9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 537

Genocide-hoogleraar Ugur Ümit Üngör: ‘Ik durf nog wel naar Turkije te gaan’

0

De vorig jaar tot hoogleraar benoemde Ugur Ümit Üngör (Holocaust- en Genocidestudies, Universiteit van Amsterdam) houdt morgen dan eindelijk zijn oratie. De Turks-Nederlandse Üngör (1980) geldt als dé genocidedeskundige van Nederland en publiceerde onder meer over de Armeense Genocide, de Syrische burgeroorlog en genocides in vergelijkend perspectief. We spraken met hem over het fenomeen genocide en zijn werk als wetenschapper, dat hem niet door iedereen in dank wordt afgenomen. ‘Er werd mij verteld dat ik goed over mijn schouder moest kijken als ik over straat loop.’

Uw oratie draagt de titel Organized destruction: The logic of mass violence in genocide. Waar zal deze over gaan?

‘Over drie dingen. Ten eerste over het concept genocide, ten tweede over het daderschap en als laatste kijken we naar het recente massale geweld in het Midden-Oosten. Mijn oratie wordt donderdag om 16:30 uur live uitgezonden en de livestream kun je thuis op je computer bekijken.’

Genocide is misschien wel het zwaarste onderwerp om te onderzoeken. Waar komt uw interesse voor het fenomeen vandaan?

‘Twee momenten waren heel belangrijk. Het eerste moment was in Groningen, waar ik Sociologie en Geschiedenis studeerde. Tijdens een college over de Eerste Wereldoorlog sprak de docent kort over de Armeense Genocide. Hij wees mij toen op het boek Civilisering en decivilisering van wetenschapper Ton Zwaan over de Armeense Genocide in het Ottomaanse Rijk. Dat boek heb ik toen in één adem uitgelezen. Ik was in shock: dit is allemaal echt gebeurd. De tweede wending vond plaats in Amsterdam, waar ik aan de UvA een masteropleiding Genocidestudies deed. Ik kwam in een onderzoeksgroep terecht die onderzoek deed naar oorlog en geweld en schreef een proefschrift over de Armeense Genocide en de Assyrische Genocide op provinciaal niveau. Door zo’n proefschrift over zo’n onderwerp heb je je academische carrière een bepaalde richting gegeven en word je uiteindelijk hoogleraar Genocidestudies.’

U schreef enkele jaren terug het boek Genocide: New perspectives on its causes, courses and consequences. Welke wetmatigheden rond genocides heeft u ontdekt?

‘Wil je het lange antwoord? Dan moet je bij ons de masteropleiding Genocidestudies doen. Maar ik zal de korte versie geven. Genocide is de vervlechting van extreme macht en extreme ideologie. Als ze bij elkaar komen, ontstaat er een gevaarlijke mix. De president van de Verenigde Staten heeft extreme macht, maar laat zich niet leiden door een extreme ideologie. Dus er is geen genocidegevaar. Andersom gaat er ook geen genocidegevaar uit van een zolderkamerextremist die geen macht heeft. Pas als mensen met een extreme ideologie de macht grijpen in een land – denk aan de bolsjewieken in Rusland in 1917, de nazi’s in Duitsland in 1933 of de Rode Khmer in Cambodja in 1975 – kan er een beleid komen dat tot genocide leidt.

‘Genocide is de vervlechting van extreme macht en extreme ideologie’

‘Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar hoe genocides precies verlopen. Maar ook hier zie je wetmatigheden. Vaak is het zo dat de overheid een bepaalde groep met de taak opzadelt om de genocide uit te voeren. Denk aan de SS in nazi-Duitsland, of de Teskilat-i Mahsusa – Speciale Organisatie – in het Ottomaanse Rijk. Deze groep krijgt na verloop van tijd zoveel macht, dat ze ook invloed krijgt op de economie. De SS bijvoorbeeld kreeg invloed op de economie in het bezette Oekraïne.

‘Daarnaast moeten deze groepen zich committeren aan het extreme geweld. Ze kunnen niet zomaar stoppen. Ze hebben de schepen achter zich verbrand. Een andere wetmatigheid is dat er mensen zijn die beseffen dat ze carrière kunnen maken als ze een bijdrage kunnen leveren aan het geweld. Ze haten de slachtoffers niet, maar willen een wit voetje halen bij de overheid, klimmen in de hiërarchie. Vaak wordt Adolf Eichmann gezien als zo’n opportunistische bureaucraat, vanwege het boek van Hannah Arendt over zijn proces in Jeruzalem en de banaliteit van het kwaad. Eichmann echter was juist wel ideologisch gemotiveerd en haatte Joden.’

Welke aspecten van genocide zouden volgens u meer moeten worden onderzocht?

‘De vraag waar de genocide plaatsvindt: op straat in alle openheid, of in het verborgene. De Nederlandse en Duitse Joden werden niet in Nederland en Duitsland vermoord, maar in vernietigingskampen in Polen. De genocide vond niet plaats onder het toeziend oog van de samenleving. Dat gebeurde ook niet in de Sovjet-Unie. Stalin had zijn tegenstanders kunnen laten executeren op het Rode Plein in Moskou, maar vermoordde ze in gevangenissen of deporteerde ze naar Siberië. Dat is opvallend. Tegelijkertijd hebben de Cambodjaanse en Rwandese genocides zich wel op straat afgespeeld. Een in het oog springend verschil.’

U deed veel onderzoek naar de Armeense Genocide, die door Turkije tot op de dag van vandaag wordt ontkend. Hoe dacht u voordat u ging studeren over dit gevoelige onderwerp?

‘Aanvankelijk was ik er niet echt bewust mee bezig. Ik kom niet uit een nationalistische familie die naar Den Haag ging om tegen de Nederlandse erkenning van de Armeense Genocide te demonstreren. Het was bij ons meer gebrek aan kennis, desinteresse, onverschilligheid. Tegelijkertijd voelden we wel aan dat er iets vreselijks was gebeurd. Ook bekeken we het narratief van de overheid met een zekere achterdocht. Een oudoom in Turkije vertelde bijvoorbeeld dat een kennis een weiland had gekocht vlak achter ‘de Armeense kerk’ in het dorp. Er stond allang geen Armeense kerk meer, maar oudere Turken beseften dat de Armeniërs er niet meer waren. De reden van de Armeense afwezigheid werd echter niet benoemd.’

U onderzocht ook de Sayfo, de genocide op Assyrische christenen door het Ottomaanse Rijk die tegelijk met de Armeense Genocide plaatsvond. Wat waren de verschillen met de Armeense Genocide?

‘In Enschede, waar ik ben opgegroeid, woont een grote Assyrische gemeenschap. Ik had soms contact met hen en hoorde ook over de Sayfo. Ik wilde hier meer over weten. Tijdens mijn masterstudie heb ik de genocide in de provincie Diyarbakir onderzocht, waar Armeniërs en Assyriërs woonden. Beide groepen christenen werden massaal vermoord. De Armeniërs op bevel van Istanbul, de Assyriërs omdat de gouverneur van Diyarbakir een hekel had aan alle christenen. Lokale factoren speelden bij de Sayfo een doorslaggevende rol. In sommige andere provincies werden Assyriërs niet vermoord, omdat de gouverneur daar dan vond dat dit niet hoefde. Tegen Assyrische christenen was ook veel minder haat. Armeniërs waren vaak welvarend en hadden zich politiek georganiseerd, Assyriërs daarentegen waren vaak arme ongeletterde boeren – een groot verschil. In de regio Tur Abdin was de Sayfo wél heftig, omdat de Assyriërs daar een grote minderheid vormden. De Jong-Turken (de Turkse officieren die in 1908 macht grepen en onder wier bewind de Armeense Genocide en de Sayfo plaatsvonden, red.) waren bang dat ze een claim zouden leggen op dit gebied en een eigen staat zouden stichten met steun van het Westen.’

Denkt u dat Turkije de Armeense Genocide ooit zal erkennen?

‘Voorlopig niet. In Turkije is het ontkennen van de Armeense Genocide er bij de mensen met de paplepel ingegoten, al bijna honderd jaar. In Turkije zijn drie groepen aan de macht geweest – de kemalisten, de nationalisten en de islamisten – en niemand wilde serieus afrekenen met de zwarte bladzijden uit het eigen verleden. Er zijn wel mensen die zich verzoenlijker tegenover de Armeniërs hebben opgesteld, voormalig minister van Buitenlandse Zaken Ali Babacan en oud-president Abdullah Gül, maar ook zij durfden zich niet te verontschuldigen. Misschien dat de nieuwe generaties er straks anders over denken, ooit.’

‘In Turkije is het ontkennen van de Armeense Genocide er met de paplepel ingegoten’

Wordt u, omdat u de Armeense Genocide erkent, door Turkse nationalisten en de Turkse staat gehinderd in uw werk?

‘In het algemeen moet elke onderzoeker die zich bezighoudt met genocide rekening houden met groepen die je onderzoek niet zo op prijs stellen. Doe je bijvoorbeeld onderzoek naar Srebrenica, dan krijg je boze nationalistische Serviërs. De afgelopen vijftien jaar kreeg ik veel haatmail van nationalistische Turken, maar ook veel fanmail van Armeniërs en Assyriërs. Die eerste groep negeer ik maar.

‘Eén keer ben ik serieus bedreigd. Iemand belde mij op mijn werktelefoon. In niet mis te verstane bewoordingen werd mij verteld dat ik goed over mijn schouder moest kijken als ik over straat loop. Dit incident heb ik uiteraard bij de universiteit gemeld, maar we hebben uiteindelijk geen aangifte gedaan. De bedreigingen waren toch te vaag geformuleerd. Ze waren niet strafbaar. Critici weten hoe ver ze kunnen gaan.

‘Eigenlijk ben ik wel blij dat slechts 75 mensen fysiek aanwezig kunnen zijn tijdens mijn oratie in plaats van driehonderd, wat normaal is in niet-coronatijden. Ik kan nu een beetje bepalen wie er wordt uitgenodigd en we hoeven nu niet bang te zijn dat iemand de orde verstoort.’

Durft u nog wel naar Turkije te gaan?

‘Ja, dat durf ik nog wel. In 2008 ging ik gewoon naar Turkije, ondanks het feit dat eerder dat jaar Hrant Dink (de beroemde Turkse journalist van Armeense komaf, red.) was vermoord. Maar je moet goed opletten met wie je praat en waarover. Dit geldt trouwens ook voor gesprekken met Turken in de diaspora. Je moet op je woorden letten.’

‘Wie heeft het tegenwoordig nog over de vernietiging der Armeniërs?’, zei Hitler in 1939 aan de vooravond van de invasie van Polen. Hoe heeft de Armeense Genocide de Holocaust beïnvloed?

‘Er zijn onderzoekers geweest die het bewijs dat de Armeense Genocide een blauwdruk zou zijn voor de Holocaust er met de haren probeerden bij te slepen. Maar kort door de bocht kan deze bewijsvoering niet. Duitse functionarissen die getuigen waren van de Armeense Genocide trokken geen parallellen met de Jodenvervolging. Wel inspireerde Mustafa Kemal Atatürk de nazi’s omdat hij met zijn oorlog tegen Griekenland het Verdrag van Sèvres (dat de in de Eerste Wereldoorlog verslagen Ottomanen in 1920 het gezag over grote delen land afhandig maakte, red.) teniet wist te doen. De nazi’s wilden het Verdrag van Versailles (1919, red.) ongedaan maken. Wat de nazi’s inspireerde was dus niet de Armeense Genocide maar Atatürks revisionisme.’

Tussen de Armeense Genocide en de genocide op de Jezidi’s zijn opvallende parallellen te trekken, zoals vrouwen die gedwongen worden tot seksslavernij.

‘De seksslavernij is inderdaad een griezelige echo van 1915. Wat veel mensen niet weten is dat de Jezidi’s ook slachtoffer waren van het genocidale Ottomaanse beleid tijdens de Armeense Genocide. De Armeniërs vormden het belangrijkste doelwit, maar er waren ook andere groepen die werden vermoord: de Assyriërs, de Pontische Grieken en de Jezidi’s. Zoals tijdens de Holocaust, waarbij de Joden de hoofdgroep waren waartegen het genocidale geweld van de nazi’s zich keerde, maar er  ook veel Roma en Sinti werden vermoord. In Armenië heb je Jezidi-dorpen die zijn gesticht door Jezidi’s die tijdens de Armeense Genocide samen met de Armeniërs naar het Russische Rijk waren gevlucht.

‘De recente gebeurtenissen in Irak, waar de genocide op de Jezidi’s voornamelijk plaatsvond, lijken een herhaling van de geschiedenis te zijn. Je moest onder Saddam Hoessein Arabisch zijn en soennitisch – sjiieten en niet-moslims waren tweederangs burgers. De Iraakse geheime dienst wilde Jezidi’s arabiseren, hun identiteit afpakken. Na de val van Saddam sloten veel Iraakse officieren zich aan bij IS, dat de genocide tegen de Jezidi’s heeft uitgevoerd. Zij wisten ook dat Jezidi’s als kwetsbare minderheid vogelvrij waren. In het Midden-Oosten maar ook elders is er het bewustzijn dat je bepaalde groepen straffeloos kunt pakken, omdat ze toch niets terug kunnen doen en de autoriteiten op jouw hand zijn. Ahmadiyya en christenen in Pakistan zijn ook een goed voorbeeld van vogelvrije gemeenschappen.’

Dit klinkt weinig hoopgevend.

‘Mijn enige advies aan de Jezidi’s is dat ze zich moeten bewapenen, want niemand komt voor ze op. De Peshmerga (de strijdkrachten van Iraaks-Koerdistan, red.) lieten de Jezidi’s stikken. Als de YPG (een andere Koerdische militie, red.) er niet was geweest, die een brigade heeft gestuurd naar Sinjar om de belaagde Jezidi’s te ontzetten, dan was deze kleine minderheid bijna volledig uitgeroeid door IS.’

Heeft IS ook geprobeerd om genocide te plegen op Assyriërs en sjiieten?

‘Ja. Assyrische christenen werden voor een helse keuze gesteld: ze moesten zich bekeren tot de islam, een speciale belasting betalen of vertrekken – anders zouden ze worden gedood. Sjiieten kregen deze keuze niet. Zij werden vaak meteen gedood. IS haat sjiieten meer dan christenen of Jezidi’s. IS blies systematisch sjiitische moskeeën op. IS sprak over het ‘zuiveren van de aarde van sjiieten’. De intenties waren heel erg genocidaal. Als IS het zuiden van Irak had veroverd, dan had de organisatie heel veel sjiieten kunnen uitroeien. Het terrorisme van IS heeft ook een genocidale kant. Het zaaien van angst was niet het voornaamste doel van aanslagen, maar het vermoorden van zo veel mogelijk mensen.’

De genocide op de Jezidi’s door IS heeft enige aandacht gekregen in de media. Maar er is meer aandacht voor IS-vrouwen zoals Laura H. Hoe komt dat?

‘In Nederland is er een fascinatie voor mensen zoals Laura H. Hoe kan een doodgewoon meisje uit Zoetermeer zich aansluiten bij IS? Dat vinden veel mensen interessant. Dit komt mede door wit privilege, denk ik. Mensen kunnen zich makkelijker met haar identificeren. En ook krijgt ze omdat zij wit en vrouw is een andere behandeling dan IS-gangers met twee paspoorten.’

‘Laura H. krijgt omdat zij wit en vrouw is een andere behandeling dan IS-gangers met twee paspoorten’

Wat vinden Jezidi’s in Nederland hiervan? 

‘Ik zit in het bestuur van het Yezidi Legal Network, dat gerechtigheid voor de Jezidi’s wil. Hierdoor heb ik veel contact met Jezidi’s in Nederland. Ik proef veel frustratie. ‘Ik heb genocide overleefd, en nu moet ik entreegeld betalen voor een toneelstuk waarin Laura H. vertelt hoe zielig ze is’, hoorde ik iemand zeggen. Ik snap dat wel.’

Welke genocides zouden wat u betreft meer aandacht moeten krijgen?

‘De misdaden van Stalin krijgen in Nederland te weinig aandacht. Die waren ook genocidaal. Denk aan de Holodomor, de door Stalin mede mogelijk gemaakte hongersnood die in de jaren dertig van de vorige eeuw aan miljoenen Oekraïners het leven heeft gekost, maar ook aan de deportatie van Tataren, Tsjetsjeniërs en andere groepen naar het barre oosten. In Oost-Europa heeft men meer besef van de genocidale misdaden van Stalin. Het naziregime en het communistische regime lijken heel erg op elkaar. In Nederland vinden we de nazimisdaden erger, gezien onze eigen ervaringen met de nazi’s en het idee dat de Holocaust een unieke gebeurtenis was, maar Stalin maakte wel meer slachtoffers. Deze slachtoffers verdienen meer aandacht. Bloedlanden van historicus Timothy Snyder is om die reden een goed boek, omdat hij de misdaden van Stalin aan het grote publiek uitlegt.’

Heeft u ook voorbeelden van recentere genocides die meer aandacht verdienen?

‘De genocide op de Rohingya-moslims in Myanmar. Daar was enkele jaren geleden, in het heetst van de strijd, veel aandacht voor. Maar nu is die aandacht er niet meer. Terwijl overlevenden van de genocide, die nu in vluchtelingenkampen zitten in Bangladesh, zwaar getraumatiseerd zijn en hun verhaal willen doen. Onze blik is te presentistisch: we kijken te veel naar het hier en nu, de genocide van de dag. Voor de diepere impact van genocide hebben we te weinig aandacht, helaas.’

Over de ‘genocide van de dag’ gesproken: China wordt ervan beschuldigd genocide te plegen op de Oeigoeren. Hoe duidt u wat er nu met de Oeigoeren gebeurt?

‘Elke genocide is uniek. China is niet bezig met executeren van honderdduizenden Oeigoeren in greppels of gaskamers. Sommige mensen zeggen daarom ook dat er niet genoeg dodelijk geweld plaatsvindt tegen de Oeigoeren om dit genocide te noemen. Daar ben ik het mee oneens, en wel om twee redenen. Ten eerste omvatte de oorspronkelijke definitie van Raphael Lemkin, die in 1944 het begrip genocide heeft gemunt, ook culturele genocide. Dus ook gedwongen assimilatie, sterilisatie. Aan deze vorm van genocide hebben Amerikanen zich in de negentiende eeuw ook schuldig gemaakt. ‘Kill the Indian, save the man’, was een berucht motto in die dagen. Je moet je dus niet blindstaren op bloedbaden.

‘Genocides worden genoemd naar de slachtoffergroep, maar je zou ze ook kunnen noemen naar de dadergroep. Dan spreken we bijvoorbeeld over de Jong-Turkse genocide, de Birmese genocide en de Chinese communistische genocide. Door te kijken naar de dadergroep komen de verschillende technieken van vervolging aan bod, ook die technieken die niet gepaard gingen met fysieke vernietiging. Ook krijg je hierdoor oog voor andere slachtoffers van datzelfde regime. In het geval van China zijn dat de Tibetanen, maar ook de minderheden in de provincie Yunan en de Falun Gong. Het communistische regime weet dat de fysieke vernietiging van de Oeigoeren grote gevolgen zal hebben voor de reputatie van China in het buitenland, terwijl de wijze waarop de Oeigoeren behandeld worden nu nog verkocht kan worden als een beschavingsmissie. ‘We willen ze niet uitroeien, maar alleen hun religie.’ Dat lijkt een beetje op wat Geert Wilders zegt over de islam: ‘Ik ben niet tegen moslims, maar tegen de islam.’’

In Nederland wordt de Armeense Genocide door veel witte Nederlanders erkend. Maar als het gaat om het eigen genocidale verleden is men veel terughoudender in de erkenning van wat Jan Pieterszoon Coen bijvoorbeeld heeft gedaan op de Banda-eilanden. Hij wordt zelfs vereerd middels standbeelden. Zijn we dan net zo ontkennend als Turken? 

‘Dat komt omdat Nederlanders hier in wezen niet anders mee omgaan dan andere bevolkingsgroepen. Ze hebben een positief zelfbeeld, dat gebaseerd is op een selectief historisch bewustzijn. De Tweede Wereldoorlog is het morele ankerpunt van Nederland en krijgt veel aandacht. Het koloniale verleden en slavernijverleden hebben lange tijd die aandacht niet gekregen. Er is ook actief verzet tegen het onder ogen zien van de koloniale misdaden. Denk aan Indiëveteranen en een deel van de Molukse gemeenschap bijvoorbeeld, die van mening zijn dat Nederland iets groots in Indonesië heeft verricht. Het erkennen van de zwarte bladzijden die Nederland in Indonesië heeft geschreven zal hoe dan ook een pijnlijk proces zijn. Volgend jaar februari komt het lang verwachte onderzoek naar het Nederlandse koloniale bewind en de koloniale misdaden – eigenlijk een pleonasme – in Indonesië uit. Die studies beantwoorden belangrijke vragen en kan ook de vraag benaderen in hoeverre Nederland zich aan genocide heeft schuldig gemaakt.’

‘Het erkennen van de zwarte bladzijden die Nederland in Indonesië heeft geschreven zal hoe dan ook een pijnlijk proces zijn’

Hebben de Duitsers een beter beeld van hun eigen verleden?

‘Dat zou je misschien denken, maar dat is niet helemaal juist. Ten aanzien van de Holocaust is Duitsland natuurlijk heel schuldbewust, maar (nog) niet ten aanzien van de genocide van 1904-1908 op de Herero en Nama in Duits Zuidwest-Afrika, het huidige Namibië. Dit was de eerste genocide van de twintigste eeuw. De assistentie die Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het Ottomaanse Rijk bood bij het plegen van de Armeense Genocide is evenzo nagenoeg onbekend. Dus ook Duitsland moet zijn eigen verleden kritischer onder ogen zien.’

Verschillende krantenberichten en documentaires zeggen dat de Dutchbatters in Srebrenica minder solidair waren met de Bosniërs waren omdat het hier om moslims ging. Klopt dit? Zou een bataljon van NAVO-lidstaat Turkije anders hebben opgetreden dan de Dutchbatters?

‘Het tweede zullen we nooit weten natuurlijk. Maar het is belangrijk om goed na te denken over vredesmissies. Wie sturen we op vredesmissie? Jongens van achttien uit Dronten die de context van de Balkan helemaal niet kennen, of toch liever militairen met meer kennis en ervaring? De Nederlanders hebben de Serviërs onderschat. Slobodan Milosovic was in de zomer van 1995, op het moment dat de genocide in Srebrenica plaatsvond, al vier jaar bezig met zijn genocidale project in voormalig Joegoslavië.

‘In Afrika hebben de Verenigde Naties het anders aangepakt. Daar vocht een Afrikaans regiment in Congo tegen militairen die hele dorpen afslachtten. Niet alleen beschermden de Afrikaanse troepen het dorp tegen de aanvallers, maar ook werden de aanvallers op hun beurt achtervolgd door deze VN-militairen. Deze VN-militairen waren wel bekend met de politiek-maatschappelijke context waarin ze opereerden. En daarom handelden ze heel anders.’

In een eerder interview zei u dat de klimaatverandering ook genocidale gevolgen heeft. Hoe zit dit verband precies en hoe zit het met de verantwoordelijkheidsvraag?

‘Ten eerste is klimaat een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Ten tweede leidt klimaatverandering tot ontheemding. Er komen straks mogelijk tientallen miljoenen klimaatvluchtelingen aan. Dat is een groot probleem. We moeten beseffen dat klimaatverandering een enorme belangrijke uitdaging is voor ons als mensheid. Klimaatverandering leidt tot schaarste, groepen die concurreren met elkaar om toegang te krijgen tot iets simpels als drinkwater. Schaarste leidt tot meer conflicten, die weer kunnen leiden tot geweld. Schaarste kan ook leiden tot een indirecte genocide, door een bepaalde groep geen of amper toegang tot drinkwater te geven bijvoorbeeld. We staan voor enorme uitdagingen.’

‘Als we het vetorecht afschaffen, kan de VN vaker voorkomen dat ergens genocide plaatsvindt’

Hoe kunnen wij als mensheid genocides in de toekomst voorkomen?

‘Natuurlijk kan ik een verhaal houden over tolerantie en tegen racisme en discriminatie, maar we kunnen de harten van mensen niet veranderen. We kunnen niet zomaar racisme uitbannen. Wat we wel kunnen doen, is de VN hervormen. We hebben een Veiligheidsraad, maar die functioneert niet goed vanwege het vetorecht van de vijf permanente leden van deze raad. Dankzij het veto van Rusland kon de VN niet ingrijpen in Syrië, zodat Assad door kon blijven gaan met moorden. Als we het vetorecht afschaffen, kan de VN sneller ingrijpen bij internationale crises en vaker voorkomen dat ergens genocide plaatsvindt.’

Open brief aan Piet Emmer: stop met die quasiwetenschappelijke prietpraat

0

Geachte professor Emmer,

Voor mijn studie naar de familiegeschiedenis van een slaafgemaakte Afrikaan in Suriname bestudeerde ik onlangs uw boek De Nederlandse slavenhandel, 1500-1850 (2000). Een standaardwerk dat een helder overzicht biedt in de materie en ook nog eens leest als een trein.

Nu heeft u recentelijk twee producten geleverd waarover ik mij zeer heb verbaasd. In juni verscheen het boekje De Geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop en vorige week stelde u in een tv-optreden dat slaafgemaakten brandmerken niet zo erg vonden. Op dat laatste kom ik zo terug.

Uw nieuwe uit 150 bladzijden bestaand boekwerk wil, ondanks de beknoptheid, erg veel. Ik kocht het omdat ik de chronologie van de slavernij overzichtelijk bij de hand zou hebben, zoals de titel impliceert. Maar de achterflap stelt ook dat het boek een ‘analyse wil geven van de slavernij in de Europese koloniën in Noord- en Zuid-Amerika en Zuid-Afrika’. En dat allemaal in een werk dat voor een derde ook nog commentaar geeft op het slavernijdebat.

In interviews zegt u het als uw opdracht te zien om die slavernijgeschiedenis ‘in perspectief te plaatsen’ en ‘daarin de nuance aan te brengen’, dat u zich wilt opstellen tegen ‘activistische’ omgang met die geschiedenis en ook dat u zich afzet tegen ‘politieke correctheid’ daaromtrent. De Nederlandse rol in de slavernij was niet uitzonderlijk, is uw stelling. En daarvoor hoeven geen excuses te worden gemaakt. Eerlijk gezegd vraag ik me af of een historicus zich niet gewoon bij zijn leest moet houden: feiten verzamelen en deze met alle checks and balances van bronnenmateriaal en literatuur weergeven.

U bent op missie gegaan.

Laten we inhoudelijk naar het recente boekje kijken. Wat allereerst opvalt, is dat u geen notenapparaat gebruikt. Wel per hoofdstuk een zeer summiere literatuuropgave (in het handboek was deze uitgebreid), waarin u onder meer naar eigen werk verwijst. Daarbij bezigt u onwetenschappelijke vaagheden als ‘vaak’, ‘meestal’, ‘veel’ en ‘weinig’, zonder onderbouwing.

In het laatste deel van het boek wast u het Rijksmuseum, historicus Karwan Fatah-Black, de NOS, het Mauritshuis en het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) de oren. U concludeert dat zij allemaal Nederland een schuldgevoel aan willen praten over de slavernij, beschuldigt hen van manipulatie en die verdraaide hedendaagse politieke correctheid. Waarom zien ze potverdikkie niet dat slavernij normaal was in de wereld, dat Nederland zeker niet de grootste speler was en dat er veel minder aan verdiend werd dan mensen aannemen?

Maar u kent ook de literatuur waaruit blijkt dat waarnemers en historici door de slaveneeuwen heen de Hollandse houdgreep op slaafgemaakten als zeer gewelddadig betiteleden. Auteurs als Stedman, Teenstra, Wolbers, Kals beschreven in de achttiende en negentiende eeuw de folteringen, het gebrekkige voedsel en de uitbuiting en oversterfte. Een gedegen en genuanceerd, in perspectief plaatsend en niet politiek correct historicus als Rudolf van Lier, die de geschiedenis van de slavernij in Samenleving in een grensgebied (1949) onderbouwt met cijfers, getuigenissen en gouvernementsdocumenten, schrijft dat de behandeling van Surinaamse slaafgemaakten twee eeuwen lang ‘mensonterend was’ (p. 101) – en extreem, in vergelijking met andere landen (p. 97 en verder).

Opvallend is dat u niet naar hun werk verwijst, wat uw boek eenzijdig maakt. Terwijl u juist uw hedendaagse tegenstanders afschildert als verkokerd en partijdig. Uw tegenstanders die zich baseren op historische bronnen, zoals geschiedkundigen dat behoren te doen.

U doet precies wat u uw tegenstanders verwijt

Uw laatste boekje is activistisch en een pamflet, iets dat niets met wetenschap te maken heeft, ook al pretendeert u dat uw meningen feiten zijn. U doet precies wat u uw tegenstanders verwijt: een gedateerde mening proberen te onderbouwen op basis van quasiwetenschappelijke objectiviteit.

Uw standpunt is ook niet nieuw. Het is lang gangbaar geweest. Het is door de eeuwen heen naar voren gebracht door historici, politici, planters en hun nazaten, die geen kritiek duldden op Hollands nationalisme. En u vindt daarom dat (nationale) excuses onverteerbaar zijn. Helaas voor u zijn er nieuwe historici gekomen met nieuwe inzichten, met nieuwe hulpmiddelen als de slavenregisters die zulke conservatieve historici in hebben gehaald.

Staat u mij tot slot nog even toe kort in te gaan op het tweede product: uw uitspraak dat slaafgemaakten brandmerken best oké vonden. Dan hoorden ze bij een groep en kregen ze bescherming, zei u in uw recente optreden in het NPO-programma Propaganda, daarbij vagelijk verwijzend naar ‘informatie van een promovendus’. Maar alle historici weten dat er geen representatief onderzoek bestaat naar de gevoelens van slaafgemaakten voor, tijdens en na het brandmerken. Uw uitlating is onwetenschappelijke prietpraat en hooguit een droevige mening met politieke doelen – een hoogleraar onwaardig.

Het is jammer dat u twintig jaar na het verschijnen van uw handboek de wetenschap pretendeert te bedrijven met een kruistocht, op een zeepkist.

Met vriendelijke groet,

Een collega-historicus

Frankrijk sluit islamitische uitgeverij vanwege ‘legitimeren jihad’

0

Frankrijk is begonnen de islamitische uitgeverij Nawa Editions te sluiten. Volgens minister Gerald Darmarin (Binnenlandse Zaken) is het beleid van de uitgever ‘anti-universalistisch’ en ‘in directe strijd met westerse waarden’. Ook zou de uitgever verschillende werken verspreiden die de gewelddadige jihad legitimeren.

Een van die werken is een biografie van de zevende-eeuwse islamitische generaal Khalid ibn al-Walid, die Irak en Syrië veroverde voor de islam en het Byzantijnse Rijk verpletterend versloeg in de Slag bij Yarmouk. Ook verkoopt de uitgeverij boeken van de Egyptische schrijver Sayyid Qutb (1906-1966), de grondlegger van het moderne islamisme.

Nawa Editions hekelt het ‘puur politieke’ besluit van de Franse staat, dat zonder proces islamitische organisaties ontbindt. Eerder werden het Collectief tegen Islamofobie in Frankrijk en de islamitische NGO BarakaCity ontbonden door de Franse staat.

De bankrekeningen van de uitgeverij en die van haar belangrijkste schrijvers zijn door de Franse staat bevroren.

Nawa Editions is goed bekend bij de Franse inlichtingendiensten en zou een rol hebben gespeeld in het proces van radicalisering van sommige jongeren, melden Franse media.

‘Turkije zette België en Universiteit Gent onder druk om Erdogantribunaal’

0

Turkse diplomaten hebben België en de Universiteit Gent onder druk gezet vanwege het organiseren van het zogeheten ‘Turkey Tribunal’. Dat meldt oud-vicepremier en emeritus hoogleraar Johan Vande Lanotte, die deze bijeenkomst mede organiseert. Het Turkey Tribunal is een symbolisch proces tegen Turkije vanwege mensenrechtenschendingen.

Gisteren werd het tribunaal in Genève geopend. Internationale rechters, juristen en academici beoordelen rapporten over mensenrechtenschendingen in Turkije en luisteren naar getuigenisverklaringen van slachtoffers van marteling en uitlevering. Het tribunaal onderzoekt of de Turkse staat zich schuldig maakt aan systematische marteling van tegenstanders van het regime, illegale ontvoeringen in binnen- en buitenland van politieke tegenstanders en misdaden tegen de menselijkheid. Vrijdag maken de rechters hun oordeel wereldkundig.

Drijvende kracht achter het symbolische tribunaal tegen de Turkse staat is de Belgische oud-politicus Johan Vande Lanotte, van 1995 tot 2005 vicepremier van België en tegenwoordig minister van Staat. Tijdens de opening van het tribunaal gisteren vertelde Vande Lanotte dat Turkse diplomaten hebben geprobeerd om te voorkomen dat het symbolische proces zou worden gehouden.

‘De Belgische regering werd gecontacteerd door de Turkse vertegenwoordigers in Brussel met het dringende verzoek om mij terug te roepen, aangezien ik minister van Staat ben, wat een eretitel is. Dit werd uiteraard niet geaccepteerd. Hier in Genève zette de Turkse ambassade leveranciers onder druk door te dreigen met economische sancties. Ook de Universiteit Gent – ​​waar ik emeritus hoogleraar ben – kwam onder druk te staan.’

Vande Lanotte vertelde ook dat de website van het Turkey Tribunal werd aangevallen door hackers. ‘Het laat zien hoe Turkije bang is voor de waarheid, want dat is het enige waar het tribunaal om gaat: de waarheid. We spreken ons uit en we vragen rechters van het hoogste kaliber, wiens reputatie buiten twijfel staat, om te analyseren wat wij zeggen, in een proefsetting. Wie daar bang voor is, heeft veel te verbergen.’

Amnesty veroordeelt Taliban om mensenrechtenschendingen

0

Volgens een rapport van Amnesty International draaien de Taliban terug wat de afgelopen twintig jaar is behaald op het vlak van de mensenrechten in Afghanistan.

Het rapport Afghanistan’s fall into the hands of the Taliban, opgesteld door Amnesty, de Internationale Federatie voor Mensenrechten en de Wereldorganisatie Tegen Foltering, beschrijft het repressieve optreden van de Taliban sinds de verovering van hoofdstad Kabul op 15 augustus.

Hoewel de Taliban herhaaldelijk hebben beweerd dat ze mensenrechten zullen beschermen, zijn er veel schendingen geweest, zegt Amnesty. Het gaat onder meer over gerichte moorden op burgers en militairen die zich hebben overgegeven en het tegenhouden van hulptransporten in de Panjshir-vallei. Ook worden vrouwenrechten geschonden wordt de vrijheid van meningsuiting ingeperkt.

Niet alle mensenrechtenschendingen zijn gedocumenteerd, aldus Amnesty, omdat in Afghanistan een klimaat van angst heerst, er slechte mobiele verbindingen zijn in veel gebieden en de Taliban opzettelijk het internet storen. De mensenrechtenraad van de Verenigde Naties moet volgens Amnesty een onafhankelijk mechanisme dat mensenrechtenschendingen in Afghanistan bijhoudt.

Urker jongeren betuigen spijt na gesprek met Holocaust-overlevende

0

Dit weekend ging Holocaust-overlevende Lous Steenhuis-Hoepelman in gesprek met jongeren uit Urk die zich als nazi’s hadden verkleed. Na afloop van het gesprek betuigden de jongeren spijt, meldt het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).

De jongeren hadden zich een week geleden als nazi’s verkleed als ‘ludiek’ protest tegen de coronamaatregelen. Zoals Joden toen werden vervolgd door de nazi’s, zo worden nu de vaccinatieweigeraars vervolgd door de Nederlandse regering, was de boodschap.

Beelden van jongeren in een nazi-uniform die gewelddadige taferelen naspeelden, waaronder de terechtstelling van iemand met een Jodenster, zorgden voor nationale verontwaardiging. Onder meer de gemeente Urk en het CIDI reageerden afkeurend.

Naar aanleiding van dit incident werd er een gesprek met de jongeren georganiseerd, waarin Holocaust-overlevende Lous Steenhuis-Hoepelman haar verhaal deed. Zij maakte als kind de Holocaust mee en werd via doorgangskamp Westerbork gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen en daarna naar kamp Theresienstadt.

Over enkele maanden komt er een vervolgbijeenkomst, waarbij de jongeren worden rondgeleid door kamp Westerbork.

In Turkije zijn Afghanen ongewenst: ‘We worden afschuwelijk behandeld’

0

Uitbuiting, verwaarlozing en vreemdelingenhaat: in Turkije staat Afghanen veel ellende te wachten – als ze al binnenkomen, want het land zet alles in om ze tegen te houden.

Turkije is vluchtelingen-moe. Het land kan geen ​nieuwe Afghaanse instroom aan, herhaalde de Turkse president Erdogan vorige week nog maar eens tegen de Europese Unie. Naast 3,7 miljoen Syriërs kent Turkije 330.000 andere asielzoekers, vooral Afghanen, en Turkije zet alles op alles om nieuwe migranten te weren. De grens met doorgangsland Iran wordt 24 uur per dag bewaakt door veiligheidstroepen en grenscontroleposten, met behulp van thermische camera’s, nachtzicht en gevoelige sensoren. Zelfs het Turkse leger is naar de grens gestuurd. Ook is Turkije bezig met de bouw van een muur, nu al 180 kilometer lang.

Erdogan staat binnenlands onder grote druk om vluchtelingen tegen te houden en terug te sturen. Uit een recente opiniepeiling blijkt dat nog geen tien procent van de Turken de grenzen wil openen. Vanuit verschillende politieke stromingen, met name door de seculier-nationalistische oppositiepartij CHP, wordt juist geëist dat ze vertrekken, ondanks de onveilige oorlogssituatie in hun land van herkomst. De Turks-Canadese journalist Ergun Babahan zegt dat angst voor ‘islamisering’ een rol speelt.

‘Migranten zijn arm en vormen een nieuwe onderklasse. Ze krijgen meer kinderen dan Turken. En hun beleving van de islam is strikter. De kritiek van de CHP en de seculier-nationalistische partij IYI op vluchtelingen doet mij een beetje denken aan die van de populistische partijen in Europa, Alternative für Deutschland, Rassemblement National en jullie PVV.’

Denk hierbij aan CHP-posters als ‘Grenzen zijn onze kuisheid’ of CHP-burgemeesters die Syrische vluchtelingen het dubbele laten betalen voor kraanwater, vult de Turkse socioloog, activist en schrijver Veli Sacilik aan, tevens vluchtelingenexpert binnen de pro-Koerdische oppositiepartij HDP. Maar volgens Sacilik is vreemdelingenhaat niet enkel het domein van de CHP, maar behoort dit tot het DNA van de Turkse staat.

‘In Turkije worden belangrijke groepen ontmenselijkt op basis van religie, geslacht, etniciteit of klasse en worden ze beroofd van hun basisrechten’, vertelt hij. Neem minderheden als alevieten, Koerden en Armeniërs, die minder rechten hebben dan de soennitisch-islamitische meerderheid. ‘De rest van de samenleving gaat mee in dit denken en handelt hier ook naar, of probeert onverschillig te staan ​​tegenover deze ontmenselijking.’

De regerende AKP van president Erdogan draagt volgens Sacilik de grootste schuld. ‘Ze hebben de samenleving gepolariseerd, racisme is de norm geworden. Dat komt door hun agressieve beleid tegen iedereen die niet met de AKP sympathiseert.’ En de AKP is dan wel minder openlijk xenofoob dan de CHP, zegt Babahan, maar dat komt niet omdat de regeringspartij zo begaan is met het lot van Afghaanse vluchtelingen.

‘Erdogan is een machiavellist. Hij gebruikt Afghaanse vluchtelingen als chantagemiddel tegen de EU en de Verenigde Staten, waar ook veel Afghaanse vluchtelingen naartoe willen. Hij wil weer miljarden euro’s van de EU lospeuteren. Daarnaast is de AKP medeverantwoordelijk voor de instroom van Syrische vluchtelingen door de oorlog die het Turkse leger en de pro-Turkse Syrische rebellen voeren in Noordoost-Syrië. De CHP steunt deze oorlog ook.’

‘Afghanen zijn nu het belangrijkste doelwit geworden van de Turkse vreemdelingenhaat’

Racisme en vreemdelingenhaat zijn een integraal onderdeel geworden van het leven van vluchtelingen in Turkije, zegt Sacilik: ‘Denk aan huurbazen die niet willen verhuren aan vluchtelingengezinnen of buurtbewoners die geen vluchteling als buurman willen hebben. Ook mogen we niet vergeten dat veel vluchtelingen worden uitgebuit, tegen een zeer laag salaris zeer zwaar werk moeten doen.’ Vluchtelingen zijn daarbij steeds vaker slachtoffer van haatmisdrijven. ‘Enkele weken geleden zijn winkels en huizen van Syriërs in Ankara aangevallen en geplunderd. Hierbij raakte zelfs een kind gewond. De politie greep niet in, zogenaamd vanwege corona. Bovendien is er pas een jonge man uit Togo vermoord, omdat hij een onlangs gekochte mobiele telefoon wilde teruggeven.’

Sacilik: ‘Door het racistische discours van de CHP en de media zijn Afghanen nu het belangrijkste doelwit geworden van de Turkse vreemdelingenhaat. Het zal mij niet verbazen als er binnenkort een racistisch haatmisdrijf tegen hen zal plaatsvinden.’

Uitbuiting en verwaarlozing

Vluchtelingen worden in Turkije aan hun lot overgelaten, is een bittere conclusie die het Afghanistan Analysts Network eind vorig jaar trok in een rapport. De Afghaanse journalist Mojtaba Naderi kan erover meepraten. Hij is via Iran illegaal Turkije binnengesmokkeld en zit nu ondergedoken in Istanbul. Hij durft zijn onderduikadres niet te verlaten uit angst voor de Turkse autoriteiten. Zijn journalistieke werk kan hij niet doen, omdat hij illegaal in het land verblijft. ‘Zodra de politie mij in de gaten heeft, zullen ze naar mijn paspoort en mijn verblijfplaats vragen. Ik neem veel risico als ik naar buiten ga.’

Zijn situatie is niet uniek, vertelt hij. ‘Alle migranten in Turkije bevinden zich in een staat van verwarring. De Turkse regering helpt hen niet. Migranten worden zelfs gedeporteerd als ze worden gespot en geen geldig paspoort en geen geldige papieren bij zich hebben. De Turkse regels zijn erg verwarrend. Afghaanse vluchtelingen bevinden zich bovendien in een zeer slechte financiële situatie. Ze hebben al hun geld uitgegeven toen ze Afghanistan verlieten en via Iran naar Turkije zijn gereisd.’

Afghaanse vluchtelingen reizen vaak via Pakistan naar Iran, en proberen via Iran Turkije binnen te komen. ‘Deze routes zijn erg zwaar en moeilijk. Op sommige routes moeten ze de berg in en een paar nachten in de berg blijven. Zelfs als ze de Turkse stad Van bereiken, zijn ze nog niet veilig.’

Naderi noemt twee verhalen van Aghaanse mede-vluchtelingen die de schrijnende situatie van Afghaanse vluchtelingen en hun kwetsbaarheid voor geweld en uitbuiting illustreren.

‘We hebben achttien uur door de vlaktes en bergen gelopen’, vertelde een Afghaanse vluchteling aan Naderi. ‘Toen we bij de grens met Turkije aankwamen waren we met ongeveer 260 mensen, maar slechts veertig van ons slaagden erin om Turkije binnen te komen. Alle anderen werden vastgehouden door Turkse grenswachten en teruggestuurd naar Iran. Iraanse grenswachten zijn meestal terughoudend om asielzoekers weer op te nemen, en de Turkse grenswachters accepteren ze niet. Grote groepen asielzoekers die Turkije heeft teruggestuurd zitten dagenlang vast in een groot gebied tussen de twee landen. Sommigen worden zelfs ontvoerd door dieven en bendes, die grote sommen geld eisen van hun families voor hun vrijlating.’

Een andere Afghaanse vluchteling vertelde dat hij illegaal werkt op een Turkse boerderij, waar hij slachtoffer is van uitbuiting. ‘Ik, Rahim Beyk, houd koeien op een boerderij. Na maanden op deze boerderij te hebben gewerkt heb ik mijn salaris nog niet van de boerderijeigenaar kunnen ontvangen. Omdat ik vrees dat de politie mij arresteert en terugstuurt naar Afghanistan kan ik de politie niet om hulp vragen om mijn salaris te krijgen.’

Uitbuiting van migranten is een wijdverbreid probleem, beaamt journalist Ergun Babahan. ‘Veel migranten, Syriërs, Somaliërs en Afghanen werken in de illegale sector. Ze verdienen veel minder dan Turken. Zo’n duizend Turkse lira, omgerekend zo’n honderd euro, in plaats van de drieduizend lira die Turken voor hetzelfde werk legaal verdienen. Om te overleven, zijn veel Syrische vrouwen en meisjes in de prostitutie beland.’

‘De Turkse regering behandelt ons immigranten op een afschuwelijke manier’

Turkse NGO’s als Kizilay, Hayata Destek, de Association for Solidarity with Asylum Seekers and Migrants (ASAM), de Human Resource Development Foundation (IKGV) en IGAM-DER zetten zich in voor vluchtelingen, dankzij financiering door internationale organisaties. De NGO’s dragen bij aan de sociale integratie van migranten in de Turkse samenleving. ‘Dankzij projecten die door donateurs gefinancierd zijn kunnen meer dan 20.000 vluchtelingen aan de slag’, legt HDP-vluchtelingenexpert Veli Sacilik uit. Maar er zijn wel problemen met deze aanpak. De NGO’s leiden migranten op tot een beperkt aantal beroepen, zoals kleermaker en kapper. Daarnaast beginnen deze NGO’s zich volgens Sacilik steeds meer te gedragen als bedrijven.

‘Het is een bedrijfstak geworden. Het draait niet meer om mensenrechten, een recht dat ieder mens heeft, maar om liefdadigheid, een gunst die verleend wordt. NGO’s opereren nu als tussenpersoon tussen de vluchtelingen en de staat, waardoor dit liefdadigheidsaspect wordt versterkt.’

In Turkije hebben veel Afghaanse vluchtelingen een tijdelijke status als ‘internationale vluchteling’. Dit is een overgangsstatus en garandeert geen overgang naar stabiele en wettelijk bepaalde posities, zoals die van vluchteling of burger. Salicik: ‘Deze vluchtelingen bevinden zich dus in de ‘wachtkamer’ van de wet. Niettemin biedt deze tijdelijke status hen de bij wet bepaalde basisrechten en vrijheden, zoals vrije toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, het verkrijgen van een werkvergunning, enzovoort. Ze kunnen hier een beroep op doen binnen de grenzen van de stad waar ze geregistreerd staan.’

Maar vluchtelingen hebben geen recht op onderdak, benadrukt Salicik. ‘Turkije heeft nu zo’n tien jaar met Syrische vluchtelingen te maken en de afgelopen vijf jaar is het aantal Afghaanse vluchtelingen enorm toegenomen, maar nog steeds is de juridische bescherming van vluchtelingen niet goed geregeld.’ In de ogen van de Turkse autoriteiten zijn vluchtelingen geen mensen met rechten, maar illegale en economische migranten, vertelt hij.

‘Turkije redeneert vanuit het zogenoemde veiligheidsperspectief. De muur die wordt opgetrokken aan de grens tussen Iran en Turkije is een recent voorbeeld van dit perspectief. We willen als HDP dat Turkije weer vanuit de mensenrechten redeneert en de juridische status van vluchtelingen verbetert, in overeenstemming met de internationale mensenrechten- en asielwetgeving.’

Omdat Turkije bepaald niet gastvrij is voor Afghaanse vluchtelingen hopen veel Afghanen naar Europa of Amerika te kunnen vluchten, zegt vluchteling en journalist Mojtaba Naderi. ‘De Turkse regering behandelt ons immigranten op een afschuwelijke manier. We worden niet aangemoedigd om hier te blijven.’

De val van Kaag en Bijleveld toont: een minderheidskabinet is een goed idee

0

Met het opstappen van de ministers Sigrid Kaag en Ank Bijleveld kwam eindelijk het moment dat ons democratisch bestel zo hard nodig had: de Tweede Kamer toonde haar tanden en het dualisme keerde weer een stukje terug in de Kamer. Het was coalitiepartner ChristenUnie die besloot zich aan te sluiten bij de oppositie en de motie van afkeuring over het handelen van beide ministers steunde. Eindelijk een Tweede Kamer die van zich afbijt en die zich niet laat piepelen door het kabinet, zou je denken.

Of zou dat een naïeve gedachte zijn? Was de steun van de ChristenUnie voor deze motie niet eerder een verkapte politieke afrekening? Wraak voor het feit dat Kaag eerder de CU uitsloot als partner voor een nieuw kabinet? Wat als het kabinet in zijn huidige samenstelling gewoon van plan was van om met elkaar nog eens vier jaar door te gaan? Had de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie dan alsnog dezelfde beslissing genomen, om zo ministers van haar twee coalitiepartners af te vallen? Ik vermoed van niet. De motie had het dan hoogstwaarschijnlijk niet gehaald.

Het feit dat ze de ChristenUnie uitsloot pakte voor Kaag nefast uit, maar is voor de democratie een geluk bij een ongeluk. Bij dit kabinet-Rutte III – dat aan elkaar hangt van de plucheplukkers, politieke ongelukjes en glibberige ritselaars die met hangen en wurgen toch weten te blijven zitten – is een flinke afstraffing door het parlement een goede zaak.

Het feit dat ze de ChristenUnie uitsloot pakte voor Kaag nefast uit, maar is voor de democratie een geluk bij een ongeluk

Natuurlijk zit Rutte zelf, net als zijn secondant Wopke Hoekstra, nog steeds op zijn plek. Daar waar Lodewijk Asscher als PvdA-leider wel de ruggengraat had om op stappen over de toeslagenaffaire, bleven zij gewoon zitten als minister. Rutte stapte ook niet op na een motie van afkeuring aan zijn broek. Kaag deed dit wel. Ze werd een dag later gevolgd door Bijleveld, die besefte dat ze niet heel veel anders kon doen dan het voorbeeld van Kaag navolgen. Maar Mark Rutte blijft zitten, ten koste van alles, inclusief zijn eigen geloofwaardigheid als premier.

Het is interessant om nu te filosoferen over wat dit alles betekent voor het toekomstige kabinet-Rutte IV – mocht het er komen -, een kabinet dat hoogstwaarschijnlijk zal bestaan uit VVD, D66 en CDA. Een minderheidskabinet dus. Een kabinet dat niet langer een meerderheid van het parlement achter zich heeft staan. Een kabinet dat door de oppositie gemakkelijker naar huis gestuurd kan worden, een lot dat eveneens de individuele kabinetsleden kan treffen.

De implicaties voor de bestuurscultuur, het onderwerp waar het afgelopen jaar zoveel over te doen is geweest, zijn mogelijk verregaand. Het parlement zal met een minderheidskabinet meer in staat zijn om haar tanden te laten zien, het kabinet en kabinetsleden scherp aan te pakken wanneer ze falen of over de schreef gaan. Het kabinet kan immers niet langer rekenen op een Kamermeerderheid en zal dus echt zijn best moeten doen om het vertrouwen van een meerderheid van de Kamer te winnen en te behouden. Probeer je als kabinet of als individuele minister de Kamer weer te piepelen? Leid je ze weer eens om de tuin, of voer je hun wensen niet uit? Grote kans dat je niet veel later naar huis gestuurd wordt. Zoals het hoort in een gezonde democratie.

Dit impliceert wellicht dat we als Nederland weer een stukje dualisme in de politiek krijgen, en dat het kabinet goed zal moeten luisteren naar de wensen van de Kamer. Maar vooraleerst zal het kabinet niet langer naar eigen believen de Kamer voor de gek kunnen blijven houden, wat Rutte III bijna tot een kunst verheven had. Rutte en co konden dit doen, omdat ze wisten dat ze toch wel een Kamermeerderheid achter zich hadden. Die monistische tijden lijken nu echter over te zijn. En de gevolgen hiervan voor onze democratie en bestuur zijn mogelijk verstrekkend en veelbelovend. Laat dat minderheidskabinet er maar komen. Leve het dualisme.

Erdogan en zijn vrouw gaan eigen boeken uitdelen op VN-top

0

De Turkse president Erdogan zal bij de komende Algemene Vergadering van de Verenigde Naties exemplaren van zijn eigen boek cadeau Een eerlijkere wereld is mogelijk geven aan andere wereldleiders, meldt de Turkse website Duvar. Ze krijgen een vertaling van het boek: Engels, Frans of Arabisch.

Het boek legt de nadruk op de problemen die bij de VN sinds jaar en dag bestaan, dus tekortkomingen met betrekking tot ‘legitimiteit, inclusiviteit, efficiëntie, representatie en governance’, aldus de Turkse president.

Erdogan wil dat de VN zichzelf hervormt. ‘De wereld is groter dan vijf’ roept hij al een tijdje, wijzend op de permanente vertegenwoordiging van de VN, bestaande uit de VS, Engeland, Frankrijk, China en Rusland, die ook vetorecht hebben.

Het aantal landen in de permanente vertegenwoordig zou uitgebreid moeten worden tot twintig, vindt Erdogan.

Tegenstanders van Erdogan wijze op discrepanties tussen Erdogans boek Een eerlijker wereld is mogelijk en zijn daden. Duizenden van Erdogans politieke tegenstanders – vermeende Gülen-sympathisanten, Koerdische activisten, kritische journalisten en anderen – zitten in Turkije lange gevangenisstraffen uit.

Ook zijn vrouw Emine Erdogan heeft een boek geschreven – Mijn reizen naar Afrika – en zal die tijdens de VN-top in New York introduceren aan de andere first lady’s.

Emine Erdogans boek gaat over de 23 Afrikaanse landen die zij bezocht tussen 2014 en 2020, een periode die ook wel de nieuwe ‘Wedloop om Afrika’ wordt genoemd. En Turkije is onder de Erdogans vastberaden om net als bijvoorbeeld China ook een duit in het zakje te doen. De invloed van Turkije in Afrika is al gegroeid met bijvoorbeeld militaire bases in Somalië en de burgeroorlog in Libië, waarin Turkije de zittende regering steunt.

Taliban vragen internationale gemeenschap om hulp

0

Taliban-woordvoerder Matiallah Ruhani roept de internationale gemeenschap op om de hulp aan Afghanistan te hervatten.

‘De hulp kan de vorm aannemen van investering, wederopbouwprojecten of elke vorm van humanitaire steun voor de regering of de burgers van Afghanistan’, aldus Ruhani.

Sinds de machtsovername door de Taliban zijn bijna alle hulpdiensten samen met de NAVO-missie met de noorderzon vertrokken. De Taliban hebben het land nu voor zichzelf. Maar het land veroveren is één, Afghanistan besturen is twee. Dat kan alleen bij enige vorm van stabiliteit. Daarom wil de Taliban nu alle hulp ‘ten zeerste verwelkomen’.

Het is volgens Ruhani hypocriet dat de internationale gemeenschap wel ‘de corrupte regering’ in Afghanistan de afgelopen twintig jaar heeft gesteund, maar nu weigeren over de brug te komen.

‘De Taliban hebben vrede gebracht in Afghanistan’, aldus Ruhani, die benadrukt dat de Taliban ‘geen terroristen’ zijn.

Veel westerse landen zitten met hun handen in het haar over hoe met de Taliban om te gaan. Er komen onophoudelijk berichten binnen van misdaden tegen de oppositie, vrouwen en minderheden.

Zolang de Taliban zichzelf niet matigen, wil het Westen de Taliban niet erkennen. Tegelijk blijven de grenzen dicht voor Afghaanse vluchtelingen, behalve voor de evacués die op het laatste moment zijn meegenomen.