12.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 474

Mieke Megawati Vlasblom (BIJ1): ‘Gelijkwaardigheid is geen taart’

0

Diversiteit, inclusie en racisme staan steeds nadrukkelijker op de politieke agenda, net als de roep om een diversere volksvertegenwoordiging. In de aanloop naar de verkiezingen interviewt Chris Aalberts daarom biculturele kandidaten voor de gemeenteraden. Vandaag: Mieke Megawati Vlasblom (25), lijsttrekker van BIJ1 in Rotterdam. Ze groeide op in Indonesië, waar haar vader correspondent was voor NRC: ‘Mijn vader vond het altijd heel belangrijk dat we wisten wat er in de wereld gebeurt. Mijn activisme is ontstaan toen ik heel veel zag misgaan in mijn eigen stad. Toen kwam ik in activistische cirkels terecht.’

Wat heb je meegekregen van je eerste negen jaar in Indonesië?

‘Mijn vader heeft in Indonesië mijn moeder ontmoet en is ook wel verliefd geworden op het land. Ik heb er als kind niet zoveel ervan meegekregen. Wel dat er bijvoorbeeld dichtbij een bomaanslag was. Wij zaten op een internationale school met veel diplomatenkindjes. Ik was een halve expat én een halve local. Mijn tantes en ooms wonen daar nog steeds. Tegelijk ging ik naar clubs met Nederlandse expats. Ik zat daartussen. Ik ben nergens helemaal thuis. Hier word ik gezien als Indonesisch, daar ben ik Nederlands.’

Hoe kwam je bij BIJ1 terecht?

‘Ik leerde BIJ1 kennen in 2019 bij een van de eerste vrouwenmarsen in Rotterdam. Daar was ik medeorganisator van en ik sprak er ook. De voorzitter van de afdeling Rotterdam ging daar het gesprek met me aan. Ik vond het echt superinteressant, want voor mij had politiek altijd een bepaalde status. Als je de politiek ingaat, moet je hoog opgeleid zijn en moet je uit een welvarend gezin komen. Ik vind het heel tof dat het BIJ1-geluid grassroots is. Het is bottom-up: met zijn allen bouw je naar iets hogers toe. Het is niet dat aan de top iemand iets besluit en dat dan naar beneden gooit. Het is het tegenovergestelde van de meeste partijstructuren.’

Wat betekent BIJ1 voor je?

‘Ik denk dat BIJ1 voor iedereen iets anders is omdat wij voor intersectionaliteit zijn. Bij ons heb je activisten uit de klimaatbeweging, de queer-community, Black Lives Matter, het woonprotest en de beweging tegen transgendergeweld. Zij komen allemaal samen bij BIJ1. Daardoor leer je van elkaar. Veel activisten weten bijvoorbeeld niets van validisme. Wat is dat? Wat is toegankelijkheid? Ik ben dat ook nog aan het leren. Bij BIJ1 kun je linkjes leggen en zien dat alles met elkaar te maken heeft. Voor mij gaat het erom dat de kleinere en minder hoorbare bewegingen geen afterthought zijn.

‘Een voorbeeld daarvan is het woonprotest dat ik mede heb georganiseerd. Het was niet rolstoeltoegankelijk, we hadden geen gebarentolk en geen schrijftolk. Dat kregen we ook te horen. Ze waren terecht boos en teleurgesteld, maar gingen wel een open gesprek met ons aan waar we veel van hebben geleerd. Dat was heel goed, want de mensen die het slachtoffer zijn van de wooncrisis zijn ook de mensen die niet in toegankelijke huizen wonen. Bijvoorbeeld rolstoelgebruikers die op een tweede verdieping wonen zonder lift, zij worden niet meegenomen bij het protest maar wel het hardst geraakt. Dat soort verbanden moeten aan het licht komen, juist bij zo’n protest. Intersectionaliteit moet onderdeel zijn van de manier waarop je denkt en de manier waarop je problemen oplost: zo toegankelijk en inclusief mogelijk.’

‘Kleine en minder hoorbare bewegingen horen geen ‘afterthought’ te zijn’

Hoe ziet intersectioneel woonbeleid eruit?

‘Er zijn mensen die de gasrekening niet meer kunnen betalen. Dat zijn mensen met de kleinste portemonnee, die in verslonsde huizen zitten die niet van het gas af zijn. Daar waait het naar binnen. Hoe ga je dat oplossen? Zijn er mensen die een aanvraag hebben gedaan voor een benedenwoning maar die niet hebben gekregen? Wat kunnen we daaraan doen? Wat ook gebeurt is dat mensen willen huren maar worden geweigerd op de vrije markt, omdat ze twee vrouwen of twee mannen zijn. Als ze niet getrouwd zijn, vertrouwen huiseigenaren dat niet en eisen ze een samenlevingscontract. Dat moet je meenemen in het beleid, zodat huiseigenaren dat niet meer mogen eisen. Je moet over zulke dingen nadenken en die meenemen voor een veilige en toegankelijke woningmarkt. Dat is intersectioneel denken. Intersectioneel woonbeleid zoekt de aanknopingspunten op van gemarginaliseerde groepen en begrijpt de lagen van marginalisatie.’

Dat wil de PvdA toch ook?

‘Tuurlijk hebben ze de beste bedoelingen en willen ze dat meenemen, maar er worden te vaak concessies gedaan. Omdat er geen goede representatie is, worden deze zaken niet meegenomen als prioriteit. Dan is het een afterthought. Een grote groep witte mensen met een redelijk inkomen die niet in deze wijken wonen beslist over mensen met een beperking of mensen uit de queer-community. Zij kunnen hierover nadenken, maar ze kunnen niet alles weten. Ik ben zelf ook nog aan het leren. Als je een partij hebt waarin deze groepen gerepresenteerd worden, dan is het geen afterthought.’

Hoe zie je dat in de gemeenteraad?

‘De sloop van de Tweebosbuurt is wel tekenend. De woonvisie van Rotterdam is: de armen eruit, want dan gaat het gemiddelde inkomen omhoog. Er is een onderzoek van de VVD dat laat zien dat de vraag naar sociale huurwoningen in de stad afneemt. Dat vind ik heel interessant, want er is een wachtlijst van negen of twaalf jaar. Toch slopen we sociale woonwijken en daar komt tien procent van de sociale huur voor terug. Dat is niet sociaal en ook niet Rotterdams. Rotterdams zijn de arbeiders uit de haven en die kunnen die nieuwe woningen niet betalen.

‘De goedkope wijken zijn juist de wijken waar de Rotterdamwet wordt toegepast. Op Zuid bijvoorbeeld. Met de Rotterdamwet worden kwetsbare mensen geweerd uit precies die wijken die ze wel kunnen betalen. Je stuurt dus risicogroepen de stad uit. Dan is het jouw probleem niet meer. Je wilt kwetsbaren toch ondersteunen? Arme mensen zijn niet een minder soort mensen, maar zo worden ze wel gezien. Wat ik raar vind, is dat mensen denken dat eerlijkheid en gelijkwaardigheid een taart is. Als een ander meer krijgt, krijg jij minder. Maar gelijkwaardigheid is geen taart. Je hoeft zelf niet in te leveren als anderen het makkelijker krijgen.’

Wat verwacht je van de gemeenteraad?

‘Ik weet niet wat ik moet verwachten, maar daarom vind ik het spannend en leuk. Ik weet nog niet wat mijn stijl daarin gaat zijn. Ik vind het heel knap wat Sylvana Simons doet. Ze blijft altijd heel rustig en dat is heel knap. Heel veel dingen staan voor mij heel dichtbij. Dan vind ik het soms moeilijk om rustig te blijven. Dat gaat misschien ook mijn kracht zijn, want ik ben niet hoogopgeleid en ik kom niet van allerlei beleidstakken. Ik denk dat dit een heel waardevol geluid kan zijn. Ik zal niet alles voor elkaar krijgen wat ik wil, maar ik kan de raad wel scherp houden: er zijn ook mensen als ik in deze stad. Die worden niet gehoord.’

Een partijverbod: werkbaar instrument tegen extreemrechts?

De maatschappelijke angst voor extreemrechts groeit. Daarom klinkt de roep om bepaalde geluiden te verbieden steeds luider. Met name Forum voor Democratie moet het ontgelden. Maar is het eigenlijk wel mogelijk om een politieke partij in Nederland te verbieden? Het antwoord is ‘ja’. Alleen, zoals wel vaker het geval is in Nederland, blijkt de praktijk weerbarstiger dan de theorie.

‘Ons politiek denken en handelen wordt bepaald door: ons streven naar een geestkrachtig nationaal bewustzijn van het Nederlandse volk, ons verzet tegen de ongecontroleerde invasie van honderdduizenden criminele en parasiterende vreemdelingen in ons overbevolkte land.’

Het zijn de eerste paar zinnen uit het partijprogramma van de Centrumpartij’86 (CP’86) voor de verkiezingen van 1994. Hoewel partijen zoals de PVV en FvD zich tegenwoordig bedienen van een soortgelijk discours, is de CP’86 uniek. Deze partij werd in 1998 namelijk verboden en ontbonden door de rechter. Die oordeelde dat CP’86 in haar beginselprogramma aanzette tot haat en discriminatie van minderheden en dus kon worden opgedoekt.

Partijverboden zijn zeldzaam in Nederland en rechters gaan zelden over tot een verbod. In 2006 zag de rechter bijvoorbeeld geen reden om de Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (PNVD) te verbieden. De PNVD, in de volksmond de ‘pedopartij’ genoemd, pleitte in haar partijprogramma (2020) voor het legaliseren van bestialiteit, necrofilie en kinderporno in privébezit.

Maar er bestaan wel degelijk precedenten. In 1894 kwam er formeel een verbod op de Sociaal-Democratische Bond (SDB) – volgens rechtshistoricus Joris Gijsenbergh (Radboud Universiteit Nijmegen) een revolutionaire voorloper van de sociaaldemocraten. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de NSB opgedoekt vanwege de collaboratie met het Duitse naziregime. In 1956 werd ook de opvolger van de NSB verboden: de Nationaal Europese Sociale Beweging (NSEB).

Partijverboden komen op de agenda te staan in tijden van maatschappelijke angst, vertelt Gijsenbergh. Aan het eind van de negentiende eeuw, toen de SDB werd verboden, waren er revolutionaire onlusten in Parijs en Berlijn. NSB en NSEB werden verboden vanwege het trauma van de Tweede Wereldoorlog. Toen in 1998 CP’86 werd verboden, was er een hernieuwde angst voor neonazi’s. Nu, in tijden van nepnieuws, complottheorieën en polarisatie, klinkt de wens om politieke bewegingen te verbieden wederom luid.

Sinds de oprichting van de PVV in 2006 wordt er geregeld gepleit voor een verbod op deze partij. Maar de laatste jaren, met name de afgelopen maanden, klinkt deze aanklacht voornamelijk tegen FvD.

Opiniemakers zoals Aylin Bilic (NRC) Karin Spaink (het Parool) en Gert Jan Geling (Trouw) schreven er stevige columns over, naar aanleiding van de tribunalen-uitspraken van FvD-Kamerleden Gideon van Meijeren en Pepijn van Houwelingen. Ook op sociale media wordt al tijden voor een FvD-verbod gepleit, helemaal nu FvD-leider Thierry Baudet sympathie richting Poetin en Rusland blijft tonen nadat het land Oekraïne binnenviel. Op Twitter waren de hashtags #FvDmoetVerbodenWorden en #Baudetlandverrader begin deze maand trending.

Ordeverstorend

Maatschappij en media kunnen zoveel willen, maar het blijft aan de rechter om een partij te verbieden. En de rechter is over het algemeen terughoudend met partijverboden, want bij een verbod wordt de wens van een groep stemmers buiten het democratische proces geplaatst. Daarom is het simpele feit dat een partij extreme ideeën predikt niet voldoende om over te gaan tot een partijverbod. Zo ook bij de CP’86: deze werd uiteindelijk pas verboden toen geoordeeld kon worden dat zij een gevaar voor de openbare orde vormde.

Dat is ook de enige verbodsgrond voor politieke partijen momenteel, vertelt advocaat Erik Verweij, tevens kandidaat-gemeenteraadslid voor de VVD in Rotterdam. Pas wanneer een partij als gevaar voor de openbare orde wordt bestempeld, zegt hij, dan kan deze dankzij artikel 20 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een vereniging, waar partijen ook onder vallen, worden opgeschort. Dat artikel in de wet is dus niet specifiek gericht op politieke bewegingen. Het is het recht op vereniging dat kan worden ingeperkt zodra deze vereniging van mensen, wat een politieke partij ook is, in strijd is met de openbare orde.

Volgens Gijsenbergh ligt het eraan of een politieke partij een ordeverstorend doel heeft of een ordeverstorende werkzaamheid. Een ordeverstorend doel wordt volgens hem dikwijls minder zwaar bestraft door de rechter: een doel kan immers worden bijgesteld. Maar als de werkzaamheid als ordeverstorend wordt beschouwd door de rechter, dan zal het vonnis strenger zijn.

In principe kan een vereniging – een politieke partij – worden ontbonden of verboden. Bij een ontbinding kan de club worden heropgericht als het doel wordt aangepast, bij een verbod niet meer. Heroprichten wordt dan strafbaar.

‘De openbare orde, wat is dat dan?’

Het klinkt vanzelfsprekend: een partij overschrijdt een grens – de openbare orde – en wordt als gevolg daarvan opgedoekt. Maar daarin schuilt ook een moeilijkheid, meent Gijsenbergh: ‘Het grote probleem in deze thematiek is dat het allemaal gaat om de openbare orde. Alleen wat is dat dan? Dat is lastig.’

De term ‘openbare orde’ is volgens Gijsenbergh al vaag sinds de grondwet van 1848 werd geschreven. ‘Wat de rechter aan de ene kant dus veel speelruimte geeft, maar aan de andere kant ook heel weinig houvast biedt’, zegt hij. Wel werd in de jaren zeventig bepaald dat discriminatie onder openbare orde valt, wat bijdroeg aan het verbieden van de CP’86.

De Wet op de politieke partijen

Wat volgens Gijsenbergh en Verweij nodig is, is een aparte wet die politieke groeperingen reguleert in Nederland – inclusief een duidelijke verbodsgrond. Zo’n duidelijke verbodsgrond bestaat nu nog niet, maar komt er wel aan: de zogenoemde Wet op de politieke partijen (WPP). Deze wet moet definiëren wat een politieke partij precies is en mag zijn. Daar is het de hoogste tijd voor, denkt Gijsenbergh: de term ‘politieke partijen’ komt niet eens voor in de grondwet en slechts een paar keer in de reguliere wet. Partijen zijn verweven in ons systeem en vervullen een publieke functie, maar ze hoeven zich nauwelijks te conformeren aan specifieke wetten.

De WPP gaat die juridische lacune opvullen, zo is de hoop. Volgens Gijsenbergh is het nog niet helemaal duidelijk wat er precies in de wet komt te staan. Wel is het zeker dat het ook over partijverboden zal gaan: er zal een aparte regeling voor politieke bewegingen in komen, zodat zij niet meer onder het verenigingsrecht vallen. Ook wordt het verbodscriterium verder uitgewerkt: gemoderniseerd en beter gedefinieerd, zodat er meer duidelijkheid ontstaat.

‘Specifiek zit het kabinet dan te denken aan een bedreiging van de democratische rechtsstaat’, zegt Gijsenbergh. Alleen hij is bang dat het kabinet zichzelf in de voet schiet met een dergelijk criterium, door een soortgelijk vaag begrip als ‘openbare orde’ te introduceren.

Want wat is de definitie van een democratische rechtsstaat? Hiervan bestaan niet alleen verschillende definities, zo’n begrip verandert naar mate de tijd verstrijkt, stelt Gijsenbergh. Dan blijft het voor rechters lastig om te beoordelen wat wel en niet betamelijk is, en weten politieke partijen ook niet welke regels voor hen gelden.

Gijsenbergh: ‘Het zou kunnen werken als er in de wet een aantal idealen, principes of kernelementen van een democratische rechtsstaat staan, als een soort richtlijn voor de rechter.’ Die kaders zijn nodig, vindt hij, want anders blijft de verbodsgrond te vaag, wat tot willekeur en de schijn van subjectiviteit kan leiden.

Een ander probleem met de WPP is de timing. De wet is al jaren in voorbereiding, maar juist nu de inhoud daadwerkelijk wordt uitgedacht, leeft het debat over partijverboden op. ‘Het probleem is dat als je nu de discussie voert, het gepolitiseerd wordt en gekaapt wordt door de partijen waar het eigenlijk over gaat’, zegt politicoloog Léonie de Jonge (Rijksuniversiteit Groningen). ‘Die partijen zullen de strijd aangaan en zeggen: ‘Kijk, wij worden verboden!’

Deze partijen kunnen ertegenin gaan, door te zeggen dat een wet om politieke partijen te verbieden ondemocratisch is en dat ze een democratisch verkozen partij zijn.’

Het is daarom zaak dat een dergelijk debat op tijd wordt gevoerd, denkt De Jonge. En daar zit volgens haar de crux: in tijden van maatschappelijke rust acht men deze discussie niet prangend genoeg, terwijl je te laat bent zodra de noodzaak om dit debat te voeren wel wordt gevoeld.

Uiteindelijk hebben we het huidige debat over partijverboden ook aan onszelf te danken, ziet De Jonge. ‘De politieke partijen, de media en burgers moeten aan de bel trekken wanneer ze een verschuiving zien van democratische waarden.’ Dat is de afgelopen twintig jaar niet of nauwelijks gebeurd, vindt ze. Daardoor kunnen partijen als de PVV en FvD grenzen langzaamaan verleggen en wat niet normaal is normaliseren.

‘Je moet kunnen zeggen: tot hier en niet verder’

De Jonge: ‘Als de grenzen door die partijen gesteld worden, dan geef je de sleutel aan die partijen om de grenzen steeds verder te verschuiven. Terwijl het juist belangrijk is dat niet aan die partijen over te laten. Je moet kunnen zeggen: tot hier en niet verder.’

Zodoende zitten we vast in wat De Jonge ‘het rechtse perpetuum mobile’ noemt, een idee van de Oostenrijkse taalkundige Ruth Wodak. Partij X creëert een schandaal, er ontstaat ophef, vervolgens komt er media-aandacht, een fel maatschappelijk debat ontstaat, de ‘Kan dit wel?’-vraag valt, partij X kruipt in de slachtofferrol en claimt trial by media. Partij Y ziet dat partij X constant in de media verschijnt en wil dat ook, dus zorgt partij Y voor nieuwe ophef, waarna de vicieuze cirkel doorgaat. ‘Zo ben je dan continu in de media en zo draag je ook continu bij aan het verschuiven van normen, van grenzen, van wat wel of niet door de beugel kan.’

Juridische vooringenomenheid?

Die fatsoensgrens is de afgelopen jaren flink verschoven. Daarom klinken partijverboden voor sommigen nu aanlokkelijk: het zwoegen om die grens te herstellen vervalt. Alleen zo werkt een democratie niet, vindt advocaat Verweij. Hij zegt dat we niet meteen moeten grijpen naar een paardenmiddel als partijverboden, maar naar minder ingrijpende alternatieven, zoals stevigere debatten, een strengere Kamervoorzitter die eerder ingrijpt, politici die zich duidelijker uitspreken tegen antirechtsstatelijke en antidemocratische geluiden én aan het vervolgen van individuen die over de schreef gaan. Dat laatste maakt het volgens hem makkelijker om principieel niet met zulke politici en hun partij(en) samen te werken. Toen de CP’86 werd verboden, speelde voor de rechter mee dat meerdere bestuurders waren veroordeeld voor onder meer discriminerende uitlatingen.

Vervolging kan ook averechts werken. Politicologen concludeerden dat Wilders’ vervolging en veroordeling in de ‘minder Marokkanen’-zaak ‘een aanzienlijke, en mogelijk langdurige, negatieve impact’ had op het vertrouwen in democratie en rechtspraak onder Nederlanders die tegen de multiculturele samenleving ageren.

Als het veroordelen van één politicus al flinke maatschappelijke gevolgen heeft, dan kan het opdoeken van een gehele politieke beweging helemaal inslaan als een bom. Een onafhankelijke rechter oordeelt weliswaar over het verbieden van een partij, vertelt Verweij, maar het Openbaar Ministerie doet de aanklacht. Een instituut dat formeel onder het ministerie van Justitie valt, onder de minister van Justitie. Zo lijkt een partijverbod sneller een politieke keuze, zegt hij, ook al heeft de minister er geen zeggenschap over.

‘En stel je voor, puur hypothetisch, dat het Openbaar Ministerie nu de PVV wil verbieden. Dan lijkt dat al snel een politieke vervolging, gezien de ruzie tussen PVV-leider Geert Wilders en de huidige minister van Justitie, Dilan Yesilgöz. Ga er dan maar aanstaan als OM en minister van Justitie, dat je geen schijn van vooringenomenheid hebt.’

Zo lijkt een partijverbod dus een laatste remedie waartoe een rechter kan overgaan om een antirechtsstatelijk geluid te doven. Een extreem middel ook, dat pas mogelijk is wanneer alle andere wegen zijn bewandeld. En dat is maar goed ook, denkt Verweij. ‘Anders is het direct met een kanon op een mug schieten.’

Clarence Seedorf bekeerd tot de islam

0

Clarence Seedorf heeft zich bekeerd tot de islam. Dit vertelt de Surinaams-Nederlandse oud-profvoetballer op Instagram.

Clarence Seedorf schrijft dat hij heel blij is om zich aan te sluiten bij ‘alle broeders en zusters over de wereld’, in het bijzonder zijn partner Sophia, die hem de diepere betekenis van de islam heeft uitgelegd.

‘Ik heb mijn naam niet veranderd en blijf de naam dragen die mijn ouders mij gegeven hebben, Clarence Seedorf!’, schrijft hij ook. Hij gaat dus niet het voorbeeld achterna van wijlen Cassius Clay, de beroemde bokser die na zijn bekering Mohammed Ali werd.

De Blauwe Moskee in Amsterdam reageert enthousiast op Seedorfs bekering tot de islam. ‘Wij heten onze geliefde broeder Clarence Seedorf welkom in de Islaam! (…) Moge Allah hem leiden naar het goede, zijn pad verlichten met de Islaam en standvastigheid maken op Zijn Geloof.’

Seedorf wordt gezien als een van de succesvolste Nederlandse voetballers aller tijden. Hij won onder meer vier keer de Champions League en was tevens de eerste voetballer in de wereld die het toernooi won met drie verschillende clubs.

BIJ1 houdt protest bij boekpresentatie Baudet: ‘Geef fascisten geen podium!’

0
Als het aan BIJ1 ligt, wordt de presentatie van Thierry Baudets nieuwe boek vanavond opgeluisterd met een fiks lawaaiprotest.
 
Vanavond lanceert de Forum voor Democratie-leider in Amsterdam Het coronabedrog, waarin hij zijn visie op de coronamaatregelen geeft. Maar BIJ1 Amsterdam wil de boel verstoren, zodat ‘nazigedachtengoed niet onverstoord verspreid wordt in onze stad’.
 
Het Amsterdamse BIJ1-lid Jazie Veldhuyzen verklaart op Facebook dat het gaat om ‘een brede groep Amsterdammers’ die het ‘zat’ is en dat BIJ1 zij-aan-zij met hen wil staan.
 
‘Geef fascisten geen podium!’, aldus Veldhuyzen, die al zijn volgers, BIJ1-lid of niet, oproept naar de betreffende locatie nabij het Museumplein te gaan.

Frankrijk: nichtje Le Pen stapt over naar nóg rechtsere rivaal Zemmour

0

Een opmerkelijke nieuwe naam in het kamp van de uiterst rechtse Franse presidentskandidaat Éric Zemmour: Marion Maréchal. Zij is de kleindochter van de extreemrechtse politicus Jean-Marie Le Pen en het nichtje van Marine le Pen, de leider van de radicaal-rechtse partij Rassemblement National.

Maréchal (32) was al jong parlementariër voor Le Pens partij, van 2012 tot 2017, maar is inmiddels geen lid meer. Ze stond een andere partijkoers voor dan haar tante: Maréchal is conservatiever in sociaal-culturele kwesties als het homohuwelijk en economisch liberaler. Ze zal zondag speechen op een van de verkiezingsrally’s van Zemmour, melden ingewijden.

Zemmour, net als Le Pen een felle criticus van de islam, werd onlangs nog veroordeeld tot een boete van 10.000 euro vanwege aanzetten tot rassenhaat. Maar zelfs voor Marine le Pen is Éric Zemmour te radicaal, zei ze eerder dit jaar.

Zemmour zei onlangs dat hij niet wilde dat Oekraïense vluchtelingen zouden worden opgevangen door Frankrijk, ‘dat al overspoeld wordt door immigratie’. Le Pen bekritiseerde zijn standpunt als te extreem en zei dat Frankrijk geheel ‘solidair’ moet zijn met Oekraïne, een ‘Europees land dat wordt gebombardeerd’.

Eerder dit jaar liepen ook twee Europarlementariers van Rassemblement National over naar Zemmour. Hetzelfde geldt voor parlementslid Guillaume Peltier, nummer twee van de conservatieve partij Les Républicains.

Zemmour zou in staat zijn om alle rechtse kiezers samen te brengen, beargumenteerde Peltier. Toch staat op dit moment Zemmour (14 procent) in de opiniepeilingen achter Le Pen (17 procent), die op haar beurt ver achter zittend president Emmanuel Macron (28 procent) staat.

Gisteren maakte Macron bekend daadwerkelijk mee te doen aan de presidentsverkiezingen, waarvan de eerste ronde gepland staat op 10 april. Twee weken later zal Macron het in de tweede en beslissende ronde moeten opnemen tegen, zoals het er nu naar uitziet, Le Pen.

Ook in hoger beroep zes jaar cel voor Marokkaanse journalist Omar Radi

0

De kritische Marokkaanse journalist Omar Radi (35) is ook in hoger beroep veroordeeld tot zes jaar celstraf. Het Marokkaanse Openbaar Ministerie had in hoger beroep gevraagd om zijn gevangenisstraf te verhogen van zes tot tien jaar.

Eerder dit jaar werd Radi veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Tot een hogere straf komt het dus niet, maar ook blijft de rechtbank van mening dat de verslaggever, bekend om zijn kritische houding tegenover het Marokkaanse regime, schuldig is aan spionage en verkrachting.

Volgens de officier van justitie ontmoette Radi Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers – door het OM voorgesteld als ‘inlichtingsfunctionarissen’-, wat in zijn ogen ‘de schuld bewijst’ van de journalist. Ook zou Radi als spion informatie hebben verstrekt aan twee Britse economische adviesbureaus.

Radi ontkende deze beschuldigingen, evenals de Nederlandse regering: ‘Het kabinet verwerpt de beschuldigingen met betrekking tot spionage en deze boodschap is direct hoog ambtelijk overgebracht aan de Marokkaanse ambassadeur in Den Haag’, schreef toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen oktober vorig jaar aan de Tweede Kamer.

Radi werd ook beschuldigd van spionage voor Polisario, de beweging die strijd voor een vrije Westelijke Sahara. Dit ‘spionage’-onderzoek werd in2020 geopend, nadat Amnesty International beweerde dat de telefoon van Radi door Marokko was gehackt.

Radi werd tevens van verkrachting beschuldigd. Een oud-collega beweerde, tijdens een hoorzitting achter gesloten deuren, dat ze door Radi was verkracht. Radi ontkent deze beschuldiging en zegt dat de vrouw instemde.

De Marokkaanse autoriteiten houden vol dat de aanklachten tegen Radi niets te maken hebben met zijn journalistieke werk, maar hier denken mensenrechtenorganisaties anders over.

Marokko pakt kritische journalisten keihard aan vanwege ‘zedendelicten’. Zo werd in 2019 journaliste Hajar Raissouni opgepakt voor ‘buitenechtelijke seks’ en abortus. Haar oom en journalist Soulaiman Raissouni zit in de cel vanwege ‘aanranding’, hetzelfde geldt voor journalist Taoufik Bouachrine.

De Raissouni’s en Bouachrine waren verbonden aan de inmiddels ter ziele gegane krant Akhbar al Yaoum, die de Marokkaanse regering regelmatig bekritiseerde. Mensenrechtenorganisaties maakten keer op keer gehakt van de aantijgingen van de Marokkaanse overheid.

Marokko staat op plek 136 van 180 in de World Press Freedom Index van de internationale perswaakhond Reporters Without Borders.

Utrechtse ‘moslim-stemwijzer’ belazert de kluit, vindt lokale PvdA

0

Utrechtse moslims kunnen het best op Denk stemmen. Althans, dat beweert een lokale stemwijzer die speciaal is opgezet voor moslims. De PvdA in de Domstad spreekt van misleiding, schrijft AD Utrecht.

Het stemwijzer-overzicht (foto) zet op een rij hoe Denk, GroenLinks, D66 en PvdA over bepaalde onderwerpen zouden denken die raken aan moslims en de wijk Overvecht, waar veel moslims wonen.

Op alle punten, zoals ‘geen haatdemonstraties voor moskeeën’ en ‘gratis parkeren op islamitische feestdagen’, scoort Denk ‘positief’, terwijl de andere partijen ver achterblijven.

PvdA-lijsttrekker Van der Zweth noemt de stemwijzer op Twitter ‘politiek op zijn allersneust’. Zo doet de stemwijzer volgens hem lijken alsof de PvdA zich heeft verzet tegen de komst van een islamitische begraafplaats, maar is dat helemaal niet waar.

‘Afgelopen periode hebben wij als PvdA, GroenLinks en Denk Utrecht er alles aan gedaan om een islamitische begraafplaats voor elkaar te krijgen. En dat is gelukt! En Denk zet ons vervolgens weg alsof we altijd tegen waren.’

De PvdA is, anders dan de stemwijzer doet lijken, ook tegen ‘intimiderende demonstraties bij moskeeën’, twittert Van der Zweth. ‘Maar dat kwam natuurlijk niet handig uit.’

Volgens Denk komt de stemwijzer niet vanuit de partij zelf, maar wel van ‘iemand uit onze kring’.

De stille emancipatieslag van vrouwen en meiden in de multiculturele stad

0

We kennen allemaal het fenomeen van jongerenwerkers en -centra. Minder bekend is dat er ook vrouwen- en meidenwerkers actief zijn, om vrouwen uit achterstandsgroepen zelfvertrouwen en weerbaarheid mee te geven. ‘Empowerment’ is hierbij het toverwoord. De Kanttekening zoomt in op het multiculturele Utrecht: ‘We focussen op de toekomst, níet op de trauma’s of het land van herkomst.’

‘Onze strijd voor gelijke rechten van vrouwen is nog lang niet af. In lokale politiek is er nog te weinig aandacht voor vrouwenrechten. Wil je meer vrouwen aan de top, dan begin je onderop: in asielzoekerscentra, in buurthuizen, in studieverenigingen, bibliotheken en op de straten. Op die plekken, vanuit het midden van de samenleving, werken nu al veel vrouwen op hun eigen manier, in stilte, aan emancipatie en gelijke rechten. Deze stemmen moeten meer zichtbaar worden.’

Aan het woord is het Iraans-Nederlandse GroenLinks-raadslid Melody Deldjou Fard (42) uit Utrecht. Zij is één van de initiatiefneemsters van een ‘stadsgesprek’ komende dinsdag, op Internationale Vrouwendag, in het Utrechtse stadshuis. Het doel: Utrechtse vrouwen, organisaties en initiatieven zichtbaarder maken en in contact brengen met elkaar en lokale politici. Zo kunnen de vrouwen de handen ineen slaan en meedenken over hoe de rechten en de positie van meisjes en vrouwen versterkt kan worden.

Beeld: Melody Deldjou Fard

Deldjou Fard: ‘Op landelijk niveau wordt wel gepraat over belangrijke thema’s zoals de loonkloof, gratis kinderopvang en het recht op zelfbeschikking, maar lokaal blijft het vaak stil.’ Volgens haar laten talloze onderzoeken zien dat vrouwen vaker buiten de boot vallen in de totstandkoming van gemeentelijk beleid. ‘8 maart is voor mij een moment waarop vrouwen uit de stad een podium krijgen’, vertelt de Utrechtse politica enthousiast. ‘Want hoe zit het met hún dromen, ambities, talenten en vaardigheden?’

Vrouwencafé

Eén van de Utrechtse vrouwen die zich speciaal voor vrouwen uit achterstandsgroepen inzet, is de Syrische Salma Fayad (38). Zij organiseert via stichting De Voorkamer een ‘vrouwencafé’ voor vrouwelijke asielzoekers in de stad (foto).

‘We wilden een veilige plek creëren voor vrouwen alleen. We komen samen met vrouwen van verschillende achtergronden, en organiseren voor hen verschillende events. Veel vrouwen voelen zich veiliger in gezelschappen met alleen vrouwen, waar ze zichzelf kunnen zijn. Bij gemengde bijeenkomsten is dat een stuk lastiger.’

Het vrouwencafé wordt bezocht door vrouwen tussen achttien en zestig jaar. Sommige vrouwen komen er met hun moeder. Naast vluchtelingenvrouwen doen ook internationale studentes aan het vrouwencafé mee, evenals enkele autochtone vrouwen uit de wijk Lombok. Bijeenkomsten trekken ongeveer 25 vrouwen, aldus Fayad.

‘Onze events gaan soms om hele basale dingen, zoals de vraag hoe je een mondkapje op moet doen. Ook organiseren we cursussen over de Nederlandse taal. Daarnaast doen we ook leuke dingen, zoals een historische tour door het centrum van Utrecht of de talentenshow ‘Women on the Spot’, waar vrouwen hun speciale talenten kunnen laten zien aan anderen. We willen deze vrouwen hun energie teruggeven, zodat ze weerbaarder zijn en meer zelfvertrouwen hebben. We hebben daarom ook een dansworkshop georganiseerd. Dan is niet alleen leuk, maar ook een manier om jezelf uit te drukken.’

Asielzoekster Nairouz (44) uit Syrië, één van de bezoekers, noemt het vrouwencafé ‘een veilige plek, een safe space waar vrouwen en meisjes zichzelf kunnen zijn en waar ze zichzelf kunnen empoweren’. De ontmoetingen met andere vrouwen vindt ze inspirerend. ‘We leren elkaar hier goed kennen. Het uitwisselen van verhalen geeft je een rustig gevoel. Het is een plek waar wij als vrouwen elkaar kracht geven.’

Sommige bezoeksters van het vrouwencafé zijn alleenstaande moeders, vertelt Fayad. Om ervoor te zorgen dat deze vrouwen kunnen meedoen, is er voor deze kinderen een speciale kinderopvang georganiseerd, waar ze Nederlands leren of leren tekenen. Fayad: ‘We willen hierin inclusief zijn.’

Ze legt uit dat het vrouwencafé op de toekomst van asielzoekersvrouwen is gericht. ‘We willen daarop focussen – níet op de trauma’s uit het verleden, het land van herkomst of de reis die deze vrouwen hebben gemaakt naar Nederland. Het gaat ons om de levensreis die deze vrouwen maken, om transformatie.’

‘We willen deze vrouwen hun energie teruggeven, zodat ze weerbaarder zijn en meer zelfvertrouwen hebben’

Heel mooi vindt Fayad het project ‘Her Story’. ‘Enkele maanden terug schreven vrouwen uit mijn groep een brief aan zichzelf, die ze straks weer gaan lezen. Op die manier leer je veel van jezelf, wie je bent, wat je ambities en dromen zijn.’ Asielzoekster Nairouz was ooit lerares, vertelt ze, maar haar droom nu is om haar eigen kleine restaurant te hebben. Maar een baan als administratief medewerkster vindt ze ook goed. Ze wil sowieso weer aan het werk.

Moeilijke onderwerpen als huiselijk geweld en racisme worden niet in de workshops besproken, zegt Fayad. ‘Wel komen er vrouwen bij ons met persoonlijke problemen, maar die kaarten ze liever niet in de groep aan, wat begrijpelijk is. We willen vooral niet te formeel zijn, niet te ernstig, en leuke activiteiten doen. Dat hebben deze vrouwen ook nodig.’

Niet alleen de Internationale Vrouwendag van 8 maart, maar heel maart staat bij De Voorkamer in het teken van vrouwenrechten. ‘Ook organiseren we een gezamenlijke activiteit voor vrouwen én mannen over Internationale Vrouwendag.’

Asielzoekster Nairouz vindt 8 maart heel belangrijk, zegt ze. ‘We vieren deze dag zodat we de stemmen van vrouwen horen die hun politieke, economische, sociale rechten opeisen. Het is ook een dag waarbij we stil staan bij alle moeilijkheden die op ons pad komen, en die we moeten overwinnen.’

Meidenhuiskamer

In de Utrechtse wijk Overvecht zet de Marokkaans-Nederlandse jongerenwerker Hanae Haddouche (40) van JOU (Jongerenwerk Utrecht) zich specifiek in voor Utrechtse meiden. ‘Het jongerenwerk in Utrecht was lange tijd vooral gericht op jongens, met als doel dat zij naar school gaan, geen overlast veroorzaken en niet in de criminaliteit belanden. Maar het meidenwerk mag niet het onderschoven kindje zijn. Ons werk is ook belangrijk, want meiden verdienen net als jongens een goede toekomst.’

Ze is erg trots op de ‘meidenhuiskamer’, een huiskamer waar meiden hun huiswerk kunnen doen, praten met jongerenwerkers, elkaar helpen met huiswerk of sollicitatiebrieven. ‘Flats in Overvecht en andere soortgelijke wijken zijn heel klein, zodat je daar praktisch niet kunt zijn met andere meiden. Daarom zijn we met deze aparte huiskamers voor meiden begonnen. Op straat samenkomen is immers geen optie.’

Haddouche vindt het concept van de meidenhuiskamer heel goed. ‘Ik hoop dat het initiatief uit Utrecht navolging krijgt in andere wijken van de stad en ik gun het ook de andere steden, zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Hier kunnen meiden zich namelijk echt ontwikkelen’, zegt ze.

‘Het meidenwerk mag niet het onderschoven kindje zijn. Meiden verdienen net als jongens een goede toekomst’

Bewoners van Overvecht hebben diverse achtergronden. Veel ouders houden hun dochters thuis, uit bezorgdheid dat hen iets overkomt, vertelt Haddouche. ‘Daarom zijn deze meiden dikwijls nogal verlegen. Jongeren ervaren kansenongelijkheid en kunnen hun wijk niet uitkomen. Hun eigen wijk is hun veiligheid. Ouders bezitten nou eenmaal geen netwerk om hun kinderen perspectief te bieden buiten die wijk. Wij als jongerenwerkers zorgen er juist voor dat ze hun vleugels uitslaan en dat de meiden hun talenten en krachten elders in kunnen zetten.’

In de meidenhuiskamer komen de meiden praktisch dagelijks bij elkaar. Dat zorgt voor verbinding en perspectief, aldus Haddouche. ‘De meiden ondersteunen elkaar en ontwikkelen zich beter. Wat we hier in Overvecht doen moet ook elders gebeuren.’

Dankzij de meidenhuiskamer komen meiden in contact met andere meiden, leren ze sociale skills, en kweken ze ook meer zelfvertrouwen. Haddouche: ‘Het mooie is dat meiden elkaar ook helpen, ze trekken elkaar omhoog. Natuurlijk stimuleer ik hen ook om zelfredzamer te worden, bijvoorbeeld door henzelf het telefoontje te laten plegen bij het bedrijf waar ze een stage willen lopen.’

Komende dinsdag organiseert de meidenhuiskamer een talkshow in het stadhuis van Utrecht, waarin politici en bestuurders vragen aan de meiden kunnen stellen. ‘Het is van groot belang dat het meidenwerk ook voldoende aandacht krijgt van de politiek’, zegt Haddouche. ‘Jongens hebben een grotere mond en krijgen daarom meer aandacht – en dus wordt er ook meer gemeentegeld besteed aan projecten die zich vooral op jongens richten. We willen dat er meer tijd en geld wordt vrijgemaakt aan de meiden die deze aandacht ook verdienen.’

Krachten bundelen

GroenLinks-raadslid Deldjou Fard beaamt: ‘Het is enorm belangrijk dat gemeentes vanuit een ‘gendergelijkheid-bril’ beleid maken. De budgetten voor het jongerenwerk moeten eerlijk verdeeld worden tussen jongens en meisjes. Meiden hebben vaak hele andere behoeften en hebben daardoor andere voorzieningen nodig. Is daar wel genoeg oog voor?’

Ook de specifieke aandacht voor vluchtelingenvrouwen van stichting De Voorkamer vindt Deldjou Fard een goede zaak. ‘Het beleid is nu te vaak gericht op het zo snel mogelijk aan het werk krijgen van mensen’, zegt ze. Volgens haar houdt dit beleid te weinig rekening met de behoeftes van vrouwen, die ook de kans moeten krijgen om een nieuwe carrière in het land van aankomst op te starten en economisch zelfstandig te worden. Deldjou Fard is voor een bottum-up-benadering van vrouwenrechten. ‘Om de positie van vrouwen te versterken is meer nodig dan landelijke wetgeving voor vrouwenquota om de top van bedrijven diverser te krijgen.’

Tijdens het stadsgesprek op 8 maart ontmoeten vrouwen met verschillende achtergronden elkaar in het stadhuis. ‘Het zijn vrouwen met meer of minder van de zogenoemde vinkjes’, zegt Deldjou Fard. ‘Er komen vrouwen die door hun sociaaleconomische situatie minder kansen hebben gehad, vrouwen in topposities en vrouwen die als nieuwkomers nog niet genoeg geworteld zijn en hun plek zoeken. Deze verschillende groepen vrouwen ontmoeten elkaar zelden, door de scheidslijnen die de maatschappij heeft gecreëerd. Als samenleving leven we steeds meer in onze eigen bubbels. Ik hoop dat deze avond een ontmoetingsmoment wordt waar we voorbij de bubbels en vinkjes kijken. En onze krachten bundelen, ons verbinden en elkaar aanvullen vanuit ieders unieke talenten en mogelijkheden.’

‘Turkije tot nu toe grootste winnaar in Oekraïne’

0

Turkije is, hoe cru het ook mag klinken, tot nu de de grootste ‘winnaar’ van de oorlog in Oekraïne. Dit schrijft de Amerikaanse academicus en Midden-Oostenexpert Louis Fishman (Brooklyn College) in de Israëlische krant Haaretz.

De reden: het lukt de Turkse president Erdogan namelijk vooralsnog de banden met zowel Oekraïne, Moskou én de NAVO-bondgenoten warm te houden. Een lastige balanceeract, aldus Fishman.

Erdogan heeft de Russische agressie verschillende malen veroordeeld en is voorstander van de soevereiniteit van Oekraïne, in lijn met de NAVO-bondgenoten, maar wat betreft economische sancties doet Turkije niet mee met het Westen. Terwijl Rusland lukrake bombardementen uitvoert op de burgers van Charkov en Kiev, heeft Erdogan nogmaals benadrukt dat Turkije de banden met Rusland en Oekraïne niet zal verbreken.

‘Voor nu, in de strijd tegen Poetins oorlog, heeft de Turkse balanceeract de impliciete goedkeuring van de Amerikaans-Europese coalitie. Turkije is een strategische bemiddelaar met Rusland en tegelijkertijd is deze crisis voor Turkije de beste kans tot nu toe om de betrekkingen met de VS en Europa te verbeteren’, aldus Fishman.

De huidige crisis komt dus als geroepen voor een Turkije dat steeds meer geïsoleerd was geraakt, volgens de professor. Hij denkt wel dat het voor Turkije moeilijker zal worden om ‘de derde weg’ te bewandelen, zolang het conflict langer voortsleept.

De steun van Erdogan aan de Oekraïense strijd voor vrijheid is volgens Fishman overigens ironisch. Thuis onderdrukt Turkije de oppositie en politieke dissidenten en treedt Erdogan juist als een soort Poetin op. Fishman waarschuwt dan ook een voor een al te innige toenadering vanuit het Westen naar Turkije. Die zou alleen mogen plaatsvinden als ook de onderdrukking in Turkije stopt, vindt hij.

Journalist Bellingcat: ‘Extreemrechts vecht ook mee met Oekraïne’

0

Het extreemrechtse Azovbataljon vecht ook mee met Oekraïne tegen de Russen. Dat meldt de Oekraïense onderzoeksjournalist Oleksiy Kuzmenko, die verbonden is aan het internationale onderzoeksjournalistieke platform Bellingcat.

Het Azovbataljon is een vrijwilligerslegioen waarvan de leden – geschat op negenhonderd –Oekraïense ultranationalisten zijn. Ze worden ervan beschuldigd worden nazistische en wit-supremacistische ideeën aan te hangen.

De rol van het Azov-bataljon wordt al tijdenlang uitvergroot door Poetin en consorten, die zeggen Oekraïne te willen ‘denazificeren’. Toch speelt het Azovbataljon wel degelijk een rol, zegt Kuzmenko tegen het Amerikaanse tijdschrift Newsweek.

Volgens Kuzmenko is de Azovbeweging betrokken bij de strijd tegen Rusland in een aantal Oekraïense steden, waaronder Kiev en Charkov. Ze spelen volgens de onderzoeksjournalist zelfs een belangrijke rol in de verdediging van de havenstad Marioepol.

Terwijl Oekraïense ambassades over de hele wereld mensen oproepen om mee te vechten voor Oekraïne, heeft het Azovbataljon buitenlandse vrijwilligers ook opgeroepen om mee te doen.

De leider van de Azovbeweging leverde onlangs kritiek op de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, omdat die onderhandelingen aanging met Rusland.

Volgens Kuzmenko streeft Oekraïens extreemrechts een eigen visie op Oekraïne na, dat veel anders is dan wat de Oekraïense president Zelensky voor ogen heeft, ‘maar ze strijden nu duidelijk dezelfde strijd’.