18.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 807

Terug naar het geloof van zijn voorouders: Kenneth Vers Babel en de Winti-religie

8

De Winti-religie wordt door Surinaamse kerken als een ‘valse godsdienst’ afgeschilderd. Afro-theoloog Kenneth Vers Babel vindt dit onterecht en schreef er een boek over.

Geestelijk verzorger en Afro-theoloog Kenneth Vers Babel hoorde als kind al dat alleen de christelijke God bestond. Andere godsdiensten, zoals de Winti-religie, werden als ‘vals’ beschouwd. Dit vonden zowel blanke mensen als de zwarte Surinaamse gemeenschap waarin hij opgroeide.

Vers Babel ging dit onderzoeken en concludeert dat de Winti-religie net zo veel respect verdient als het christendom. Zijn bevindingen schreef hij op in het boek: Keduampon, Onvolprezen God in Winti-religie. Onderdrukte Afro-religieuze identiteit in een gesluierd monotheïsme. Met deze studie wil hij de donkere Nederlander voorlichten.

Het Winti-geloof is een Afro-Surinaamse religie waarin Winti’s (natuurgeesten) een belangrijke rol spelen. De letterlijke vertaling van ‘Winti’ is ‘wind’.

Het Winti-geloof draait om drie dingen: 1) Het geloof in de schepper Anana Keduaman Keduampon; 2) het geloof in natuurgeesten, de eerder genoemde Winti; 3) het vereren van de overleden voorouders. In het geloof spelen daarnaast magische rituelen, natuurgeneeskracht, medicijnmannen, dromen en geesten een rol.

Winti is voornamelijk afkomstig van de afstammelingen van de Ewe-Fon-, de Fante-Akan- en de West-Bantu-koninkrijken in West-Afrika.

Geen afgoderij

Vers Babels missie: het bewust maken van Surinaamse Nederlanders, zodat zij de Afrikaanse religie en de cultuur van hun voorouders leren waarderen. Hij wil laten zien dat de godsdienst van de Afrikaanse voorouders van donkere Nederlanders net zo geloofwaardig is als de christelijke religie.

Vers Babel is geboren in Paramaribo maar woont nu in Nederland. Hij is christelijk opgevoed. De Afro-religieuze identiteit was echter nooit verdwenen, niet in zijn huishouden en ook niet in Suriname zelf. De religie moest in het verleden onderdrukt worden, omdat de vroegste missionarissen in Afrika en de christelijke kerk in Suriname deze ‘afgoderij’ niet wilden hebben.

‘Ik ben gedoopt, ging naar catechismusles en bezocht elke zondag de kerk. Tijdens die bijeenkomsten werd mij voorgehouden dat Winti niet bestond en dat als ik me daarmee zou inlaten ik naar de hel zou gaan.’

Toch bevredigde enkel het christendom Vers Babel niet. ‘Ik vond er geen antwoord op al mijn vragen.’ En bovendien: ‘Via mijn ouders nam ik al op jonge leeftijd kennis van Winti. Het was toch niet iets van de hel als mijn ouders zich hiermee inlieten en mij er ook bij betrokken? Ze zouden er dan immers voor zorgen dat ik de kans misliep om in ‘de hemel’ te komen.’

Zo ontstond zijn interesse in Winti. Het was voor hem geen onzin en afgoderij, maar de religie die de Afrikaanse voorouders van Surinaamse Nederlanders meenamen toen ze als gevolg van de Trans-Atlantische slavenhandel van hun vrijheid werden beroofd en naar Suriname werden overgebracht.

‘Mijn levensdoel is mensen betrouwbare kennis van de Winti-religie bij te brengen’

Vers Babel studeerde theologie en religieuze studies aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij schreef verscheidene columns in Afromagazine over de uit Afrika afkomstige religies en de Surinamers in Suriname. En nu is er zijn boek: Keduampon, onvolprezen God in Winti-religie. Onderdrukte Afro-religieuze identiteit in een gesluierd monotheïsme. Hiervoor is Vers Babel op zoek gegaan naar Keduampon, de God in de Winti-cultuur.

Wat Vers Babel daarnaast belangrijk vindt aan dit boek is dat hij er ‘Winti-therapie’ mee aanbiedt. ‘Mijn levensdoel is mensen betrouwbare kennis over Keduampon en de Winti-religie bij te brengen, zodat zij hun eigen levensdoel kunnen behalen, gelukkiger kunnen zijn en wij gezamenlijk kunnen bijdragen aan een betere wereld.’

Mental slavery

Ook op andere gebieden pakt Vers Babel door. Onlangs hield hij een Winti-lezing in Amsterdam, waarin hij zwarte pastoors en predikanten van ‘brainwashing en indoctrinatie’ beschuldigde. ‘Mijn werk is nog lang niet af’, vertelt de missionaris van de Winti-religie. ‘Nog altijd krijgen Surinamers een vertekend beeld over de godsdienst van hun voorouders voorgeschoteld tijdens de zondagsdiensten in de christelijke kerken in Suriname. Zij hebben nog een laatste stukje ‘mental slavery’ en zitten nog steeds vast aan de ketenen van het christelijk godsconcept.’

Idealiter zou Vers Babel willen dat eigenlijk de gehele Nederlandse samenleving kennisnam van de Afro-Surinaamse religie en dat mensen hiervoor ook enige waardering zouden kunnen opbrengen. Maar wellicht is dat een brug te ver, denkt hij. Daarom wil hij het vooralsnog beperken tot het geven van voorlichting.

In zijn beroep van geestelijk verzorger verleent Vers Babel hulp aan mensen die problemen ondervinden in het leven en adviseert hij hen. ‘Dat kan in situaties van leven en dood zijn, bij afscheid en verlies, of bijvoorbeeld bij ethische vraagstukken.’ Een geestelijk verzorger is deskundig in het omgaan met levensvragen, spiritualiteit, zingeving en het maken van ethische afwegingen.

‘Er bestaan geen ‘Goden’, er is maar één daarvan’

Vers Babel is behalve auteur ook directeur van stichting Paradigma, Spiritual Counseling Consultation & Coaching in Zaandam. Dit centrum doet aan maatschappelijk werk en biedt coaching en mediation aan.

Mediation kan bijvoorbeeld bestaan uit het bemiddelen bij vermeende ‘etnische profilering’. Dan stuurt de stichting aan op een gesprek tussen iemand die zich gediscrimineerd voelt of ongelijk behandeld is door zijn of haar afkomst door de politie. ‘Voor alle cliënten in mijn praktijk ga ik op zoek naar wat de personen kracht en inspiratie geeft. Ik sluit aan bij hun levensverhaal en levensbeschouwelijke achtergrond.’

In dit werk gebruikt hij de grondslagen van Winti, andere traditionele West-Afrikaanse religies en ook de grote wereldgodsdiensten. ‘Het komt voor dat levensvragen of problemen waar cliënten mee te maken hebben teruggaan op de Afrikaanse voorouder-religie. Dan heb ik het er met hen over en begeleid ze er in.’

Gods werk

Als hij zijn eigen leven een cijfer moet geven dan is dat een acht, vertelt Vers Babel. ‘Ik ben goed bezig, omdat ik Gods werk verricht. Ik werk aan mijn levensdoel, heb voldoening in wat ik doe en zet mij in om de wereld een stukje beter te maken.’ Toch is er nog ruimte voor verbetering. ‘Ik heb nog veel te leren en ik stel mij daarom ook heel leergierig op. Ik zoek steeds naar leermomenten uit levensgebeurtenissen. Er valt altijd wel iets te oogsten.’

Vers Babel erkent dat er meer dan alleen één religie kan zijn. Op de vraag in welke Goden hij gelooft, antwoordt hij echter: ‘Er bestaan geen ‘Goden’, er is maar één daarvan. Eén Opperwezen, Ultieme Realiteit of Universele Ziel.’

Marokko wil een ‘internationale dag tegen islamofobie’

0

Marokko wil via de Verenigde Naties een wereldwijde ‘dag tegen islamofobie’ in het leven roepen. Dit melden bronnen uit het Marokkaanse parlement, aldus het Marokkaanse medium 360.

Het Marokkaanse parlement zou al maanden bezig zijn om dit voorstel voor te bereiden, dat in de VN-vergadering ingediend moet gaan worden.

Het initiatief is reactie op de groeiende moslimhaat in de wereld. Vandaag overlegt het Marokkaanse parlement met ambassadeurs van andere islamitische landen over de in te dienen VN-motie.

De anti-islamofobiedag zou moeten draaien om verdraagzaamheid en het samen leven met elkaar. Dit past bij de buitenlandse politiek die Marokko uitdraagt. Het land zegt een tolerante islam te willen promoten en voor dialoog met andere religies te zijn.

Critici wijzen er daarentegen op dat Marokko de mensenrechten schendt. Zo zitten de leiders van de Rif-beweging in de gevangenis, wordt de persvrijheid beknot en maakt de regering nauwelijks werk van het verbeteren van de vrouwenrechten in het land, ondanks alle mooie woorden.

‘Geheime onderhandelingen Turkije en EU over nieuwe vluchtelingendeal’

0

Er vinden nu geheime onderhandelingen plaats tussen Turkije en de Europese Unie over vluchtelingen, aldus onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt van het online medium Nordic Monitor

Aanleiding van deze onderhandelingen zou het voornemen van de Turkse president Erdogan zijn om de vluchtelingendeal met de EU te breken en Syrische vluchtelingen richting het westen te laten doortrekken, een dreigement dat hij twee weken geleden uitte. Erdogan stelde toen als eis dat Europa zijn plan goedkeurt voor een ‘veilige bufferzone’ in het Noord-Syrië.

Het lijkt er volgens Bozkurt op dat Erdogans poging om de EU te chanteren met een nieuwe vluchtelingenstroom succes heeft. De EU is met Turkije in gesprek, om een tweede vluchtelingencrisis te voorkomen.

Volgens een bron bij het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken eist Erdogan extra geld van de EU. Het zou gaan om miljarden euro’s. Bovendien heeft Erdogans regering ingebracht dat Europa de Turkse plannen voor Noord-Syrië moet steunen, aldus Bozkurt.

De onderhandelingen worden in het geheim gevoerd omdat de EU bang is voor negatieve reacties, zegt Bozkurts bron. De vluchtelingendeal van 2016 wordt door verscheidene politieke partijen, mensenrechtenorganisaties en vluchtelingenorganisaties bekritiseerd.

Contacten tussen Turkije en Europa

Naar aanleiding van de tip vanuit het Turkse ministerie is Bozkurt alles nagegaan, zo vertelt hij aan de Kanttekening. Vorige week woensdag heeft Erdogan telefonisch gesproken met de Duitse bondskanselier Angela Merkel, aldus de woordvoerder van president Erdogan. Dit gesprek ging over de vluchtelingen en Syrië. Maar volgens lekken aan Turkse en Duitse zijde was het vooral Erdogans doel om de vluchtelingendeal van 2016 aan te passen en er zo nog meer financieel voordeel uit te halen, zegt Bozkurt.

Afgelopen vrijdag, twee dagen na het telefoongesprek tussen Erdogan en Merkel, zouden afgevaardigden van Turkije en de EU elkaar in Brussel hebben ontmoet. Deze gesprekken gingen officieel over iets anders, maar zouden in werkelijkheid over een nieuwe vluchtelingendeal gaan.

‘Erdogan wil erkenning, hij wil scoren’

Het hoofd van de Turkse delegatie zou staatssecretaris Faruk Kaymakci van Buitenlandse Zaken zijn, die – volgens diverse bronnen, zegt Bozkurt – de onderhandelingseisen van de Turken moest uitleggen. Ook moest de staatssecretaris kijken of er voldoende mogelijkheden waren om een top te organiseren.

Ondertussen ontmoetten de Turkse staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Muhterem Ince en de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Horst Seehofer elkaar op diezelfde vrijdag in Berlijn, vertelt Bozkurt. Ince werd vergezeld door Abdullah Ayaz, algemeen directeur van migratiezaken en verantwoordelijk voor de uitvoering van de Turkse migratiepolitiek.

Dat er mogelijk een nieuwe vluchtelingendeal op komst is blijkt volgens Bozkurt ook uit uitlatingen van Mark Rutte, die een dag nadat Erdogan zijn dreigende woorden uitsprak zei dat er opnieuw moet worden onderhandeld over de vluchtelingendeal.

Dreigementen en grote plannen

Erdogan wil niet alleen geld, maar wil ook van de EU carte blanche krijgen om in Syrië zijn gang kunnen gaan. De Turkse president hoopt een bufferzone te vormen aan de grens met Turkije, waar een miljoen Syrische vluchtelingen kunnen worden ondergebracht.

Veel Syrische vluchtelingen in Turkije zijn de laatste weken naar de Syrische grens gedeporteerd. Als de bufferzone er niet komt voor het einde van deze maand, dan dreigt Erdogan militair op te treden tegen de Koerdische YPG-milities.

Net als in 2016 wil Erdogan dat de EU miljarden euro’s rechtstreeks aan de Turkse regering overmaakt, zegt Bozkurt aan de telefoon. ‘Net als nu wilde Erdogan toen dat het geld direct naar hem ging, niet naar allerlei projecten in Turkije. Hij wilde vrij over al die miljarden euro’s beschikken. Dat wil hij nu weer.’

Maar de EU wil dit liever niet, vertelt Bozkurt, omdat de Turkse regering ervan wordt beschuldigd corrupt te zijn. De EU zou liever willen dat het geld gaat naar projecten gaat die via EU-fondsen worden gefinancierd.

Verwachtingen voor de toekomst

Bozkurt verwacht dat onderhandelingen met de EU tot een nieuwe vluchtelingendeal zullen leiden. ‘De EU is bang voor een nieuwe vluchtelingencrisis. De grenzen worden nu weliswaar bewaakt, maar een enorme vluchtelingenstroom kan niet worden tegengehouden. Daarom zal de EU met Erdogan willen onderhandelen.’

Volgens Bozkurt handelt Erdogan vooral om zijn machtspositie in Turkije veilig te stellen. ‘Erdogan wil erkenning. Hij hoopt daarom op een internationale top, zodat hij kan schitteren als leider. En dit wil hij dan verkopen aan zijn achterban en de andere mensen in Turkije, hij wil scoren. Die top is vooral voor binnenlandse consumptie bedoeld.’

Of Erdogans plannen voor Noord-Syrië ook zullen slagen, daarover is Bozkurt sceptischer. ‘In Syrië zitten de Russen en de Amerikanen, daar kan Erdogan niet zomaar zijn gang gaan. Ik verwacht niet dat Erdogans gedroomde bufferzone er op korte termijn zal komen.’

Een goede moslim is een goede Nederlandse burger

7

De afgelopen dagen was er veel ophef over het onderwijs op sommige salafistische scholen in ons land. ‘Salafistische scholen leren kinderen zich af te keren van Nederland’, kopte NRC vorige week. Ook Nieuwsuur wijdde hier een uitzending aan.

Zowel vanuit de moslimgemeenschap als vanuit de politiek werd er geschokt gereageerd op de bevindingen van NRC en Nieuwsuur. Sommige politici grepen de ophef aan om Artikel 23 van de Grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs wordt geregeld, ter discussie te stellen. Ook wilden VVD en ChristenUnie het mogelijk maken dat de inspectie kan ingrijpen bij het informele moskee-onderwijs. Tegelijkertijd gaf ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers wel duidelijk aan dat de inspectie zich niet met de christelijke zondagscholen mocht bemoeien.

Dat Segers vindt dat de overheid zich niet met zondagsscholen zou mogen bemoeien is helemaal terecht. Maar waarom moeten koranscholen dan wel geïnspecteerd worden? Dat is krom. Wel vind ik dat alle scholen, ook koranscholen, de verantwoordelijkheid moeten nemen om transparant  te zijn en om open kaart te spelen.

Op 11 september, een dag na de publicatie van het eerste artikel in NRC, kwamen de reguliere islamitische basisscholen onder vuur te liggen. Volgens NRC en Nieuwsuur leren meisjes en jongens op deze scholen dat ze elkaar vanaf de puberteit niet mogen aankijken, dat ze geen ‘kleding van ongelovigen’ mogen dragen en dat Allah homoseksualiteit verafschuwt. De lessen staan in het seksuele voorlichtingsboek ‘Help! Ik word volwassen’, dat wordt uitgegeven door de islamitische scholenkoepel ISBO.

De commotie rondom de salafistische scholen heb ik op de voet gevolgd. Het was voor mij lastig om hier een goede mening over te vormen. Er spelen namelijk allerlei dingen een rol in deze ingewikkelde discussie, dingen die ook met elkaar te maken hebben. Dan gaat het over onderwerpen als burgerschap, de lokalisatie en positionering van islam in Nederland en de rol van de media, waarvan je soms de indruk krijgt dat zij een obsessie hebben om moslims te bashen.

Sommige politieke partijen grepen de ophef in ieder geval aan om gemakkelijk te scoren. Hierdoor snap ik ook heel goed waarom veel moslimjongeren het vertrouwen in de media en in de politiek hebben verloren.

Vanuit de moslimgemeenschap zag ik uiteenlopende reacties, die meestal emotioneel van aard waren. Het is frustrerend om te zien hoe sommige sprekers meteen in de verdediging schieten.

NRC en Nieuwsuur hebben wel zaken blootgelegd. Misstanden die je moet benoemen. Misstanden die je moet bestrijden. Ook als moslim. Uitspraken als ‘Iedereen moet de intentie hebben om te ‘moven’ en ‘Nederland is niet ons land’ staan haaks op de visie die de islam uitdraagt. Dit soort standpunten mogen op geen enkele wijze aan wie dan ook onderwezen worden, zeker niet aan kinderen.

Moslims maken onderdeel uit van de Nederlandse samenleving en zullen dat ook blijven. Als moskeeën en imams zouden we alles op alles moeten zetten om deze visie actief uit te dragen. We moeten onze kinderen leren dat islam en burgerschap prima samen kunnen gaan.

Niet alles dat theologisch is, is per definitie pedagogisch verantwoord

Een goede moslim is een goede Nederlandse burger. Dat besef zal de kinderen en de jongeren helpen om zich te positioneren en een plekje in onze samenleving op te eisen. De Nederlandse samenleving heeft islamitische burgers namelijk ook ontzettend hard nodig om iets moois van deze maatschappij te maken.

Waarom zou je in Godsnaam kinderen op een onverantwoorde en onpedagogische manier het geloof onderwijzen? Is het niet verstandiger om kinderen te leren hoe ze geslaagde burgers kunnen worden, zonder hun islamitische identiteit te verliezen? En is het niet beter als we onze kinderen leren hoe ze met de verschillen in de samenleving om kunnen gaan, in plaats van alles maar te willen verbieden?

Niet alles dat theologisch is, is per definitie pedagogisch verantwoord. De islam is ook niet direct met allerlei regeltjes gekomen: de profeet heeft dertien jaar lang gewerkt aan de spirituele ontwikkeling van moslims voordat God wetten en regels heeft geopenbaard.

En wat betreft het strafrecht: dit is slechts één onderdeel van de sharia, het islamitische rechtssysteem, en is enkel van toepassing in die landen waar de islamitische regels gelden. Ik zie niet in waarom deze regels in Nederland onderwezen zouden moeten worden, al helemaal niet aan onze kinderen.

Het is jammer om keer op keer geconfronteerd te worden met zwartwit-denken en het al te letterlijk benaderen van de islamitische bronnen, dus zonder rekening te houden met de historische context. In werkelijkheid worden zulke bekrompen en kortzichtige ideeën door een zeer kleine sektarische minderheid uitgedragen. Deze ideologie wijkt in veel aspecten af van de mainstream islam, die al eeuwen wordt uitgedragen door de overgrote meerderheid van de moslims. Het is betreurenswaardig dat deze specifieke salafistische organisaties er steeds – al dan niet bewust – in slagen om de islam in een negatief daglicht te stellen en onze kinderen met hun visieloze gedachtegoed te infecteren.

Het wordt daarom tijd dat moslims ook een duidelijk beleid gaan ontwikkelen, een visie ontwerpen en een duidelijke richting gaan bepalen. Als er rotte appels in ons midden zitten, dan moeten deze wat mij betreft aangepakt worden. Sektes die andersdenkenden verketteren en uitsluiten mogen niet langer meer de boventoon voeren en jongeren infecteren met ideologieën die uit andere landen geïmporteerd worden. Genoeg is genoeg. Ik pleit niet voor een Nederlandse of Marokkaanse islam, maar wel voor een islam binnen de Nederlandse context. Een islam waarbij ethiek, spiritualiteit, dialoog en burgerschap centraal staan.

Deze islam is gestoeld op kennis en intellect, niet op onwetendheid en emoties. Er zijn moslims die goede bedoelingen hebben, maar niet voldoende kennis in huis hebben om de goede weg te wijzen. Asma Claassen, de auteur van het controversiële schoolboek Help! Ik word volwassen, bedoelt het heel goed – ik ken haar ook persoonlijk en zij is integer – maar slaat de plank enkele keren behoorlijk mis.

Zo stelt zij in haar boek dat een moslim geen kleren van de ongelovigen mag dragen, maar theologisch gezien klopt dit niet. Er bestaat namelijk geen islamitische kledij, net zo min er kleren van de ongelovigen bestaan. Als moslim mag je alles dragen wat aan de islamitische voorschriften voldoet. En voor de vrouw geldt dat kleding lang en wijd genoeg moet zijn en niet doorschijnend.

Maar ik vond het knap om te zien dat de ISBO-directeur de verantwoordelijk nam en direct in actie kwam. Dat is wat we nodig hebben: mensen die verantwoordelijkheid nemen en ons verder ontwikkelen. De moslimgemeenschap in Nederland maakt nu een ontwikkeling door. Als samenleving zouden we de moslims ook de tijd moeten gunnen om deze slag te maken. Laten we het niet benauwd voor elkaar maken, maar laten we elkaar helpen om vooruit te komen.

Moge Allah over Nederland waken en ons allen beschermen tegen elke vorm van ontwrichting en opsplitsing.

Protestgeluiden laaien op tegen Egyptische president Sisi: ‘Genoeg is genoeg’

0

Sinds de Egyptische aannemer en filmster Mohammed Aly op video president Abdel Fattah al-Sisi van corruptie heeft beschuldigd, laait online het protest op.

Aly, die naar Spanje is gevlucht, beschuldigt Sisi in een serie video’s van corrupte praktijken. De Egyptische autoriteiten zouden publieke fondsen hebben misbruikt om een luxueuze villa voor Sisi te bouwen in Alexandrië en voor een paleis in Caïro.

Aly, die als aannemer deze projecten uitvoerde, claimt dat hij nooit betaald is voor zijn diensten. De Egyptische overheid zou hem nog honderden miljoenen dollars schuldig zijn. Ook zet Aly de rijkdom van Sisi af tegen de armoede waarin veel Egyptenaren leven.

De video’s gingen viral, omdat Aly behalve aannemer ook een bekende filmster is. Sisi noemt de beschuldigen leugens en laster.

Maar op Twitter worden de woorden va de president met scepsis ontvangen. De hashtag #كفايه_بقي_ياسيسي (‘Genoeg is genoeg’) is inmiddels honderdduizenden keren gebezigd op Twitter.

Sommige twitteraars zinspelen zelfs op een nieuwe opstand, zoals in 2011 toen er door het hele land protesten uitbraken tegen de toenmalige president Hosni Mubarak. Onder druk van het leger trad Mubarak daarna af, na dertig jaar heerschappij.

Veldmaarschalk Sisi kwam in 2013 aan de macht door de gekozen regering-Morsi af te zetten. Veel westerse landen steunden de coup, omdat ze de islamistische Moslimbroederschap van Mohammed Morsi gevaarlijker vonden dan een seculiere dictatuur. Onder Sisi zijn duizenden politieke tegenstanders, vooral leden van de Moslimbroederschap, opgepakt en in de gevangenis gegooid.

Erdogan bovenaan lijst ‘invloedrijkste moslims’, koning Marokko in top 5

0

De Muslim 500, die elk jaar een overzicht biedt van ‘de vijfhonderd meest invloedrijke moslims’ in de wereld, heeft de lijst van het jaar 2019 gepubliceerd. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan is volgens deze lijst de meest invloedrijke moslim.

Op nummer 2 staat de Saoedische koning Salman bin Abdoel Aziz al-Saoed. Diens beruchte zoon kroonprins Mohammed bin Salman, verantwoordelijk gehouden voor de moord op journalist Jamal Khashoggi, staat op 13.

De Jordaanse koning Abdullah II staat op de derde plaats, gevolgd door de Iraanse grootayatollah Ali Khameini. Koning Mohammed VI van Marokko staat vijfde.

De eerste vijftig mensen in de lijst staan in volgorde gerangschikt, de overige 450 niet. Bij deze grotere groep zitten onder andere de Londense burgemeester Sadiq Khan, de Amerikaanse moslimfeminist Linda Sarsour en de Turkse schrijver en Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk.

Op de lijst staan twee (Marokkaanse) Nederlanders: de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb en kunstenares Rajae el Mouhandiz.

De Muslim 500 bestaat sinds 2009 en wordt samengesteld door het Royal Islamic Strategic Studies Centre in Amman, Jordanie.

VN: voor 600.000 Rohingya die Myanmar niet hebben verlaten dreigt genocide

0

Volgens de Verenigde Naties lopen Rohingya-moslims die Myanmar niet zijn ontvlucht nog steeds serieus gevaar om slachtoffer te worden van genocide. Dit stellen onderzoekers na een fact-finding mission in het Zuidoost-Aziatische land.

De VN-onderzoekers bestempelen de vervolging van Rohingya-moslims door het Birmese leger als genocide. De verantwoordelijken moeten worden vervolgd door een speciaal tribunaal in Den Haag, vinden zij.

Er leven volgens de onderzoekers nog zo’n 600.000 Rohingya in Myanmar. Hun positie is hachelijk. Myanmar ontkent dat er misdaden tegen Rohingya zijn gepleegd, maar vernietigt bewijzen, weigert een onderzoek in te stellen en sloopt of confisqueert gebouwen die vroeger in het bezit waren van de Rohingya.

Ook zijn ongeveer één miljoen Rohingya-moslims naar het buitenland zijn gevlucht, vooral naar Bangladesh. Plannen om hen weer terug te sturen naar Myanmar werden door de onderzoekers als ‘onmogelijk’ van tafel geveegd.

Moslimfeminist Linda Sarsour uit protestclub Women’s March na antisemitisme-rel

0

De intersectionele protestbeweging Women’s March heeft besloten drie prominente leden uit het bestuur te zetten en de banden met hen te verbreken. De redenen: financieel wanbeleid, intern geruzie en beschuldigingen van antisemitisme. Dit meldt the Washington Post.

De Amerikaanse Women’s March demonstreert sinds 2017 tegen president Donald Trump, vanwege de uitlatingen die de president in het verleden heeft gedaan over vrouwen. Ook komen de demonstranten op voor LHBT-rechten en staan zij op tegen politiegeweld richting zwarte Amerikanen.

Hét gezicht van de Women’s March was de islamitische Linda Sarsour, een Palestijns-Amerikaanse vrouw met een hoofddoek. Samen met covoorzitters Bob Bland en Tamika Mallory is Sarsour al in juli uit het bestuur vertrokken, maar de organisatie heeft hun vertrek nu pas bekendgemaakt.

Mallory zorgde voor veel ophef toen ze vorig jaar een bijeenkomst van Nation of Islam bezocht, een club van militante Afro-Amerikaanse moslims. Nation of Islam-leider Louis Farrakhan deed er antisemitische uitlatingen, maar dit weerhield Mallory er niet van om op sociale media positief over het evenement te berichten. Het kwam haar op veel onvrede vanuit Women’s March-supporters te staan.

De leiders van Women’s March namen daarna niet expliciet afstand van Farrakhan, die al langer berucht is om zijn antisemitische maar ook anti-homo-uitlatingen. Ook werd bekend dat Sarsour en Mallory in 2015 al eens op hetzelfde evenement als Farrakhan spraken.

De drie vertrokken bestuursleden worden opgevolgd door onder meer drie joodse vrouwen.

Sarsour staat, naast haar activisme, bekend om haar controversiële uitspraken. Zo stelde Sarsour twee jaar geleden dat ‘feminisme en zionisme onverenigbaar zijn’, wat haar het verwijt van antisemitisme opleverde. Ook zei ze in 2011 dat ze haar ideologische tegenstander Ayaan Hirsi Ali genitaal zou willen verminken.

Foto: Twitter

Vorige week verscheen Sarsour als endorser op een rally van de Amerikaanse presidentskandidaat Bernie Sanders, die van joodse afkomst is. Ze zei graag te willen zien dat Sanders de eerste joodse president wordt.

Vrouwenliefde in Bollywood, waar homoseksualiteit nog altijd taboe is

0

Dit jaar houdt een film over liefde tussen twee vrouwen de gemoederen bezig in India. ‘Homoseksualiteit wordt door de meerderheid gezien als ziekte, als iets abnormaals, iets verachtelijks.’

Noem Bollywood en menig man grapt over filmscenes waarin op straat wordt gezongen en gedanst. Maar naast romantische liefdesverhalen biedt Bollywood een podium voor controversiële onderwerpen en gevoelige thema’s in de Indiase samenleving: denk aan de vete tussen hindoes en moslims, gearrangeerde huwelijken, het patriarchaat, familie-eer, corruptie, armoede en zelfmoord.

Ook homoseksualiteit is in India een taboe, hoewel hier tot op heden weinig ruimte en aandacht voor is gecreëerd binnen de miljardenbusiness van de Bollywood-industrie. Maar eind 2018 waagden Shelly Chopra Dhar en filmproducer Vidhu Vinod Chopra het lanceren van de film Ek ladki ko dekha to aisa laga (‘Hoe ik me voelde toen ik dat meisje zag’): een film over vrouwenliefde.

Mindset veranderen

Het aantal Bollywoodfilms waarin homoseksualiteit als thema voorkomt is op één hand te tellen. Shoaib Sultan (33), een acteur en scriptschrijver uit Mumbai die schrijft over maatschappelijke thema’s, legt uit: ‘In India wordt homoseksualiteit steeds meer geaccepteerd als een persoonlijke keuze. Maar er zijn ook genoeg mensen, nog altijd de meerderheid, die er niet over willen praten. Homoseksualiteit wordt door hen gezien als ziekte, als iets abnormaals, iets verachtelijks. Als filmmaker zou ik heel graag een film over homoseksualiteit maken, om de mindset van mensen te veranderen, hun perspectief te verbreden. Het is dom om zulke onderwerpen te vermijden, omdat je bang bent voor afwijzing. ‘Mensen in India vinden alles best, als het hen maar niet overkomt.’

Shoaib voelt bij deze thema’s juist een grote verantwoordelijkheid, omdat het de kans biedt vooroordelen rondom homoseksualiteit weg te nemen. Dat is uiteindelijk waar het in de film en in andere kunstvorm voor hem om draait. Je kan toch nooit iedereen blij maken, legt hij uit, want India is divers van aard en massaal. ‘Je moet je niet afvragen of zo’n film wel kan, maar deze film vol overtuiging maken. Of de film uiteindelijk ophef veroorzaakt, genegeerd wordt of juist taboedoorbrekend is, dat moet dan blijken.’

Fragment uit de film ‘Ek ladki ko dekha toh aisa laga’ (Foto: YouTube)

Graag één probleem tegelijk

De doorsnee Indiër vindt de film ‘gemiddeld’, als we de ratings op recensiesites als Rotten Tomatoes en IMDb mogen geloven. De film zou geen recht doen aan het zwaarwichtige onderwerp van homoeksualiteit en te terughoudend hierin zijn. Maar wellicht was de oprechtheid van liefde tussen twee vrouwen niet de boodschap van de film. De focus richt zich op de omgeving en met name het vangnet van een lesbische vrouw, Sweety genaamd, uit een traditionele Punjabi-familie.

Het gaat dan vooral over haar angst, hoe haar omgeving op haar zal reageren. Er is met alle voorzichtigheid getracht te laten zien waarom mensen niet uit de kast durven te komen: de aantasting van de eer. Hier heeft India, een land waar de schaamtecultuur hoogtij viert, een mooi woord voor bedacht: besharam – schaamteloosheid, een fenomeen dat onder de Nederlandse hindoestanen nog even sterk leeft. De geliefden gaan op speelse wijze met elkaar om, dansen met elkaar en maken scooterritjes, maar van zichtbare romantiek of een betekenisvolle diepgaande relatie is geen sprake.

Hoewel erg theatraal, bevat de film veel emotie van Sweety’s vader, die de onderdrukte gevoelens van zijn kwetsbare dochter onder ogen ziet. Het resultaat is een gesprek over de bevrijdende aard van liefde als universeel gevoel, dat niet door wetten of maatschappelijke normen beperkt zou mogen worden. Er is veel tijd besteed aan haar grootse coming out. Het is een zoektocht naar acceptatie en steun in haar Sikh-familie. Hoeveel kunnen de Indiërs aan?

Dat de film meer is gefocust op de omgeving van het meisje dan op haar relatie verklaart ook waarom beide vrouwen als stereotype vrouwelijke figuren zijn neergezet. Ze hebben allebei lang haar en dragen make-up en Indiase gewaden. Een zogenoemde tomboy om de rol te vervullen zou waarschijnlijk schandelijk zijn. Graag één probleem tegelijk om te behandelen.

Een andere dubieuze scene uit de film is die waarin Sweety’s broer, die haar geheim kent, aan de eettafel beweert dat zijn zus een relatie heeft met een moslim. De diepgewortelde moslimhaat wordt hier heel erg voelbaar. Haar familie reageert geschokt, maar de boodschap is duidelijk: ondanks de moslimhaat gaat de voorkeur uit naar een moslimman boven een relatie met iemand van hetzelfde geslacht.

Poster van de film ‘Ek ladki ko dekha toh aisa laga’ (Foto: YouTube)

Niet in mijn familie

Volgens Ankita, een journaliste uit Nagpur, begint de mindset van de maatschappij tegenover de LGBT-gemeenschap te veranderen. Veel meer mensen durven uit de kast te komen en dit ook aan hun ouders te vertellen. De held in de film, acteur Rajkummar Rao, wordt volgens haar erg geprezen in de media voor zijn rol. ‘De oudere generatie begrijpt niet wat de jongere LGBT-generatie nodig heeft. Dus het ingrijpen van een – mannelijke – held in de film is noodzakelijk.’

Ritu, een journaliste uit Sonepat, denkt dat deze veranderende visie op homoseksualiteit mede te danken aan wetswijzigingen: ‘Sinds het hooggerechtshof relaties tussen hetzelfde geslacht heeft gedecriminaliseerd zijn mensen opener geworden. Het zal nog lang duren voordat de mindset echt zal veranderen, maar het begin is gemaakt.’

De film wordt in India gepromoot onder de slogan ‘Rethink the way you look at love’. Er wordt niet geprobeerd lacherig te doen over homoseksualiteit, wat in eerdere films met dit thema het geval was. Doel is juist om de ernst en de oprechtheid van het uit de kast komen in een conservatieve samenleving te laten zien. Ek ladki ko dekha to aisa laga is een film die met de beste intenties is gemaakt. De film is ook te bekijken op Netflix.

Vrouwenrechten in Marokko: trouwen met je verkrachter is heel normaal

0

Huiselijk geweld en seksuele intimidatie blijven aanzienlijke problemen in Marokko, ondanks een nieuwe wet die een jaar geleden werd aangenomen om vrouwen te beschermen. De wet is een stap in de goede richting, maar tackelt volgens activisten het onderliggende probleem niet.

Het is vroeg op maandagochtend 2 september als bewoners van de wijk Al-Farah in de Marokkaanse stad Casablanca het lichaam van een jonge vrouw vinden. De vrouw is vermoord en daarna is haar lichaam in een plastic vat gestopt. Het vat is vervolgens in zijn geheel in brand gestoken. Dezelfde dag nog verschijnen foto’s op internet van het verbrande lichaam. ‘Het is een soort waarschuwing voor vrouwen’, schrijft activiste Chaima Lahsini (26) op Facebook. ‘Dat je zomaar het volgende slachtoffer zou kunnen zijn.’

Het is deze maand een jaar geleden dat Marokko met een nieuwe wet kwam die vrouwen beter moet beschermen tegen (huiselijk) geweld en seksuele intimidatie, toch blijft geweld tegen vrouwen in het Noord-Afrikaanse land een hardnekkig probleem. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch waarschuwde vorig jaar al dat de wet te vaag is en niet duidelijk omschrijft wat precies onder geweld valt. Daarnaast is de wet volgens Lahsini vatbaar voor verschillende interpretaties en hangt veel af van rechters.

Voor minderjarigen lijkt er volgens Lahsini wel een verbetering te hebben plaatsgevonden. Zo werd eerder dit jaar een man veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, nadat hij aan een 11-jarig meisje had gevraagd hem tegen betaling te kussen. De man kwam na hoger beroep vrij. Toch is de aanvankelijke veroordeling een stap vooruit voor Marokko.

Voor volwassen vrouwen is het anders. ‘Als ik naar de politie zou gaan nadat ik was verkracht, zouden ze mij gaan onderzoeken’, vertelt Lahsini. ‘Als ik vervolgens niet kan bewijzen dat ik verkracht ben, moet ik de gevangenis in omdat ik seks heb gehad voor het huwelijk.’ De activiste legt uit dat een vrouw een ‘good girl’ moet zijn volgens Marokkaanse standaarden, anders is het haar schuld dat ze is verkracht of mishandeld. ‘Zelfs bij de vermoorde vrouw in Casablanca vragen mensen zich hardop af: ging ze ’s avonds alleen over straat? Wat had ze aan? Alsof het waarschijnlijk haar eigen schuld is dat ze is vermoord.’

Groepsverkrachting en zelfmoord met rattengif

De Marokkaanse minister van familie, solidariteit, gelijkheid en sociale ontwikkeling, Bassima Hakkaoui, sprak voor de zomer over haar plannen om de wet aan te passen en de rol van de politie en de officier van justitie te verduidelijken. ‘Dat kan ze zeggen’, zegt Lahsini. ‘Maar ik geloof niet dat ze het echt gaat doen.’

‘Ik gebruik de term ‘patriarchaat’ niet graag, maar dat is wel waar het hier over gaat’

Lahsini organiseerde twee jaar geleden een protest in hoofdstad Rabat, nadat een 23-jarige vrouw in een openbare bus was verkracht door een groep mannen. De minister bleef stil. In juli riep een groep feministen de minister op af te treden. Volgens de activisten zegt en doet Hakkaoui veel te weinig terwijl vrouwen verkracht en vermoord worden.

De laatste keer dat de minister zich openlijk uitsprak over een zaak was in 2012, hetzelfde jaar dat ze als minister werd benoemd. Een zestienjarig meisje in Larache pleegde in maart dat jaar zelfmoord door rattengif te eten, nadat zij werd gedwongen met haar tien jaar oudere verkrachter te trouwen. Door het huwelijk zou de verkrachting volgens de wet worden gedecriminaliseerd.

Minister Hakkaoui zei toentertijd dat het huwelijk een goede manier was om het meisje te beschermen tegen afwijzing in de maatschappij. Ook zei de minister dat vrouwen beschermd zijn tegen seksueel geweld zolang zij een hoofddoek dragen en zich niet ‘overgeven aan de blikken van viezeriken’. Deze uitspraken vielen toen al verkeerd onder vrouwenactivisten.

‘Ik houd van mijn land, maar mijn land niet van mij’

Maar volgens Lahsini moet er binnen Marokko veel meer veranderen dan alleen de wet om echt vooruitgang te boeken op het gebied van vrouwenrechten. ‘Ik gebruik de term ‘patriarchaat’ niet graag, omdat het niet altijd duidelijk is wat ermee wordt bedoeld, maar dat is wel waar het hier over gaat’, legt de jonge vrouw uit. ‘Het gaat over tradities, normen en waarden, geschiedenis en hoe mannen en vrouwen zichzelf zien.’

Lahsini groeide op in een progressief gezin in Rabat, studeerde communicatiewetenschappen aan de universiteit en werkt tegenwoordig in de stad Casablanca. Toen de activiste jaren geleden begon met zich uitspreken over de situatie van vrouwen in Marokko, was zij verbaasd dat niet alle Marokkaanse vrouwen aan haar kant leken te staan. Tegenwoordig begrijpt ze dat beter: ‘Veel Marokkanen zijn arm. Ze hebben het druk met geld verdienen, zorgen dat ze een dak boven hun hoofd hebben en eten op tafel en dat hun kinderen veilig kunnen opgroeien. Er blijft voor hen geen tijd over om zich zorgen te maken over andere problemen.’

Daarom gelooft de activiste nu dat de oplossing in educatie en economie ligt. ‘Als meer Marokkanen toegang hebben tot educatie en betere banen, zal ook hun idee over de rol van mannen en vrouwen veranderen. Maar dat gaat jaren duren.’

In de nabije toekomst heeft Lahsini weinig vertrouwen. Haar advies aan Marokkaanse vrouwen: ‘Ga weg uit Marokko.’ Zelf is Lahsini van plan binnen twee jaar naar het buitenland te verhuizen. ‘Ik wil ontdekken wie ik ben als ik niet de hele tijd boos ben.’ Tot die tijd blijft Lahsini actief in de strijd voor vrouwenrechten in Marokko. ‘Ik heb een jong nichtje en ik maak me nu al zorgen over haar toekomst.’ Ooit hoopt Lahsini terug te keren naar een beter Marokko: ‘Ik houd van mijn land, maar mijn land niet van mij.’