Artsen Zonder Grenzen wil werk maken van racisme binnen de eigen gelederen, meldt de Amerikaanse internationale radiozender NPR.
Artsen Zonder Grenzen is vooral bekend door het sturen van medische hulpverleners naar crisisgebieden, maar ruim 90 procent van het personeelsbestand bestaat uit nationale medewerkers. En die krijgen een veel lager salaris. Ze worden ook dikwijls slecht behandeld door de expat-stafleden.
In 2020 schreven kritische personeelsleden – die zich gesteund voelden door de wereldwijde Black Lives Matter-beweging – een brandbrief. Die leidde tot een groot intern onderzoek bij de organisatie. In februari dit jaar bracht Artsen Zonder Grenzen een groot intern rapport uit, over de maatregelen die de organisatie neemt om racisme en andere vormen van discriminatie aan te pakken.
Christos Christou, voorzitter van Artsen Zonder Grenzen, zegt dat de persoonlijke verhalen van lokale personeelsleden die zijn gediscrimineerd hem choqueren. Zijn organisatie is, in reactie op de Black Lives Matter-protesten, racisme als een serieuzer probleem gaan zien.
‘We zijn echter nog niet waar we moeten zijn. Er is een probleem van verschillende soorten institutionele discriminatie binnen (Artsen Zonder Grenzen), en er is zeker een probleem van individueel racistisch gedrag in deze organisatie.’
Er moet een andere bedrijfscultuur komen, vindt Christou. Sommige witte artsen, die al jarenlang voor de organisatie werken, hebben een ‘white savior’-mentaliteit: buitenstaanders uit rijke landen die geloven dat alleen zij arme, getroffen gemeenschappen kunnen redden. Deze mindset veranderen zal de nodige tijd in beslag nemen, denkt Christou.
Critici, waaronder de Zuid-Afrikaanse oud-medewerker Indira Govender, nemen hier geen genoegen mee. Ze zegt dat bij Artsen Zonder Grenzen de urgentie ontbreekt om het roer radicaal om te gooien. ‘Ik denk niet dat [Artsen Zonder Grenzen] er echt achter is gekomen welke verandering men wil of dat de organisatie echt dingen wil veranderen.’
De Zuid-Amerikaanse voetbalfederatie CONMEBOL kondigde gisteren aan racisme in het voetbal harder aan te pakken. Deze aankondiging volgde op een golf van racistische voorvallen in haar competities.
Met onmiddellijke ingang wordt elke speler of official die zich schuldig maakt aan discriminatie voor minimaal vijf wedstrijden of twee maanden geschorst.
Ook krijgt elke voetbalclub waarvan de fans zich schuldig maken aan discriminerend gedrag een boete van minimaal honderdduizend dollar opgelegd. Die boete is drie keer zo hoog als de vorige minimumboete.
Onder discriminerend gedrag wordt verstaan: discriminatie op basis van huidskleur, ras, seksuele geaardheid, geslacht, etniciteit, taal of geloofsovertuiging, aldus de CONMEBOL.
Het besluit werd genomen in reactie op verschillende racistische voorvallen vorige maand. Bij een incident werden Braziliaanse spelers racistisch bejegend door een Argentijnse voetbalfan, die apengebaren maakte.
Onder de CONMEBOL vallen het Zuid-Amerikaanse kampioenschap voor landenteams, evenals de Zuid-Amerikaanse equivalenten van de Champions en Europa League.
De Turkse president Erdogan verklaarde gisteren dat hij wil dat Turkije lid wordt van de Europese Unie. Een lidmaatschap van Turkije is volgens hem noodzakelijk voor de toekomst van de EU.
Het proces om volwaardig EU-lid te worden, dat Ankara ‘geduldig en vastberaden heeft volgehouden, ondanks allerlei obstakels’, moet worden beantwoord door Brussel met een constructieve benadering, aldus Erdogan.
De toelating van Turkije is ook goed voor de EU, voegde hij toe. ‘Het is een must in termen van de eigen toekomstplannen van de EU, reputatie en betrouwbaarheid.’ De EU is volgens Erdogan te veel bezig met kortetermijnbeleid.
De Turkse president deed zijn uitlatingen op Europadag, die ook in Turkije wordt gevierd. Hij benadrukte de bemiddelende rol die Turkije nu speelt in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Deze oorlog heeft volgens hem opnieuw bevestigd hoe Turkije van strategisch belang is voor de EU op veel gebieden, met name voor veiligheid, migratie en energie.
Op dit moment staat een Turks lidmaatschap van de EU in de ijskast. Officieel is Turkije nog wel kandidaat-lid, maar er wordt al jarenlang niet meer gesproken over door Brussel. Dit, vanwege de binnenlandse repressie en meerdere diplomatieke rellen met Europese landen.
Wel zullen Erdogans woorden electoraal goed vallen: nog altijd is een solide meerderheid van de Turken voor EU-lidmaatschap.
Erdogan leverde gisteren ook kritiek op de plannen van de grootste oppositiepartij CHP, die de Syrische vluchtelingen binnen drie jaar terug wil sturen naar hun thuisland. Erdogan wil hier niets van weten, zei hij. ‘We zullen hen blijven opvangen. We zullen hen niet overleveren aan moordenaars.’
Ondertussen voelt Erdogan de binnenlandse druk wel degelijk. Hij zij vorige week om een miljoen Syrische vluchtelingen terug te willen sturen naar het noorden van Syrië. Dit moet dan wel gebeuren op vrijwillige basis, voegde hij toe. Het plan gaat gepaard met een nieuw bouwproject op door Turkije bezet Syrisch grondgebied, melden Turkse media.
De politie doet onderzoek naar de uit de hand gelopen zaalvoetbalwedstrijd tussen de Joodse club Maccabi uit Amstelveen en Atletico uit Amsterdam Nieuw-West, meldt het Parool.
Was er sprake van antisemitisch geweld? De voorzitters van beide zaalvoetbalverenigingen hebben een totaal verschillende lezing.
Volgens de voorzitter van Maccabi waren de spelers van Atletico uit op escalatie. ‘Het ging van kwaad tot erger. Ze gebruikten in het veld al fysiek geweld, zoals harde duwen en elleboogstoten. Onze spelers wilden voor het eindsignaal stoppen, maar dat zinde de voetballers van Atletico niet.’
Vervolgens zouden de spelers van Atletico op de spelers van Maccabi af zijn gegaan.
‘‘Kankerjoden’ en ‘kankermietjes’ riepen ze. Daarna sloegen de voetballers van Atletico met de vuisten keihard in op onze spelers. Het was echt krankzinnig. Een speler van ons werd meerdere keren door vuistslagen geraakt. Ook een supporter van hen kwam agressief het veld in.’’ Ook zou de Hitlergroet zijn gebracht.
De voorzitter van Atletico ziet dit anders. Volgens hem doen er verschillende verhalen de ronde en vraagt hij zich af of bewezen kan worden of er geweld is gebruikt.
‘Er was sprake van wat duw- en trekwerk van beide kanten. Tot verbazing van de meeste spelers liepen daarna de jongens van Maccabi naar buiten. Er zijn volgens mij geen vuistslagen gegeven en er is ook niemand bebloed naar buiten gegaan.’
Een medewerker van de voetbalhal belde de politie, die snel met vijftien man arriveerde. Een speler van Atletico werd aangehouden. Inmiddels is hij weer vrij.
Het voorval leidde een dag later, op Dodenherdenking, tot veel commotie op social media, maar ook tot online haat. Sommige twitteraars wezen met een beschuldigende vinger naar ‘Marokkanen’ en naar de islam, die volgens hen verantwoordelijk zijn voor de gebeurtenissen.
De KNVB onderkent dat er geweld plaatsvond, maar kan ‘gezien de uiteenlopende lezingen niet bevestigen wat er verder tijdens de wedstrijd is gebeurd’ en heeft een onderzoek ingesteld. De VVD en ChristenUnie hebben Kamervragen gesteld.
De tentoonstelling Het Andere Verhaal in het Cobra Museum in Amstelveen, over moderne Marokkaanse kunst, is amper een maand van start. Toch trekt deze nu al bezoekers uit het hele land. De bekende Marokkaans-Nederlandse schrijver Abdelkader Benali is gastcurator van deze tentoonstelling. Hij verzamelde zorgvuldig de kunstwerken, die stammen uit de periode na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956. Wat is het verhaal dat deze generatie Marokkaanse kunstenaars wilden vertellen? En wat spreekt de schrijver aan in het Marokkaanse modernisme?
Waarom een tentoonstelling over het Marokkaans modernisme? Heeft uw eigen werk u beïnvloed in deze reis?
‘Vanaf 2015 bezocht ik tentoonstellingen van moderne Marokkaanse kunst. Toen ontstond de drang om dat werk ook eens naar Nederland te brengen. Een duidelijke link met mijn literaire praktijk: de Marokkaanse schrijvers gingen in discussie met de beeldend kunstenaars. Ze zagen elkaar als collega’s, die allemaal met hun eigen middelen de wereld probeerden te veranderen. Er zat enorm veel idealisme in. Meteen al toen ik het werk van Marokkaanse schrijvers ging lezen, ontdekte ik ook de kunstenaars. De afgelopen jaren zag ik ook zoveel goede jonge kunstenaars opkomen. Ik was dan ook blij dat museumdirecteur Stefan van Raay mij uitnodigde om de tentoonstelling vorm te geven.
‘Net als in het werk van hedendaagse Marokkaanse kunstenaars gebruik ik alledaagse Marokkaanse voorwerpen en attributen als uitgangspunt voor een verhaal. Zo spelen tuinstoelen in Bruiloft aan Zee een belangrijke rol. De rol van de stoel heeft in de Marokkaanse samenleving een sterke lading en roept associaties op met autoriteit en hiërarchie.’
Het modernisme staat in het algemeen bekend als Europese kunststroming. Moeten we het Marokkaans modernisme dan zien als een reproductie van de Europese kunst?
‘Het modernisme is niet gebonden aan een geografische plek, maar is een mentaliteit. De kunstenaar creëert een modern bewustzijn door wat hij aan culturele bagage heeft een uiterlijke vorm te geven en zo zijn cultuur terug te geven aan het publiek. De jonge Marokkaanse kunstenaars vonden het namelijk heel belangrijk dat de mensen die niet in contact kwamen met kunst toch de kans kregen om naar kunst te kunnen kijken. De meeste Marokkanen gingen niet naar de Academie voor Beeldende Kunst, omdat dat in de koloniale tijd verboden was. Ook waren er geen musea. Dus brachten de kunstenaars hun werken naar de pleinen en straten, zodat mensen het zouden kunnen zien, spontaan. De kunstenaars geloofden dat door de confrontatie met kunst mensen in ontwikkeling zouden komen, geïnspireerd zouden raken om hardop te dromen over een betere wereld.
‘Het modernisme is dus niet een Westers concept. Iedere kunstenaar maakt een reflectie van wat er in de wereld gebeurt. Eigenlijk wil ik bij kunst niet denken in westerse of oosterse termen. De tentoonstelling laat zien dat kunst uit Marokko is geïnspireerd door moderniteit, en dat Marokkaanse kunstenaars dit naar hun hand zetten aan de hand van hun culturele bagage.’
‘Het modernisme is geen Westers concept. Iedere kunstenaar maakt een reflectie van wat er in de wereld gebeurt’
Eén van de thema’s die u hebt gekozen is dekolonisatie. Welke rol heeft dat in deze expositie?
‘Wat het Marokkaans modernisme zo uniek maakt, is dat de geboorte van het modernisme samenvalt met de onafhankelijkheid van Marokko in 1956. Marokko kwam onder Franse koloniaal bestuur vandaan, wat een impuls gaf aan de kunst. De academie voor kunsten in Casablanca was een vehicle van de kolonisten. Dat wil zeggen: de Franse kolonisten gebruikten deze academie voor zichzelf. De Marokkaanse bevolking mocht er niet studeren. Ze konden wel werken in het archief of als beheerder van het museum, maar ze mochten geen kunstenaar worden. Dit beleid was onderdeel van de verdeel- en heerspolitiek in die tijd. De opleiding aan de academie was gesplitst: de ene studierichting leidde mensen op tot beheerder of archivaris, de andere opleiding was de pure kunstopleiding. Het Franse gezag zag liever niet dat Marokkanen de kunstopleiding deden. Men begreep heel goed dat zo’n opleiding kon leiden tot kritische kunstenaars, die het koloniale bestuur konden bekritiseren. Dit wilden de Fransen niet. Wel was er veel traditionele kunst in Marokko. De Fransen wilden die kunst wel promoten, en daar hadden ze ambtenaren en ambachtelijke makers voor nodig. Men vond voor die sector de Marokkanen wel geschikt.’
‘Voor deze traditionele kunsten was geen formele opleiding nodig. En traditionele kunstenaars hadden niet het geestdriftige idealisme van de jonge generatie, die in de periode kort na de onafhankelijkheid tussen 1956 tot 1963, neerstreek in Casablanca met als doel het modernisme naar Marokko te brengen. Deze jonge kunstenaars waren in aanraking gekomen met modernisme, dankzij hun reizen en ontmoetingen in landen zoals Spanje, Frankrijk en Italië waar zij een opleiding aan de kunstacademie hebben genoten. Deze nieuwe generatie kon een opleiding genieten in buitenland. En die ontmoetingen met modernisme in het buitenland gaf ze bagage om Marokkaans modernisme vorm te geven. Terug in Marokko pleitten zij ervoor dat de musea in Marokko gedekoloniseerd moesten worden. Waarbij ze de nadruk legden op het Marokkaanse culturele erfgoed.’
Hoe ging dit proces van dekolonisatie de jonge kunstenaars in Marokko af?
‘Heel concreet is dekolonisatie een individueel proces. Maar een nieuwe generatie tot kunstenaar opleiden, dat moet gebeuren aan een instituut. In dit geval is dat een kunstacademie waarvoor een totaal nieuw curriculum nodig is, gebaseerd op de eigen nationale cultuur. Het klinkt mooi, dekolonisatie, maar wat is dat dan? Ga je hierbij je eigen cultuur verstenen, zodat er geen plek meer overblijft voor originaliteit? Ga je de hele Westerse cultuur weggooien? Voor de jonge kunstenaars was een heel lastige opgave. Deze kunstenaars waren heel moedig. Ze kozen ervoor om in die academies de voorbeelden van de Europese kunst – zoals negentiende-eeuwse schilder- en beeldhouwkunst – naar de achterkamers te brengen. En om in de lege ruimtes lokale en traditionele kunst van Marokko te brengen. Dát is onze kunst: tatoeagekunst uit de Amazigh-cultuur, sieradenkunst, verhalen, muziekcultuur. Al deze aspecten vormden een uitgangspunt voor een nieuwe nationale cultuur. De gedachtegang was: dit is ons startpunt voor een nieuwe Marokkaanse kunst.’
Op welke manier kon deze nieuwe Marokkaans kunst, als onderdeel van het dekolonisatieproces, bijdragen aan het vormen van een eigen identiteit voor de jonge generatie Marokkaanse kunstenaars?
Foto door Fatima Mazmouz, Chikhates Résistances 06, 2019 (Beeld: The Mosaic Rooms/Kulte Gallery)
‘Een goed voorbeeld is het werk van Fatima Mazmouz (1974, red.).Zij was een feminist. Ze wilde de dansvrouwen of chikhates (Marokkaanse priesteressen, red.) hun plek teruggeven in de Marokkaanse geschiedenis. In de Marokkaanse cultuur zijn de chikhates geliefd, maar ook gemarginaliseerd, want ze worden vaak geassocieerd met zedeloosheid. Maar chikhates waren ook erg belangrijk voor het verzet van de Marokkanen tegen de Fransen, omdat ze belangrijke boodschappen over onafhankelijkheid zongen in hun liederen. Het Franse koloniale gezag had dit niet door. De vrouwen gebruikten hun lichaam als wapen in de strijd tegen het kolonialisme. Mazmouz biedt ons zo een extra geschiedenisles.’
Hoe konden deze kunstenaars vasthouden aan hun Marokkaanse roots, terwijl ze tegelijkertijd nieuwe wegen insloegen?
‘Dit valt terug te zien in het werk van de pioniers. Ze gebruikten typische lokale producten, grondstoffen als hennapoeder en geitenleer. Ze werkten met zand en met vormen die zij zagen als Marokkaans. Ook gebruikten ze de vormen in Amazigh-sieraden, vormen in de Marokkaanse architectuur en vormen in de islamitische kalligrafie. Een mooi voorbeeld is het werk van de kunstenaar Farid Belkahia (1934-2014, red.), wiens werk ook te bekijken is in het Cobra Museum. Hij combineerde abstracte kunst met geometrische vormen in zijn kunstwerken. Zijn werk is heel gelaagd opgebouwd, met lagen gebaseerd op materialen uit de Marokkaanse cultuur. Hij maakt in zijn kunstwerken gebruik van geitenleer, gebruikte hennapoeder als verf, en verder vormen uit de Amazigh-cultuur. Grondstoffelijk werk dus: Marokkaanser kan niet! In zijn werk komen die werelden echt samen: de culturen van de ambachten, de cultuur van de Amazigh en de modernistische bewegingen rond de Duitse kunstenaar Paul Klee (1879-1940, red.). Belkahia refereert hier duidelijk naar moderne kunst en door moderne kunstenaars zoals Klee. Klee, op zijn beurt, heeft in Noord-Afrika artistieke inspiratie opgedaan. Die Marokkaanse kunstenaars wilden heel graag met moderne kunst uit Europa in contact komen. Ze stonden niet met hun rug naar de buitenwereld toe, maar wilden de buitenwereld naar Marokko halen.’
Kunstwerk van Aïssa Ikken (1937, red.) (Beeld: Shawintala Banwarie)
Hoe veranderde de komst van het modernisme de kijk van de jonge kunstenaars op de politiek en op de Marokkaanse samenleving?
‘De eerste fase in de ontwikkeling van het modernisme is gericht op emancipatie van de kunstenaars, de tweede fase op emancipatie van de samenleving. Vanaf 1967 ontstond er steeds meer erkenning voor de Palestijnse zaak (in reactie op de Zesdaagse Oorlog en de bezetting van Oost-Jeruzalem en de Westbank door Israël, red.), panarabisme en de derde weg (landen die zich niet bij het kapitalistische Westen wilden aansluiten, maar ook niet bij het communistische Oostblok, red.). De bezoeken aan het buitenland inspireerden Afrikaanse denkers en dichters. Ze openden een brug naar de Afrikaanse cultuur, door te schrijven of door koloniale kunst te bekritiseren. En de nieuwe generatie Marokkaanse kunstenaars realiseerde zich steeds beter, vooral in jaren zestig en zeventig, dat kunst ook een politiek instrument is.
‘Met modernistische kunst konden thema’s als mensenrechten en menselijke waardigheid worden geagendeerd’
‘In 1965 vond in Casablanca een opstand plaats. Studenten en leden van de vakbonden staakten tegen maatregelen die hun vrijheden beperkten. Het regime sloeg deze opstand echter bloedig neer, met honderden, misschien duizenden doden. Als reactie hierop werd in samenwerking met kunstenaars het literaire tijdschrift Souffles opgericht. Door middel van modernistische kunst konden thema’s als mensenrechten en menselijke waardigheid worden geagendeerd. Zo werd er een nieuwe vorm van modernisme gemaakt, waarbij schrijvers en kunstenaars samen in dialoog gingen om de samenleving vorm te geven en in verzet te gaan tegen onrecht.’
De tentoonstelling heeft de nodige aandacht gekregen in de media. Wat vond u de mooiste feedback die u kreeg?
‘Wel, dat is die jonge Marokkaans-Nederlandse kunstenares, die samen met haar moeder naar de tentoonstelling was gekomen. Ze studeert aan de kunstacademie. Dankzij de tentoonstelling kon ze haar moeder laten zien wat ze aan het doen was. Zo wordt de tentoonstelling echt een plek waar werelden samenkomen: want de moeder op haar beurt vertelde de dochter over de achtergrond van de kunst, de Marokkaanse wereld.’
‘Het Andere Verhaal’ is nog tot 18 september te zien in het Cobra Museum in Amstelveen.
Onderzoek door de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem concludeert dat de Israëlische grenspolitie de zestienjarige Palestijn Nader Rayan heeft doorzeefd met minstens elf kogels, waarvan een groot deel toen hij al gewond op grond lag. Daarna lieten ze hem voor dood achter, aldus het rapport.
Volgens het rapport bestormden op 15 maart de Israëlische grenspolitie en soldaten het Palestijnse vluchtelingenkamp Balata, dichtbij de stad Nablus. Daar arresteren ze een bewoner op verdenking van terrorisme. Toen ze weer teruggingen, werden ze achtervolgd door twee zestienjarige kampbewoners op een scooter: Rayan en een vriend.
De Israëlische grenspolitie heeft verschillende verklaringen afgelegd over het voorval. Eerst dat Rayan van de scooter was afgestapt en op de politie heeft geschoten, daarna dat hij alleen een revolver op hen had gericht. Maar die revolver is nooit gevonden, zegt B’Tselem.
Beide versies kloppen niet volgens B’Tselem. En zelfs al zouden ze waar zijn, dan ‘zouden ze desalniettemin nooit een rechtvaardiging kunnen zijn voor het doden van Rayan’.
Volgens de mensenrechtenorganisatie moesten de tieners stoppen met rijden omdat ze pech kregen en zijn ze daarna een steegje ingevlucht. Daarna stapte een politieagent uit het militaire voertuig en schoot drie maal op Rayan. Die werd door deze kogels in zijn rug geraakt en viel neer, aldus B’Tselem.
Daarna is de gewonde Rayan nog tenminste acht keer van voren geraakt, verklaart B’Tselem op basis van forensisch onderzoek. ‘Rayan heeft schotwonden over zijn hele lichaam, op zijn hoofd, borst, bekken, benen, en drie in zijn dijen en rug.’
B’Tselem zegt dat op de fatale dag zelf verschillende versies van een video uit de hoofdcamera van de grenspolitie op sociale media zijn gedeeld, waaruit de achtervolging is te zien en schoten zijn te horen. Maar er mist een gedeelte in de video, aldus de NGO.
‘Op het moment dat de grenspolitie een donkere plek nadert, is er een onderbreking in de video. De video speelt daarna weer af, (…) zonder specificatie van de tijd die er over heen is gegaan’.
Volgens B’Tselem toont Rayans dood dat Israël een wreed beleid hanteert in de bezette gebieden. ‘Er wordt bij dreiging, of deze nou echt of verbeeld is, altijd eerst geschoten. Dit beleid zou niet mogelijk zijn zonder Israëlische veronachtzaming en onverschilligheid ten aanzien van Palestijnse levens en lichamen’, aldus B’Tselem.
Een voormalige zwarte ambtenaar uit het Verenigd Koninkrijk krijgt een vergoeding van honderdduizenden euro’s wegens racisme. Ze voerde twintig jaar lang een bittere strijd met het ministerie van Justitie.
Olivea Ebanks (58) had het ministerie drie keer voor de rechter gesleept. Ze is blij nu eindelijk aan het lange eind te hebben getrokken, vertelt ze aan de Britse krant the Independent.
‘Maar het [racisme] ter discussie stellen is enorm triggerend, omdat er nog steeds die angst is, dat ik het nog niet goed heb uitgelegd. Er is geen recht gedaan. Niet alleen aan mijn leed… … maar er is ook geen recht gedaan aan de ongehoorde stemmen, de mensen die nog steeds lijden, die nog steeds met mij in contact staan en zeggen: ‘Wat moet ik doen? Dit overkomt mij nu.’’
Het racisme sloopte Ebanks ook geestelijk en fysiek: ze sliep slecht en had lichamelijke en psyschische klachten. Haar privéleven liep flinke averij op: Ebanks en haar man gingen scheiden.
Ebanks werd anders behandeld door haar leidinggevenden omdat ze zwart was én promotie wilde maken. Dan kon ze wel vergeten. Een leidinggevende had haar een racistische bijnaam gegeven. Ze stapte naar de rechter, maar werd aanvankelijk niet serieus genomen.
In 2020 besloot ze om te stoppen met haar werk bij het ministerie, naar eigen zeggen omdat ze anders gek zou worden. Ze noemt haar werk bij de overheid ‘de meest inhumane ervaring in mijn leven’. Het exacte bedrag dat haar door de rechter is toegewezen, is onbekend.
Het Turkse staatsnetwerk TRT wil volgend jaar een internationaal digitaal platform opzetten, dat moet concurreren met Netflix. Dat meldt de Turkse nieuwssite Duvar.
TRT-directeur Mehmet Zahod Sobaci gaf gisteren geen details over het nieuwe platform. Wel bekritiseerde hij social media, die volgens hem niet hebben geleid tot meer vrijheid, maar tot chaos, onzekerheid en overdrijving.
Twee jaar geleden lagen Turkije en Netflix met elkaar in de clinch om een aflevering van de serie Designated Survivor, waarin een fictieve Turkse president aan Amerika de uitlevering van een Turkse oppositieleider eist. Het is een toespeling op het feit dat Erdogan al jarenlang bij de Verenigde Staten aandringt op uitlevering van de van oorsprong Turkse geestelijke Fethullah Gülen. Erdogan ziet hem als brein achter de coup van 2016. Netflix besloot daarop om de aflevering in Turkije te verwijderen.
Het islamitische ‘Suikerfeest’ of – in het Arabisch – ‘Eid al Fitr’ is al een week voorbij. Maar de strijd om de juiste naam voor het feest blijft de gemoederen bezighouden.
Rond het feest verschenen veel artikelen waarin de naam ‘Suikersfeest’ ter discussie werd gesteld. Zo stelde de Marokaans-Nederlandse journalist Hoda Hamdaoui in de Kanttekeningdat de Arabische term ‘Eid al Fitr’, dat ‘feest ter gelegenheid van het stoppen van het vasten’ betekent, passender is.
De islam is nu eenmaal in het Arabisch geopenbaard, schreef Hamdaoui. Daarbij spreken we bijvoorbeeld ook over Kerstmis en niet over ‘Versierde-boom-feest’ of ‘Stolfeest’.
Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), dat ruim 380 moskeeën en tien moskeekoepels in Nederland vertegenwoordigt, bevestigde dat steeds meer moslims het gevoel hebben dat ‘Eid al Fitr’ gangbaarder wordt als term.
‘Suiker of zoetigheden hebben eigenlijk helemaal niks te maken met de essentie van het feest’, zei het CMO. ‘Het is een religieuze dag waarop moslims stilstaan bij het vasten. Het gaat om zelfevaluatie.’
Daartegen komen nu enkele Turkse Nederlanders in het verweer. Zo twittert de Turkse-Nederlandse jurist Engin Evren dat het CMO ‘alleen zichzelf vertegenwoordigt’. ‘De grootste moslimgroep in Nederland, de Turken, wil dit niet. Dit neigt naar Arabische dominantie van het islamitische geloof.’
Ook de Turks-Nederlandse NRC-columniste Aylin Bilic ziet een knieval voor ‘religieuze Arabische termen’. Zij heeft liever ‘neutralere inclusieve bewoordingen voor iedereen. En dat terwijl ‘voorjaarsvakantie’ de paasdagen vervangt’.
‘Voor mij is het Suikerfeest’, twittert ook de Turks-Nederlandse mediapersoonlijkheid Yesim Candan. Ze wijst naar de benaming ‘Seker bayrami’ – een verbastering van Sükür bayrami (‘feest van dankbaarheid’), dat naast ‘Ramazan bayrami’ (‘ramadan-feest’) door veel Turken en Turkse Nederlanders gebruikt wordt ter aanduiding van het feest.
Sommigen, zoals de eerder genoemde journalist Hoda Hamdaoui, denken dat ‘Suikerfeest’ ooit – verkeerd – is vertaald vanuit het Turkse ‘Seker bayrami’.
Een Afghaans-Nederlandse twitteraarster wijst er ten slotte op dat het hier niet gaat om een wedstrijdje verplassen tussen Marokkaanse en Turkse Nederlanders. ‘Ik ben zelf niet Arabisch, het is geen Arabieren tegen Turken.’ Volgens haar is Eid al Fitr gewoon ‘de officiële benaming’. Wordt komend jaar ongetwijfeld vervolgd.
Een tiental Rotterdamse dichters, verzameld onder de naam ‘Dichters voor de Vrede’, protesteerde gisteren bij het standbeeld van tsaar Peter de Grote. Wat hen betreft wordt het beeld teruggestuurd naar Rusland.
‘Dichters voor de Vrede’ is deels een initiatief van de SP. De SP Rotterdam laat dan ook weten: ‘Veel Rotterdammers zitten (…) met dit ‘geschenk’ van Rusland in hun maag en zouden het liefst zien dat het teruggestuurd wordt naar de afzender, en wel als gebaar om onze verontwaardiging uit te spreken en om onze solidariteit met het verzet van Oekraïne te benadrukken’.’
Het standbeeld werd in 1997 aan de gemeente Rotterdam geschonken door Rusland, op initiatief van en betaald door de Russische SBS Agrobank. Deze bank wordt nu gesanctioneerd, vanwege de Russische invasie van Oekraïne.
In 1997 was het beeld al omstreden: daarom kwam het niet in Amsterdam of Zaandam – de stad waar Peter de Grote een tijdje als scheepsbouwer werkte – terecht, maar in Rotterdam. Eind april werd het beeld beklad met rode verf door onbekende activisten vanwege de oorlog in Oekraïne.
Peter de Grote (1672-1725) was een hervormingsgezinde vorst, die een grote reis door de naties van West-Europa maakte om van hen wat op te steken. In Nederland leerde Peter scheepsbouwen. Hij nam veel Nederlandse scheepsbouwers en marineofficieren mee terug naar Rusland, die aan de basis stonden van de Russische keizerlijke marine.
In Oekraïne is Peter de Grote niet bepaald populair. In 1709 versloeg hij bij de Oekraïense stad Poltava het Zweedse leger. Hij maakte tevens een einde aan de zelfstandigheid van het Kozakken-Hetmanaat, Oekraïense staatje van vrijbuiters, de zogenoemde ‘kozakken’. Rusland beschouwt de leider van de Oekraïense kozakken, hetman Ivan Mazeppa, als verrader omdat hij naar de Zweden was overgelopen. Oekraïne ziet hem juist als een held.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.