5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 742

Christenen in Zuid-India, al bijna tweeduizend jaar onder druk

0

De vijfduizend jaar oude peperhandel in Zuid-India zorgde in de Klassieke Oudheid voor een culturele uitwisseling tussen Oost en West en leidde tot de verrassende komst van het christendom naar India. Tot op de dag vandaag is deze peperhandel voor een belangrijk deel in handen van een christelijke gemeenschap in het zuiden van India, die claimt door de apostel Thomas te zijn gesticht. Ondanks een turbulente geschiedenis van vervolging, bekering en een koorddans op het flinterdunne draadje van het kastensysteem hebben deze christenen al bijna tweeduizend jaar standgehouden. Maar sinds president Modi en zijn BJP-partij in 2014 aan de macht kwamen, maken zij zich zorgen over het toenemende geweld tegen christenen en de ‘hindoe-nationalistische’ wind die door India waait.

Volgens de lokale overlevering kwam het christelijke ‘Woord van God’ niet pas recentelijk, maar bijna tweeduizend jaar geleden naar India. Degene die het evangelie zou hebben gebracht was de apostel Thomas – beter bekend als Ongelovige Thomas, omdat hij aanvankelijk twijfelde aan de opstanding van Jezus. De overlevering wil dat Thomas de kerk stichtte van de kustplaats Malabar, die vanaf de komst van de Portugese missionarissen – 1.500 jaar later – moest concurreren met de Katholieke Kerk. Hoewel de historische feitelijkheid van Thomas’ missie naar India in zowel wetenschappelijke als kerkelijke kringen ter discussie staat, bestaat er volgens de zogenaamde Thomaschristenen in de zuidelijke staat Kerala geen twijfel over zijn komst naar deze regio.

‘Of apostel Thomas hier echt is geweest? Het is niet eens een vraag voor ons’

Priester Darwin Peter (40) staat voor zijn kerk in het vissersdorp Chombala en glimlacht geduldig op de vraag of de apostel hier wel echt geweest is. ‘Het is niet eens een vraag voor ons. Er zijn geschriften uit de derde eeuw die het verhaal vertellen van zijn reis vanuit Jeruzalem, zijn aankomst hier en hoe hij aan onze kust de eerste Indiase kerken stichtte. Waarom zouden we daaraan twijfelen? Daarbij moet je dit soort teksten en gebeurtenissen niet langs de wetenschappelijke meetlat willen leggen. De magie vind je tussen de lijntjes door, maar die raak je kwijt als je haar probeert te vangen. Als we die weg inslaan, dan kan iedereen zijn of haar geloof wel opdoeken.’

Volgens deze derde-eeuwse geschriften, de Handelingen van Thomas, kwamen de twaalf apostelen na de dood van Jezus bijeen in Jeruzalem. Ze bepaalden via loting wie het evangelie in welk gebied zou verkondigen. Thomas kreeg India toebedeeld, maar weigerde omdat hij de taal niet sprak en zichzelf niet sterk genoeg achtte voor zo’n verre en gevaarlijke reis. Maar door een wonderlijke tussenkomst van Jezus belandde hij toch op een koopvaardijschip dat richting India zeilde en accepteerde hij zijn lot. De priester merkt vrolijk op dat ook nu nog veel mensen bang zijn om naar India te komen. ‘Maar’, lacht hij, ‘Kerala staat bekend als God’s Own Country. Zodra je hier eenmaal voet aan wal zet, ben je verkocht’.

Aramese en hindoeïstische invloeden

De zuidwestelijke staat Kerala is sinds mensenheugenis bekend bij handelaren vanwege zijn weelderige rijkdom. In de Oudheid stond de regio bekend als Malabar, wat in de lokale taal Malayalam – ‘berghelling’ – betekent. Kerala is een smalle landstrook aan de westkust van het Indisch subcontinent, aan de ene kant begrensd door de Arabische Zee en aan de oostzijde door het gebergte van de West-Ghats, met zijn ondoordringbare jungle. Er valt veel regen in dit gebied, waardoor het één van de meeste vruchtbare gebieden van India is. Kerala is rijk aan kokosnoten en tropisch fruit en aan specerijen als kaneel, kardemom, peper, nootmuskaat en kruidnagel. Ondanks de ruige overtocht meerden Babylonische, Assyrische en Egyptische schepen al ruim vijfduizend jaar geleden aan in kustplaats Muziris en andere havens van Kerala, op zoek naar deze kostbare specerijen. Daarna kwamen de Grieken, de Romeinen, de Joden en de Arabieren. Vanaf de zestiende eeuw werden er ook Europese handelsposten gesticht.

In de eerste eeuwen na Christus stonden de net-gekerstende Thomaschristenen al gauw vooraan in de peperhandel, aangezien de vroege christenen bekeerde Joodse handelaren en welgestelde brahmanen van de hoogste kaste waren, die beschikten over een groot handelsnetwerk. De kooplui in de handelsketen tussen de havens van Malabar en de keukentafels van de Europese adel beschermden hun monopolie op de peperhandel door de meest wilde en onwaarschijnlijke verhalen over herkomst van de specerijen te verspreiden. Hierdoor had het gros van de eindgebruikers niet het flauwste benul over het bestaan van het verre India – laat staan over het feit dat de dure pepers mogelijk geplukt werden door hun christelijke broeders, duizenden kilometer oostwaarts.

‘Zonder deze kleine peperbesjes had het christendom ons misschien nooit bereikt’

De lokale peperboer Shiju (38) loopt in hoge kaplaarzen door zijn peperplantage en vertelt trots over zijn product. ‘Deze pepers gaan al meer dan vijfduizend jaar alle wereldzeeën over en brengen ons al generaties lang voorspoed. Het is wel een gek idee dat de specerijen via vele tussenhandelaren vaak verder reisden dan de meeste kooplui zelf. Ik denk niet dat mijn voorouders konden vermoeden dat ze pepers oogsten voor rijke christelijke edelen in Europa.’ Shiju legt uit dat de apostel Thomas in het jaar 52 na Christus aankwam in Kerala. ‘Vermoedelijk zeilde hij mee op een Arabisch handelsschip en kwam hij terecht in een Joodse nederzetting aan de kust, waar hij de rijke families bekeerde. Het gewone volk volgde snel. We hebben veel te danken aan deze kleine peperbesjes, want zonder hen had het christendom ons misschien nooit bereikt.’

De komst van Thomas naar India is weliswaar moeilijk te bewijzen, maar toch is de anciënniteit van de christelijke gemeenschap onomstreden. De meeste historici houden het op de derde of vierde eeuw, toen Perzische christenen zich in Kerala vestigden om aan vervolging in eigen land te ontsnappen. Door de grote vraag naar specerijen in hun thuisland was het voor deze immigranten een logische stap om in de peperhandel te stappen. Deze pre-Portugese kerkgemeenschap bleef trouw aan de kerk in Perzië, die de Syrische, Arameestalige liturgie volgde. De kerk werd geleid door de patriarch van Ctesiphon, de hoofdstad van Perzië. Vrouwelijke Thomaschristenen dragen net als Syrisch-orthodoxe christenen een hoofddoek tijdens het bidden. Ook gebruiken Thomaschristenen de van oorsprong Aramese naam qurbana voor hun eredienst. Bovendien hebben veel families nog oude namen uit het oriëntaalse christendom, zoals Kurian, Stephanos en Markose.

De St. Thomas Church in Malayattoor, Kerala (Foto Tieme Hermans)

Naast deze elementen uit het Syrische christendom heeft ook het hindoeïsme grote invloed gehad op de vorming van de Thomasgemeenschap. Hoewel het kastensysteem officieel geen rol speelt binnen het christendom, werden de Thomaschristenen vanwege hun hoge afkomst en welgesteldheid gezien als pure of reine kaste. Dit betekende dat ze dezelfde privileges hadden als de hoge hindoekasten. Thomaschristenen zijn nog steeds bang dat hun gemeenschap ‘vervuild’ wordt door mensen van lagere kasten. Hierdoor is een ingewikkeld systeem ontstaan waarin christenen weliswaar niet met familieleden tot vier generaties terug mogen trouwen, maar waarin ze ook niet mogen trouwen met iemand van buiten de relatief kleine gemeenschap.

‘In mijn kerk wil ik er niets van horen’, zegt priester Darwin Peter, ‘maar in de praktijk worden christenen uit lagere sociale groepen als onrein beschouwd.’ Volgens hem toont deze angstvallige exclusiviteit aan dat de Thomaschristenen zich bewust zijn van hun kwetsbare positie. Christenen zijn een minderheid in India, waar de hindoes in de meerderheid zijn en waar de grote islamitische minderheid snel groeit.

Katholieke missionarissen

Vanaf de zevende eeuw raakte het oude netwerk van de specerijenroute langzaam in verval. Dit kwam mede door de Arabische veroveringen, waardoor het Perzische Rijk werd vernietigd en het Oost-Romeinse Rijk haar oostelijke provincies verloor. Christenen in het Midden-Oosten werden een verdrukte minderheid. In deze tijd kreeg het Zuid-Indiase christendom een sterk eigen karakter, die zeer door de Indiase, hindoeïstische omgeving werd beïnvloed. Christelijke kerken begonnen erg op hindoetempels te lijken.

‘Vergelijk onze kerk maar eens met de Shivatempel verderop’, zegt Shiju. ‘Er brandt altijd een olielampje, net als bij onze hindoeburen, en er staat een grote koperen mast voor de kerkdeur, die in tempels symbool staat voor het buiten houden van onzuivere elementen.’ De christenen hebben daarnaast veel rituelen overgenomen uit het hindoeïsme, zoals het stukslaan van een kokosnoot voor een altaar, als metafoor voor het vernietigen van je ego en het buigen voor God.

‘Velen van ons voelen zich onveilig’

In 1453 veroverden de Turken de Oost-Romeinse hoofdstad Constantinopel. De val van deze stad was voor West-Europese staten een reden om naar alternatieve handelsroutes op zoek te gaan. De Portugezen zochten een alternatieve passage naar India, die uiteindelijk leidde tot de ontdekking van de zuidelijke doorgang naar de Indische Oceaan via Kaap de Goede Hoop. In 1498 kwamen Vasco da Gama en zijn bemanning aan ten noorden van de stad Kochi in Kerala. De Portugezen waren zeer verrast dat in dit deel van de wereld ook christenen waren.

Met een zekere trots en gevoel van broederschap benaderden de Thomaschristenen Vasco da Gama en zijn bemanning, maar al snel bleek dat beide partijen een nogal andere vorm van christendom beleden. De Portugezen besloten daarom om missionarissen naar het gebied te sturen, om het ‘ware’ geloof te verspreiden. De meerderheid van de Thomasgemeenschap besloot om zich tot het katholicisme te bekeren. Ze volgen tegenwoordig niet de exacte Latijnse ritus, maar vormen hun eigen Syro-Malabarkerk, die valt onder de Oosters-Katholieke Kerk. De overige Thomaschristenen hebben de banden aangehaald met de Syrisch-Orthodoxe Kerk. Volgens priester Darwin Peter zijn deze orthodoxen de trouwste christenen, omdat zij niet gezwicht zijn voor het westerse christendom. Nog steeds is een groot deel van de peperplantages in handen van de christelijke gemeenschap en nog altijd staan de Thomaschristenen bovenaan de sociaaleconomische ladder van Kerala. Ze zijn het beste opgeleid en wonen in de beste huizen.

Een afbeelding van een Thomaschristelijk koppel, gemaakt door Portugezen die in de 16e eeuw India aandeden (Foto: Wikimedia Commons)

Diversiteit onder druk

De deelstaat Kerala is religieus divers en tolerant. Maar die tolerantie staat sinds 2014 onder druk, met het aan de macht komen van de hindoeïstische BJP-partij van president Narendra Modi. In India is het aantal geweldsincidenten tegen christenen de afgelopen vijf jaar bijna verdubbeld, aldus de christelijke organisatie Open Doors. De meeste incidenten vinden plaats in andere deelstaten, zoals Orissa, Uttar Pradesh en Gujarat, maar ook in Kerala nemen de spanningen toe. Nationalistische hindoegroeperingen hebben meer invloed gekregen in het politieke bestel van Kerala, tot grote zorg van kerkleiders als John Dayal (53). ‘De actiegroepen zijn erg agressief geworden, waardoor velen van ons zich onveilig voelen. Religieuze intolerantie hoort niet bij Kerala, waar mensen van verschillende gelovigen tweeduizend jaar in vrede met elkaar samenleven.’

Priester Jose Frank (69), die ik spreek bij de Thomaskapel in Kodungallur, vertelt dat er ook christenen zijn die radicaliseren. ‘Toen ik een keer de biecht afnam, bekende iemand dat hij een cakeje uit een hindoetempel gegeten had.’ Tegenwoordig worden moskeeën, tempels en kerken steeds schreeuweriger gerenoveerd en gemoderniseerd, vertelt hij. ‘Alsof we bevestiging nodig hebben van onze identiteit door zulke bombastische godshuizen te bouwen. Daarbij wijzen alle geloofsgroepen naar elkaar als er iets gebeurt, en wordt het een soort religieuze wapenwedloop die alleen maar slecht kan aflopen. Dit is de kiem voor fundamentalisme, waarin iedereen zich dieper ingraaft.’

Volgens de priester doen politici niets, behalve nog meer polariseren, en kijkt de politie bewust de andere kant op als er weer een incident heeft plaatsgevonden. ‘Ik maak mij grote zorgen. Wij, de ouderen, denken vaak terug aan die goede oude tijd, toen we met kerst koekjes gingen brengen bij onze hindoe- en moslimburen. Ik hoop dat deze storm van tijdelijke aard is en zo snel mogelijk voorbij waait, opdat de tolerantie waar Kerala zo bekend om staat weer terugkeert.’

Historicus Ronald Havenaar: ‘Onze democratie is vitaler dan cultuurpessimisten vrezen’

2

Doemdenken is weer helemaal in. Ons publieke debat lijkt te worden beheerst door pessimisme. Er zijn klachten over de Europese Unie, de vluchtelingen, de islam, verruwing van de omgangsvormen en niet te vergeten het klimaat. Is de ondergang van het Avondland aanstaande?

Historicus Ronald Havenaar, emeritus hoogleraar Geschiedenis van de Trans-Atlantische Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam, schreef over het hedendaagse doemdenken een nuchter boek: Naar de bliksem, maar nu nog niet. Zijn conclusie: ‘Doemdenkers hebben een fijne neus voor mankementen, als realisten wijzen zij op urgente problemen. Maar ze laten zich ook kennen als alarmisten, die gedreven door een passie voor ondergangsdenken overdrijven. Ze kondigen een apocalyps aan die vooralsnog ver voorbij de werkelijkheid ligt.’ De Kanttekening sprak met Havenaar over het hedendaagse ondergangsdenken, de angst voor de islam en de vraag in hoeverre de politici Thierry Baudet en Geert Wilders cultuurpessimisten zijn.

Uw boek gaat over hedendaags doemdenken. Waarom is dit denken weer helemaal terug in het politiek-maatschappelijke debat?

‘Hier is geen sluitend antwoord op, het is een moeilijke vraag. Het doemdenken is weer opgekomen na het einde van de Koude Oorlog. Met het wegvallen van de Sovjet-Unie in 1991 had het Westen geen tegenstander meer. Het communisme was altijd de grote tegenstander waartegen iedereen zich verdedigde. Nadat het communisme als concurrent verdween ging de democratie kritischer naar zichzelf kijken, omdat dat nu kon.’

‘Het cultuurpessimisme biedt in deze postmoderne tijden een nieuwe grote greep’

Maar hangt het cultuurpessimisme niet ook samen met Samuel Huntington en zijn clash of civilizations, die de islam tot nieuwe vijand bombardeerde, waartegen ‘wij’ weerbaar moeten zijn? De botsing der beschavingen als antwoord op het liberale vooruitgangsoptimisme van Francis Fukuyama en zijn ‘einde van de geschiedenis’?

‘Dat klopt inderdaad. Huntington was een van de eersten die na de val van de Muur en de Sovjet-Unie een pessimistisch geluid liet horen. Tegenwoordig is Fukuyama helemaal uit de mode. Het idee dat overal in de wereld de democratische krachten aan het winnen zijn, is op zijn retour. Het vooruitgangsdenken is nu echt in de knel gekomen.’

Waarom eigenlijk?

‘Dit komt door allerlei oorzaken. Vanaf de jaren tachtig stagneerde de verzorgingsstaat. Dit luidde ook het einde van het vooruitgangsdenken in dat welvaart steeds gelijker verdeeld zou worden door de staat. En dan heb je ook nog het postmodernisme, de filosofische stroming die het einde van de grote verhalen aankondigde. Het cultuurpessimisme biedt in deze postmoderne, postideologische tijden een nieuwe grote greep, het geeft samenhang en zin. Dat vinden mensen fijn, want ze willen graag grip krijgen op de vaak chaotische werkelijkheid.’

Is doemdenken vooral een ‘rechts’ thema?

‘Klimaat is nu duidelijk een thema van links. Wat ergens wel apart is, want het klimaat beheren is een conservatieve opdracht. Conservatisme komt van het Latijnse woord conservare, wat bewaren betekent.’

Is de paniek die je nu bij een deel van links ziet over het klimaat niet hetzelfde als de vluchtelingenpaniek bij rechts?

‘Paniekdenken heeft inderdaad verschillende varianten en wordt aan verschillende thema’s gekoppeld. Het is dus niet typisch ‘rechts’ of ‘links’.’

Het nieuwe boek van Ronald Havenaar (Foto: Prometheus)

Hoe verhoudt het doemdenken van nu zich eigenlijk met het cultuurpessimisme van de jaren dertig van de vorige eeuw, van conservatieve denkers als José Ortega y Gasset en Johan Huizinga?

‘De verschillen tussen het cultuurpessimisme van toen en nu zijn opvallender dan de overeenkomsten. Het huidige cultuurpessimisme is veel concreter. Het gaat over politiek en economie, de ontbinding van het Westen, de NAVO en de EU. Het is deels ook een technische analyse van de financiële crisis van 2008. Ortega y Gasset in La Rebelión de las masas (De opstand der horden, red.) en Johan Huizinga in In de schaduwen van morgen hadden het echter helemaal niet over deze thema’s. Dat is apart, want Europa kampte toen met een financiële en met een politieke crisis. Dankzij de economische crisis kon Adolf Hitler in Duitsland aan de macht komen. En er was een dreiging van een nieuwe oorlog. Maar Ortega y Gasset en Huizinga maken zich meer zorgen over het zedenverval. Ook Menno ter Braak, die waarschuwde tegen het nazigevaar, schreef veel over het verval van normen en waarden. Een ander verschil is trouwens dat Huizinga en anderen zich vooral zorgen maakten over het verval van de christelijke waarden, terwijl de cultuurpessimisten van nu vooral verontrust zijn over de multiculturele samenleving en het cultuurrelativisme. Dit zie je vooral terug bij Paul Cliteur.’

Over Cliteur gesproken: in het hedendaagse doemdenken spelen het ‘gevaar’ van de islam en immigratie een prominente rol. Waarom eigenlijk?

‘Hier zijn een paar verklaringen voor. De islam is een religie met een mannelijk elan, volgens de Franse schrijver Michel Houellebecq. Het christendom is dit elan kwijtgeraakt en is zwakker. Doemdenkers vrezen dat de westerse beschaving geen weerstand kan bieden tegen de islam. Daarnaast zijn doemdenkers bang voor de islamitische omgangsvormen. Dan gaat het vooral om de positie van de vrouw en de omgang met homo’s, zoals wij die in het Westen een aantal decennia hebben omarmd. Ten slotte is daar het punt van de demografie: moslims maken te veel kinderen volgens critici, wij te weinig. Dit is ook de boodschap van Thilo Sarrazin in Deutschland schafft sich ab (Duitsland schaft zich af, red.). We worden volgens hem overspoeld.’

U noemt nu een paar namen. Wie zijn eigenlijk de belangrijkste ondergangsdenkers op dit moment in Europa?

‘Houellebecq is natuurlijk heel belangrijk. Hij schrijft niet alleen over de islam, maar ook over onze, volgens hem, nihilistische maatschappij, waar het alleen maar draait om geld en de seks vreugdeloos is geworden. Ik vind de Britse filosoof John Gray de interessantste doemdenker, omdat hij het einde van de verlichtingsidealen aankondigt. Ook is hij van mening dat mensen zich tot het groene denken moeten bekeren. En dan heb je ook historicus Timothy Snyder, die zeer pessimistisch is over het politieke klimaat van onze tijd en zich grote zorgen maakt over de toekomst van de democratie. In Duitsland is naast Sarrazin Botho Strauss een belangrijke doemdenker. Hij maakt zich vooral zorgen over de massaconsumptie en hekelt de massacultuur. In Frankrijk, ten slotte, heb je naast Houellebecq ook Éric Zemmour van het geruchtmakende boek Le suicide français (De zelfmoord van Frankrijk, red.) en Michel Onfray van het boek Décadence (Decadentie, red.), waarin hij schrijft dat alle beschavingen sterfelijk zijn.’

En in Nederland?

In Nederland zijn Ad Verbrugge en Paul Cliteur als de belangrijkste cultuurpessimistische denkers. Ad Verbrugge beroept zich op Oswald Spengler (1880-1936, red.) en heeft er ook voor gezorgd dat zijn magnum opus Der Untergang des Abendlandes (De ondergang van het Avondland, red.) in het Nederlands is vertaald en uitgegeven. Daarnaast heb je Sid Lukkassen en Vossius, een pseudoniem van euroscepticus Pepijn van Houwelingen, maar ik neem hen intellectueel iets minder serieus. De ondertoon bij Lukkassen is: Sid kan geen vriendinnetje krijgen en dat komt door cultureel verval.’

‘Populisten zijn strijdbaar, cultuurpessimisten fatalistisch’

Welke rol spelen deze ondergangsnarratieven eigenlijk in het politieke verhaal van Geert Wilders en Thierry Baudet? En zijn zij zelf ook ondergangsdenkers?

‘Er bestaan duidelijke raakvlakken tussen cultuurpessimisme en politieke populisme. Die raakvlakken gaan over politieke thema’s. Net als cultuurpessimisten houden populisten zich bezig met thema’s als de Europese Unie, de islam, de huidige democratie en de elite. Er is echter een groot verschil in temperament. Populisten zijn strijdbaar, cultuurpessimisten fatalistisch. Wel is er natuurlijk een uitwisseling van ideeën en personen: bijvoorbeeld Thierry Baudet die een essay over Houellebecq schrijft en Paul Cliteur die senator wordt voor het Forum voor Democratie.’

De nieuwe editie van Oswald Spenglers Untergang des Abendlandes (Foto: Boekhandel Roelants)

In hoeverre hebben ondergangsdenkers eigenlijk een punt? De democratie is toch in gevaar? Mensen worden toch minder fatsoenlijk naar elkaar? Als gevolg van de polarisatie in de maatschappij wordt er toch minder waarde gehecht aan feiten?

‘Het uitgangspunt van mijn boek is dat cultuurpessimisten tegelijkertijd realisten en alarmisten zijn. Ze hebben een fijne neus voor reële problemen, maar ze blazen de zaak heel erg op. Het moet altijd misgaan, menen ze. Maar dit klopt gewoon niet. Er gaan ook veel dingen goed. Onze samenleving heeft veel veerkracht. Onze economie ook. De financiële crisis van 2008 was niet het einde. Het is door ingrijpen van de EU redelijk goed gekomen. Ook onze democratie is vitaler dan cultuurpessimisten vrezen.’

Waarin slaan doemdenkers volgens u de plank mis? Welk rationeel antwoord kun je deze ‘realisten’ bieden?

‘Cultuurpessimisten onderschatten de veerkracht van onze samenleving, van onze democratie. En meer filosofisch: geschiedenis is niet gedetermineerd maar heeft een open einde. Het geschiedenisbeeld van doemdenkers vertoont sterke parallellen met het christelijke geschiedbeeld, een geschiedenis die zich beweegt naar een eindpunt, de Apocalyps. Christelijke denkers zijn daarom vaak ook pessimistisch over deze wereld: de vier ruiters, de hoer van Babylon, de Antichrist. Maar net als het christendom bieden doemdenkers troost. In het geschiedbeeld van Oswald Spengler ‘klopt’ alles. Dit geeft, ook al is zijn visie heel pessimistisch, toch vertroosting. Want hij schept inzicht in tijden van grote verwarring. Hij komt weer met een groot verhaal in deze postmoderne tijd.’

Turkije ontslaat Koerdische burgemeesters vanwege ‘terreuractiviteiten’

1

Drie Koerdische burgemeesters in Turkije zijn ontslagen op verdenking van terreuractiviteiten, zo laat het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken weten.

De burgemeesters zijn lid van de pro-Koerdische partij HDP en voerden het bewind in delen van het grotendeels Koerdische zuidoosten van Turkije. Zij zouden hun posten hebben gebruikt voor ‘het ondersteunen van terroristische activiteiten’.

De Turkse overheid bedoelt daarmee de activiteiten van de PKK, die sinds 1984 een gewapende opstand voor Koerdisch zelfbestuur voert en – naast Turkije – door de VS en de EU wordt bestempeld als terroristische organisatie.

De bewijslast zou zijn gevonden tijdens onderzoeken waarbij gemeentelijke gebouwen zijn doorzocht, aldus het ministerie. De burgemeesters zijn ontheven uit hun functie en vervangen door tijdelijke gouverneurs.

Voor de burgemeestersverkiezingen van 31 maart, die door heel Turkije plaatsvonden, waarschuwde Erdoğan dat iedereen die banden met de PKK zou hebben uit functie gezet zou worden.

Adnan Selçuk Mızraklı, de ontslagen burgemeesters van de belangrijke regio Diyarbakır, zegt dat de Turkse democratie ‘verder naar beneden is gevallen’. Hij kreeg in maart nog 63 procent van de stemmen.

 

Miljoenen Indiase moslims dreigen staatsburgerschap te verliezen

0

In de Indiase deelstaat Assam lopen zo’n vier miljoen mensen – waarvan de meesten moslim – het risico hun staatsburgerschap te verliezen en tot ongewenste migranten te worden verklaard. Ze raken daarmee hun burgerrechten en stemrecht kwijt.

De Indiase jacht op ‘buitenlandse migranten’ is begonnen in Assam, een arme deelstaat in het noord-oosten en grenzend aan Myanmar en Bangladesh. In Assam zullen 33 miljoen inwoners met oude geboorteaktes of eigendomsbewijzen moeten aantonen dat zij of hun voorouders Indiase burgers waren vóór de oprichting van Bangladesh. Dat land brak in 1971 los van Pakistan, na zichzelf onafhankelijk te hebben verklaard.

De mensen in Assam dienen voor het einde van deze maand met bewijzen te komen dat ze voor 1971 in India woonachtig waren en niet in bijvoorbeeld Bangladesh. Maar dat is een lastige klus in het relatief arme Assam, waar in sommige delen papierwerk als geboortecertificaten slechts een recent verschijnsel zijn.

Inmiddels is er een voorlopige lijst bekendgemaakt van zij die door India als burger worden gezien. Maar vier miljoen mensen, voor het grootste deel moslims, ontbreken nog in dit National Register of Citizens (NRC).

Het lijkt erop dat hindoes die niet in het NRC-register terechtkomen zich – in tegenstelling tot moslims – geen zorgen hoeven te maken. Inmiddels is het Indiase parlement in rap tempo bezig om de Citizenship Amendment Bill 2016 aan te nemen. Deze wet regelt dat het makkelijker word voor migranten uit Pakistan, Bangladesh en Afghanistan om Indiaas staatsburger te worden, zo lang ze maar geen moslim zijn. Op die manier kunnen hindoes en andere niet-moslims die niet op het NRC voorkomen alsnog weer staatsburger worden.

Inmiddels is de Indiase overheid al begonnen met het arresteren van honderden mensen in Assam die immigranten zouden zijn. Ook is de overheid bezig om tribunalen en detentiekampen te bouwen langs de grens met Myanmar en Bangladesh.

De angst onder de mensen in Assam groeit met de dag, zeggen Indiase activisten en juristen. Zo zeggen zij dat de zelfmoordcijfers er oplopen vanwege de bekendmaking van een voorlopige lijst van burgers die gevangen zullen worden genomen.

Kritische oppositiepolitici en intellectuelen plaatsen de NRC-telling in Assam binnen een zogeheten ‘hindoenationalistische agenda’ van de in mei herkozen president Narendra Modi. Hij wil de pluralistische traditie van het religieus gemengde India beëindigen en van India een hindoeïstische natie maken, zeggen zij.

Twee weken geleden werden Jammu en Kashmir, de enige Indiase staat met een moslimmeerderheid, door president Modi van de buitenwereld afgesneden. Ook werd de autonome status van Kashmir ongedaan gemaakt en werden er zo’n tienduizend extra militairen richting Kashmir gestuurd.

Modi’s partij, de BJP, heeft al bekend gemaakt het NRC-beleid ook in de rest van het land te willen invoeren.

In gesprek met ‘Twitterpriester’ Jan-Jaap van Peperstraten

0

Jan-Jaap van Peperstraten is pastoor in Heemstede, maar bij het publiek daarbuiten was hij vooral bekend als de ‘Twitterpriester’ – met inmiddels meer dan 9.000 volgers. Sinds vorig jaar, toen het grootschalige kindermisbruik in de Amerikaanse katholieke kerk naar buiten kwam, treedt hij regelmatig op als spreekbuis van de katholieke kerk in Nederland. De Kanttekening sprak met Van Peperstraten over zijn liefde voor het pastoraat, de toekomst van de Kerk in Nederland en paus Franciscus. ‘Ik ben echt verbaasd dat er onder bepaalde orthodoxe groepen zoveel negativiteit is over Franciscus.’

Vorig jaar kwam je te boek te staan als de ‘Twitterpriester’. Hoe ging dat?

‘Het was de tijd dat de Amerikaanse puist barstte rondom het grootschalige kindermisbruik in de katholieke kerk. Ik was toen één van de weinigen die daarover preekte. Ik snap overigens wel dat niet iedereen hierover wilde preken. Het is rottig om erover te spreken. Maar ik vond toch dat het moest. Toen zette ik mijn preek online. Ik was al een hele tijd actief op Twitter. Dat geeft je toch een beetje een publiek profiel en dan kom je terecht in de Hilversumse rolodex. Toen de zaak rondom het misbruik in de kerk ontplofte kwamen media uit bij mij, ook omdat niemand anders de telefoon opnam. Het was midden in de zomer en er waren veel mensen afwezig. En ik dacht ook: ik kan maar beter reageren, anders komen ze misschien bij iemand uit die ongelukkige dingen gaat zeggen. Vorig jaar augustus, toen de misbruikcrisis op zijn hoogtepunt was, had ik twee of drie interviews per week.’

Hoe werd daarop gereageerd binnen de kerk?

‘Ik heb geen klachten gehoord en de bisschop was wel steunend. Toen het stof een beetje neergedwarreld was, heb ik wel een paar gesprekken met hem gevoerd. Ik kom redelijk uit mijn woorden – en schuw het ook niet om wat te zeggen. Maar ik wilde ook niet in de rol gedrukt worden van woordvoerder van het Bisdom. Daarnaast vertik ik het om als figurant of boksbal op te treden. Bijvoorbeeld als ze voor een talkshow een vooropgezet format hebben, waarbij je als priester tegenover een vijandige tafel wordt gezet rondom een controversieel onderwerp.’

Wat zijn de maatschappelijke thema’s waarvan jij vindt dat de kerk zich nadrukkelijker in zou mogen mengen?

‘Als theoloog zou ik zeggen: alles. Maar op het ene terrein valt meer te winnen dan op het andere. Milieu, migratie, en zeker de ontmenselijking van migranten, vind ik nu belangrijke thema’s. Sinds de publicatie van de brief van paus Franciscus over het milieu, Laudato Si, is het de kerk gelukt om een prominente deelnemer in dit debat te worden. Op andere thema’s – vooral als ze te maken hebben met seksualiteit – is de kerk volledig onzichtbaar geworden. Ik mis de stem van de kerk in bijvoorbeeld het debat over prostitutie. Maar ja, we zijn door alle misbruikschandalen zo besmet geraakt dat je dan wellicht meer kwaad dan goed doet, zelfs als je zinnige dingen zegt. Ik denk dat we in de Nederlandse kerkprovincie het misbruikdossier relatief goed hebben opgepakt door een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen. De aanpak met de Commissie Deetman werd door het Vaticaan echt als een voorbeeld gezien. Terecht ook, vind ik.’

Wat vind je eigenlijk van de huidige paus Franciscus?

‘Op zich ben ik wel blij met onze paus. Nu ben ik als priester natuurlijk altijd blij met de paus, maar ik ben echt verbaasd dat er onder bepaalde orthodoxe groepen zoveel negativiteit is over Franciscus. Op spiritueel niveau klopt dit ook gewoon niet. Onze paus Franciscus sluit goed aan bij de thema’s van nu: de zorg voor de ander, de zorg voor het milieu. Zijn invulling aan het pausschap past helemaal bij de sociale leer van de kerk. Milieurampen treffen de zwaksten en de armsten namelijk het eerst. De prioriteiten van paus Benedictus – de liturgie en het overleg met de Oosters-Orthodoxe kerken – waren ook belangrijk, maar zijn voor de gemiddelde buitenstaander een ver-van-hun-bed-show. Dus ik geniet nog even van Franciscus. Hij is ook een hele goede predikant. Hij preekt bondig en wat hij zegt is concreet toepasbaar.’

‘De Koran is niet van ons – dus het past ons niet om die uit te gaan leggen’

Welke rol spelen migrantengemeenschappen binnen de katholieke kerk in Nederland?

‘In de regio Amsterdam draait het grootste deel van de katholieke kerk inmiddels wel om migrantengemeenschappen. Binnen de kerk zijn er veel Afrikaanse gemeenschappen actief, Engelstalige, maar ook Franssprekende. In de Nicolaaskerk in Amsterdam heb je een grote Spaanstalige gemeenschap. Hier in de buurt, in Hillegom, is een Poolse parochie. In Heemstede hebben we vooral expats die naar de Engelstalige vieringen komen. In totaal gaat het binnen het Bisdom Haarlem om duizenden parochianen. In Noord-Holland komt volgens mij rond de veertig procent van de actieve priesters uit het buitenland.’

Is dat erg?

‘Nee. Migrantengroepen zijn katholiek en houden parochies draaiende, maar we moeten niet langs elkaar heen leven in het kerkelijk leven, zoals je soms ziet in Amsterdam. Het blijft wel een uitdaging om mensen samen te brengen die elkaars taal niet spreken.’

Welke rol speel jij als priester in de interreligieuze dialoog?

‘De interreligieuze dialoog kan heel zinvol zijn, maar in Heemstede heb ik er zelf niet zoveel mee te maken. De Nederlandse Bisschoppenconferentie heeft hele goed contacten met Joodse gemeenschap, maar de contacten met de islamitische gemeenschap zijn heel erg verwaaid. Moslims in Nederland zijn ook etnisch verdeeld. Wie is nu de gesprekspartner? Wie of wat is de islam? Moskeeverenigingen zijn geen kerkgenootschappen zoals wij die kennen. De islamitische religie heeft een heel een andere organisatiestructuur. We zijn als katholieke gemeenschap dol op inkaderen, maar niet ieder geloof heeft een systeem van kerkgenootschappen. Om een voorbeeld te noemen: het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap is er ook alleen maar omdat koning Willem I op een gegeven moment alles bij elkaar heeft geveegd en een gemeenschappelijk reglement heeft gegeven. Misschien is overleg in formele structuren dus niet altijd mogelijk. Zorg dan dat mensen elkaar kunnen ontmoeten.’

Wat heb je zelf met de islam?

‘Voordat ik op het seminarie begon heb ik in de Vlaamse stad Gent gestudeerd. Daar heb ik ook een module islam gevolgd, waar ik heel veel aan heb gehad. Er is momenteel van alles aan de hand in het Midden-Oosten. Er is ook niet één Midden-Oosten en er zijn meerdere islams. Die botsen soms met elkaar. Een kennis van mij heeft zich bekeerd. Na mijn reis naar Marokko vertelde ik hem dat ik een gevoel van herkenning kreeg toen ik Marokkanen kaarsjes zag branden bij islamitische heiligendommen. Maar hij vertelde dat dat helemaal niets met de islam te maken had. Ik zag wat anders, maar dat was dus niet zijn islam. Eigenlijk zijn de islam en het Midden-Oosten veel te grote onderwerpen om zo even wat over te zeggen. Ik ben ook geen Arabist. Wat de kerk sowieso niet doet, is zich zonder meer uitspreken over andere religies en hun geschriften. De Koran is niet van ons – dus het past ons niet om die uit te gaan leggen.’

‘Over twintig jaar zal misschien de helft van de katholieke kerk bestaan uit migranten’

Je werd van protestant een overtuigd katholiek, omdat de katholieke kerk beter zou passen bij hoe Jezus de kerk nu zou zien. Kun je dat toelichten?

‘Er wordt vaak voorbijgegaan aan hoe concreet de realiteit van de Kerk is. Men ziet de samenleving tegenwoordig vaak als een aggregaat van individuen. Zo zie ik het zelf niet. Ook de Kerk ontstijgt het individu. Het apostelencollege begreep zichzelf als meer dan een vergadering van individuen en er loopt een rode lijn tussen de apostelen en de eerste bisschoppen. Die zaten zo dicht op elkaar. Je kunt het christelijke geloof eigenlijk niet los zien van de gestructureerde vorm die er vanaf het begin aan zat. Dat is bij het protestantisme anders. Daar is de individualistische beleving belangrijker. Dat zie je ook aan alle kerkscheuringen waar protestantse gemeenschappen zo vatbaar voor zijn.

De katholieke kerk is ook een van de weinige omgevingen waar mensen uit hele verschillende leefomgevingen bij elkaar komen. Je vindt academisch geschoolden naast mensen die alleen de lagere school hebben afgrond. Bij de Protestantse Kerk in Nederland vind je dat trouwens ook nog, dat idee van een kerk voor iedereen, maar bij de remonstranten en oud-katholieken zijn de gemeenschappen sociaal homogener. Een vriend van me is ex-katholiek. Die vindt het heel fijn dat hij daar bijvoorbeeld over filosofie kan praten. Ik snap dat wel, maar het is toch jammer als de kerk een gemeenschap van enkel hoogopgeleiden zou zijn.’

Wat doet de kerk met jou persoonlijk?

‘Het katholicisme draait minder om wat het ‘ik’ vindt. Dat relativeert jezelf ook een beetje. Het gaat niet om mij. Daarvan ben ik diep doordrongen. Ik ga hier nu weg uit Heemstede en naar Alkmaar, iemand anders vervangt me. Dat geldt ook voor de Katholieke kerk. Er zijn goede tijden geweest, maar ook mindere tijden. Maar de kerk gaat altijd door. In Nederland hebben we het de laatste 120 jaar heel goed gehad als kerk. Perfect eigenlijk – ongekend in een geschiedenis vol strijd.’

Wat vind je het meest leuk of waardevol aan je werk?

‘Priester-zijn is iedere dag anders. Je weet niet hoe je dag begint of eindigt. Gisteren had ik eigenlijk een misdienaars-uitje, maar dan gaat je telefoon: of je even kunt langskomen bij een sterfbed. Dat vind ik heel bijzonder. Grensmomenten. De familie is erbij. Je mag het laatste sacrament toedienen en je ervaart de rust die dat geeft aan mensen. Je komt alles tegen in mijn werk. En ik hou erg van preken. Ik stop er veel werk in en ik kan het redelijk, maar ik wil er graag nóg veel beter in worden. Niet gewoon goed. Toen ik laatst een preek van drie jaar geleden teruglas schrok ik. Dat was geen preek, maar een lezing. Je moet niet te intellectueel preken, maar het is wel een intellectuele uitdaging om een goede preek te houden.’

‘De katholieke kerk heeft niks te zoeken bij partijen als de PVV’

Hoe ziet de katholieke kerk er in Nederland over twintig jaar uit?

‘Een goede kristallen-bol-vraag! Op papier hebben we vier miljoen katholieken. Ongeveer vijf tot tien procent daarvan is één keer per maand in beeld en twintig procent één keer per jaar. Zeg dat achthonderdduizend Nederlanders de kerk tenminste een keer per jaar van binnen zien. Nou, dat groepje is over twintig jaar veel kleiner, waarschijnlijk gehalveerd. Over twintig jaar zal wellicht ook een derde, of misschien wel zelfs de helft van de katholieke kerk in Nederland bestaan uit migranten. De kerk zal daardoor automatisch in de migrantendiscussie worden gezogen. Het zijn onze mensen. Je zal daar als Bisdom en kerk iets mee moeten. Daarom heeft de katholieke kerk ook niks te zoeken bij partijen als de PVV. Dat biedt uitdagingen, want je hebt ook alt-right-katholieken die achter het Forum aanhuppelen. Maar je kunt niet zeggen tegen de Afrikaanse parochie: wij zijn superieur, jullie horen er niet bij. Dat gaat niet.

We passen als kerk ook niet echt in de westerse, seculiere mal. Eerlijk gezegd weet ik niet of we echt klaar zijn om daar op een goede manier mee om te gaan. Men zal minder rekening met je houden als je kleiner wordt. Dat zie je nu al wanneer je kijkt naar het gemak waarmee politici, zelfs ontwikkelde mensen als Lodewijk Asscher, het recht op bijzonder onderwijs bij het oud vuil gooien. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat die grondrechten juist nu ter discussie komen te staan, omdat migranten er ook gebruik van willen maken. Daar moeten we iets mee. Ook als kerk. In Nederland zijn scholen heel vrij. Ze mogen zelf hun al dan niet religieuze identiteit invullen en dat verschilt nogal per school. Er is geen vast recept voor.’

Wat doe je met de zogenoemde ‘alt-right-katholieken’ die je tegenkomt – al dan niet online – die helemaal worden meegevoerd in een gepolariseerd wereldbeeld?

‘Kijk, Heemstede is geen erg uitgesproken parochie. Tegenpartijen hebben hier nauwelijks aanhang. In zekere zin is het een welvaartsreservaat. De meeste mensen stemmen braaf VVD. Het gaat wel prima zoals het gaat. Alkmaar is, denk ik, in iedere opzicht een stuk diverser. Het kan verleidelijk zijn om naar één groep mensen ‘toe te preken’, bijvoorbeeld mensen met radicale ideeën. Maar het doel van een preek is niet in de eerste plaats het ontlokken van sociaal wenselijk gedrag. Een preek maakt deel uit van de liturgie. En die gaat over onze relatie met God. Nu gaat dat niet zonder zorg voor de ander, je moet mensen wel inspireren om het goede te doen. Maar het is geen Postbus 51-campagne, zo van ‘Wee je gebeente als je geen zonnecellen op je dak legt!’

Het bespreken van actualiteiten in de preek luistert altijd nauw. Terrorisme stip ik altijd wel aan. Dan probeer ik mee te geven dat het nooit goed is wanneer we ons door onze eigen angst of boosheid laten gijzelen, of dat het niet goed is om jezelf te ‘entitled’ te voelen. Alsof je altijd alleen maar recht hebt op wind mee, en mooie dingen, en een gevulde bankrekening, of sociale erkenning. Het leven gaat vaak niet zoals je plant – dat is iets waar de kerk mensen mee kan helpen. Maar als je continu over politieke thema’s preekt, dan stompt dat af. Het kan ook gemakkelijk een trucje worden. Dat is voor jezelf niet goed – en ook niet voor je parochianen. Het verhaal klinkt dan misschien wel overtuigend, maar wanneer een preek uiteindelijk alleen maar een politieke boodschap is, blijft het spiritueel dun. Op Twitter ben ik iets strijdbaarder, ook wat politiek betreft, iets geëngageerder en ga ik er wat meer met het gestrekte been in.’

Welk effect heeft het voor de kerk wanneer meer priesters moderne communicatiemiddelen zouden gebruiken?

‘Je hebt als kerk niet meer de luxe om te zeggen: ‘die moderne media, die interesseren mij niet.’ In Nederland zie ik in dat opzicht nog wel veel ruimte voor verbetering. Het staat hier redelijk in de kinderschoenen. Ik probeer er mijn steentje aan bij te dragen. Ik twitter over mijn dagelijkse bezigheden en discussieer mee over de wenselijkheid van het bijzonder onderwijs. Of ik retweet de paus. Franciscus is een goede twitteraar, hij heeft de communicatie-afdeling van het Vaticaan redelijk opgeschud. Dat was ook wel nodig. De communicatie vanuit de kerk is nu duidelijker en het gaat allemaal een stuk sneller. Zo ontstaat er minder ruis.’

Racisme gaat nooit op vakantie

0

Wat hebben Donald Trump, racisme en vakantie met elkaar gemeen? Of laten we met een simpelere vraag beginnen: is Trump een racist? ‘Heb je onder een steen geleefd, het is toch duidelijk dat deze man een racist is?’ hoor ik sommigen al zeggen. Nee, de stormachtige opkomst van Donald Trump en zijn omstreden uitspraken zijn mij niet ontgaan. Maar ik behoorde tot nu toe tot een groep mensen die zijn uitspraken over Mexicanen en migranten uit islamitische landen eerder als ‘xenofoob’ en ‘islamofoob’ zou bestempelen, en niet als racistisch. Want het Mexicaan-zijn is geen ras, maar een nationaliteit. Hetzelfde geldt voor de islam: het is een religie, geen ras.

Ik moet bekennen dat het bij mijn karakter hoort om voorzichtig met het woord ‘racisme’ om te gaan. Dat is geen populaire houding in tijden waarin men strooit met het woord ‘racisme’ bij iedere omstreden uitspraak uit rechts-populistische hoek. Maar ik kan mijn karakter en opvoeding niet gemakkelijk veranderen, zij hebben mij gemaakt tot wie ik ben: iemand die dommige en omstreden uitspraken negeert en zich richt op zijn vak. Mijn opvoeding en mijn karakter leerden mij dat excellentie het beste medicijn tegen racisme is.

Uiteraard weet ik dat dit een mythe is. Een klein voorbeeld: twee jaar geleden wandelde ik van station Utrecht Centraal naar een congreszaal in het centrum van de stad, om daar een lezing te geven naar aanleiding van een artikel dat ik schreef in NRC. Bij de aankomsthal dacht een dame dat ik een zanger was en niet de spreker.

Ik kan met mijn witte vrienden een vorm van acceptatie en respect ervaren. Maar zodra ik mij buiten mijn bubbel begeef, ben ik niet meer dan een zwart lichaam dat voor een zanger of een schoonmaker wordt aangezien. Dat is een hardnekkig beeld dat ik helaas, ondanks mijn poging om te excelleren, niet kan negeren.

Het verklaart waarom zwarte mensen – als ze op de Nederlandse televisie zijn – vaak over racisme, entertainment of sport spreken. Het verklaart ook waarom ik na mijn recente televisieoptreden bij het Filosofisch Kwintet van zwarte moeders te horen krijg dat ze ‘trots’ zijn en dat ik een rolmodel voor hun kinderen ben. En het verklaart ten slotte bovendien helaas waarom er nu geen zwarte Nederlanders in de Tweede Kamer zitten en dat de meeste zwarte mensen die ik tegenkom op het Binnenhof en op de universiteit schoonmakers zijn.

De semanticus in mij wil geloven dat Trump ‘slechts’ een ordinaire xenofoob is

In een beruchte tweet, die hij eerder deze maand deelde met de wereld, stelde Donald Trump dat Ilhan Omar en drie andere ‘vrouwen van kleur’ in het Huis van Afgevaardigden – samen worden ze ook wel ‘the squad’ genoemd – beter terug kunnen naar hun landen van herkomst, als ze niet tevreden zijn met Amerika. Saillant detail is dat drie van deze dames – Ayanna Pressley, Rashida Tlaib en Alexandria Ocasio-Cortez – in Amerika zijn geboren. Ook saillant is dat Donald Trump zelf afstamt van Duitse migranten.

Eerder stelde Donald Trump dat Amerika ‘naar de hel gaat’, ‘mislukt’ en ‘ziek’ is. Maar Trump mag dat blijkbaar zeggen omdat hij wit is. Als de Democratische afgevaardigden kritiek hebben moeten ze ophoepelen naar hun ‘eigen land’. Op een rally scandeerde de menigte samen met Trump over de in Somalië geboren Omar: ‘Send her back!’.

Is Trump een racist? Of is hij een ‘fascist, een nazi’, zoals Ilhan Omar en het Duitse toonaangevende Duitse tijdschrift Stern hem noemen? De semanticus in mij wil geloven dat Trump ‘slechts’ een ordinaire xenofoob, islamofoob en seksist is. Ik moet bekennen dat ik het moeilijk vind om het woord ‘racist’ toe te passen op iemand die het niet expliciet over ras heeft. Maar de realiteit leert dat als Omar een witte migrant uit Zweden was geweest, Trump op een heel andere manier over haar had gesproken.

Omar heeft, net als ik, een vluchtelingenachtergrond. Zij heeft hard gewerkt en is excellent in haar vak geworden. Iedereen met ogen ziet – ondanks haar excellentie – aan het einde van de dag anders wordt behandeld door haar witte landgenoten. Noem dat ordinair racisme. Ondanks de hitte, de komkommertijd en die prachtig foto’s van rustende lichamen op het strand, is racisme niet op vakantie. Feitelijk gaat racisme nooit op vakantie, hoe graag we dat natuurlijk ook zouden willen.

Te kritisch? Dan zit een vakantie naar Marokko of Turkije er niet meer in

0
De vakantietijd is voor de meeste Nederlanders een onbezorgde tijd. Maar voor veel nieuwe Nederlanders gaat die vlieger niet op, vanwege de politieke situatie in het moederland. Zij kunnen of durven zelfs vaak niet meer op vakantie naar het land waar zij het liefste komen, waar vaak nog familie woont. De Kanttekening sprak hierover met Marokkaanse, Koerdische en Turkse Nederlanders. ‘Er bestaat een reële kans dat ik word opgepakt.’

In 2016 en 2017 vonden in de Rif, in het noorden van Marokko, grootscheepse anti-overheidsdemonstraties plaats, gericht op een verbetering van de leefomstandigheden aldaar. Uiteindelijk besloot de regering de belangrijkste activisten van de zogeheten Hirak-beweging op te pakken. De leider van deze protestbeweging in de Rif, Nasser Zefzafi, is in 2018 tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Deze gebeurtenissen hebben ook gevolgen voor sommige Marokkaanse Nederlanders die met de zaak van Zefzafi en de zijnen sympathiseren. Zij durven hun moederland niet meer in omdat ze vrezen dat ze dan ook zullen worden opgepakt, zo blijkt uit een peiling van de website Republiek Allochtonië.

Majesteitsschennis

De Nederlandse Hirak-activist Amazigh Ayaou, die zich geen Marokkaan maar een Riffijn noemt, is een van hen. ‘Of ik opgepakt zal worden? Dat kun je natuurlijk niet voor 100 procent weten, maar de kans dat ik word opgepakt acht ik behoorlijk groot. Als ik word gearresteerd ga ik waarschijnlijk voor lange tijd de gevangenis in omdat de Marokkaanse overheid mij als onderdaan beschouwt. Ik heb op sociale media genoeg berichten geschreven waarin ik de koning belachelijk heb gemaakt. De autoriteiten hoeven dus geen valse aanklachten te verzinnen om mij achter de tralies te krijgen.’

Ayaou vindt het jammer dat hij niet meer naar de Rif kan. ‘Ik ben er geboren en getogen. Ik heb daar mijn familie en vrienden wonen. In 2015 en 2016 ben ik meerdere malen geweest, ik wilde er ook een onderneming opzetten, maar dat is nu wel van de baan. In 2017 was ik daar voor het laatst, voor een grote demonstratie.’ Volgens Ayaou zijn er dit jaar veel mensen die niet naar de Rif op vakantie gaan. ‘Ze doen dit of om Marokko te boycotten, of uit angst om gearresteerd te worden, of onder druk van hun familie.’

Klikmarokkanen

Ook Abdel Talhaoui gaat niet meer naar Marokko. ‘Ik durf nog wel, maar er bestaat een reële kans dat ik word opgepakt. Dit jaar zijn mijn schoonouders naar Nederland op vakantie gegaan, in plaats van dat wij hen in Marokko opzochten. Dat was wel zo verstandig.’ Vorig jaar was Talhaoui voor de laatste keer in Marokko. ‘Ik was er gewoon op familiebezoek. Ik heb er niet gedemonstreerd, ofzo.’

‘Mensen die echt kritisch zijn, volhardend zijn, die worden keihard aangepakt’

‘Ik weet niet of ik op lijsten sta’, vertelt Talhaoui. ‘Ik heb van anderen gehoord dat ik er wel op sta. Je hoort over mensen die er tijdens de paspoortcontrole worden uitgepikt door de douane, zoals die Belgische jongen (Wafi Kajoua, red.) die daarna in de gevangenis is beland. We zijn daarom erg voorzichtig geworden. Net als ‘klikturken’ heb je ook klikmarokkanen, die de namen van Marokkaanse Nederlanders die kritisch zijn over de koning en de onderdrukking van de Rif-beweging doorspelen aan de Marokkaanse autoriteiten. Ook de Marokkaanse consulaten in Nederland houden een oogje in het zeil.’

Arresteert Marokko iedereen die kritiek heeft op het regime? Volgens Talhaoui ligt het ingewikkelder. ‘De Marokkaanse regering is onvoorspelbaar en willekeurig, soms worden mensen opgepakt en soms niet, maar tegelijkertijd zit er in die willekeur wel een patroon. Je weet dat je op je hoede moet zijn. Schrijver Abdelkader Benali en historica Nadia Bouras hebben zich ook wel eens, voor de vorm, halfslachtig kritisch uitgelaten over de gang van zaken in Marokko, zonder daadwerkelijk actie te ondernemen. Zulke ‘kritiek’ wordt geaccepteerd. Ook een keertje demonstreren mag. Maar mensen die echt kritisch zijn, volhardend zijn, die worden keihard aangepakt, die worden als staatsgevaarlijk gezien. Je mag alleen kritiek hebben als je de grenzen kent.’

Politieposten

De Marokkaans-Nederlandse auteur Said Bouddouft was in april 2018 voor het laatst in Marokko. Hij durft er, in tegenstelling tot Amazigh Ayaou en Abdel Talhaoui, wel weer naartoe. ‘Ik ben op sociale media niet zo actief en doe ook geen felle uitspraken over wat er gebeurt in de Rif. Daarom zal ik niet worden opgepakt, denk ik. Ik schrijf soms wel kritische stukken over Marokko, maar zonder schreeuwerige statements. Dat is geen zelfcensuur, maar gewoon hoe ik erover denk. In Nederland heb ik wel meegedaan aan demonstraties om solidair te zijn met de Hirak-beweging, maar ik ben geen prominente activist.’

Maar als hij weer naar Marokko zou gaan, is Bouddouft meer op zijn hoede dan voorheen. ‘Kijk, het is na de arrestatie van Wafi Kajoua niet meer onschuldig. Dat moeten we ons wel realiseren. In mijn sociale omgeving zijn er ook mensen die niet meer naar Marokko durven te gaan, omdat ze op lijsten staan. Of omdat ze vrienden hebben die zijn opgepakt.’ Volgens Bouddouft kun je je vrijuit bewegen in de Rif, als Nederlandse Marokkaan. ‘Ze hebben geen zin in journalisten. Maar als je er niet zichtbaar als een Europeaan uitziet, dan kun je vrij reizen. Wel zijn er tegenwoordig veel politieposten in de Rif, het lijkt haast een oorlogstoestand nu.’

Foto: Stocksnap

Erdogan

Ook Turkije is voor veel Nederlanders inmiddels een no-go area geworden. President Erdogan, die na de coup van 15 juli 2016 zijn macht heeft verstevigd en dissidente geluiden en masse de kop indrukt, wordt gevreesd door Nederlanders met hele verschillende achtergronden. Omdat ze uitgesproken pro-Koerdisch zijn – zoals het onlangs vrijgelaten SP-raadslid Murat Memis – of als links-seculier bekend staan, of omdat ze bij de Hizmetbeweging horen van Fethullah Gülen, de Turks-Amerikaanse geestelijke die door Erdogan wordt aangewezen als het brein achter de mislukte coup. Of omdat ze gewoonweg kritiek hebben geuit op Erdogan, zoals publiciste Ebru Umar die in het voorjaar van 2016 wekenlang werd vastgehouden. Twee weken geleden nog startte het Turkse openbaar ministerie een nieuwe zaak tegen haar vanwege ‘belediging van het Turkse volk via uitingen op Twitter, in columns en interviews’. De zaak is gebaseerd op aangiftes door vier Turkse Nederlanders – zogenoemde ‘klikturken’.

Memis en Umar zullen Turkije niet snel meer ingaan. Hetzelfde geldt voor talloze andere Nederlanders die op enige wijze niet fan van Erdogan zijn. Niet voor niets luidt het reisadvies van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken: ‘Bij controles door de Turkse overheid kan, als verdenking bestaat van betrokkenheid bij organisaties die Turkije als terroristisch beschouwt, onder andere op vliegvelden, uw telefoon of andere elektronische apparatuur worden onderzocht. De Turkse overheid kan u vervolgen voor uitingen die buiten Turkije zijn gedaan, ook op sociale media. Houd hier rekening mee als u naar Turkije reist.’

‘Net als ‘klikturken’ heb je ook klikmarokkanen’

Koerden

De Koerdische Songul (achternaam bij redactie bekend, red.) kan erover meepraten. In 1990 ontvluchtte Songul met haar gezin het linksgeoriënteerde Dersim, in het oosten van Turkije. Haar broer werd er vanwege zijn linkse politieke activiteiten ter dood veroordeeld. Ze kwamen in Nederland terecht, waar Songul uiteindelijk actief werd voor de Koerdische koepelorganisatie DemNed en de Nederlandse tak van de pro-Koerdische partij HDP, die in het Turkse parlement vertegenwoordigd is.

Songul kon de laatste jaren elk jaar ongestoord op vakantie in Turkije – totdat de HDP bij de Turkse verkiezingen van 2015 goed scoorde en Erdogan van een absolute meerderheid afhield, zegt ze. De strijd tegen de PKK werd hervat, sommige Koerdische burgemeesters werden afgezeten en verscheidene Koerdische parlementariërs, waaronder HDP-leider Selahattin Demirtas, werden opgepakt. Ze worden door de Turkse overheid beschuldigd van ‘het ondersteunen van een terroristische organisatie’, waarmee de gewapende Koerdische PKK-strijders worden bedoeld.

Songul was in 2016 voor het laatst in Turkije, bij de begrafenis van een neef. Een nare gebeurtenis vormde voor haar het bewijs dat ook uitgesproken Koerden uit het buitenland in Turkije in moeilijkheden kunnen komen. ‘Een andere neef van mij wilde vanuit Duitsland naar de begrafenis komen. Maar hij werd bij de grens tegengehouden en teruggestuurd. Op zijn mobiel stond een foto van mijn neef samen met Demirtas, die kort daarvoor Duitsland had bezocht.’

‘Ik heb al gezegd dat als hij komt te overlijden, ik niet kan komen’

Songul en anderen rondom HDP Nederland worden actief gevolgd, vertelt ze. ‘Twintig ervan zitten nu vast in Turkije, op verdenking van ‘banden met een terroristische organisatie’. Volgens Songul gaat het hier niet alleen om mensen met een uitgesproken mening, maar zitten er ook mensen bij die ‘weleens een muziekavond bijwoonden’. Zelf krijgt Songul op sociale media soms berichten van onbekenden met Turkse namen, die zeggen dat ze het niet moet wagen om nog naar Turkije te gaan.

Mist Songul Turkije ondertussen niet enorm? ‘Heel lang heb ik mezelf voorgehouden dat ik het niet mis. Maar ik verlang er de laatste tijd toch weer naar, de mensen, de mooie natuur…’, verzucht ze. Haar broer is terugverhuisd naar Turkije en werd alsnog berecht, maar kreeg amnestie. Inmiddels is hij ernstig ziek. Ze zou hem maar wat graag willen opzoeken. ‘Maar ik heb al gezegd dat als hij komt te overlijden, ik niet kan komen.’

Links

Zeki Arslan is onderwijs- en integratie-expert. Hij kwam als jonge linkse Turk naar Nederland, vlak voordat het Turkse leger in 1980 een staatsgreep pleegde. Na die andere beruchte coup van drie jaar geleden moeten linkse Turken, als tegenstanders van president Erdogan, nu meer op hun tellen passen. Hetzelfde geldt voor linkse Turkse Nederlanders die op vakantie gaan naar Turkije, vertelt Arslan. ‘Degenen uit mijn netwerk die weggaan, bellen op met de boodschap: let even op mij, ik ga die kant weer op.’ Vlak na de coup van 2016 konden sommige linkse Turkse Nederlanders het land niet in – al willen die niet in de publiciteit, zo weet hij.

‘Mensen hebben de indruk dat ze in gaten worden gehouden. Vooral degenen die politiek actief zijn, zijn wat onrustiger’. Arslan kent voorbeelden van linkse Turkse Nederlanders die er zelfs van hebben afgezien om Turkije binnen te komen. Heel problematisch, stelt hij: ‘Het gaat niet alleen om vakantiebezoeken, maar ook om noodsituaties, zoals begrafenissen.’ Gelukkig lijkt de onrust met het verstrijken van de jaren sinds de coup wel wat te zijn afgenomen. ‘Dit jaar is niemand die ik ken in moeilijkheden gekomen, al zijn er nog steeds wel zorgen’.

Hizmet

Ondernemer Ahmet Taskan gaat niet meer naar zijn moederland Turkije, waar hij vaak kwam voor vakantie, zaken en familie. Het keerpunt: toen president Erdogan vijf jaar geleden begon met het oppakken dissidenten, nadat hij de overheid, de rechterlijke macht en de media al naar meer naar zijn hand had gezet. Erdogan had via een referendum in 2010 de grondwet op vele punten gewijzigd, wat hem armslag gaf om dit te doen.

‘Velen, ik ook, waren daar eerst niet bewust van. We dachten dat hij de ruimte die ontstond zou gebruiken om de democratie en de rechtsstaat te verstevigen. Maar hij heeft deze helaas benut om zijn eigen positie te verstevigen en de democratie, de rechtsspraak en de media te verzwakken en ten dele te vernietigen. Hij heeft overal zijn eigen mannetjes neergezet’, vertelt Taskan. ‘Ook begon hij met zijn propaganda, waarin hij – ten onrechte – hemzelf en zijn AKP vereenzelvigt met de Turkse staat, het Turkse volk en het Turkse land.’

‘Degenen die weggaan, bellen op: let even op mij, ik ga die kant weer op’

Sindsdien schuift Taskan zijn kritiek op Erdogan niet onder stoelen of banken, ook niet in de media. Hij denkt dat hij daarom op de lijsten van de Turkse overheid staat, ‘net als duizenden andere Turkse Nederlanders’. Er zitten al enkele tientallen Turkse Nederlanders vast in Turkije, schat hij. Ook vermoedt Taskan dat hij bij het bellen naar Turkije wordt afgeluisterd. Daarom vindt hij het niet verstandig om nog naar Turkije af te reizen. Daarbij: ‘Er geldt daar nu een soort omgekeerde bewijslast, waarbij je zelf moet aantonen dat je níet schuldig bent. Nou, doe dat maar eens. En er zijn lange wachtlijsten, waardoor je zo zes maanden in voorarrest zit.’

Taskan is aanhanger van Fethullah Gülen, de Turks-Amerikaanse geestelijke die de Hizmet-beweging leidt en door Erdogan wordt gezien als het brein achter de mislukte staatsgreep van 2016. Mensen die in Turkije worden opgepakt, worden er veelal van beschuldigd bij Hizmet te horen en iets met de coup te maken te hebben. Dit maakt ook veel Hizmet-aanhangers in Nederland bezorgd, zegt Taskan, maar hij nuanceert: ‘Niet iedereen staat op de lijsten. Sommigen gaan gewoon op vakantie en keren ook weer terug.’ Al doen zij er goed aan om de verwantschap met Gülen en kritiek op Erdogan stil te houden, zodat hun naam niet wordt doorgegeven door ‘klikturken’ en de staat hen niet opmerkt. ‘Zij die dit wél openlijk doen, die zouden beter niet kunnen gaan’, adviseert hij.

Taskan mist Turkije. ‘Natuurlijk: ik ben er opgegroeid. Maar ik ga nu naar andere landen en je ziet zo nog eens wat van andere culturen’ – zo was hij laatst nog in Noorwegen. Ook denkt hij dat Erdogan binnenkort passé is. Niet door een staatsgreep, wat Taskan – verwijzend naar de coup van 2016 – ‘verwerpelijk’ zou vinden: ‘Hij moet democratisch van zijn troon worden gestoten’. Taskan ziet de recente burgemeestersverkiezingen in Istanbul, waar Erdogans AKP voor het eerst in bijna twintig jaar verloor, als teken aan de wand. ‘Mensen beginnen de AKP zat te worden. Vooral jongeren willen geen onderdrukking meer. Langzamerhand ziet Turkije hoe fout Erdogan is.’

 

Nederland is niet alleen van de rijke witte mannen

0

Er is enorme schaarste op de woningmarkt. Voor veel Nederlanders is het bemachtigen van een eigen woning kansloos en huren een lijdensweg van jaren. Bij Nederlanders met een migratieachtergrond komt daar nog discriminatie bovenop. Hoog tijd om meer met elkaar samen te werken, om de sociale kwestie van de eenentwintigste eeuw aan te pakken.

Elke week app ik twee huizen van Woningnet naar een vriend. Al zeker meer dan een jaar nu. Het is een ritueel geworden sinds ik plek 30 of 40 begon te naderen: hoeveel millimeters heb ik deze week weer gemaakt? Mijn vriend reageert er bijna nooit op. Waarom zou hij? Je kan hoog of laag springen – wachten zal je, voor een sociale huurwoning in Amsterdam. De gemiddelde wachttijd is veertien à vijftien jaar. Dat is makkelijk gezegd. Maar er zit veel pijn en woede in die vijftien jaar.

Mijn broer herinnert zich nog goed dat ik tegen mijn moeder schreeuwde: ‘Als ik achttien ben, ga ik oprotten uit dit huis!’ Ik mocht niet naar het schoolfeest, maar ging toch stiekem – zoals bij zo veel dingen die niet mochten. ‘Je woont er nog steeds’, wrijft mijn broer er af en toe weleens in. Maar die vlieger gaat ook voor hem op. En voor anderen. Als dertigers zitten we bij onze ouders op schoot. De vernedering is compleet.

Wie is voor deze schandalige toestand verantwoordelijk? En waar ligt de verlossing? Vaak wordt gewezen op vluchtelingen die, ‘vers uit het azc’, een urgentieverklaring en een woning krijgen. Hoewel ik die reactie kan begrijpen voor mensen die al jaren op de wachtlijst staan, is het een afgunstige zondebokanalyse. De lange wachttijden bestonden immers al lang voordat de vluchtelingen in 2015 hier ‘in groten getale’ aankwamen. Neen, voor het lange wachten moet men de hand toch in eigen boezem steken.

Terwijl één man zesduizend woningen bezit, zijn er duizenden Nederlanders die niets hebben

Uit nieuw onderzoek door de Volkskrant blijkt dat het aantal huurhuizen, dat in bezit is van de grootste particuliere eigenaren, in tien jaar tijd met 22,3 procent is gestegen. ‘Ook grote institutionele beleggers kochten de afgelopen jaren huurhuizen bij. Woningcorporaties hebben onder druk van de overheid juist bezit verkocht’, meldt de Volkskrant. Dus terwijl er enorme schaarste is in de sociale huursector, worden er nog steeds woningen daaruit onttrokken. Waanzin! Er moet fors meer gebouwd worden, vooral sociale huurwoningen.

Ook is het schokkend om kennis te nemen van huisjesmelkers die steeds meer bezit vergaren. De Volkskrant typeert ze als volgt: ‘De grootste particuliere huurbazen zijn mannen van middelbare of hogere leeftijd. Ze zijn selfmade en begonnen vaak met één of twee pandjes.’ Zo heeft Aat van Herk, nummer 1 op de lijst, bijna zesduizend woningen in bezit, die samen 1,2 miljard euro waard zijn. Voor de goede orde: terwijl één man zesduizend woningen bezit, zijn er duizenden Nederlanders die niets hebben. Geen wonder dat Van Herk nooit interviews geeft, zulke wetenswaardigheden van ongelijkheid negeer je het liefst als fat cat.

Overigens – en dit benoemt de Volkskrant weer niet – is de lijst met de tien grootste particuliere verhuurders helemaal wit: Aat van Kerk, Harry Hilders, de familie Grouwels, Erven Henk Stienstra, Martin van Wettum, Chris Thünnessen, André Daelmans, de Stichting Familie Schopman, Cock van Mourik en Marc Verhagen. Dit staat in schril contrast, dacht ik, met de mensen die ik tijdens mijn woningbezichtiging – de eerste in drie jaar tijd alweer – zag, vorige week. Dat waren allemaal mensen met een migratieachtergrond. Er was maar één witte man bij: dat was de huismeester, die ongeduldig onze namen afvinkte.

Vorig jaar bleek uit onderzoek van de Groene Amsterdammer dat aspirant-huurders met een niet-Hollandse naam significant minder positieve reacties krijgen als zij op een woning reageren dan mensen met een Hollandse naam. Alsof de schaarste niet genoeg is, komt deze discriminatie er nog bij. Woningcorporaties of andere verhuurders die discrimineren moeten hard aangepakt worden met boetes. Elke dag die wij langer moeten wachten – vanwege onze afkomst of sociaaleconomische positie – is één onbetaalbare dag te veel. Nederland is niet alleen van de rijke witte mannen. Nederland is van ons allemaal.

Erdogan koopt Russische raketten en dreigt uit NAVO te stappen, Trump twijfelt

0
De Amerikaanse president Donald Trump durft het niet aan om harde sancties te treffen tegen Turkije, dat Russische raketten heeft aangeschaft. Hij wil onderhandelen. Dit meldt the Washington Post.

Turkije heeft begin deze maand de eerste scheepslading met onderdelen voor S-400-raketten uit Rusland ontvangen. Als deze raketten ingezet zouden worden naast de 100 F-35-jachtvliegtuigen, die Turkije graag van de Verenigde Staten wil kopen, dan kunnen de Russen toegang krijgen tot gevoelige tactische informatie over dit nieuwe Amerikaanse vliegtuig. Dit maakt het vliegtuig kwetsbaar in luchtgevechten. De Amerikanen hebben om die reden Turkije uit het F-35-programma gezet.

Trump houdt vast aan deze beslissing, maar wil geen verdere sancties aan Turkije opleggen om de Amerikaanse strategische positie in het Midden-Oosten niet in gevaar te brengen.

Dat Trump zo voorzichtig is komt omdat Erdogan op de top van de G-20 in Osaka, eerder deze maand, gedreigd heeft om uit de NAVO te stappen. Ook zei de Turkse president dat de Amerikaanse luchtmacht in het geval van sancties niet langer gebruik mag maken van het militaire vliegveld İncirlik in Zuid-Turkije.

Als Erdogan besluit om daad bij woord te voegen, dan heeft dit grote gevolgen voor de Amerikaanse invloed in het Midden-Oosten, schrijft de onafhankelijke Turkse nieuwssite Ahval News. Trump zal Turkije daarom niet al te zeer tegen zich in het harnas willen jagen.

Spanje introduceert app tegen moslimhaat

0
Een Marokkaans-Spaanse vereniging heeft, in samenwerking met de Spaanse overheid en de Europese Unie, een app gelanceerd om moslimhaat en haatmisdrijven tegen moslims in Spanje tegen te gaan.

De tool maakt deel uit van het Spaanse ‘Nationale Programma ter Voorkoming van Islamofobie’. Dit programma wordt gecoördineerd door de ‘Marokkaanse Vereniging voor de Integratie van Immigranten’ in Spanje en medegefinancierd door het Europese ‘Asiel, Migratie en Integratie Fonds’, dat is opgezet door de Europese Commissie.

In Spanje vindt er steeds meer moslimhaat plaats, vooral op sociale media, aldus de initiatiefnemers van de app. Dit moet beter bestreden kunnen worden.

De app ‘Islamofobia’ kan gratis worden gedownload via Google Play. Mensen die het slachtoffer zijn van moslimhaat of getuige daarvan zijn kunnen anoniem de feiten melden.

In Spanje wonen zo’n twee miljoen moslims. Volgens het laatste jaarverslag van het Spaanse ‘Burgerforum tegen Islamofobie’ is veertig procent van de haatmisdrijven in Spanje tegen moslims gericht. Van deze aanvallen vindt 46 procent op het internet plaats.