De Turks-Koerdische advocaat, schrijver en activist Nurcan Kaya is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijftien maanden. De reden is een tweet uit 2014 over het verzet in de Syrische stad Kobani tegen IS, meldt de Koerdische nieuwssite Bianet.

‘Niet alleen Koerden, maar alle mensen die in Kobani wonen, verzetten zich. Democratische Arabieren verzetten zich ook tegen de belegering door IS’, luidde de bewuste tweet.

Kaya zou hiermee propaganda hebben verspreid voor de PKK, die in Turkije, de EU en de VS op de terreurlijst staat. De PKK is gelieerd aan de Koerdische YPG-strijders, die vochten tegen IS in de slag om Kobani en door Kaya zouden zijn aangemoedigd in haar tweet.

Kaya verdedigde zichzelf door te stellen dat ze niets dan vrede propageert en dat haar activiteiten als mensenrechtenactivist de werkelijke reden zijn van haar proces. ‘Het is duidelijk dat mijn proces hier niets te maken heeft met terroristische propaganda’, zei ze.

Kaya was aangeklaagd op basis van een paar tweets uit 2014 waarin de woorden ‘Nurcan Kaya’, ‘Kobani’, ‘Kürt’ en ‘organisatie’ voorkomen. Het ziet ernaar uit dat er snel gezocht is met wat steekwoorden om haar te kunnen veroordelen, denkt haar advocaat. ‘Dit is een indicatie van de kwade bedoelingen van de aanklagers.’

De Amsterdamse jongerenburgemeester Achraf el Johari (24) beticht de Amsterdamse politie ervan hem op basis van zijn uiterlijk te hebben aangehouden. De politie zegt de zaak op dit moment nog uit te zoeken.

‘Gisteren ben ik voor de zoveelste keer etnisch geprofileerd door de Amsterdamse politie’, meldt hij zelf op social media. In een YouTube-video vertelt Johari (foto, links), samen met medereiziger Mourad Badaou (foto, rechts) van de islamitische liefdadigheidsinstelling Najiba, wat hen vrijdag zou zijn overkomen.

Op weg naar een begrafenis reden ze toevallig achter een trouwstoet aan waar jongeren over het raam zouden hebben gehangen, vertellen de twee. ‘Deze jongeren bezorgen ons een slechte naam’, zegt Badaou nog tegen Johari in het filmpje.

Tien minuten later wordt hun auto door de politie aan de kant gezet. ‘Mijn collega’s hebben jullie van het raam zien hangen in een trouwstoet’, zegt de agent tegen Badaou. ‘Dat is een leugen’, reageert Badaou en vervolgt: ‘Je hebt mij op basis van mijn uiterlijk aangehouden.’

Nadat hij de dienstdoende agenten ook voor racist heeft uitgemaakt, wordt Badaou in de boeien geslagen en naar het politiebureau aan de Postjesweg in Amsterdam-West meegenomen.

Badaoui zegt dat hij daar ook is vernederd. ‘Ze hebben de intercom uitgezet, terwijl ik enorm moest plassen.’ Uiteindelijk heeft hij zijn behoefte in een hoekje van de cel gedaan. ‘Ik ga niet in mijn broek plassen’.

Jongerenburgemeester Johari eist nu uitleg en verandering: ‘Helaas ben ik tot de conclusie gekomen dat ik de boodschap ‘De politie is je beste vriend’ niet meer kan verkopen. Dit is de druppel die de emmer deed overlopen. Geen enkele politie-iftar, dialoogavond of rondetafelgesprek gaat dit kunnen fixen. We moeten het gesprek gaan voeren over bevoegdheidsbeperking totdat de politie in staat is om alle Nederlanders gelijk te behandelen. (…). Femke Halsema en Frank Paauw (de Amsterdamse korpschef, red.), zijn jullie er ook voor mij?’

In een reactie laat de politie weten nog uit te zoeken ‘wat er precies is gebeurd, zodat we alle feiten en omstandigheden helder hebben’.

De politie zegt ook de twee mannen te hebben uitgenodigd om in gesprek te gaan over wat zich heeft afgespeeld. ‘Hier zijn ze vooralsnog niet op ingegaan’, aldus de politie.

Volgens El Johari is dat een ‘complete leugen’: ‘Toen ik op mijn initiatief in gesprek wilde gaan met de politie werd ik niet gerespecteerd, is er aan tone policing gedaan en ben ik gevorderd om het bureau Postjeweg te verlaten. Pure damage control.’

Het voorval komt op een moment waarop etnisch profileren weer landelijk in de spotlights staat. Aanleiding is de recente uitspraak in een zaak die het Eindhovense D66-raadslid Mpanzu Bamenga had aangespannen tegen de Koninklijke Marechaussee over etnisch profileren. Bamenga werd in april 2018 uit de rij gepikt tijdens een grenscontrole op Eindhoven Airport. Maar volgens de rechtbank mag de Koninklijke Marechaussee bij grenscontroles wel degelijk mensen op basis van hun huidskleur controleren, omdat dit een aanwijzing zou zijn voor iemands nationaliteit. Bamenga gaat nu in hoger beroep.

De Duitse politie heeft in een hotel in Düsseldorf een lijst met vermeende Gülen-sympathisanten gevonden. De lijst is zeer vermoedelijk van een Turkse man die is opgepakt op verdenking van overtreding van de wapenwet. Dat meldt het Duitse magazine der Spiegel.

Op 17 september deed de Duitse politie een inval in de hotelkamer van een bewapende veertigjarige Turkse man. Hij had een alarmpistool en ‘iets dat leek’ op explosief materiaal bij zich, aldus der Spiegel. De politie vond ook munitie die niet leek te matchen met het relatief onschuldige wapen van de verdachte.

Het Openbaar Ministerie onderzoekt of de man de wapenwet heeft overtreden en bestudeert ook de lijst met namen, waar ook persoonlijke informatie op staat. Het vermoeden bestaat dat die gemaakt is voor aanslagen of spionage. De personen die op de lijst staan zijn inmiddels door de autoriteiten op de hoogste gesteld.

In juli had het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken al gezegd een mogelijke ‘executielijst’ te bestuderen tegen journalisten die kritisch zijn op de Turkse president Erdogan.

De Turkse regering beschouwt de Gülenbeweging als een terreurorganisatie, en de leider van die beweging, Fethullah Gülen, als het brein achter de couppoging op juli 2016. Gülen heeft dat zelf altijd ontkend.

Erdogan en Gülen waren lange tijd bondgenoten. Maar aan het begin van het vorige decennium liep het verkeerd tussen de twee islamitische voormannen. Inmiddels zijn het gezworen vijanden.

De Turkse president Erdogan wil dat de Amerikaanse troepen zich terugtrekken uit Syrië en Irak. Hij zegt hun aanwezigheid niet nuttig te achten voor de regionale vrede.

‘Ik zou willen dat ze Syrië en Irak verlaten, net zoals ze Afghanistan hebben verlaten’, zei Erdogan gisteren over NAVO-bondgenoot Amerika.

Erdogan heeft volgens het Turkse medium Ahval vooral moeite met het feit dat de Verenigde Staten de Syrisch-Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) ondersteunen, die enkele jaren geleden IS hebben verdreven. Volgens Turkije is de YPG gelieerd aan de PKK, die volgens de Turkse staat een terroristische organisatie is.

Op dit moment heeft Turkije een deel van Noord-Syrië bezet. Turkije ondersteunt Syrische rebellen die tegen de YPG en tegen president Bashar al-Assad vechten. Assad is een bondgenoot van Poetin, wat de relatie van Turkije tot Rusland gecompliceerd maakt.

Morgen heeft Erdogan een topontmoeting met zijn Russische collega Vladimir Poetin over de Syrische kwestie. Dat belooft nu al een heet onderonsje te worden. De Russische luchtmacht voert de aanvallen op het door Turkse gesteunde Syrische facties in Afrin op, waarbij zeven rebellen zijn gedood, terwijl Turkije versterkingen naar Noord-Syrië stuurt.

Pro-regeringsmedia in Turkije zwijgen over de Russische luchtaanvallen op Afrin, meldt onderzoeksjournalist Levent Kemal van de Midden-Oosterse nieuwswebsite Middle East Eye. Mogelijk zwijgen Turkse media hierover omdat Turkije een tweede partij S-400 luchtverdedigingsonderdelen wil bestellen bij Rusland.

Intussen heeft oppositieleider Kemal Kilicdaroglu van de Turkse seculier-nationalistische oppositiepartij CHP gezegd de vriendschap met Syrië te willen versterken. ‘We zullen niet boos zijn op onze Syrische broeders. We zullen boos zijn op degenen die hen hierheen hebben gebracht.’ Kilicdaroglu houdt Erdogan verantwoordelijk voor de vluchtelingencrisis, waardoor in Turkije nu meer dan drie miljoen Syriërs wonen.

Assad heeft daarop Kilicdaroglu aangeboden naar de Syrische hoofdstad Damascus te komen voor een ontmoeting. De CHP heeft nog niet positief gereageerd, meldt de Turkse krant En Son Haber, die opmerkt dat aan de handen van Assad het bloed van miljoenen Syriërs kleeft.

China heeft de bezittingen van rijke Oeigoerse gevangenen in beslag genomen en online verkocht. De verkoop van deze gestolen bezittingen levert de Chinese overheid tientallen miljoenen op, meldt the Wall Street Journal.

Volgens de Amerikaansde krant hebben rechtbanken in Xinjiang sinds 2019 ten minste 150 activa – van huishoudelijke apparaten tot onroerend goed en aandelen – geveild op e-commercesites. Deze bezittingen van ten minste 21 Oeigoeren leverde de overheid tenminste 72,5 miljoen euro op.

De lijsten zijn samengesteld door het Uyghur Human Rights Project, een NGO die gedeeltelijk wordt gefinancierd door de Amerikaanse regering.

De mensen van wie de bezittingen zijn geroofd zijn van terrorisme en extremisme beschuldigd. Volgens the Wall Street Journal dienen dit soort aanklachten als voorwendsel om de Oeigoerse islamitische minderheid in China te onderdrukken.

Naar schatting miljoenen Oeigoeren zitten in Chinese heropvoedingskampen, die tot doel hebben de Oeigoerse identiteit te wissen. Steeds meer experts en parlementen spreken van genocide, ook omdat China bezig is met gedwongen anticonceptie onder Oeigoeren.

De Franse Raad van State heeft de ontbinding van het Collectief Tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF) en de islamitische NGO BarakaCity bekrachtigd, melden Franse media.

Beide organisaties waren eind 2020 al ontbonden op last van minister Gérald Darmanin (Binnenlandse Zaken). Hij beschuldigde de twee verenigingen van ‘islamistische propaganda’ na de onthoofding van geschiedenisleraar Samuel Paty in oktober dat jaar. Paty liet zijn leerlingen Mohammed-cartoons zien uit het satirische blad Charlie Hebdo.

Volgens minister Darmanin is het mogelijk groepen te ontbinden die haat of geweld tegen een persoon of een groep mensen propageren of rechtvaardigen. De Franse Raad van State stelt hem nu in het gelijk, nadat Darmanins besluit werd aangevochten door beide organisaties.

CCIF zou namelijk stellen dat de Franse overheid, onder het mom van de strijd tegen terrorisme, een strijd tegen de islam en moslims voert en dat Frankrijk vijandig staat tegenover moslims. CCIF zou bovendien nauwe banden onderhouden met radicale moslims. Een oud-bestuurslid zou bovendien in het openbaar de aanslagen op het Joods Museum in Brussel in 2014 en de redactie van Charlie Hebdo in 2015 hebben gerelativeerd.

Het ontbinden van BarakaCity was minder controversieel. Voorman Idriss Sihamedi kwam de laatste jaren regelmatig in opspraak vanwege schimmige financiering en salafistische opvattingen van hem en zijn medewerkers. Zo zei Sihamedi over de doodgeschoten Charlie Hebdo-redactieleden dat hij bad om de temperatuur van ‘de vlammen in hun graven’ net zo heet te maken als de zon.

De antiracistische organisatie Controle Alt Delete is een petitie tegen etnisch profileren gestart. Aanleiding is de verloren zaak die Mpanzu Bamenga en Control Alt Delete hadden aangespannen tegen de Koninklijke Marechaussee over etnisch profileren.

Het Eindhovense D66-raadslid Bamenga werd in april 2018 uit de rij gepikt tijdens een grenscontrole op Eindhoven Airport. Maar volgens de rechtbank mag de Koninklijke Marechaussee bij grenscontroles wel degelijk mensen op basis van hun huidskleur controleren, omdat dit een aanwijzing zou zijn voor iemands nationaliteit.

Control Alt Delete vindt deze overweging discriminerend: ‘In het superdiverse Nederland anno 2021 is huidskleur nu juist géén aanwijzing voor iemands nationaliteit (voor je staatsburgerschap dus).’

De rechter heeft bepaald wie wordt gezien als Nederlander en wie niet, aldus de NGO, die actie voert onder de hashtags #OokIkBenNederlander en #stopetnischprofileren.

‘Als je niet wit bent, mag je uit de rij worden gehaald als mogelijke niet-Nederlander, als een potentiële vreemdeling of als een crimineel.’

De petitie is inmiddels bijna tienduizend keer ondertekend en wordt onder meer gesteund door D66-Europarlementariër Samira Rafaela, die zelf ook op Schiphol extra werd gecontroleerd: Etnisch profileren is dehumaniserend, ondermijnt fundamentele rechten van mensen van kleur en elke democraat zou zich hier met hand en tand tegen moeten verzetten’, schrijft ze online.

Bamenga en Control Alt Delete gaan in hoger beroep tegen de uitspraak door de rechter.

Er komt een aanklacht tegen Turkije bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, vanwege de illegale ontvoering van Turkse burgers in het buitenland door het Turkse regime. Dat zegt emeritus hoogleraar Johan Vande Lanotte, voormalig vicepremier van België en drijvende kracht achter het Turkey Tribunal.

Dit symbolisch tribunaal vond deze week plaats in Genève en vroeg aandacht voor mensenrechtenschendingen in Turkije en daarbuiten door de Turkse staat. Er verschenen zes rapporten over onder meer marteling, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de toegankelijkheid van het recht en de persvrijheid. Ook hebben vijftien slachtoffers opgetreden als getuige.

Turkije maakt geen onderdeel uit van het Statuut van Rome, dat het Internationaal Strafhof heeft geïnstitutionaliseerd, en kan dus niet aangeklaagd geworden bij het ICC voor mensenrechtenschendingen die in het land zelf hebben plaatsgevonden. Maar ontvoeringen van politieke tegenstanders in het buitenland is andere koek, aldus professor Vande Lanotte.

‘Als internationale ontvoeringen hebben plaatsgevonden op territoria van landen die het verdrag van de ICC hebben ondertekend, dan is het mogelijk om Turkije op dat punt via de ICC aan te klagen’, zei de professor. ‘Er zijn elf ontvoeringen geweest die op deze gebieden zijn gepleegd, daarom heeft de ICC bevoegdheid om deze aanklacht in te dienen tegen Turkije.’

‘Met dit ondubbelzinnige oordeel van de rechters gaan we verder om de regering Erdogan voor het Internationaal Strafhof te dagen’, zei Vande Lanotte in zijn slotverklaring.

Het Turkey Tribunal was online te volgen. Naast het publiek in de zaal keken dagelijks ongeveer 70.000 mensen in 85 landen naar de livestream van het evenement op het YouTube-kanaal. Toen het bewijsmateriaal en de getuigenverklaringen online werden vrijgegeven, bereikte Twitter gisteren een piek met 1.404.828 views.

Arabische Israëli’s zijn het geweld in hun steden beu en voeren actie via sociale media onder de hashtag #ArabLivesMatter.

Arabische Israëli’s protesteren met marsen, demonstraties en acties op social media om het anti-Arabische geweld in de Israëlische samenleving te stoppen. Inmiddels is de hashtag duizenden keren op Twitter gedeeld en trending geworden in Israël, schrijft the Jerusalem Post.

Dit jaar zijn er al meer dan 89 Arabische Israëli’s omgekomen, meldt de nieuwswebsite al Monitor. Een schietpartij maandag op een bruiloft in Taibe vormde de druppel. De 25-jairge Alaa Sarsour werd gedood en een aantal bruiloftsgasten raakten gewond.

Kort na het incident twitterde Sheren Falah Saab: ‘Mijn naam is Sheren. Ik ben een Arabisch staatsburger van de staat Israël, en Arabische levens zijn belangrijk.’ Ze voegde de hashtag #Arab_Lives_Matter toe. Haar post en andere van andere activisten veroorzaakten een enorme golf van soortgelijke tweets, waarbij dezelfde hashtag in het Hebreeuws, Arabisch en Engels verscheen.

’Arab Lives Matter’ is een echo van Black Lives Matter, de protestbeweging tegen racistisch politiegeweld en institutioneel racisme in de Verenigde Staten. Volgens al Monitor is er wel een belangrijk verschil met BLM: Arab Lives Matter protesteert niet tegen politiegeweld, maar tegen dat de Israëlische politie te weinig doet om geweld tegen Arabieren te voorkomen, ook geweld van Arabieren tegen Arabieren. Dat is ook de reden waarom de Israëlische minister van Openbare Veiligheid Omer Bar Lev de hashtag ook heeft gebruikt op Twitter.

‘Decennia van verwaarlozing, minachting en angst om in de problemen van de Arabische sector te komen, en de heersende veronderstelling dat ‘zolang ze elkaar vermoorden, dit hun probleem is’, schrijft hij. ‘In de eerste honderd dagen in mijn ambt heb ik meer bereikt dan in de afgelopen decennia is gedaan in de strijd tegen de misdaad in de Arabische samenleving. Ja, Arab_Lives_Matter.’