16.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 581

Studie: moslims vooral negatief neergezet in westerse filmwereld

0

Moslims worden op het westerse witte doek over het algemeen negatief of ondergeschikt neergezet. Dat blijkt uit een nieuwe studie door een team van Amerikaanse wetenschappers.

De studie geeft een overzicht van hoe moslims tussen 2017 en 2019 werden geportretteerd in tweehonderd populaire films in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Nieuw Zeeland. In 181 films spelen geen moslimpersonages met een sprekende rol. Als er wel moslimpersonages in de film voorkomen, worden ze weggezet als buitenstaanders, bedreigingen en ondergeschikten van de witte personages, aldus de studie.

Naar aanleiding van deze conclusies kondigde de islamitische stichting Pillar Funds de lancering van een beurs aan, die moslimscenarioschrijvers en -regisseurs moet ondersteunen in de hoop op een doorbraak in de film- en entertainmentindustrie. Het fonds hoopt hiermee de verhalen en talenten van moslims te versterken, en het ‘giftige beeld’ van de entertainmentindustrie te bestrijden.

De voor een Oscar genomineerde Pakistaans-Britse acteur (voor de film Sound of Metal) Riz Ahmed (foto) is lid van de adviescommissie van dit fonds. Hij vindt dat moslims worden ondervertegenwoordigd in Hollywood en negatief worden gestereotypeerd.

De studie en de kritiek van Ahmed komen op een pikant moment. Op social media is er veel kritiek op de aankondiging van een film They Are Us over de terroristische aanslag van Brenton Tarrant op moslims in Nieuw Zeeland. Niet de moslimslachtoffers staan centraal, maar de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern. Volgens critici wordt zij opgevoerd als ‘witte helper’.

Onrust in Moluks-Nederlandse wijk Leerdam: ‘Dit vinden wij apartheid’

0

In Leerdam-West lopen de spanningen op. Een groep Moluks-Nederlandse jongeren zou voor overlast zorgen en politieagenten intimideren en treiteren. Om die reden is er sinds vorige week massale politie-inzet in de Moluks-Nederlandse wijk. Een deel van de gemeenschap voelt zich gediscrimineerd en spreekt over ‘apartheid’.

Op social media wordt massaal een online pamflet (foto) gedeeld, waarin de politie van machtsmisbruik en framing van Molukse jongeren beschuldigd wordt: ‘Ik wil verbinding en geen apartheid’.

Volgens een politiewoordvoerder worden agenten in Leerdam wel degelijk geïntimideerd door Molukse jongeren, laat een politiewoordvoerder weten.

Eerder al noemde burgemeester Sjors Fröhlich intimiderende opmerkingen richting de politie ‘onacceptabel’. Agenten moeten volgens de burgemeester hun werk gewoon kunnen doen. ‘Dat getreiter pikken we niet langer’, zei hij tijdens een raadsvergadering.

Een deel van de gemeenschap veroordeelt de rellende jongeren: ‘Elke avond is het wel mis’, vertelt een bewoner aan RTV Utrecht. ‘Het is zelfs zo zwaar, dat de ramen trillen. Zoiets verwacht je niet. Hopelijk wordt er snel wat aan gedaan.’

Andere buurtbewoners zijn solidair met de raddraaiers. ‘Wie die vuurwerkbom bijvoorbeeld gooide? Tja, geen idee. Maar het is te gemakkelijk om dat per definitie op de jongeren uit onze wijk te schuiven’, zegt buurtbewoonster Jacqueline Sipahelut.

Sipalehut vindt dat Molukse jongeren te gemakkelijk worden geframed. Haar zoon wordt ook door de politie geframed zegt ze, omdat hij er Moluks uitziet. Ze vindt dat de gemeente moet investeren in jongerenwerkers, in plaats van dat de politie naar de wijk wordt gestuurd.

Duitse minister: coronapandemie geeft extra impuls aan extreemrechts

0

De Duitse minister van Binnenlandse Zaken maakt zich grote zorgen over de opkomst van extreemrechts. De coronapandemie heeft extreemrechts een extra impuls gegeven, stelt hij.

De grootste dreiging voor de Duitse democratie komt nog steeds van rechts, zei minister Horst Seehofer (CSU) gisteren tijdens de presentatie van het jaarverslag van de Duitse inlichtingendienst.

Rechtsextremisten hebben het afgelopen jaar vaak ‘zij aan zij met burgerlijke demonstranten’ gestaan, aldus de minister. Hij vindt het zorgwekkend dat burgerlijke demonstranten vaak niet voldoende afstand hebben genomen van rechtsextremisten. Zo ontstond ‘niet alleen een bijzondere gezondheidssituatie, maar ook een bijzondere veiligheidssituatie’.

De Süddeutsche Zeitung schrijft dat de grens tussen extreemrechtse en burgerlijke demonstranten minder scherp word.t Volgens de Duitse inlichtingendienst zijn er nu meer 33.000 rechtsextremisten in Duitsland, meer dan ooit tevoren. Zo’n 13.000 daarvan zijn ‘geweldsgericht’. Maar naast de rechtsextremisten telt Duitsland ook zo’n 20.000 zogenoemde ‘Rijksburgers’ (foto), die simpelweg de Duitse overheid niet erkennen.

De inlichtingendienst kijkt behalve naar extreemrechts ook naar ‘Nieuw Rechts’, waartoe naast de Identitaire Beweging nu ook uitgeverij Antaios behoort. Die staat onder leiding van Götz Kubitschek, een vertrouweling van de radicaal-rechtse AfD-politicus Björn Höcke.

De naam Antaios wijst op het identitaire karakter van de uitgeverij. Hij is een held uit de Griekse mythologie, een reus van ongeveer 30 meter lang. Antaios moest het land van de Berbers tegen de vreemdelingen beschermen, die van plan waren hun land binnen te dringen. Hij werd uiteindelijk door Herakles gedood.

Uitgeverij Antaios is te vergelijken met de radicaal-rechtse Nederlandse uitgeverij De Blauwe Tijger, die nauwe banden heeft met Forum voor Democratie. De Blauwe Tijger werd vorig jaar genoemd in het dreigingsbeeld terrorisme.

De extreemlinkse scene in Duitsland bestaat volgens de Duitse inlichtingendienst uit meer dan 34.000 personen. ‘Slechts’ 9.600 van hen zijn ‘geweldsgeorienteerd’.

‘Dood aan de Arabieren’: mars extremistische Israëliërs wekt afschuw

0

Rechtsextremistische Joden organiseerden gisteren een omstreden vlaggenmars in Oost-Jeruzalem, waarbij onder meer ‘Dood aan de Arabieren’ werd gescandeerd. De mars roept zowel binnen als buiten Israël verontwaardiging op.

Aan de mars deden ongeveer vijfduizend mensen mee. Ze droegen blauw-witte Israëlische vlaggen en zongen liederen van de kolonistenbeweging. De extreemrechtse Israëliërs vierden met hun mars dat de staat Israël in 1967, tijdens de Zesdaagse Oorlog, heel Jeruzalem in handen kreeg.

Grootschalig geweld bleef uit dankzij de zware veiligheidsmaatregelen. Volgens Palestijnse hulpverleners raakten 27 Palestijnen gewond tijdens clashes tussen tegendemonstranten met de politie. Daarnaast werden zeventien Palestijnen aangehouden.

De Israëlische politicus Yair Lapid, die volgens de coalitieafspraken na twee jaar de nieuwe premier Naftali Bennett zal opvolgen als premier, veroordeelde de vlaggenparade. ‘Het is niet te bevatten dat iemand in zijn hand een Israëlische vlag vasthoudt en tegelijkertijd schreeuwt ‘Dood aan de Arabieren’.’

Veel twitteraars linken het toestaan van deze demonstratie aan het huns inziens racistische beleid van de Israëlische regering. ‘De Israëlische regering hecht geen waarde aan Palestijnse levens’, twitterde het Amerikaanse congreslid Rhasida Tlaib gisteravond. ‘Zij heeft een decennialang etnisch zuiveringsproject geleid, gefinancierd door de VS.’

Ook in Nederland wordt fel gereageerd. Simcha de Vries van Een ander Joods Geluid richt zijn pijlen op de pro-Israëlische ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers, die zich onlangs in het Kamergebouw afvroeg of voor Joden wel plaats was in Oost-Jeruzalem. Niet Palestijnse extremisten, maar de staat Israël en Israëlische extremisten zijn het probleem, is de boodschap van De Vries.

Ook journalist Jan Keulen geeft Segers een sneer. ‘Horen we Gert Jan Segers nu ook, na zijn verontwaardiging over From the river to the sea, Palestine shall be free?’

Vanochtend veroordeelde Segers de demonstratie: ‘Deze vreselijke anti-Arabische haat staat haaks op de Joodse en Arabische co-existentie in Israël en op de huidige Joods-Arabische politieke samenwerking in het land’, twitterde de ChristenUnie-voorman.

Segers reageerde op deze tweet van Ronny Naftaniel, voorzitter van het Centraal Joods Overleg: ‘Enkele twitteraars vragen: ‘Waar is jullie verontwaardiging nu Israeli’s ‘Dood aan de Arabieren’ schreeuwen?’ Nou die verontwaardiging is er! Bij mij, bij veel Israëli’s en bij de regering. Opmerkelijk is dat die twitteraars zo verblind zijn dat ze zich dit niet kunnen voorstellen.’

Kanttekening-columnist Tayfun Balcik hekelde vanochtend dagblad Trouw, dat in het artikel over deze demonstratie met geen woord repte over de leus ‘Dood aan de Arabieren’: ‘Stel dat er ergens ‘dood aan de Joden’ werd gescandeerd, zou dat dan ook onvermeld blijven? Zouden we dan over een ‘omstreden vlaggenmars’ spreken? Nee, dan was het een antisemitische mars.’

‘Scholen niet gewend om een zichtbare moslima te zien als docent’

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Zeynep Efil (38), die uit Turkije is gevlucht omdat ze sympathiseert met Fethullah Gülen, in Turkije staatsvijand nummer één.

Vlak na de mislukte staatsgreep in Turkije van juli 2016 vluchtte Efil samen met haar echtgenoot en twee kinderen naar Nederland. Het gezin zocht een tijdelijk verblijf, om vervolgens naar hun thuisland terug te keren zodra het weer veilig is. Maar inmiddels zijn Efil en haar gezin al ruim vier en een half jaar in Nederland. Wat betreft terugkeer naar Turkije ziet Efil het somber in. ‘Ik denk niet dat het goed komt, maar ik wil erin geloven.’

Voordat zij besloot om met haar gezin naar Nederland te vluchten, werkte Efil als wiskundedocent bij een middelbare school die door aanhangers van Fethullah Gülen was opgericht. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft geen genade voor volgelingen van deze in Amerika woonachtige islamitische geestelijke, die ervan wordt verdacht de couppoging in 2016 te hebben georkestreerd. Vlak na de mislukte staatsgreep werd de school gesloten en kwam zij zonder werk te zitten. Dat was voor haar een teken om te vertrekken.

‘Voor de coup liepen de spanningen al hoog op. Maar vlak daarna begon de regering iedereen op te pakken die Gülen steunde en ervan werd verdacht achter de staatsgreep te staan’, vertelt zij. ‘Mijn vrienden en collega’s werden gearresteerd. We waren bang dat het ons ook zou overkomen, dus besloten mijn man en ik om tijdelijk naar Nederland te gaan, totdat het weer veilig zou zijn.’

Met het Schengenvisum konden Efil en haar gezin tot negentig dagen in Nederland blijven, wat haar in eerste instantie voldoende leek. Na tien dagen als toeristen in Nederland te hebben doorgebracht, besefte zij dat de situatie in Turkije niet snel zou veranderen voor aanhangers van Gülen of voor mensen die openlijk kritiek hebben op Erdogan. Zij begon na te denken over een asielaanvraag.

‘Van familie en vrienden hadden we geld geleend om een jaar in Nederland te blijven als dat nodig zou zijn. Op dat moment had ik nog geen idee hoe ik een asielaanvraag moest indienen, maar uiteindelijk heb ik door zelf onderzoek te doen deze informatie kunnen achterhalen’, zegt zij. Efil en haar gezin verbleven anderhalf jaar in een asielzoekerscentrum in Hoogeveen, terwijl de asielprocedure nog liep. ‘Nu woon ik in Zaandam met mijn echtgenoot en inmiddels drie kinderen, en werk ik als docent wiskunde op een ROC.’

‘Wiskunde is in alle talen hetzelfde’

Na het behalen van de nodige toelatingseisen en het taalniveau begon Efil aan een traject om wiskunde te kunnen doceren. Zij liep stage, werkte daarna als onderwijsassistent, en kreeg een baan als docent wiskunde aangeboden op dezelfde school waar zij als onderwijsassistent begon.

Het viel Efil op dat het niet gemakkelijk was om aan een stageplek te komen. ‘Ik heb sollicitatiebrieven gestuurd naar bijna dertig scholen om stage te kunnen lopen, maar haast geen enkele school nodigde mij uit voor een gesprek’, vertelt ze. ‘Ik weet niet precies waar het aan ligt. Het zou misschien aan mijn cv kunnen liggen, maar misschien ook aan mijn naam en mijn foto. Daar zien ze dat ik een moslima ben door mijn hoofddoek, en misschien hebben sommige scholen daar moeite mee.’

Efil benadrukt dat zij in Nederland verder geen negatieve ervaringen heeft gehad bij het praktiseren van haar geloof. ‘In Turkije had ik wel nare ervaringen. Ik moest mijn hijab afdoen om mijn studie aan de universiteit te kunnen afronden. Dat is mij in Nederland gelukkig nog nooit overkomen.’

Hoewel ze niet wordt gediscrimineerd, loopt Efil wel tegen vooroordelen aan. Op de school waar ze werkt geloofden sommige medewerkers niet dat zij een docent was toen ze haar voor het eerst zagen.

‘Een medewerker dacht dat ik de schoonmaakster was. Hij zag mij niet aan voor een docent, terwijl ik in de docentenkamer zat’, vertelt zij. ‘Ik werk op een grote school, waar de docenten en studenten voornamelijk wit zijn. Vaak kunnen de medewerkers moeilijk onderscheid maken tussen docent en student. Ik denk daarnaast dat ze het ook nog niet gewend zijn om een zichtbare moslima te zien werken als docent.’

Wat betreft het werk als wiskundedocent in Nederland merkt zij niet veel verschil met toen ze nog in Turkije doceerde. ‘Toen ik in Nederland solliciteerde naar een baan als onderwijsassistent werd mij verteld dat de jongeren hier brutaal zijn. Ze vroegen mij of ik daarmee om kon gaan. Maar ik denk dat jongeren overal een beetje hetzelfde zijn. Ook in Turkije konden de leerlingen brutaal zijn, dus dat is herkenbaar.’

Ze merkt wel dat de leerlingen in Nederland zelfstandiger moeten werken in de klas. ‘In Turkije staat de docent in de klas meer centraal, maar hier is dat anders. Hier leg ik bijvoorbeeld in tien minuten de stof uit, en daarna gaan mijn studenten zelf aan de slag met hun opdrachten. Maar in Turkije neemt de docent langer het woord, en wordt er veel klassikaal gedaan. Zelfstandig aan hun opdrachten werken, doen de leerlingen thuis. Dat is het enige grote verschil. Verder is alles hetzelfde. Wiskunde is in alle talen hetzelfde.’

Efil geeft aan dat zij het soms wel moeilijk vindt om les te moeten geven in het Nederlands. Het liefst zou zij haar werk uitvoeren in haar moedertaal. ‘Ik vind het ontzettend moeilijk om niet in het Turks les te kunnen geven, maar ik wil graag blijven werken. Het is lastig om rond te komen met een uitkering en ondersteuning vanuit de gemeente, dat wil ik niet. Daarom doe ik mijn best om de Nederlandse taal goed onder de knie te krijgen, om les te kunnen geven.’

‘Ik geef mijn kinderen mee dat ze kritische vragen kunnen krijgen van niet-moslims, en dat dat goed is’

Zij verlangt naar haar oude leven in Turkije en hoopt dat ze ooit weer naar het land waar ze geboren is kan terugkeren. ‘Ik heb nu alleen contact met mijn ouders en mijn zusje in Turkije. Mijn vrienden willen geen contact onderhouden, omdat ze bang zijn om gevaar te lopen. Helaas hebben zij gelijk’, vertelt zij. ‘Nog steeds worden iedere dag mensen opgepakt die sympathiseren met Gülen. Er is geen alternatief voor mensen die niet achter Erdogan staan.’

Omwille van haar veiligheid en die van haar gezin kiest Efil er daarom voor om in Nederland te blijven. Ook omdat haar kinderen het gewend zijn om in het Nederlands les te krijgen en haar jongste kind hier is geboren, ziet de wiskundedocente Nederland als het thuisland van haar kinderen.

Wel vindt zij het moeilijk om haar kinderen islamitisch op te voeden in een niet-islamitisch land. ‘Mijn kinderen gaan naar een islamitische bassischool en krijgen in het weekend les over het geloof bij een Turkse stichting. Thuis probeer ik zoveel mogelijk van het geloof aan ze mee te geven’, zegt zij.

Hiermee hoopt Efil een sterke basis aan te leggen voor haar kinderen om in God te geloven en te leven volgens de islamitische richtlijnen in de Koran en Soenna – de leefwijze van de profeet Mohammed. ‘Ik geef mijn kinderen wel mee dat ze kritische vragen kunnen krijgen van niet-moslims, en dat dat goed is. Ze zullen mensen tegenkomen die het niet met hen eens zijn, maar ze moeten anderen altijd met respect behandelen. Iedereen is hier vrij om te geloven wat die wil. Ze mogen zeggen wat ze willen, maar tegelijkertijd moeten wij als moslims standvastig zijn in ons geloof en anderen blijven respecteren, ondanks verschillen van mening.’

‘Internationaal Strafhof is tehuis voor Jodenhaat’: dit is Israëls nieuwe leider

0

Israël heeft in de persoon van Naftali Bennett een nieuwe premier. Zondag stemde het Israelische parlement in met zijn benoeming. Bennett (49) is een rechtse houwdegen, die vindt dat Israël een groot deel van de Westelijke Jordaanoever moet annexeren.

Hij was militair in een elite-eenheid, werd vervolgens IT-miljonair en besloot daarna de politiek in te gaan. Bennett was eerst lid van de rechtse partij Likoed voordat hij de uiterst rechtse pro-kolonistenpartij Het Joodse Huis oprichtte.

In 2019 richtte Bennett de partij Nieuw Rechts op, die een meer seculiere koers voorstaat dan Het Joodse Huis. Beide partijen zitten nu samen in de Yamina-fractie, die zeven zetels inneemt in het 120-koppige Israëlische parlement.

Bennett is een hardliner. Hij is een felle tegenstander van een Palestijnse staat en zei in 2012: ‘Ik doe alles wat er in mijn macht is om er zeker van te zijn dat ze nooit een staat zullen krijgen.’

In 2013 zei Bennett dat Israël een groot deel van de Palestijnse gebieden moet annexeren. Verder moet de Gazastrook naar Egypte en krijgt de rest van de Palestijnse gebieden autonomie, maar wel onder de ‘veiligheidsparaplu’ van het Israëlische leger.

Bennett schuwt controversiële uitspraken niet. Toen Israël later dat jaar besloot om een groep Palestijnse gevangenen vrij te laten, zei Bennett – voorstander van de doodstraf – dat Palestijnse terroristen de kogel verdienden.

Ook zei Bennett: ‘Ik heb in mijn leven al vele Arabieren gedood, en daar is helemaal niets mis mee.’ Na de ontstane ophef hierover beweerde Bennett dat hij iets anders had gezegd, namelijk dat ’terroristen moeten worden gedood als ze een onmiddellijke bedreiging vormen voor onze soldaten.’

In 2019 noemde Bennett het Internationaal Strafhof in Den Haag een ’tehuis voor modern antisemitisme’, vanwege een onderzoek dat dit hof instelde naar oorlogsmisdaden van Israël.

Na de laatste verkiezingen had Bennett een sterke voorkeur voor een kabinet met alleen rechtse partijen. Toen bleek dat dit een hersenschim was, besloot Bennett in gesprek te gaan met centrumpoliticus Yair Lapid. Dat heeft nu een coalitie opgeleverd zonder Benjamin Netanyahu. Het is de vraag hoe lang deze coalitie, waaraan ook een Arabische partij deelneemt, het zal volhouden.

Gevluchte Noord-Koreaan in VS: ‘woke’ universiteiten lijken op Noord-Korea

0

De Noord-Koreaanse vluchtelinge Yeonmi Park ergert zich enorm aan radicaal-linkse ‘woke-indoctrinatie’ op Amerikaanse scholen. ‘Zelfs in Noord-Korea zijn ze minder gek’, stelt de studente.

Park ging studeren aan de Columbia University en verbaasde zich over het volgens haar antiwesterse sentiment in het klaslokaal. ‘Ik verwachtte dat ik al dit geld, al die tijd en energie hierin stak om kritisch te leren denken. Maar ze dwingen je om te leren op de manier zoals zij willen hoe je denkt’, zegt Park tegen de rechtse omroep Fox News. ‘Ik dacht dat Amerika anders was, maar ik zag zoveel overeenkomsten met Noord-Korea, dat ik mij zorgen begon te maken.’

Toen Park dertien jaar was, vluchtte ze met haar ouders eerst naar China en toen naar Zuid-Korea, om vervolgens naar de Verenigde Staten te gaan. ‘Ik dacht dat Noord-Koreanen de enige mensen waren die Amerikanen haatten, maar het blijkt dat er veel mensen dit land haten die in dit land wonen’, vertelde Park aan de conservatieve krant New York Post.

Dankzij de Black Lives Matter-protesten is de racismekwestie weer enorm opgelaaid. In Texas en andere zuidelijke staten willen Republikeinse politici het onderwijs in de critical race theory verbieden.

In critical race theory staan de slavernij en begrippen als ‘institutioneel racisme’, ‘intersectionaliteit’ en ‘witte suprematie’ centraal. Doel van deze academische invalshoek is om de effecten van ras en cultuur op iemands sociale status in een samenleving te bestuderen. Maar de Republikeinen vinden deze tak van studie eerder lijken op activisme dan op wetenschap. Witte studenten krijgen een schuldgevoel aangepraat, vinden zij.

India: hindoe-extremisten molesteren moslim (72), knippen baard af

0

In India gaat een video viral van een 72-jarige Indiase moslim die wordt mishandeld door extreemrechtse hindoe-nationalisten. Ze knipten onder meer zijn baard af, meldt de Engelstalige Indiase website the Quint.

Abdul Samad Saifi werd op 5 juni een ritje naar huis aangeboden door hindoe-nationalisten. Hij stapte nietsvermoedend in de auto en werd vier uur lang gepest en mishandeld door vijf mannen.

Ze sloegen, geselden, schopten en bedreigden hem, knipten zijn baard af en dwongen hem de hindoe-groet Jai Shree Ram te roepen. Ook dreigden ze hem nog meer aan te doen, als hij over dit voorval uit de school zou klappen.

Op dit moment is een van de mannen opgepakt. De politie is nog op zoek naar de andere mannen.

India is onder premier Narendra Modi van de nationalistische partij BJP een populistische en steeds autoritairdere koers ingeslagen. Hindoe-nationalisten richten hun pijlen vooral op moslims, die geen goede Indiërs zouden zijn en een bedreiging zouden vormen voor de identiteit van het land.

Wat bespraken Biden en Erdogan precies? Dit is wat we weten

0

De Turkse president Erdogan zegt dat hij gisteren een ‘vruchtbare en oprechte’ ontmoeting heeft gehad met zijn Amerikaanse ambtsgenoot Joe Biden, aan de zijlijn van de NAVO-top in Brussel.

‘Wij geloven dat er geen probleem is dat niet kan worden opgelost in de betrekkingen tussen Turkije en de Verenigde Staten’, zei Erdogan na afloop.

Volgens de Turkse president spraken hij en Biden uitgebreid over regionale kwesties. Erdogan benadrukte zijn jarenlange vriendschap met de Amerikaanse leider.

Biden zei dat het een ‘zeer goede bijeenkomst’ was. Hij en Erdogan spraken elkaar binnenskamers meer dan een uur. Biden tradt tegenover de pers niet in detail over de kwesties die waren besproken.

Biden wekte eerder wrevel bij Turkije door tijdens de verkiezingscampagne Erdogan als ‘autocraat’ te omschrijven en eind april door als Amerikaanse president de Armeense Genocide te erkennen, iets wat zijn voorgangers niet deden.

Erdogan gaf aan dat ze er niet in geslaagd waren een manier te vinden om de meningsverschillen over de Turkse aanschaf van het Russische raketafweersysteem S-400 te overbruggen. De VS stellen dat de technologie een bedreiging vormt voor de NAVO en heeft Turkije daarom uit het F-35 straaljagerprogramma gezet.

‘Onze gedachten over de S-400 zijn dezelfde als voorheen, ik heb dezelfde gedachten doorgegeven aan meneer Biden’, zei Erdogan. De Turkse president riep Biden ook op tot het beëindigen van Amerikaanse steun aan Syrisch-Koerdische gewapende groepen, zoals de YPG. Turkije beschouwt hen als terroristen.

Ankara heeft – als teken van goede wil – aangeboden om de luchthaven van Kabul in Afghanistan te bewaken met Turkse troepen. Hierover is gisteren echter nog geen beslissing genomen.

Erdogan zei ook dat Turkije wil praten met de Taliban. De VS en andere coalitielanden willen hun troepen uit Afghanistan terugtrekken, maar zien een aanhoudende Turkse militaire aanwezigheid in Kabul als essentieel om de toegang tot het land te behouden en de ambassades in de Afghaanse hoofdstad open te houden. Er zijn ongeveer vijfhonderd Turkse militairen in Afghanistan, die er de Afghaanse veiligheidstroepen trainen. De Taliban wil dat de Turkse troepen vertrekken uit Afghanistan.

De minister van Migratie en Samenleven

0

De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) adviseert al sinds 2001 regering en parlement over vragen rond migratie en integratie. Lange tijd bestond de commissie hoofdzakelijk uit juristen. Haar meeste adviezen waren sterk juridisch: heel gedegen, maar soms ook een beetje saai. De laatste jaren, en zeker sinds hoogleraar Burgerschap Monique Kremer de commissie voorzit, zijn de adviezen breder, gevarieerder en ook uitdagender geworden.

Zo publiceerde de ACVZ kortgeleden een heel persoonlijk getoonzette ‘Brief aan de minister van Migratie en Samenleven’. Zo’n minister bestaat natuurlijk niet, en ook in een nieuw kabinet zal daarvoor vermoedelijk geen plaats zijn. Maar het is wel een originele manier, zeker voor een ‘deftige’ adviescommissie, om de aandacht van de politiek te trekken voor wat er op migratiegebied in de komende jaren te doen staat.

Allereerst wil de ACVZ dat de nieuwe minister zich inzet voor een beter geplande arbeidsmigratie. Door vergrijzing en de groeiende economie zal de vraag naar arbeidskrachten van elders groot blijven. Werkgevers roepen al snel dat zij geen mensen kunnen vinden en dringen dan aan op meer arbeidsmigratie. Daarbij gaan zij soms te gemakkelijk voorbij aan de mogelijkheid om werklozen uit Nederland in te schakelen, onder wie ook migranten die al langer hier wonen. Bovendien leidt het inhuren van nieuwe arbeidsmigranten er nogal eens toe dat werkgevers minder investeren in technologische vernieuwing of in opleiding van bestaand personeel. Dat is goedkoper voor de werkgever zelf, maar op de lange termijn kan het de ontwikkeling van onze economie belemmeren. De kosten daarvan worden dan wel afgewenteld op de samenleving.

Ook vraagt de ACVZ terecht aandacht voor de omstandigheden waaronder veel vooral laaggeschoolde arbeidsmigranten nu moeten werken. Zij verdienen slecht, huisvesting en gezondheidszorg zijn vaak abominabel, en de controle daarop is zeer beperkt. De Commissie-Roemer wees onlangs ook al op deze misstanden, maar veel werkgevers zien het niet als hun verantwoordelijkheid daar iets aan te doen. Ook dat zou alleen maar weer leiden tot hogere kosten, waardoor het werven van nieuwe migranten minder lucratief wordt. Deze patstelling en de wantoestanden waartoe die leidt moeten in de komende kabinetsperiode worden doorbroken. Een goed en weloverwogen migratiebeleid kan daaraan bijdragen.

Migratiebeleid dat met de samenleving verbonden is en door de samenleving gedragen wordt: hopelijk denkt het volgende kabinet er ook zo over

Het asielbeleid is volgens de ACVZ het tweede aandachtspunt voor de nieuwe minister. Met name de kwaliteit en de snelheid van de asielprocedure moeten worden verbeterd. Dat vraagt om meer investeringen in IND en COA, twee uitvoeringsorganisaties van de overheid waarop momenteel nogal wat valt aan te merken. Overigens niet de enige uitvoeringsorganisaties waarvoor dat geldt: zie UWV en Belastingdienst. Van groot belang voor een effectiever asielbeleid is ook dat afgewezen asielzoekers zo snel mogelijk daadwerkelijk terugkeren naar hun land van herkomst. Daarvoor is de medewerking van de betrokken landen vereist, en dit vraagt om een sterk verbeterde coördinatie in EU-verband. Bepaald geen eenvoudige opgave, maar wel een noodzakelijke.

Als derde en laatste punt op de agenda voor de nieuwe minister wijst de adviescommissie op de noodzaak van een lokale aanpak van het integratievraagstuk. Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wees daarop al in zijn recente rapport Samenleven in verscheidenheid. De uitdagingen van een migratiesamenleving manifesteren zich vooral op lokaal niveau. Gemeenten hebben nu echter te weinig armslag om zelf voldoende aan integratie te doen, ook omdat het landelijk integratiebeleid in de afgelopen jaren vrijwel is afgebouwd. De verschillen tussen gemeenten zijn juist op dit punt groot.

Plaatsen als Wassenaar of Amstelveen huisvesten vooral hooggeschoolde ‘expats’, terwijl sommige gemeenten in onder meer Brabant en Limburg worstelen met in aftandse zomerhuisjes bivakkerende Poolse arbeidsmigranten. In de grootste steden heeft nu meer dan de helft van de inwoners een migratieachtergrond en bovendien is daar sprake van een grote diversiteit. Zulke sterk uiteenlopende situaties kunnen het meest effectief lokaal worden benaderd.

Kortom, zo besluit de ACVZ, met deze agenda ‘ontstaat een migratiebeleid dat met de samenleving verbonden is en door de samenleving gedragen wordt’. Laten we hopen dat het nieuwe kabinet (als dat er ooit komt) er ook zo over denkt – en er ook naar handelt!