23.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 618

Terrorisme is niet iets dat uit de lucht komt vallen

0

Sinds 11 september 2001 leeft het Westen met de angst voor terroristen. Dat komt ook tot uiting in media en films waarin de VS en Europa ‘het goede’ voorstellen en moslimterroristen ‘het kwade’. De Indiase filmindustrie daarentegen kenmerkt zich door een alternatieve voorstelling van zaken, waarin moslimterroristen meestal niet worden geportretteerd als slechteriken. Hun motieven en achtergronden komen ook in beeld. Dat gooit de Westerse voorstelling van ‘de goeden tegen de kwaden’ overhoop.

Hoewel er ondertussen veel Hindifilms over dit onderwerp zijn verschenen, zoals bijvoorbeeld Dokha (2007), Wednesday (2008) en Kabul Express (2006), komt deze Indiase voorstelling vooral goed tot uiting in de film New York (2009). Ook bijzonder is dat de hoofdrolspelers, inclusief de onmisbare agent, moslims zijn. De dialogen in deze film zijn niet tussen westerlingen en niet-westerlingen, maar tussen Amerikaanse moslims onderling.

Waar gaat de film over? New York speelt zich, hoe verrassend, af in New York. Sem (John Abrahams) en Maya (Katrina Kaif) zijn twee studenten van Indiase afkomst. Ze zijn zorgeloze en vredelievende allochtonen die zich Amerikaan voelen. Na 2001 wordt Sem, op grond van enkele foto’s van de Twin Towers die hij had gemaakt voor een werkstuk en zijn islamitische naam, door de FBI opgepakt, vernederd en gemarteld, samen met enkele duizenden andere moslims.

Elke rechtsbescherming wordt hem onthouden, evenals contact met de buitenwereld. Negen maanden later wordt hij, gebroken, angstig en ontdaan van alle bravoure die hem kenmerkte, wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Hij wordt opgewacht door Maya, met wie hij kort daarna trouwt. Ze krijgen samen hun zoon Danyal, die graag honkbal speelt. Maar is Sem nog wel dezelfde?

De film bevat drie belangrijke boodschappen. Ten eerste: terroristen ontstaan niet zomaar, ze worden tot terrorist gemaakt. Dat wordt duidelijk wanneer Sem aan zijn vriend Omar (Neil Mukesh) bekent dat hij leiding geeft aan een slapende cel van moslimterroristen. Hij kwam daartoe door het gevangenschap en de martelingen. Deze achterliggende ervaring laat de mens in de terrorist zien.

Terrorisme heeft sociale en politieke wortels die kunnen groeien

Wat mij betreft is dit de belangrijkste boodschap van de film, simpelweg omdat de achtergrond van terroristen in Westerse weergaves nauwelijks aan de orde komt. Terrorisme is niet iets dat uit de lucht komt vallen: het heeft sociale en politieke wortels die kunnen groeien.

Ten tweede: het Westen heeft fouten gemaakt door onschuldige moslims op te sluiten, te martelen en hun waardigheid te ontnemen, maar dat geeft terroristen nog niet het recht om aanslagen te plegen. De fout van de een kan geen rechtvaardiging zijn voor een fout van de ander.

Sem was geen terrorist toen hij door de FBI werd opgepakt – wat fout was -, maar hij is het ondertussen wel geworden. Daardoor vormt hij nu een gevaar voor de samenleving. Hoe het kwam dat hij terrorist werd, is niet meer belangrijk.

Er is een scène waarin Omar, de vriend van Sem, aan FBI-agent Roshan vraagt: ‘Doet het je niets dat moslims worden onderdrukt?’ Roshan kijkt even weg. ‘Als moslim zie ik het onrecht dat ons wordt aangedaan. Maar veel ervan is ver weg, in de landen waar wij vandaan komen. Hier moet ik de waarden verdedigen die ook moslims beschermen.’ Roshan geeft alle fouten van het Westen die Omar hem voor de voeten werpt volmondig toe, maar benadrukt dat op eigen bodem een gevaar op de loer ligt dat bestreden moet worden.

Tijdens een mislukte actie om het FBI-hoofdkwartier op te blazen komen Sem en zijn vrouw Maya om het leven. Omar neemt de zorg van hun zoon Danyal op zich. Enkele maanden na hun dood zoekt FBI-agent Roshan Omar op tijdens een honkbalwedstrijd waarin Danyal speelt. Danyals ploeg wint de wedstrijd en hij wordt door z’n medespelers op de schouders gedragen. Roshan wijst naar het tafereel. ‘Kijk’, zegt hij tegen Omar, ‘daar zie je de zoon van een moslimvader en terrorist die als kampioen wordt gevierd. Dat is alleen in deze samenleving mogelijk. Dat moeten we beschermen.’

Dit is de derde les van de film: alleen een Westers land biedt je deze kansen en mogelijkheden.

Per saldo helt het oordeel van de filmmaker naar het morele gelijk van het Westen. Maar het bijzondere aan dit type Indiase films is dat de terrorist niet wordt gedemoniseerd. Het is een perspectief op een wereldwijd vraagstuk dat het Westen aan het denken mag zetten.

Turkse minister: niet Gülen, maar Amerika bedacht de coup van 2016

0

De islamitische geestelijke Fethullah Gülen en zijn aanhangers, dikwijls door Turkije aangewezen als schuldigen achter de coup van 2016, fungeerden slechts als marionetten van Amerika. Dat beweert de Turkse minister Süleyman Soylu (Binnenlandse Zaken).

Gülen zelf heeft altijd ontkend iets met de coup te maken te hebben. Toch houdt de regering van president Erdogan sinds 2016 een klopjacht tegen de beweging achter Gülen. Tienduizenden mensen zijn sindsdien ontslagen en in de gevangenis beland.

Het is volgens minister Soylu geen toeval dat Gülen in de Verenigde Staten woont, zegt hij in het Turkse tv-programma Haber Global (foto).

Gülen en zijn sympathisanten hebben ‘de gebeurtenissen van 15 juli (2016, red.) niet gecreëerd’, aldus Soylu. ‘Zij (de Amerikanen, red.) laten je niet met rust.’

De Turkse regering is niet blij met de nieuwe president Joe Biden, die tot 2016 nog vicepresident onder Barack Obama was. Biden vindt Erdogan een autocraat en wil de Turkse oppositie steunen, zodat Erdogan op democratische wijze verslagen kan worden.

Nu Europese en Amerikaanse sancties dreigen, stelt de Turkse regering zich naar buiten wel wat vrediger op. Zo zegt Erdogan de banden met de EU en Israël aan te willen halen. Het is slechts voor de bühne, zei de Israëlische journalist Seth J. Frantzman onlangs op de Kanttekening. ‘Zulke woorden worden vooral verspreid door de Engelstalige Turkse media, die zich richten op niet-Turkse lezers.’

 

Amnesty: meer moslimdiscriminatie door Europese ‘war on terror’

0

De manier waarop Europese landen de strijd tegen terrorisme voeren heeft tot meer moslimdiscriminatie geleid. Dat stellen Amnesty International en Open Society Foundations, de fondsenverstrekkende NGO van miljardair en filantroop George Soros, in een nieuw rapport.

De organisaties zeggen dat we tot een klimaat zijn gekomen moslims slachtoffer zijn van haatzaaiende uitlatingen en aanvallen. Ook worden ze institutioneel gediscrimineerd, stellen de organisaties.

‘In de voortdurende ‘war on terror’ worden moslims etnisch geprofileerd ​​en worden ze onevenredig onderworpen aan toezicht, beperkingen van hun bewegingsvrijheid, arrestatie en uitzetting. Doordat Europese regeringen hun antiterrorismemaatregelen richtten op moslims, versterkten zij de racistische opvatting dat de islam een ‘bedreiging’ is. Daarmee creëerden zij een klimaat waarin haatzaaiende uitlatingen tegen moslims zijn genormaliseerd.’

Amnesty en Open Society Foundations willen dat maatschappelijke organisaties zich meer inspannen voor de mensenrechten van moslims, met name in de context van terrorismebestrijding. In de gids staan tools om discriminatie te herkennen en te kunnen bestrijden.

‘Om effectieve bondgenoten te zijn in de strijd tegen islamofobie, moeten mensenrechtenorganisaties antiterrorismewetten en -beleid die moslims discrimineren kunnen herkennen en aanvechten. Deze gids is een hulpmiddel om die strijd te ondersteunen.’

Amnesty en Open Society Foundations vinden dat EU-landen hun antiterreurwetgeving moeten herzien. Moslimgemeenschappen zouden daarbij ook een stem aan tafel hebben. Dit geldt ook voor de onlangs gepubliceerde EU-agenda voor terrorismebestrijding en wetwijzigingen in Frankrijk en Oostenrijk, die volgens de NGO’s ten onrechte mede gericht zouden zijn op gezagsgetrouwe Europese moslims.

‘We hopen dat organisaties en toezichthouders op basis van deze gids zullen bewijzen dat de huidige antiterrorismemaatregelen systemisch racisme tegen moslims voeden en dat zij zowel contraproductief als ondoeltreffend zijn.’

Twitter schorst radicale Spaanse partij om ‘hate speech’ tegen moslims

0

Twitter heeft het officiële account van de radicaal-rechtse Spaanse partij Vox geschorst. De Spaanse krant el Pais meldt dat de partij de Twitterregels inzake hate speech heeft geschonden.

Volgens het Twitter-account van Vox bestaat slechts 0,2 procent van de bevolking uit moslims, maar zijn moslims de dader bij 93 procent van alle misdrijven. ‘De meesten zijn van de Maghreb’, claimde de partij.

Vorige maand plaatste de partij ook al een reeks anti-islamberichten, gericht tegen moslims in Catalonië. ‘De realiteit is dat onze regio haar identiteit aan het verliezen is.’ #stopislamisering.’

De Spaanse partij Vox is in 2013 opgericht door enkele oud-leden van de Partido Popular, de conservatief-christelijke Volkspartij. De radicaal-rechtse partij beschikt over 24 van de 350 zetels in het Spaanse parlement.

Voix is tegen abortus, tegen niet-westerse migranten en de islam en voor het afschaffen van autonomie van de regio’s. De rechtervleugel van Vox bestaat uit Franco-aanhangers die met weemoed terugdenken aan de tijd van zijn fascistische dictatuur (1939-1975).

Vox heeft openlijk opgeroepen om moskeeën te sluiten en tienduizenden moslims uit Spanje te deporteren. In 2019 pleitte partijleider Santiago Abascal bovendien voor een nieuwe Reconquista, een herovering van Spanje. Hij vergeleek de herovering van Spanje op de Moren tussen de elfde eeuw en 1492 met de plannen van Vox om de moslimmigranten te deporteren.

Onderzoekers Radboud Universiteit: islam niet per se homo-onvriendelijk

0

De islam zorgt niet per se voor homo-intolerantie. Dat concluderen sociologen Saskia Glas en Niels Spierings (Radboud Universiteit Nijmegen) na onderzoek onder negenduizend moslims in de Arabische wereld.

De sociologen nuanceren hiermee het populaire idee dat de islam homoseksualiteit afwijst en dat hoe religieuzer een moslim is, des te intoleranter hij is tegen homoseksualiteit.

Glas en Spiering zagen dat de meerderheid van de ondervraagde moslims homoseksualiteit afwijst, maar ze onderscheiden de wijze waarop moslims tegen homoseksualiteit aankijken van de manier waarop ze daadwerkelijk met homo’s omgaan.

48 procent van de respondenten verwerpt zowel homoseksualiteit als homoseksuelen als buren, zagen de onderzoekers. Maar ook veel moslims zeggen weliswaar tegen homoseksualiteit te zijn, maar geen bezwaar te hebben tegen homoseksuele buren: één op de vijf.

De gemiddelde Arabische moslim is dus negatiever over homoseksualiteit dan over homoseksuele mensen, concluderen de onderzoekers. ‘Het is een vrij veelvoorkomende religieuze interpretatie om homoseksualiteit te zien als een zonde, maar dat betekent natuurlijk niet dat je homoseksuele mensen niet tolereert in je omgeving’, vertelt Glas.

De onderzoeker maken ook onderscheid tussen de verschillende aspecten van religiositeit, zoals vroomheid, naar de moskee gaan, het waarderen van traditionele ceremonies en het benadrukken van altruïsme. Ze concluderen dat moslims die vaker naar de moskee gaan ook vaker geen homoseksuele mensen als buren willen, maar geen grotere problemen krijgen met homoseksualiteit. Vromere moslims veroordelen het fenomeen homoseksualiteit juist wel weer vaker.

Onderzoeker Glas: ‘Je kunt niet zo simpel zeggen dat de islam antipathie tegen homoseksuelen aanwakkert, zoals sommige maatschappelijke debatten doen vermoeden. De manier waarop je je geloof beleeft is van invloed op je overtuigingen over homoseksualiteit. (…) Door te doen alsof islam per se haaks staat op homotolerantie, verdrukken we juist alternatieve interpretaties van de islam en maken we het homoseksuele moslims niet makkelijker in hun zoektocht.’

Wanneer je kinderen vastzitten in een Turkse cel: ‘Zekerheid heb ik nooit’

0

Beide dochters van de Turks-Nederlandse Günay Akkaya zitten sinds 2017 vast in Turkije. Ze heeft geen idee wanneer haar dochters weer vrijkomen. Een aanklacht hebben Bergün en Betül Varan nog nooit gehoord. ‘In Turkije is er geen gerechtigheid, maar als Nederland deze ongerechtigheid steunt, dan is Nederland even schuldig.’

De meisjes groeiden op in Etten-Leur in Noord-Brabant. Hier woonden ze in een rustige wijk, vlakbij de molen. Ze gingen naar school, voetbalden en speelden muziek. Bergün zat in dezelfde brugklas als ik, en haar oudere zus zat op dezelfde school. In de klas was Bergün eerlijk, met een uitgesproken mening, en die liet ze horen als ze dat nodig vond. Na de middelbare school studeerde Bergün rechten, eerst in Tilburg en daarna in Rotterdam.

Ondertussen speelde Betül dwarsfluit. Ze kreeg online les van Ali Araci, lid van de  band Grup Yorum. ‘Hij was een van de beste leraren op het gebied van blaasinstrumenten’, vertelt haar moeder in haar kleurige woonkamer in Etten-Leur. ‘Na een tijdje kreeg ze de kans om lid te worden van de band. Dat was een erg grote kans voor haar.’ In 2016 vertrok Betül naar Turkije.

Protestband

Grup Yorum bestaat inmiddels al 35 jaar. De politiek geëngageerde folkband staat bekend om zijn protestliederen, vaak gericht tegen de Turkse regering, systematisch racisme en onderdrukking van minderheden. Soms zingen ze in het Koerdisch. In allerlei landen hebben ze opgetreden. Sinds de oprichting van de band worden de leden soms opgepakt. ‘Dat wist Betül wel, maar de repressie van nu is niet te vergelijken met die van toen’, zegt moeder Akkaya.

Hun moeder is de aangewezen kandidaat om het verhaal van de Varan-zusjes te vertellen. Want Bergün en Betül zitten in Turkije in de gevangenis en zelfs in de maanden dat ze soms vrijgelaten worden door de politie mogen ze het land niet verlaten. Het is belangrijk dat hun verhaal verteld wordt, vindt Akkaya. Het is het enige wat ze op dit moment kan doen voor haar dochters.

De zusjes Bergün (links) en Betül Varan (rechts) (Beeld: Günay Akkaya)

Op het koffietafeltje heeft ze dus allerlei lekkers uitgestald, van baklava met pistache en walnoten tot zelfgemaakte koekjes. In het huis voert een zachtroze kleur de boventoon. Naast de televisie staan foto’s van haar dochters. Ondanks dat ik Bergün al sinds de brugklas niet meer gesproken heb, herken ik de lach van haar moeder meteen. Ze lijken op elkaar. Sinds Bergün haar zus ging opzoeken in Istanbul, woont Akkaya alleen.

‘Ik denk niet dat Bergün al echt uit huis had gewild’, zegt Akkaya. Maar uiteindelijk is dit voor haar besloten. Want als ze bij haar zus is wordt het cultureel centrum van Grup Yorum binnengevallen door de politie. Beide zussen worden opgepakt. ‘Zelfs Bergün, die helemaal geen lid was van de band. Ze werd vastgezet en gemarteld, ze hebben haren uit haar hoofd getrokken.’

Teleurgesteld

Na deze eerste ervaring met de politie in Turkije sloot ook Bergün zich aan bij Grup Yorum als drummer. ‘Ze wil gerechtigheid en is tegen het geweld dat gebruikt wordt.’ Ondertussen beweert de Turkse regering dat de groep banden heeft met de extreemlinkse partij DHKP/C, die van terrorisme wordt beschuldigd. Maar deze banden zijn nog nooit aangetoond.

Amnesty International stelt in onderzoek uit oktober dat Turkije de vaag geformuleerde antiterrorismewetten die het na de mislukte coup van 2016 invoerde steeds meer gebruikt om dissidenten op te pakken. Dit varieert van politici in de oppositie tot advocaten en academici. Door de geheimhoudingsplicht die geldt bij ‘terroristische activiteiten’ hebben advocaten geen toegang tot bewijs tegen hun cliënten.

Grup Yorum heeft zelf altijd ontkend banden te hebben met de DHKP/C. Volgens Akkaya is het duidelijk: ‘Ze maken liederen voor mensen die onderdrukt worden. Ze zijn er voor het volk en dat wil de regering niet.’

‘Ze werd vastgezet en gemarteld, ze hebben haren uit haar hoofd getrokken’

Dat haar geboorteland een democratie is gelooft ze allang niet meer. Maar ook Nederland, het land waar Akkaya sinds haar zevende woont, stelt haar steeds vaker teleur. Ze belt vaak met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maar er lijkt niets te gebeuren.

‘Ondertussen zijn er drugshandelaren in buitenlandse gevangenissen die meer juridische bijstand krijgen van de Nederlandse overheid dan Bergün en Betül. Zelfs als ze vrijkomen mogen ze Turkije niet uit. Mijn dochters hebben niets uitgehaald. Ze gebruiken geen drugs, geen geweld. Ik wil dat ze in vrijheid kunnen gaan en staan waar ze willen.’

Hongerstaking

Verschillende leden van Grup Yorum zijn in hongerstaking gegaan terwijl ze vastzaten. In februari vorig jaar ging Bergün in hongerstaking. Voor Akkaya was dit nieuws lastig om te verteren, en nog lastiger als ze zelf eten op tafel had staan, terwijl haar dochter niet kon eten. Maar: ‘Het was het enige wapen dat ze nog had. Als dat de enige manier is, dan moet het maar. Het is niet dat ze niet wilde eten, nee, ze kón niet eten.’

De groep stopt niet met het maken van muziek, zelfs niet als ze opgesloten zitten. ‘In de gevangenis gebruiken ze de buizen van de gevangenis voor instrumenten. Ze blijven nieuwe liederen schrijven, en juist door wat er nu gebeurt: ze maken het onrecht van de Turkse regering van dichtbij mee. Ze zullen dus niet stoppen.’

We weten niet hoeveel activisten Turkije heeft opgepakt. Amnesty International benadrukt dat het lastig is om aan betrouwbare cijfers te komen. In oktober 2020 trok de NGO aan de bel. Het recht op een eerlijk proces in Turkije wordt steeds verder uitgehold ‘met onrechtmatige onderzoeken, willekeurige detenties en ongegronde vervolgingen op grond van de breed gedefinieerde antiterrorismewetten’. Daarnaast nam Turkije eind 2020 een nieuwe antiterrorismewet aan, waarmee de overheid vergaande bevoegdheden krijgt om stichtingen, verenigingen en maatschappelijke organisaties te onderzoeken.

Onzekerheid

De zusjes Varan hebben ook te maken met ‘willekeurige detenties’, die genoemd worden in het rapport. Ze zitten nu allebei weer vast en hopen bij de eerste zitting weer vrij te komen. Die van Bergün staat gepland in februari en die van Betül in maart. Maar toen Bergün de vorige keer vast zat werd de datum van de zitting telkens verschoven.

De Volkskrant noemde dit in december een vorm van ‘draaideurhechtenis’. Steeds wordt de één weer opgepakt en dan de ander weer vrijgelaten. ‘Als ze niet vastzitten, check ik iedere ochtend het nieuws of ze nog steeds vrij zijn. Ik weet nooit wat er op een dag gaat gebeuren.’ Akkaya is er even stil van. ‘Zekerheid heb ik nooit bij mijn dochters.’

‘Als ze niet vastzitten, check ik iedere ochtend het nieuws of ze nog steeds vrij zijn’

Terwijl Akkaya vaak het ministerie van Buitenlandse Zaken belt en andere instanties om vragen naar de situatie van haar dochters, heeft haar voormalige echtgenoot Erdem Varan lange tijd flyers uitgedeeld bij Rotterdam Centraal Station. Ook hebben ze een mars gelopen naar Brussel, om op die manier aandacht te vragen voor de zaak van hun dochters. Het heeft allemaal niet geholpen.

Inmiddels is het paspoort van Betül ook verlopen. Maar ze krijgt geen nieuw paspoort van Nederland. Betül en Bergün hoeven volgens hun moeder echt niet meteen naar Nederland gehaald te worden, als hun land in ieder geval maar achter ze staat. ‘Ik wil dat ze de vrijheid krijgen om muziek te maken die zij willen maken.’ Akkaya zwijgt even en voegt dan met veel vuur toe: ‘In Turkije is er geen gerechtigheid, maar als Nederland deze ongerechtigheid steunt, dan is dit land even schuldig.’

Günay Akkaya kan niet veel anders doen dan wachten. Ze hoopt dat haar dochters in februari en maart weer vrijkomen, maar dat zal wellicht weinig veranderen aan de situatie. Ze mogen het land niet uit en zullen mogelijk over een aantal maanden opnieuw worden opgepakt. ‘Ze hebben een doel en ze weten wat ze doen’, zegt Akkaya. ‘Ik zou alleen willen dat ze daar niet voor moesten boeten.’

Mag ik eigenlijk wel lachen?

0

Het is de lente van 2019. Deze dag in de ramadan loopt ook weer ten einde. Aan tafel worden de eerste dadels gegeten en de traditionele melk gedronken. Het is tijd voor de maghrib, het avondgebed, en dan komen de schalen met eten op tafel. Voor mij is keurig een koosjere maaltijd geregeld. Ik herinner mij deze iftar, de maaltijd om het vasten te breken, als een van die keren dat ik kon genieten van de gastvrijheid van de gemeenschap waar ik eigenlijk dagelijks mee optrek.

Halverwege de avond verschijnt op het podium een stand-up comedian. In onvervalst plat Amsterdams met een wel heel nadrukkelijk migratie-accent, laat ik het zo maar noemen. Hij laat zijn hele familieleven de revue passeren. De hele zaal ligt dubbel van het lachen. Het gaat over een mislukte schoolcarrière, over boefjes, over moeders en onaardige schoonzusjes, over de imam in de moskee, de politie en over een heel oude opa ergens ver weg in een dorpje hoog in de bergen.

Vind ik het ook leuk? Ik kijk ietwat voorzichtig om me heen. Mag ik eigenlijk wel lachen? Natuurlijk is het geinig. Dolle pret zelfs. Maar ik, die joodse gast, die hartelijk meelacht met de zelfspot van mijn islamitische gastheren en gastvrouwen, dat vind ik best lastig. Ik probeer mijn gezicht in een plooi te houden en zo nu en dan, uit beleefdheid, toon ik eventjes een glimlach.

Ik, die joodse gast, die hartelijk meelacht met de zelfspot van mijn islamitische gastheren en gastvrouwen, dat vind ik best lastig

In 1952 opent de Joodse Max Tailleur op het Amsterdamse Rembrandtplein zijn cabaret, De Doofpot. Avond aan avond tapt hij Joodse moppen voor een volle zaal. Gieren, lachen, brullen. Joodse moppen aan de rand van de leeggeroofde Joodse buurt in Mokum, waarvan duizenden inwoners nog maar enkele jaren daarvoor door de bezetter naar de vernietigingskampen waren gestuurd.

Dit cabaret, zo vlak na de grote vernietiging, wordt Max Tailleur niet in dankbaarheid afgenomen.

Een week na de eerste voorstelling schrijft het Nieuw Israëlietisch Weekblad dat Max Tailleur een grote antisemiet is. Hij laat de ‘Goj (de niet-Jood, red.) lachen om de Joden die in de concentratiekampen zijn vermoord’. Dat klinkt natuurlijk vreemd. De Jood Max Tailleur die als een van de weinigen van zijn eigen familie de Jodenvervolging heeft overleefd, die na jaren op de vlucht te zijn geweest het er levend van af brengt en dan door het NIW wordt betiteld als antisemiet.

Ook toen al wisten we geloof ik nog niet zo goed raad met wat nu precies antisemitisme is. Kan een Jood met zelfspot worden beschuldigd van Jodenhaat?

Max Tailleur maakt het nog een beetje bonter. In die tijd verschijnt zijn eerste moppenboekje onder de veelzeggende naam Langs mijn neus weg. Inderdaad, een veelzeggende naam. Op de voorkant prijkt een karikatuur van Max zelf waarbij zijn niet onaanzienlijke ‘Jodenneus’ de lezer prominent tegemoet komt. Zelfspot ten top.

Was de moppentapper Max Tailleur een antisemiet? Max had zo zijn eigen gedachten hierover. Zijn optreden noemde hij ‘lachen om niet te huilen’. En er was wat voor hem om te huilen in die tijd. Maar dat verborg hij.

Zijn leven was voor hem ‘pijn en gein’. Er waren avonden waarop hij zijn publiek verfoeide. Dan zaten op de eerste rij van zijn theater Amsterdammers die samen met de bezetter in die oorlogsjaren op Jodenjacht waren geweest. En nu brulden ze van het lachen om de verhalen van hen die zij vervolgd hebben, verteld door eentje zelf die ternauwernood aan hun klauwen was ontsnapt.

Humor is een probaat middel om niet te hoeven huilen. De toehoorder vindt dat misschien wat lastig. Maar de hoofdpersoon is de verteller. Niet de luisteraar. En als wij onze mond vol hebben van vrijheid, dan hoort daar ook de vrijheid van humor bij. Ook als het soms een beetje pijn doet.

Niemand kan het beter zeggen dan Max zelf: ‘Zelfspot is niet jezelf belachelijk maken, maar je ontneemt de omstanders het wapen om jou belachelijk te maken’. Toch maar goed dat ik mijzelf uit beleefdheid op de iftar een beetje inhield.

Palestijnse president eert jarige Dries van Agt met hoge onderscheiding

0

Oud-premier Dries van Agt is vandaag negentig geworden en werd daarom in het zonnetje gezet door de Palestijnse president Mahmoud Abbas. Vanwege zijn jarenlange inzet voor de Palestijnen is hij onderscheiden met de Grote Ster in de Orde van Jeruzalem.

De voormalige CDA-politicus was minister van Justitie in het kabinet-Den Uyl en gaf vervolgens leiding aan drie kabinetten-Van Agt. De Rooms-katholieke Van Agt werd na zijn premierschap een prominent voorvechter voor de rechten van Palestijnen.

Zo zat Van Agt vanaf 2002 in het comité van aanbeveling van de stichting Stop de Bezetting van Gretta Duisenberg. Twee jaar later werd de oud-premier voorzitter van de International Forum for Justice and Peace, een pro-Palestijnse NGO. Ook richtte Van Agt in 2009 de The Rights Forum op, een stichting die wil dat de Nederlandse regering zich meer inzet voor de rechten van de Palestijnen.

Over de Palestijnse zaak schreef Van Agt twee boeken, waarin hij zich onder meer zich uitspreekt voor de BDS-beweging die Israël wil boycotten en streeft naar een éénstaatoplossing voor Palestina.

Critici van Dries van Agt beschuldigen de oud-premier van antisemitisme. Van Agt heeft naar eigen zeggen slechts kritiek op de staat Israël en vindt dat dit door tegenstanders als antisemitisch wordt geframed.

Turkije gaat moslimhaat in Nederland en andere westerse landen bijhouden

0

Turkije zal jaarlijks verslag uitbrengen over moslimhaat en racisme in andere landen, schrijft het Turkse staatspersbureau Anadolu. Dat meldde Minister Mevlut Cavusoglu (Buitenlandse Zaken) op een persconferentie.

Cavusoglu stelt dat Turkije nu ook rapporten over hen gaat uitbrengen, aangezien Europa en Amerika dit omgekeerd ook doen over de mensenrechten in het land.

Anadolu geeft al langere tijd speciale aandacht aan vermeende gevallen van ‘islamofobie’ in het Westen. Met name in Frankrijk, Duitsland en Nederland, landen die honderdduizenden inwoners met een Turkse migratieachtergrond kennen, komen daarbij aan bod.

De minister sprak ook over de maritieme geschillen in de oostelijke Middellandse Zee met Griekenland en Cyprus. De minister zei dat Turkije voorstander is van ‘eerlijk delen’ maar dat Griekenland deze benadering afwijst.

EU-fractie D66: strafprocedure tegen Nederland om ‘institutioneel racisme’

0

De Europese Commissie moet kijken naar de mogelijkheid om een strafprocedure aan te spannen tegen Nederland vanwege de toeslagenaffaire. Dat betoogt D66-Europarlementariër Samira Rafaela in een brief aan de Europese Commissie. 

Rafaela wil dat de Eurocommissie bekijkt of het ‘institutioneel racisme’ in de toeslagenaffaire ‘een potentiële schending van EU-wetgeving’ is. ‘Ik wil dat Nederland op de vingers wordt getikt en de consequenties ervaart’, zegt ze tegen het AD.

Haar brief aan de commissie is mede ondertekend door antidiscriminatieorganisaties De Goede­ Zaak, S.P.E.A.K. en Controle Alt Delete.

Opmerkelijk is dat Rafaela een strafprocedure wil tegen haar eigen land, waar haar eigen partij in de regering zit. Ze heeft de partijtop van tevoren niets laten weten.

Rafaela: ‘Als politica en gezien mijn eigen ervaringen met discriminatie vind ik het onuitstaanbaar dat mijn eigen lidstaat zich hier schuldig aan maakt.’

Via een zogeheten ‘inbreukprocedure’ die Rafaela wil kan de Europese Commissie een lidstaat alsnog dwingen zich aan EU-wetgeving te houden. Recente inbreukprocedures die veel aandacht trokken waren die tegen Polen en Hongarije, vanwege schendingen van de rechtsstaat en de onafhankelijke rechtspraak.

Rafaela: ‘Als die landen moeten stoppen met discriminatie, moet Nederland dat ook doen.’