18.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 555

Karl Marx was een racist. Tijd om hem te cancelen?

0

De negentiende-eeuwse filosoof Karl Marx richtte zich in de eerste plaats op economische bezitsverhoudingen. Toch vertoont zijn denken ook racistische en kolonialistische trekjes. Hoe daarmee om te gaan als universiteit, in antiracistische tijden als de onze?

Marx had antisemitische en racistische denkbeelden, schreef historicus Robin te Slaa onlangs in Historisch Nieuwsblad. Zo noemde Marx de Duitse socialistische leider Ferdinand Lassalle een ‘Joodse neger’, een ‘jid’ met een ‘negerachtige’ opdringerigheid. Hoe racistisch waren Marx’ denkbeelden precies?

‘Marx heeft het in zijn werk over rassen, dat is typisch negentiende-eeuws’, stelt Thijs Lijster, docent Kunst- en Cultuurfilosofie (Rijksuniversiteit Groningen). ‘De denkbeelden van Karl Marx waren heel negentiende-eeuws en dus Eurocentrisch’, zegt Mathijs van de Sande, docent Politieke Filosofie (Radboud Universiteit Nijmegen).

Van de Sande: ‘Het gaat dan vooral om de vroege Marx, voor 1850. Zijn werk bevat kolonialistische tropes. Hij gelooft dat kolonialisme een noodzakelijke functie heeft in de mondiale ontwikkeling en verspreiding van kapitalisme. En bij tijd en wijle kom je bij hem ook het idee tegen dat de ‘inboorlingen’ onder de knoet moeten worden gehouden. Als je doceert over racisme in de negentiende eeuw, dan kun je ook het racisme van Karl Marx noemen.’

Maar: bij Marx spelen antisemitisme, racisme en kolonialisme een ondergeschikte rol, voegt Van de Sande toe. ‘Je ziet deze standpunten met name terug in zijn correspondentie en zijn postuum gepubliceerd werk, waar te Slaa op wijst, maar het raakt de kern van zijn wereldbeeld niet.’

Lijster wijst daarnaast op de ‘progressieve logica’ van Marx. ‘Je moet verschillende stadia doorlopen om ergens te komen. Eerst heb je het feodalisme, dan het kapitalisme, dan pas de revolutie. In Afrika, het Midden-Oosten en India was er nog geen kapitalisme, daarom moesten deze gebieden eerst in het kapitalistische systeem worden opgenomen, voordat de revolutie kon aanbreken.’

Marx was een leerling was van de Duitse filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831), die de geschiedenis opvatte als een geleidelijke ontwikkeling van de menselijke vrijheid. Niet God maar een Geist, de geest van een volk, was de stuwende kracht van de geschiedenis, volgens Hegel.

‘Deze geschiedenisopvatting was sterk Eurocentrisch’, zegt filosofiedocent Michiel Leezenberg, (Universiteit van Amsterdam). ‘Afrika, het Midden-Oosten, India en China behoorden volgens Hegel niet tot de geschiedenis. Marx, die niet naar de Geist maar naar bezitsverhoudingen keek, nam dit idee van Hegel een beetje over. Marx zit in meerdere onplezierige negentiende-eeuwse ideeën gevangen.’

Marx was bovendien weinig bekend met niet-westerse samenlevingen, vandaar dat hij er in zijn analyses wel eens flink naast zat, vervolgt Leezenberg. ‘Tegelijkertijd heeft Marx, wat Lijster ook terecht opmerkte, een begrippenapparaat geleverd om hier wel kritisch mee om te gaan. Dat is ook gebeurd. Marx heeft geen probleem met voortschrijdend inzicht. Hij is een zoekende filosoof. Achterhaald op veel punten, maar intellectueel nieuwsgierig. Je moet Karl Marx ook niet verwarren met wat zijn communistische epigonen van hem gemaakt hebben. Zij gingen heel dogmatisch met Marx om, maar Marx zelf is allesbehalve een dogmatische denker. Hij zei op latere leeftijd dat hij geen marxist was.’

‘De uitdaging is om met Marx tegen Marx te denken’

Lijster: ‘De uitdaging is om met Marx tegen Marx te denken. Zijn ideeën over universele emancipatie kun je gebruiken om zijn antisemitische denkbeelden te ondergraven.’ Hij wijst op de slavenopstand in Haïti, eind achttiende eeuw. ‘De Haïtianen kwamen in opstand tegen de slavernij, met beroep op de idealen van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Toen zeiden de Fransen: ‘Zo hebben we het niet bedoeld.’ Maar die ideeën zijn universeel. Haïtianen namen de Franse Revolutie serieuzer dan de Fransen zelf. En zo zijn er dus ook marxistische denkers, die de universele principes van gelijkheid uit het werk van Marx consequenter hanteren dan de Duitse filosoof zelf doet.’

Niet cancelen, maar bekritiseren

Op Nederlandse universiteiten heerst steeds meer bewustwording over racisme. Zo is op de Universiteit van Amsterdam een ‘Decolonization Toolkit’ gelanceerd: een virtuele gereedschapskist voor studenten en medewerkers om zichzelf en de universiteit te ‘dekoloniseren’. Ineke Sluiter, president van Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, juicht het zogenoemde ‘woke’-denken toe, zei ze op de radio: ‘Bestuderen we de goede dingen en doen we dat op de goede manier? En komen de juiste mensen aan bod op de universiteit?’

Op Nederlandse universiteiten liggen de achttiende-eeuwse filosofen David Hume en Immanuel Kant dan ook in toenemende mate onder vuur vanwege hun racistische ideeën. Zo stelde Hume dat ‘er nooit een beschaafd volk heeft bestaan met een andere huidskleur dan de blanke’ en beweerde Kant dat de mensheid haar ‘hoogste graad van volkomenheid’ zou vinden in het witte ras. In het kader van ‘dekolonisatie van het curriculum’ wijzen steeds meer docenten en studenten op de donkere kant van deze filosofen. Hoe gaan docenten om met die donkere kant van Marx?

Volgens Van de Sande is er een misvatting in de discussie over dekolonisatie van het curriculum geslopen. ‘Kritiek op filosofen betekent niet dat ze gecanceld moeten worden, maar wijzen op problematische kanten van sommige denkers. De vraag of een gebouw naar iemand moet worden genoemd is een andere dan de vraag of iemand in het curriculum thuishoort. Marx is relevant omdat hij ons nu nog steeds iets te zeggen heeft. Net als Kant. Dat betekent niet dat deze filosofen gevrijwaard moeten worden van kritiek. Bedenk ook: er is een groot verschil tussen de wijze waarop jongeren op social media flirten met het marxisme en hoe Karl Marx op de universiteit wordt onderwezen.’

Van de Sande verzorgt voor eerstejaars studenten het vak Inleiding in de Politieke Filosofie. Hij begint deze colleges met Marx, want hij is een belangrijk referentiepunt voor andere continentale filosofen. ‘Maar omdat het een inleiding in de politieke filosofie is, behandel ik niet alles, ook niet de antisemitische denkbeelden van Marx’, vertelt hij. ‘Antisemitisme vormt ook niet de kern van zijn denken. En op die kern, daar focussen we ons op.’  Tegelijkertijd gaat Van de Sande wel in op de antisemitische en racistische denkbeelden van Marx als studenten daar vragen over stellen, zegt hij. ‘Je moet hier niet moeilijk over doen.’

Lijster beaamt dit. ‘Zijn ideeën over universele emancipatie kun je gebruiken om zijn antisemitische denkbeelden te ondergraven.’ Hij vertelt dat hij de controversiële Marx-tekst Zur Judenfrage (‘Over het Jodenvraagstuk’) bewust aan zijn studenten laat lezen.

‘Met het oog op de hedendaagse identiteitspolitiek is dit een interessante tekst. Want in hoeverre kun je rechten claimen voor een specifieke groep? Karl Marx had een Joodse achtergrond, maar was fel tegen aparte rechten voor Joden. Dit argument zie je tegenwoordig terug bij diehard marxisten, die tegen identiteitspolitiek zijn omdat volgens hen de enige tegenstelling de klassentegenstelling is en de enige strijd de klassenstrijd. Vrouwenemancipatie en Black Lives Matter vinden ze maar afleiden van die ‘echte’ strijd.’

Natuurlijk bevat Zur Judenfrage problematische passages, zegt Lijster. ‘Joden worden door Marx weggezet als sjacheraars en hun enige God is geld, aldus Marx. Dat is niet goed te praten. Maar ik vraag mijn studenten wat Marx precies bedoelt. Wat wil hij met deze tekst bereiken? En dan zie je dat een foute tekst toch heel interessant kan zijn.’

Leezenberg, is het daar helemaal mee eens, vertelt hij. ‘Mijn studenten laat ik ook teksten van Martin Heidegger en Carl Schmitt lezen, die in de jaren dertig van de vorige eeuw sympathiseerden met het naziregime. Niemand op de universiteit zegt dat we deze filosofen maar niet moeten lezen, omdat ze foute standpunten hebben. Juist foute denkers die buiten je comfortzone vallen kunnen filosofisch gezien heel interessant zijn. Je moet studenten meenemen, intellectueel uitdagen, hun horizon verbreden.’

‘Juist foute denkers die buiten je comfortzone vallen kunnen filosofisch gezien heel interessant zijn’

Van de Sande: ‘Mijn collega’s behandelen in hun colleges Heidegger en ik vertel mijn studenten over Schmitt. Een nadrukkelijke verwijzing naar Schmitts rol in de NSDAP is daarbij onvermijdelijk.’ Volgens de Nijmeegse filosoof zijn er marxisten die Marx in bescherming nemen tegen kritiek, maar dat gebeurt volgens hem niet op de universiteit. ‘Er zullen vast wel mensen die vinden dat het antisemitisme bij Karl Marx niet moet overdreven. Maar ik ken geen collega’s die zijn antisemitisme ontkennen.’

‘We kijken niet weg bij Marx omdat hij onze topideoloog zou zijn’, vervolgt Leezenberg, die grote moeite heeft met de wijze waarop ‘rechts’ de universiteit volgens hem framet. ‘Sociale wetenschappen en geesteswetenschappen worden beschuldigd van linkse indoctrinatie, maar dat is echt kwaadaardige onzin. Er is geen plaats op de Nederlandse universiteit waar studenten méér worden geïndoctrineerd dan de afdeling Encyclopedie van de Rechtsfilosofie van de Universiteit Leiden, waar Paul Cliteur eerstejaars studenten dwingt zijn boeken te lezen. Met rechtsfilosofie heeft dat niets te maken, het is Cliteurkunde. En Cliteur is ook een van degenen die blijft vasthouden aan het kwaadaardige concept cultuurmarxisme, dat ook door massamoordenaar Anders Breivik werd gebruikt, om denkbeelden weg te zetten die niet in zijn ideologische straatje passen.’

De echte aanval op de academische vrijheid komt volgens Leezenberg dan ook niet van ‘linkse wetenschappers’, maar van populistische politici als premier Viktor Orbán van Hongarije en president Jair Bolsonaro van Brazilië, en het ultraseculiere Frankrijk dat de aanval heeft geopend op het zogenoemde islamogauchisme (islamlinks, red.). ‘Maar daar hoor je rechtse critici uiteraard niet over.’

Laten we een criminele aanslag gewoon zien als wat het is: terrorisme

0

De afgelopen twintig jaar was terrorisme hét veiligheidsthema dat de samenleving, de politiek en de veiligheidsdiensten bezighield. En met reden. 9/11, de moorden op Theo van Gogh en de redactie van Charlie Hebdo: terrorisme heeft een grote impact op onze samenleving. De recente arrestatie van een mogelijke jihadistische cel in Eindhoven en van een antivaxxer die een aanslag op Rutte beraamde, laten zien dat terrorismedreiging ook voor de komende jaren nog zeker niet voorbij is. Maar met de teloorgang van het IS-kalifaat is de meest acute dreiging afgenomen.

We kunnen ons afvragen of terrorisme nu nog het belangrijkste veiligheidsvraagstuk is. De meest recente grote aanslagen met een enorme impact op onze samenleving zijn niet begaan door terroristen, maar door criminelen. Twee recente moorden staan duidelijk op ons netvlies: de moord op advocaat Derk Wiersum en de moord op Peter R. de Vries.

Deze moordaanslagen vallen eigenlijk niet meer onder de categorie ‘liquidaties in het criminele milieu’. De daders van kwamen uit het criminele milieu, maar het motief van de opdrachtgevers lijkt eerder terroristisch te zijn.

Het doel van criminelen: zoveel mogelijk geld verdienen of de concurrentie verslaan. Het doel van terroristen: angst zaaien, de samenleving ontwrichten of politiek te beïnvloeden. De motieven van aanslagen op Derk Wiersum en Peter R. de Vries waren eerder dat tweede.

Met deze twee aanslagen maakte(n) de opdrachtgever(s) duidelijk onaantastbaar te zijn, iedereen te kunnen raken – inclusief advocaten en prominente Nederlanders. Ze zenden hiermee een boodschap aan de politiek en samenleving, en jagen deze met hun aanslagen angst aan.

De maatschappijontwrichtende impact van deze twee aanslagen is groter dan die van als terrorisme geclassificeerde aanslagen van de afgelopen jaren, denk bijvoorbeeld aan de Utrechtse tramaanslag van Gökmen T. in 2019. De dreiging van crimineel geweld is niet minder groot dan de dreiging van terroristisch geweld. Zelfs premier Rutte krijgt inmiddels extra beveiliging, omdat er in zijn nabijheid spotters uit het criminele milieu zijn gesignaleerd. Een ongekende ontwikkeling voor Nederland.

Dus waarom beschouwen we deze criminele aanslagen niet als terroristische aanslagen? En waarom zien we de dreiging van ondermijnende criminaliteit niet als een vorm van terrorismedreiging?

De lessen uit de strijd tegen het terrorisme kunnen we ook inzetten in onze strijd tegen criminaliteit

Als we criminelen op vergelijkbare wijze gaan bestrijden als terroristen, dan komen er middelen en mogelijkheden vrij voor informatievergaring en -deling. Veiligheidsdiensten mogen in een veel vroeger stadium tegen terroristen optreden. Verdachten mogen langer vastgehouden worden en daders worden strenger gestraft. Er kan een bredere, meer doelgerichte en effectievere aanpak ontwikkeld worden.

De komende jaren zal het veiligheidsvraagstuk meer gaan over criminaliteit en minder over terrorisme. In de strijd tegen terrorisme worden successen geboekt. De strijd tegen criminaliteit lijkt ons echter boven het hoofd te groeien. Het is de vraag of we hier voldoende op toegerust zijn. Maar de lessen uit de strijd tegen het terrorisme kunnen we ook inzetten in onze strijd tegen criminaliteit.

Wanneer we criminele aanslagen niet langer als puur crimineel definiëren maar als terroristisch, dan kan dit leiden tot grotere bewustwording over de omvang van het probleem. Het kan bovendien leiden tot een meer effectieve aanpak van dit fenomeen, waarbij de maatschappijontwrichtende gevolgen beperkt blijven. Een gedachtegang die voor media, politici, beleidsmakers en veiligheidsdiensten de moeite van het overwegen waard is.

Online filmfestival ‘Halaloween’ zendt ‘islamitische horror’ uit

0

Dit jaar is er een islamitisch filmfestival met heuse ‘halal’ horrorfilms, Halaloween geheten. De films van dit jaar zijn gratis online te streamen.

Het filmfestival wordt gehost door het Global Islamic Studies Center (GSC) aan de Universiteit van Michigan in de Verenigde Staten.

Vorig jaar was er geen Halaloween vanwege corona, maar de jaren daarvoor bestond het filmfestival wel al. Het begon allemaal toen de universiteitsvoorzitter van Midden-Oostenstudies, Karla Mallette, toenmalig directeur van het GISC, zich afvroeg: maken filmmakers in islamitische landen horrorfilms? Wat vinden moslims eigenlijk van deze films?

Jazeker dus, en de films zijn net zo gevarieerd als de culturen die ze produceren, vertelt Aliyah Khan, die nu het GISC leidt, aan the Washington Post.

Er zijn Turkse slasherfilms en Iraanse vampierfilms, films over bezetenheid door djinns uit Indonesië en Maleisië en films over het bovennatuurlijke uit Marokko.

Er zijn niet veel zombiefilms uit islamitische landen, hoewel de organisatoren van het festival er dit jaar een uit Maleisië hebben gevonden.

Het festival biedt elke vrijdag een nieuwe film die online te streamen is – in totaal vijf films gedurende de maand oktober. Elke film komt uit een overwegend islamitisch land, is gemaakt door een islamitische regisseur of gaat over islamitische thema’s of speelt zich af in islamitische samenlevingen.

Het festival wordt deze vrijdag afgesloten met de Indonesische film Impetigore uit 2019 en een live paneldiscussie over moslimhorror en het gebruik van de islam en de Koran in film.

China sloopt koepels van moskeeën om ze meer ‘Chinees’ te maken

0

De Chinese autoriteiten slopen duizenden koepels en minaretten van moskeeën, om moskeeën zo meer ‘Chinees’ te maken. Dit bericht de Amerikaanse radiozender National Public Radio.

Volgens de autoriteiten zijn koepels en minaretten het bewijs van buitenlandse religieuze invloed. Openlijke islamitische architectuur wordt gesloopt, met als doel om van oudsher islamitische etnische groepen te ‘siniseren’ – meer Chinees te maken.

Een van de moskeeën die is verbouwd is de Dongguan in Xining in Noordwest-China. Begin dit jaar besloten de provinciale autoriteiten om de koepels van de moskee te slopen.

‘De regering zegt dat ze willen dat we onze moskeeën meer Chinees maken, zodat ze meer lijken op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking’, zegt een islamitische boer die granaatappels verkoopt buiten de moskee van Xining tegen National Public Radio. ‘Ik denk dat de moskee er hoe dan ook goed uitziet, maar wat hebben we er eigenlijk over te zeggen?’

Let wel: het gaat hier niet om de regio Xinjiang, waar de islamitische Oeigoeren in concentratiekampen worden gestopt en veel moskeeën compleet worden gesloopt, maar om een gebedshuis van een andere groep: de Chinese Hui-moslims.

Na meer dan 1.300 jaar in China te hebben gewoond, hebben de Hui-moslims – waarvan er ongeveer 10,5 miljoen zijn – zich aangepast door cultureel en taalkundig Chinees te worden en spirituele concepten en termen uit de oude Chinese filosofie over te nemen. Verschillende Hui-sekten hebben ook Chinese religieuze praktijken in hun erediensten opgenomen, zoals het branden van wierook tijdens religieuze ceremonies.

Het etnische beleid van China was ooit: culturele autonomie op eigen grondgebied. Maar deskundigen zeggen dat de Communistische Partij onder het bewind van Xi Jinping is overgestapt op een nieuwe aanpak van assimilatie, waarvan ook de rigoureuze aanpak – mogelijk zelfs genocide – van de islamitische Oeigoeren in Xinjiang getuigt.

De Amerikaanse China-expert Dru Gladney zegt dat het doel van China is om minderheden, ook de islamitische Hui, meer te laten lijken op etnische Han-Chinezen, die in China in de meerderheid zijn.

Britse extremisten kloppen op deur bij migranten: ‘Laten ons niet vervangen!’

0

Extreemrechtse groepen in het Verenigd Koninkrijk voeren actie tegen hotels die Afghaanse vluchtelingen huisvesten, schrijft the Guardian. De groep Britain First heeft de afgelopen weken meer dan een dozijn ongevraagde bezoeken gebracht.

Volgens de Britse antiracismewaakhond Hope Not Hate zijn de acties tegen hotels die Afghaanse vluchtelingen opvangen een centraal actiepunt voor Britain First en andere extreemrechtse groepen geworden. In 2015 voerden deze groepen actie tegen Syrische vluchtelingen, nu zijn Afghaanse vluchtelingen het doelwit.

Volgens Hope Not Hate zetten deze extreemrechtse groepen vluchtelingen neer als uitvoerders van een islamitische overname van Europa en potentiële terroristen of potentiële verkrachters.

Britain First vreest dat de komst van Afghanen en andere vluchtelingen leidt tot witte werkloosheid. Patriotic Alternative, een andere extreemrechtse groep, verspreidt banners met de leuze ‘We zullen niet worden vervangen’, refererend naar de beruchte omvolkingstheorie.

Britain First maakt video’s waarin ze de hotels bezoeken, op zoek naar ‘illegale’ immigranten. Ze vragen hen of ze een huis zoeken en uit welk land ze komen.

Omdat Facebook, Instagram, TikTok en Twitter Britain First inmiddels hebben verbannen, deelt de extreemrechtse beweging haar video’s op het Russische social medium Telegram. Inmiddels zijn de filmpjes meer dan 40.000 keer bekeken.

Vorig jaar waren Britse hotels ook al doelwit van extreemrechtse groepen, toen verschillende hotels besloten om vluchtelingen op te vangen omdat de hotels dankzij de coronapandemie minder reguliere bezoekers kregen.

Sommige Afghaanse vluchtelingen, die na de machtsovername van de Taliban massaal naar het VK zijn gevlucht, voelen zich ook zonder bezoek van extreemrechtse groepen niet warm verwelkomd in de hotels. Sommigen hebben uit wanhoop gevraagd om weer teruggestuurd te worden naar Afghanistan. Ze zeggen hun verblijf in de hotels niet meer aan te kunnen, omdat ze hun hotel vaak niet uit mogen en er onvoldoende medische voorzieningen zijn.

Utrecht: salafistische moskee houdt dienst in pand waar ze uit moest

0

Vrijdag organiseerde de salafistische moskee alFitrah in Utrecht een herdenkingsdienst in het pand dat het moest verlaten. Dat meldt het AD Utrecht. Dit, tot verbazing van omwonenden en ondanks een uitspraak van de rechter, waaraan een dwangsom van 200.000 euro is gekoppeld.

AlFitrah moest het pand van de rechter per 1 oktober verlaten, omdat de eigenaar op het terrein van het pand huizen wil bouwen. Het bestuur van AlFitrah probeerde tevergeefs de rechter nog te wraken, maar leek daarna eieren voor zijn geld te hebben gekozen.

Toch is alFitrah er nog niet helemaal weg, nu de moskee een herdenkingsdienst organiseerde voor een inwoner uit Overvecht die was overleden. Een uitvaartondernemer had aan alFitrah gevraagd om in het pand de uitvaartdienst te houden.

Het is onduidelijk of de eigenaar eigenaar van het pand alFitrah uitstelt heeft verleend.

Sinds 2012 organiseert alFitrah diensten in het voormalige ROC-gebouw. De gemeente Utrecht volgt de moskee met argwaan, vanwege de radicale boodschap die imam Suhayb Salam (foto) zou uitdragen.

Het Verwey-Jonker Instituut bracht in 2019 een rapport uit over koranlessen aan kinderen in de moskee, waarbij het melding maakte over lijfstraffen en het leren van kinderen om zich af te keren van de Nederlandse samenleving.

De Tweede Kamer deed vorige zomer aangifte tegen alFitrah. De Kamercommissie tegen ‘ongewenste invloed uit het buitenland’, waarvoor alFitrah-voorzitter en imam Suhayb Salam begin 2020 moest opdagen (foto), vermoedt dat hij meineed pleegde tijdens dit verhoor onder ede.

Omdat alFitrah tot nu toe geen wetten heeft overtreden, heeft de burgemeester nooit ingegrepen.

Een housewarming kunnen geven, is tegenwoordig een privilege

0

Misschien is het de leeftijd, maar er zijn steeds vaker momenten waarvan ik wil dat ze voor in de eeuwigheid vastgelegd zijn. ‘Voyeuristische foto’s van het normale leven’ heb ik het mapje in mijn smartphone genoemd. Kiekjes met moederlijk schoon, terwijl ze uit het raam kijkt in de metro en wanneer ze sereen mijn gewassen kleren opvouwt in de woonkamer. Of de moeilijk vooruitkomende oudeheer, terwijl hij de straat oversteekt naar het ziekenhuis of gehurkt op het balkon zit te paffen. Die stuur ik dan op een later moment naar ze terug. We hebben dan even lol in ons saaie bestaan. Daarna gaat het leven weer genadeloos verder met alle pijntjes en rekeningen die betaald moeten worden.

Andere momenten, even puur, schoon of lelijk zoals het leven is, zijn niet zo snel te documenteren. De verschrikte blik van een nieuwe buurvrouw bij het eerste oogcontact. Of tienermeisjes die met dikke rugzakken aan het klieren zijn na school en waar je onvermijdelijk – met lichte jaloezie – bij denkt: ‘Wij waren ook zo, maar zij hebben hun hele toekomst nog voor zich!’ Aan de andere kant kunnen de jaren van giechelende of ronduit gemene pubermeisjes me gestolen worden.

Het zijn flitsen. Vluchtige gedachtes bij het voorbijgaan van het leven. Tijd die je niet meer terugkrijgt. Tijd die kostbaar is. Daarom is het zo belangrijk dat we onze tijd zo goed mogelijk besteden met juist ook veel ruimte voor lol en plezier. Een huis vol met mensen die op heerlijke muziek al dan niet onder invloed staan te swingen. Iedereen is blij. Iedereen is vrolijk. Ik voel me gerechtigd en gezegend om dit af en toe te mogen meemaken.

Maar vergis je niet: het is tegenwoordig ook een privilege om een huisfeestje te kunnen geven. Een eigen huis is namelijk onbetaalbaar geworden. En dan klagen mensen over hangjongeren. Maar waar moeten ze anders chillen?

Mijn solidariteit met de woonbeweging gaat niet alleen maar over wonen. Het gaat over het leven zelf, over vrijheid, eigen keuzes kunnen maken en jezelf kunnen ontplooien. Huisfeestjes of verjaardagsparty’s organiseren: dat zou niet alleen een bezigheid van een enkeling moeten zijn.

Mijn solidariteit met de woonbeweging gaat niet alleen maar over wonen. Het gaat over het leven zelf

Daarom moeten we blijven demonstreren. Zo veel mogelijk opkomen voor betaalbare huisfeestjes voor iedereen! De huidige status quo tikt in het voordeel van de huizenbezitters die door de VVD en co al jaren in de watten zijn gelegd met de hypotheekrenteaftrek en bewust gecreëerde woningschaarste, waardoor de huizenprijzen almaar opgedreven kunnen worden. Het woningleed van de een, is inactieve, misdadige winst voor de ander. En dit is precies de reden waarom ik na Amsterdam ook in Rotterdam meedeed aan de woonopstand.

Het was prachtig om die duizenden mensen te zien, één in hun strijd tegen woonleed. We liepen door de straten van Rotterdam-Zuid naar het centrum toe. Prachtig die sliert – totdat een deel van het protest werd ingeklemd door de politie. Zomaar werd een groep demonstranten geïsoleerd van de rest van het protest, vanwege ‘beledigingen’ en ‘illegaal wapenbezit’, aldus de politie. ‘Het gezag te paard’ werd met veel machtsvertoon op de geïsoleerde groep afgestuurd. Een regelrechte, fysieke aanval op de vrijheid van meningsuiting en het grondwettelijke demonstratierecht.

Dat was al intimiderend genoeg, maar wat er toen gebeurde heb ik nog in geen enkele demonstratie meegemaakt. In plaats van ons te laten verdelen, ging de voorste stoet terug om hun ingeklemde mededemonstranten op te halen. Opgewarmd door leuzen als ‘Hoe laat is het tijd? Solidariteit!’ ‘Samen uit, samen thuis!’, ‘Wij zijn vreedzaam. Wat zijn jullie?’ heeft de aansluiting weer kunnen plaatsvinden, maar wel pas na drie uur excessief politiegeweld, waarbij meerdere gewonden zijn gevallen.

De politie pleegde een totaal onnodige en onwettige inbreuk op het demonstratierecht, waar nog steeds geen consequenties aan zijn verbonden. Niet door de burgemeester, niet door de politiek en ook niet door de politietop. Zo gaan we niet met mensen om die vreedzaam opkomen voor hun woonrechten.

Het is belangrijk dat we bij de volgende demonstraties ook in grote getale aanwezig zijn. Niet alleen voor het wonen, maar ook tegen politiegeweld én dus ook voor meer lol en plezier in het leven. Als jij niet wil dat je net als mij pas op je 36e  je eigen housewarming kunt geven – als je al geluk hebt -, dan is het belangrijk om bij de volgende demo’s de straten te blijven vullen.

Bioloog Midas Dekkers gefileerd om nieuw maar ‘gedateerd’ boek over ‘ras’

0

Bioloog Midas Dekkers wil met zijn nieuwe boek ‘Wat loopt daar?’ het gesprek over ‘menselijke rassen’ openbreken. Collega-academici kraken zijn ideeën hierover.

In een interview voor de Volkskrant zegt Dekkers dat het thema over menselijke rassen ‘al decennia’ in zijn hoofd zat, maar het niet aandurfde. Hij zou ‘verlamd’ zijn door het steeds fellere ‘antiracisme-debat’.

Dekkers pleit voor de terugkeer van de ‘fysische antropologie’, oftewel de rassenkunde. Voor hem is ras ‘een biologisch begrip’:

‘In de biologie bestaat geen goed of slecht ras, geen betere of slechtere soort. Verschillen zijn er wel, en die mogen best benoemd worden, aldus Dekkers. Ze zouden ‘houvast’ en ‘overzicht’ bieden.

Dekkers vindt het verbazingwekkend dat in boeken over racisme een definitie van ras ontbreekt en juist zinnen als ‘Rassen bestaan niet’ of ‘rassen zijn een sociaal construct’ domineren. ‘Ik mis dan de biologie’, aldus Dekkers.

‘Als je iets van de wereld wilt begrijpen, begin je met indelen. Een ras is een onderverdeling van een soort. In plaats van ras mag je ook variëteit, vorm of ondersoort zeggen. Zodra het om mensen gaat, mag je die verschillen niet meer benoemen. Dat stoort me.’

Volgens Dekkers zijn er goede redenen om onderscheid te maken: ‘Op medisch vlak bijvoorbeeld: wie bij orgaantransplantaties het bestaan van rassen negeert, speelt met mensenlevens. De kans op een geslaagde transplantatie neemt toe als je de organen tussen de leden van dezelfde etnische en raciale groep matcht.’

Lucas Brouwers, chef wetenschap bij NRC, plaatst op Twitter zijn bedenkingen. De moderne genetica ‘laat zien dat Homo sapiens zich altijd en overal is blijven vermengen. Sinds de grote trek uit Afrika 60.000 jaar geleden, is iedereen aangesloten gebleven op het wereldwijde genetische web’.

Ook vindt Brouwers dat Dekkers alle Afrikanen ‘op een hoop gooit’ terwijl de genetische diversiteit bínnen Afrika groter is dan ‘alle diversiteit erbuiten bij elkaar.

Bioloog Dekkers kan dan wel stellen dat ras nu eenmaal een bioloog begrip is, maar: ‘Het punt is dat genetici niet over ménselijke rassen spreken, omdat op een genetische kaart niet te zien is waar bv. Afrika begint en Europa ophoudt’, zegt antropoloog en journalist Menno van den Bos op Twitter.

Ook historicus Zihni Özdil mengt zich in de discussie. ‘Menselijke rassen bestaan vanuit biologisch oogpunt niet. Punt. Hoezeer Nederland probeert te doen van wel’, tweet hij. Özdil plaatst een pagina uit zijn eigen boek Nederland mijn vaderland, waarin hij het grootschalige Humane Genome Project (1990-2013) aanhaalt:

‘Met de meest geavanceerde technologie en onderzoeksmethoden heeft het project onomstotelijk vastgesteld dat de mensheid, oftewel homo sapiens, één ras is. De genetische verschillen tussen mensen onderling, zijn biologisch gezien dermate verwaarloosbaar dat er geen sprake is van rassen.’

Genetisch onderzoeker Michel Nivard beaamt: ‘Midas Dekkers [schetst] een beeld van ‘menselijke ras’ doorwrongen van gedateerde kennis en in weerspraak met moderne genetisch inzicht over de mens.’

‘Wat zou het verdrietig zijn als vooroorlogse rassentheorieën door dit boekje een media-thema worden waarover je ‘van mening kunt verschillen’ of, even erg: ‘wat gewoon een feit is, maar waar mensen het liever niet over hebben’’, verzucht Van den Bos.

Academici discussiëren: bedreigt ‘woke’ onze universiteiten?

0

Het zogenoemde ‘woke-denken’ bedreigt de academische vrijheid op de universiteit, betogen historici Niek Pas en Steije Hofhuis in NRC. Andere wetenschappers reageren kritisch.

‘Woke’ wordt door Hofhuis en Pas omschreven als ‘een op Amerikaanse campussen ontsproten bastaard van het postmodernisme’. Een belangrijk uitgangspunt van ‘wokisme’ is volgens beide historici dat de objectieve waarheid niet bestaat en dat machtsrelaties de werkelijkheid bepalen.

‘Daarbij wordt een ‘intersectionele’ aanpak nagestreefd die kruisbestuivingen van onderdrukking onderzoekt: een gehandicapte zwarte transgender is slachtoffer omdat ze gehandicapt, zwart en transgender is. In dit binaire schema staat tegenover deze lagen van achterstelling ook een dader: de heteroseksuele witte cis-man.’

Hofhuis en Pas betogen dat deze woke manier van denken de academische vrijheid bedreigt, omdat docenten die zich niet conformeren aan dit wereldbeeld het gevaar lopen slachtoffer te worden van deplatforming.

Andere wetenschapper reageren kritisch op het stuk van Hofhuis en Pas. Zo vindt de Groningse wetenschapper Casper Albers dat de brief niet door NRC beter niet geplaatst had kunnen worden:

‘Waarom zegt zo’n krantenredactie nooit ‘Hallo bange witte man, bedankt voor uw opiniebijdrage. Precies hetzelfde verhaal stond het afgelopen jaar al een keer of tien in de krant dus we plaatsen het niet.’’

‘Misschien moet men de schrijvers dezes er eens op wijzen dat ‘begrippen als waarheidsvinding, objectiviteit en rationaliteit’ al honderden jaren in vraag worden gesteld – bij uitstek binnen de academie, en niet zelden door witte (soms reactionaire) mannen?’, twittert Mathijs van de Sande, universitair docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Hofhuis en Pas zeggen dat de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) de focus op objectiviteit en rationaliteit vervangen heeft door ‘diversiteit’, ‘veiligheid’, ‘inclusie’ en ‘veilige cultuur’ en met miljoenen strooien voor ‘woke’ onderzoek. Migratiehistoricus en KNAW-lid Leo Lucassen reageert dat Hofhuis en Pas een karikatuur maken van wat de KNAW doet.

Ingrid Robeyns, hoogleraar in Utrecht, reageert op Twitter dat Hofhuis en Pas een karikatuur zouden maken van wokisme en de hele universiteit zonder enige onderbouwing als woke verklaren. Ze wil eerst wel eens wat bewijs zien:

‘Wie zijn de wetenschappers in Nederland die dit onderschrijven of bedrijven?’ Haar tweets hierover worden door tientallen universitair docenten instemmend gedeeld.

Israëlische NGO’s steunen Palestijnse NGO’s die tot ’terrorist’ zijn verklaard

0

Ruim twintig Israëlische mensenrechtenorganisaties veroordelen de recente bestempeling van Palestijnse NGO’s door Israël als ‘terreurorganisatie’. Zij noemen dit een ‘karakteristieke laffe daad van repressieve regimes’.

De solidariteitsverklaring met Palestijnse NGO’s, die door 22 Israëlische mensenrechtenorganisaties is ondertekend, roept leden van de Israëlische regering van premier Naftali Bennet (foto) en de internationale gemeenschap op om zich ‘ondubbelzinnig’ tegen de beslissing van Israël te keren.

‘Het criminaliseren van zulk mensenrechtenwerk is een laffe daad, karakteristiek voor repressieve en autoritaire regimes. Mensenrechtenverdedigers moeten beschermd worden’, aldus de Israëlische mensenrechtenorganisaties.

Israël kan door de ‘terroristenverklaring’ kantoren doorzoeken, bezittingen in beslag nemen, medewerkers arresteren en steunbetuigingen aan de groepen verbieden.

Volgens Israël hebben de organisaties banden met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), een beweging die in veel westerse landen op de terreurlijst staat.

Tot de organisaties die door Israël op de terrorismelijst zijn geplaatst behoren onder meer Addameer, Defense for Children International-Palestina en Al-Haq. Laatstgenoemde groep kreeg in het verleden van Nederland subsidie.

De desbetreffende organisaties zien het als ‘een poging om de Palestijnse burgerbeweging te elimineren’.