9.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 504

Ophef in Canada: islamitische lerares op non-actief vanwege hijab

0

Fatemeh Anvari mag geen les meer geven op haar lagere school in de Canadese provincie Quebec. De reden: ze draagt een hoofddoek. Het schoolbestuur beroept zich op een nieuwe wet die religieuze kleding verbiedt voor ambtenaren, waaronder leraren op openbare scholen.

Anvari is daarmee het eerste slachtoffer van Bill 21, die in 2019 werd aangenomen door de provincie Quebec. De wet verbiedt overheidsmedewerkers om religieuze symbolen te dragen zoals hijabs, keppeltjes en tulbanden.

‘De reden dat deze lerares geen baan heeft, is omdat ze de wet niet respecteerde’, zegt de regionale Parti Québécois. ‘De wet is voor iedereen. Ze probeerde een verklaring af te leggen terwijl ze een hijab droeg.’

Maar vanuit de landelijke politiek wordt kritisch gereageerd op het ontslag van Anvari. ‘Het is laf’, zegt Marc Miller, minister van Inheemse Betrekkingen, die ook parlementslid is in de Quebecse regio Montreal. ‘Dit soort discriminatie weerspiegelt niet de Quebecse samenleving waarin ik wil leven.’

Eerder dit jaar sloot premier Justin Trudeau dat niet uit in te grijpen tegen Bill 21, omdat de federale regering als taak heeft om op te komen voor de grondrechten van mensen.

De leerlingen en leraren van de school sturen lerares Anvari massaal steunbetuigingen, tot tekeningen aan toe. Anvari vindt het hartverwarmend. Maar, zegt ze: ‘Dit gaat niet over mijn kledingstuk. Dit is een groter probleem. Dit is iets dat over mensen gaat. (…) Ik wil dat dit iets zijn waarin we allemaal nadenken over hoe grote beslissingen andere levens beïnvloeden.’

Indische Nederlanders en veteranen vallen over brochure Indië-onderzoek

0

De Federatie Indische Nederlanders en het Veteranen Platform maken zich zorgen over het grote Indië-onderzoek, waarvan de resultaten begin 2022 bekend worden. Volgens hen belooft de brochure een onevenwichtig onderzoek.

In 2017 startte Nederland het onderzoek Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950. Het onderzoek, dat begin volgend jaar verschijnt, behandelt onder meer de daden van het het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL) tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.

In het KNIL vochten ook Indische Nederlanders mee, die later naar Nederland vluchtten. De Federatie Indische Nederlanders komt op voor hun belangen en die van hun nazaten.

Volgens de Federatie doet de brochure die de boeken aankondigt, met titels (foto) als Onze revolutie en Nederlands extreem geweld, ‘het ergste vermoeden’:

‘Vooral de suggestieve titels, teksten en algehele sfeer geven de indruk dat de onderzoekers de opdracht van het kabinet, om ‘nadrukkelijk in te gaan op de brede context van de naoorlogse dekolonisatie’, naast zich hebben neergelegd en simpelweg afstevenen op een veroordeling van Nederland(se militairen) voor het geweld.’

Het Nederlandse Veteranen Platform deelt de zorgen van de Federatie Indische Nederlanders. ‘Het heeft er nu alle schijn van dat onze Nederlandse en KNIL veteranen worden geslachtofferd en als zondebok worden aangewezen voor het wederzijds gebruik van (incidenteel buitensporig) geweld.’

Hans Moll, voorzitter van de Federatie Indische Nederlanders: ‘Uit de brochure blijkt dat, anders dan de onderzoekers altijd beweren, niet de ‘verschillende’ perspectieven bij dit onderzoek leidend zijn, maar vooral het perspectief van toenmalige vijand Indonesië.’

Volgens Moll doet dit geen recht aan de geschiedenis en de ruim tweehonderdduizend Nederlandse militairen die in Indonesië hebben gevochten en voor het overgrote deel naar eer en geweten zouden hebben gehandeld.

Ook lijkt het er volgens Moll op dat de studies geen recht zullen doen aan de slachtoffers van de Bersiap-periode van 1945-1946, toen Indonesische nationalisten duizenden Nederlanders en Chinezen vermoordden.

Naast vanuit Federatie Indische Nederlanders klinkt er ook kritiek op het onderzoek vanuit de zijde vanuit Indonesische Nederlanders die zich, anders dan de Federatie Indische Nederlanders, juist aan de zijde scharen van de toenmalige Indonesische onafhankelijkheidsstrijders die tegen het KNIL vochten.

Zo stelde de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.K.B.), dat de belangen van Indonesische slachtoffers uit de Nederlandse koloniale en hun nazaten behartigt, eerder al dat het onderzoek geen gehoor geeft ‘aan de Indonesische slachtoffers van de 350 jaar durende illegale bezetting door Nederland’.

Ongelijkheid, polarisatie: alleen ‘ernstig’ als ook autochtonen de dupe zijn

0

Sinds de invoering van de coronavaccinaties en de coronacheck dreigen ongevaccineerden buitengesloten te worden van het uitgaansleven, publieke evenementen en het verenigingsleven. Toch weten ongevaccineerden elkaar te vinden, organiseren ze de ene na de andere demonstratie en worden ze uitgenodigd bij talkshows om hun ongenoegen te uiten.

Onder de ongevaccineerden bevinden zich ook radicale antivaxxers die meerdere keren aan het rellen sloegen, politici bedreigen en gevaccineerde medeburgers online en offline uitmaken voor ‘makke schaapjes’. Tegelijkertijd leggen veel gevaccineerde burgers de schuld van de snelle virusverspreiding bij de ongevaccineerden. Het resultaat? De media koppen dat de samenleving is ‘gepolariseerd’ en burgemeesters buigen zich over een anti-polarisatieplan om gevaccineerden en ongevaccineerden weer nader tot elkaar te brengen. Een opvallende ontwikkeling, want polarisatie in de samenleving is niet nieuw.

Antivaxxers hebben in zeer korte tijd hun pijnpunten politiek weten te agenderen. We hebben het over Nederlanders uit verschillende lagen van de samenleving die uitgesloten dreigen te worden van bepaalde maatschappelijke voorzieningen. Maar hoewel onder hen ook Mehmet, Fatima, Sharita, Soeniel, Denzel en Shaquinwa zitten, bestaat de zichtbaar luid schreeuwende groep vooral uit Henk, Ingrid, Constantijn en Elsbet. Het valt op hoe snel en met hoeveel gemak clichés over vrijheid en gelijkheid zijn vertaald in de angst voor uitsluiting van publieke voorzieningen. En dat de politieke agenda van deze antivaxxers, net als bij de pro-Zwarte Pietbeweging, wordt vormgegeven en bewaakt door witte autochtone Nederlanders.

Het is genoegzaam bekend dat Nederlanders met een migratieachtergrond dagelijks uitsluiting ondervinden op allerlei terreinen. Zoals geweigerd worden aan de poort in het uitgaansleven, minder kansen krijgen in hun professionele carrière omdat ze als minder worden gekwalificeerd, als achterlijk worden beschouwd vanwege de religie of leefwijze, er standaard worden uitgepikt door de marechaussee bij terugkomst van vakantie of gewoonweg geen geld hebben om mee te kunnen doen. En toch heeft deze al decennialang bestaande polarisatie langs lijnen van afkomst, religie, gender, opleiding en klasse nooit echt zulke media-aandacht en publieke aandacht gehad.

Hooguit krijgen sociaal werkers in specifieke wijken de opdracht om de ’sociale cohesie in de wijk te versterken’. Of vinden organisaties het belangrijk om ‘inclusief’ te worden met behulp van diversiteitadviseurs, waardoor er misschien wordt voldaan aan de formele vereisten zoals gewenste aantallen van minderheden, maar blijven binnen de organisaties de machtsposities in handen van de gevestigde orde. Pas nu het om merendeels witte mensen gaat vallen de ontvankelijkheid, het begrip en de nuances op van media en politiek. Dat geeft te denken.

De groepen met een migratieachtergrond kunnen zich beroepen op vrijheid en gelijkwaardigheid tot ze een ons wegen. Zolang inclusie en empathie ontbreken, zullen waarden als vrijheid en gelijkheid tot de witte privileges behoren. De geprivilegieerde partij is vaker niet dan wel bereid om mee te werken aan een meer inclusieve samenleving. Medewerking aan een inclusieve samenleving kost meer én betekent ruimte maken voor anderen die niet op jou lijken.

Zolang inclusie en empathie ontbreken, zullen waarden als vrijheid en gelijkheid tot de witte privileges behoren

De antivaxxers hebben ongelijk met hun gejammer dat ze in hun vrijheden worden beknot. Zij mogen in alle vrijheid beslissen. En aan elk besluit zitten gevolgen, die zij dan wel dienen te dragen. Het uitgangspunt is dus gelijkheid, maar het effect is ongelijkheid. Dat is iets anders dan de verzwegen polarisatie waarmee Nederlanders van kleur te maken hebben: zij nemen geen enkel besluit, maar worden toch naar de marge van de samenleving gebezemd.

Maatschappelijke polarisatie en ongelijkheid zijn kennelijk alleen ernstig als ook witte Nederlanders het ‘slachtoffer’ zijn.

VN en NGO’s vragen India om vrijlating mensenrechtenactivist uit Kashmir

0

De Verenigde Naties en enkele mensenrechtenorganisaties eisen dat India Khurram Parvez vrijlaat, een mensenrechtenactivist uit het door India bezette deel van Kashmir. Begin deze week is Parvez overgebracht naar de maximaal beveiligde Tihar-gevangenis in New Delhi.

De 44-jarige Parvez is coördinator van een lokale mensenrechtengroepering in Kashmir. Hij werd op 22 november gearresteerd door het belangrijkste antiterrorismebureau van India.

Parvez wordt er onder meer van verdacht terreur te hebben gefinancierd. Hij werd gearresteerd nadat India invallen uitvoerde in zijn woning en kantoor in Srinagar, de belangrijkste stad in Kashmir.

Het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN sprak vorige week woensdag al zijn bezorgdheid uit. Het Indiase ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde een dag later. De VN-verklaring ‘een volledig gebrek aan begrip’ verraden over de veiligheidsproblemen waarmee India zou worden geconfronteerd in verband met grensoverschrijdend terrorisme.

In augustus 2019 besloot India de speciale status van het overwegend islamitische Jammu en Kashmir in te trekken en het gebied direct onder de controle van de centrale regering in New Delhi te plaatsen. Sindsdien zijn vele politici en activisten gearresteerd en patrouilleren Indiase militairen door de straten van de steden.

Gisteren heeft de Kashmir Council-EU, een NGO die bij de Europese Unie lobbyt voor Kashmir, in Brussel een campagne gelanceerd met als doel om Pervez vrij te krijgen.

Ali Raza Syed, voorzitter van de Kashmir Council-EU, schreef onlangs een brief aan verschillende Europese autoriteiten waarin hij hen vroeg druk uit te oefenen op de Indiase regering. Volgens Ali Raza Syed hebben de arrestatie en detentie van Khurram Parvez opnieuw India, dat beweert de grootste democratie ter wereld te zijn, ontmaskert.

‘In feite is het de grootste gevangenis van de wereld’, aldus de voorzitter van de Kashmir Council-EU.

Turkse peiling: Erdogans AKP verliest van seculiere oppositiepartij CHP

0

Regeringspartij AKP van de Turkse president Erdogan is voor het eerst in een opiniepeiling ingehaald door de seculiere oppositiepartij CHP. Dit bericht de Turkse nieuwssite Ahval.

Volgens het onderzoek van het Yöneylem Social Research Centre heeft de AKP de steun van 24,3 procent van de kiezers, terwijl CHP een aandeel van 25,6 procent heeft.

Uit een onderzoek uit november door het in Ankara gevestigde opiniepeilingsbureau MetroPoll bleek dat nog 34,3 procent de AKP steunde, tegenover en 22,6 procent voor de CHP.

Bij de algemene verkiezingen van 2018 behaalde de AKP 43 procent van de stemmen. Uit een reeks opiniepeilingen eerder dit jaar bleek dat de steun voor de regerende partij van Erdogan gestaag afnam.

Deze afname komt door de toenemende kritiek op Erdogan economische beleid, beschuldigingen van financieel wanbeheer, de reactie van de regering op een golf van bosbranden en overstromingen en groeiend autoritarisme.

Zeker de laatste weken ligt Erdogan onder vuur, vanwege zijn economische beleid. De Turkse liramunt daalt rap in waarde en steeds meer Turken voelen dat in de portemonnee.

Uit het onderzoek van het Yöneylem Social Research Centre bleek ook dat 64,7 procent van de kiezers denkt dat de kandidaat van de oppositie zal winnen van Erdogan bij de komende presidentsverkiezingen. Die zullen in 2023 plaatsvinden.

Amma Asante nieuwe columnist bij de Kanttekening

0

Amma Asante is bestuurder en was politicus. Voor de Kanttekening zal zij elke zes weken een column schrijven.

Asante werd in 1972 geboren in Ghana. Ze emigreerde in 1978 naar Nederland in het kader van gezinshereniging. Ze groeide op in de Amsterdamse Bijlmer en studeerde Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Van 1998 tot 2006 zat Asante voor de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad. Van september 2016 tot maart 2017 was ze Tweede Kamerlid.

Sinds mei 2019 is Asante voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad, een belangenvereniging die voor mensen opkomt die een uitkering ontvangen uit de Participatiewet.

Dit jaar was Asante lijstduwer voor de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart. Sinds die maand is Amma Asante ook lid van BIJ1, de partij van Sylvana Simons die met een zetel in de Tweede Kamer werd verkozen.

In haar debuutcolumn hekelt Asante racisme in de Tweede Kamer – in het bijzonder het optreden van Freek Jansen van Forum voor Democratie, die vindt dat veel biculturele Nederlanders geen echte Nederlanders zijn.

Assante: ‘Dit soort racisme werd normaliter geuit achter gesloten deuren, tijdens verjaardagen door die ene boze oom. Die oom draagt nu een maatpak en staat in de Tweede Kamer om mensen te vertegenwoordigen, wetten te maken en het kabinet te controleren.’

Simons: optreden van Tellegen was klassiek geval van ‘white rage’

0

Sylvana Simons betitelt het recente optreden van Ockje Tellegen (VVD), ondervoorzitter van de Tweede Kamer, tegen haar als ‘white rage’. Dit zegt de BIJ1-leider in een interview met NRC.

Maandag diende Simons tijdens een commissievergadering een punt van orde in, omdat ze zich onveilig zei te voelen door een opmerking van PVV-Kamerlid Harm Beertema. Daarop viel Tellegen, die poogde de orde te bewaken, tegen haar uit.

‘Het was geweld. Ik zei dat ik me in het nauw gedreven voelde en kreeg geen bescherming’, zegt Simons tegen NRC. ‘En haar tirade was klassiek white rage, al weet ik dat mensen die term vervelend vinden.’

Met de term ‘white rage’ bedoelt Simons ‘dat je geen weerwoord hebt en dan maar zegt: wat bent u onbeschaafd, wat doet u geïrriteerd’.

Van Tellegen riep ook: ‘Zo doen we het al járen hier.’ Daar heeft Simons ook een term voor: ‘othering’.

Simons: ‘Je wordt tot De Ander gemaakt. Wíj doen het hier zo en u vraagt om speciale rechten. U denkt dat u heel wat bent. Ze zei in haar tirade ook tegen mij: ‘Ik heb u met alle égards behandeld’. Ik mocht mijn bijdrage in het debat eerder doen omdat ik weg moest. Daar had mijn medewerker al schriftelijk om gevraagd, het gebeurt veel vaker. Maar ik moest dankbaar zijn.’

De gevoelens van Simons leven breder onder biculturele Nederlanders. ‘De beelden maakten in één klap duidelijk wat talloze zwarte vrouwen meemaken wanneer zij zich begeven in witte ruimtes waar hun aanwezigheid niet vanzelfsprekend is’, schrijft Amma Asante in haar debuutcolumn voor de Kanttekening.

Asante: ‘Zwarte vrouwen die aan tafel meepraten over het landsbestuur? Het doet racistische denkbeelden wankelen. En wanneer dit gebeurt, kan dat bewust of onbewust tot onzekerheid en zelfs tot woede leiden. ‘Goeiemorgen, zeg!’, zoals Tellegen uitriep.’

Vier dagen na het voorval is nog steeds niet duidelijk wat Beertema precies tegen Simons heeft gezegd. Het PVV-Kamerlid beweert dat de uitlatingen onschuldig waren.

Beertema: ‘Ik zei, nadat Simons Van der Plas uitlachtte over haar kleurenblindheid: ‘Waarom die rancune?’ En: ‘Ben je nu weer gekwetst?”

Simons heeft Beertema’s lezing ontkend noch bevestigd.

Wat zijn de mensenrechten nog waard voor Europa?

0

Terwijl Europa zegt op te komen voor mensenrechten, worden vluchtelingen aan onze grenzen aan de lopende band illegaal teruggeduwd: de zogenoemde pushbacks. De vluchtelingen die wel in Europa aankomen vergaat het weinig beter. De omstandigheden in vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden zijn abominabel. We spraken erover, in aanloop naar deze Internationale Mensenrechtendag, met Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International Nederland en Benjamin Ward, adjunct-directeur van Human Rights Watch (divisie Europa en Centraal-Azië). Gaat het de slechte kant op met de mensenrechten in Europa en Nederland?

In en rondom Europa staan de mensenrechten steeds meer onder druk. Om met de vluchtelingencrisis te beginnen: wat is de beste oplossing voor vluchtelingen die speelbal worden van grotere machten binnen het continent Europa?

Dagmar Oudshoorn (Amnesty): ‘Europa moet vluchtelingen eerlijker verdelen. Mensen die vluchten, hebben het recht op een fatsoenlijke asielprocedure. Migranten zijn mensen die niet gevlucht zijn, maar om andere redenen hun land hebben verlaten. Door iedereen te omschrijven als migranten, wordt gepoogd mensen het recht op een fatsoenlijke asielprocedure te onthouden. Dit is de framing die je ziet. Europa moet stoppen met de pushbacks en mensen op een menswaardige manier opvang bieden.’

Hoe maakt Amnesty International de keuze om te spreken over migranten of vluchtelingen? Is dat van een afstandje niet lastig te bepalen?

Oudshoorn: ‘Dat is ook niet aan Amnesty om te bepalen. Wij vinden dat mensen het recht hebben om ergens asiel aan te vragen. En dan kan vervolgens bepaald worden of iemand daar recht op heeft of niet. Zolang dat niet bepaald is, moet je mensen menswaardig opvangen. Niet tegenhouden en terugduwen. Naast een mensenrechtenplicht hebben we een humanitaire plicht om mensen te helpen. Pushbacks jagen mensen de dood in op de Middellandse Zee en het Poolse grensgebied.’

Er wordt ook wel gezegd dat Belarus vluchtelingen doelbewust inzet om de Europese Unie te chanteren. Moet je ze dan ook wel accepteren?

Oudshoorn: ‘Ten eerste heb je een humanitaire plicht om mensen te helpen. En je hebt nog steeds de plicht om asielzoekers individueel een eerlijke en zorgvuldige procedure te geven, ondanks het feit dat ze een speelbal zijn in het geheel. Dat ligt niet aan de mensen die vluchten. Je kunt het hen niet kwalijk nemen voor het feit dat ze vluchten. De oorzaak ligt bij de staat of de persoon die vluchtelingen misbruikt voor politieke doeleinden.

Benjamin Ward (HRW): ‘We worden vandaag de dag geconfronteerd met een sombere situatie aan de grenzen van Europa. De mensenrechtensituatie daar is geenszins in lijn met het Europese mensenrechtenverdrag en het EU-recht, dat het recht op asiel beschermt. Een van de redenen hiervoor is een hardnekkig geloof bij Europese beleidsmakers dat afschrikking een effectief middel is in de strategie om migratie te managen. En dat betekent dat extreem moeilijke omstandigheden aan de grenzen, en soms ook in Europa, worden gezien als een manier om anderen te ontmoedigen een reis naar Europa te wagen.’

Is afschrikking inherent een mensenrechtenschending?

Ward: ‘Nee, niet inherent. Een informatiecampagne over de omstandigheden in Europa over de asielprocedure kan een formele vorm van afschrikking zijn. Het belangrijkste van het soort afschrikkingsbeleid dat we aan de Europese grenzen zien, is echter dat het overduidelijk leed veroorzaakt bij mensen en dat hun mensenrechten worden geschonden. De toegang tot asiel wordt beperkt, omdat ze vastzitten in grensgebieden. Bovendien is het ook niet effectief. Het negeert wat veel mensen drijft om deze gevaarlijke reizen te maken. Te blijven waar ze zijn, is namelijk geen leefbare optie voor hen.’

Sommige opiniemakers zeggen juist dat de pushbacks wél ‘werken’. Kijk maar naar de vliegtuigen vol met migranten die weer vanuit Belarus naar Irak en Syrië vertrekken.

Ward: ‘Dat hangt dus af van de vraag af wat je verstaat onder ‘werkt’. Mensen maken na de grote vluchtelingencrisis van 2015 nog steeds gevaarlijke – dodelijke – reizen naar Europa. Zijn we wel effectief in het afhouden van die mensen? Van al dit afschrikkingsbeleid gaat ook de boodschap uit naar andere landen dat het afhouden van mensen een legitiem beleidsmiddel is. Is dit wel wijs? Met in het achterhoofd dat de meeste vluchtelingen in het globale zuiden worden opgevangen, dus in landen die veel minder geprivilegieerd zijn dan Europese landen en veel minder middelen hebben. Wanneer zij naar de Europese benadering kijken, zien ze een veronachtzaming van de rechten van vluchtelingen. De consequenties daarvan kun je bijvoorbeeld zien in hoe Syrische vluchtelingen behandeld worden in die naburige landen.’

Zegt u dat het inzetten van vluchtelingen door Belarus een consequentie is van Europees afschrikkingsbeleid?

Ward: ‘Ten eerste: wat Belarus doet is totaal verkeerd en verschrikkelijk voor die mensen. Belarus is daarin de hoofdverantwoordelijke. Maar het klopt gedeeltelijk dat Europa een situatie heeft gecreëerd waarbij het strategisch gezien kwetsbaar is voor migratie, juist omdat het migratie beschouwt als een bedreiging voor haar nationale veiligheid. Andere staten kunnen daarom Europa bedreigen met migratie. Belarus doet dat, maar ook Turkije, Libië en Marokko doen dit. In deze dynamiek vergeten we de mensen die precies tussen wal en schip vallen. Het is levensbelangrijk dit als een menselijke kwestie te zien, geen veiligheidskwestie.’

Wat is de oplossing om uit deze kwetsbare situatie te komen? Aan de ene kant kan Belarus dit doen omdat er nou eenmaal vluchtelingen in Irak en Syrië zijn. Aangezien het niet realistisch is dat daar op korte termijn verandering in komt, wat blijft er dan voor Europa over?

Ward: ‘Natuurlijk is het belangrijk om op de lange termijn de grote mensenrechtenschendingen aan te pakken die zulke vluchtelingenstromen triggeren. Maar het aanpakken van grondoorzaken heeft niet de hoogste prioriteit in het buitenlandbeleid van Europese landen. Op de korte en middellange termijn is dat het erkennen van wat de schaal is van de vluchtelingenstroom en het delen van verantwoordelijkheden. De aantallen bij de Pools-Belarussische grens zijn niet onhanteerbaar voor een EU-blok van bijna vijfhonderdmiljoen mensen. De inspanningen van de Europese Commissie voor het stimuleren van het delen van verantwoordelijkheden zijn tot dusverre niet bijzonder succesvol gebleken. Er is nog steeds het idee dat landen aan de grenzen van Europa meer verantwoordelijkheid dragen, met onder meer Duitsland en een klein aantal landen als uitzondering. Dat moet veranderen. Een ander antwoord is een positieve kijk op migratie. Er zijn weinig leiders in Europa vandaag die migratie presenteren als iets dat van toegevoegde waarde is. Populistische leiders zijn vrij effectief in het mobiliseren van negatieve framing rond migratie. Er is geen tegengeluid. Er is stilte, of je krijgt een soort middenpositie van mainstream politici, die met een afgezwakte versie van het anti-migrantenpopulisme op de proppen komen. Ze willen migratie niet als een feit zien en dat het voordelen met zich meebrengt.’

‘Europa moet stoppen met de pushbacks en mensen op een menswaardige manier opvang bieden’

Wat zijn verder de belangrijkste, onopgemerkte mensenrechten schendende praktijken in Europa?

Oudshoorn: ‘Wij doen niet aan een rangorde in mensenrechtenschendingen. We houden ons bezig met de rechtsstaat in Polen en Hongarije, de repressie in Belarus, Fort Europa, dus de vluchtelingencrisis. En daarin de verschillende thema’s, zoals de pushbacks, maar ook de criminalisering van hulp aan vluchtelingen en migranten en de mensonterende situatie in vluchtelingenkampen. We houden ons verder bezig met de verkrachtingswetgeving, met technologie en mensenrechten zoals in het toeslagenschandaal, maar ook zijn we bezorgd over de krimp van het maatschappelijk middenveld.’

Ward: ‘Dat is potentieel een lange lijst, maar wat er echt uitsteekt is het probleem van racisme en discriminatie. Vorig jaar was er een duidelijke internationaal respons, ook in Europa, op de moord op George Floyd. Er is heel wat werk te doen in Europa op dit gebied. Er is intussen heel wat goeds gedaan, maar toch is er weinig gevoel voor urgentie bij de meeste beleidsmakers – en gebrek aan scherpte, die er wel zou zijn als er vanuit een mensenrechtenperspectief naar werd gekeken.’

Dus het waren slechts woorden vorig jaar, tijdens de Black Lives Matter-protesten?

Ward: ‘Er was oprechte interesse om het probleem aan te pakken. Maar dat kan niet via trainingen. Het dringt daardoor niet echt door tot het vraagstuk van macht, wat nodig is om echt racisme en discriminatie aan te pakken. Er wordt ook geen verantwoording afgelegd voor het verleden. De wil ontbreekt grotendeels om terug te blikken. Als je deze situaties wil adresseren zonder te kijken naar zaken zoals de Europese geschiedenis van het kolonialisme, dan zal je uiteindelijk beperkt blijven in hoe je deze zaken kunt oplossen.’

Dan nu Frankrijk. De angst bestaat dat de mensenrechten van moslims institutioneel worden bedreigd. ‘Radicale’ moskeeën worden gesloten, islamitische NGO’s die moslimhaat aankaarten ontbonden. En dit allemaal in naam van de seculiere Franse Republiek. Wat vindt u van deze ontwikkelingen? Wordt moslimhaat in Frankrijk geïnstitutionaliseerd?

Oudshoorn: ‘We vinden het extreem zorgelijk dat de vrije ruimte voor maatschappelijke organisaties, die volstrekt legitieme activiteiten ontplooien, wordt ingeperkt onder het mom van veiligheid. Een democratische rechtsstaat wordt gediend door verschillende geluiden en een diversiteit aan maatschappelijke organisaties en bewegingen. De democratische rechtsstaat wordt gediend als er kritische stemmen zijn. Dat is geen bedreiging, maar een kracht. En dat zou dus ook beschermd moeten worden.’

Amnesty wordt op dit punt bekritiseerd: jullie zouden wegkijken van islamistisch geweld.

Oudshoorn: ‘Amnesty wordt heel vaak van zaken beschuldigd. Maar Amnesty kiest geen partij. Wij kaarten mensenrechtenschendingen aan de orde, ongeacht wie ze doet. Een mensenrechtenschending is een mensenrechtenschending. Op het moment dat er terreur is, dan is dat een mensenrechtenschending en veroordeel je terreur. Op het moment dat er onschuldige mensen, zonder fatsoenlijke vormen van bescherming beschuldigd worden van terreur, dan zeg je daar ook wat van. Dus het gaat ons niet om wie de mensenrechtenschending pleegt, wij ageren tegen alle mensenrechtenschenders.’

‘Wij zijn zeer bezorgd over het Franse beleid dat als integratie wordt geframed, maar een discriminatoir effect had op moslims’

Ward: ‘Wij zijn al een aantal jaar zeer bezorgd over beleid dat als integratie wordt geframed, maar een discriminatoir effect had op Franse moslims – en met name op Franse moslims die zichtbaar religieus zijn. We zien dat op het gebied van restricties voor religieuze kleding, het criminaliseren van uitingen, en recentelijk het zeer problematische sluiten van civil society-organisaties. Tegen zulke staatsbemoeienis, zonder de sterke gronden die het sluiten van civil society-organisaties zou kunnen rechtvaardigen, hebben we ons publiekelijk uitgesproken, met name tegen het sluiten van het Collectief Tegen Islamofobie in Frankrijk. Natuurlijk is er een specifieke context in Frankrijk, dat de staat opgericht is als seculiere staat of dat idee promoot als een waarde van de Republiek. Het heeft ook de Sikh-gemeenschap geraakt, naast moslims. Maar het raakt christenen niet op dezelfde manier. Dit brengt het risico met zich mee dat er een signaal wordt afgegeven naar jonge mensen, dat je niet tegelijk een zichtbare moslim én een goede Franse burger kan zijn. Dit is een zeer problematische positie, die ook de doelstellingen van een gedeeld gevoel van nationale identiteit en een thuisgevoel, dus van integratie ondermijnt.’

Interessant dat het Franse secularisme Franse sikhs en moslims negatiever beïnvloedt dan Franse christenen. Hebben we dan te maken met een racistische interpretatie van secularisme in Frankrijk, die mensen van kleur buitensluit?

Ward: ‘Het is een hele complexe zaak en het is zeker ook verbonden aan het kolonialisme, je kan het daar niet van los zien. Wat ik vanuit een mensenrechtenperspectief kan zeggen, is dat het effect van dit beleid discriminatoir is in de praktijk, wat de intentie ook moge zijn. Dat zou een zorg binnen en buiten Frankrijk moeten zijn.’

In Nederland bestaat het boerka- en nikaabverbod en wordt moslimdiscriminatie niet apart door de politie geregistreerd. Wat vinden jullie daarvan?

Oudshoorn: ‘Het boerkaverbod lijkt een neutrale regeling te zijn van verbod op gezichtsbedekkende kleding in overheidsgebouwen en het openbaar vervoer. Maar het verbod is er specifiek op gericht de uitingsvrijheid van moslima’s te beperken. We vragen ons dan ook af of deze wet op deze manier geïmplementeerd had moeten of mogen worden. Want alle mensen horen vrij te zijn te dragen of niet te dragen wat ze willen, het gaat twee kanten op. Dit leek een neutrale regeling, maar hij is in wezen discriminerend.’

En moet moslimdiscriminatie apart geregistreerd worden?

Oudshoorn: ‘Als je een goede en gerichte bestrijding wilt van dit fenomeen, dan kan zo’n aparte registratie van nut zijn. Dat gebeurt ook bij andere godsdiensten of andere vormen van discriminatie, bijvoorbeeld antisemitisme.’

‘Het boerkaverbod is er specifiek op gericht de uitingsvrijheid van moslima’s te beperken’

Ook lieten Nederlandse gemeenten moskeeën bespioneren, wat door onze anti-terreurcoördinator NCTV werd gefinancierd, en verklaarde de rechter dat etnisch profileren moet kunnen. Hoe kan dit? Is dit een teken van witte suprematie?

Oudshoorn: ‘Ten eerste, witte suprematie is iets anders dan institutioneel racisme.’

Wat is het verschil dan?

Oudshoorn: ‘White supremacy is geloven in de rassenleer, zeggen dat het ene ras beter is dan het andere ras. Institutioneel racisme is dat niet. Institutioneel of systemisch racisme is dat er in de samenleving een vorm of een systeem van maatregelen bestaat die een discriminerende uitwerking heeft. Dat is wat anders dan geloven in rassentheorieën.’

Is het niet zo dat in beide gevallen de witte meerderheid buiten schot blijft en minderheden het slachtoffer zijn?

Oudshoorn: ‘Ik ben het met je eens dat beide niet kunnen. Maar er zit wel degelijk een verschil tussen witte suprematie en institutioneel racisme. Door dat op één hoop te gooien, ga je de verkeerde discussie voeren. Nederland heeft artikel 1 van de grondwet, waarin staat dat iedereen gelijk behandeld moeten worden. Etnisch profileren kan daarom niet, of dat nou door de politie of belastingdienst gebeurt. De volharding van wetshandhavers, bijvoorbeeld richting mensen die eruitzien als ik, dat ik eerder gecontroleerd mag worden op basis van een veronderstelling, een risicoprofiel, is niet goed te praten. Dat is niet omdat ik iets gedaan heb, maar ze denken wel dat ik iets zou kunnen doen. In een land met artikel 1 van de grondwet moeten we dat niet hebben.

‘Als het gaat over de NCTV is dat een ander verhaal. Want de NCTV doet dingen die ze niet mogen doen. De NCTV mag geen gegevens van individuele burgers verzamelen. Dat weten ze – en toch doen ze het. Het heimelijke onderzoek in de moskeeën valt ook buiten hun bevoegdheid. Dat doen ze onder het mom van veiligheid. Maar het is een schending van de privacy van mensen en het recht op godsdienstvrijheid.’

U zegt dat het u persoonlijk raakt, die risicoprofielen tegen ‘mensen die eruit zien als ik’. Bedoelt u dat op basis van uw huidskleur?

Oudshoorn: ‘Ja, etnisch geprofileerd of gecontroleerd, door uit de rij te worden gehaald. Nou ja, ik sta ook op de FSV-lijst (Fraude Signalering Voorziening, red.). Ik heb ook zo’n brief ontvangen van de Belastingdienst.’

Pff, heftig. Daarom denk ik ook aan de link met witte suprematie. Witte mensen hebben geen last van onrecht waar u wel onder te lijden heeft, vanwege uw zwarte huidskleur.

Oudshoorn: ‘Ik ontken ook niet dat ik het een vorm van institutioneel racisme plaatsvindt. Ik zeg alleen dat witte suprematie iets anders is. Bij white supremacy denk je aan de Ku Klux Klan. En institutioneel racisme in het geval van de toeslagenaffaire gaat ook verder dan de nationaliteit, het gaat ook over sociale klasse. Dat heeft nader onderzoek van Amnesty uitgewezen.’

Hoe ziet Human Rights Watch het algemene wantrouwen tegenover moslims in Europa?

Ward: ‘Wat ook de intentie moge zijn, het is belangrijk om te focussen op het effect. En als het effect discriminatoir is tegen mensen van een bepaald geloof of als zodanig wordt ervaren, dan is dat zorgwekkend. Dat geldt dus voor beperkingen in het dragen van religieuze kleding. Wat betreft haatmisdrijven: ik heb er grote moeite mee te begrijpen waarom moslimdiscriminatie niet apart wordt geregistreerd, terwijl die registratie wél plaatsvindt als het over andere groepen gaat. Bij haatmisdrijven lijkt het me namelijk goed om te weten waar je mee te maken hebt. Zo kan je effectiever zijn in de bestrijding ervan.’

‘Ik heb grote moeite te begrijpen waarom moslimdiscriminatie niet apart wordt geregistreerd, terwijl die registratie wél plaatsvindt als het over andere groepen gaat’

De Tweede Kamer heeft veel aandacht voor antisemitisme en houdt daarbij vast aan de controversiële IHRA-definitie, die volgens critici antisemitisme en kritiek op Israël met elkaar vermengt. Moet Nederland van de IHRA-definitie afstappen, wat BIJ1 en Denk nu ook bepleiten?

Oudshoorn: ‘Voor mij zit het hem niet in een definitie. Antisemitisme en andere vormen van discriminatie op grond van ras moeten gewoon effectief worden bestreden. De Nederlandse wet biedt geen belemmering om dat aan te pakken. Dus dat moet gewoon gebeuren. Punt. Amnesty volgt het internationaal recht. In artikel 20 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten staat: Het propageren van, op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld, wordt bij de wet verboden. En dat is waar het ons om gaat. Niet om de definitie.

‘En wat betreft kritiek moet je onderscheid maken. Kritiek op een staat valt onder het recht van meningsuiting. Antisemitisme is heel wat anders. Je kunt heel goed kritiek hebben op de staat Israël en niet antisemitisch zijn. Wij zijn ook kritisch op de staat Israël, en soms ook kritisch als het gaat om de Palestijnse zaak. Waar het om gaat, is dat wij geen partij kiezen. Het gaat om de mensenrechten.’

Ward: ‘We nemen geen positie in over de definitie. We erkennen dat antisemitisme een grootschalig probleem is in Europa. Er zijn ook mensen die de Palestijnse zaak misbruiken en als rechtvaardiging zien voor antisemitische haat. Die mensen zijn niet noodzakelijkerwijs geïnteresseerd in het conflict tussen Israël en Palestina, maar gebruiken Palestina als excuus om antisemitisch te zijn. Tegelijkertijd is het waar dat vele beschuldigingen van antisemitisme worden gebruikt om kritiek op Israël en het opkomen voor de mensenrechten van de Palestijnen te delegitimeren, of mensen aan te vallen die vragen stellen bij de identiteit van Israël als een Joodse staat. Er is zeer zeker een verwevenheid tussen die zaken. We moeten daarom duidelijk en krachtig zijn in onze veroordelingen van antisemitisme, evenals duidelijk en krachtig stellen dat mensen het recht hebben om kritiek uit te oefenen op de Israëlische regering en op te komen voor Palestijnse rechten, zonder beschuldigd te worden van antisemitisme.’

Nee Freek, ik ga niet weg uit Nederland. En nu?

0

De Meilandjes-rel was nog onschuldig vergeleken met hoe commissievoorzitter Ockje Tellegen (VVD) tekeerging tegen collega Sylvana Simons die een ordevoorstel deed. Buiten het oog van de camera deed zich iets voor waardoor de situatie voor de BIJ1-politica onveilig werd. In plaats van in te gaan op dit ordevoorstel, de vergadering te schorsen en zich te vergewissen van wat er aan de hand was en orde op zaken te stellen, ging Tellegen als een razende los. Ze gaf daarmee kennelijk uiting aan opgebouwde frustratie. Was Simons als zwarte vrouw niet nederig, dankbaar, kneedbaar en ondergeschikt genoeg voor Tellegen?

De beelden maakten in één klap duidelijk wat talloze zwarte vrouwen meemaken wanneer zij zich begeven in witte ruimtes waar hun aanwezigheid niet vanzelfsprekend is. Ze nemen deel aan de uitoefening van macht, iets wat tot niet zo lang geleden een koloniaal-witte aangelegenheid was. Zwarte vrouwen die aan tafel meepraten over het landsbestuur? Het doet racistische denkbeelden wankelen. En wanneer dit gebeurt, kan dat bewust of onbewust tot onzekerheid en zelfs tot woede leiden. ‘Goeiemorgen, zeg!’, zoals Tellegen uitriep.

Eergisteren werden we wederom getrakteerd op schaamteloos racisme in de Kamer. We zagen hoe Forum voor Democratie-parlementariër Freek Jansen pleitte om vier miljoen biculturele Nederlanders te laten vertrekken. Vanwege hun afkomst, omdat ‘wij een minderheid dreigen te worden in ons eigen land’. Met ‘wij’ bedoelde de 29-jarige Jansen witte Nederlanders, ‘die hier altijd al zijn geweest’.

Dit soort racisme werd normaliter geuit achter gesloten deuren, tijdens verjaardagen door die ene boze oom. Die oom draagt nu een maatpak en staat in de Tweede Kamer om mensen te vertegenwoordigen, wetten te maken en het kabinet te controleren.

We verwarren racisme al jaren met ‘vrijheid van meningsuiting’

Racisme is normaal geworden. Racisme heeft een podium gekregen. Racisme heeft politieke macht. Dat komt omdat we racisme al jaren verwarren met ‘vrijheid van meningsuiting’ en met de ‘begrijpelijke’ frustratie van de ‘hardwerkende Nederlander’.

Als hij schold op het Syrische vluchtelingengezin dat naast hem kwam wonen en als hij klaagde over de aanmaningen van de Belastingdienst en de gaten in zijn bankstel en het Syrische gezin hiervan de schuld gaf, dan waren wij bang om hem te corrigeren. We durfden hem niet te vertellen dat dit niet de schuld was van zijn Syrische buren.

We vertelden hem niet dat dit Syrische gezin zich in de schulden moest werken om hun nieuwe woning in te kunnen richten. Dat die lening uiteindelijk ook terugbetaald moest worden aan de gemeente. We vertelden ook niet dat de buren wel móesten lenen, omdat ze zeven jaar in een azc woonden en moesten wachten op een besluit of zij hier wel mochten blijven en in die tijd de Nederlandse taal niet mochten leren en ook niet mochten werken.

Wanneer xenofobe, islamofobe en racistische politici, die de stem van ‘de hardwerkende Nederlander’ vertolkten, te gast waren in televisieprogramma’s, dan werden hun abjecte ideeën niet getoetst langs kritische vragen. Nee, uit angst dat hun kiezers boos werden en zouden wegzappen, werd alles uit de kast gehaald om hen zo normaal en menselijk mogelijk neer te zetten. Er werd gezellig op los gekeuveld over koetjes en kalfjes en hun huisdieren, zoals de poes van Wilders door Eva Jinek.

Voor iedereen die hiervan walgt, hierover verbaasd is en zich afvraagt hoe dit nu zo ver gekomen is, heb ik maar een antwoord: we hebben racisme onvoldoende een halt durven toe te roepen. De geest is uit de fles en moet er weer in terug. Door vanaf nu keihard de norm te stellen. De norm is dat we in Nederland niet discrimineren en racisme abnormaal is. Racisme is geen mening en heeft met vrijheid al helemaal niets te maken. Het is ook nog eens verboden.

Volgens FvD’er Jansen hoor ik niet in Nederland thuis. Maar ik ga niet weg. Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt. Al was ik het wel van plan, dan ben ik nu van gedachte veranderd.

Ik ben benieuwd wat er dan moet gebeuren, Freek. Moeten ik en andere biculturele Nederlanders nu uit onze huizen worden gehaald en weggevoerd?

Radiozender voor Afghaanse vrouwen mag blijven na schrappen popmuziek

0

De Taliban laten nog steeds een radiostation toe voor Afghaanse vrouwen, bericht de Arabische nieuwszender al Jazeera. Het moest daar wel een offer voor doen.

Voorlopig opereert Radio Begum met toestemming van de Taliban, die sinds augustus dit jaar weer heersen over Afghanistan en de toegang van meisjes tot het onderwijs hebben beperkt.

‘We geven niet op’, zegt Hamida Aman, oprichter van Radio Begum, tegen al Jazeera. ‘We moeten laten zien dat we niet bang hoeven te zijn.’

Radio Begum is opgericht op 8 maart dit jaar, op Internationale Vrouwendag – vijf maanden voordat de Taliban Kabul veroverden. De zender is in Kabul en de omliggende gebieden te beluisteren. De uitzendingen zijn ook op live op Facebook te bekijken.

De naam Begum verwijst naar een getrouwde moslimvrouw. ‘Dit station is een vat voor vrouwenstemmen, hun pijn, hun frustraties’, zegt Aman.

Radio Begum mag blijven uitzenden onder het Talibanbewind, maar moest popmuziek vervangen door traditionele islamitische muziek.

Ook kampt het radiostation met financiële problemen, omdat er geen advertentie-inkomsten meer zijn. Als er binnen drie maanden geen geld wordt ontvangen, zullen de stemmen van deze vrouwen uit de ether van Afghanistan verdwijnen, zegt een van de medewerksters van de omroep tegen al Jazeera.