26.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 825

‘Bestrijd radicalisering met behulp van imams’

0
Said Bouharrou, woordvoerder van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland, zet zijn vraagtekens bij de manier waarop gemeenten radicalisering bij jongeren willen aanpakken. Er wordt te veel over moslims gepraat en te weinig mét hen, stelt hij. ‘Gemeenten staren zich blind op de mening van deskundigen.’

Poldermodel

Volgens Bouharrou wordt er in de ene gemeente meer samengewerkt met de moslimgemeenschap dan in de andere. ‘Den Haag, Amsterdam en Arnhem proberen het voortouw te nemen. Bij het tegengaan van radicalisering is het vaak zo dat het beleid eerst wordt vastgesteld. Pas daarna wordt aan moslimorganisaties gevraagd of ze willen participeren. Invloed op de beleidsvoering hebben ze dus niet. Er wordt ook niet gevraagd of ze het ermee eens zijn, terwijl ze vanaf het begin betrokken zouden moeten worden bij de plannen. Dat blijft achterwege.’

Zo heeft Bouharrou moeite met de Amsterdamse aanpak, waar toneelstukjes een belangrijke rol spelen bij de strijd tegen radicalisering. ‘Natuurlijk kan het wel een aanzet tot discussie zijn, net als de film Layla M (een Nederlandse film uit 2016 over een Marokkaans meisje dat radicaliseert, red.). Die film is heel goed voor de bewustwording van dit probleem. Radicalisering tegenhouden blijft echter lastig, omdat de inspiratie afkomstig is van geestelijken. Dan sta je 2-0 achter, ook omdat radicalisering isolatie tot gevolg heeft. Mensen die radicaliseren kun je het beste bereiken met behulp van de gemeenschap. Een imam van Marokkaanse afkomst, die zegt dat deze ideeën verkeerd zijn, wordt eerder geloofd dan een Nederlandse ambtenaar of een sleutelpersoon die geen adequaat weerwoord kan bieden aan religieus gemotiveerde overtuigingen.’

‘Dit probleem is religieus getint. Roep dus de hulp van andere religieuzen in om het te bestrijden’

Klasjes

Bouharrou weet door zijn functie dat veel imams graag betrokken willen worden bij het tegengaan van radicalisering. Maar critici beweren dat radicalisering in de moskee plaatsvindt, onder leiding van diezelfde imams. ‘Dit is een foute aanname. Juist in de moskee is er aandacht voor normen en waarden. En radicalisering gebeurt vaak via het internet. Sociale media spelen hierbij een grote rol. Zo leggen jongeren contacten, waardoor ze in klasjes van haatpredikers terecht komen.’

De haatpredikers die achter zulke klasjes zitten, zijn soms imams die bij hun moskee zijn weggestuurd en andere wegen zoeken om hun leer te verkondigen. Ze geven lessen aan de klasjes zelf of leiden hiervoor docenten op. Bouharrou: ‘Die lessen worden niet in een moskee gegeven, maar bijvoorbeeld bij de predikers thuis. Er zijn al een aantal van die klasjes opgerold door ongeruste medemoslims.’

Niet door de politie, want er worden geen strafbare feiten gepleegd. ‘Lesgeven vanuit huis is niet verboden’ vertelt Bouharrou. Vaak hebben leerlingen van de genoemde klasjes pas in de gaten dat het foute boel is als ze te ver zijn afgegleden. ‘Als er op een bepaalde manier gepraat wordt over bijvoorbeeld homo’s, joden en vrouwenrechten. Dan ontdekken ze dat ze in een situatie zijn beland waar ze niet in willen zitten. Althans, veruit de meeste leerlingen van die klasjes niet.’

Bouharra vindt het belangrijk dat mensen uit de gemeenschap zelf iets doen tegen radicalisering.  ‘De leerlingen uit dergelijke klasjes worden, vaak door een imam die eenzelfde sociale achtergrond heeft, uitgelegd wat de contextuele betekenis is van jihadistische termen. De leerlingen krijgen ook te horen dat ze hun dierbaren in gevaar brengen als ze naar dit soort lessen gaan. Het staat hun toekomst in de weg en ze kunnen problemen krijgen met de overheid, van wie zij een hardnekkig stempel kunnen krijgen. De meerderheid van de leerlingen haakt hierdoor af. Maar tegen een Nederlandse ambtenaar zou mogelijk iets gezegd worden in de trant van ‘Jullie zijn gewoon tegen de islam!’’

‘De doelgroep wordt niet bereikt. Wel de mensen die al van goede wil zijn’

Jongeren bereiken

Bouharrou vindt dat sociale media ook op een positieve manier kunnen worden ingezet tegen radicalisering. Jongeren zijn tegenwoordig vaak te vinden op sociale media, maar imams ook. Bouharrou: ‘Neem bijvoorbeeld de imams Yassin Elforkani en Azzedine Karrat, die volgelingen hebben en volgers via sociale media. Zij zijn populair bij jongeren en zouden beslist iets kunnen betekenen. Zo zijn er nog meer imams te noemen. Ik respecteer de scheiding tussen kerk en staat in dit land, maar dit probleem is religieus getint. Roep dus de hulp van andere religieuzen in om het te bestrijden.’

Aan de andere kant begrijpt Bouharrou dat sommige gemeenten misschien bang zijn om te investeren in een imam of een organisatie. ‘Een paar jaar geleden is er iets misgegaan met een de-radicaliseringsambtenaar (Saadia Ait-Taleb, red.). Dit ging gepaard met fraudegevallen. Zulke uitzonderingen leiden tot imagoschade. Toch vind ik dat gemeenten zich te veel blindstaren op de mening van deskundigen, in plaats van mensen uit de praktijk.’

Het meten van het effect van radicaliseringbestrijding is lastig. Volgens onderzoeken van het AD en Radar is er, zacht gezegd, tot nu toe geen sprake van een doorslaand succes. Bouharrou: ‘Zo kunnen ze in de gemeente Nijmegen behoorlijk uitleggen wat de risico’s zijn. Maar de doelgroep wordt niet bereikt. Wel de mensen die al van goede wil zijn. Dat is niet echt de bedoeling van het voorkomen van radicaliseren.’

Persoonlijke aanpak

Imam Azzedine Karrat is het deels met Said Bouharrou eens. Hij vindt het fenomeen radicalisering een complexe materie waar geen eenduidige oplossing voor te vinden is. ‘Het is een proces. Elke fase heeft een andere aanpak nodig. Ook moet je naar het individu kijken. Wat voor de één werkt, werkt niet voor de ander. De imam zou mogelijk een rol kunnen spelen in de fase waarin religie geïdeologiseerd wordt, dus wanneer men het geloof als een voertuig gebruikt om zijn ideeën te islamiseren. Ook zou de imam een rol kunnen spelen in het tegengaan van radicalisering, door met jongeren over bepaalde thema’s in gesprek te gaan.’

Niet elke imam kan zo’n gesprek voeren, stelt Karrat. ‘Bij dit soort gesprekken is theologische kennis alleen niet voldoende. De imam zou wel op de hoogte moeten zijn van wat er in de samenleving speelt, ook van bepaalde ideologische drijfveren die jongeren aansporen verder te radicaliseren.’

Reacties gemeenten

‘Wij herkennen ons niet in de stelling dat moslimorganisaties niet betrokken worden bij de totstandkoming van het beleid,’ zegt een woordvoerder bij de Gemeente Rotterdam, Team Veiligheid. ‘Net als bij andere complexe maatschappelijke veiligheidsproblemen is er niet één partij die alleen de oplossing in handen heeft. Daarom is het belangrijk dat er een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid heerst. Wij werken intensief samen met Rotterdammers, sleutelpersonen, maatschappelijke organisaties, veiligheidspartners, ministeries, andere gemeenten en gemeentelijke afdelingen. Dit betekent dat wij binnen onze aanpak ook contact hebben met moslimorganisaties en Rotterdammers met een islamitische achtergrond. Dit contact kan gaan van het vragen van advies, het peilen van sentimenten die bij bepaalde groepen leven tot het samenwerken aan een project binnen onze aanpak. Wij investeren in een breed netwerk van sleutelpersonen, dat goed weet wat er speelt in de Rotterdamse samenleving. Een aanzienlijk deel van de sleutelpersonen heeft een islamitische achtergrond. Wij betrekken dus moslimorganisaties bij ons beleid en, voor zover relevant, ook bij onderdelen van onze aanpak. Imams zijn veelal in dienst bij deze organisaties.’

Ook in Nijmegen herkennen ze zich niet in deze stelling, laat een woordvoerder weten. ‘Onze radicaliseringsaanpak bestaat uit verschillende sporen. De focus ligt op een brede doelgroep waar het gaat om de inzet van preventieve maatregelen zoals voorlichting, opvoedondersteuning en training. Daarnaast zetten we in op gerichte signalering van kwetsbare personen in de persoonsgerichte aanpak en het bereiken van kwetsbare doelgroepen in de preventieve sfeer. Zo hebben we een aantal projecten die specifiek gericht zijn op het weerbaar maken van risicojongens- en meiden.’

De Gemeente Amsterdam herkent zich wel in de kritiek van Said Bouharrou. De woordvoerder van de gemeente vertelt: ‘Contact met verschillende gemeenschappen en het continue verbeteren van de aansluiting van de aanpak met de leefwereld van kwetsbare jongeren is een essentieel om radicalisering tegen te gaan, en daarom ook een integraal onderdeel van de aanpak. Het tegengaan van radicaal of extremistisch gedachtengoed is niet een probleem van de overheid alleen, maar juist een gezamenlijk probleem dat gezamenlijk moet worden opgepakt en waarin gemeenschappen zelf ook een grote rol hebben. Moskeeën en imams kunnen daar een positieve rol in spelen. Daarom zijn er ook verschillende religieuze en interreligieuze netwerken in de stad die de gemeente faciliteert.’

Reactie Landelijk Steunpunt Extremisme

Het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE), dat zich ook als taak stelt om extremisme en radicalisering tegen te gaan en ook familieleden van mensen die radicaliseren helpt, onderschrijft net als de gemeente Amsterdam de analyse van Bouharrou. ‘Radicalisering zorgt ervoor dat mensen zich juist isoleren van hun gemeenschap, hun vaste vrienden en familie. En juist hun gemeenschap heeft een stabiliserende invloed op individuen, dus het is problematisch als mensen zich hiervan isoleren. De gevoeligheid van radicalisering wordt bepaald door vele factoren. Het is een grillig proces dat vooral te maken heeft met identiteit en met wie iemand omgaat.’

De woordvoerder van LSE benadrukt dat levensbeschouwelijke vorming een onderdeel is van iemands identiteit en dat het daarom belangrijk is voor moskeeën om er echt voor de jongeren te zijn. ‘De imam kan in gesprek gaan met de persoon zelf over ideologische vraagstukken, maar hij kan ook de familie bijstaan en maatschappelijke partners adviseren. Op die manier dragen imam en moskee bij aan een integrale benadering om radicalisering tegen te gaan, maar ook om geradicaliseerde personen te helpen om terug te keren in de maatschappij.’

Duitse inlichtingendienst: Moslimbroederschap gevaar voor democratie

0

Volgens een rapport van het Bundesamt für Verfassungsschutz (BfV), de Duitse inlichtingdienst, vormt de Moslimbroederschap een gevaar voor de democratie. Dit meldt de Duitse omroep Deutsche Welle.

De Duitse inlichtingendienst deed onderzoek naar de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, waar de uit Egypte afkomstige Moslimbroederschap activiteiten ontplooit. Hoewel de Moslimbroederschap geen geweld propageert, is de organisatie volgens de inlichtingendienst wel een extremistische groep met politieke idealen die haaks staan op de democratie.

De Moslimbroederschap heeft zich, inspelend op de angst voor Islamitische Staat, de afgelopen jaren naar buiten toe gepresenteerd als een redelijk alternatief voor extremisme. Maar volgens de Duitse inlichtingendienst verhult de organisatie hiermee een extremistische agenda. Doel van de Moslimbroederschap is volgens de Duitse geheime dienst om sleutelposities in de Duitse samenleving in handen te krijgen.

De Moslimbroederschap werkt in Duitsland samen met de koepelorganisatie Diyanet, waar in Duitsland meer dan 900 Turkse moskeeën onder vallen.

Moslims boycotten Mekka vanwege gedrag Saoedische kroonprins

0
Door de bloedige oorlog in Jemen en de moord op journalist Jamal Khashoggi is de Saoedische kroonprins Mohammad Bin Salman niet bepaald populair in de wereld, ook niet onder moslims.

Volgens Foreign Policy wordt de roep om de pelgrimstocht naar Mekka te boycotten steeds luider. De hashtag #boycotthajj is trending op Twitter en is nu meer dan 16.000 keer gedeeld.

Ook steeds meer islamitische geestelijken roepen op tot een boycot. De Tunesische Unie van Imams stelt dat Saoedi-Arabië met het geld van de pelgrims wapens koopt, waardoor mensen in Jemen worden gedood. Je kunt dit geld beter aan de armen geven, aldus de Unie.

In april dit jaar riep de Libische grootmoefti Sadiq al-Ghariani op om de Hadj te boycotten. Moslims die wel op pelgrimstocht gaan zijn volgens de grootmoefti zondig bezig, omdat ze hierdoor de Saoedische economie zouden steunen en daarmee indirect de Saoedische oorlog in Jemen.

In augustus vorig jaar liet de invloedrijke Egyptische geestelijke Yusuf al-Qaradawi, het hoofd van de Internationale Moslimbroederschap, een fatwa van soortgelijke strekking uitgaan.

In het verleden heeft Saoedi-Arabië mensen uit Iran en Qatar, die de bedevaartstocht wilden maken, de toegang tot Mekka om politieke redenen ontzegd. Met beide landen ondervindt Saoedi-Arabië spanningen.

Komen gediscrimineerde groepen wel genoeg voor elkaar op?

0
Gediscrimineerd worden kan op allerlei manieren. Vanwege je ras, leeftijd, geloof, opleidingsniveau, geaardheid, of omdat je een handicap hebt. De vraag aan het dK-panel: komen gediscrimineerde groepen wel genoeg voor andere gediscrimineerde groepen op?

Salma Karim (25), CEO, Graphic designer

‘Ik ben zelf tegen alle vormen van discriminatie. Ik heb veel gay vrienden en ook vrienden die gehandicapt zijn. Ik ben vrouw. Ik heb een lichamelijke beperking en ik ben allochtoon. Vanwege mijn geloof word ik ook wel eens gediscrimineerd. In Amsterdam, waar ik woon, heb ik er geen last van. Maar op mijn oude school, het Mediacollege, een vrij witte school, was het wel heel heftig.

In het laatste jaar werden we als donkere en buitenlandse leerlingen zelfs allemaal in dezelfde klas gestopt, ongeacht onze studierichting: Surinamers, Aziaten, Fransen. Raar, toch?

Salma Karim

‘We moeten van elkaar leren, in plaats van elkaar veroordelen’

Op het Islamitisch College Amsterdam werd ik ook gediscrimineerd trouwens, omdat ik creatief  ben en van metal en rock and roll houdt. Dat werd heel raar gevonden. En toen ik in de eerste klas jeugdreuma gingen leerlingen, maar ook docenten stomme opmerkingen maken. Door mijn docent wiskunde, werd ik zelfs voor de klas geroepen omdat ze meende dat ik een aanstelster was… Absurd.

Ik heb ook een vriendin die in transitie is, van man naar vrouw. Ik ken haar al jaren en ik merk dat ze vaak wordt lastiggevallen. Niet eens in de Baarsjes door Marokkaanse hangjongeren, maar in de stad door dronken Engelse toeristen die haar eerst willen versieren – want ze is een mooie vrouw – en er dan achter komen dat ze in transitie is. Dan kom ik voor haar op. Maar dan krijg ik zelf ook op mijn kop – en  uiteraard komt er weer gedoe over mijn eigen hoofddoek.

Ik zie trouwens ook vaak dat mensen die worden gediscrimineerd elkaar onderling discrimineren. Zwarte mensen, Aziaten, homo’s. Ook mensen van mijn eigen afkomst doen er ook aan mee. Dan denk ik: joh, jullie moeten meer samenwerken in plaats van meedoen aan het buitensluiten van minderheden. We moeten van elkaar leren, in plaats van elkaar veroordelen.’

Lourdes Boasman (69), gepensioneerd, taalvrijwilliger

‘Als ik denk aan voorbeelden van dubbel gediscrimineerd worden, denk ik meteen aan Alice Walker, de schrijfster van The Color Purple. Zij was een zwarte vrouw, lesbisch en getrouwd met een Jood. Discriminatie komt iedere dag voor. Een paar jaar geleden ben ik heel erg geschrokken van het verhaal dat een lesbisch Arubaans-Nederlands echtpaar op Aruba is weggepest. Niet alleen werd hun huwelijk niet erkend, ze werden zo getreiterd dat ze uiteindelijk zelfs terug moesten vluchten naar Nederland. Ik had echt gedacht dat er meer tolerantie zou zijn.

Zelf ben ik op Aruba geboren, maar mijn vader kwam van Sint Maarten en mijn moeder van de Dominicaanse Republiek. In San Nicolas, de regio waar we woonden, was dat geen enkel probleem. Veel inwoners daar kwamen uit de omringde eilanden om te werken bij de Lago olieraffinaderij. Maar discriminatie op kleur was er wel op Aruba, ook binnen de negroïde bevolkingsgroep. Een schoolvriendinnetje van mij had zelf een vrij lichte tint. Zij mocht niet met zwarte meisjes spelen. Haar moeder kwam zelfs in de schoolpauze kijken of ze het stiekem toch deed. Dit was 60 jaar geleden. Verder kan ik me ook goed herinneren dat je op Aruba twee homoseksuele mannen had –  Stroopie en Stella. Tijdens carnaval hadden zij altijd de mooiste uitdossingen aan. Iedereen keer daar naar uit. Ze waren ieder jaar de grootste attractie. Heel San Nicolas wist dat ze homoseksuelen waren, maar daar werd door niemand moeilijk over gedaan. Zij maakten zich ook op. Men vond dat geinig.

Lourdes Boasman

‘Ik had echt gedacht dat er meer tolerantie zou zijn’

Nu zijn we 50 jaar verder en wordt een lesbisch stel weggepest, dat in Nederland is getrouwd en daarna is verhuisd naar Aruba. Gelukkig geldt nu ook op Aruba en de Antillen, na jarenlang procederen, het geregistreerd partnerschap voor homoseksuelen.

Als jong meisje kwam ik naar Nederland voor een verpleegstersopleiding. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een administratieve loopbaan, waar mijn talenkennis goed van pas kwam. Ik heb altijd allerlei vrienden gehad: mannen, vrouwen in alle kleuren. We leven in een multiculturele wereld. Nu ben ik gepensioneerd en taalvrijwilliger voor vluchtelingen en anderstaligen.

Vluchtelingen worden zelf gediscrimineerd, maar je hoort ook verhalen over discriminatie onderling, van homoseksuele vluchtelingen bijvoorbeeld. In veel culturen mag homoseksualiteit niet bestaan. Een Syrisch taalmaatje verwondert zich vaak over de tolerantie in Nederland. Natuurlijk heb je hier genoeg mensen die niet-tolerant zijn, maar in zijn eigen land kun je echt niet jezelf zijn. Zijn Koerdische zoon kon hij niet aangeven met een Koerdische naam. Hier in Nederland kan dat wel. Daar mogen we best wel trots op zijn. Deze verworvenheid moeten we verdedigen. Laat iedereen elkaar respecteren.’

Ibrahim Özgül (35), finance- en project professional

‘Zelf zie ik de overeenkomsten wel tussen verschillende soorten discriminatie. Antisemitisme is voor mij in principe hetzelfde als islamofobie, maar in de praktijk zie je dat mensen vaak alleen maar strijden tegen een van beide vormen van uitsluiting. Ik denk dat je als minderheden onderling solidair zou moeten zijn. Een gemeenschappelijke vijand – mensen die discrimineren – zou een goede basis zou kunnen zijn voor vriendschap. Maar mensen zijn vaak te druk met hun eigen strijd en hebben te weinig tijd om te kijken naar de struggle van de ander. Sowieso is het heel lastig om mensen op de been te krijgen voor de goede zaak. Heel jammer.

Ibrahim Özgül

‘Antisemitisme is voor mij in principe hetzelfde als islamofobie’

Ik zie weinig mensen op de barricades staan voor de rechten van andere groepen. Op Facebook gebeurt dit ook niet. Homorechten liggen bijvoorbeeld heel gevoelig binnen de moslimgemeenschap. Toch zijn er wel moslims die opkomen voor homorechten. Of moslims die homoseksualiteit afwijzen omdat dit niet mag van de islam, maar homo’s als mens wel accepteren. Zelf ben ik nooit in de situatie gekomen waarin ik zag dat iemand werd gediscrimineerd. Toen ik zelf een bedrijf had liepen er allerlei soorten mensen rond: Turkse en Marokkaanse Nederlanders en ook Surinaamse stagiairs. Maar daar hebben we niet bewust op gekozen. Die waren gewoon goed.’

Nenita La Rose (61), adviseur, coach, voorzitter Nederlandse Vrouwenraad

‘In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw voelde ik mij, als jonge studente, erg betrokken bij het zwarte feminisme van Angela Davis en Philomena Essed. Ik was mij ook toen ook al bewust van het feit dat antidiscriminatiewetgeving altijd ging over seksisme of racisme, maar nooit over allebei tegelijkertijd. Als vrouw heb je sowieso te maken met marginalisatie, maar als je bovendien een kleurtje hebt, dan moet je daar ook aandacht aan geven. Dat wordt vaak vergeten, die intersecties, die kruispunten van discriminatie. De jongere generatie zwarte vrouwen houdt zich daar gelukkig wél meer mee bezig. We zijn van ver gekomen – maar we zijn er nog lang niet.

Vorige maand was ik dagvoorzitter van een expertmeeting van het kennisinstituut Atria over gender-stereotypering van vrouwelijke politici. Daar vertelde Marjolein Moorman, PvdA-wethouder in Amsterdam, hoe ze tijdens een politiek debat in De Balie als eerste vraag kreeg hoeveel rode jurken ze in de kast had hangen…

Nenita La Rose

‘We zijn van ver gekomen – maar we zijn er nog lang niet’

Dat je ook rekening houdt met vormen van achterstelling die geen betrekking hebben op jezelf vind ik belangrijk. Ik ben vrouw en zwart en toevallig ben ik hoogopgeleid. Maar dat laatste had ik ook niet kunnen zijn – ik had bovendien een handicap kunnen hebben. Toen ik voorzitter werd van de Nederlandse Vrouwenraad besefte ik dat ik de eerste zwarte voorzitter was in 120 jaar. Ik dacht toen: het is 2018, dit heeft eigenlijk best wel lang geduurd. We mogen onszelf best wat meer bewust worden van de verschillen die er zijn tussen witte vrouwen en migrantenvrouwen, wat betreft hun positie. We zijn inderdaad allemaal vrouwen, maar migrantenvrouwen hebben extra problemen qua economische zelfstandigheid en de extra druk vanuit hun cultuur om aan mantelzorg te doen. Dat geldt trouwens ook voor laagopgeleide vrouwen.

Ik ben enkele jaren geleden persoonlijk adviseur geweest van de burgemeester van Amsterdam, wijlen Eberhard van der Laan. Op bijeenkomsten werd ik steevast aangezien voor zijn secretaresse. De laatste jaren ben ik mij ook meer bewust geworden van de manier waarop ik zelf onbewust naar andere mensen keek. Dat gaat soms vanzelf. Als iemand een handicap heeft, is dat bijvoorbeeld vaak het eerste wat aan iemand opvalt. Gewoon omdat het minder vaak voorkomt bij de mensen. Het is soms lastig om direct door zo’n deel-identiteit heen te kijken. Daarom is het zo belangrijk om daar over te praten en om intersectionaliteit op de agenda te zetten.’

Grote Suriname-tentoonstelling komt naar Amsterdam

0

Op 5 oktober gaat De Grote Suriname-tentoonstelling van start in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De tentoonstelling heeft de cultuur en de geschiedenis van Suriname als onderwerp, vanaf de eerste nederzettingen tot vandaag de dag.

Tijdens de expositie zullen meer dan 300 objecten worden tentoongesteld, zoals archeologische ontdekkingen, historische foto’s en documenten, kledingstukken, contemporaine kunst, film- en muziekfragmenten, sieraden en toegepaste kunst.

De objecten komen uit tientallen musea uit Suriname en Nederland, waaronder het Surinaams Museum en het Tropenmuseum.

In het verhaal van Suriname is er aandacht voor de oorspronkelijke bewoners van Suriname, de slavernij op de plantages, de contractarbeiders uit India en Indonesië, de hoofdstad Paramaribo en natuurlijk ook de prachtige natuur van het land. Verder kunnen bezoekers ook de verhalen beluisteren van Surinamers die op film hun persoonlijke verhaal vertellen.

De Nieuwe Kerk organiseert daarnaast een De Grote Suriname-fotowedstrijd. Deelnemers aan deze wedstrijd kunnen hun eigen beeld, herinnering of beleving aan Suriname delen. Vanaf 1 augustus kunnen deze foto’s worden ge-upload op de website van De Nieuwe Kerk.

Aanleiding van de tentoonstelling is de 45-jarige verjaardag van de voormalige Nederlandse kolonie Suriname, die in 1975 onafhankelijk werd. De Grote Suriname-tentoonstelling zal te zien zijn tot 2 februari 2020.

Turkije: voormalig AKP-minister beschuldigd van ‘terrorisme’

0

Een voormalige ambtenaar heeft in Ankara aangifte van terrorisme gedaan tegen Ali Babacan. Babacan was tot 2015 vice-premier en minister van Economische en Financiële Zaken onder Recep Tayyip Erdogan, de huidige president en leider van de AKP-partij.

De ambtenaar, Ali Cevik, beschuldigt Babacan ervan de Hizmet-beweging te steunen. Hizmet is geënt op de ideeën van de Turkse geestelijke Fethullah Gülen, die tegenwoordig als balling in Amerika leeft. Gülen wordt door de Turkse regering verantwoordelijk gehouden voor de mislukte coup van 2016. Gülen en de Hizmet-beweging ontkennen dit in alle toonaarden.

Babacan is in gesprek met voormalig president Abdullah Gül over de oprichting van een nieuwe politieke partij. Deze nieuwe partij kan de positie van Erdogans AKP bedreigen, omdat een deel van het conservatief-religieuze electoraat van de AKP naar de nieuwe partij zou kunnen overstappen.

Ook beschuldigd Cevik Babacan van economisch wanbeleid. Babacan zou volgens de ambtenaar verantwoordelijk zijn voor de economische malaise waarin Turkije zich nu bevindt.

‘Marokko kraakt computers en telefoons van journalisten’

1
Volgens het Committee to Protect Journalists (CPJ) breekt Marokko in de computers en telefoons van journalisten.

Journalisten uit Marokko melden het CPJ dat het Marokkaanse regime stiekem toegang tot hun software heeft, zodat ze kunnen worden gevolgd. Met technische trucjes probeert Marokko journalisten tegen te werken, zoals via het hacken van laptops of het tappen van telefoons.

Het Marokkaanse regime staat er al langer om bekend dat het onafhankelijke journalisten tegenwerkt. Volgens het CPJ doet Marokko zich voor als een tolerant land dat naar buiten toe een gematigde vorm van de islam predikt, terwijl in werkelijkheid de elite – de koning, de topambtenaren, de geheime dienst en de rijke zakenlieden die het regime ondersteunen – de vrije pers de nek hebben omgedraaid.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken van Marokko, Defensie en de veiligheidsdiensten weigeren het CPJ commentaar te geven.

Hoogleraar Elvan Aktas over de krimpende Turkse economie

0
In 2011 was Turkije nog ’s werelds snelst groeiende economie, maar nu ligt het land economisch op zijn gat. De Turks-Amerikaanse hoogleraar Financiën Elvan Aktas heeft ideeën over hoe Turkije het tij kan keren. ‘De sleutel tot succes is regionale stabiliteit.’

Vanaf 2014 gaat het steeds slechter met de Turkse economie. De schulden van het land worden gehouden in buitenlandse valuta en de kasstromen in het land gaan via de Turkse lira, die vanaf 2015 flink is gedevalueerd: van 2,99 Lira voor 1 euro naar 6,52 lira. De Turkse Lira devalueerde zelfs met 17 procent toen Trump in 2018 importtarieven op Turks staal en aluminium aankondigde. De prijzen zijn fors gestegen – er is 19,5 procent inflatie en de werkloosheid is met 14,7 procent weer op het niveau van tien jaar geleden. Sinds vorig jaar neemt het BBP van Turkije af en verkeert het land in een recessie.

De Kanttekening sprak over de Turkse economische recessie met de Turks-Amerikaanse hoogleraar Elvan Aktas, die vorige maand in Nederland was. Aktas doceert Financiën bij de Valdosta State University van Georgia en naast zijn analyse over Turkije – ‘Er is verkeerd geïnvesteerd’ – heeft hij een advies aan Turkse Nederlanders om economisch succesvol te worden: ‘Integreer. Wees een goede ambassadeur van je eigen cultuur, maar isoleer jezelf niet.’

Wat is de reden van uw bezoek aan Nederland?

‘Ik geef een aantal lezingen voor Turkse ondernemers. Die gaan vooral over aanpassing aan de zakenwereld in ontwikkelde landen, de regels, financiering, micro-economische vraagstukken. Daarnaast zijn er bijeenkomsten georganiseerd om jonge mensen te ontmoeten en ze begeleiding te geven qua onderwijs. Ook de zakenmensen die ik ontmoet moedig ik aan. Ze moeten hun certificaten halen, het boekhoudsysteem en het rechtssysteem kennen. Dat je een succesvol zakenman bent in Turkije betekent niet automatisch dat je een succesvol zakenman kunt zijn in Nederland of Amerika. Een ander problematisch aspect is culturele integratie. Daar heb ik mijzelf echt persoonlijk aan verbonden. Ik ben hier zelf door heen gegaan. Ik kom uit een zeer conservatieve familie in Turkije. Ik heb in Amerika de moeilijkheden van het aanpassen aan een nieuw thuisland zelf doorleefd. Het is een compleet andere cultuur.’

Heeft u het dan over een werkelijke verandering in uzelf of slechts over een verandering van gedrag om in het westerse leven te kunnen functioneren?

‘Dat eerste. Ik zeg tegen mijn Turkse vrienden dat ik nu een Amerikaan ben, die met ze praat in het Turks. Ik was 22 toen ik in de Verenigde Staten aankwam. Ik ben nu 46. Ik ga ook niet terugveranderen, mijn geest werkt nu anders: analytisch en kritisch denken, je denkbeelden en emoties scheiden van de zaken die van buiten komen. Ik kwam uit een Turkse gemeenschapscultuur, waar de groep voor je denkt, waar de groep je vertelt wat goed is. In Amerika kom je terecht in een jungle, alleen. Dat heeft verstrekkende implicaties voor jezelf, voor het zakendoen, voor families en gezinnen, voor huwelijken en voor de tweede generatie, je kinderen. Migranten die kinderen opvoeden in de westerse wereld hebben naast de gebruikelijke generatieverschillen een heleboel culturele botsingen met elkaar.’

Toch vormen Turken, ook in Nederland, vaak hechte gemeenschappen, waar je nauwelijks tussen komt.

‘Weet je waarom? Ze integreren niet. Zelfs de tweede en derde generatie voelen zich niet Nederlands. Ze voelen zich buitenstaanders. Daar liggen ook zaken van buiten aan ten grondslag. Maar door de verschillende landen culturen en opvattingen in Europa is het ook lastiger om hier te integreren dan in Amerika. In de Verenigde Staten is er meer een natuurlijke melting pot, omdat iedereen ergens vandaan komt. Amerika is onverschilliger dan Europa. In Amerika heb je als immigrant, vooral als je succesvol bent, twee keuzes. Of je geniet van dat succes en de voordelen die dat meebrengt, of draagt bij aan de samenleving. Die tweede keuze vereist integratie. Je moet je nek uitsteken en risico’s nemen. In Europa ligt dat moeilijker. Ik was vorig jar in Londen en ontmoette daar zeer rijke Pakistaanse zakenmensen. Zij vertelden me dat het moeilijk is om als donker én rijk persoon geaccepteerd te worden. De samenleving en het systeem zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor dit gevoel, maar zonder inspanningen van de immigrantengemeenschap en zonder rolmodellen blijft het altijd zoals het is. Immigranten moeten in de structuur van de samenleving terechtkomen. Anders zijn de tweede, derde en vierde generatie immigranten nog steeds buitenstaanders, kleine eilandjes in kleine glazen flessen. Ze zijn fysiek hier, maar hebben glazen plafonds aangebracht, die voelen alsof er geen manier is om vooruit te komen. Zelfs als er mogelijkheden zijn, kunnen ze het niet.’

‘Het zou weleens in het Nederlandse belang kunnen zijn om de Turkse economie niet te zien omvallen’

Het gaat economisch slecht met Turkije. Wat gaat daar mis?

‘Begin 2011 was Turkije nog de snelst groeiende economie van de wereld. De sleutel tot succes is regionale stabiliteit. Turkije verdient geld wanneer er vrede is in de regio. Vijf jaar geleden ging het nog goed, maar nu is het land naar binnen gericht. De grote buitenlandse investeerders uit het Westen hebben zich teruggetrokken. De directe investeringen en de productiecapaciteit in Turkije zijn de laatste twintig jaar enorm toegenomen, maar de laatste vijf jaar namen ze dramatisch af. Nederland neemt qua investeringen een uitzonderingspositie in. Waarom weet ik niet. Misschien heeft Nederland te veel geld uitgeleend aan de Turkse economie, bijvoorbeeld in obligaties. Het zou weleens in het Nederlandse belang kunnen zijn om de Turkse economie niet te zien omvallen.’

Hoe denkt u over de verhouding tussen de private sector en de overheid in Turkije?

‘Er zijn goede zakelijke kansen in Turkije. De mensen zijn hoog opgeleid, maar momenteel willen mensen juist weg uit Turkije omdat het systeem ze niet beloont. Wikipedia is nog steeds verbannen in Turkije. Hoe ga je een IT-sector opzetten wanneer het internet wordt gecensureerd? In Amerika is geen van de beste studenten geneigd om in de publieke sector te werken. Ze willen in de private sector werken en rijk worden. Maar in Turkije is het de droom van iedere succesvolle student om een overheidsbaan te krijgen, het recept voor levenslange stabiliteit. Daar zit een religieuze en culturele motivatie achter. In de Turkse en islamitische cultuur is de overheid heilig. Je gehoorzaamt de overheid en werkt voor de overheid. Die mentaliteit gaat eeuwen diep. Traditioneel is links verantwoordelijk voor een grote overheid, maar in Turkije maken nationalisten en conservatieven de overheid nóg groter. Turkije begint steeds meer te lijken op de andere landen in het Midden-Oosten, waar ook autocratische heersers aan de macht zijn. Wellicht heeft de islamitische wereld een eigen verlichtingsperiode nodig: niet op cultureel of op religieus vlak, maar op politiek vlak.’

Met het aankomend burgemeesterschap van CHP’er Ekrem Imamoglu in Instanbul lijkt de democratie toch krachtig genoeg in Turkije?

‘Istanbul is maar één stad. Heb je gezien met welke rechtvaardiging ze de uitslag van de verkiezingen in eerste instantie annuleerden? Hoeveel onafhankelijke journalistieke media zijn er in Turkije? Hoeveel burgerinitiatieven zijn er actief in het land? Mensen hebben er helaas niet het recht om te demonstreren of de overheid te bekritiseren. Imamoglu klaagt dat hij zijn boodschap niet voor het voetlicht kan brengen. En ik kan dit soort dingen zeggen, omdat ik sinds 2014 niet meer in Turkije woon.’

‘Nederland kan Turkije niet verliezen als strategisch bondgenoot’

Toen Erdogan in 2003 aantrad waren velen in en buiten Turkije toch blij met zijn hervormingsplannen?

‘Ook ik heb in Erdogan geloofd. Maar wanneer de persoon waarmee je trouwt verandert, dan kan het zijn dat je gaat scheiden. Het ging een tijd goed. Maar Turkije investeerde verkeerd. Het geld ging niet naar infrastructuur, productiecapaciteit voor export en onderwijs, maar naar de bouwsector. Destijds zei ik al: houd je geld vast in dollars, dan zal je vier dezelfde huizen kunnen kopen. Mensen die toen hebben geluisterd, hun huis hebben verkocht en dollars hebben ingeslagen, kunnen nu 2.7 huizen kopen met dezelfde dollar. En het gaat naar vier toe. Ik raad mensen daarom aan om geen onroerend goed in Turkije te kopen. De instituten functioneren niet. De wereldwijde rentedaling zal de situatie in Turkije ademruimte geven, maar de financiële wereld is niet dom. Als je wil zien wat er gaande is, volg dan vooral de obligatiemarkt. Rentetarieven op obligaties liegen nooit. Turkije lijkt af te stevenen op een economische crisis. Tenzij het land richting kiest, slim beleid gaat voeren en de overheid laat functioneren als in een liberale democratie.’

Hoe definieert u de liberale democratie?

‘Twee opeenvolgende vredig verlopen transities van macht. Turkije heeft er nog geen één gehad. Niet één. Het is tot nu toe altijd een overheid die te autocratisch en te streng werd, waarna er een militaire overname volgde. Ik gun Turkije een liberale democratie.’

Zou Turkije in dezelfde richting moeten opschuiven als Amerika? Een richting waar bilaterale gesprekken plaatsvinden met individuele landen en niet meer met machtsblokken? 

‘Nee. Atatürk, de stichter van het moderne Turkije, had een heldere kijk op integratie in de moderne wereld. Turkije kan geen krachtige regionale speler zijn als het de aanbiedingen van de Amerikanen en de Russen naast elkaar legt, zodat Turkije de voordelen daarvan kan optimaliseren. Turkije heeft een transparante, principiële en door het recht gestuurde overheid nodig. Maar het rechtssysteem is niet goed gegrond, want het is niet onafhankelijk en niet aangestuurd door de principes van een grondwet. Wie heeft de grondwet in Turkije geschreven? De generaals die in 1980 de laatste militaire staatsgreep leidden. De grondwet daarvoor werd geschreven door de generaals van de voorlaatste staatsgreep. En wie schreef de eerste grondwet? Atatürk, een generaal die ook door middel van een coup aan de macht kwam. Met andere woorden: democratie, secularisme, een transparante overheid, een dienende overheid: het kwam allemaal niet vanuit de samenleving zelf, maar werd van bovenaf opgelegd. Daarom is de Turkse samenleving – en ik kom uit precies zo’n familie – ingericht op politici die verkiezingen winnen en die het land naar hun ideologie vormen. Dat is structureel wat democratie betekent.  Je kunt een schip dat leunt naar een bepaalde kant niet recht houden door het stuur recht te houden. Je moet richting kiezen. Iedereen, van links tot rechts, die gelooft in de liberale democratie, iedereen die gelooft in een goede toekomst van Turkije, zal je vertellen dat het perspectief op een EU-lidmaatschap de hervormingsgedachte vleugels gaf. Maar die gedachte is nu verdwenen.’

‘Nieuwkomers moeten goed integreren en een productief onderdeel van de samenleving worden’

En hoe kijkt u aan tegen de relatie tussen Nederland en Turkije?

‘Die is veranderlijk. Zo zijn er door hele bevolkingsgroepen op straat sinaasappels met messen doorstoken als protest tegen Nederland. De Turkse psyche is onvoorspelbaar. Turkije en Nederland voeren handel met elkaar, maar zijn geen politieke partners. Pragmatisme is troef. Nederland kan Turkije niet verliezen als strategisch bondgenoot. Soms zijn progressieve Turken boos op Nederland en andere Europese landen, omdat de handel doorgaat ondanks de mensenrechtenschendingen in Turkije. Ik pleit niet voor een boycot. Laat menen handelen. Ik heb zes jaar in Miami gewoond. De Cubaanse bevolking daar dacht altijd dat een buitenlandse boycot het land zou doen veranderen, maar het was juist de handel. Open het land. Verandering moet van binnenuit komen.’

Wat zou u willen zeggen tegen Turken in de diaspora?

Integreer. Wees een goede ambassadeur van je eigen cultuur, maar isoleer jezelf niet. Het is OK voor mij om in Amerika te zijn. Dit maakt mij niet minder moslim, het maakt mij niet minder Turks en ik kan bijdragen aan de samenleving waar ik leef. Als ik alleen maar omga met Turkse mensen, wat doet dat dan voor mijn cultuur? Waarom ben ik dan in Amerika? Integreer. Turkse mensen zijn historisch gezien niet goed geïntegreerd. Kijk naar de Turken in Nederland, Duitsland en Frankrijk. De vierde generatie vecht nog steeds voor dezelfde dingen. Er zijn natuurlijk verbeteringen, zeker als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe Turkse vrouwen zich opwerken. Dat moedig ik ook aan: ontwikkel jezelf, haal diploma’s, promoveer aan de universiteit, wordt professor. Het gaat mij niet om assimilatie en het opgaan en verdwijnen in de samenleving, maar om integratie ten bate van jezelf.’

En wat zou u willen zeggen tegen Nederlanders?

‘De Nederlandse samenleving is, ondanks de al dan niet terechte kritiek, een zeer inclusieve samenleving die diversiteit omarmt en een goed voorbeeld van een liberale democratie. Maar Europa is een zeer moeilijke plek om zo’n open samenleving open te houden, zeker met het oog op de recente vluchtelingengolf vanuit het Midden-Oosten. Omdat Europa vergrijst zijn nieuwkomers nodig. Maar ze moeten goed integreren en een productief onderdeel van de samenleving worden.’

D66 en identiteit: slaapt daar de duivel tussen?

0
Vandaag organiseert Opfrissing, een club van betrokken D66’ers die de partij met praktische voorstellen scherp wil houden, een debat over migratie en identiteit. De Kanttekening vroeg drie Democraten naar hun mening over de huidige koers van de partij op deze thema’s.

Gert Jan Geling, voorzitter van de D66’s thema-afdeling Samenleven, Migratie en Asiel en betrokken bij Opfrissing

‘Opfrissing is een initiatief van D66-leden die ontevreden zijn over de manier waarop D66 haar eigen politieke kroonjuweel, het referendum, heeft afgeserveerd. Eind vorig jaar kwam het idee op om integratie en immigratie te bespreken. Wanneer D66 zich met deze onderwerpen bezighoudt gaat het vaak over hele praktische en beleidsmatige zaken, zoals oplossingen voor vluchtelingen die de taal moeten leren en een eerlijke kans moeten krijgen op de arbeidsmarkt. Migratie was vooral een belangrijk thema voor D66 tijdens de vluchtelingencrisis, toen er heel concreet problemen moesten worden opgelost. Maar een hele duidelijke visie op de toekomst van immigratie en integratie is er eigenlijk niet binnen de partij. Dat kun je zien aan het feit dat er in de afgelopen beleidsperiodes vijf verschillende woordvoerders integratie zijn geweest in de Kamer. Geen continuïteit.

Het onderwerp is belangrijk genoeg is om een echte lijn uit te zetten waarmee D66 zich onderscheidt. Je hebt het rechtse verhaal over migratie, waarin je niet mee wil gaan omdat het uitgaat van angst en wantrouwen – maar wat dan? Want de uitdagingen en soms ook problemen die immigratie met zich meebrengt worden niet vanzelf opgelost. Migranten en hun kinderen zijn hier nog het meest de dupe van. Een lid van Opfrissing vond dit ook. Hij heeft zelf een migratieachtergrond en werkt met vluchtelingen. Hij wordt regelmatig geconfronteerd met de praktijk: wat doe je met een man die in Nederland woont en die zijn vrouw dwingt om binnen te blijven? Wij gaan als liberalen graag uit van ‘eigen keuzes’ en ‘de vrijheid van het individu’, maar door je blind te staren op dat wereldbeeld ga je voorbij aan de dagelijkse realiteit binnen bepaalde migrantengroepen. Een kritisch perspectief daarin is soms lastig voor D66’ers, omdat stereotypering al snel op de loer ligt en we willen niet in de buurt daarvan komen.

Foto: Gert Jan Geling

‘Veel D66’ers komen niet uit de meest diverse omgeving’

Soms denk ik weleens: zijn wij D66’ers niet te reactief tegenover de populistische houding over immigratie en integratie? Wij moeten juist heel duidelijk een eigen D66-verhaal vertellen. Eén van de onderwerpen waar we over moeten nadenken: hoe verhouden we ons tot nationalisme? Er is behoefte aan een nationale identiteit. Wat doen we daarmee als progressief-liberale partij? Is er ook iets als ‘inclusief nationalisme’, zoals dat zo mooi wordt omschreven in Nederland mijn Vaderland?, het boek van voormalig GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil? Het idee van ‘inclusief nationalisme’ is nog niet vertaald door een politieke partij. Ik wil graag praten over de vraag: past Özdils verhaal bij een partij als D66? En zo ja, hoe vullen we dat dan politiek in?

Nationale identiteit is een te actueel thema om links te laten liggen. Er zijn best veel mensen die niks hebben met het rechtse, antiliberale nationalisme, maar wel blij zijn met Nederland. Binnen D66 zijn inclusie en diversiteit belangrijke thema’s. Maar als je eerlijk bent komen veel D66’ers niet uit de meest diverse omgeving. Dat komt door de segregatie die door de hele samenleving heen loopt. Echt divers zijn, ook als partij, vraagt soms net iets meer dan zeggen: we staan open. Zelf woon ik de Schilderswijk in Den Haag en ben ik actief in de buurt. Ik geef ook les op de kleurrijke Haagse Hogeschool en heb daardoor op verschillende niveaus wel enige feeling met de diverse samenleving. Ook mijn vriendenkring is heel divers, maar de uitdaging voor de samenleving is: groepen goed integreren. Wat bindt mensen?

Politiek richt zich vaak op het beleid voor de korte termijn. Maar als je naar de toekomst kijkt zie dat je thema’s als ontwikkelingen in Afrika en klimaatverandering van belang zijn – hoe gaan wij D66’ers daarmee om vanuit onze sociaalliberale waarden? Ik vind echt dat er een langetermijnvisie nodig is en ben fan van ontwikkelingseconoom Paul Collier, hoogleraar aan de Universiteit van Oxford, die veel heeft geschreven over refugee cities. Misschien is dat een idee, om een veel bredere menswaardige opvang te garanderen voor grote groepen vluchtelingen. Want de manier waarop we het nu doen werkt eigenlijk niet. De volgende vraag is dan: waar zet je die refugee cities neer? In Europa of in de regio? Wat is het beste voor iedereen? Je moet daar ook pragmatisch in zijn. Daarvoor is het wel nodig om een visie te hebben op de toekomst – en niet alleen hier en daar een miljoen extra te investeren waar het nodig is.’

Zouhair Saddiki, filosoof en lid van de D66-werkgroep Religie & Levensbeschouwing

‘Qua integratie zit het D66-verhaal redelijk snor, zeker als je kijkt naar het beleid: taal, arbeidsdeelname, scholing. Dat zijn stuk voor stuk goede middelen om integratie te bevorderen. Maar als het gaat om waarden, al dan niet gedeeld, dan zie ik dat dit onderwerp een beetje vermeden wordt. Ik weet niet of dat de bekende D66-nuanceringsreflex is op het volstrekt gepolariseerde debat in Nederland. Pas wanneer een D66-lid intern, op een congres bijvoorbeeld, weigert om een hand te geven op basis van religieuze overtuiging, dan hebben we opeens wél een mening over andermans waarden. Het rijmt gewoon niet met hoe wij kijken naar de gelijkheid tussen man en vrouw. Wat dat betreft vertonen D66’ers af en toe een politieke cognitieve dissonantie.

Zelf heb ik een Joods-Marokkaanse-Algerijnse achtergrond. Ook ben ik islamitisch opgevoed, maar ik ben niet praktiserend. Wel sta ik pal voor onze democratische rechtsstaat, dus ook voor religieuze vrijheid en het recht op zelfbeschikking. Maar ook ik zie dat de waarden van onze democratische rechtsstaat soms botsen met de waarden van bepaalde migranten. Als de sharia je moreel-politieke ijkpunt is, dan denk je echt anders over de afspraken die we hier hebben over hoe we met elkaar omgaan. Daar moet D66 iets mee. De geschiedenis van Algerije toont hoe ondemocratische krachten gebruik kunnen maken van de democratie om hem vervolgens af te willen schaffen. Ook in Europa zag je dit bij fascistoïde stromingen die ‘nu’ steeds meer vaste voet aan de grond krijgen.

Die werkelijkheid schuurt – en binnen D66 moet je enorme ballen hebben om de discussie over de ‘strijdbare democratie’ te openen. We moeten bij D66 allemaal heel erg lief doen tegen iedereen. Dan denk ik weleens: donder op, ik wil sociaalliberale waarden uitdragen.

Foto: Zouhair Saddiki

‘We moeten bij D66 allemaal heel erg lief doen tegen iedereen’

Mijn vader is een etnisch Joodse Marokkaan, moslim en van de harde autoritaire lijn. Maar hij is geen dictator. We hebben felle discussies, maar we kunnen toch door één deur. De generatie van mijn vader heeft gezond verstand. Die mannen zijn in armoede opgegroeid en naar Nederland gekomen. Vanuit hun spirituele levenswijsheid en het harde leven dat ze hebben geleid zijn het hele pragmatische figuren. Ze eten halal, maar als het een keer niet lukt? Geen man overboord. Mijn vader heeft ons geleerd om gewoon je hoofd te gebruiken en niet alles letterlijk te nemen. Maar, net zoals overal, heb je onder moslims mensen van de Openbaring – dogmatisme – en mensen van de ratio. De huidige generatie orthodoxe moslims? Mijn vader begrijpt er niks van. Hij vindt ook dat die Marokkaanse extremisten, die die Deense meisje hebben onthoofd, de doodstraf verdienen. Het salafisme, een extreem-dogmatische stroming, zie je ook steeds meer in Europa. Het begint steeds meer ontreddering teweeg te brengen bij de generatie van mijn vader. Het staat haaks op alle Marokkaanse waarden waar zij mee zijn opgegroeid. Ze vragen zich af: ‘Wat hebben we laten gebeuren?’ Ik loop al wat langer rond bij D66 en ja, we zijn echt naïef. Ik kijk soms met verbazing naar het gebrek aan besef van wat er speelt binnen de islamitische gemeenschap.

Ja, verschillen opzoeken is soms lastig. Maar als politici moeten we toch nadenken over burgerschap en verbinding? Wat is de basis van onze verbinding? Nee, we kunnen niet alle waarden met elkaar delen en dat hoeft ook niet, maar welke waarden delen we wel? En welke waarden zijn ononderhandelbaar?

Shirin Musa, die met Femmes for Freedom strijdt tegen huwelijksdwang en vrouwenbesnijdenis, betekent veel voor de emancipatie van de moslimvrouwen. Waarom staan we als D66’ers niet vierkant achter zo iemand? Mijn partij laat het achterwege om haar volledig te steunen, alleen omdat er binnen de partij krachten zijn die haar emancipatiestrijd framen als islamofoob. Terwijl dat haar strijd helemaal niet is. Huwelijksdwang en vrouwenbesnijdenis zijn namelijk niet eens islamitisch, maar een cultureel verschijnsel. D66 zou daar echt tegen moeten optreden.

Vroeger ging het verhaal dat D66’ers atheïstische christenbashers zijn, maar dat is nooit zo geweest, denk ik. Je kunt best christen, moslim of jood zijn bij D66. Wel zijn we voor de scheiding tussen kerk en staat en tegen dogmatiek in de politiek – al dan niet religieus. Want je kunt op allerlei manieren dogmatisch zijn. Maar religieus dogmatisme verschilt toch net van andere vormen van dogmatisme, want je plaatst je dogma buiten deze wereld, waardoor er praktisch niet eens over te discussiëren valt.’

Een D66-lid en student Antropologie (naam bij redactie bekend), wil graag anoniem blijven vanwege zijn Turkse achtergrond

‘Ik hoor D66 tot nu toe te weinig over de veranderende Nederlandse samenleving. Als liberaal met een Turkse achtergrond en geboren en getogen in Nederland vind ik het vreemd om te zien hoe het publieke debat in Nederland de laatste twintig jaar steeds meer wordt vormgegeven in de meest karikaturale, eentonige en starre sociale categorieën. Dit wordt gedaan zowel door extreme nationalisten als door extreme religieuzen – en ook middenpartijen komen hier nauwelijks structureel tegen in verweer met een krachtig tegenverhaal. Ik vind het jammer dat liberale progressieven al die starre sociale categorieën niet op een structurele en nadrukkelijke manier problematiseren. Hoezo ‘de’ traditionele autochtone Nederlandse cultuur? Hoezo ‘de’ islam? Hoezo ‘de’ moslims? Hoezo ‘de’ allochtonen? Hoezo ‘de’ ‘linkse’ wegkijkers? Hoezo ‘de’ patriottistische realisten? Als men een beetje goed kijkt en deze sociale categorieën echt analyseert, dan is de enige conclusie dat deze categorieën helemaal niet bestaan. Er is eenvoudigweg te veel diversiteit, ook binnen groepen en gemeenschappen zelf.

 ‘D66 zou de verdeeldheid binnen culturele groepen beter moeten benoemen’

Binnen de ‘Turkse’ gemeenschap in Nederland zijn er verschillende groepen. Religieuze groepen als soennieten, Alevieten en christenen, en daarnaast etnische groepen als Turken, Koerden, Armeniërs, Lazen, Arabieren, de Roma, de Assyriërs, enzovoorts. Etnische minderheden in Turkije, zoals de Koerden en Armeniërs, maar ook religieuze minderheden als de Alevieten, worden nog steeds gediscrimineerd, buitengesloten en vaak regelrecht onderdrukt door de Turks soennitische meerderheid. Dat weet ik omdat ik zelf uit een linkse, Alevitische familie kom. En dan heb ik het niet eens over de opkomst van de politieke islam in Turkije, met alle ellende die die starre fanatiekelingen en extremistische conservatieven hebben veroorzaakt.

Ook binnen andere etnische groepen in Nederland, zoals bij ‘Marokkanen’, ‘Surinamers’ en tegenwoordig ook ‘Syriërs’ bestaat er een soortgelijke sociale problematiek tussen de verschillende subgroepen. En laten we vooral niet de ongelijkheid over het hoofd zien binnen de ‘autochtone’ bevolking, zowel qua sociale positie als qua normen en waarden.

Een progressief-liberale partij als D66 zou de onderlinge verdeeldheid binnen verschillende culturele groepen beter en nadrukkelijker moeten benoemen. Net zoals de partij in het verleden de ‘vastgeroeste’, ‘autochtone’ identiteiten heeft geproblematiseerd. Nederland was tot na de Tweede Wereldoorlog een verzuild, christelijk land, door en door conservatief. Nu doen we met zijn allen alsof ‘de’ Nederlandse cultuur doordesemd is van progressieve liberale waarden, maar dat is een mythe. De grote politieke partijen aan de rechterkant, CDA en VVD, proberen het populistische en nationalistische geluid in te kapselen, om zo controle te houden over hun electoraat. D66 zou met een intelligenter verhaal moeten komen over al die zogenaamd homogene categorieën in Nederland – en vooral ook over het progressieve clichébeeld van de Nederlandse cultuur.’

Massamoorden in Mali, leger beschermt burgers niet

0
Bij aanvallen op de Malinese dorpen Bidi, Sankoro en Saran zijn 23 Fulani, een etnische groep binnen Mali, omgekomen. Ook zijn er veel gewonden gevallen. Het leger was – niet voor de eerste keer – te laat om een bloedbad te voorkomen.

Een gemeenteraadslid vertelt aan het Franstalige blad Jeune Afrique dat het leger van te voren gewaarschuwd was, toen er Dogons – leden van een andere etnische groep in Mali – in de buurt waren gesignaleerd. Het leger verzuimde om de dorpen te beschermen.

Het is een patroon dat de overlevenden van bloedbaden in Mali vaak vertellen, aldus Jeune Afrique. Het leger komt steeds pas opdagen als de aanvallers alweer met de noorderzon vertrokken zijn.

In Mali is het sinds 2012 onrustig. De terreurorganisatie Al Qaida veroverde toen het noorden van het land. Met behulp van het Franse leger werd Al Qaida verdreven, maar de onrust bleef. Nieuwe rebellengroepen doken op in andere delen van Mali.

Daarnaast zijn er etnische spanningen tussen de Dogons en de Fulani. Volgens de Dogons zijn de Fulani betrokken bij islamistische groeperingen, een claim die door de BBC in twijfel wordt getrokken. Op hun beurt beschuldigen Fulani de Dogons ervan dat ze milities vormen die onschuldige burgers aanvallen. De Dogons zeggen dat ze slechts uit zelfverdediging handelen.

Begin juni werd een Dogon-dorp aangevallen door Fulani. Hierbij vielen 95 doden en raakten negentien mensen vermist.