20.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 579

‘Wist niet wat me overkwam’: lokaal BIJ1-bestuurder (hetero, wit) ruimt veld

0

Els Holthuis, die eerder bestuurlijke ervaring opdeed bij het COC Kennemerland, werd vorige week in het bestuur van BIJ1 Haarlem verkozen. Maar nu zegt ze door een partijcommissie gecanceld te zijn omdat ze hetero en wit is.

Enkele leden binnen de commissie, die zichzelf de ‘kerngroep’ noemt, hadden liever een transgendervrouw in het bestuur, dan de heteroseksuele en witte Holthuis, meldt het Noordhollands Dagblad. De commissie hield vorige week met Holthuis enkele gesprekken.

‘Die waren erop gericht dat ik me terug zou trekken’, zegt Holthuis tegen het Noordhollands Dagblad. ‘Ik wist eigenlijk niet wat me overkwam. Want ik omarm het streven van de partij naar volledige gelijkheid, ongeacht ras of geaardheid. Nu zie ik een ontwikkeling die me best zwaar valt. BIJ1 wil een ledenpartij zijn, maar de leden maken dus nog niet de dienst uit.’

De kerngroep wil nog niet op de kwestie ingaan. ‘Op dit moment proberen we eerst zelf alle informatie boven tafel te krijgen, en hebben we het landelijk bestuur van BIJ1 gevraagd ons daarin te begeleiden’, schrijft de groep in een schriftelijke reactie. ‘Deze week worden met alle betrokkenen onder leiding van het landelijke bestuur gesprekken gevoerd.’

BIJ1, dat met een zetel in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd, zegt voor een inclusieve samenleving te zijn. De partij laat zich leiden door het principe van intersectionaliteit, het idee dat bijvoorbeeld zwarte vrouwen en moslima’s dubbel gediscrimineerd worden, als niet-man en als niet-witte persoon.

Beesten met Dion

0

Precies heb ik het nooit bijgehouden. Maar als sjocheet – ritueel slachter van pluim-, klein- en grootvee voor de Joodse gemeenschap – zijn vele duizenden dieren door mijn handen gegaan. Allemaal volgens de regels van de Tora-wetgever, met vlijmscherpe en handgeslepen messen. De laatste koe met dezelfde nauwgezetheid als meer dan vijventwintig jaar daarvoor de eerste. Alles draaide om dierenwelzijn.

Het is 2011. In de Tweede Kamer debatteren de dames en heren over halal en koosjer slachten. Volgens PVV-parlementariër Dion Graus ben ik als sjocheet iemand die ‘dieren gruwelijk martelt’. Zijn collega Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) maakt ervan dat ik ‘de Nederlandse Dierenwelzijnsnormen overtreed’. Een derde lid van de Kamer, Martijn van Dam (PvdA), constateert dat ik mij met mijn werk voor de Joodse gemeenschap ‘buiten de eisen van het vermijden van onnodig dierenleed plaats’. En dan doet mevrouw Janneke Snijder van de VVD ook nog een vergelijkbare duit in datzelfde zakje.

Voor mij is de maat vol. Vijfentwintigjaar een respectabele functie vervullen na een opleiding van meer dan zes jaar en dan zo worden neergezet door enkele van onze volksvertegenwoordigers. Ik doe aangifte wegens belediging. Ik voel mij aangetast in mijn eer en goede naam.

Enkele dagen na de aangifte ligt er al een reactie van het arrondissementsparket op de mat. Er komt geen onderzoek of vervolging. De uitlatingen ‘maken deel uit van het maatschappelijk debat over het ritueel slachten’. En ‘de bewoordingen en de uitlatingen zijn in de politiek niet ongebruikelijk en passen in het debat’.

Ho! Als ik in Den Haag dus ergens op het Spui of op de Korte Poten loop en ik maak iemand uit voor dierenmartelaar, voor overschrijder van onze fatsoensnormen of weet ik veel voor wat, dan kan dat mogelijk best strafbaar zijn. Loop ik honderd meter verder en betreed ik die zaal van ons parlement met die mooie blauwe stoelen, dan kan ik niemand meer aantasten in zijn of haar eer of goede naam. Daar mag alles in het kader van het politieke debat.

Mag ik veronderstellen dat veel burgers in ons land dit, net als ik, niet meer kunnen volgen?

Zit ik op een bankje op het Plein pal voor het Haagse Binnenhof en ik roep heel hard dat de Heilige Boeken moeten worden verscheurd of dat religieuzen naar het buitenland moeten worden verbannen, dan loop ik kans dat de rechtbank mij uitnodigt om eens uit te leggen wat ik hiermee eigenlijk wil zeggen. Maar loop ik naar het spreekgestoelte in de Kamer, dan mag ik het nog veel bonter maken. Mijn woorden worden daar immers gezien als ‘niet ongebruikelijk en passend in het debat’.

Gaat de baas in een van de cafeetjes of restaurantjes rond het Binnenhof zich te buiten aan seksuele intimidatie van een medewerker – of nog erger: deze vergrijpt zich aan die medewerker – dan staat gegarandeerd binnen de kortst mogelijke tijd – terecht – de politie in de zaal.

Wie op het Binnenhof zelf te maken krijgt met seksueel of ander wangedrag kan beter de mond houden. Die conclusie trekken slachtoffers. Fractie- en Kamermedewerkers maakten melding van intimidatie of grensoverschrijdend gedrag door Kamerleden en andere medewerkers aan het Binnenhof. En daar kregen ze spijt van: hun klacht bleef ongehoord, de partijtop dacht vooral aan het imago, en vaak werden de slachtoffers, die in afhankelijkheidsposities zaten, zelf op een zijspoor gezet. En wanneer er wordt gevraagd hoe dat in vredesnaam mogelijk is, luidt het antwoord van de Kamervoorzitter: ‘Wij hebben geen instrumenten om hiertegen op te treden.’

Mag ik veronderstellen dat veel burgers in ons land dit, net als ik, niet meer kunnen volgen? Op straat, op school, op het werk, nergens mag er beledigd, gediscrimineerd of uitgesloten worden. Seksuele intimidatie is ten strengste verboden. Aanranding ook. Maar daar waar de wetgeving gemaakt wordt ‘hoort het erbij’ of ‘zijn er geen instrumenten om ertegen op te treden’. Wanneer we het hebben over de zegeningen van de democratie verzuchten we wel eens dat dit nu eenmaal het beste is dat we hebben. Als we zo doorgaan, zou dit wat wij democratie noemen wel eens het slechtste kunnen zijn dat wij hebben.

Franse hijabi’s uitgesloten van voetbal, organiseren eigen matches

0

In Frankrijk mogen vrouwen geen hijab dragen tijdens hun voetbalwedstrijd. Moslima’s organiseren daarom hun eigen voetbalwedstrijden, schrijft de Britse krant the Guardian.

De Franse voetbalfederatie verbiedt vrouwen om een hoofddoek te dragen tijdens officiële clubwedstrijden en internationale wedstrijden. Deze regel is niet in overeenstemming met het beleid van de internationale voetbalbond FIFA, die in 2014 het hijabverbod juist heeft opgeheven.

Diawara was vijftien toen een scheidsrechter haar vertelde dat ze geen hoofddoek mocht dragen tijdens een voetbalwedstrijd. Omdat ze weigerde haar hijab af te doen moest ze op de bank zitten. Nu, zes jaar later studeert ze in Parijs en is ze co-voorzitter van Les Hijabeuses: een collectief van jonge voetbalsters met hoofddoek die actievoeren tegen het hijabverbod van de Franse voetbalbond.

Op dit moment hebben Les Hijabeuses ruim honderd leden. Ze voetballen samen, maken contact met andere teams in Frankrijk en geven trainingen om andere moslima’s met hijab aan te sporen om ook te gaan voetballen.

De 19-jarige Parijse studente Hawa Doucouré voetbalt nu ook bij Les Hijabeuses. Ze vond voetbal altijd al geweldig, maar pas toen ze Les Hijabeuses ontdekte kon ze beginnen met spelen, vertelt ze the Guardian.

De 18-jarige Karthoum Dembélé sloot zich aan bij de hijab-voetbalsters om ‘deel uit te maken van hun campagne en vrij te spelen zonder bang te zijn dat mij iets overkomt.’ Het liefste zou Dembélé profvoetballer willen worden, maar dat kan pas als de Franse voetbalbond het verbod opheft.

The Guardian vroeg de Franse voetbalbond om commentaar. De voetbalbond wees dit af en wees de Britse krant op haar reglementen die zijn gebaseerd op de laïcité, de strikte scheiding tussen kerk en staat in Frankrijk.

Duitsland dringt aan op nieuwe vluchtelingendeal met Turkije

0

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken heeft, voorafgaand aan de Europese top van aankomende donderdag, de noodzaak benadrukt om een ​​nieuwe overeenkomst over vluchtelingen te sluiten met Ankara. Dat melden Duitse media.

Buitenlandminister Heiko Maas vestigt de aandacht op de enorme vluchtelingenlast voor Turkije in een interview aan de krant die Welt. ‘We moeten onze samenwerking met Turkije op het gebied van migratie actualiseren.’

De huidige vluchtelingendeal dateert van 2016. Turkije heeft nu meer dan drie miljoen vluchtelingen opgevangen.

Maas denkt dat een nieuwe overeenkomst in het voordeel van de EU zal zijn. Over Turkije merkte hij op: ‘Ondanks alle problemen met de Turkse regering moeten we de aanzienlijke migrantenlast die dit land voor ons op zich heeft genomen waarderen.’

Hij vindt dat een nieuwe vluchtelingendeal niet gratis kan zijn, maar kon tegenover Die Welt niet zeggen wat de EU aan Turkije moet gaan betalen.

De Turkse president Erdogan heeft herhaaldelijk kritiek geuit op de EU, omdat Turkije onvoldoende steun zou krijgen om de vluchtelingen goed op te vangen. Vorig jaar maart, vlak voor de uitbraak van de coronacrisis, stuurde Turkije duizenden migranten naar de grens met Griekenland om de druk op de EU op te voeren.

Erdogan sprak gisteren telefonisch met Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Daarin is ook over migratie gesproken, tweet zij. Ook benadrukte Erdogan daarin dat de EU moet opschieten met visumliberalisering voor Turken, zoals afgesproken was in de vluchtelingendeal van 2016, meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu.

Egypte veroordeelt TikTok-influencers tot 6 en 10 jaar cel

0

Een Egyptische rechtbank heeft twee populaire TikTok-influencers veroordeeld tot lange celstraffen.

De 23-jarige Mawada al-Adham (foto, rechts) kreeg zes jaar opgelegd, de twintigjarige Haneen Hossam (foto, links) tien jaar. Ook moeten beide vrouwen een boete van omgerekend ruim 10.000 euro betalen.

Ze zouden meisjes gebruiken voor handelingen die in strijd zijn met ‘de principes en waarden van de Egyptische samenleving, om hier materieel beter van te worden’.

De hoge straffen en boetes leiden online tot veel kritiek, ook omdat de twee jonge vrouwen werden veroordeeld voor ‘mensenhandel’.

Omdat de influencers arme meisjes geld zouden hebben beloofd en lid zouden zijn van een criminele organisatie, beargumenteerden de aanklagers dat ze daarmee in feite mensenhandel zouden aanjagen.

Vorig jaar juli werden beide dames aangeklaagd en veroordeeld voor ‘het schenden van de normen en waarden van de Egyptische samenleving en het plaatsen van onfatsoenlijke foto’s en video’s die de openbare moraal verstoren’. Hiervoor werden ze in januari dit jaar in hoger beroep vrijgesproken.

Adham had meer dan drie miljoen volgers op TikTok. Ze gebruikte dit platform om onder meer dansvideo’s te delen. Hossam (ruim een miljoen volgers) legde uit hoe je de app kunt gebruiken om geld te verdienen.

Eerder deze maand werd een andere TikTok-influencer, Renad Emad, veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en een boete van omgerekend ruim 5.000 euro. De video’s van Emad waren volgens de rechter in strijd met maatschappelijke waarden, en ook zij zou zich aan mensenhandel schuldig hebben gemaakt.

Op social media leidt de veroordeling van Adham en Hossam tot grote publieke verontwaardiging. ‘Dit is hetzelfde land dat aanranders en verkrachters vrijuit laat gaan. Er zijn geen woorden voor…’, schrijft een Arabische twitteraar.

‘De Egyptische wetgeving is erg vaag en breed’, vertelde Amr Magdi, een Midden-Oostenonderzoeker bij Human Rights Watch, eerder aan de nieuwswebsite Middle East Eye. ‘Ze praten over handelingen die familiewaarden ondermijnen, maar de wet definieert niet wat deze handelingen zijn, dus burgers weten niet wanneer ze de wet overtreden.’ Ook zijn de straffen buitengewoon onevenredig, aldus Magdi.

Vorig jaar riep mensenrechtenorganisatie Amnesty International Egypte op een einde te maken aan hun harde optreden tegen vrouwelijke TikTok-gebruikers. Ze zouden, aldus Amnesty, vervolgd worden na ‘absurde beschuldigingen’.

Amnesty International zei destijds dat de arrestatie van Adham en Hossam een cultuur van ongelijkheid en geweld tegen vrouwen in stand hield. ‘In plaats van online toezicht te houden op vrouwen, moet de regering prioriteit geven aan het onderzoeken van de wijdverbreide gevallen van seksueel en gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en meisjes in Egypte.’

De twee kunnen nog tegen hun veroordeling in hoger beroep.

Den Haag: Denk neemt lokale moslimpartij over

0

De Islam Democraten sluiten zich aan bij Denk. De lokale partij heeft een zetel in de Haagse gemeenteraad.

Fractievoorzitter Tahsin Cetinkaya van de Islam Democraten wil er volgend jaar mee stoppen. De Islam Democraten gaan volgend jaar door als Denk en moeten nog een nieuwe lijsttrekker kiezen.

Denk verwacht vijf zetels te halen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van maart haalde Denk in de Hofstad acht procent van de stemmen, goed voor vier zetels.

In Den Haag zijn op dit moment drie islamitische partijen in de gemeenteraad vertegenwoordigd: Islam Democraten, de Partij van de Eenheid (PvdE) van Arnoud van Doorn en Nida. Denk is (nog) niet in de Haagse gemeenteraad vertegenwoordigd. Arnoud van Doorn kondigde eerder dit jaar aan te zullen stoppen. Het is onduidelijk of de PvdE wel aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen zal meedoen, want er heeft zich nog geen opvolger voor hem aangediend.

De Haagse Denk-voorzitter Abdoel Haryouli zegt tegen AD Den Haag dat zijn partij uitgaat van de ‘eigen kracht’ en met ‘een goed verhaal’ zal komen.

‘De partijen die nu de stad regeren hebben het verknald. Die moeten zich echt zorgen gaan maken’, zegt Islam Democraten-leider Cetinkaya tegen Omroep West.

Het museum in, met die Gouden Koets van witte suprematie

0

‘Net een magische intocht.’ Met sprankelende ogen beschrijft Judikje Kiers, directeur van het Amsterdam Museum, de komst van de Gouden Koets in de gelijknamige NOS-documentaire die vorige week werd uitgezonden. Aan het eind horen we vergelijkbare woorden van de restaurateurs, die meer dan vijf jaar aan het gevaarte van bijna drieduizend kilo hebben gewerkt. ‘Wat mooi. Schitterend. Fantastisch.’

Uit hun mond geen kwaad woord over ‘de kwestie’: het paneel aan de zijkant waar ‘Hulde der Koloniën’ staat, met zwarte mensen die knielend producten leveren aan een witte vrouw. De enige vrouw van kleur in de documentaire, oud CDA-kamerlid en voorzitter van de Nederlandse UNESCO Commissie, Kathleen Ferrier, beschrijft het tafereel als volgt: ‘De witte overheerser wordt hier gerustgesteld: ‘Maak je niet zorgen, ook al is de slavernij afgeschaft, de verhoudingen blijven hetzelfde.” De zwarte mens als dienstbaar, dus.

Dat zegt ze nadat de begeleidende stem – met opkomend alarmerend deuntje op de achtergrond – het gevoelige punt als volgt aansnijdt: ‘De Gouden Koets ligt onder vuur. Op het zijpaneel zie je hoogwaardigheidsbekleders en inwoners van de toenmalige koloniën. In 1898, toen het schilderij werd geschilderd, had niemand het over racisme en de achtergestelde positie van rijksgenoten uit de koloniën.’

Merkwaardig. Had echt ‘niemand’ het over zulke zaken? Dus ook niet door de Atjehers in voormalig Nederlands-Indië die zich precies op dat moment verzetten tegen de misdadige gouverneur Jo van Heutsz? Max Havelaar was toen kennelijk ook nog niet geschreven.

‘Als een kind hiernaar kijkt, dan ziet-ie dat zwarte mensen minder zijn dan witte mensen’

Goedemorgen Nederland spant de kroon. ‘Eindelijk is hij weer terug’, zegt de presentator. En na drie en halve minuut te hebben zitten wauwelen over ‘het koningsgezinde Nederlandse volk’, wordt de olifant in de kamer benoemd: ‘Waarom komt de koets niet gewoonterug op Prinsjesdag?’

Coks Donders, ‘koningshuisjournalist’, haalt even diep adem, kijkt naar beneden, en zegt op hoge toon: ‘Ja, ik denk dat die keuze heel handig is uitgesteld door de koning, omdat het natuurlijk zo’n, eh, controversieel, eh, voertuig is. Hij staat nu dus tot voorbij Prinsjesdag bij het museum. Daarmee wordt de keuze toch weer een tijdje uitgesteld, ja, ik denk dat heel erg een rol speelt, ja.’

Presentator: ‘Die controverse zit hem in de panelen. Wat is voor sommigen het probleem daarin?’

Donders, vermoeid: ‘Voor sommigen is het probleem dat bij de mensen die te zien zijn op de afbeelding, vooral aan de linkerkant, het net lijkt alsof zij onderdanig zijn aan de ‘superieure witte mens’ – maar dat is vooral de interpretatie die eraan gegeven kan worden. (…) Deze afbeelding wordt onterecht (…) ‘slavernijpaneel genoemd, terwijl het heel goed is te benadrukken dat dit paneel gemaakt is om het heden van Nederland toentertijd af te beelden, dus eind negentiende eeuw waarin de slavernij al was afgeschaft en waarin dus weliswaar nazaten te zien zijn van slaven, maar niet de slaven zelf. Het is wel belangrijk (…) om zulke historische feiten mee te nemen.’

Prima, we zien dus geen ongelijkheid, geen koloniale overheersing en geen racisme op dat paneel. En als je heel goed kijkt, dan kan je eigenlijk artikel één van de grondwet zien opdoemen in dat paneel.

Aan voormalig VVD-parlementariër Han ten Broeke de taak om de geschiedvervalsing bij WNL te completeren door juist de criticasters van geschiedvervalsing te beschuldigen: ‘We moeten niet voortdurend de geschiedenis opnieuw herinterpreteren, opnieuw uitvinden, of met interpretaties vervalsen. Dat is wat hier dreigt te gebeuren, zegt hij. ‘Door dit weer zo beladen te maken doe je de geschiedenis geen recht.’

Nou, lekker dan. Niet het racisme op de schilderij is beladen, maar diegenen die vinden dat je niet in dat ding kan rijden zijn het probleem.

‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Als een kind hiernaar kijkt, dan ziet-ie dat zwarte mensen minder zijn dan witte mensen. Zonder gelul: dat is wat je ziet’, zei cabaretier Steven Brunswijk vorig jaar bij OP1, toen geschiedenishoogleraar Herman Pleij een duitje in het zakje van de vaderlandsche geschiedvervalsing deed.

Brunswijk heeft volkomen gelijk. Naar het museum, met die kolonialisme en slavernij verheerlijkende koets van witte suprematie.

Oranjegevoel in postcoronatijd

Naarmate steeds meer Nederlanders zijn gevaccineerd en de overheid in evenredig rap tempo de coronamaatregelen versoepelt, ontstaat het beeld dat we weer terug gaan naar het oude normaal. En daar snakt iedereen naar. Tegelijkertijd is het oude normaal niet in alles iets om naar terug te verlangen. Want Nederland was voor corona niet altijd zo’n leuk en gezellig landje.

‘Ikke, ikke en de rest kan stikken’, is het credo dat in meerdere opzichten de boventoon voerde. Zelfs über-liberaal Mark Rutte hekelde in 2015 nog de ‘grote-dikke-ik-mentaliteit’ in ons land. Sommigen zeggen gekscherend wel eens dat alleen de Koning en het Nederlands voetbalelftal dit land bij elkaar houden. Maar ik durf én wil dat betwijfelen. Wij kunnen een land zijn van en voor iedereen.

Op Koningsdag maakte de NOS duidelijk dat het vertrouwen van Nederlanders in onze koning is gedaald. Terwijl het Nederlands elftal voor het eerst in jaren op een eindtoernooi verschijnt, is maar 2 procent van de straten totaal oranje. De Koning bezocht recentelijk de Mooiste Oranjestraat van Nederland, de Marktweg in Den Haag. ‘Het samenbindende effect, de saamhorigheid, de eenheid die het uitstraalt, dat is precies waar Oranje voor staat’, zei de koning. ‘Dat is waar het Nederlands elftal voor staat. Waar Nederland voor staat. (…) Ook na de coronatijd is iedereen weer samen.’

Oranje kan inderdaad een belangrijk verbindend symbool zijn voor Nederland en Nederlanders. Maar hoe geven we dat oranjegevoel elke dag vorm en inhoud?

Aan het begin van de coronapandemie, in het voorjaar van 2020, wisten we het. Er ontstonden in wijken, buurten en dorpen allerlei spontante initiatieven van Nederlanders, voor Nederlanders. Buren brachten een zieke buurman of buurvrouw een warm kopje soep. Een zangkoor liep door de wijk om de harten te verwarmen met prachtige liederen. Voor kinderen ontstond een berenspeurtocht met beren langs het raam van menig huishouden. En we bedankten massaal alle hardwerkende toppers die in de zorg werken.

Waarom hebben we als mensen toch altijd een afschuwelijke crisis nodig om te realiseren hoe belangrijk compassie is in het leven?

Maar hoe staat het nu met deze initiatieven? En vooral met ons gevoel van solidariteit richting mensen in nood? Mijn beeld is dat minder lockdown en minder maatregelen ook minder naastenliefde hebben opgeleverd. Nee, ik verlang niet terug naar het rantsoeneren van mijn bezoekers of de avondklok. Maar waarom hebben we als mensen toch altijd een afschuwelijke crisis nodig om te realiseren hoe belangrijk compassie is in het leven?

Waarom kunnen we onze harten niet elke dag vullen met zachtheid, dienstbaarheid en nederigheid? Waarom gaan we toch zo graag terug naar de oude prestatiemaatschappij, waarin het maken van een snelle carrière en het verdienen van veel geld zo’n prominente plek innemen? Massaal boeken we weer vakanties naar het buitenland om te vervallen in oppervlakkig, hedonistisch gedrag. Terwijl tegelijkertijd vele Nederlanders en hun gezinnen deze zomer doorbrengen in armoede en al blij zijn als ze met hun kinderen een dagje kunnen ontspannen in de nabijgelegen en gratis toegankelijke speeltuin of kinderboerderij.

We zijn ziende blind voor de armoede, onrechtvaardigheid en onveiligheid die zich om ons heen bevindt. We denken dat de overheid de solidariteitsmachine is om mensen in deze kwetsbare posities vooruit te helpen, en miskennen daardoor de kracht en betekenis van persoonlijke, intermenselijke solidariteit.

Echte solidariteit zit niet in het stemmen op een linkse politieke partij die namens jou wel voor deze mensen zorgt. Echte solidariteit zit in het opmerken van het verborgen leed van de mensen uit je eigen sociale omgeving, en daar iets mee doen. Een luisterend oor aanbieden, iemand uitnodigen om samen naar een voetbalwedstrijd te kijken, of door die eenzame dame op leeftijd net als in het voorjaar van 2020 te verblijden met een kopje zelfgemaakte soep.

Het oranjegevoel van saamhorigheid en verbinding zit niet alleen in het Koninklijk Huis of in het Nederlands elftal. Het oranjegevoel zit in potentie in ons allemaal. Zolang we de lokroep van het ‘grote-dikke-ik-monster’ maar weten te weerstaan, en ons realiseren dat een mens pas betekenis krijgt in relatie tot de ander. Wij mensen zijn sociale wezens. In crisistijd, maar zeker ook daarbuiten. Op naar het nieuwe normaal, op naar het nieuwe oranjegevoel.

Duitsland mengt zich in rel rond vermist Turks-Kirgizisch schoolhoofd

0

De Duitse regering heeft Kirgizië gevraagd naar het lot van Orhan Inandi, de Turkse schooldirecteur die sinds begin juni vermist is.

Vermoed wordt dat hij is ontvoerd door de Turkse inlichtingendienst en/of wordt vastgehouden in de Turkse ambassade van Bishkek, de hoofdstad van Kirgizië.

De Duitse regering was op de kwestie-Inandi geattendeerd door Cem Özdemir, parlementariër van de Groenen. Özdemir noemt de ontvoeringen Turks ‘staatsterrorisme’.

Hij wil ook dat de Duitse regering zou garanderen dat dergelijke ontvoeringen niet in Duitsland zullen plaatsvinden. ‘Het gevaar blijft bestaan ​​voor mensen van Turkse afkomst die in ballingschap leven over de hele wereld.’

De Duitse regering antwoordde Özdemir dat zij geen concrete aanwijzingen heeft voor een soortgelijk gevaar in Duitsland.

Inandi is lid van de Gülenbeweging. Het regime van Erdogan jaagt op Gülen-sympathisanten in binnen- en buitenland: onlangs maakte Turkije bekend Selahaddin Gülen te hebben opgepakt, een neef van Fethullah Gülen, de in Amerika woonachtige islamitische geestelijke die volgens Turkije achter de mislukte coup van 2016 zit.

Twee weken geleden ontving de Turkse president Erdogan zijn Kirgizische ambtsgenoot Sadyr Japarov in Ankara, te midden van internationale verontwaardiging over de vermissing van Inandi. Na afloop zei Erdogan dat de Gülenbeweging, volgens de Turkse president een terreurorganisatie, de nationale veiligheid van Turkije en Kirgizië bedreigde en hoopte samen met Japarov  te bestrijden.

Leider Pakistan weigert erkenning Oeigoers leed in interview

0

De Pakistaanse premier Imran Khan heeft in een interview met de Amerikaanse kabeltelevisiezender HBO geweigerd te erkennen dat China wreedheden pleegt tegen de islamitische Oeigoeren.

Khan zegt dat de Chinezen zelf namelijk iets anders zeggen. China zegt dat maatregelen zoals het hersenspoelen van minstens een miljoen Oeigoeren in ‘heropvoedingskampen’ gebeurt om separatisme, radicalisme en terrorisme te voorkomen.

Ook probeert China middels gedwongen sterilisaties en abortussen het geboortepeil onder Oeigoeren omlaag te brengen. Inmiddels hebben de parlementen van Nederland, Groot-Brittannië en Canada erkent dat er een genocide plaatsvindt in China. Ook de Amerikaanse regering heeft dit erkend.

Als de interviewer opmerkt dat het bewijs voor genocide overweldigend is, antwoordt Khan: ‘Welke issues we ook hebben met de Chinezen, we spreken daarover met hen achter gesloten deuren.’

Deze weigering is opmerkelijk, omdat Khan zegt op te komen voor het leed van de moslims wereldwijd en samen met het Turkije van Erdogan ‘islamofobie’ zegt te zullen bestrijden.

Khan richt zijn pijlen, net als Turkije, vooral op Europa, waar moslims vaak ten onrechte met radicalisme terrorisme in verband zouden worden gebracht.

Dat Khan weigert om het Chinese beleid tegenover de Oeigoeren expliciet te veroordelen, heeft volgens experts te maken met de grote economische invloed van China op Pakistan.