19.7 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 700

Sinan Cankaya: ‘Een identiteit is een proces, geen onveranderlijk ding’

0

Sinan Cankaya (1982) studeerde culturele antropologie en werkt als universitair docent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Geen voor de hand liggende loopbaan voor iemand die opgroeide in de Nijmeegse volkswijk Hatert in een arbeidersgezin. Toch lukte het Cankaya om dit te bereiken. Onlangs verscheen zijn non-fictiedebuut Mijn ontelbare identiteiten. Uit de tekst blijkt ondubbelzinnig dat je jezelf geen etiket moet laten opplakken. ‘Blijf terugduwen!’

Op de middelbare school zaten er nog niet veel leerlingen met een niet-witte achtergrond op het VWO. Bovendien hadden zijn klasgenoten vaak een andere sociaaleconomische achtergrond dan hij. Dat was tot daar aan toe, maar zijn geschiedenisdocent was Nico Konst. Hij was ooit voorzitter van de Centrumpartij, de beruchte extreemrechtse partij van Hans Janmaat.

Het boek van Cankaya begint met het verzoek van zijn oude middelbare school of hij ter ere van het veertigjarig bestaan een van de sprekers wil zijn. Voor die gelegenheid dook hij nog even in de geschiedenis van de Centrumpartij, eind 1979 opgericht door Henry Brookman. Volgens Brookman zou de intrede van ‘buitenlanders’ de sociale cohesie van Nederland bedreigen en leiden tot ‘desintegratie’. De latere voorman van de Centrumpartij, de inmiddels overleden Hans Janmaat, en Nico Konst voerden een machtsstrijd omdat Konst Janmaat niet radicaal genoeg vond.

‘Janmaat en Konst beschuldigden elkaar over en weer van extremisme en fascistische contacten,’ valt te lezen in Mijn ontelbare identiteiten. ‘De retoriek van de hedendaagse partijen echoot die van de Centrumpartij, die het in de jaren tachtig al had over ‘overspoelen’, een ‘invasie’ en ‘islamisering’. Op een vergadering in 1984 zei partijvoorzitter Hans Janmaat bijvoorbeeld: ‘Tien jonge Nederlandse echtparen in Amsterdam zorgen in achttien jaar voor twintig Nederlanders met stemrecht. Tien buitenlandse echtparen zorgen in achttien jaar voor 80 kinderen met stemrecht. Over achttien jaar regeert de islam in Amsterdam.’’

De partij ging aan intern geruzie ten onder, maar er moest ook voor Konst brood op de plank komen. Als docent geschiedenis maakt hij, zo blijkt uit het boek, seksistische grapjes over onder andere vrouwen, homoseksuelen, werklozen en over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Toen Cankaya een keer al zijn moed bij elkaar schraapte en tegen de conrector zei dat Konst een racist was en het voor veel leerlingen in de klas verpestte, werd dit glashard ontkend. ‘Konst mocht geen discriminerende uitspraken doen. De school had dat lang geleden al met hem afgesproken. Case closed,’ zei de conrector tegen de jonge Sinan.

Er was één leerlinge die het wangedrag van Konst aankaartte via de media. Het gevolg was minder leerlingen, waardoor er docenten ontslagen moesten worden. Wie kreeg daar de schuld van? De klokkenluider, niet Konst.

Toen Cankaya een keer te laat kwam, kreeg hij van Konst het volgende te horen: ‘Jongen, het zal nooit, nooit, nooit, maar dan ook nooit iets met jou worden. Doe gewoon geen moeite. Het. Heeft. Geen. Zin.’ Dat liep dus heel anders. Toen Cankaya tijdens het veertigjarig bestaan van de school over dit voorval begon, riep Konst dat hij zich hier niets van kon herinneren.

Overigens wist Cankaya tot de dag waarop die pijnlijke opmerking werd gemaakt niets van de politieke achtergronden van Konst. Voor Cankaya was Konst een markante figuur die opvallende uitspraken deed. Na de les kwam er een leerling naar hem toe die het wel wist en dit in verband bracht met zijn functioneren als docent. ‘Met de tijd kregen de opmerkingen een volstrekt ander gezicht. Tijdens het schrijven van dit boek vielen de puzzelstukjes op de juiste plaats.’

Cankaya benadrukt tegen de Kanttekening dat zijn ervaring met Konst niet op zichzelf staat. ‘Het is lastig om een docent te ontslaan om zijn of haar politieke mening. Dat woog ook mee. Na het verschijnen van mijn boek ben ik door verschillende oud-leerlingen benaderd die vergelijkbare ervaringen hadden. Ook door de vrouw die destijds als leerlinge de media had benaderd.’ In Mijn ontelbare identiteiten is een e-mail opgenomen van een docente die deed alsof Cankaya het jubileum gebruikte om zijn frustraties tentoon te spreiden. Ongehoord, volgens haar.

Cankaya omschrijft Konst in zijn boek als een goed aangepaste racist met een grijze stropdas, vermomd als een grijze ambtenaar, een gewone hardwerkende Nederlander.

Ontelbare identiteiten

Mijn ontelbare identiteiten gaat niet alleen over de identiteiten van de auteur. Het gaat vooral over welke factoren, al dan niet ongemerkt, om de hoek komen kijken bij het ontstaan en vooral bij het ontwikkelen van deze identiteiten.

‘Een identiteit is een proces, geen onveranderlijk ding,’ stelt Cankaya vast. ‘Een dubbele culturele achtergrond hoeft het vinden van je identiteit niet gecompliceerder te maken. Het identiteitsproces heeft ook te maken met andere factoren – zoals machtsverhoudingen, gender, leeftijd, klasse, opleidingsniveau en geografie, zoals stad en provincie.’

‘Alles begint een beetje open te breken. De pluriformiteit van etnisch-culturele minderheden wordt zichtbaarder omdat er voorbeelden aanwezig zijn’

Wat ook in het boek naar voren komt, is dat anderen je vaak een identiteit toebedelen zonder te controleren of die aanname wel klopt. Dingen als dat je ‘bij het voetbal wel voor Turkije zal zijn’ – of voor welk land van herkomst dan ook.

‘Al deze factoren maken het vinden van je identiteit lastiger,’ bevestigt Cankaya. ‘Alles begint een beetje open te breken. De pluriformiteit van etnisch-culturele minderheden wordt zichtbaarder omdat er voorbeelden aanwezig zijn. Toch worden ze nog steeds vergeleken met de heteroseksuele man uit de middenklasse. We zijn voortdurend bezig om elkaar te etiketteren. Het is beter om de dingen breder te zien.’

Als je goed tussen de regels door leest, dan staat er dat je niet moet toestaan om je een etiket te laten opplakken door anderen. ‘Helemaal voorkomen kunnen we het niet. Blijf reflecteren en nadenken. Blijf jezelf! Blijf terugduwen!’

‘Ik wil verandering. Een nieuw fundament, een harde ondergrond om op te staan’ schrijft Cankaya in Mijn ontelbare identiteiten, een soort universeel humanisme doorspekt met existentialisme, waarin iedere persoon als een uniek wezen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. Een combinatie van menselijke waardigheid, gelijkheid en niet-onderhandelbare principes die voor iedereen gelden. En dat we erkennen hoe de geschiedenis zich nog steeds herhaalt. ‘Neem verantwoordelijkheid voor jezelf en de ander.’

Politie

Cankaya is in 2011 gepromoveerd op een onderzoek naar diversiteit binnen de politieorganisatie, getiteld Buiten veiliger dan binnen. Hij deed ook onderzoek naar etnisch profileren: De controle van marsmannetjes en ander schorriemorrie. Hiervoor mocht hij met de politie meelopen. Van zijn belevenissen bij de politie wordt verslag gedaan, soms positief, soms negatief. Toen hij zich in het begin aan politiemensen voorstelde, kreeg hij verdacht vaak de vraag of hij wel gescreend was.

Eén keer liet een agente hem per ongeluk achter bij wat jongeren die net tot de orde waren geroepen. Ze dacht namelijk dat hij ‘bij hen hoorde’. Later maakte ze haar excuses, maar dit soort dingen verklaren de keuze voor de titel van het proefschrift: Buiten veiliger dan binnen. Het geeft aan dat Cankaya zich buiten veiliger voelde dan ‘intern’.

Aan de andere kant waren er ook mensen die voor hem in de bres sprongen. Zo was er een keer een dame die Cankaya zag en tegen de agenten zei dat zij naar binnen mochten, maar ‘hij niet’! Hierop antwoordde één van de agenten dat de vrouw mocht kiezen: Of de twee agenten gingen met Cankaya naar binnen, of niemand ging naar binnen. Cankaya mocht mee naar binnen.

Geen blauwdruk voor ‘je identiteit’

Mijn ontelbare identiteiten is geen blauwdruk om je identiteit te vinden, maar Cankaya wil een denkproces op gang brengen, vertelt hij. ‘Ik wilde dat het boek veel thema’s zou bevatten en vragen zou oproepen. Soms ontvang ik mails van lezers die me vragen wat ik nu met het boek wil en dat het fijn was als ik antwoorden had gegeven. Maar die moeten lezers juist zélf geven! Het is niet de bedoeling dat ik alles voor hen inkleur. Wat mensen precies denken, kan ik evident niet bepalen. Ik hoop natuurlijk wél dat zoveel mogelijk mensen niet racistisch worden!’

Oeigoer in Nederland spreekt na zes jaar zijn broer in China: ‘Hij was bang’

0

De in Nederland woonachtige Oeigoerse activist Abdurehim Gheni sprak na zes jaar weer met zijn broer in China, zo vertelt hij aan de Kanttekening. In China zitten meer dan een miljoen islamitische Oeigoeren gevangen in ‘heropvoedingskampen’. NGO’s beschuldigen China van ‘culturele en demografische genocide’.

‘Mijn broer en ik hebben elkaar al zes jaar niet gesproken’, zegt Gheni. ‘Maar opeens werd ik dinsdag door hem gebeld, nadat ik weer had gedemonstreerd bij de Chinese ambassade in Den Haag.’

Abdurehim Gheni besloot deze zomer bij de Chinese ambassade te demonstreren, omdat hij zes jaar niets meer van zijn negentien familieleden die nog in China wonen had gehoord. Omdat hij op 14 augustus bij de ambassade naar binnen ging, wat officieel niet mag, werd Gheni gearresteerd door de Nederlandse politie en kreeg hij een boete van 1000 euro.

Gheni vindt de timing van het telefoontje van zijn broer opvallend. ‘De afgelopen jaren heb ik vaak geprobeerd om mijn familie in China te bellen, ook mijn broer. Maar ze namen nooit op. En nu opeens word ik door hem gebeld. Dat komt denk ik omdat ik voor de Chinese ambassade aan het demonstreren was. Mijn broer moest mij bellen van de autoriteiten. En hij werd afgeluisterd.’

Abdurehim Gheni, die in de auto zat toen hij werd gebeld, sprak twee minuten met zijn broer. Toen hij thuis kwam belde hij zijn broer in China terug. Hij besloot het gesprek op te nemen. Zijn broer vertelde dat het goed met hem ging, en ook met hun ouders. Een andere broer had echter zeven jaar gevangenisstraf gekregen, omdat hij op het internet naar nieuws van buitenlandse media had gekeken. Maar met zijn vrouw en kinderen ging het ook goed.

‘Op gevoelige vragen durfde mijn broer echter geen antwoord te geven’, vertelt Abdurehim Gheni. ‘Toen ik hem vroeg of hij in een concentratiekamp had gezeten, zei hij niets. Hij was bang. Ons gesprek was niet veel later ook afgelopen. Hij vroeg mij ook om te stoppen met demonstreren, maar dat wil ik natuurlijk niet doen. Ik blijf doorgaan.’

Het verhaal van Gheni lijkt heel erg op dat van Gulzire Taschmemet, een Oeigoerse activiste uit Duitsland. Zij werd in mei ‘opeens’ gebeld door haar zus Gulgine, die net vrijgelaten was uit een zogenoemd heropvoedingskamp. Tijdens dit gesprek, dat door de Chinese autoriteiten werd afgeluisterd, zei Gulgine tegen haar zus in Duitsland dat ze moest stoppen met actievoeren.

‘Ik ben bang dat mijn videogesprek met mijn familie gebruikt wordt door Beijing als troef zodat ik mijn mond houd. Ik ben ook bang dat alle gevoelige dingen die ik en public zeg ervoor kunnen zorgen dat mijn familie wordt teruggestuurd naar de heropvoedingskampen’, zei Gulzire tegen Deutsche Welle.

Marokko neemt nieuwe stap in erkenning Berbertaal

0

Marokko heeft een belangrijk besluit genomen in de erkenning van het Tamazight, de taal van de Amazigh – beter bekend als de Berbers. Tifinagh, het Tamazight-alfabet, moet een plek krijgen in het onderwijs en in het openbare leven. Dit meldt Morocco World News.

Marokko gaat een ‘een permanente ministeriële commissie’ in het leven roepen, die verantwoordelijk is voor ‘het bewaken, evalueren en activeren van het officiële alfabet van de Amazigh-taal’ in Marokko, zo maakte de regering bekend.

Volgens antropologen bestaat het Tamazight-alfabet Tifinagh al meer dan tweeduizend jaar. In die tijd hadden de Amazigh twee onafhankelijke koninkrijken, Numidia en Mauretania, die aan het begin van onze jaartelling door het Romeinse keizerrijk werden geannexeerd.

Sinds het einde van de twintigste eeuw roepen Amazigh-activisten in Marokko op  tot de implementatie van Tifinagh in het openbare leven en voeren zij campagne voor de officiële erkenning van hun talen.

In 2001 richtte koning Mohammed VI het Koninklijk Instituut voor Amazighcultuur op. Het centrum ontwikkelde een modern Tifinagh-schrijfsysteem, genaamd Neo-Tifinagh, bestaande uit 33 verschillende karakters. Neo-Tifinagh is te vinden op borden en gebouwen in heel Marokko.

In de grondwet van Marokko uit 2011 werd Tamazight voor het eerst erkend als officiële taal.

Peiling: derde Republikeinse stemmers gelooft QAnon-complottheorie

0

Een derde van de Republikeinse stemmers in Amerika gelooft in de beruchte QAnon-complottheorie dat Amerika een ‘deep state’ zou hebben die een geheime oorlog voert tegen president Donald Trump. Dit blijkt uit een recente opiniepeiling, schrijft de Britse krant the Independent.

Volgens het opinieonderzoek door Daily Kos/Civiqs onder ruim 1.300 Amerikanen gelooft 33 procent van de Republikeinse stemmers dat de QAnon-theorie ‘grotendeels waar’ is. 23 procent is van mening dat de theorie deels waar is. Slechts 13 procent vindt dat de theorie onzinnig is.

Volgens de aanhangers van de QAnon-complottheorie bestaat er in de Verenigde Staten een linkse deep state, die samenzweert tegen Donald Trump. QAnon is de naam van een anonieme blogger, die samenzweringstheorieën verspreidde op alternatieve social media als 4Chan en 8Chan.

Aanhangers van zijn complottheorieën denken dat QAnon een klokkenluider is die voor de veiligheidsdiensten heeft gewerkt, een collectief is, of misschien president Trump zelf. Behalve aan een samenzwering tegen de president zouden leden van de deep state zich ook aan pedofilie en kannibalisme schuldig maken, geloven de diehard believers van deze complottheorie.

Trump zelf is blij met de QAnon-gelovigen, zo zei hij tegen journalisten die hem vorige maand vroegen naar zijn visie op deze complottheorie. ‘Nou, dit is nieuw voor mij, maar is dat een slechte of goede zaak? Weet je, als ik kan helpen de wereld te redden van enkele problemen, dan ben ik bereid om het te doen. (…) En dat zijn we eigenlijk aan het doen, we redden de wereld van een radicale linkse filosofie die dit land zal vernietigen, en als dit land weg is, dan zou de rest van de wereld volgen.’

Een kwaad woord over de doden

1

‘Geen kwaad woord over de doden’, dat is waarschijnlijk wat Sander van Walsum van de Volkskrant dacht toen hij een opgepoetst in memoriam schreef over de overleden kardinaal Adrianus Johannes Simonis. God hebbe zijn ziel, maar dat gaat zomaar niet. Als historici ‘onder mekaar’ lijkt het mij belangrijk het verleden in al haar naakte werkelijkheid te laten zien. Hoewel dat onmogelijk is, moet dat streven er wel zijn. Daar ontbreekt het nu dus aan in het te vriendelijke Volkskrant-artikel.

Zo benoemt Van Walsum de reputatie van Simonis als ‘hardvochtige kerkvader’, maar waaruit dat blijkt wordt niet verder ingevuld (hij was uitgesproken tegenstander van homoseksualiteit en feminisme). Het wordt in omfloerste termen gebracht: ‘Zeker Simonis eerbiedigde de dogma’s van Rome en de hiërarchische verhoudingen binnen de kerk. Maar in persoonlijke gesprekken, ook met dissidente geloofsgenoten, wist hij met zijn minzaamheid tegenstellingen te overbruggen.’

Ook wordt de doofpotaffaire met betrekking tot de misbruikschandaal in de katholieke kerk, waarover Simonis bij Pauw en Witteman ‘Wir haben es nicht gewusst’ zei, gereduceerd tot ‘een uiterst ongelukkige uitspraak’. Ja, ja. En de ‘ongelukkig’ verwoeste levens van kinderen in donkere kamers, denk ik dan.

Het softe beeld over Simonis was ook om twee andere redenen opvallend. Namelijk: de katholieke kerk in Nederland en moslims.

Om met het eerste punt te beginnen: er is op Nederlands grondgebied een geheel kerkelijk apparaat, waarvan ‘de hogere broeders’ door Rome worden benoemd, en die er zeer conservatieve ideeën op nahouden. Dit klinkt als, lijkt op en ruikt heel erg naar Diyanet-achtige praktijken van een lange arm, maar de ophef hierover ontbreekt. Nu kan je daar tegenin brengen dat dat al in de negentiende eeuw is gebeurd, met de populistische Aprilbeweging die zich keerde tegen het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Maar toch, het zou meegenomen kunnen worden in de Parlementaire commissie voor ongewenste beïnvloeding uit het buitenland.

Het volgende punt, waar ook niks over gezegd werd in de Volkskrant, is gevoeliger. In 2007 werd mijn zondagsrust namelijk gruwelijk verstoord door een uitzending van Buitenhof waar Simonis te gast was.

Elke keer als ik de naam Simonis hoor vallen, denk ik aan dat moment in 2007 toen hij Nederlandse moslims van zich afduwde

‘Het godsbegrip is totaal anders bij moslims dan bij ons’, zei de kardinaal. Ik zette het geluid wat harder. Het gesprek met Rob Trip, die nu trouwens bij het NOS Journaal zit – wat een kleine wereld – ging vooral over wat Wilders allemaal weer had uitgekotst en dat hij in het Zuiden van het land, waar veel katholieken wonen, veel aanhang heeft. Kan een katholiek dat allemaal wel in overeenstemming brengen met zijn of haar geweten? Hoewel Simonis stelling nam tegen de ‘verruwing’ en ‘verbaal geweld’ in de maatschappij, zei hij even later het volgende:

‘Ik blijf het altijd zeggen: uiteindelijk is de moslimgodsdienst, hoeveel respect ik er ook over heb, wezensvreemd aan onze cultuur.’

Daar was Trip even stil van, en reageert: ‘Dat is wel hard eigenlijk wat u zegt’. En of het hard was. Thuis zat ik te koken van woede. En had die uitspraak een bijzonder vervreemdend effect op mij. Elke keer als ik de naam Simonis hoor vallen, denk ik aan dat moment in 2007 toen hij Nederlandse moslims van zich afduwde.

Maar goed, gedane zaken nemen geen keer. En al mag Simonis de moslimgodsdienst als wezensvreemd aan onze cultuur hebben beoordeeld, de dood komt voor ons allemaal. En daar zullen we elkaar weer treffen, Simonis. Of niet.

Rust in vrede, broeder.

Coalitiegenoot van Erdogan wil doodstraf herinvoeren in Turkije

0

Devlet Bahceli, leider van de rechts-nationalistische MHP, wil dat Turkije de doodstraf herinvoert. De MHP zit samen met Erdogans AKP in de coalitie.

Volgens de MHP zou de herinvoering van de doodstraf ‘walgelijke en primitieve’ misdaden helpen te voorkomen, zegt Bahceli op de MHP-website.

‘Het is duidelijk dat er geen andere optie is in de strijd tegen misdaad en criminelen, die de drempel van angst hebben overschreden’, aldus de MHP-leider.

Bahceli verwees specifiek naar de herinvoering van de straf voor zedendelicten tegen kinderen en ‘pogingen om de grondwettelijke orde met geweld en geweld omver te werpen’.

Hiermee doelt hij uiteraard op de mislukte coup tegen president Erdogan in juli 2016, waar de Gülenbeweging de schuld van heeft gekregen.

In 2004 schafte Turkije de doodstraf formeel af, omdat het land anders niet zou worden toegelaten tot de EU. Om die reden stemde de MHP toentertijd voor afschaffing, ook Bahceli.

De Europese Unie heeft Ankara gewaarschuwd dat het opnieuw instellen van de straf het definitieve einde zou betekenen van de toetreding van het land tot de EU. De onderhandelingen met Turkije zijn nog niet formeel afgebroken, ondanks het feit dat Turkije de pers heeft gemuilkorfd, de macht van de president heeft vergroot en politieke tegenstanders vervolgt.

President Erdogan heeft vorig jaar gezegd de doodstraf weer in te zullen voeren, indien het parlement stemt voor herinvoering van de hoogste straf.

Nederland sluit zich aan bij Gambia in genocidezaak tegen Myanmar

0

Nederland en Canada sluiten zich formeel aan bij Gambia in de genociderechtszaak die het Afrikaanse land is gestart tegen Myanmar. Nederland wil dat de schuldigen van het geweld tegen de islamitische Rohingya berecht worden, schrijft de Arabische nieuwszender al Jazeera.

In een gezamenlijke verklaring zeiden de Canadese minister van Buitenlandse Zaken Francois-Philippe Champagne en zijn Nederlandse collega Stef Blok gisteren dat de twee naties de zaak die Gambia heeft aangespannen steunen, om ‘genocide te voorkomen en de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen’.

Champagne en Blok noemden de rechtszaak ‘van belang voor de hele mensheid’ en zeiden dat Canada en Nederland zouden helpen bij ‘de complexe juridische kwesties die zich naar verwachting zullen voordoen’ en speciale aandacht zullen geven ‘aan misdaden die verband houden met seksueel en gendergerelateerd geweld, waaronder verkrachting’.

Meer dan 700.000 Rohingya sloegen in 2017 op de vlucht voor het geweld in Myanmar. De meesten kwamen in vluchtelingenkampen in Bangladesh terecht. Volgens het Birmese leger was de militaire actie een reactie op aanvallen van gewapende rebellen, maar volgens onderzoekers van de Verenigde Naties werd de campagne uitgevoerd met ‘genocidale intentie’.

Champagne en Blok zeiden dat Gambia bij het indienen van de zaak bij de VN-rechtbank ‘een prijzenswaardige stap heeft gezet om een einde te maken aan de straffeloosheid van degenen die wreedheden begaan in Myanmar’.

Gambia diende de genocidezaak in november vorig jaar in bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Afgelopen december was Aung San Suu Kyi (foto), de huidige regeringsleider van Myanmar, in de Hofstad om haar land te verdedigen. Het Internationaal Strafhof deed nog geen definitieve uitspraak, maar zei in januari dat Myanmar eerst elk halfjaar moet rapporteren hoe zij een genocide tegen de Rohingya voorkomt.

Het kan nog jaren duren voordat het Internationaal Strafhof beslist of er daadwerkelijk een genocide heeft plaatsgevonden en wie daarvoor verantwoordelijk zijn.

Eind 2019 maakte minister Blok al duidelijk dat Nederland van plan was om Gambia te steunen met de rechtszaak tegen Myanmar. Eerder had Blok de mogelijkheid van een eigen, Nederlandse zaak tegen Myanmar onderzocht, maar dat lag volgens hem niet voor de hand, zo bleek uit gesprekken met andere landen.

Politieke jongeren: Nederland moet niet wegkijken van Oeigoeren

0

Negen politieke jongerenorganisaties in Nederland zijn in actie gekomen voor de islamitische Oeigoeren, die in China onderworpen zijn aan een streng regime. Ze willen dat Den Haag iets doet.

Het gaat om een actie van PerspectieF (ChristenUnie), het CDJA (CDA), de JOVD (VVD), de Jonge Democraten (D66), de SGPJ (SGP), de Jonge Socialisten (PvdA), DWARS (GL), PINK! (Partij voor de Dieren) en Oppositie (Denk). De JFVD (Forum voor Democratie) doet niet mee.

Hun campagne heet #NietWegkijken. Doel is om Den Haag en Nederland op te roepen tot actie om het lot van de Oeigoeren te verbeteren. Ze willen dat het kabinet onderzoekt of China kan worden aangeklaagd bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.

‘Een aantal Kamerleden spreekt zich uit, maar minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken komt niet verder dan het uiten van zorgen’, aldus voorzitter Pieter Dirk Dekker van de ChristenUnie-jongeren tegen het Nederlands Dagblad. ‘Het mag niet zo zijn dat wij wéten van deze verschrikkelijke onderdrukking, maar intussen gewoon doorgaan met het sluiten van handelsdeals.’

Den Haag doet te weinig, vinden de PJO’s, daarom zijn ze deze deze campagne begonnen. Op social media wordt er actie gevoerd, maar er is ook een online petitie gestart.

Naar schatting ruim een miljoen islamitische Oeigoeren zitten vast in heropvoedingskampen in de westelijke provincie Xinjiang, waar ze worden onderworpen aan een streng regime.

Voormalige gevangenen vertellen dat ze gedwongen werden om varkensvlees te eten – een zonde volgens de islam – ‘politieke lessen’ te volgen en communistische liederen te zingen. Het doel is dat ze hun islamitische achtergrond vergeten en in ‘gehoorzame Chinese burgers’ veranderen.

Terwijl hun mannen en vaders in deze gevangenissen zitten, krijgen Oeigoerse gezinnen elke twee maanden een week lang bezoek van een ambtenaar, berichtte Radio Free Asia eind 2019De ambenaren monitoren hoe deze gezinnen leven en wat hun politieke standpunten zijn. Ook scholen de ambtenaren hen bij in de Chinese taal en de gewenste politieke zienswijzen.

In de thuisbezoeken die vallen onder dit zogeheten ‘Pair Up and Become Family’-programma zouden Oeigoerse gezinnen gedwongen varkensvlees worden te eten en alcohol – ook haram – te drinken. Oeigoerenvrouwen zouden tevens verplicht het bed met mannelijke staatsambtenaren delen.

Tevens sloopt China moskeeen en verbiedt het baarden, onthulde de BBC vorig jaar. De Britse zender rept over ‘culturele genocide.’

Ook probeert via China via gedwongen sterilisaties en abortussen de Oeigoerse bevolking te beperken, meldde het internationale persbureau Associated Press onlangs. Sommige experts spreken daarom van ‘demografische genocide’.

Aan de president van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

0

De Turkse journalist en academicus Mehmet Altan raakte na de coup van 2016 zijn baan aan de Universiteit van Istanbul kwijt door een nooddecreet en zat bijna twee jaar in de gevangenis. Hij heeft nu een open brief aan Robert Spano geschreven, de president van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Spano is vandaag in Turkije om een eredoctoraat te ontvangen van diezelfde Universiteit van Istanbul. Mehmet Altan is jongere broer van Ahmet Altan, de beroemde schrijver en intellectueel. Ahmet Altan zit nog steeds in de gevangenis. Hieronder de in het Nederlands vertaalde tekst:

Beste president,

Er zijn meer dan zestigduizend individuele aanvragen vanuit Turkije ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Turkije staat op de tweede plaats na Rusland als het gaat om mensenrechtenschendingen.

Zoals u weet ben ik een van de burgers van de Republiek Turkije wiens grondwettelijke rechten werden geschonden, omdat mijn aanvraag werd beoordeeld onder uw voorzitterschap.

Op 20 maart 2018 schiep het EHRM, onder voorzitterschap van u, een precedent in universele wetgeving. Het EHRM oordeelde dat mijn recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid en mijn vrijheid van meningsuiting waren geschonden. Turkije werd veroordeeld.

Ik dank u en het Hof dat u voorzit voor dit oordeel. De wet trok aan het langste eind.

Beste president,

Uw oordeel over mij heeft een plaats in de geschiedenis van het EHRM.

Ergin Ergül, die namens Turkije in die zaak als rechter werd benoemd en de enige rechter was met een ander oordeel, voerde zulke argumenten aan dat u voor het eerst in de geschiedenis van het EHRM ‘een dissidente stem’ uitbracht tegen een dissidente stem (die van Ergül, red.). Voor het eerst in de geschiedenis van het EHRM, als ik mij niet vergis. En de andere leden volgden u.

Er werd aangekondigd dat u op 3 september 2020 Turkije zult bezoeken als gast van de minister van Justitie. Maar wat me verbaasde, was om te horen dat u een eredoctoraat krijgt van de Universiteit van Istanbul.

Ik herinner u het bovenstaande detail, als aanleiding om u te informeren over de staat van ‘de rechterlijke macht’ in Turkije en de ‘juridische opleiding’ in Istanbul.

Ik vraag mij af of u in gedachten houdt dat Ergin Ergül, tegen wie u, in naam van de universele wet, een dissidente stem moest uitbrengen, is afgestudeerd aan de Universiteit van Istanbul die u een eredoctoraat zal toekennen?

Uw secretariaat moet u zeker hebben meegedeeld dat de Universiteit van Istanbul ook aan Kenan Evren (de Turkse generaal die na de staatsgreep van 1980 president werd van Turkije, red.) een eredoctoraat in de rechten heeft verleend.

Beste president,

Ik heb 30 jaar lesgegeven aan de Universiteit van Istanbul, waar u een ‘eredoctoraat in de rechten’ zult ontvangen. En ik werd daar 27 jaar geleden professor.

Ik hoorde op televisie dat ik op 29 oktober 2016 bij wettelijk besluit van de universiteit was ontslagen. Dit, terwijl ik in mijn cel in de gevangenis zat, een maand nadat ik was vastgehouden als gevolg van de schending van drie artikelen van de grondwet. De mensen die u een eredoctoraat geven, zijn de mensen die mij en vele andere academici hebben ontslagen.

Ik werd niet vrijgelaten – ondanks het oordeel van het Constitutionele Hof, dat schendingen van drie afzonderlijke grondwettelijke rechten vaststelde en mijn vrijlating had bevolen. Als klap op de vuurpijl werd ik direct daarna veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Zelfs na het arrest van het EVRM, dat door u werd voorgezeten, dat er een schending van mijn rechten had plaatsgevonden, bevestigde het regionale gerechtshof van Istanbul mijn veroordeling. Ik bedoel te zeggen dat dergelijke schandalige gerechtelijke dwalingen niet ongebruikelijk zijn.

Uiteindelijk werd ik echter op 4 november 2019 vrijgesproken en werd mijn vrijspraak definitief, nadat het Hof van Cassatie had besloten tot mijn vrijspraak.

Maar mijn lopende zaak over mijn ontslag van de universiteit wacht nog steeds op behandeling door de 21e administratieve rechtbank van Ankara. In dat geval is de verdachte de Universiteit van Istanbul, waar u uw eredoctoraat ontvangt.

Ondanks de vrijspraak, ondanks de uitspraken van het Grondwettelijk Hof en het EHRM, ben ik er niet in geslaagd terug te keren naar mijn universiteit waar u een eredoctoraat krijgt.

De universiteit waar u uw doctoraat gaat halen, is ‘de beschuldigde instelling’ in de processen die zijn aangespannen door vele academici, die net als ik bij een wettelijk besluit werden ontslagen.

Deze procedures zijn aan de gang en het is aannemelijk dat ze ook voor het EHRM worden gebracht dat u voorzit. Maar in de tussentijd bent u een rechter geworden die een eredoctoraat heeft ontvangen van de universiteit van Istanbul. Ik weet niet zeker hoe verheugend het zou zijn om erelid te worden van een universiteit, die ten onrechte honderden academici de laan heeft uitgestuurd en tot werkloosheid en armoede heeft gedwongen.

Onder normale omstandigheden is het natuurlijk fijn om te horen dat u Turkije gaat bezoeken. Helaas is dat niet het geval.

Beste president,

Het EHRM garandeert onder uw voorzitterschap de bescherming van de vrijheden en rechten die zijn verankerd in het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens.

We willen geloven dat het EHRM, waarvan u de president bent, de rechten waarborgt van iedereen die onder zijn jurisdictie valt. Het is moeilijk te zeggen dat ons geloof altijd ongeschonden zal blijven.

Het Hof had prioriteit gegeven aan de aanvraag van Ahmet Altan, wiens romans zijn gepubliceerd in 23 landen, en die, ondanks de Covid-19-pandemie, al vier jaar achter de tralies in de Silivri-gevangenis zit. Jaren. Hoewel de rechtbank zeer goed bekend is met de inhoud van het dossier, hebben we helaas de afgelopen vier jaar gewacht op de inwerkingtreding van die prioriteit.

En natuurlijk zijn we ons terdege bewust van de moeite die wordt gedaan om te voorkomen dat de aanvraag van Ahmet Altan wordt herzien en te zorgen dat er geen definitieve uitspraak wordt gedaan over schendingen van rechten wanneer deze wordt aangenomen. Maar omdat dit niet de geschikte plaats is om dit te bespreken, geef ik hier liever geen commentaar op.

U bent ongetwijfeld vrij om uw eigen keuzes te maken. En het is duidelijk dat al uw keuzes zullen doorschijnen in toekomstige beslissingen en nieuwe gevolgen zullen hebben.

Ik wil u nu alvast welkom heten in Turkije, waar u een bezoek zal brengen als de president van een internationaal hooggerechtshof dat is gebaseerd op een afspraak waar de slachtoffers van de rechterlijke macht hoge verwachtingen van hebben.

Met vriendelijke groet,

Mehmet Altan

Dit stuk verscheen eerder bij Bianet en is voor de Kanttekening vertaald door Ewout Klei.

‘Erdogan vroeg generaals om Grieks schip tot zinken te brengen’

0

De Duitse krant die Welt beweert dat de Turkse president Erdogan uit was op een militair incident met Griekenland in de Middellandse Zee. De Turkse marine moest een Grieks schip kelderen, zo wil het verhaal.

Erdogan zou volgens die Welt op een confrontatie aansturen om op die manier in eigen land aan steun te winnen. Dankzij zijn repressieve bewind en de economische crisis, versterkt door de coronacrisis, zit Erdogan minder stevig in het zadel dan enkele jaren geleden.

De krant citeert Turkse militaire bronnen, die claimen dat Erdogan aan generaals zou hebben gevraagd een Grieks schip te kelderen – maar wel op zo’n manier, dat er geen doden vallen.

Toen de generaals zeiden dit niet te willen doen, zou van hogerhand zijn gesuggereerd om een Grieks jachtvliegtuig neer te halen. Ook hier zouden de generaals geen zin in hebben gehad.

Griekenland en Turkije liggen al langere tijd met elkaar in de clinch omdat Turkije meer gas wil boren in de Middellandse en Egeïsche Zee, wat de soevereiniteit van Griekenland en Cyprus zou schenden. De twee landen zijn allebei lid van de NAVO.