12 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 782

Alaeddin vluchtte via Samos hierheen. Nu voorziet hij de Griekse kampen van scholen

0

Alaeddin Janid zet zich met zijn organisatie Happy Caravan in voor kinderen in Griekse vluchtelingenkampen. Voor hen was nog niets geregeld. ‘Something small can make a big change. Zo ervaren de kinderen hun school.’

Alaeddin Janid (1985) vluchtte uit Syrië en kwam via Griekenland eind 2014 in Nederland terecht. Hij kende niemand in Europa, behalve twee vrienden die dertig jaar geleden naar Nederland waren geëmigreerd. Daarom besloot hij om ook naar Nederland te gaan, zodat hij iemand had om op terug te vallen.

‘Ik heb twintig dagen in een vluchtelingenkamp op Samos gezeten en daarna anderhalf jaar in zes verschillende AZC’s in Nederland’, vertelt hij. ‘Je mag niet werken en je bestaan in een azc is lastig, maar het is een miljoen keer beter dan in Griekenland. Daar leefde ik in een plastic tent en ik was niet de enige. Voor kinderen is dat echt een slechte situatie.’

Precies daarom wilde Janid iets voor kinderen doen. In Griekse kampen was niets geregeld qua onderwijs. Hij besloot naar het kamp Skaramangas te gaan, een half uur afstand van het vliegveld van Athene.

Foto: Kiri Pruntel

‘Ik vertrok met een oude televisie, zes dekens, een whiteboard en vijf kilo papier naar Skaramangas. Daar zitten Syrische kinderen, Afghanen, Irakezen, een paar uit Afrika en ook Koerdische kinderen. De lessen gaf ik op straat. Binnen een week had ik ongeveer honderd leerlingen. Ze waren ontzettend blij met het onderwijs, want nu hadden ze weer een doel.’

Toen Janid klein was had hij geen zin school. Hij verzon allerlei smoesjes om thuis te kunnen blijven. Maar deze kinderen zijn zeer leergierig, zegt hij. Toch zijn er soms conflicten.

‘In het begin vertonen sommige kinderen overlevingsgedrag, wat tot uiting komt in vechtpartijen. Die leerlingen krijgen van mij eerst twee waarschuwingen. Bij de derde keer mogen ze drie dagen niet naar school komen. Dat is een straf die ze willen voorkomen.’

Op het terrein van het vluchtelingenkamp staan prefab-huisjes die caravans genoemd worden, maar geen echte caravans zijn. Op verzoek van een aantal mensen in het kamp nam Janid zijn intrede in één van deze ‘caravans’.

‘De school begon om tien uur, maar om negen uur zaten veel kinderen al te wachten en vroegen of het al tien uur was’, vertelt hij. ‘Op een dag heeft iemand ‘Happy Caravan’ op mijn caravan geschreven. Ik heb gevraagd wie dat had gedaan. De kinderen durfden niets te zeggen. Misschien waren ze bang om straf te krijgen. Maar ik vond het eigenlijk wel leuk.’

Na een maand of vier kwam de leiding van het kamp naar Janid toe. De regels waren veranderd. Je moest van een organisatie zijn om de dingen te mogen doen die hij deed, dus hij moest vertrekken. Maar Janid liet zich niet uit het veld slaan.

‘Ik ben naar Nederland gegaan om uit te vinden hoe je een non-profit organisatie moet opzetten. Happy Caravan is binnen hooguit vier maanden ontstaan, inclusief een inschrijving bij de Kamer van Koophandel, een bankrekeningnummer én een ANBI-status.’

Het verliep deels allemaal zo snel omdat er volgens Janid een vuur in hem brandde. Hij bruiste van de energie en liefde. Dit móest gebeuren.

‘Beroemde mensen bezoeken Lesbos en vieren een paar meter verder vakantie’

Thermopolis

Inmiddels had Janid ook over een ander kamp gehoord: Thermopolis, 2,5 uur rijden van Athene. De situatie in Thermopolis is slechter dan in Skaramangas. Het ligt in the middle of nowhere.

‘Op Lesbos worden jassen verbrand om een vuur brandend te houden, want er is een overschot aan hulpgoederen. Het grootste gedeelte van de hulp gaat naar Lesbos. Een tijd geleden circuleerden er ook filmpjes van Lesbos waarop te zien is hoe fruit ligt weg te rotten. En dat terwijl kinderen in Thermopolis zo blij zijn met het stukje fruit dat ze op school krijgen. Tenminste, áls het er is.’

Veel mensen denken dat alle vluchtelingen in Griekenland op Lesbos zitten, maar dat klopt niet. Dat is slechts tien procent, zegt hij. Janid maakt zich boos over het feit dat alle media-aandacht naar Lesbos gaat. ‘Beroemde mensen bezoeken Lesbos en vieren een paar meter verder vakantie. Zo gaat het niet in de kampen waar ik kom.’

De school in Thermopolis een voormalige opslagruimte die Janid samen met de kinderen in drie dagen heeft schoongemaakt en opgeknapt. ‘Het is anders dan op een echte school. We geven Engels, film, rekenen en kunst. Helaas kunnen we de kinderen geen schriften mee naar huis geven, want die schrijven ze achter elkaar vol met wat ze hebben meegemaakt. We hebben onvoldoende geld om alle kinderen hiervoor genoeg schriften aan te bieden.’

Het kamp Thermopolis, waar zo’n duizend mensen verblijven, is ontstaan rond een leegstaand hotel. Daar staan een stuk of twintig caravans omheen die de regering ter beschikking heeft gesteld. In een hotelkamer van tweeënhalf bij drie meter verblijven vaak twee gezinnen. ‘Daarom zijn ouders zo blij met de school. Hun kinderen krijgen onderwijs en zij hebben even rust om te praten en te knuffelen,’ grinnikt Janid.

Zoveel mensen in zo’n kleine ruimte – dat lijkt om problemen te vragen, bijvoorbeeld vechtpartijen. ‘In het begin, toen de vluchtelingen nog erg in de survival mood verkeerden, gebeurde dat soms. Nadat ze een beetje tot rust zijn gekomen, blijft dit gedrag achterwege.’

Ouders en kinderen voelen zich niet echt veilig in Thermopolis vanwege de negatieve houding van veel mensen uit de buurt. Inmiddels gaat de Griekse overheid er steeds meer vanuit dat de vluchtelingen niet meer vertrekken. Zo krijgen de kinderen nu de kans om Grieks te leren.

Zijn activiteiten in Skaramangas en Thermopolis hebben tot een sneeuwbaleffect geleid. Happy Caravan is nu ook actief in Malakasa, waar nog een heleboel werk te verrichten valt. ‘Hier verblijft 70 procent van de vluchtelingen in caravans en 30 procent in een plastic tenten. Er zijn geen Syriërs, maar Afghanen.’

Janid werd dit jaar uitgeroepen tot ‘leukste onbekende wereldverbeteraar’ door het coachingsplatform School voor Wereldverbeteraars (Foto: Martin Juul)

We zijn de ambulance

‘Vroeger had ik een normaal leven in Syrië’, zegt Janid. ‘Ik was binnenhuisarchitect en daarnaast maakte ik spijkerbroeken samen met mijn broer. Maar nu ben ik alles kwijt. Mijn familie, mijn vrienden, mijn land.’

Janid heeft geen hoop meer op een terugkeer naar een normaal leven, maar met Happy Caravan kan hij anderen helpen. ‘Something small can make a big change. Zo ervaren de kinderen hun school. Onze scholen zijn geen ziekenhuis, maar we zijn de ambulance.’

In elk land is het populisme net even anders

0

De PVV van Geert Wilders en het Forum voor Democratie van Thierry Baudet zijn niet uniek in Europa. Integendeel.

Denk aan Alternative für Deutschland, Vlaams Belang, Rassemblement National (voorheen Front National) van Marine le Pen, Gouden Dageraad in Griekenland, Vox in Spanje en natuurlijk aan Fidesz van Viktor Orbán, die in Hongarije de democratische rechtsstaat de nek om heeft gedraaid. En vergeet ook Groot-Britannië niet, waar de steeds xenofobere Conservatieven van Boris Johnson het nog steeds voor het zeggen hebben.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden, de lijst is verre van volledig. Al deze populistische partijen hebben met elkaar gemeen dat ze sterk nationalistisch zijn, anti-immigratie, anti-islam, anti-klimaat, anti-establishement, en ze verheerlijken de ‘eigen’ cultuur. En radicaal-rechtse partijen winnen overal terrein.

Een verwant geluid horen we aan de andere kant van de oceaan. Daar zit president Donald Trump. Ook hij is erg nationalistisch (‘America first!’), anti-immigratie, anti-klimaat en anti-establishment. In Europa reageren we nogal verontwaardigd op zijn optreden, maar die afkeer heeft vooral betrekking op zijn taalgebruik en zijn onberekenbare politieke zetten.

Wat betreft het immigratiebeleid verschillen Europa en de Verenigde Staten nauwelijks van elkaar. Brussel wil de vluchtelingen in Turkije houden en beschouwt de Middellandse Zee als een slotgracht voor Fort Europa, Trump wil een muur bouwen aan de grens met Mexico. Toch roept de Amerikaanse muur wel verontwaardiging op en Fort Europa niet, wat opmerkelijk is.

Trump is overigens niet de enige populistische politicus in Amerika. In Brazilië is Jair Bolsonaro aan de macht, die de regenwouden in de Amazone laat afbranden en zich racistisch uitlaat over de indianen. We zijn in Nederland hier verontwaardigd over, maar ondertussen staan we achter onze boeren, die verantwoordelijk zijn voor 40 procent van de stikstofuitstoot.

Radicaal-rechts wint overal terrein

Als we naar de andere kant van de wereld reizen, komen we bij Narendra Modi terecht. De Indiase premier bedrijft een hindoe-nationalistische (hindutva) vorm van populisme die zich tegen christenen en vooral moslims richt. Het hindoe-nationalisme is trouwens geen recent verschijnsel in India, hoewel het zich lange tijd op zijn tolerantie heeft laten voorstaan.

Overigens beperkt religieus nationalisme zich niet tot India: je vindt het ook terug in de ‘joodse staat’ Israël en in Polen, waar de conservatief-katholieke partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) regeert.

En dan hebben we de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die behalve een islamist ook een populist is. Erdogan presenteert zich als de sterke man en Turkije is het enige land in de recente geschiedenis dat de Verenigde Staten en Rusland trotseert. Al groeit het binnenlandse verzet tegen Erdogan, hij is nog steeds buitengewoon populair bij een groot deel van de Turkse kiezers. Dat komt ook omdat hij zich afzet tegen het oude, seculiere establishment.

In tegenstelling tot de Europese populisten hebben Bolsonaro, Modi en Erdogan van de immigratie niet echt een punt gemaakt. Maar net als hun Europese tegenhangers zijn Bolsonaro, Modi en Erdogan sterk nationalistisch, verheerlijken ze de eigen cultuur en demoniseren ze religieuze en etnische minderheden.

De variatie aan populistische leiders doet vermoeden dat het verschijnsel populisme verschillende oorzaken heeft. In Europa en de Verenigde Staten is het vooral immigratie en islam, terwijl India, Brazilië en in mindere mate Turkije opkomende regionale grootmachten zijn die vooral geïnteresseerd zijn in hun economische, militaire en technologie ontwikkeling.

Wetenschappers wijzen op het verdwijnen van oude zekerheden als ze het populisme willen verklaren. De massa raakt ideologisch op drift doordat oude sociale klassen vervagen, economische zekerheid afneemt, nieuwe belangengroepen opkomen en kerken en andere organisaties in het maatschappelijk middenveld hun traditionele ankerfuncties verliezen. Dit alles zorgt voor een gevoel van bedreiging, die geprojecteerd wordt op ‘de ander’.

Hoewel de verschillende uitingen van populisme uiteindelijk vaak dezelfde achterliggende oorzaken hebben, is populisme in elk land net even anders. Het is belangrijk om dit goed in ons achterhoofd te houden, als we spreken over populisme.

VS: hardloopster loopt record, maar gediskwalificeerd om hoofddoek

11

De 16-jarige scholiere Noor Alexandria Abukaram uit Ohio kon haar ogen niet geloven. Ze had tijdens een hardloopwedstrijd een nieuw persoonlijk record gelopen, maar haar naam ontbrak op het scorebord. Het was geen fout. Ze was gediskwalificeerd omdat ze een hoofddoek droeg.

Tegen de Amerikaanse nieuwszender CNN vertelt de teleurgestelde sporter: ‘Waarom moet je je geloof verloochenen en een deel van je bent, om iets anders te doen waar je helemaal gepassioneerd over bent?’

Abukaram had het hele seizoen keihard getraind. Ze droeg een hoofddoek, maar niemand deed hier moeilijk over. Tijdens de wedstrijd was het opeens wel een probleem.

De Ohio High School Athletic Association, die besloot om Abukaram te diskwalificeren, stelt nu dat atleten met een hoofddoek een ontheffingsbriefje mee moeten nemen. Abukaram had zo’n briefje niet.

De school heeft alsnog voor een ontheffingsbriefje gezorgd, zodat Abukaram in de toekomst wel kan meedoen aan sportwedstrijden. Niettemin hoopt Abukaram dat de regels in de toekomst worden versoepeld om vervelende toestanden als deze te voorkomen.

De zaak-Abukaram heeft in de Verenigde Staten voor veel beroering gezorgd. Media spreken er schande van hoe de 16-jarige sporter is behandeld.

Turks-Duitse AKP-prominent stapt uit de partij van Erdogan

0

De Turks-Duitse politicus Mustafa Yeneroglu heeft de partij van Erdogan de rug toegekeerd. Yeneroglu is een bekende Duitse tv-persoonlijkheid en sinds 2015 lid van het Turkse parlement voor de AKP, waarvan hij ook partijbestuurder was.

Yeneroglu was vaak in Duitse talkshows te gast en trad daar op als spreekbuis van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. In 2017 was hij campagneleider in Europa voor Erdogans gewonnen referendum over de invoering van een presidentieel stelsel.

Maar nu heeft Yeneroglu aangekondigd uit de AKP te stappen. Aanleiding was het verzoek van Yeneroglu om uit het partijbestuur treden. Dit werd door de partijtop als een belediging opgevat, waardoor Yeneroglu de partij moest verlaten.

Yeneroglu wilde uit het bestuur omdat hij al langere tijd moeite heeft met de koers van Erdogan. De laatste maanden begon hij die kritiek ook op Twitter te uiten. Zijn kritiek op bijvoorbeeld sommige arrestaties wordt in Turkije gezien als kritiek op Erdogan zelf.

De Turkse president wil dat Yeneroglu zijn zetel in het Turkse parlement opgeeft. Yeneroglu zelf zegt nog wat bedenktijd te willen.

Ondertussen is hij in gesprek met AKP-spijtoptanten Ahmet Davutoglu en Ali Babacan, die allebei een nieuwe partij oprichten. Davutoglu wil een islamistische partij oprichten, Babacan een partij die de economische problemen waarmee Turkije kampt aanpakt.

Duitsland kent de grootste Turkse gemeenschap buiten Turkije. Net als Turkse Nederlanders worden Turkse Duitsers door Ankara als Turkse staatsburgers beschouwd en mogen zij meedoen aan de parlements- en presidentsverkiezingen.

Franse senaat wil het dragen van de hoofddoek nog meer inperken

0

De Franse senaat heeft ingestemd met een amendement dat het dragen van de hoofddoek aan meer restricties onderwerpt. Tegenstanders vinden het Franse secularisme te extreem worden. Sommigen beschuldigen de voorstanders zelfs van moslimhaat.

Sinds 2004 is het in Frankrijk verboden om in publieke gebouwen zichtbare religieuze symbolen te dragen. Hoofddoeken, keppeltjes en kruisjes zijn sindsdien verboden in scholen, bibliotheken en overheidsgebouwen. Het door de senaat aangenomen amendement breidt deze restricties uit. Ouders die hun kinderen begeleiden op een schoolreisje mogen ook geen religieuze symbolen meer dragen.

In juli was dit amendement al voorgesteld door de rechtse partij Les Républicains van de voormalige president Nicolas Sarkozy. Maar medio oktober stond het amendement opeens in de schijnwerpers vanwege een incident in het regionale parlement van het Franse departement Bourgondië.

Julien Odoul, een politicus van de uiterst rechtse partij Rassemblement National van Marine le Pen, eiste dat een vrouw op de tribune haar hoofddoek af zou doen. De vrouw was met haar zoontje mee op een schuiluitje en voelde zich door de politicus geïntimideerd.

De kans dat het amendement een echte wet wordt is klein, meldt tv-zender France 24. De sociaal-liberale partij En Marche van Emmanuel Macron is fel tegen het amendement en vormt de meerderheid in het Franse parlement. Toch heeft de actie van de senaat het debat over de hoofddoek en de islam nog feller doen oplaaien in Frankrijk.

Dat debat was de afgelopen weken al niet mals. Zo zei Yves Threard, adjunct-hoofdredacteur van de Franse krant Le Figaro, vorige maand: ‘Ik haat de islam’. Minister van Onderwijs Jean-Michel Blanque gaf aan de hoofddoek ‘niet wenselijk te vinden’. En de controversiële intellectueel Eric Zemmour sprak over ‘islamisering van de straten’. Naar hem wordt een strafrechtelijk onderzoek gedaan.

Een tegenreactie is er ook. Twee weken geleden vroegen negentig bekende Fransen via een open brief Macron iets te doen tegen deze ‘islamofobie’. De president gehoorzaamde en waarschuwde tegen stigmatisering van moslims en het koppelen van de islam aan terrorisme. ‘We moeten een gezamenlijk front vormen met onze medeburgers’, zei Macron dezelfde dag nog.

In Frankrijk wonen ongeveer vijf miljoen moslims. Daarmee kent het land de grootste islamitische minderheid van West-Europa.

‘Hier is mijn zwart-zijn geen punt, terwijl dat in het Westen wel zo was’

2

Ghana voert dit jaar de marketingcampagne The Year of the Return. Afstammelingen van slaven in de hele wereld worden gevraagd zich definitief in het Afrikaanse land te vestigen. Aanleiding is dat vierhonderd jaar geleden de eerste Afrikaanse slaven tegen hun wil van Ghana naar Amerika werden gebracht.

Is het wat voor Surinaamse en Caribische Nederlanders zijn om naar hun ‘moedercontinent’ te emigreren? De Kanttekening sprak twee nazaten hierover: De een is vertrokken, voor de ander hoeft het niet.

Thuiskomen

Emigreren naar Afrika was zeker iets voor haar. De Surinaams-Nederlandse Poema Jones (foto hierboven) vertrok ruim een jaar voor de Ghanese oproep naar Afrika. ‘Pas sinds kort hoorde ik van de marketingcampagne’, zegt ze.

Jones woont nu in Gambia, maar als ze nog in Nederland woonde had ze zeker gehoor gegeven aan de oproep. De 46-jarige kunstenares is geboren in Suriname en heeft vijfentwintig jaar in Amsterdam gewoond. Al die tijd heeft ze een verbintenis met Afrika gehad.

‘Afrika hield me in evenwicht in het Westen. De wetenschap dat er een plek op aarde was, vol met mensen die op jou lijken.’ Ze gaat verder: ‘Ik lach zoals hen, ik beweeg en dans zoals hen. En ik heb de Afrikaanse visie op het leven.’

Het verlangen naar Afrika werd steeds sterker. ‘Ik wilde ergens wonen waar ik de weerspiegelingen van mijzelf zag. Ik ervoer ontzettend veel stress in Nederland, in het Westen. Het werd me teveel.’

Jones gelooft daarnaast stellig dat er een ‘roep van ‘Mama Africa’ is geweest en dat ze daarnaar geluisterd heeft. ‘Ik begon allemaal landen in Afrika te bezoeken, hopende dat één van die naties mijn rijk was, het land waar ik zou willen blijven wonen. Ik ben in Ethiopië, Soedan en Eritrea geweest, maar voelde geen verlangen om mij in één van die landen te gaan settelen.’

‘Ik wilde ergens wonen waar ik de weerspiegelingen van mijzelf zag’

Het is bijzonder dat Jones naar Gambia, het kleinste land van Afrika, is geëmigreerd. ‘Eigenlijk wist ik niet eens dat dat land bestond’, geeft ze toe. Jones wilde voor een project naar Senegal, maar dat werd afgelast. ‘Ik baalde ontzettend. Tegen een vriendin zei ik dat ik alsnog wilde gaan, maar dat een ticket gewoonweg te duur was. Zij opperde toen dat ik dan maar naar Gambia moest gaan. Zo kon ik vervolgens makkelijk doorsteken naar Senegal.’

Jones vond online een goedkoop arrangement en toen was de beslissing genomen. Ze heeft Senegal nooit meer gezien. ‘Er was iets aan Gambia dat als thuis voelde. Ik ervoer een herkenning.’ Op de tweede dag van haar verblijf in het kleine Afrikaanse land besloot ze dat ze er definitief wilde blijven wonen.

In Nederland werkte Jones als kunstenares. In Gambia heeft ze een hoedencollectie opgezet en geeft ze samen met lokale kunstenaars trainingen in het weven en ontwerpen van tassen en hoeden. Ze heeft een ‘compound’ waar fruitbomen staan en waar haar honden en katten vertoeven. Elke dag is ze aan het strand te vinden en ze kan haar eigen tijd indelen. ‘Ik heb na twee jaar geen enkele behoefte om hier weg te gaan.’

Toch gaat niet alles gemakkelijk. Jones geeft toe dat ze een over-geromantiseerd idee had van Afrika. ‘Dat heb ik danig moeten bijstellen’, lacht ze. ‘Ik zie het nu allemaal een stuk realistischer.’ Ze vindt dit niet erg. ’Hier is mijn zwart-zijn geen punt, terwijl dat in het Westen wel zo was. En dat is het voor mij waard, ondanks alle uitdagingen die ik op mijn pad tegenkom.’

Thuisblijven

Doreen Dankerlui, die in de gezondheidszorg werkt en in haar geboorteland Suriname is als ik haar spreek, denkt er anders over dan Jones. Ze vindt de Ghanese marketingcampagne niettemin een geweldig idee.

‘Ik hoop dat mensen die zich in ‘witte’ contexten niet prettig voelen dit in overweging nemen. En als ze er echt gehoor aan geven, door naar Ghana of een ander Afrikaans land te gaan, dan hoop ik dat het hen brengt wat ze er zoeken.‘

Zelf heeft ze niet de behoefte om naar Ghana te gaan om er te gaan wonen. ‘Nee, dat hoeft voor mij niet. Bovendien ben ik daar nooit geweest. Ik weet dus niet of Ghana het juiste land voor mij is.’

Toch staat de 53-jarige single, die nooit in Afrika is geweest, er niet helemaal afwijzend tegenover. ‘Ik ben heus wel geïnteresseerd in deze oproep. Als de situatie in het Westen zou verslechteren, zou ik erover nadenken.’ Maar de bestemming zal dan eerder Suriname worden.

Foto: Doreen Dankerlui

‘Ik eer mijn voorouders’

In de Verenigde Staten is de back-to-Africa-beweging veel sterker. Begin twintigste eeuw had je Marcus Garvey, die in de tijd van het kolonialisme pleitte voor een zwarte staat in Afrika. De witte meerderheid in Amerika zou zwarte mensen toch niet accepteren, was zijn gedachte. Dankerlui wijst erop dat de context voor Afro-Amerikanen heel anders is.

‘Wij Surinaamse en Caribische Nederlanders hebben een connectie met bijvoorbeeld Suriname, de Nederlandse Antillen en Jamaica. Daar zouden wij dus eventueel naartoe kunnen emigreren of remigreren.’

Desondanks voelt Dankerlui zich ontzettend verbonden met Afrika. ‘Ik wil er wel degelijk verder naar op zoek.’ Zo is Dankerlui bezig met iets wat ze ‘het ‘reclaimen’ van haar roots noemt: ‘Ik eer mijn Afrikaanse voorouders’, legt ze uit. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld thuis een altaar waar ik met hen praat en hen om hulp, advies en bescherming vraag.’

Ook nu, tijdens haar vakantie in Suriname, zegt ze hun aanwezigheid te merken. ‘Tijdens een bezoek aan een district werd er onderweg gestopt bij een gigantische Kankantrie-boom. Het was duidelijk dat hier geesten huisden, dus ik heb hen toegesproken en een wateroffer gegeven.’

Daarnaast houdt Dankerlui ook in haar dieet rekening met Afrikaanse elementen. ‘Ik probeer terug te gaan naar een meer originele Afrikaanse voedingswijze. Die is meer plantaardig, veganistisch.’ Ze is erg trots op haar voorvaderen. ‘Door alles wat zij hebben doorstaan, kan ik succesvol zijn.’

Wel interesse, geen actie

‘Heel veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders zijn wel geïnteresseerd om naar het continent van oorsprong te gaan, maar ze nemen de stap niet’, zegt Gilo Koswal, de Surinaams-Nederlandse organisator van een Ghana-reis. Ook een woordvoerder van de Nederlandse ambassade in Ghana bevestigt deze observatie.

Volgens de ambassade kwamen er ongeveer 75 Surinaamse en Caribische Nederlanders op deze bijeenkomst af, maar geen enkele aanwezige heeft besloten om zich blijvend in Ghana te vestigen.

De komende weken en maanden zullen wellicht meer Nederlanders van Surinaamse en Caribische komaf Ghana bezoeken in het kader van de The Year of the Return. Maar het aantal Surinaamse en Caribische Nederlanders dat écht besluit om te emigreren zal vermoedelijk heel klein zijn.

Op een voetstuk, door het slijk: de schizofrene status van buikdanseressen in Egypte

0

In Egypte is de laatste tijd veel te doen geweest om de buikdanseres Safinaz, die werd aangeklaagd wegens ‘losbandigheid’. De situatie is tekenend voor een land dat weliswaar dol is op zijn danseressen, maar waar ‘zoon van een danseres’ een scheldwoord is.

Egypte is het land van de farao’s, van de Nijl én van buikdans. Hoofdstad Cairo is een pelgrimsoord voor buikdanseressen van over de hele wereld, die de haard van hun danskunst bezoeken om workshops te volgen en de sterren te aanschouwen.

Eén van de nieuwe sterren in het land is de van oorsprong Armeense Safinaz. Zij kwam afgelopen zomer in het nieuws vanwege een juridische aanklacht tegen haar. Er hing haar een veroordeling van drie jaar gevangenisstraf en deportatie uit Egypte boven het hoofd, maar is inmiddels vrijgesproken.

De aanklacht: aanzetten tot losbandigheid. De aanleiding: een filmpje op YouTube, waarop te zien is hoe ze tijdens een optreden aan de Egyptische noordkust spontaan vergezeld wordt op het podium door twee dansende dames in bikini.

Eerder werd Safinaz al veroordeeld door het gerechtshof voor het beledigen van de Egyptische vlag. Ze had opgetreden in een buikdanskostuum in de kleuren van de nationale vlag.

Niks nieuws onder de Egyptische zon, vindt Mohamed Fouadhelmy, advocaat uit Caïro en manager van buikdanseressen. Volgens hem bemoeien handhavers van de Egyptische wet zich wel vaker met buikdanseressen. Vooral de laatste jaren, in het nieuwe regime van president Abdel Fattah al-Sisi.

Ze kunnen zomaar een inval doen in een club om te controleren of de regels van de officiële censuur wel nageleefd worden: of de werkvergunning wel in orde is, of de danseres zich wel aan de kledingvoorschriften houdt – en of haar lingerie wel in orde is, bijvoorbeeld.

‘Niet alleen is dragen van ondergoed bij wet verplicht, het moet officieel ook voldoen aan bepaalde regels. Het mag bijvoorbeeld niet huidkleurig zijn,’ legt Fouadhelmy uit. Het is trouwens niet zo dat de meeste danseressen zich iets aantrekken van deze regels – zeker niet degenen met een bekende naam.

‘Egyptenaren zouden hun werk als buikdanseres zo opgeven om op een kantoor te kunnen werken’

Volgens Fouadhelmy wordt een overtreding vaak afgehandeld met een geldboete of met wat smeergeld. Maar soms belanden buikdanseressen in de gevangenis. Zo werd een bekende Russische danseres laatst gearresteerd omdat haar danskostuum niet aan de voorschriften voldeed.

De gevolgen? ‘Meer geld en meer werk,’ antwoordt Fouadhelmy droogjes. ‘Dat danskostuum van die Russische is een onmisbaar onderdeel van haar act geworden en haar prijzen zijn omhooggeschoten als een raket. Ze is laatst geboekt voor een bruiloft voor 200.000 Egyptische pond (ongeveer 11.000 euro, red.).’

Hij vervolgt: ‘Geen buikdanseres wil een smet op haar reputatie. Maar een schandaal kan goed voor business zijn. Heel goed.’

Respectabel? ‘It’s complicated’

Zo’n sterdanseres wordt geboekt door de elite als een teken van prestige. Ze danst in dure clubs en op elitaire feesten, waar de gastheer kan pronken met haar naam. Maar buikdanseressen zijn ook te vinden op feesten in simpele volkswijken.

‘Buikdans is onderdeel van onze cultuur, maar Egyptenaren hebben een gekke relatie met buikdanseressen. It’s complicated,’ legt de Egyptische buikdanseres Mervat uit. Tot voor kort was ze werkzaam in de toeristische badplaats Sharm El Sheikh, nu is ze met zwangerschapsverlof. Hoewel ze uitsluitend in prestigieuze vijfsterrenhotels heeft gedanst, is er wat haar betreft geen sprake van prestige in haar werk.

‘Tijdens mijn optredens geeft het publiek me niets dan liefde. Mensen klappen voor me, ze overladen me met complimenten, ze dansen met me mee en ze dringen zich na afloop om me heen om een foto met me te nemen: kinderen, jonge mannen, stellen en oudere vrouwen met hoofddoek. Maar mijn werk wordt door de samenleving niet gezien als respectabel. Elke Egyptische moeder wil een buikdanseres op de bruiloft van haar zoon. Maar ze zal een buikdanseres nooit als schoondochter accepteren.’

Ook Mervat zelf zegt last te hebben van een schizofrene houding ten opzichte van haar werk. Ze twijfelt er niet aan dat ze een respectabele vrouw is – ze gaat rechtop zitten als ze dit zegt en steekt haar kin vooruit -, maar ze geeft toe dat ze zich vaak schaamt voor haar werk.

Mervat

Mervat slaakt een zucht als ze vertelt hoe ze een keer tijdens een optreden opeens haar oom zag zitten in het publiek. Terwijl iedereen aan het klappen en juichen was en er kinderen aan het meedansen waren, draaide hij zijn hoofd van haar weg. ‘Ik kon wel door de grond zakken van schaamte’, vertelt ze. Na afloop in de kleedkamer barstte ze in huilen uit.

Behalve schaamte voelt Mervat ook weleens schuld, vertelt ze, vooral tijdens de heilige maand ramadan. Tijdens het vasten bedekt ze zich van top tot teen en draagt ze geen make-up. Maar ’s nachts plakt ze nepwimpers op en trekt ze een glinsterend pakje aan om een show te geven.

Als de show goed gaat, valt Mervat meestal met een glimlach op haar gezicht in slaap. Maar soms wordt ze wakker gehouden door de stem van haar geweten. Ze legt haar hand op haar buik: ‘Ik hoop dat mijn kind later werk zal hebben waar het trots op is.’ Ze denkt even na en vervolgt: ‘Ik ben een artiest en ik ben goed in mijn werk. Maar in het Arabisch is ibn ra’aasa (‘zoon van een danseres’, red.) een scheldwoord.’

Geen keuze, het zit in het bloed

Maar als het werk van een buikdanseres blijkbaar zo veel kritiek krijgt en zo weinig status heeft in de samenleving, waarom kiest ze er dan voor? Dat is nou typisch een vraag van een buitenlander, zegt Mervat. De meesten van de Egyptische buikdanseressen kíezen er niet voor – ze doen het juist omdat ze geen andere opties hebben. ‘Velen kunnen hun eigen naam niet eens spellen.’

Het zijn de buitenlanders die uit allerlei beschikbare opties een bewuste keuze maken om als buikdanseres te werken. Ze geven hun kantoorbanen in hun land op en trekken naar Egypte om daar te werken als danseres, omdat ze het als een droombaan zien. Voor Egyptenaren is het gewoon een baan, vertelt Mervat. ‘Zij zouden juist hun werk als buikdanseres zo opgeven om op een kantoor te kunnen werken.’

Hoe zit het dan met Egyptische danseressen die de hele wereld over reizen om op buikdansfestivals lessen te geven aan hordes van buitenlandse fanaten? Ze worden op een voetstuk gezet en bejubeld, mensen betalen veel geld om een workshop van twee uurtjes van ze te volgen in een overvolle zaal. Mervat moet er om lachen.

‘Voor ons is dansen niet iets wat we moeten leren via een dure workshop, het zit in ons bloed. Elk Egyptisch meisje kan buikdansen.’ Maar het voetstuk waar dat handjevol Egyptische buikdanseressen op staat, bestaat volgens Mervat alleen buiten Egypte.

In Egypte zelf kent niemand ze, zegt ze, daar is de tijd van Egyptische buikdans-supersterren voorbij. Er is maar één uitzondering: dé superster, één van de bekendste vrouwen van Egypte, de veteraan die de vijftig al is gepasseerd maar nog steeds op het podium staat, door velen gekopieerd, geadoreerd en verguisd: Dina.

‘Ik ben twee keer uit mijn appartement gezet toen de verhuurder erachter kwam dat ik buikdanseres was’

Verslaafd, maar ook weer afgekickt

Dina lijkt in niets op het beeld dat Mervat schept van de doorsnee Egyptische buikdanseres: ze is intelligent, heeft filosofie gestudeerd, spreekt Engels en ze zet zich in voor de erkenning van buikdans als respectabele kunstvorm in Egypte. Ze heeft meerdere malen geprobeerd een buikdansschool te openen in Cairo, maar is altijd tegengewerkt door de regering. Degenen die van haar willen leren, moeten zich inschrijven voor één van de vele internationale buikdansfestivals.

Ook Dina is in het verleden meerdere malen in het nieuws gekomen. In 2006 bijvoorbeeld, toen vele vingers beschuldigend naar haar wezen nadat er op een plein in Cairo massaal meisjes waren aangerand. Het incident vond plaats tijdens de openingsceremonie van een film waarin zij te zien was. Dina werd aangeklaagd voor medeplichtigheid aan seksuele intimidatie – ze zou de jonge mannen opgehitst hebben en medeverantwoordelijk zijn voor het drama dat zich had voltrokken.

Hoewel ze vrijgesproken werd, hield het incident de gemoederen wekenlang bezig. Dina liet zich niet uit het veld slaan en legde tijdens interviews haarfijn uit dat problemen in de Egyptische samenleving niet afgeschoven moeten worden op buikdanseressen of op vrouwen in het algemeen.

Dina is weleens de laatste Egyptische buikdans-ster genoemd, want tegenwoordig wordt de markt in Egypte gedomineerd door buitenlanders – voornamelijk Russinnen en Oekraïners. Net als velen van hen verliet ook de Amerikaanse Diana Esposito, beter bekend als ‘Luna of Cairo’, huis en haard om in Cairo te werken. Ze bereikte de top en werd geprezen om haar authentiek Egyptische stijl. Volgens Diana zijn Egyptenaren naturals, maar zijn buitenlanders professionals.

‘Buitenlanders steken veel tijd in technische training, veel geld in hun kostuums en veel energie in het onderhouden van professionele contacten’, vertelt ze. ‘Ze zijn bereid om veel op te offeren, omdat buikdans hun passie is. Ze zien het als een privilege om dit werk te mogen doen, terwijl de meeste Egyptische danseressen het als een noodzaak zien.’

Diana was bereid veel te verduren omdat ze verslaafd was aan de optredens. Ze voelde zich bevoorrecht. Maar na een carrière van tien jaar is ‘Luna of Cairo’ niet meer in Cairo. Op de vraag waarom ze weg is gegaan uit Egypte, antwoordt ze: ‘Ik ben naar Egypte gegaan uit liefde voor de dans, ik ben er weggegaan voor mijn mentale gezondheid.’

En het voetstuk waar ze op stond? ‘Daar gaf ik niet om. Ik was dat andere zat: het slijk.’

Brits onderzoek: Labour en Jeremy Corbyn zijn helemaal niet antisemitisch

0

Vijf Britse academici hebben onderzoek gedaan naar antisemitisme binnen Labour. Hun conclusie: Labour is geen antisemitische partij en tegen partijleider Jeremy Corbyn, die vaak van antisemitisme wordt beticht, wordt een heksenjacht gevoerd.

Sinds 2015 ligt de Britse politieke partij Labour onder vuur. De partij zou onder aanvoering van de radicaal-linkse partijleider Jeremy Corbyn een antisemitische koers zijn ingeslagen. Vijf wetenschappers concluderen in het boek Bad News for Labour. Antisemitism, the party & public belief dat er een groot verschil is tussen het beeld dat Britten hebben van de partij en de realiteit.

De onderzoekers zeggen geen bewijs te hebben gevonden van structureel antisemitisme binnen de partij. Tegen partijleider Jeremy Corbyn zou een heksenjacht worden gevoerd. Wel is er, aldus de vijf, sprake van antisemitische incidenten. Hierop is te laat, onvolledig, ongepast of zelfs niet gereageerd.

Dat er een groot verschil is tussen het imago van de partij en de realiteit zou te wijten zijn aan Corbyns politieke tegenstanders binnen Labour, die de Britse media hebben opgehitst. Uitspraken van Corbyn werden volgens de wetenschappers uit hun verband getrokken en uitvergroot.

De vijf stellen dat deze ‘haatcampagne’ tegen Corbyn buitenproportioneel is en niet klopt met de ‘realiteit van sporadisch antisemitisme’. Onder het leiderschap van Corbyn heeft Labour nu vijf keer zo veel leden gekregen, maar er zijn niet meer antisemitische incidenten dan voorheen.

Volgens de onderzoekers voeren tegenstanders een heksenjacht tegen Corbyn vanwege diens ondubbelzinnige pro-Palestijnse opstelling en radicaal-linkse sociaaleconomische standpunten. Dat Labour niet tijdig en adequaat heeft gereageerd op antisemitische incidenten ligt aan het interne functioneren van de partij, stellen ze.

54 landen steunen Chinees Oeigoeren-beleid

0

China lag onder vuur tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties afgelopen dinsdag. Het land wordt al langere tijd beticht vanwege massale detentie en vervolging van Oeigoerse moslims. Toch is er nu ook een 54-tal landen die aangeven China te steunen.

23 landen steunden een Britse VN-verklaring die het schenden van mensenrechten door Beijing veroordeelt. Hieronder vallen onder meer Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, Canada, Japan en Nieuw-Zeeland.

Zij spraken hun zorg uit over de ‘geloofwaardige meldingen vanuit China over massale gevangenschap, het beperken van culturele en religieuze praktijken en surveillance specifiek gericht op etnische Oeigoeren’. In de verklaring bepleiten ze dat de Chinese regering direct dient te stoppen met de detentie van moslimgemeenschappen.

Maar een tegengeluid vanuit de Chinese grootmacht kreeg nog veel meer steun op de VN-vergadering, vooral vanuit landen die zelf al eerder op de vingers werden getikt vanwege het schenden van mensenrechten. Onder deze in totaal 54 bondgenoten vallen Pakistan, Rusland, Egypte, Bolivia, de Democratische Republiek Congo en Servië.

De tegenstrijdige verklaringen maken een wereldwijde kloof zichtbaar. Beijing is ondertussen hard bezig zijn diplomatieke en economische invloed in het buitenland te vergroten. Door middel van een wereldwijde PR-campagne probeert China steun te winnen voor haar Oeigoeren-beleid in Xinjang. Ze heeft zelfs een aantal moslimlanden, waaronder Saoedi-Arabië en Pakistan, weten te overtuigen.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukte tijdens een persconferentie dat de VK en de VS moeten stoppen zich te bemoeien met ‘interne aangelegenheden in andere landen onder het mom van mensenrechten’.

China houdt naar schatting meer dan een miljoen Oeigoeren vast in ‘heropvoedingskampen’ in de westelijke regio Xinjiang, dat door de Oeigoeren Oost-Turkestan wordt genoemd. China beschuldigt de islamitische Oeigoeren van terrorisme en seperatisme.

In deze kampen worden de Oeigoeren onderworpen aan een streng regime. Voormalige gevangenen hebben verteld dat ze gedwongen werden om varkensvlees te eten – een zonde volgens de islam – ‘politieke lessen’ te volgen en communistische liederen te zingen.

Wereldburgerschap als onze nieuwe identiteit

0

Wat is nu toch eigenlijk de Nederlandse identiteit? In de afgelopen jaren is identiteitspolitiek weer terug van weggeweest. In een wereld die in rap tempo globaliseert, hoor ik steeds vaker in mijn omgeving een roep naar herwaardering van de Nederlandse identiteit en bijbehorende waarden en normen.

Doorvragend wat mensen daarmee bedoelen, komt er vooral een vaag, geromantiseerd en nostalgisch beeld naar voren van een Nederland dat feitelijk nooit in deze ‘pure’ vorm heeft bestaan.

Een monocultureel Nederland zonder ‘gezeur’ vanuit minderheidsgroepen om gelijke behandeling, zoals vrouwen, mensen met een beperking of mensen van kleur. Een Nederland waar we ‘ons’ Sinterklaasfeest nog op eigen wijze, dus mét zwarte piet, konden vieren. Een Nederland dat trots was op haar VOC-verleden en algehele economische prestaties in de Gouden Eeuw. Een Nederland dat een machtig rijk was met koloniën in verschillende delen van de wereld.

Ik ben blij dat de mens en ook de mensheid continu in ontwikkeling zijn en dat we sinds deze vervlogen tijden progressie hebben geboekt als het gaat om het respecteren van mensenrechten, afstand nemen van koloniën, het niet langer accepteren van de ongelijke behandeling van minderheden en het relativeren van het belang van nationalisme. Het hedendaagse, multiculturele Nederland heeft baat bij een stille ontwikkeling die zich langzaam maar zeker voltrekt onder de burgers van morgen.

Kinderen worden in het basisonderwijs steeds minder vanuit de traditionele Nederlandse identiteit gevormd en steeds meer vanuit een breder perspectief. Zo besteedt een groeiend aantal basisscholen tijd en aandacht aan ‘wereldburgerschap’ om daarmee Nederlandse kinderen en hun identiteit te vormen. Vanuit dit concept worden universele, menselijke waarden als uitgangspunt genomen om bij te dragen aan de ‘Bildung’ (persoonsvorming) van kinderen.

Het zou me niet verbazen als ik het stempel ‘cultuurrelativist’ opgeplakt krijg. prima

Een voorbeeld van zo’n school is Cosmicus in Rotterdam. Een school die tevens het predicaat ‘UNESCO-school’ heeft gekregen. Scholen kunnen een UNESCO-school worden als ze aan tenminste drie van de vier UNESCO-thema’s aandacht besteden. Een van deze vier thema’s is ‘wereldburgerschap’. ‘Basisschool Cosmicus hanteert acht thema’s voor wereldburgerschap om in de loop van acht basisschooljaren de leerlingen te onderwijzen en opvoeden als wereldburgers.’

Eén van deze thema’s is weer ‘identiteit’: ‘Identiteit; wat maakt mij zo bijzonder? Wat delen we en waarin verschillen we? Respect voor verschillen in sekse: jongen, meisje, homo- en heteroseksueel.’ Hiervoor maken basisscholen als Cosmicus gebruik van allerlei lesmethoden, speciale projecten en activiteiten en onderhouden ze contacten met scholen in andere landen.

En zo zijn er vele basisscholen in Nederland die stilletjes maar zeker werken aan een identiteit van Nederlandse kinderen die anders is dan de traditionele ‘Nederlandse identiteit’. Nederlandse kinderen worden zo gevormd tot wereldburgers.

Terwijl verschillende politici moord en brand schreeuwen om herwaardering van de Nederlandse identiteit en scholen oproepen dagelijks het Wilhelmus uit volle borst te zingen, ziet de dagelijkse praktijk er geheel anders uit. En ouders vinden dat prima, omdat het simpelweg prima is.

Een wereldburger ‘toont respect, empathie en kan goed communiceren met mensen met verschillende achtergronden, of ze nu hier of daar wonen’. Daar kan menig politicus vandaag de dag nog iets van leren.

Het zou mij niet verbazen als ik van sommige lezers het stempel ‘cultuurrelativist’ opgeplakt krijg. En dat vind ik prima. Mensen doen maar. Ik maak cultuur graag en met liefde ondergeschikt aan universele menselijke waarden en de algehele filosofie van wereldburgerschap. Het is een vehikel om te zorgen voor meer verbinding, vertrouwen en begrip in onze multiculturele samenleving en tussen Nederlanders. Het draagt bovendien bij aan het bewustzijn van het belang van mensenrechten, het belang van vrede en harmonie.

Ik hoop dat er nog veel basisscholen zich het gedachtegoed van ‘wereldburgerschap’ eigen willen maken en wellicht ook UNESCO-school worden. Daar worden het onderwijs, kinderen en daarmee de toekomst van ons land beter van.