18.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 577

Amsterdam: plannen voor extra islamitische middelbare school

0

Het bestuur van de islamitische basisscholen El Amien I en II in Amsterdam wil een islamitisch lyceum oprichten. Dit meldt het Parool.

Het bestuur heeft een aanvraag ingediend bij het ministerie van Onderwijs. Als de plannen doorgaan, zal dit lyceum de tweede islamitische middelbare school worden in Amsterdam en de derde in Nederland.

‘We geven gehoor aan een al langer levende wens bij ouders’, zegt Younes Hanin, directeur-bestuurder van El Amien I en II. Hij zegt dat hij een school wil met kwalitatief goed onderwijs.

Als er een nieuwe school komt, dan is dat mogelijk nadelig voor het veelbesproken Cornelius Haga Lyceum. Deze islamitische school is de afgelopen jaren negatief in het nieuws gekomen en wordt geplaagd door bestuurlijke ruzies.

Hanin zegt dat het niet zijn bedoeling is om het Haga Lyceum een kopje kleiner te maken. Op basis van de belangstelling bij islamitische ouders, denkt hij dat er ruimte is voor wel drie islamitische middelbare scholen in de hoofdstad.

Sinds vorig jaar november is de oprichting van nieuwe scholen makkelijker geworden dankzij een nieuwe wet. Tot 1 november dit jaar heeft het bestuur van El Amien de tijd op voldoende handtekeningen op te halen bij de ouders.

Hoe humaniseren we ons collectieve herdenken?

0

Ellenlange witte grafstenen temidden van een groen weiland. Dat is hoe het visuele beeld van de Srebrenica-herdenking eruit ziet. Een genocide die zich onder Nederlands gezag heeft afgespeeld en die we nooit meer mogen vergeten. Maar kan dat nooit meer vergeten er ook anders uit zien?

Afgelopen juni werd oorlogsmisdadiger Ratko Mladic veroordeeld tot een levenslange celstraf voor de genocide op Joegoslavische moslims in Srebrenica. De veroordeling is voor nabestaanden slechts een pleister op een open wond. Hij werd namelijk wél vrijgesproken van genocides in andere plaatsen, zoals het in Bosnië gelegen Prijedor.

De oorlog in voormalig Joegoslavië is de eerste oorlog die ik me als kind actief herinner. De beelden van leeftijdsgenoten die op mij lijken, in volgepropte bussen op weg naar veiligheid: ze staan gegrift in mijn geheugen. Later op de middelbare school sloot ik veel vriendschappen met kinderen die zo’n reis gemaakt hebben.

Mijn bi-etnische Turks-zijn en hun Bosnisch-zijn vormde een soort vanzelfsprekende siblinghood. Een blijk aan herkenning van culturele normen en waarden en een equivalente relatie tot religie creëerde een stevige basis voor ons contact. Veel van die vrienden noem ik dan ook familie.

Ik heb een grote interesse naar wat zich heeft afgespeeld in de geboortedorpen waar zij vandaan komen. En heel soms willen ze mij daarover vertellen. De een laat mij foto’s van haar moeder zien, een jonge twintiger die zich in de jaren tachtig vertoefde in Sarajevo, de Olympische hoofdstad van 1984. De ander vertelt over hoe hij als baby sliep in een kast, zodat hij bij een mogelijke inval niet ontdekt werd. Deze verhalen speelden zich af voor de ogen van de Nederlandse Dutchbatters, maar ze haalden nooit de krant of het nieuws. De berichtgeving ging niet over het leven van slachtoffers voor de oorlog of de herinneringen van de overlevenden aan hen. Het gaat enkel over leven of dood.

De manier waarop we denken aan de slachtoffers in Srebrenica is vooral gericht op hun slachtofferschap, minder op wie zij als mens waren

In aanloop naar de zomer staan we gelukkig in steeds grotere getale stil bij de slachtoffers, en ook bij ons collectieve falen in wat er zich in Bosnië heeft afgespeeld. Maar de manier waarop we denken aan de slachtoffers is vooral gericht op hun slachtofferschap, minder op wie zij als mens waren. Zo blijft het voor niet-Bosniërs een ver-van-ons-bed-show.

Het platform Facing Srebrenica houdt zich bezig met de toekomst van de herinneringen aan de Bosnische stad middels kunst en fotografie. Het platform verzamelt foto’s die tussen 1994 en 1995 genomen zijn in de Srebrenica-enclave. In die periode maakten Nederlandse militairen vaak foto’s van de bevolking. Het is Azmir Osmanovic, een tourguide in Srebrenica, die op zoek gaat naar de persoon die zesentwintig jaar geleden een foto van zijn broertje en zusje heeft genomen. Osmanovic stelt dat de visuele representatie van de oorlog altijd geleund heeft op bewijsmateriaal van genocide. Iets dat begrijpelijk is, maar tegelijkertijd ook bijdraagt aan het vergeten besef dat er heel wat aan een genocide vooraf gaat.

Facing Srebrenica pleit voor zichtbaarheid van de menselijke en individuele herinneringen. Foto’s van het dagelijkse leven, beelden die laten zien dat slachtoffers in eerste plaats mens zijn. Dat ze lijken op u en mij. Deze lessen kun je ook toepassen op andere herdenkingen zoals Keti Koti, de afschaffing van de slavernij, op 1 juli.

Via Simon(e) van Saarloos’ essay Herdenken herdacht heb ik geleerd om vragen te stellen. Wat wordt er herdacht, waarom en hoe? Door deze vragen te beantwoorden vallen de puzzelstukjes in elkaar. Ik herdenk Srebrenica door de verhalen van mijn vrienden te delen en door slachtoffers te noemen. Ook denk ik aan het aandeel van Nederland en de educatie hierover in ons regulier onderwijs. Maar te weinig denk ik aan wie de mensen waren voordat zij slachtoffer werden. Welke muziek luisterden zij? Waar hielden ze van? Welke popsterren waren favoriet? Welke films werden er gemaakt?

Facing Srebrenica verruimt onze blik op herdenken. Niet enkel in de vorm van de belofte ‘Dit nooit weer’, of het verdelen van mensen in slachtoffers en daders. We zien Srebrenica als volwaardige stad, waar mensen een leven hadden. Voor, tijdens en na een genocide.

Een mooi voorbeeld van zo’n manier van herdenken vormen de 25 portretten van 25-jarige Bosnische Nederlanders in het kunstproject ‘Srebrenica is Nederlandse geschiedenis’ (2020). De tentoonstelling is ook dit jaar te zien op de Wilhelminakade in Rotterdam, tot en met 18 juli.

Soedan levert verdachten oorlogsmisdaden uit aan Den Haag

0

Soedan zal enkele verdachten van betrokkenheid bij de oorlogsmisdaden in de Soedanese regio Darfur uitleveren aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. Het is niet duidelijk of voormalig president Omar al-Bashir (77) ook zal worden uitgeleverd.

De Soedanese regering had al eerder beloofd om Bashir (foto) uit te leveren naar Den Haag, maar dat is nog niet gebeurd. In 2019 werd hij afgezet door het leger, na massale protesten tegen zijn bewind. Hij zit nu in de gevangenis vanwege corruptie.

In de oorlog in Darfur tussen de regering en rebellen, die in 2003 is begonnen en nog steeds niet is opgelost, kwamen 300.000 mensen om. Miljoenen anderen sloegen voor het geweld op de vlucht. Velen van hun wonen nu in vluchtelingenkampen.

De beslissing van Soedan om een groep verdachten over te dragen aan en Haag komt enkele weken nadat de vertrekkende hoofdaanklager van het strafhof Soedan bezocht. Hij drong er bij de leiders van het land op aan om iedereen die werd gezocht voor oorlogsmisdaden, waaronder Bashir, uit te leveren. Soedan heeft echter nog niet gezegd welke verdachten zullen worden uitgeleverd.

Bashir is de eerste persoon die door het internationale hof werd aangeklaagd voor genocide, aldus de BBC.

Wéér anti-islamitische aanval Canada: man gestoken, baard afgesneden

0

In de Canadese stad Saskatoon, in de staat Saskatchewan, is een 32-jarige moslim afgelopen vrijdag aangevallen door twee mannen. Toen hij op weg was naar de moskee werd hij gestoken in de rug. Ook werd een deel van zijn baard afgesneden.

Slachtoffer Muhammad Kashif vertelde dat twee mensen hem in het steegje achter zijn huis aanvielen. Kashif herkende een van de mannen, die hem een keer eerder had uitgescholden.

De twee mannen vielen Kashif vroeg in de ochtend aan. Hij werd van achteren aangevallen en in zijn rug gestoken met een mes. Kashif vocht met de twee mannen, die hem begonnen te treiteren.

‘Waarom draag je deze jurk?’, zeiden ze volgens hem. ‘Waarom ben je hier?’ ‘Ga terug naar je eigen land. Ik haat moslims. Waarom heb je deze baard?’ Vervolgens werd zijn baard deels afgesneden.

Mogelijk werden de twee geholpen door een derde man, omdat er in de buurt een groene auto geparkeerd stond, zei Kashif.

Behalve in zijn rug werd Kashif ook in zijn arm gestoken. Hij kreeg hiervoor veertien hechtingen. Kashif is bang dat zijn vrouw en drie kinderen van drie, vijf en acht jaar oud ook niet meer veilig zijn.

Hij vindt het afscheren van zijn baard en de emotionele pijn die hij heeft moeten ondergaan erger dan de messteken die hij heeft opgelopen, vertelt hij.

De politie is naar de daders op zoek. De burgemeester van Saskatoon reageert met afschuw. ‘Groepen die witte superioriteit, islamofobie en andere vormen van discriminatie verspreiden, moeten onderzocht worden en verantwoordelijk worden gehouden’, zegt de burgemeester. ‘We moeten ook individuele handelingen van racisme en discriminatie aanpakken.’

De aanval in Saskatoon is het derde Canadese voorval van moslimhaat in korte tijd. Op 6 juni reed Nathaniel Veltman (20) vier moslim dood in London, Ontario. En op 23 juni viel een gemaskerde man twee jonge moslima’s aan die een hoofddoek droegen in St. Albert, Alberta. Hij sloeg de een bewusteloos en viel de ander aan met een mes.

Voormalig Al Qaida-commandant krijgt Turks staatsburgerschap

0

Voormalig Al Qaida-commandant en Syriër Manar al-Shami heeft het Turkse staatsburgerschap gekregen. Dit meldt de Amerikaanse journalist Lindsey Snell.

‘Terwijl Turkse politici praten over het terugsturen van Syrische vluchtelingen naar Syrië, krijgt de voormalige Al-Qaida-commandant Manar al-Shami het Turkse staatsburgerschap’, twittert Snell.

Turkije wordt al langer beschuldigd van het steunen van jihadistische groepen in Syrië die banden hebben met Al Qaida, zoals het aan Al Qaida gelieerde Hayat Tahrir al-Sham. Dit is een strijdgroep die strijders van het terroristische Al Nusra-front in haar gelederen heeft.

Turkije zette jihadistische strijders uit Syrië in voor oorlogen in Syrië, Nagorno-Karabach en Libië. Onder de Libiëgangers bevinden zich leden van Al Qaida en IS, aldus het Amerikaanse persbureau Associated Press.

Eerder dit jaar verleende Turkije het staatsburgerschap aan acht IS-leden.

VVD Amsterdam wil ’trouwtoeteren’ aanpakken: racisme, zeggen critici

0

De VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad wil het zogenoemde ‘trouwtoeteren’ aanpakken. Critici vinden dit voorstel discriminerend.

In schriftelijke vragen pleit de VVD-fractie voor een harde aanpak van de zogenoemde trouwtoeteraars. ‘Herrie door eindeloos claxonneren en verkeersonveilige situaties? Absoluut niet.’

Met lawaaiflitsers, agenten in burger en tijdelijke drempels op populaire routes wil de VVD overlastgevende trouwstoeten een toontje lager laten zingen. En het innemen van een rijbewijs of het voortuig van de overlastveroorzakers is bespreekbaar, aldus de fractie.

Critici reageren als door een wesp gestoken op het VVD-voorstel, dat een hondenfluitje voor racisme zou zijn. Het zijn namelijk vooral Turks-Nederlandse trouwstoeten die zich van het toeteren bedienen.

PvdA-fractievoorzitter Sofyan Mbarki: ‘Naast dat ik dit heel vertruttend vind, vraag ik me af of de VVD dit ook zou voorstellen als de toeteraars Stijn en Mark zouden heten.’

‘Hadden jullie dit ook voorgesteld als alleen witte mensen dit deden?’, vraagt Jarno van Straaten, fractiemedewerker van GroenLinks Deventer.

‘De enige manier dat de VVD auto’s wil beboeten is wanneer niet-witte mensen ze gebruiken’, zegt een twitteraar. ‘PVV-corvee’ en ‘verhuld etnisch profileren’, vindt een ander.

NRC-journalist Lofti el Hamidi besluit om met een knipoog te reageren. ‘Warüm zo kleinburgerlijk abi, warüm?’, vraagt hij zich af.

Waarom pakt Den Haag antisemitisme steviger aan dan moslimhaat?

0

Afgelopen kabinetsperiode vonden een specifieke aanpak en landelijk coördinator tegen antisemitisme het levenslicht, maar niet tegen moslimhaat. Veel moslims voelen zich achtergesteld.

Deze ramadan kende een golf aan aanvallen op moskeeën: van dreigbrieven, luiers en verscheurde Koranverzen bij meerdere moskeeën tot een brandstichting in Gouda. Toen Denk op 1 juni een motie voor een aanpak tegen moslimhaat indiende, leek de timing goed gekozen. Bovendien leeft onder moslims het idee dat men wordt achtergesteld ten opzichte van Joden. De Denk-motie noemde dat we landelijk wél al een specifieke antisemitisme-aanpak kennen.

Helaas voor Denk: coalitiepartijen VVD, CDA en CU stemden tegen, evenals alle partijen ter verre rechterzijde. Saillant: al deze fracties stemden twee weken daarvoor wél voor een motie om antisemitisme Europabreed steviger aan te pakken.

Het Denk-plan voor een specifieke moslimhaat-aanpak maakt deel uit van een bredere initiatiefnota van Denk, die na het zomerreces wordt besproken. In schriftelijke vragen vanuit de veiligheidscommissie in de Kamer wordt Denk beschuldigd van het knippen en plakken van de initiatiefnota uit 2019 van VVD en ChristenUnie over, jawel, een aanpak tegen antisemitisme.

Even terug naar 2019. Bij het bespreken van deze antisemitisme-nota vroeg de SP of er niet óók een aanpak van moslimhaat moest komen. VVD en ChristenUnie antwoordden alle vormen van discriminatie belangrijk te vinden, maar dat antisemitisme een specifiek probleem is. Dat was ook het argument van de rechtse en christelijke partijen toen Denk en GroenLinks dat jaar een vergelijkbaar plan tegen moslimhaat bepleitten. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) liet in 2019 weten: ‘Het antisemitismeplan is heel duidelijk een plan gericht op de specifieke problematiek die heel concreet daar speelt. Daar houden we het ook bij.’ Zo meldde EenVandaag in 2018 dat de helft van alle joden in Nederland zich niet vrij voelt om openlijk joods te zijn.

Volgens Denk is moslimhaat een groeiend probleem in Nederland, dat daarom toch een specifieke aanpak verdient. Maar cijfers geven een diffuus beeld. De vierde Monitor Moslimdiscriminatie (2021) geeft aan dat het aantal meldingen meedeint met de intensiteit van het debat over islam en moslims. Nu zijn er minder meldingen dan in 2015 – een periode van vluchtelingencrisis en aanslagen -, maar dit kan zo weer oplaaien, stelt de monitor. En het aantal aanvallen tegen moskeeën nam na een piek in 2015 en 2016 af, maar ligt nog altijd hoger dan voor 2015.

Instantie Meld Islamofobie voegt toe dat het aantal meldingen en daaraan afgelezen trends niet veel hoeven te zeggen over de werkelijke trend. Verschillende antidiscriminatiebureaus laten verschillende trends zien. Wel meldde Meld Islamofobie eind 2020 dat het boerkaverbod uit 2019 heeft geleid tot meer haat tegen moslimvrouwen, ook zonder gezichtssluier.

Maar het vervelende van al die cijfers: zij geven geen betrouwbaar beeld, zegt Roemer van Oordt. Hij is onderzoeker op het gebied van de islam in Nederland en co-auteur van de vierde Monitor Moslimdiscriminatie. ‘Voor moslims is het melden van discriminatie een grote drempel, een nog grotere drempel dan voor andere minderheden. Er treedt bovendien een enorme gewenning op. Discriminatie wordt steeds vaker als ‘normaal’ beschouwd.’ Dankzij zijn netwerk in islamitisch Nederland weet hij dat veel dreigbrieven, haatmails en bekladdingen niet worden gemeld. ‘Het wantrouwen van moslims tegen de instituties is bovendien groter. Velen hebben slechte ervaringen met de behandeling en registratie door de politie.’

Wat doen Joden ‘beter’?

Dit melden doen Joden dan ook vaker dan moslims, stelt Saida Derrazi, medeoprichter en coördinator van moslimvrouwenorganisatie S.P.E.A.K en lid van het antiracistische Comité 21 maart. ‘Zodra incidenten van antisemitisme plaatsvinden, dan gaan de meeste Joden ook gelijk naar de juiste instellingen om het te melden.’ Daarmee bedoelt ze dat de meeste Joden die willen melden weten waar ze heen moeten, maar dat bij moslims een dergelijk besef meer ontbreekt. Ook merkt zij dat bij moslims ‘islamofobie feitelijk bijna normaal is geworden. Men laat het over zich heen komen, is minder geneigd melding te doen’.

Daarbij registreert de politie, na dat een aantal jaren wel te hebben gedaan, sinds 2019 moslimdiscriminatie niet apart, zoals hij antisemitisme wel het geval is. ‘Dat zou wel moeten’, zegt Van Oordt. ‘Maar bij de politie heeft moslimdiscriminatie kennelijk onvoldoende prioriteit.’

Dit heeft, ironisch genoeg, grote gevolgen voor de kansen om een aanpak van moslimhaat onder de aandacht van Den Haag te brengen, ziet Derrazi: ‘Er is geen goed plan van aanpak om moslimhaat te bestrijden, grotendeels door gebrek aan registratie van moslimdiscriminatie. Daardoor is moslimhaat ook niet zichtbaar in cijfers, en zonder die cijfers kun je geen goed lobbywerk verrichten.’

‘Als je moslimhaat hoog op de agenda wilt zetten, moet je de handen ineenslaan, samen een vuist maken. Dit gebeurt vooralsnog te weinig’

Daarbij is de islamitische lobby van oudsher zwak, vertelt Van Oordt. Joodse Nederlanders, maar ook de LHBT-gemeenschap en Black Lives Matter-activisten weten hun weg naar Den Haag beter te vinden. Een van de problemen van moslims is dat ze te weinig als een eenheid optreden, zegt hij.

‘Geert Wilders mag de moslims in Nederland als één groot monolithisch blok voorstellen, maar dat zijn moslims zeer zeker niet. Die interne diversiteit is natuurlijk heel mooi. Maar als je moslimhaat hoog op de agenda wilt zetten, moet je de handen ineenslaan, samen een vuist maken. Dit gebeurt vooralsnog te weinig.’ Maar, zegt hij ook: ‘Tegelijkertijd zie je nu een kentering plaatsvinden, met clubs als Meld Islamofobie. Jongere generaties zijn mondiger.’

Een ander Haags obstakel voor een plan van aanpak tegen moslimhaat, zegt Van Oordt, is dat vooral de christelijke en rechtse partijen kampen met een eenzijdig daderbeeld van moslims. ‘De veiligheidsproblemen van moslims zijn volgens Den Haag niet het belangrijkste probleem, moslims worden door Den Haag juist vooral gezien als veiligheidsprobleem. Denk hierbij bijvoorbeeld aan terrorisme, radicalisering. Daarnaast stelt Den Haag vooral steeds centraal dat een deel van de moslims anders denkt over bijvoorbeeld vrouwenrechten, LHBT-rechten en onverdoofd ritueel slachten. In de Haagse retoriek zit een sterk wij-zij-denken verscholen.’

Hoe nu verder?

Er wordt nu druk geformeerd. Hoe linkser de uitkomst, hoe meer kans op een moslimhaat-aanpak. Delen van zo’n aanpak staan al in de verschillende programma’s. Zo wil de PvdA meer aandacht voor moslimhaat bij politie, Openbaar Ministerie en scholen. GroenLinks wil moslimhaat apart registreren. En GroenLinks en D66 willen het boerkaverbod afschaffen en een ‘nationaal coördinator tegen discriminatie’, analoog aan de huidige nationaal coördinatoren voor antisemitismebestrijding, waartoe ook moslimhaat zal worden gerekend. Dat mag nog wel wat specifieker, vindt Saida Derrazi: zij pleit voor een nationaal coördinator tegen moslimhaat.

‘Het Comité 21 maart heeft hierover een brief geschreven aan informateur Hamer om racisme centraal te stellen in het regeerakkoord, waarbij ook speciaal aandacht wordt besteed aan de aanpak tegen anti-moslimracisme. Deze brief is inmiddels ondertekend door 160 andere maatschappelijke organisaties. Het zou goed zijn als hier gehoor aan wordt gegeven, en de regering samen met deze maatschappelijke organisaties werkt aan een nationale aanpak tegen moslimhaat.’

Dat vindt Roemer van Oordt ook. ‘Het is goed dat er een aparte coördinator is om Jodenhaat aan te pakken, maar er moet ook een coördinator komen om moslimhaat aan te pakken. Het onderwerp verdient specifieke aandacht.’

‘Er is geen goed plan van aanpak om moslimhaat te bestrijden, grotendeels door gebrek aan registratie van moslimdiscriminatie’

Wat kan Den Haag verder doen tegen moslimhaat? Het weer apart registreren is een goede eerste stap, vindt Van Oordt. Derrazi beaamt: ‘Registratie van moslimhaat is de verantwoordelijkheid van de staat, en instellingen van de staat. Zolang die geen verantwoordelijkheid nemen om moslimdiscriminatie apart te registreren, blijven de cijfers ontbreken en is er daardoor geen prioriteit om moslimhaat aan te pakken.’

Ook wil Van Oordt dat gepleegde moslimdiscriminatie daadwerkelijk actiever vervolgd wordt. Het Openbaar Ministerie doet nu heel weinig met dit soort zaken, ziet hij, allereerst omdat discriminatie ontzettend moeilijk te bewijzen is. Maar er speelt volgens hem meer.

‘Het oproepen tot verzet tegen de islam, wat de PVV doet, maar ook extreemrechtse buitenparlementaire organisaties als Pegida en Identitair Verzet, is niet strafbaar. Ik merk dat de moslimgemeenschap dit niet goed begrijpt, dat organisaties als Pegida niet keihard worden aangepakt. Let wel: deze organisaties doen aan opruiing, maar worden hier niet of nauwelijks voor bestraft. Ook moslimdiscriminatie op social media wordt niet of nauwelijks bestraft. En als iemand toch veroordeeld wordt, dan is de straf ontzettend mild.’

Ook ziet van Oordt, buiten het opstellen van wetten of instituties om, een rol voor de politiek. ‘Moslims hebben een sterk gevoel van achterstelling. Het zou fijn zijn als er vanuit de politiek een meer inclusief verhaal over moslims komt, dat ze niet langer als ‘probleem’ worden gezien. Het anti-geluid is op dit moment heel sterk, het geluid over inclusie is te zwak.’

VVD en CDA laten hun oren te veel hangen naar de PVV, vindt hij. ‘Ik zeg niet dat deze partijen net als de PVV lak hebben aan Artikel 1 van de Grondwet, maar hun verhaal is niet inclusief. Het politiek-maatschappelijke discours is ook ingrijpend veranderd. Wat Hans Janmaat van de Centrumpartij in de jaren tachtig over ‘buitenlanders’ zei, is nu normaal geworden. Daarom is het belangrijk dat het gevoel van inclusie bevorderd wordt. Diversiteit en inclusie zijn belangrijke zaken, het mogen nooit slechts leuzen worden.’

Hoe zit het nu eigenlijk precies met die cijfers van meldingsbereidheid na een discriminerende ervaring, zowel bij moslims als bij Joden? De Monitor Moslimdiscriminatie (2021) spreekt van 3 tot 7 procent onder moslims die hierna melding deed bij de politie of een antidiscriminatievoorziening. Het EU-agentschap voor de Fundamentele Rechten meldt in een rapport (2018) dat één op de vier Nederlandse Joden na een antisemitische ervaring hetzelfde deed.

CEO Nike bindt in na Oeigoeren-rel: ‘Nike is voor China en door China’

0

De CEO van Nike heeft de activiteiten van het sportmerk in China stevig verdedigd, nadat hij daar geconfronteerd werd met een consumentenboycot.

Chinese consumenten zijn boos op Nike en andere westerse merken, nadat die bedrijven hun bezorgdheid hadden geuit over het vermeende gebruik van Oeigoerse dwangarbeid bij katoenproductie.

Nike maakt nu weer flinke winst in China, na verliezen als gevolg van de coronapandemie. De consumentenboycot mag geen roet in het eten gooien, vandaar dat Nike poogt om weer geliefd te worden bij de Chinese consument.

‘Nike is voor China en door China’, zegt CEO John Donahoe, die opmerkt dat zijn bedrijf al veertig jaar in China actief is.

In maart legde een groep westerse landen sancties op aan Chinese functionarissen vanwege hun rol bij de misdaden tegen de Oeigoeren in de provincie Xinjiang en andere islamitische minderheden. Nike, H&M en andere westerse bedrijven uitten vervolgens ook hun bezorgdheid over de Oeigoeren, die door de Chinese overheid als dwangarbeiders worden ingezet in de katoenindustrie. Hierna besloten Chinese consumenten, aangemoedigd door het communistische regime, westerse bedrijven te boycotten.

Ondertussen blijft China de mensenrechten van de Oeigoeren schenden. CNN bericht vandaag over een Oeigoerse man die 25 jaar gevangenisstraf heeft gekregen omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan ‘separatisme’, terwijl hij volgens zijn familie helemaal niets heeft gedaan.

Cijfers van de Chinese regering laten een sterke stijging zien van het aantal mensen dat lange gevangenisstraffen krijgt opgelegd in Xinjiang vanaf 2014, toen Pekings harde optreden tegen de Oeigoeren in de regio in de regio vorm kreeg, aldus CNN.

Rapport: ‘Vluchtelingen in Nederland verstrikt in web van wantrouwen’

0

Volgens VluchtelingenWerk raakt de menselijke maat steeds verder uit beeld in het Nederlandse asiel- en integratiebeleid. ‘Vluchtelingen raken verstrikt in een web van wantrouwen’, stelt de organisatie in een nieuw rapport.

Vluchtelingen zijn slachtoffer van achterdocht en rigide procedures bij de verschillende instanties, waardoor ze onterecht geen asielstatus krijgen en worden uitgezet, stelt Vluchtelingenwerk. De organisatie vergelijkt deze situatie met de toeslagenaffaire, waar de menselijke maat ook zoek was.

Er worden grove fouten gemaakt, blijkt uit het rapport. Zo baseert de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich bij asielaanvragen soms ook op verouderde informatie.

Een voorbeeld: Amir, die uit Marokko vluchtte vanwege de Rif-protesten, kreeg in 2019 geen asielstatus, omdat Marokko volgens IND een veilig land was. IND baseerde zich op de gegevens van 2016, twee jaar voordat de protesten waren begonnen.

IND negeerde volgens Vluchtelingenwerk bovendien DNA-bewijs in de zaak van een Eritrese vluchteling, die al zes jaar probeerde zijn gezin naar Nederland over te brengen.

Daarnaast raken asielzoekers verstrikt in een web van regels, aldus Vluchtelingenwerk. Zo bestaan er steeds meer verschillen tussen de inburgeringseisen van de verschillende ministeries, waardoor vluchtelingen in kafkaëske situaties terecht kunnen komen. Daarbij stelt de overheid zich rigide op. Een vluchteling die een week te laat zijn inburgeringsexamen haalde kreeg een boete en moest 8.500 euro terugbetalen.

Om het lot van vluchtelingen te verbeteren, doet Vluchtelingenwerk een reeks aanbevelingen. De organisatie pleit onder andere voor het gebruik van actuele informatie, kijken naar de menselijke maat en het houden van een parlementaire enquête, net als bij de toeslagenaffaire.

Nieuw-Zeeland scherpt wetten tegen haatzaaien aan, verhoogt straffen

0

De regering van Nieuw-Zeeland kondigt aan wetten tegen haatzaaien aan te scherpen en straffen voor het aanzetten tot haat en discriminatie te verhogen. Dit doet de regering in reactie op de extreemrechtse aanslag in Christchurch van twee jaar geleden, waarbij 51 moslims omkwamen.

De aanslag van Brenton Tarrant, die zich liet inspireren door de Noorse extreemrechtse terrorist Anders Breivik, leidde tot de instelling van een groot onderzoek naar de gebeurtenissen door een staatscommissie. De regering neemt de aanbevelingen van deze commissie nu over.

In het wetsvoorstel van de regering zal een persoon die ‘opzettelijk haat aanwakkert, dit in stand houdt of normaliseert’ de wet overtreden als hij dat zou doen door te dreigen, op een agressieve of beledigende manier, inclusief het oproepen tot geweld.

De straf voor dergelijke overtredingen wil de regering verhogen tot maximaal drie jaar gevangenisstraf of een boete van omgerekend 29.000 euro. Nu ligt de straf nog op 3 maanden gevangenisstraf, of  omgerekend 4.000 euro.

Het wetsvoorstel wil ook transseksuele, genderdiverse en interseksuele mensen beschermen tegen discriminatie. De huidige wetten in Nieuw Zeeland zijn alleen nog gericht op uitingen die vijandigheid opwekken tegen een persoon of groep op grond van kleur, ras of etniciteit.