindt ze dat ‘alle Israëli’s vandaag de dag’ verantwoordelijk zijn om het profiteren van wat ooit ‘Palestijns land en eigendom’ was en ‘voor het aanhoudende onrecht’.

De Nakba wordt in Israël grootschalig ontkend. Bijna iedereen groeit in Israël op met het idee dat de staat een ‘Godswonder’ is, aldus Dayan, vooral met de Europese Joodse geschiedenis in het achterhoofd, en dat er niets daar was voor ‘ons’ en niks anders.

‘We zijn er, ondanks alles dat ons in de weg stond’, wordt dan gezegd. En de algemene gedachte is: ‘Heel mooi wat we hier in Israël hebben opgebouwd.’

Dat is met de kennis van nu niet meer vol te houden, aldus Dayan, die tijdens haar studie op de Tel Aviv Universiteit voor het eerst hoorde over ‘Nakba’. ‘Het was heftig. Daar leerde ik voor het eerst dat mijn ‘onschuldige’ universiteit is gevestigd op de grond van Al-Shaykh Muwannis, een Palestijns dorp – althans, wat er van overgebleven is: een ruïne. De laatste overblijfselen van een ontheiligde begraafplaats staan er nog steeds.’

Tijdens en na haar studententijd ontdekte ze de enorme omvang van de Nakba. ‘Heel Israël is er als het ware mee bezaaid’, zegt ze. Ze laat de ‘I-Nakba’-app op haar telefoon zien. ‘Overal waar je staat in Israël kan je de ruïnes van de Nakba tegenkomen. Dus als je het wilt weten, is er de mogelijkheid om het te weten.’

De Palestijnse ruïnes zijn volgens haar het ‘bewijs’ van een Palestijnse beschaving voor de oprichting van de staat Israël: het was niet zo dat er niets stond totdat de Israëli’s ‘er iets moois van hebben gemaakt’. ‘Dat wordt niet alleen door de overlevenden van de Nakba bevestigd, maar is ook gewoon archeologisch te bewijzen.’

Israel kent sinds 2015 een wet die Israël de bevoegdheid geeft om staatssubsidies te korten als er ‘activiteiten worden ontplooid die het bestaan van Israël als een Joodse en democratische staat’ weigeren te erkennen. Sindsdien is het voor Palestijnen heel lastig geworden om de Nakba te herdenken in Israël zonder grote risico’s en consequenties, vertelt Dayan.

‘De ontkenning is institutioneel in een land dat stikt van de aanwijzingen voor die catastrofe. Dat is al vanaf het begin een uitgekiende strategie geweest. Zo zijn op Palestijnse begraafplaatsen en moskeeën bijvoorbeeld sjoels en militaire compounds geplaatst. De hele Palestijnse geschiedenis is ontheiligd en uitgewist.’

Dayan toont haar telefoon. Daarop zien we een bozig kijkende man, een stereotype beeld van wat een Palestijn moet voorstellen. Ze ziet het als kopie van ‘antisemitisme’, maar dan nu gericht tegen Palestijnen. De afbeelding is een poster van Im Tirtsu, een Joods-nationalistische beweging die vooral actief is op universiteiten. Er staat in het Hebreeuws: ‘Nakba is een leugen. Zij hebben ons verdreven! 900.000 Joden werden gedwongen om Arabische landen te ontvluchten, dat zijn er meer dan alle Palestijnse vluchtelingen.’

Dayan vindt deze afbeelding ‘echt ziek’, vertelt ze. ‘Deze extremisten draaien de geschiedenis om en provoceren. Hiermee bereiden ze rellen voor om de jaarlijkse Palestijnse evenementen te verstoren, die ondanks de Nakba-wet toch worden gehouden.’

Een andere manier waarop sommigen die geschiedenis ‘omdraaien’, is door erop te wijzen dat de uitdrijvingen onderdeel uitmaakten van een burgeroorlog die uiteindelijk zou leiden tot de Israëlische onafhankelijkheid van 1948. Maar Dorien Ballout, die speechte op Nakba-herdenkingen en actief is voor BIJ1 en BDS – een internationale beweging die Israël economisch en cultureel wil boycotten – wil niks weten van een Israëlische ‘onafhankelijkheidsoorlog’.

‘De verdrijving met zachte én harde hand was al eerder aan de gang’, vertelt ze. ‘Pas toen de Palestijnen zich actief daartegen gingen verzetten sprak men over een ‘onafhankelijkheidsoorlog’, terwijl het hier in feite ging om niets anders dan een kolonisatieproject en een etnische zuivering.’

‘Zionisten willen dat we ons land vergeten en ons erbij neerleggen. Dat gaat niet gebeuren’

Ook de Palestijnse Nederlander Mohammed* spreekt niet over een ‘oorlog’. ‘Wij Palestijnen hebben het alleen maar over de ellende van de Nakba. Een oorlog wordt namelijk gevoerd door staten. Maar Israël was toen geen staat. Diegenen die de terreur van de Nakba hebben gepleegd waren zionistische milities. De Nakba is de verdrijving van Palestijnen gebaseerd op de racistische ideologie van het zionisme. Natuurlijk zullen zij (Israëliërs, red.) over ‘oorlog’ praten, maar dat is hun perspectief. Er was geen sprake van een gelijke strijd, zo’n strijd is er ook nooit geweest.’

Mohammed is met de Nakba opgegroeid. In Syrië, waar hij in een Palestijns vluchtelingenkamp is geboren, hoorde hij er voor het eerst over, vertelt hij. Het was begin jaren negentig – hij was een jaar of vijf, zes – toen hij realiseerde dat er ‘iets’ met zijn volk was gebeurd.

‘Op school, maar ook door mijn familie werd steeds duidelijk gemaakt dat we niet uit Syrië kwamen, dat Syrië niet ons land was en dat onze aanwezigheid in Syrië tijdelijk was. Er werd verteld dat ons land wordt bezet en dat we gedwongen waren om ons eigen land te verlaten. We zijn niet zomaar weggegaan.’

Mohammed heeft dit jaar op 15 mei niets speciaals in gedachten. Ook omdat hij hier in Nederland, waarheen hij is gevlucht vanwege de oorlog in Syrië, weinig Palestijnse vrienden in zijn omgeving heeft. ‘Normaal spraken we af in Syrië en gingen we naar evenementen.’

Het ‘recht op terugkeer’

‘Het recht op terugkeer’ van verdreven Palestijnen naar hun oorspronkelijke grond is één van belangrijkste kwesties in het conflict met Israël. Palestijnen zien dit als de belangrijkste weg naar een oplossing. Voor veel Israëliërs is het juist een nachtmerrie, die ‘het Joodse karakter’ van de staat fundamenteel zal aantasten.

‘Het is belangrijk om te weten dat in de eerste tien jaar na 1948 terugkeer juist een open vraag was tussen Israël en de Arabische landen’, vertelt Dayan. ‘Ook in de diplomatieke onderhandelingen. Er wordt nu gedaan alsof het recht op terugkeer nooit heeft bestaan. Dat is dus historisch gezien onjuist. Het was zo’n massale gebeurtenis. De eerste lichting Israëli’s beseften namelijk ook dat dit een essentieel onderdeel van diplomatieke onderhandelingen moest zijn, als ze niet voor eeuwig vijanden wilden blijven met hun buurlanden’.

Volgens Ballout is het ‘recht op terugkeer’ belangrijk omdat die ‘de ontwortelde Palestijnse cultuur, tradities en identiteit’ waarborgt op de plek waar ze zouden behoren. ‘De verscheurde families’ die verspreid leven worden nu in hun ‘bewegingsvrijheid’ beperkt.

‘Het is een onmenselijk bestaan als je elkaar niet mag opzoeken, omdat je stateloos bent gemaakt en tot een permanent vluchtelingenleven bent verdoemd. Dat is het belangrijkste argument voor het recht op terugkeer.’

‘Als Israël miljoenen Joden zonder enige band met het land kan opnemen, dan kunnen Palestijnen ook terugkeren’

Mohammed zegt dat het ‘recht op terugkeer’ de natuurlijkste zaak van de wereld is, omdat het Palestijnse land is ‘gestolen’. Hij vindt het zeker geen ‘onrealistisch’ idee.

‘Dat is overigens wel de wens van zionisten. Dat we ons land vergeten en ons erbij neerleggen. Maar dat gaat niet gebeuren. Kijk alleen maar naar het nieuws. Elke dag ontplooien Palestijnen, ondanks alles, activiteiten als demonstraties, om terug te keren naar Palestina. Het is voor ons zo realistisch als de zon.’

Ballout noemt ‘praktische bezwaren’ tegen een ‘recht op terugkeer’ een ‘omgekeerd argument’: ‘Als Israël miljoenen mensen zonder enige band met het land naar Israël kan laten emigreren, enkel en alleen omdat ze joods zijn, dan kunnen Palestijnen ook terugkeren’.

Ze benadrukt dat dat alleen mogelijk is in een staat met gelijke rechten voor iedereen. ‘Het uitblijven daarvan betekent een voortdurend bestaan als tweede-, derde- of vierderangsburger voor Palestijnen die er al wonen.’

Volgens politicoloog Dayan is terugkeer ook mogelijk. ‘Er is genoeg plek. De Palestijnse dorpen waaruit ze zijn verdreven liggen er nog. Natuurlijk kunnen deze dorpen opnieuw opgebouwd worden. Dat is niet zo moeilijk: een uitgebreid en praktisch voorstel hebben de Palestijnse NGO Badil en de Israëlische NGO Zochrot al gemaakt’.

Israël, dat Dayan in navolging van Amnesty International en Human Rights Watch een apartheidsstaat noemt, zit hier niet op te wachten. Dayan: ‘Voor een levensvatbaar samenleven tussen Israëli’s en Palestijnen moet het apartheidssysteem eerst worden ontmanteld.’

Anderzijds snapt Dayan dat veel Israëlische Joden nu zeggen: ‘Ik heb geen ander land.’ Dayan: ‘Dat is ook echt zo, zeker voor de Joden die uit Arabische landen zijn gekomen. Zij kunnen niet meer terug.’ Je kunt de historische ontworteling van 1948 dus niet corrigeren met een toekomstige ontworteling, vindt Dayan.

Voor Ballout zijn dat twee dingen die los van elkaar staan. ‘Een recht op terugkeer van Palestijnen hoeft op geen enkele manier een toekomstige ontworteling van Mizrahi-Joden (Joden uit de Arabische wereld, red.) te betekenen. Palestijnen en Mizrahi-Joden zijn allebei slachtoffer van een in Europa bekonkeld koloniaal project. En volgens mij ontkent niemand dat de Mizrahi, en de Joden die voor 1948 in Palestina woonden, recht hebben om er te wonen.’

Moeten Joden die Palestijns land hebben ‘ingepikt’ terug? Die vraag kan volgens Mohammed het best beantwoord worden door de mensen die nu in Palestina wonen en op dagelijkse basis lijden vanwege de komst van ‘zionisten’.  Hij zegt dat het belangrijk is om onderscheid te maken:

‘Het gaat om het uitzetten van zionisten die Palestijns land hebben ingepikt, niet om het verwijderen van Joden omdat ze Joods zijn. In de tweestatenoplossing hebben we ook hiernaar gestreefd: twee gelijkwaardige landen, waar plek is voor Joden en Palestijnen, maar niet voor zionisten die op dagelijkse basis de Palestijnse onteigening van de Nakba voortzetten. En Israël heeft de afgelopen decennia onmiskenbaar duidelijk gemaakt dat ze onverzoenlijk kiezen voor zionistische suprematie. Ze hebben alles gestolen van ons. En het is niet meer dan rechtvaardig om terug te krijgen wat van ons was. Dat heeft niks met etnische zuivering op de Joden te maken.’

Wat betreft de Mizrahi wil Ballout nog wel kwijt dat zij eeuwenlang ‘prima en in vrede leefden’ in de landen van het Midden-Oosten. ‘Maar dat veranderde door het actieve beleid van de zionisten om hen naar Israël te halen, wat ook het racisme tegen de Mizrahi in deze landen heeft aangewakkerd, dat uiteraard oneerlijk is. Toch kan je uiteraard claimen dat zij dan ook recht op terugkeer naar hun oorspronkelijke land moeten krijgen.’

Dayan ziet dat anders. ‘In geen enkel Arabisch land – behalve Marokko – zijn er voorstellen voor de terugkeer van Joden gemaakt. Het is geen mogelijkheid. Maar wat mij betreft – en volgens het plan van de NGO’s Badil en Zochrot – is dat dus ook niet nodig.’

De Nakba in Nederland

In Nederlandse scholen en media is ‘Nakba’ geen algemeen bekend begrip, kaart Ballout aan. Ze hoorde er pas over toen ze al actief was voor Palestina. Dit Nederlandse gebrek aan Nakba-besef herkent ook politicoloog Dayan.

Ze haalt de 2-doc Palestina Bestaat Niet aan. Een kleine Palestijnse gemeenschap, die al meer dan 55 jaar in Vlaardingen woont, wil een klein monument plaatsen. Maar ze krijgen al ruim veertig jaar geen plek voor dit monument toegewezen. In de documentaire zegt wethouder Bart de Leede (GroenLinks) dat het college ‘geen standpunt’ wil innemen in deze ‘internationale kwestie’.

Dayan: ‘Het is zo onjuist. Laat ze gewoon hun herdenking hebben. Zij moeten erkenning krijgen van Nederland.’

Ballout is het daarmee eens. ‘Nederland moet eens beginnen met het erkennen van de Nakba, en dat Palestijnen daar nog steeds de gevolgen van ondervinden. Ook zou Nederland het Joods-zijn van de staat Israël ter discussie moeten stellen en moeten pleiten voor een democratische staat met gelijke rechten voor iedereen, maar zover is men in Nederland nog niet.’

‘Laat Palestijnen hier hun herdenking hebben. Zij moeten erkenning krijgen van Nederland’

Mohammed zucht diep: ‘Alles in Nederland moet veranderen wat Palestina betreft. Het is heel duidelijk dat Nederland niet aan de Palestijnse kant staat inzake de Nakba. Er spelen te veel belangen die Nederland heeft in Israël. Militaire, politieke en economische belangen.’

Ook in zijn ‘relatief makkelijk verkregen’ Nederlandse burgerschap ziet hij de hand van de Israëllobby. ‘Het feit dat ik en andere Palestijnen sneller dan andere vluchtelingen het Nederlandse staatsburgerschap krijgen is in het voordeel van Israël. Immers, zo blijven er minder Palestijnen in het gebied over die hun terugkeer en hun staatsrechten kunnen claimen.’

*Achternaam bekend bij de redactie.

Human Rights Watch: Rohingya’s mishandeld door politie in Bangladesh

0

Een vijftal islamitische Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh is de laatste dagen geslagen door politieofficieren. Dat meldt Human Rights Watch.

Eén van de vluchtelingen was een 62-jarige vrouw die terugkeerde naar haar kamp nadat zij haar geld voor eten en drinken had verzameld. De politieagenten op de controlepost weigerden haar door te laten lopen en sloegen haar met stokken, meldt Human Rights Watch. Ze verloor haar identiteitsbewijs en geld voor eten en drinken.

Twee anderen werden volgens de mensenrechtenorganisatie geslagen nadat zij toestemming vroegen om in een nabij gelegen drogist medicatie voor hun zieke moeder op te halen.

De mishandelingen komen volgens Human Rights Watch doordat Bangladesh de Rohingya-vluchtelingen heeft gedwongen te verkassen naar het afgelegen eiland Bhasan Char of terug te keren naar Myanmar.

In twee kampen geldt nu een draconische regel die het verplaatsen binnen de kampgebieden voor vluchtelingen bemoeilijkt. Bangladesh wil deze regel in alle kampen laten gelden.

Kortgeleden nog werden 656 Rohingya’s gearresteerd nadat ze het kamp hadden verlaten om het Suikerfeest te vieren.

Human Rights Watch adviseert dat landen die het vluchtelingenbeleid in Bangladesh financieel steunen de autoriteiten in Bangladesh eisen om de restricties te verzachten.

Mannen en vrouwen in Afghaanse stad mogen niet meer samen uit eten

0

Mannen en vrouwen in de Afghaanse stad Herat mogen van de Taliban niet meer samen uit eten gaan of openbare parken op dezelfde dag bezoeken. De regel geldt ook voor echtparen, meldt de Arabische nieuwszender al Jazeera.

‘We moeten het bevel opvolgen, maar het heeft een zeer negatieve impact op ons bedrijf’, vertelt een restauranteigenaar. Als het verbod voortduurt, hij gedwongen zal worden om leden van zijn personeel te ontslaan, aldus de restauranteigenaar.

Tevens mogen mannen en vrouwen nu enkel nog op verschillende dagen in de openbare stadsparken komen. Vrouwen mogen alleen op donderdag en vrijdag de parken bezoeken.

Kortgeleden kwam nog het bericht dat Afghaanse vrouwen zich volledig moeten bedekken in het openbaar met een niqaab of boerka. Dit, terwijl de Taliban aanvankelijk een minder strenge vrouwenbeleid had beloofd in vergelijking met toen de Taliban in de jaren negentig aan de macht was.

Rusland veroordeelt islamitische Krim-Tataren tot celstraf

0

Een Russische militaire rechtbank heeft vijf moslimmannen uit de geannexeerde Krim celstraffen tot veertien jaar opgelegd. Rusland zegt dat ze lid zijn van een islamistische organisatie, meld de Arabische nieuwszender al Jazeera.

De vijf worden ervan beschuldigd lid te zijn van Hizb-ut Tahrir, een islamistische organisatie die streeft naar het herstel van het islamitisch kalifaat. Hizb-ut Tahrir is in Oekraïne actief, maar in Rusland verboden.

Russische media berichten niet over de veroordelingen, en ook niet over andere Tataren die gevangen zitten. Familieleden hebben echter al Jazeera gecontacteerd, die op deze manier aandacht wil vragen voor de onderdrukking van moslims op de Krim.

Volgens al Jazeera wordt de druk van Rusland op de islamitische Krim-Tataren opgevoerd. De islamitische minderheid, die al eeuwenlang op de Krim woont, verzette zich fel tegen de Russische annexatie van de Krim in 2014.

Tientallen Tataarse mannen wachten nog op hun proces of zijn al veroordeeld – en bijna 200 kinderen zijn ‘vaderloos’ achtergelaten, vertellen gemeenschapsleiders aan al Jazeera.

De vervolging van de Tataren is niet iets nieuws. In 1944 besloot Stalin, omdat sommige Tataren met de nazi’s hadden gecollaboreerd, de gemeenschap collectief te straffen en naar Siberië te deporteren. Ongeveer de helft van hen kwam onderweg om. Sovjetleider Michael Gorbatsjov stond de Tataren toe om weer terug te keren naar de Krim, maar zonder compensatie voor hun verloren eigendommen en verlies van familieleden.

De Tataren werden ook gediscrimineerd door Oekraïne. Nadat Rusland in 2014 de Krim opnieuw bezette, verslechterde de situatie voor hen. Het Kremlin probeert de culturele identiteit van de Tataren te onderdrukken door het onderwijs in de eigen taal op openbare scholen te verminderen, maar ook door de sloop van historisch erfgoed.

‘Toch geen Turkse steun voor Marokko inzake Westelijke Sahara’

0

Turkije lijkt toch niet het Marokkaanse ‘autonomieplan’ voor de Westelijke Sahara te steunen, dat het gebied een relatief autonome status geeft onder Marokkaans gezag.

Woensdag leek de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, tijdens een gezamenlijke persconferentie met zijn Marokkaanse collega, nog iets anders te beweren. Turkije stond achter ‘territoriale integriteit en soevereiniteit’ van Marokko.

Dat leek een verwijzing naar het Marokkaanse autonomieplan, ook omdat de Marokkaanse buitenlandminister aangaf ‘Turkije’s positie ten opzichte van het Westelijke Sahara-conflict te waarderen.’

Hun statements kwamen ook in een week waarin Marokko met succes leek te hebben gelobbyd voor het autonomieplan tijdens een internationale anti-IS-conferentie in Rabat. Onder meer Servië, Cyprus en Nederland uitten zich volgens Marokkaanse staatsmedia positief over het Marokkaanse plan.

Sinds 1975 bezet Marokko de Westelijke Sahara, een voormalige kolonie van Spanje. De soevereiniteit van Marokko over het gebied wordt internationaal betwist. De beweging Polisario heerst nu over een klein deel van de Westelijke Sahara, waar de Arabische Democratische Republiek Sahara is uitgeroepen. Deze staat wordt door 45 landen erkend. De ADRS eist het gezag in de gehele Westelijke Sahara op.

De met Polisario sympathiserende website EC Saharaui zegt het Turkse standpunt tovh nog eens bij het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken te hebben nagevraagd. Dat laat nu volgens deze website weten dat Turkije weliswaar de territoriale integriteit en soevereiniteit van alle landen in de regio’, steunt, maar wel ‘binnen internationaal erkende grenzen’. Dat laatste is bij Marokko en de Westelijke Sahara nog niet het geval.

Volgens Marokko.nl lijkt Turkije te zijn teruggekrabbeld vanwege de Cypriotische steun voor Marokko. Cyprus wil graag met door Turkije bezette Noord-Cyprus worden herenigd. Cyprus gaf woensdag aan het Sahara-initiatief van Marokko te steunen en veroordeelde alle pogingen tot ‘separatisme’, waarmee niet alleen Cyprus zelf maar ook Marokko zou worden geconfronteerd.

Uiterst rechtse ex-presidentskandidaat Zemmour wil Franse parlement in

0

De Franse polemist, tv-beroemdheid en uiterst rechtse politicus Éric Zemmour gaat een poging doen om in het Franse parlement te komen. Over een maand vinden in Frankrijk de parlementsverkiezingen plaats.

Vorige maand slaagde Zemmour er niet om de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen te halen. Het werd een tweestrijd tussen president Emmanuel Macron, die de presidentsverkiezingen ook won, en de radicaal-rechtse politica Marine le Pen. Zemmour, eind 2021 nog ingeschat als een bedreiging voor Le Pen, haalde een score van slechts zeven procent.

Maar de 63-jarige Zemmour zit niet bij de pakken neer. Hij wil nu met zijn partij Reconquête meedoen aan de parlementsverkiezingen. Reconquête betekent ‘herovering’, en is een verwijzing naar het Spaanse Reconquista, de herovering van Spanje op de islamitische Moren.

‘Ik zal onze mooie en grote strijd leiden samen met onze 550 kandidaten’, twitterde Zemmour. Hij zal zichzelf kandideren voor het kiesdistrict Saint-Tropez, de beroemde badplaats. Hier haalde Zemmour een van zijn hoogste scores bij de presidentsverkiezingen vorige maand.

Van de 550 geselecteerde kandidaten zijn 176 afkomstig uit de rechtse partij Les Republicains, 159 uit Rassemblement National van Marin le Pen en 215 uit het maatschappelijk middenveld, aldus Reconquête.

Zemmour is verschillende keren veroordeeld voor racistische en haatzaaiende uitlatingen. Gisteren oordeelde de rechter echter dat Zemmour zich niet schuldig heeft gemaakt aan Holocaustontkenning. Zemmour, die zelf Joods is, had eerder de volgens historici belachelijke opmerking gemaakt dat maarschalk Philippe Pétain – die collaboreerde met de Duitsers – de Franse Joden heeft gered.

Stadsbestuur Alblasserdam: minder moskee-overlast? Da’s dan 25.000 euro

0

Het college van de Zuid-Hollandse gemeente Alblasserdam wil dat de gemeenteraad 25.000 euro beschikbaar stelt voor aanpassingen van de buitenruimte van de Yunus Emre Moskee, zodat er minder overlast is.

Mensen die in de buurt van de moskee wonen, klagen al langer over geluidsoverlast en parkeerhinder. De overlast moet minder worden als de buitenruimte wordt aangepast.

Het college vindt dat de gemeente de aanpassingen moet betalen, omdat de gemeenteraad enkele jaren geleden akkoord is gegaan met de bouw van een appartementencomplex recht tegenover het islamitische gebedshuis.

Reageerders op de lokale website Alblasserdam Nieuws reageren sceptisch. Ze vragen zich af wat er voor 25.000 euro gedaan kan worden. Anderen vinden dat de moskee gesloten moet worden.

Alblasserdam ligt in de Biblebelt. De SGP, die niet in het college zit, is er de grootste partij.

Bicultureel, activistisch en psychisch stuk: ‘Het gaat eigenlijk over je identiteit’

0

Activisten zetten zich met hart en ziel in voor een betere wereld. Soms ten koste van hun eigen mentale welzijn. Depressies, burn-outs en PTSS-klachten komen veel voor in deze kringen. We spraken drie millennials met een vluchtelingenverleden, die door mentale problemen hun activisme op een lager pitje moesten zetten. ‘Waar het in activistische kringen vooral over gaat, is de inhoud. Nooit over: ‘Wat doet activisme met jou?’’

De Koerdische Mardin* (31) kwam in 2020 in een depressie terecht. Eigenlijk al eerder, maar dat was het jaar dat zij het accepteerde. De oorzaak ligt onder meer in haar vluchtelingenwerk, al lag de pijn die zij er ervaarde dieper en complexer.

Ruim twintig jaar geleden moesten zij en haar gezin door het regime van Saddam Hoessein vluchten naar Nederland. Met die geschiedenis in haar achterzak stichtte zij samen met haar moeder en twee andere vrouwen Stichting Parwin, die sinds de opkomst van IS hulp verleent aan Syrische, Irakese en vooral Yezidische vluchtelingen in Syrië en Irak. Dit doen ze onder andere met kleding, dekens, eten, ziekenhuisbedden en rolstoelen, waarmee ze de vluchtelingenkampen voorzien.

Al die tijd dacht Mardin dat die kampen geen effect op haar hadden. Maar nu weet ze wel beter. Want door wat ze daar allemaal heeft gezien en gehoord veranderde ze. Mardin denkt nu dat ze zich te veel identificeerde met de vluchtelingen in de kampen.

‘Bij zestienjarige meiden in die kampen beeldde ik mij in dat die meiden mijn leven hadden. Waar zouden zij, als ze in Nederland hadden gewoond, nu mee bezig zijn? Waarschijnlijk met leuke dingen doen en uitgaan met vrienden. Maar ze wonen in een kamp in Irak en zijn allemaal getraumatiseerd.’

Er waren ook vrouwen die wel twintig keer op een dag waren verkracht, of vrouwen die niet meer konden praten. Mardin moest hen – onopgeleid – spreken en naar hun verhalen luisteren. ‘En dan vraag je je af: waarom heb ik een veilig leven en zij niet? Dat maakt je kapot.’ Dat ze zelf als vluchteling veilig in Nederland is aangekomen gaf haar bovendien een schuldgevoel. ‘Waarom ik wel en zij niet?’

Ze voelde daarom ook de druk om haar eigen leven te verbeteren, en zich continu dankbaar en gelukkig te voelen. ‘Ik dacht echt dat ik niet meer verdrietig mocht zijn in een ‘vrij’ land als Nederland. Maar dat werkt natuurlijk averechts.’

Ook haar familiegeschiedenis achtervolgde haar in de kampen. ‘Mijn eigen familie is ook gehalveerd door de Anfal-campagne (de operatie onder bewind van Saddam Hoessein tegen de Koerdische bevolking van 1986-1989, red.). Mijn Koerdische geschiedenis achtervolgt mij elke dag. De pijn van mijn moeder zit zo diepgeworteld in mij, terwijl ik het zelf niet heb meegemaakt. Zij is gemarteld, gevangen gehouden en ze heeft gevochten voor iets wat haar eigen ik ontstijgt. Als ik dan vrouwen in die kampen pijn zie lijden, dan raakt dat mij ook erg. Omdat het zo dichtbij is. Dat kon ik ook zijn, of mijn moeder. Op een bizarre manier identificeer je je met die pijn.’

Totdat ze hulp zocht, heeft ze eigenlijk nooit stilgestaan bij wat haar familie heeft meegemaakt. ‘Ik was denk ik ook onbewust op zoek naar antwoorden in die kampen, want in mijn familie werd niet gesproken over die pijn en het leed van de oorlog. Ik denk dat zij mij daarvoor wilde beschermen, zodat ik een leven zonder zorgen had, iets wat zij zelf niet had gekend.’

Toen de regio enkele jaren geleden stabieler werd, ontdekte Mardin dat ze kapot eruit was gekomen. Ze is nu bezig met een nieuwe psycholoog, met wie ze praat over de situatie in Irak en de effecten van een intergenerationeel trauma op haar mentale welzijn.

‘Ik leer nu pas dat ik eigenlijk vond dat ik die fysieke en mentale pijn van die vluchtelingen ook moest doorstaan, omdat ik het goed heb hier. Ik was mezelf denk ik aan het straffen. Je trekt onbewust die pijn naar je toe, want je identificeert je ermee. Ook heb ik geleerd dat je niet voor anderen kan zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt. Wat je vaak binnen activistische kringen ziet, is dat het vooral over de inhoud gaat. Maar nooit over: ‘Wat doet activisme met jou?’ Dit zou helend kunnen werken, en zorgt er ook voor dat je misschien op tijd hulp zoekt.’

‘Ik vond dat ik de pijn van vluchtelingen ook moest doorstaan, omdat ik het goed heb hier’

Ze doet haar vluchtelingenwerk nog wel, maar steeds minder intensief. ‘Ik ga nu bijvoorbeeld een keer per jaar terug naar die kampen. Ook is het gelukkig niet meer zo dat ik er dag en nacht mee bezig ben.’ Ze vindt het dankbaar werk, waarbij je veel leert, ziet en hoort, maar wil nu eigenlijk alleen nog maar papierwerk doen. ‘Om naar die kampen te gaan en die mensen te ontmoeten en te spreken. Dat doet gewoon te veel pijn, omdat ik dat ook kon zijn.’

Mardin kan ook slecht tegen beelden over de kampen in Irak: ‘Laatst was ik in de Kunsthal (in Rotterdam, red.), en was er een tentoonstelling over Koerden en Yezidi’s. Hierbij was een jongetje te zien dat zó getraumatiseerd was door de oorlog, dat hij niet meer kon praten. Daarom praatte hij met zijn handen. Ik liep gewoon weg tijdens die tentoonstelling.’

Ze voelt zich af en toe nog wel schuldig, nu omdat ze minder kan doen. ‘Ik krijg dan het idee van: ‘Ik kan lekker een drankje op een terrasje doen en er afstand van nemen, samen met mijn vrienden hier, die er geen weet van hebben. Ik leer wel steeds meer accepteren dat ik ook goed voor mezelf moet zorgen, als ik voor anderen wil zorgen.’

‘Het gaat eigenlijk over je identiteit’

De Armeense Hripsime* (30) zit vanaf september 2020 in een burn-out en depressie. Aanleiding was de oorlog tussen Azerbeidzjan en Armenië die toen speelde om het gebied Nagorno-Karabach, wat Armenen ‘Artsakh’ noemen. ‘Je weet niet wanneer de oorlog eindigt, hoe groot het nog wordt en het feit dat er elke dag tientallen jongens sneuvelden. Mijn neefje is ook overleden tijdens de oorlog. Zelfs mijn vader stond klaar om te gaan.’ Maar ook hier lag de oorzaak dieper.

‘Het gaat eigenlijk over je identiteit, want je bent bang dat je land, je familie en je cultuur verloren gaat. Er is al zo weinig van ons en onze rijke geschiedenis overgebleven door de genocide in 1915. Daardoor werden allemaal trauma’s getriggerd. Ik voelde ook enorme machteloosheid, omdat niemand voor ons klaarstond en er weinig berichtgeving over de oorlog was in Nederland. Ook het besef dat je weinig tot niks kan betekenen op individueel niveau. Dat doet pijn.’

Tot haar negende woonde ze nog in Armenië. Ze was zich nog niet bewust van de Armeense Genocide in 1915. ‘Ik weet niet of dat kwam door mijn leeftijd, of dat er niet over gesproken werd in Armenië. Dat is pas gaan leven hier in Nederland’ vertelt Hripsime. Daar kwam ze voor het eerst in aanmerking met mensen met een Turkse en Azerbeidzjaanse afkomst.

‘Ik werd vooral door Turkse Nederlanders geconfronteerd met mijn Armeense identiteit. Als je dingen hoort als: ‘Vieze Armeen’, ‘De genocide heeft nooit plaatsgevonden’ of ‘We hadden jullie allemaal moeten uitroeien’, dan doet dat wat met je.’

Hripsime is zich sindsdien gaan verdiepen in de Armeense geschiedenis. ‘Ik ging vanaf mijn puberteit op zoek naar antwoorden en mijn eigen geschiedenis. Daardoor is het extremisme in mij wel gegroeid. Hoe kan het dat de genocide niet erkend wordt, terwijl die wel is gebeurd?’ Die vraag achtervolgt haar continu.

Binnen Hripsime’s familie werd weinig gesproken over de Armeense Genocide. ‘Het werd wel erkend, maar dat is het dan ook. Ik weet nog steeds niet wat de reden is waarom mensen er niet over praten.’ Volgens Hripsime willen mensen gewoon door en niet te lang in een slachtofferrol blijven zitten. ‘Voor mij is het anders, want ik ben activistisch ingesteld. Tenminste, dat was ik, maar na de oorlog in 2020 veranderde dit, want de pijn en trauma’s kwamen opnieuw naar boven.’

‘Ook de pijn dat je niet weet waar je familie vandaan komt. Er is gewoon enorm veel onduidelijkheid over je eigen geschiedenis en identiteit, want de tegenmacht probeert die te wissen. En de mensen die dat wel weten, zijn overleden door de genocide – dus die verhalen zijn er niet meer. En toch blijft de pijn van de genocide een onderdeel van je identiteit, het is een intergenerationeel trauma, dat ik waarschijnlijk ook zal meegeven aan mijn eigen kind.’

‘De pijn van genocide blijft onderdeel van je, die geef ik ook waarschijnlijk mee aan mijn eigen kind’

Hripsime heeft tijdens de oorlog in 2020 drie weken lang voor de Tweede Kamer gestaan en gedemonstreerd: ‘We werden elke dag bedreigd door mensen die het niet eens waren met ons en er was niemand die voor veiligheid zorgde voor ons. Soms stond er beveiliging bij.’

Hripsime geeft ook aan dat haar trauma’s weer worden getriggerd door hoe er nu met Oekraïense vluchtelingen wordt omgegaan. ‘Als je nu kijkt naar de hulp en support die Oekraïne krijgt, dan voelt dat echt oneerlijk. Er worden vlaggen uitgehangen, vluchtelingen opgevangen, enzovoort – maar toen Armenië in oorlog was, wist bijna niemand wat er aan de hand was. Het is nu gewoon bijna een andere wereld. Stel je eens voor dat we nu die hulp niet aan Oekraïne geven? Zo voelt het voor mij met betrekking tot Armenië. En dat doet pijn; tegelijkertijd walg ik van de selectiviteit.’

Ze geeft aan wel hulp gezocht te hebben na haar burn-out, maar hier niet tevreden over te zijn: ‘Ik heb zowel een eerstelijns- als tweedelijnspsycholoog gehad waar ik ontevreden over was. De psychologen zijn vaak wit, jong en hoogopgeleid. Zij hebben niet dezelfde levenservaring of weten überhaupt niets van de effecten van genocide of oorlog.’

Hripsime zegt behoefte te hebben aan een psycholoog die haar erkenning en herkenning kan geven: ‘Ik wil gewoon dat iemand snapt hoe oorlogstrauma, genocide en intergenerationeel trauma werken. Nu spreek ik daar vooral over met lotgenoten en vrienden. Ik heb eigenlijk liever iemand die er professioneler in staat en waar je veel meer bij kwijt kan, zonder dat je rekening moet houden met de gevoelens van een vriendin.’

‘Alsof ik heel veel stemmen hoor gillen’

Ook de Bosnisch-Nederlandse Amra Zeric (27) kwam in 2020 in een burn-out terecht, waar ze nog steeds hulp voor krijgt. In haar werk stak ze veel tijd en energie in sociale ongelijkheid. Ook was ze veel tijd kwijt in verschillende andere organisaties, waar ze zich hard maakte voor bewustwording rondom specifiek de Bosnische Genocide van 1995. Het werk frustreerde haar echter, omdat het eigenlijk niks opleverde.

‘Misschien zijn we ook wel een generatie met hyperverwachtingen en moeten we die bijstellen, want veranderingen komen niet binnen één dag. Het klinkt misschien cynisch, maar het is realistisch: we hebben geen machtsposities om dingen te veranderen – en als individu al helemaal niet.’

Amra heeft de oorlog en genocide in Bosnië niet meegemaakt en nooit een bom gezien, maar de pijn wel meegekregen in de vorm van verhalen. ‘Mijn ouders komen uit Prijedor, in het noordwesten van Bosnië. Ik ben daar niet geboren en ik heb niks bewust meegekregen.’

‘Misschien zijn we ook wel een generatie met hyperverwachtingen en moeten we die bijstellen’

Ze kan zich maar een of twee keer herinneren in de geboorteplaats van haar ouders te zijn geweest. Ze voelde zich er thuis, maar kende er ook angst. ‘Jezelf exposen aan genocide-ontkenners is zo pijnlijk en angstaanjagend. Anderzijds is er ook de angst dat je nationalisten tegenkomt, Chetniks, Servische extremisten die een Groot-Servië nastreefden. Dit idee leidde ook tot een etnische zuivering in Bosnië. In 1992 zochten Chetniks mijn vader in Prijedor. Die mannen leven nog steeds in de regio van mijn ouders. Stel: ik ga daar heen en zij komen erachter dat ik zijn dochter ben. Wat gaan zij dan met mij doen?’

Haar ouders wisten op tijd, vlak nadat Bosnië onafhankelijk werd verklaard, te ontkomen aan de oorlog. Alsnog heeft zij, sinds zij zich het kan herinneren, last van een specifiek soort paniekaanval.

‘Het is net alsof ik heel veel stemmen hoor gillen. Dit gebeurde ook toen ik me ging verdiepen in Bosnië. Pas sinds mijn 24e begrijp ik de connectie tussen mijn ouders, hun trauma’s en het niet zoveel ruimte hebben om een kind op te voeden, terwijl de oorlog bezig is en je je eigen familie aan het zoeken bent.’

Amra probeert onder meer via podcasts, boeken en verhalen informatie te verzamelen over haar eigen geschiedenis. ‘Laatst luisterde ik een podcast over de geschiedenis van Bosnië, het ging ook specifiek over Prijedor. Toen kwam het echt heel dichtbij en kreeg ik een paniekaanval. Anderzijds vraag ik mij soms wel af: ‘Wie wordt wel gelukkig van dit soort verhalen?’ Niemand, denk ik. Hoe hard het je raakt, hangt natuurlijk ook af van hoeveel menselijkheid je in je hebt.’

Ze kan relativeren dat haar mentale welzijn erdoor wordt geraakt: ‘Het is maar een greintje van wat zij, de echte slachtoffers, hebben meegemaakt. Ik heb een paniekaanval en die mensen hebben hun familieleden voor hun eigen ogen vermoord zien worden. Plus: er is een reden dat ik het wel kan vertellen en zij niet. Dus dan vind ik het niet erg dat ik er op deze manier onder lijd.’

Amra vertelt ook dat ze die verhalen, vooral over Prijedor, wil blijven opzoeken om haar familiegeschiedenis en de pijn beter te begrijpen. ‘Ik kwam er pas twee, drie jaar geleden achter dat er mannen en zelfs vrouwen uit mijn familie in kampen hebben gezeten.’

Ze zegt dat zij weinig tot niets heeft meegekregen van de oorlog tijdens haar opvoeding. ‘Ik heb zoveel familiebijeenkomsten gehad en ik zag dat het leven gewoon door ging voor hen. Niemand heeft het over de genocide of zegt: ‘Hé, weet je nog dat we in kampen zaten en uitgehongerd werden?’ Je werd door het Servische paramilitaire leger – vaak gewoon je Servische buren die bewakers werden en je dan gevangen hielden – zodanig van je menselijkheid afgenomen, dat je de situatie enkel kon uitzitten en kon wachten tot je er levend uit kwam. Sommige mensen wilden niet eens meer leven. Misschien hangt er een stukje schaamte over die ontmenselijking en praat mijn familie er daarom niet over.’

De genocide op vijfduizend Bosnische moslimmannen en -jongens in Srebrenica heeft ze zelf moeten ontdekken. ‘Pas rond mijn twintigste ben ik erover gaan lezen en documentaires gaan kijken.’ Daarom wil Amra die verhalen horen en onthouden. ‘De laatste fase van een genocide is ontkenning. En het enige medicijn tegen ontkenning is die verhalen te vertellen en te onthouden.’


‘Een boom zonder wortels waait gewoon makkelijker om’

We spraken ook met therapeut Tine Goedhart. Zij is gespecialiseerd in shiatsu, een traditionele Chinese lichaamstherapie, en behandelt mensen met psychosomatische klachten. Hoe duidt zij de verhalen van de drie vrouwen?

‘Ik wil het positief insteken en zeggen dat deze verhalen voor mij juist over empowerment en emancipatie gaan.’ Ze ziet hun verhalen als een geestelijke pelgrimage, met enkele pijnlijke hobbels op de weg.

‘De ouders willen niet te veel energie en aandacht besteden aan de pijn en het verlies, omdat zij er ongemakkelijk van worden. Deze jonge vrouwen willen dat wél, terwijl ze hun ouders en geschiedenis ook beter willen begrijpen. Zij zitten met twee voeten in meerdere werelden vast. Hierdoor verliezen zij houvast in het eigen familiemilieu, maar kunnen zij geen houvast vinden in een ander milieu. Ze zijn nog niet op hun eindbestemming.’

Deze drie vrouwen zijn überhaupt al houvast kwijt door hun vluchtelingenverleden en het verlies van familie door oorlog en genocide, vertel Goedhart, wat het vastzitten tussen meerdere werelden en de onzekerheid die dit meebrengt alleen maar benadrukt.

 De drie wonen allen in een diverse grote stad, wat volgens Goedhart een extra risico geeft. ‘Juist door die verscheidenheid en een gebrek aan cultureel houvast’, zegt ze. ‘Een boom zonder wortels waait gewoon makkelijker om.’

Goedhart ziet ook dat de drie vrouwen hun gelijk willen halen, graag gehoord en gezien willen worden. ‘Dit heb je met gemarginaliseerde groepen. Zij doen mij denken aan evangelisten, vroegchristelijke personen die standvastig probeerden en nieuw idee, concept of gedachtegoed te verspreiden. Denk aan Sint-Cecilia en Sint-Perpetua (twee Romeinse christelijke martelaressen, red.) die een kopje kleiner gemaakt moesten worden voor het verspreiden van hun meningen en gedachtegoed. Het onthecht-zijn van een evangelist, dat eenzaam en emotioneel vermoeiend is, is ook terug lezen in deze interviews.’

*Achternaam bij de redactie bekend.

Grieks staatsonderzoek over pushbacks: ‘Niets te zien hier’

0

Griekenland ontkent niet alleen al langere tijd de beschuldigingen dat het land illegaal vluchtelingen terugduwt naar Turkije, maar heeft er nu ook een 190 pagina’s tellend onderzoek tegenaan gegooid met dezelfde strekking.

Het rapport, uitgevoerd door de Griekse Nationale Transparantie Autoriteit, prijst het Griekse migratiebeleid  juisten noemt Frontex, de Europese grens- en kustwacht, slechts zijdelings.

De onderzoekers hebben naar eigen zeggen niets gevonden dat de beschuldiging dat Griekenland vluchtelingen illegaal terugduwt naar Turkije – de zogenoemde pushbacks – onderbouwt, meldt Politico.

‘Het was niet mogelijk om de incidenten die in deze publicatie/het rapport worden vermeld te verifiëren, aangezien er geen ondersteunend bewijs of relevante documentatie naar voren is gekomen’, concludeert het Griekse staatsrapport, dat zich alleen baseert op de getuigenissen van Griekse functionarissen en lokale burgers en stelt dat er geen verder documentatiemateriaal is gevonden.

Politico gelooft dat het Griekse staatsonderzoek sceptisch ontvangen zal worden door NGO’s en door de Europese Commissie. Het blad meldt ook dat de uitvoerend directeur van Frontex, Fabrice Leggeri, eerder dit jaar een Griekse prijs kreeg uitgereikt. Leggeri trad onlangs af, naar aanleiding van een onderzoek door OLAF, het fraudebestrijdingsbureau van de EU, naar de pushbacks.

Onlangs concludeerde nieuw internationaal onderzoek dat Frontex tussen maart 2020 en september 2021 betrokken was bij het illegaal terugduwen van tenminste 957 asielzoekers in de Egeïsche Zee. Naar aanleiding hiervan riep GroenLinks-Europarlementariër Tineke Strik op tot het opschorten van de operatie van Frontex in Griekenland.